reportage |
Avondfietsen op het Circuit van Zolder
Mekka ligt in Zolder
Je zal in de winter maar je vorm op peil willen houden maar een hekel hebben aan rollen, spinning of fietsen op de piste. Je wil de buitenlucht je wangen voelen prikkelen. Maar op werkdagen ben je gedoemd om ’s avonds in het donker te fietsen en honderd weesgegroetjes te prevelen in de hoop dat autobestuurders je opmerken. Wellicht valt daar de verklaring te zoeken voor het succes van het Avondfietsen Circuit Zolder. Drie avonden in de week kan je er fietsen. Verkeersvrij en op een goedverlicht parcours van 4 km. De belangstelling voor dat avondfietsen is enorm. Tijd voor Grinta! om het zelf uit te testen. › TEKST JOYCE VERDONCK › FOTOGRAFIE MARCO MERTENS
H
et is even zoeken naar de startplaats voor het avondfietsen. “Langs het parcours, onder de tunnel door tot aan de taverne, daar vind je ons”, hadden ze gezegd. Gelukkig zie ik op een kleine parking een paar fietsers hun kantoorkledij inruilen voor een sportievere outfit. Hier moet ik zijn. Vlakbij heeft een vrouw een tafeltje en een stoel geïnstalleerd. Een gelegenheidssecretariaat waar je je abonnement toont of een ticketje van 3 euro betaalt. Robert Lemmens houdt het als vrijwillige verantwoordelijke allemaal in de gaten. “We zijn pas een jaar of vier geleden met het georganiseerde avondfietsen begonnen. Ervoor kwamen ook al mensen uit de buurt op het circuit fietsen. Een groot succes. Maar er was geen toezicht, geen verlichting en de hulpdiensten konden niet binnen. Daarom zijn we toegangsgeld beginnen te vragen in ruil voor extra service. Zodra de avond valt, steken we de verlichting aan. Mensen kunnen beperkt technische bijstand vragen, zoals een reservebandje of een set inbussleutels. En er is een EHBO-post.”
> Via een smalle opening in de omheining bereik ik het circuit. Rond mij zoeven mensen voorbij. < Veel valpartijen gebeuren er volgens Robert evenwel niet. “Als er gevallen wordt, is het meestal in de afdaling na de chicane. Mensen die nog niet zo goed bochten kunnen nemen en het achterwiel van de man voor hen aantikken.” En hoe zit het met lekke banden? “Het is goeie asfalt, dus rij je hier niet snel lek. Tenzij er scherven zijn blijven liggen na een botsing bij de auto’s of de moto’s. Maar normaal gezien gaat de borstelwagen na elke autotraining over het parcours.”
> Het is muisstil in de groep. Niemand zegt een woord. Zelfs niet als er vooraan moet overgenomen worden. <
Geen tegenliggers
Genoeg gesocialized. Tijd om het aan den lijve te ondervinden. Via een smalle opening in de omheining bereik ik het circuit. Rond mij zoeven mensen voorbij. Sommigen fietsen op hun gemak in hun eentje, sommigen met twee, anderen maken deel uit van een redelijke grote groep snelheidsjagers. 40 | Grinta!
>
> Grinta! | 41
Het is moeilijk om hun snelheden in te schatten, dus schiet ik me op goed geluk op het circuit. Zonder opwarming aanklampen, lijkt me geen goed idee, dus begin ik met een verkenningsronde op het gemak. Eerst gaat het lichtjes bergaf en bol je vanzelf vooruit, maar daarna komt een zwaarder gedeelte, een ferme knik bergop, met een bochtige afdaling, waarna je valsplatgewijs opnieuw enkele hoogtemeters overbrugt tot aan de finish. Geknipt voor een intervaltraining. Het asfalt bolt goed. En je waant je absoluut veilig. Je hoeft niet rond je te kijken voor verkeer. Het is geestig dat je ongeremd bochten kan afsnijden omdat je toch geen tegenliggers riskeert. Veruit elke deelnemer noemt dat de grootste troef. Dat je niet links of rechts moet kijken. Dat je gewoon kan blijven doorfietsen en snelheden haalt die je elders nooit kan bereiken.
Snel, sneller, snelst
Nu nog kunst om een goed wiel te zoeken. Moeilijk kan dat niet zijn, toch? Gemiddeld komen hier 250 fietsers op een avond. Vooral uit de omgeving, maar evengoed uit Nederland, Wallonië en West- en OostVlaanderen. In de piekmaanden mei en juni halen ze zelfs 600 fietsers per avond. Er zullen er toch wel een paar tussen zitten van mijn kaliber? De eerste die me inhalen, lijken me iets te snel. De volgende ook. Zo kan ik bezig blijven. Ik beloof mezelf dat ik mijn wagonnetje aan de volgende trein zal hangen. Het blijkt een trein van twee man te zijn. Ook goed. Ik zie mijn kilometerteller tussen de 30 en de 35 km/u dansen. Stevig, maar toch een tijdje vol te houden. Helaas slaat de kopman al na één gezamenlijk rondje de weg naar de exit in en laat de tweede zich ook uitbollen. Weer alleen. Dan maar de volgende groep. Het naderende gezoem voorspelt niet veel goed. Of toch niets makkelijks. Er lijkt een grote bijenzwerm op komst, maar het zijn een stuk of 15 laagvliegers. Ik zet me links van het parcours om ze makkelijk te laten passeren en versnel als de kopman bijna bij me is. Ik moet zorgen dat ik gelanceerd ben om aan te pikken. Ik voel mijn hart in mijn borstkas bonken. Faalangst. Ga ik dit wel kunnen? Bon, we zien wel. Ik ben mee. Ook op de hellingen kan ik volgen maar het is nipt. Gelukkig ben ik mijn hartslagmeter thuis vergeten. 42 | Grinta!
Ik wil niet zwart op wit zien dat ik nu al tegen mijn limieten aanleun. Ik lonk naar mijn kilometerteller. 40. 41. 42. 43. Slik. In de bochten verlies ik telkens wat afstand en is het bijten om erbij te blijven. Het is muisstil in de groep. Niemand zegt een woord. Zelfs niet als er vooraan moet overgenomen worden. Alleen de doffe rolgeluiden van de wielen en een licht getik als er geschakeld wordt, voorkomen dat je in een trance terecht komt.
Kont lichten
We beleven een Indian Summer en het blijft lang licht. De verlichting aansteken zal vanavond niet nodig zijn. In de verte zweeft een luchtballon. De kleuren aan de hemel zijn prachtig. Ik benijd de ballonvaarder dat hij in alle rust van een van de laatste mooie avonden van het jaar kan genieten. Hier beneden wordt me geen seconde rust gegund. Elke ronde lijken de hellingen zwaarder. Alleen het bochtenwerk gaat erop vooruit.
> Het asfalt bolt goed. En je waant je absoluut veilig. Je hoeft niet rond je te kijken voor verkeer. < Inmiddels zit ik bijna helemaal vooraan. Nog een kopman laat zich afzakken. Slechts twee man meer voor me. Op een stukje helling laat de man voor me een gat vallen en hij licht zijn kont niet om de kloof te dichten. Wordt er van mij actie verwacht? Nee toch? Het gat wordt nog groter. Help! Ik ben maar een vrouw hoor! .... Vooruit dan. Ik ga recht op mijn trappers staan en versnel. Ik zie de afstand slinken, maar lang boven de 40 per uur rijden heb ik nog nooit gedaan en al helemaal niet op kop. Ik voel dat mijn benen me keihard uitlachen. En hoop dat de mannen achter me dat voorbeeld niet volgen. Gelukkig komt er eentje overnemen. “Goed gedaan.” Oef. Een voor een komen ze me voorbij. Ik beslis om me helemaal te laten afzakken en de uitrit op te zoeken. Maar plots gaat de groep open als de muil van een hongerige leeuw. Een duwende hand op mijn kont en de
groep slorpt me opnieuw op. En geen adem over om te protesteren. Godver. Nog niet gedaan met afzien! Nog altijd 40 per uur en meer. Vertel dat thuis. Ik ben al blij als ik normaal 30 per uur haal. Als ik één cartouche verschiet, is mijn pijp meestal uit. Ik geraak ervan doordrongen dat fietsen op het circuit je daarin kan vooruit helpen. Als je basisconditie goed zit en je komt hier regelmatig in groep fietsen aan hoge snelheden, dan ga je er ongetwijfeld met sprongen op vooruit.
Wijze raad
Intussen voel ik mijn keel prikken. Ik heb dorst. Maar het is niet simpel om te drinken. Ik wil mijn beide handen op het stuur houden. Ik vraag raad. “Tja, je moet in het begin inderdaad leren drinken aan deze snelheden. Je vraagt je af soms af hoe een peloton dat doet tegen 50 per uur.” Na nog een rondje voel ik dat het vet nu echt wel van de soep is en rij ik het parcours af. Stroompjes zweet glijden mijn rug af. Mijn gezicht heeft ongetwijfeld de kleur van een tomaat. Dit is met voorsprong het meest intensieve dat ik ooit op een fiets heb beleefd. Ook een man in Gruppo Sportivo Grinta!-tenue sluit zijn training af. Percy Thijsen geeft me een compliment. “Niet veel vrouwen rijden aan dat tempo mee.” Was dit nu de topgroep in Zolder? “Nee hoor, er rijdt soms een nog snellere groep.” Maar even goed rijden dus ook tragere groepen rond. Zo vindt iedereen, ongeacht zijn niveau, een geschikte groep. Ik vertel hem over mijn gepruts in het begin om een goede groep te vinden. “Ja, je bent soms beter dat je eerst even aan de kant blijft kijken om de boel af te spieden. Als je je zomaar op het parcours schiet, kan het heel lang duren eer je bij de groep geraakt die jou het best zou liggen. Op een omloop van 4 km duurt het lang om mekaar te treffen als jullie snelheden niet ver uit mekaar liggen.” Ik merk op dat alles zo vrijblijvend lijkt. Wie met wie rijdt. Worden er afspraken gemaakt over wie op kop rijdt? “Iedereen is welkom om eens op kop te komen rijden, maar vaak zijn het inderdaad wel dezelfde mensen.” En was het niet erg dat dat gat plots viel? “Goh, als je een gat laat vallen, wordt je wel een scheef bekeken ja, want het blijft hier toch altijd een beetje competitie.”
>
< Het geïmproviseerde secretariaat.
Praktisch
✔ Avondfietsen Circuit Zolder kan op dinsdag, woensdag en donderdag telkens van 18.15 uur tot 21.30 uur. Op maandag staat het circuit open voor G-wielrenners (gratis) en skeelers. Vooraf reserveren hoeft niet. Je betaalt 3 euro. Een jaar abonnement kost 49 euro. Het circuit is het hele jaar open. Bij sneeuw wordt niet geruimd en bijgevolg ook niet gefietst. Kijk voor uitzonderlijke sluitingsdagen en meer info op www.circuit-zolder.be. Op de facebookpagina ‘Avondfietsen Circuit Zolder’ staat wekelijks een update van de openingsuren en -data.
✔ ✔
< Lekke banden zijn uitzonderingen. Grinta! | 43
>
“Veel vrouwen zie je hier niet maar er zijn er toch een paar. Ook vrouwen die meekunnen met de mannen, ja!”
Wie:
Kris Vandevenne
“Ik wil geen tijd kwijtspelen om ritten uit te stippelen. Dus kom ik puur uit luiheid hier mijn kilometers malen.”
Leeftijd: 38 jaar Woonplaats: Zolder
Circuitervaring: Komt
hier al een zestal jaar. Fietst wekelijks op het circuit.
Wie:
Frieda Opdebeeck
Leeftijd: 57 jaar
Woonplaats: Houwaart, TieltWinge
Circuitervaring:
Komt wekelijks haar rondjes rijden om de conditie scherp te houden voor de fietsbegeleiding die ze doet in Spanje.
“Je moet toch wel wat durven om mee te rijden met de volwassenen in een groot peloton.” (links) Wie: Jarne Bams Leeftijd: 14 jaar Woonplaats: Koersel, Beringen
(midden) Wie: Bob Poelmans Leeftijd: 11 jaar Woonplaats: Koersel, Beringen
(rechts) Wie: Sam Poelmans Leeftijd: 13 jaar Woonplaats: Koersel, Beringen
Circuitervaring: Komen vaak met de wielerschool op het circuit rijden maar trainen ook op eigen houtje in Zolder. Grinta! | 45
Wie: Maurice Stal Leeftijd: 48 jaar Woonplaats: Reuver, Beesel (Nederland)
Circuitervaring: Komt hier
regelmatig. Als mecanicien uit de motorsport zag hij veel motorcrossers trainen op het circuit en is zo ook zelf begonnen.
“We gaan vaak met collega’s sporten als teambuilding. Dit keer is het Zolder geworden. Eerst wat fietsen en daarna iets gaan eten en drinken.” (links) Wie: Joris Taems Leeftijd: 28 jaar Woonplaats: Scherpenheuvel Circuitervaring: Groentje. 46 | Grinta!
(rechts) Wie: Dany Vesters Leeftijd: 53 jaar Woonplaats: Lummen Circuitervaring: Groentje.
Wie:
Jonas De Keuster
Leeftijd: 25 jaar Woonplaats: Mechelen
Circuit ervaring: Is hier
vroeger vaak geweest en pikt (na jaren in het buitenland te hebben gewerkt) weer de draad op.
“Bij welke groep ik aanpik, hangt af van hoe de benen aanvoelen na het weekend.”
“Je kan nergens in Vlaanderen zo veilig fietsen als hier. Of zo snel.”