Themabundel
Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve
Assistent medewerker
Dit project is mede mogelijk gemaakt met een bijdrage uit het Europees Sociaal Fonds
Voorwoord Deze themabundel is bedoeld als werkboek voor de deelnemer. Wij hopen dat alle deelnemers er met gemak en plezier mee kunnen werken.
Eindhoven 07-01-'08
auteur Gerry Zuidhof Bewerking: Ton Bouwens illustraties StapStudio projectleider Corik Geurts eindredactie Janneke Hopman
© Helicon Opleidingen Niets uit deze opgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, microfilm, fotokopie, of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van Helicon Opleidingen.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
2
Inleiding Deze themabundel hoort bij het thema Samen werken = samenwerken. Dit is een thema binnen de opleiding Assistent Medewerker. Na dit thema kun je: • • • • • • • • •
goed naar een ander luisteren; goed naar een ander kijken; iets verbaal (met woorden) aan een ander duidelijk maken iets non-verbaal (zonder woorden) aan een ander duidelijk maken; vragen stellen; een gesprek beter laten verlopen door gespreksregels toe te passen; opkomen voor zichzelf; je ideeën en mening delen met collega's en leidinggevenden; je problemen uitleggen aan collega's en leidinggevenden .
en • • • • • • • • •
deelnemen aan een werkoverleg; aangeven wat er in een werkoverleg besproken kan worden; aangeven wat het doel van een werkoverleg is; het belang van een goede werksfeer uitleggen; meewerken aan een goede sfeer op het werk; kritiek geven; complimenten geven; kritiek ontvangen; complimenten ontvangen.
opdrachten Themabundels bevatten instapvragen, werkbladen en oefenkaarten. De instapvragen worden aan het begin van een themabijeenkomst gemaakt. De werkbladen gebruik je tijdens de themabijeenkomst. De handelingen op de oefenkaart oefen je na de themabijeenkomsten.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
3
programmaoverzicht thema 1 aanvang instapvragen werkblad 1: Horen, zien en zeggen pauze werkblad 2: Opkomen voor jezelf introductie oefenkaart afsluiting
thema 2 aanvang instapvragen werkblad 3: Werkoverleg en sfeer pauze werkblad 4: Kritiek en waardering introductie oefenkaart afsluiting
HELICON themabundel samen werken samenwerken
4
Inhoud Voorwoord
1
Inleiding
2
Inhoud
4
Pictogrammen
5
Instapvragen
6
Werkblad 1: Horen, zien en zeggen
7
Werkblad 2: Opkomen voor jezelf
11
Oefenkaart
16
Instapvragen
17
Werkblad 3: Werkoverleg en sfeer
18
Werkblad 4: Kritiek en waardering
21
Oefenkaart
25
HELICON themabundel samen werken samenwerken
5
Pictogrammen De pictogrammen die voor de opdrachten staan, laten zien om welke soort opdracht het gaat. Hieronder staat wat de pictogrammen betekenen. denken
oefenen tijdens het werk
kunnen
lezen
spreken
luisteren
kijken
schrijven
computeropdracht
foto-opdracht
instapvragen
thuisoefening
HELICON themabundel samen werken samenwerken
6
Instapvragen Samen werken = samenwerken Geef aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer je antwoord. 1. Je mag altijd alles zeggen wat je wilt.
2. Het is belangrijk tijdens je werk rekening te houden met anderen.
3. Je kunt een ander alleen laten weten wat je bedoelt door te praten.
4. Het maakt vaak niet uit wat je zegt, het gaat er meestal om hoe je iets zegt.
5. In een lawaaierige ruimte kun je ook goed met elkaar praten.
6. Tegen de directeur van een bedrijf praat je anders dan tegen je vrienden.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
7
Werkblad 1 Horen, zien en zeggen doel Je kunt: • goed naar een ander luisteren; • goed naar een ander kijken; • iets verbaal en non-verbaal aan een ander duidelijk maken; • vragen stellen; • een gesprek beter laten verlopen door gespreksregels toe te passen. leerstof communiceren Bij goed samenwerken en overleggen hoort goed communiceren. Communiceren is het overbrengen van informatie naar een ander. Daar zijn minstens 2 personen voor nodig.
1
2
zender
ontvanger
Ö Communiceren doe je de hele dag. Bewust, maar soms ook zonder dat je het in de gaten hebt. Communiceren doe je door verbale communicatie(met woorden) en non-verbale (zonder woorden) communicatie.
verbale communicatie Verbale communicatie betekent informatie overbrengen met woorden. Dit kan door praten of schrijven.
non-verbale communicatie Je kunt ook informatie overbrengen zonder woorden. Dat heet non-verbale communicatie. Als er veel herrie is, kun je een collega toch iets duidelijk maken, ook zonder dat deze jou kan horen. Dit kan bijvoorbeeld door je lichaamshouding, gezichtsuitdrukking of gebaren. Je lichaam zendt de hele dag signalen uit naar anderen. Ook zonder dat je het in de gaten hebt. Je houding en je gezichtuitdrukking vertellen wat je voelt of bedoelt.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
8
niet begrepen Non-verbale communicatie is vaak belangrijker dan de woorden die gezegd worden. Ga maar eens na: als iemand heel boos en hard naar jou roept dat je je werk goed hebt gedaan, dan voelt dat toch niet echt prettig. De non-verbale communicatie moet kloppen met de verbale communicatie. Je geeft een complimentje; dan moet je daar niet boos bij kijken.
Ja, dat gaat goed zo!
de non-verbale communicatie is vaak belangrijker dan de woorden Soms lukt het niet een ander goed duidelijk te maken wat jij bedoelt. Je gebruikt dan niet de juiste woorden of je gezichtsuitdrukking past niet bij wat je zegt. Maar het kan natuurlijk ook komen doordat de ander niet goed luistert. Daarnaast kan de omgeving hinderen. In de volgende tabel staat een aantal regels. Deze kunnen zorgen dat een gesprek beter verloopt.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
9
¾
probeer je in de ander te verplaatsen
¾
kies een geschikt moment
¾
zorg voor een rustige omgeving
¾
denk na over wat en hoe je iets wilt zeggen
¾
praat duidelijk en niet te snel
¾
neem een goede luisterhouding aan: - luister goed - kijk elkaar aan - toon interesse - sta open voor wat de ander zegt - laat elkaar uitpraten
¾
durf voor jezelf op te komen en stel vragen als iets onduidelijk is
¾
zeker niet roddelen of voor andere mensen praten
De communicatie is pas geslaagd als de boodschap goed en prettig bij de ander overkomt. Door duidelijk te communiceren, voorkom je een heleboel misverstanden en onbegrip.
basishouding Hoe je iets zegt hangt af van de situatie waarin je je bevindt en tegen wie je het zegt. Thuis gedraag je je meestal anders dan op je werk. En tegen een collega praat je misschien anders dan tegen de directeur. Je houding zal steeds verschillend zijn. Toch heeft ieder een basishouding. Je basishouding is de manier van gedragen die bij je hoort. Iemand kan bijvoorbeeld van nature heel behulpzaam, gastvrij, brutaal of verlegen zijn. Je karakter, opvoeding en ervaringen vormen je basishouding. Het is niet makkelijk om je basishouding aan te passen. Soms is het toch goed je houding aan de situatie aan te passen.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
10
opdrachten opdracht 1 a. Iemand beschrijft een figuur. Teken dit figuur op een blad. Je mag geen vragen stellen en niet bij anderen kijken. b. Iemand beschrijft een figuur. Teken dit figuur op een blad. Je mag wel vragen stellen en bij anderen kijken. c.
Iemand laat een figuur zien en beschrijft het nauwkeurig. Teken het figuur na op een blad. Je mag vragen stellen en kijken naar het voorbeeld
HELICON themabundel samen werken samenwerken
11
Werkblad 2 Opkomen voor jezelf doel Je kunt: • opkomen voor jezelf; • jouw ideeën en jouw mening delen met collega's en leidinggevenden; • jouw problemen uitleggen aan collega's en leidinggevenden. leerstof verandering Iedereen wil met plezier werken en zich fijn voelen op het werk. Maar misschien gebeurt er soms toch iets dat niet zo leuk is. Als je daar niks van zegt, weet niemand wat er aan de hand is. Er zal dan niets aan de vervelende situatie veranderen. Je moet dus opkomen voor jezelf. Door te zeggen wat je vindt, weet de ander het ook. Je moet er eerst op een gewone manier met je collega’s over praten. Wanneer het probleem groter is, kun je er met de leiding over praten. Er kan pas iets veranderen als je je mening hebt toegelicht en anderen je hebben begrepen. Het is niet altijd mogelijk dat er iets verandert, ook dan moet je toch door kunnen werken.
vragen en 'nee' zeggen Opkomen voor jezelf kan op verschillende manieren. • Je kunt iets vragen aan een ander. • Je kunt tegen een ander ‘nee’ zeggen als dat nodig is. In werksituaties is het belangrijk om op te komen voor jezelf. Soms lukt je iets niet en heb je een ander nodig om je te helpen. Je zult dit dan moeten vragen aan die ander. Het kan soms moeilijk zijn om iets te vragen. De kunst is om op een goede manier iets te vragen en niet kwaad te worden als niet lukt wat jij wilt. Als je kwaad wordt kun je niet goed meer naar de ander luisteren. Je mist zo de reden waarom iets niet kan. In de volgende tabel staat een aantal regels voor het stellen van vragen op het werk.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
12
vragen stellen 1
kies het juiste moment
2
zeg duidelijk dat je iets wil vragen
3
let goed op je houding
4
vertel waarom je het vraagt
5
luister goed naar het antwoord van de ander
6
vertel wat je van het antwoord vindt
7
geef het niet meteen op als de ander nee zegt
‘nee’ zeggen Met ‘nee’ zeggen geef je te kennen dat je iets niet wilt. ‘Nee’ zeggen op een goede manier zonder de ander te kwetsen is niet altijd makkelijk. In werksituaties is het belangrijk dat je op een goede manier ‘nee’ kunt zeggen als je echt iets niet wilt of kunt. Bijvoorbeeld wanneer je last hebt van je rug waardoor je bepaalde werkzaamheden niet kunt uitvoeren. Als je leidinggevende toch aan jou vraagt om mee te helpen kun je wel ‘ja’ zeggen maar zit je daarna zelf met nog meer rugpijn. Altijd ‘ja’ zeggen is niet goed. Er kunnen dan dingen met je gebeuren die je eigenlijk niet wilt. Altijd ‘nee‘ zeggen is ook niet goed omdat er dan moeilijk met je samen te werken is. Daarom moet je altijd eerst goed nadenken als er iets aan je gevraagd wordt. Als je ‘nee’ zegt tegen een ander, denk dan aan de regels in de volgende tabel.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
13
'nee' zeggen 1
gebruik geen smoesjes
2
noem in je antwoord geen andere mensen
3
zeg rustig en duidelijk nee
4
vertel waarom je nee zegt
5
laat zien dat je het meent
6
zeg bij aandringen nog eens duidelijk nee
mening toelichten Wat moet je doen als je het ergens niet mee eens bent? Het is belangrijk je mening toe te lichten. Zo kun je anderen duidelijk maken waarom je er zo over denkt. Hierdoor begrijp je elkaar beter. Je moet uitleggen waarom je het niet eens bent met de ander. Praat altijd eerst met de persoon waar het om gaat. Of praat met een begeleider die jou met het probleem kan helpen. Probeer daarbij nooit iemand te kwetsen. Je moet respect hebben voor elkaar. De meeste problemen kun je samen oplossen door erover te praten. Probeer op een rustige manier je mening toe te lichten. Misschien is de ander niet zo rustig. Dan moet jij toch het goede voorbeeld geven. Je moet laten zien hoe je op een goede en vreedzame manier met elkaar omgaat. Luister naar elkaar. Soms lukt het niet een meningsverschil over een onderwerp samen op te lossen. Dan kun je misschien beter even ergens anders over praten of gewoon doorgaan met het werk.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
14
opdrachten opdracht 1 Beantwoord de vragen. 1. Wat vind jij op je werk het moeilijkst om te vragen?
Waarom vind jij dit zo moeilijk?
2. Waartegen zeg jij op je werk het moeilijkst 'nee'?
Waarom vind jij dit zo moeilijk?
3. Zeg je makkelijker ‘nee’ tegen een collega dan tegen een leidinggevende?
HELICON themabundel samen werken samenwerken
15
opdracht 2 Lees de situaties door. situatie 1 Er is gisteren hard gewerkt, zodat er vandaag wat tijd over is om de opdrachten voor de opleiding te maken. Een “werknemer” van de Belvertshoeve (deelnemer aan de opleiding) vraagt aan de praktijkopleider of deze met collega's aan een opdracht voor de opleiding mag werken. De praktijkopleider zegt ja, maar alleen als het op een goede manier gevraagd en uitgelegd wordt.
situatie 2 Een “werknemer” gaat aan de praktijkopleider vertellen dat hij het niet eens is met een collega. De collega wil steeds hetzelfde werk doen, terwijl hijzelf graag wil wisselen. De praktijkopleider wil weten waarom. De praktijkopleider wil helpen zoeken naar een goede oplossing. Maar alleen als het op een goede manier gevraagd en uitgelegd wordt.
situatie 3 Een “werknemer” is erg boos en gaat naar de praktijkopleider. Hij komt ziedend binnen en wil meteen zijn verhaal kwijt. Als de “werknemer” niet rustig is, wil de praktijkopleider niet met hem praten. Hij moet dus nu rustig worden of terug komen als hij weer kalm is.
Vorm 3 groepen. Verdeel de rollen in jullie groep. rollen: • 1 praktijkopleider (leidinggevende) • 1 “werknemer” van de Belvertshoeve (deelnemer aan de opleiding) • 1 kijker •
Speel de situaties na. Wissel steeds van rol: je bent 1× praktijkopleider (leidinggevende),1× “werknemer”, 1× kijker. Geef elkaar na afloop tips. Wat gaat goed en wat kan beter? Hoe zou je het de volgende keer beter aan kunnen pakken?
HELICON themabundel samen werken samenwerken
16
Oefenkaart Horen, zien en zeggen doel Je kunt: • verbaal en non-verbaal met collega’s communiceren; • naar een ander luisteren en kijken; • de communicatieregels toepassen; • collega’s met respect behandelen. opdracht 1 Kijk op je werkplek naar 2 collega's. Gebruiken zij lichaamstaal? Let op:
de verbale communicatie de non-verbale communicatie het verband tussen wat je hoort en wat je ziet de communicatieregels.
opdracht 2 Spreek 2 keer een andere collega aan. Let op:
je verbale communicatie je non-verbale communicatie het verband tussen wat jij laat horen en wat jij laat zien de communicatieregels.
opdracht 3 Bespreek opdracht 1 en 2 met je praktijkopleider. Praat samen over lichaamstaal en respect op de werkvloer.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
17
Instapvragen Samen werken = samenwerken Geef aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer je antwoord. 7. Samenwerken is altijd beter dan in je eentje werken.
8. Als je iemand niet mag kun je niet samenwerken.
9. Het is belangrijk dat collega’s elkaar wel eens een complimentje geven.
10. Iedereen vindt het geweldig om een complimentje te krijgen.
11. Als de werksfeer goed is, kun je beter werk leveren.
12. Je moet het zeggen als je ergens mee zit.
13. Het is niet moeilijk om kritiek te geven op een goede manier.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
18
Werkblad 3 Werkoverleg en sfeer doel Je kunt: • deelnemen aan een werkoverleg; • aangeven wat er in een werkoverleg besproken kan worden; • aangeven wat het doel van een werkoverleg is; • het belang van een goede werksfeer uitleggen; • meewerken aan een goede sfeer op het werk. leerstof werkoverleg Bij De Belvertshoeve heb je regelmatig overleg; onder andere over het werk van die dag. Tijdens een overleg mag je vragen stellen en je mening geven. Sommige mensen vinden het spannend iets te zeggen in een grotere groep. Als je een opmerking wilt maken, moet je dat toch echt proberen. Bedenk dat je met collega’s onder elkaar bent met hetzelfde doel. Laat je indien nodig helpen door een collega of de praktijkopleider.
doel Door werkoverleg weten iedereen wat we gaan doen. Iedereen hoort wat de afspraken zijn en wat de bedoeling voor de toekomst is. Zo wordt iedereen bij de opleiding bij De Belvertshoeve betrokken. Betrokkenheid en een gezamenlijk doel zorgen voor een band met collega’s en De Belvertshoeve.
samen werken en samenwerken Bij De Belvertshoeve werk je meestal samen met collega’s. Als de samenwerking goed is, gaat het werk veel beter. Als je samenwerkt moet je praten over hoe jullie het werk het beste kunnen doen. Maar je praat natuurlijk ook samen om het werk leuker te maken.
werk goed samen; help collega's die zich niet prettig voelen
HELICON themabundel samen werken samenwerken
19
Als de samenwerking niet goed loopt, moet je daar wat aan doen. Dat is belangrijk voor jezelf, voor je collega’s en voor de opleiding bij De Belvertshoeve. Leg je mening duidelijk en respectvol uit aan de juiste persoon. Een goede werksfeer is heel belangrijk. Een slechte sfeer maakt werken minder leuk, daardoor ga je minder snel en minder goed werken. Als de sfeer op je werk goed is, kun je het werk beter aan. De Belvertshoeve vindt het belangrijk dat deelnemers met plezier naar hun werk gaan. Een goede werksfeer maak je samen. opdrachten opdracht 1 Beantwoord de vragen. 1. Hoeveel snoepjes zitten er volgens jou in de pot?
2. Hoeveel snoepjes zitten er volgens jou en je collega in de pot?
3. Hoeveel snoepjes zitten er volgens jouw groepje in de pot?
4. Hoeveel snoepjes zitten er volgens jullie allemaal samen in de pot?
5. Hoe verliep het overleg?
HELICON themabundel samen werken samenwerken
20
6. Werd er goed naar elkaar geluisterd?
7. Hoe werd uiteindelijk het besluit genomen?
8. Was je het eens met het besluit?
9. Hoe heb je dat laten weten?
HELICON themabundel samen werken samenwerken
21
Werkblad 4 Kritiek en waardering doel Je kunt: • kritiek geven; • complimenten geven; • kritiek ontvangen; • complimenten ontvangen. leerstof goed of niet goed Het kan gebeuren dat een collega iets doet waar je niet tevreden mee bent. Als het voor jou een vervelende situatie geeft mag je er best iets van zeggen. Je kunt kritiek geven omdat je het ergens niet mee eens bent. In werksituaties komt het geven en ontvangen van kritiek veel voor. Iedereen doet wel eens iets niet goed en dat moet door de praktijkopleider en ook door collega's gezegd kunnen worden. Maar dan wel op een goede manier. Het geven en krijgen van complimenten hoort daar ook bij.
kritiek en waardering ontvangen Als iemand tegen je zegt dat je iets niet goed gedaan hebt dan heeft deze persoon kritiek. Iedereen vindt wel eens dat een ander iets niet goed doet of dat het beter kan. Als je kritiek krijgt kun je het beste rustig blijven. Misschien kun je samen een oplossing bedenken. Niemand is perfect en iedereen maakt wel eens een fout. Van fouten kun je leren. Als je kritiek of waardering krijgt, denk dan aan de regels in de volgende tabel. kritiek & waardering krijgen 1
luister goed naar wat die ander tegen je zegt
2
blijf rustig
3
vraag als je iets niet begrijpt
4
leg uit hoe jij erover denkt of vertel hoe je het beter gaat doen
5
bedank voor het maken van de opmerking
HELICON themabundel samen werken samenwerken
22
Waardering krijgen is erg belangrijk. Waardering heb je net als voedsel nodig om te leven. Complimenten geven je meer zelfvertrouwen en zorgen ervoor dat je beter tegen kritiek kunt. Toch voelen veel mensen zich ongemakkelijk als ze een compliment krijgen en worden er zelfs verlegen van. Dat hoeft niet. Complimenten zijn geschenken.
een compliment is een goede zaak
kritiek en waardering geven Kritiek geven aan iemand zonder dat deze kwaad of verdrietig wordt is een hele kunst. Als je iemand kritiek geeft heb je een wens. Je wenst dat de ander iets een volgende keer beter of anders doet. Geef ook nooit kritiek als je kwaad bent. Je krijgt dan snel ruzie met elkaar. Als je kritiek of waardering geeft, denk dan aan de regels in de volgende tabel.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
23
kritiek & waardering geven 1
je bent het ergens niet mee eens; bedenk eerst wat jouw wens is
2
vertel op een rustige manier waar je het niet mee eens bent
3
begin met wat de ander wel goed doet
4
luister goed naar wat de ander zegt
5
vraag aan de ander wat die eraan gaat doen
Waardering geven is dus erg belangrijk. Meestal zijn wij beter in het geven van kritiek. Als iemand iets goed doet, vinden we dat vaak maar heel gewoon en zeggen er niets van. In werksituaties is waardering nodig om gemotiveerd te blijven. Als je nooit te horen krijgt dat je het goed doet, verlies je langzaam plezier in werken. Dat is niet de bedoeling. Je mag elkaar best eens een schouderklopje geven.
positief Je kunt ook plezier in je werk houden door steeds te kijken naar wat goed gaat en niet naar wat fout gaat. Ben optimistisch en positief.
HELICON themabundel samen werken samenwerken
24
opdrachten opdracht 1 a. Op welke manier reageer je meestal als je kritiek krijgt? Kruis één antwoord aan. Ik word boos. Ik loop weg. Ik ga huilen. Ik word verdrietig. Ik ga schelden. Ik geef die ander ook kritiek. Ik zeg dat ik het de volgende keer beter zal doen. Ik zeg niks meer. Ik ga naar de werkleider. Ik denk eerst na en geef dan pas antwoord.
b.
Is jouw reactie goed? Hoe ontvang jij de volgende keer kritiek?
opdracht 2 a. Speel het kwaliteitenspel. De trainer legt het uit. b. Beantwoord de vragen. Welke kwaliteiten heb jij?
Welke kwaliteit zou je zelf ook graag willen hebben of verbeteren?
HELICON themabundel samen werken samenwerken
25
Oefenkaart Werkoverleg, sfeer, kritiek & waardering doel Je kunt: • deelnemen aan een werkoverleg; • meewerken aan een goede sfeer op het werk. • kritiek geven; • complimenten geven; • kritiek ontvangen; • complimenten ontvangen. opdracht 1 Werk minimaal 3 keer met een andere collega samen. Let op: de taakverdeling de samenwerking de sfeer. opdracht 2 Geef minimaal 2 keer een collega een compliment. Geef minimaal 2 keer een collega kritiek. Let op: je verbale communicatie je non-verbale communicatie de reactie van je collega. opdracht 3 Neem deel aan het werkoverleg. Let op: het formuleren van je mening (kom op voor jezelf) je houding de reacties van collega's en werkleiders. opdracht 4 Bespreek opdracht 1 t/m 3 met je praktijkopleider. Praat samen over de sfeer op de werkvloer en het geven van kritiek en waardering. Kun jij kritiek en waardering goed ontvangen?
HELICON themabundel samen werken samenwerken
26