Samen in beweging met gezondheidsbeleid in het Land van Cuijk, onder regie van de gemeenten! Startnotitie
Gemeenten in het Land van Cuijk: Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis
Auteurs: Ambtelijke projectgroep regionale nota lokaal gezondheidsbeleid 2013 t/m 2016: Kristel Schouten, Peer Sluiters, Marieke Emmelkamp, Marga Robben, Ruud Fleuren GGD Hart voor Brabant: Mariet Rutten (ondersteuning)
Pagina
1 van 18
Datum
2 april 2012
Versie
Concept versie 3.0
Pagina 2 van 18
Voorwoord
In de wet is vastgelegd dat elke gemeente om de vier jaar haar beleid ten aanzien van de publieke gezondheidszorg moet vastleggen in een nota lokaal gezondheidsbeleid. Tot aan 2011 maakte elke gemeente in het Land van Cuijk haar eigen nota lokaal gezondheidsbeleid. In 2011 besloten de vijf gemeenten in het Land van Cuijk dat zij in 2012 een gezamenlijke regionale nota willen vaststellen voor de beleidsperiode 2013 t/m 2016. De gezondheidsprofielen van de gemeenten hebben veel overeenkomsten. Er zullen daarom veel overeenkomsten in speerpunten zijn. Bewoners van de verschillende gemeenten in het Land van Cuijk passeren bovendien gemeentegrenzen voor school, werk en vrije tijd; van een gezamenlijke aanpak (afstemming en samenwerking) wordt daarom meer effect verwacht. Het is daarnaast efficiënter om een notatraject over het beleid op gemeenschappelijke speerpunten samen, en samen met relevante partijen voor te bereiden. Die partijen werken vrijwel allemaal voor de vijf gemeenten: Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis. De gemeenten maakten derhalve een plan van aanpak waarmee op 23 maart 2011 door de portefeuillehouders Welzijn Land van Cuijk werd ingestemd. Het beoogde resultaat van een regionale nota lokaal gezondheidsbeleid is om te komen tot één visie op lokaal gezondheidsbeleid voor de vijf gemeenten in het Land van Cuijk, inclusief beleid op hoofdlijnen en integraal tot stand gekomen.
De publieke gezondheidszorg is een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarnaast hebben ook andere partijen een eigen taak, verantwoordelijkheid en belang op diverse (verwante) beleidsterreinen. Hierbij kan worden gedacht aan aanbieders van preventie en zorg, welzijn, maatschappelijk werk, zorgverzekeraars, cliënten- en patiëntenorganisaties, en daarnaast ook de private sector. Gezondheidsitems komen ook terug in vele beleidsvelden binnen de gemeente, zoals Ruimtelijke Ordening, Sociale zaken, Sport, Wmo, Jeugd, Ouderen, Welzijn en Milieu. Er is daarmee sprake van een zekere mate van wederzijdse afhankelijkheid, zowel met externen (andere gemeenten, organisaties en instellingen en burgers) en intern (tussen verschillende beleidsterreinen). Een duidelijke en herkenbare regierol door de gemeente draagt bij aan gezondheidswinst.
Deze startnotitie is een eerste aanzet op weg naar de nieuwe regionale nota gezondheidsbeleid. In het startdocument wordt in hoofdstuk 1 de gezondheidssituatie vanuit de regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning (rVTV) van de GGD Hart voor Brabant aangegeven. Daarna volgen de gemeentelijke regie (hoofdstuk 2), gemeentelijke kaders (hoofdstuk 3) en visie en regionale speerpunten in hoofdstuk 4. Vervolgens komt in hoofdstuk 5 de samenwerking tussen en binnen gemeenten en met andere organisaties en instellingen aan de orde. Het laatste hoofdstuk geeft een korte doorkijk naar het vervolgtraject.
Pagina 3 van 18
De notitie wordt besproken in een gezamenlijke setting met de vijf wethouders en ambtenaren in maart 2012. Tevens wordt de startnotitie aangeboden aan de afzonderlijke Wmoraden/Burgerparticipatieraden en gemeenteraden.
Pagina 4 van 18
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Voorwoord...................................................................................................... 3 Inhoudsopgave .............................................................................................. 5 1.
Hoe staan we ervoor in het Land van Cuijk: de grote lijn ............................ 6 1.1.
Het goede nieuws..................................................................................... 6
1.2.
Het minder goede nieuws........................................................................... 6
1.3
Couleur locale en terugblik op beleid in huidige beleidsperiode........................ 8
2.
Gemeentelijke regie in het Land van Cuijk................................................... 9
3.
Gemeentelijke beleidsruimte ..............................................................................10
4.
5.
6.
3.1.
De brede kaders van het gezondheidsbeleid……………………………………………………….10
3.2.
Landelijke nota gezondheidsbeleid……………………………………………………………………….10
3.3.
Regionale VolksgezondheidsToekomstverkenning (rVTV)...............................12
3.4.
Financiële ruimte .....................................................................................12
Visie op publieke gezondheidszorg, speerpunten en ambities...................14 4.1.
Visie .......................................................................................................14
4.2.
Bouwstenen voor prioriteiten/speerpunten...................................................14
4.3.
Keuze voor lokale versus regionale speerpunten/prioriteiten..........................15
Samenwerking tussen en binnen gemeenten en met externen .................16 5.1.
Intern.....................................................................................................16
5.2.
Met externe partners ........................................................................... ……16
5.3.
Rol van de gezondheidsconferentie ............................................................17
Hoe nu verder…………………………………………………………………………………………………………………18
Pagina 5 van 18
1.Hoe staan we ervoor in het Land van Cuijk: de grote lijn
1.1
Het goede nieuws
Levensverwachting is gestegen Net als in de rest van Nederland is de levensverwachting in Hart voor Brabant flink gestegen. De levensverwachting van de inwoners van deze regio (gemiddeld over de periode 2005-2008) is bijna 78 jaar voor mannen en ruim 82 jaar voor vrouwen. Dat is respectievelijk 1,8 jaar en 1,4 jaar hoger dan in de periode 2001-2004. Hiermee is de achterstand in levensverwachting in Hart voor Brabant ten opzichte van Nederland ingelopen. Voor de regio Land van Cuijk zijn geen trendcijfers bekend, maar de levensverwachting in de periode 2005-2008 is voor de vijf afzonderlijke gemeenten vergelijkbaar met of hoger dan die van de regio.
Veel mensen ervaren gezondheid als goed Net als in de regio Hart voor Brabant ervaren de meeste mensen in Land van Cuijk hun gezondheid als goed: ruim 90% van de jeugd t/m 19 jaar en meer dan 70% van de mensen boven de 20 jaar. Het percentage 0-11 jarigen dat een goede gezondheid ervaart (volgens de ouders) is de laatste vier jaar zelfs iets gestegen (van 93 naar 96%).
Trends in leefstijl zijn in veel opzichten stabiel, soms zelf enigszins gunstig De trends in leefstijl zijn in veel opzichten stabiel, bijvoorbeeld beweeg– en rookgedrag, en soms enigszins gunstig. Voorbeelden van dit laatste zijn de fruitconsumptie van kinderen (in 2008 at 31% van de kinderen niet dagelijks fruit tegenover 36% in 2004) en het alcoholgebruik van volwassenen (11% dronk overmatig in 2009 tegenover 16% vier jaar eerder).
1.2
Het minder goede nieuws
Bepaalde gezondheidsproblemen komen veel voor Bepaalde gezondheidsproblemen komen nog steeds veel voor in het Land van Cuijk. Als we kijken naar vroegtijdige sterfte en verlies aan kwaliteit van leven, dan zijn coronaire hartziekten, beroerte, angststoornissen, depressie en diabetes de ziekten die in Nederland leiden tot het meeste verlies van gezondheid. Op basis van zorgregistraties zijn diabetes, artrose en coronaire hartziekten de meest voorkomende chronische ziekten in Nederland. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat deze gezondheidsproblemen in Hart voor Brabant of het Land van Cuijk anders zijn dan in Nederland.
Op basis van de zelfgerapporteerde gegevens uit de Gezondheidmonitors van de GGD blijkt inderdaad dat leefstijl gerelateerde aandoeningen, met name onder ouderen, ook in het Land van Cuijk veel voorkomen. Zo heeft 15% van de 65-plussers diabetes en 11% astma of COPD en heeft respectievelijk 4 en 5% afgelopen jaar een beroerte en/of hartinfarct gehad.
Pagina 6 van 18
Ook psychische aandoeningen komen veel voor. Bijna één op de zeven mensen (jongeren en volwassenen) voelt zich psychisch ongezond. Eén op de veertien mensen is ernstig eenzaam.
Vanwege de vergrijzing zal in het Land van Cuijk het aantal mensen met een chronische aandoening de komende jaren flink toenemen. Het aantal mensen met bijvoorbeeld dementie zal naar schatting de komende 20 jaar verdubbelen van ruim 1150 tot bijna 2500 (bron: www.horizonline.nl).
Er is veel verlies van gezondheid door ongezond gedrag en overgewicht Een kwart van de ziektes is te wijten aan slecht eten, roken, alcohol en weinig beweging. Recent onderzoek wijst uit dat zelfs 40% van de kankergevallen wordt veroorzaakt door leefstijl (bron RVZadvies 'Preventie van welvaartsziekten’, 2011). Hoewel met name het voedings- en beweeggedrag van de kinderen in Land van Cuijk op sommige punten een kleine verbetering laat zien, evenals de alcoholconsumptie van volwassen, is de leefstijl van veel mensen in Land van Cuijk niet optimaal.
Nog steeds heeft bijna één op de tien jeugdigen en ruim vier op de tien volwassenen overgewicht. Onder ouderen is obesitas (ernstig overgewicht) de afgelopen vier jaar zelfs toegenomen van 11 naar 14%. Het gros van de volwassenen voldoet niet aan de voedingsnorm (twee stuks fruit én twee ons groente per dag) en een derde haalt de norm voor gezond bewegen niet. Bijna een kwart van 19- t/m 64-jarigen rookt dagelijks.
Onder jongeren in Land van Cuijk is het alcoholgebruik nog steeds zorgelijk. Gemiddeld circa één op de zes 12- t/m 17-jarigen in Land van Cuijk doet aan zogenaamd binge drinken (van 13% in Grave tot 22% in Sint Anthonis) , dat wil zeggen dat zij 6 of meer glazen alcohol drinken op één of meer weekenddagen. Van de 12 tot en met 15 jarigen in het land van Cuijk doet 6% aan bingedrinken, van de 16 en 17-jarigen 42%. Zorgelijk is verder dat veel ouders 15 jaar of jonger een verantwoorde leeftijd vinden voor een eerste glas alcohol (van 13% in Boxmeer tot circa een kwart van de ouders in Sint Anthonis en Mill en St. Hubert). Dit is niet in overeenstemming met de richtlijn om geen alcohol te drinken tot de leeftijd van 16 jaar.
Ook het seksuele gedrag van jongeren verdient aandacht. Ruim de helft van de jongeren die vrijt, vrijt weleens onveilig. Dat zien we in alle gemeenten van het Land van Cuijk.
Ook in het Land van Cuijk zijn sociaal-economische gezondheidsverschillen De gezondheid van mensen met een lage sociaal-economische status (SES) is op bijna alle fronten slechter dan die van mensen met een hoge sociaal-economische status. In Nederland zijn de gezondheidsverschillen onverminderd groot. Mensen met een lage opleiding leven zes tot zeven jaar korter dan hoogopgeleiden. Het verschil in gezonde levensjaren is nog veel groter. De gezondheid van de allochtone bevolking is vaak minder gunstig dan die van de autochtone bevolking. Ook in Hart voor Brabant en het Land van Cuijk bestaan sociaal-economische verschillen in gezondheid. Deze verschillen in gezondheid zijn de laatste jaren eerder groter dan kleiner geworden.
Pagina 7 van 18
In de weinig verstedelijkte gemeenten van het Land van Cuijk zul je geen grote gezondheidsverschillen op wijkniveau vinden zoals je die in de grotere steden wel ziet. Dit betekent niet dat het Land van Cuijk geen achterstanden in gezondheid kent. De risicogroepen wonen verder verspreid. In het Land van Cuijk zijn dit bijvoorbeeld mensen met een lage sociaaleconomische status (laagopgeleide mensen en/of mensen met weinig inkomen), allochtonen en kwetsbare ouderen. Door de GGD Hart voor Brabant is berekend dat bijna een kwart van de zelfstandig wonende ouderen kwetsbaar is, gedefinieerd als een combinatie van een hoge draaglast (beperkingen) en een lage draagkracht (weinig persoonlijke competenties en hulpbronnen).
Omgeving is van invloed op gezondheid Zowel de fysieke als de sociale omgeving is direct en indirect van invloed op de gezondheid van mensen. Het overgrote deel van de inwoners van het Land van Cuijk is tevreden over zijn/haar fysieke woonomgeving. Wel zijn er grote verschillen in ervaren geluids- en geurhinder. Het percentage inwoners dat ernstige hinder ondervindt van geluid varieert van 10% in Sint Anthonis tot 44% in Mill en St. Hubert. Ook wat betreft geurhinder scoort Mill en St. Hubert het hoogst met 22% tegenover 5% in Grave. Het percentage 19- t/m 64 jarigen dat zijn of haar woonkamer onvoldoende ventileert, is onverminderd hoog (59%) en ook heeft bijna een kwart vocht of schimmel in de woning (22%). In Land van Cuijk waren er in 2010 geen met Q-koorts besmette bedrijven meer, wel raakten nog vijf mensen besmet. In 2009 waren nog respectievelijk drie en 68 personen besmet.
Wat betreft de sociale omgeving valt vooral op dat in het Land van Cuijk, net als in de regio Hart voor Brabant, een toename is van het aantal jongeren dat zich onveilig voelt in en om school (van gemiddeld circa 3 naar 7%). Positief is de bevinding dat het percentage ouderen dat zich overdag of ’s nachts wel eens onveilig voelt is gedaald van 22 naar 17%. Deze daling is met name het gevolg van een flinke daling in de gemeente Cuijk: van 27% in 2005 naar 19% in 2009.
1.3
Couleur locale en terugblik op beleid in huidige beleidsperiode
Het is niet verbazingwekkend dat er verschillen bestaan tussen de gemeenten in het Land van Cuijk in het vóórkomen en de ernst van een gezondheidsprobleem, trends en aandachtsgroepen. In deze startnotitie wordt echter vooral gekeken naar de overeenkomsten teneinde te komen tot een gezamenlijke aanpak van de voornaamste aandachtspunten. Natuurlijk behoudt iedere individuele gemeente de vrijheid om te focussen op de eigen lokale situatie en hierop actie te ondernemen.
In de conceptnota zal informatie worden opgenomen over wat er is gedaan in de afgelopen beleidsperiode wat betreft de speerpunten die in die periode onderwerp voor beleid waren in de nota’s lokaal gezondheidsbeleid.
Pagina 8 van 18
2.
Gemeentelijke regie in het Land van Cuijk
Om gezondheidsbeleid inhoud en vorm te geven, moeten gemeenten de intentie hebben om te coördineren en te sturen. Oftewel, de gemeenten nemen de regierol op zich. Gemeenten hebben op het gebied van de volksgezondheid geen allesbepalende rol en kunnen ambities rondom gezondheidsbeleid alleen waarmaken samen met anderen. Hierbij kan worden gedacht aan aanbieders van preventie en zorg, welzijn, maatschappelijk werk, zorgverzekeraars, cliënten- en patiëntenorganisaties, en daarnaast ook de private sector.
Onder gemeentelijke regie verstaan we: “een bijzondere vorm van sturing, waarbij de gemeente externe partijen beweegt om in onderlinge afstemming of samenwerking de doelstellingen van het lokale gezondheidsbeleid te realiseren (externe regie) en waarbij de gemeente ook intern aanstuurt op een bijdrage aan deze doelstellingen vanuit verschillende gemeentelijke beleidsvelden (interne regie)” 1.
Om gemeentelijke regie te kunnen voeren moet de eigen beleidsruimte bekend zijn. Welke kaders (wettelijk, beleid en financieel) zijn er? Ook het formuleren van visie en ambities en het benoemen van relevante partijen en netwerken zijn belangrijke stappen in de regievoering. De gemeenten willen zowel financieel als inhoudelijk serieus werk maken van hun regievoering, binnen vooraf gestelde kaders. In de gezondheidsnota zal dit uitgebreid aan bod komen.
In deze startnotitie worden zowel landelijke als regionale speerpunten benoemd die als uitgangspunt dienen voor het gezondheidsbeleid. De juiste accenten worden vervolgens samen met de partners in het veld bepaald met een conferentie als start. Gezamenlijk dient te worden gekomen tot de juiste prioritering en formulering van ambities, oplossingen, plannen en opdrachten. Zodoende wordt gebruik gemaakt van bestaande expertise, kunnen verbindingen worden gelegd tussen bestaande initiatieven en ontstaat er een versterking van het netwerk.
1
In de openbare gezondheidszorg, handreiking gemeenten, SGBO, Den Haag
Pagina 9 van 18
3.
Gemeentelijke beleidsruimte
3.1
De brede kaders van het gezondheidsbeleid
Gezondheidsbeleid is geen op zichzelf staand beleidsterrein. De ruimte die gemeenten hebben wordt bepaald door de wettelijke en financiële kaders. In de Wet publieke gezondheid (Wpg) zijn de gemeentelijke taken in de publieke gezondheidszorg vastgelegd. Hierop wordt teruggekomen in de definitieve gezondheidsnota. Daarnaast zijn er zowel landelijk als regionaal enkele toonaangevende en richtinggevende beleidsnotities die een duidelijke stempel drukken op de gemeentelijke gezondheidsnota in het Land van Cuijk: -
Landelijke preventienota "Gezondheid dichtbij" (2011) (par. 3.2)
-
regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning van de GGD Hart voor Brabant (2011) (par.3.3)
Daarnaast zal ook de evaluatie van de aflopende nota's worden betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe gezondheidsnota.
3.2
Landelijke nota gezondheidsbeleid
De landelijke nota gezondheidsbeleid, die onderdeel is van de zogenaamde preventiecyclus, wordt door de gemeenten in het Land van Cuijk beschouwd als belangrijke leidraad voor hun gezondheidsbeleid. De meest recente nota is gebaseerd op de Landelijke Volksgezondheid Toekomst Verkenning ‘Van gezond naar beter’ 2010. De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 van het RIVM laat zien dat het goed gaat met de gezondheid in Nederland, maar dat het nog beter kan. In de preventienota ‘Gezondheid dichtbij’ (2011) worden vijf speerpunten genoemd waarop vanuit het regionaal beleid kan worden aangesloten: 1. Roken 2. Overmatig alcoholgebruik 3. Overgewicht 4. Diabetes 5. Depressie Het belang van bewegen wordt extra onderstreept.
Daarnaast worden door het Rijk de volgende aandachtspunten voor gemeenten en partijen geagendeerd: -
De burger moet kunnen vertrouwen op de gezondheidsbescherming van de overheid via heldere wet- en regelgeving en toezicht op de naleving ervan
-
zorg en sport moeten dichtbij in de buurt zijn: voldoende, herkenbaar en toegankelijk, vanuit behoeften en wensen van de mensen
-
Betrokken partijen moeten werken aan een sterkere fysieke, organisatorische en inhoudelijke verbinding tussen de publieke gezondheid en basiszorg
-
Mensen beslissen zelf over hun leefstijl
Pagina 10 van 18
-
Publieke private samenwerking ziet de overheid als een kans om gezonde keuzes aantrekkelijk en toegankelijk te maken.
-
Informatie moet betrouwbaar, toegankelijk en doelgericht zijn
Ad. 1: Roken Middels landelijke acties en campagnes wordt veel aandacht besteed aan dit speerpunt. Vooral door wet- en regelgeving is in dit opzicht al veel bereikt in de afgelopen jaren. Het voornemen is om hier in de regionale nota niet verder regionaal op in te zetten.
Ad. 2: Overmatig alcoholgebruik In Brabant Noordoost, en daarmee ook het Land van Cuijk, is sprake van groter alcoholgebruik dan wenselijk en dat vormde enkele jaren geleden aanleiding voor het regionaal preventieproject "Alcohol 16min geen goed begin". Het project richt zich op het alcoholgebruik bij jongeren onder de 16 jaar. Dit project wordt afgesloten in 2012. Nog steeds is overmatig alcoholgebruik bij jongeren een probleem in het Land van Cuijk. Reden voor de gemeenten om samen met de GGD Hart voor Brabant, NovadicKentron en andere partijen een vervolg aan dit regionale project te willen geven. Het gaat om een structureel vervolg met de volgende kenmerken: ‘op maat’ voor het Land van Cuijk, voortbouwend op de resultaten van de evaluatie in 2012, met regionale aspecten en specifieke lokale inkleuring waar nodig of gewenst.
Ad. 3: Overgewicht Net als de landelijke overheid zetten ook de gemeenten in het Land van Cuijk in op preventie overgewicht. Samenwerking met de sectoren Sport, Toerisme, Jeugd en Ouderen wordt nagestreefd. Bewegen krijgt daarbij extra accent. Bewegen is goed voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid en is verbonden met de andere speerpunten. Bovendien is met aandacht voor bewegen veel preventieve gezondheidswinst te behalen. Ook is er gezondheidswinst te halen door activiteiten vroegsignalering (selectieve preventie) nadrukkelijker te verbinden met zorgactiviteiten en de samenwerking in de keten te versterken. Bij dit speerpunt worden daarom verbindingen gezocht/gelegd met diverse partners uit de eerstelijns gezondheidszorg. Daarnaast worden er relaties gelegd tussen bestaande initiatieven, zoals het ZonMwproject van Syntein (Alle ketenzorg integraal onder een paraplu). De gemeenten gaan zich in de regionale nota richten op mogelijkheden om verbindingen te maken in het al bestaande aanbod en nieuwe initiatieven, om op die manier betere toeleiding naar (bewegings)activiteiten en betere samenwerking in het veld te genereren.
Ad. 4: Diabetes De doelen van preventie van overgewicht en diabetes komen voor een deel overeen, omdat overgewicht en bewegingsarmoede belangrijke risicofactoren zijn voor het ontstaan van diabetes type 2. Overgewicht voorkomen is dus ook diabetes voorkomen. Regionaal zetten we daar in waar het gekoppeld is aan preventie overgewicht.
Pagina 11 van 18
Ad. 5: Depressie Voor depressie wordt aangesloten bij het landelijke beleid, en op Wmo-beleid (prestatievelden 7,8 en 9). Ook verbindingen vanuit gezondheid naar ouderenbeleid in een gemeente, en Wmo-beleid (prestatievelden 7,8 en 9) en jeugdbeleid (CJG) worden uitgewerkt.
In sommige gevallen zal het landelijke beleid leidend zijn, in andere situaties wordt daarnaast regionaal en/of lokaal beleid ontwikkeld. Dit hangt tevens af van de resultaten van de dialoog met de partners waar zowel de landelijke koers wordt gepresenteerd alsmede de uitkomsten van de rVTV. Het is de bedoeling dat na afloop van de dialoog de accenten voor alle betrokkenen duidelijk zijn en er sprake is van gemeenschappelijk draagvlak.
Ouderengezondheidszorg is een relatief nieuwe taak vanuit de nieuwe Wpg (artikel 5a). De gezondheidsinvalshoeken van de preventieve ouderenzorg worden in de nota lokaal gezondheidsbeleid opgepakt; regionaal waar het regionaal kan, lokaal waar het lokaal moet.
3.3
Regionale VolksgezondheidsToekomstverkenning (rVTV)
De GGD Hart voor Brabant heeft in 2011 de rVTV en de bijbehorende gemeentelijke rapporten uitgebracht. Hierin wordt de gezondheidsituatie in de regio Hart voor Brabant en elke afzonderlijke gemeente beschreven. De rVTV geldt in de Wpg als belangrijk vertrekpunt om prioriteiten vast te stellen voor zowel regionaal als lokaal beleid. De inhoud van de rVTV wordt ook gepresenteerd aan de externe partners. Doel hiervan is om de partners te informeren over de gezondheidsituatie en vervolgens gezamenlijk en op juiste gronden de juiste speerpunten te benoemen.
3.4
Financiële ruimte
Het budget van een gemeente voor publieke gezondheidszorg wordt veelal gebruikt voor de bekostiging van de regionale GGD en zijn producten en diensten. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de basisdienstverlening (uniformpakket en lokale accenten) en eventuele plustaken. Voor deze laatstgenoemde taken dient een gemeente extra middelen in te zetten. Gezien de huidige financiële situatie bij de gemeenten kan er van worden uitgegaan dat gezondheidsbeleid uit de bestaande middelen gefinancierd wordt, met name uit budget lokaal accent. De gemeenten in het Land van Cuijk hebben afgesproken om vanaf 2012 hun keuzes in de lokale accenten met elkaar af te stemmen. Doel is om op deze manier meer gezondheidseffecten te bereiken en de effectiviteit en efficiency van de ingezette middelen te vergroten. Gemeenten kunnen afzonderlijk besluiten aanvullend budget in te zetten. Verdere bezuinigingen bij de GGD Hart voor Brabant en/of aanpalende partijen kunnen daarbij niet worden uitgesloten.
Voor de gemeenten in het Land van Cuijk ziet de financiering lokale accenten van de GGD Hart voor Brabant er in 2012 als volgt uit:
Pagina 12 van 18
Gemeente
Lokale accenten
Boxmeer
39.715
Cuijk
34.159
Grave
18.126
Mill
15.287
Sint Anthonis
16.395
Bovendien kan (gezondheids)winst worden gehaald door het leggen van verbindingen tussen andere gemeentelijke beleidsterreinen (zoals ruimtelijke ordening, sociale zaken, WMO, sport, etc.) en door het nastreven van samenwerking met externe partners (zowel inhoudelijk als financieel). Ook liggen er kansen in versterking van de samenwerking met zorgverzekeraars en door nadrukkelijke samenwerking in de ketens preventie - curatie.
Pagina 13 van 18
4.
Visie op publieke gezondheidszorg, speerpunten en ambities
4.1. Visie Het gezondheidsbeleidsveld is de afgelopen jaren complexer geworden. Steeds meer partijen spelen een rol. Dit heeft gevolgen voor de rollen en posities van de diverse partijen ten opzichte van elkaar, maar heeft ook geleid tot een bredere definitie van gezondheid. Gezondheid en gezondheidswinst worden ook in belangrijke mate, direct en indirect, bepaald door de factoren uit de fysieke en sociale omgeving. In het verlengde van het Wmo-beleidsplan geldt ook hier dat de burgers in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven en de eigen gezondheid. Dat geldt ook voor achterstandsgroepen die zo nodig ondersteund worden opdat gezondheidsverschillen kleiner kunnen worden.
De gemeenten in het Land van Cuijk streven naar een samenleving waarin mensen mee kunnen doen, waarbij uitgegaan wordt van de zelfredzaamheid, talenten en eigen kracht van mensen (zie ook het Regionaal Wmo-beleidsplan 2012 – 2015). Gezondheid is daarbij enerzijds een voorwaarde om te kunnen participeren en mee toe doen. Daarnaast kan participatie bijdragen aan gezond zijn en gezond voelen van mensen. Dit leidt tot de volgende regionale visie op gezondheidszorg:
De gemeenten in het Land van Cuijk willen er in de publieke gezondheidszorg met name op inzetten dat mensen zo lang mogelijk lichamelijk en geestelijk gezond leven in een situatie van welbevinden, dat ze hun eigen kracht benutten en dat zij problemen vroegtijdig signaleren. Versterking van de samenwerking en afstemming in de keten preventie–curatie-participatie hoort daarbij.
4.2. Bouwstenen voor prioriteiten/speerpunten Voor het bepalen van de prioriteiten worden de volgende bouwstenen gebruikt:
Evaluatiegegevens van de vorige gezondheidnota’s;
De speerpunten uit de landelijke preventienota;
De regionale en lokale gezondheidsgegevens van de GGD Hart voor Brabant (rVTV) en andere partners;
Input verkregen uit de dialoog met de relevante partners in het veld (conferentie, Wmo-raad, etc.).
De gemeenten in het Land van Cuijk zijn het er over eens dat niet gelijktijdig en/of in gelijke mate op alle speerpunten regionaal ingezet hoeft te worden. De gemeenten kiezen er voor om te beginnen twee speerpunten regionaal op de pakken: alcohol en overgewicht. Alcohol omdat overmatig alcoholgebruik een groot probleem is in alle gemeenten in het Land van Cuijk en er al ervaringen zijn met een regionale samenwerking. Een structurele aanpak ‘op maat’ voor het Land van Cuijk is nu aan de orde. Overgewicht vanwege de enorme ziektelast die erdoor veroorzaakt wordt, ook in het Land van Cuijk. Werkenderwijs kunnen (in de loop van 2012) eventueel nog andere speerpunten volgen. Om de dialoog
Pagina 14 van 18
aan te gaan met relevante partners in het veld zullen de gemeenten in april een conferentie organiseren. Tijdens deze conferentie met de partners in het veld worden de twee speerpunten nadrukkelijker gepresenteerd teneinde hierover gezamenlijk van gedachten te wisselen en hier nadere invulling aan te geven. Partijen worden nadrukkelijk uitgenodigd aan te geven welke bijdragen zij kunnen leveren aan de gezamenlijke ambities.
4.3. Keuze voor lokale versus regionale speerpunten/prioriteiten
In zijn algemeenheid kan worden uitgegaan van het motto "regionaal wat kan en lokaal wat moet". Lokale prioriteiten hoeven niet noodzakelijk samen te vallen met de regionale speerpunten. De vijf gemeenten in het land van Cuijk willen daar als volgt mee omgaan in de regionale nota lokaal gezondheidsbeleid: •
Uit de vijf landelijke speerpunten willen de vijf gemeenten in het Land van Cuijk in de loop van 2012 twee regionale prioriteiten vaststellen. Hiertoe worden in deze startnotitie al enkele richtinggevende uitspraken gedaan.
•
Elke gemeente kan de regionale prioriteiten toespitsen op de lokale situatie door te kiezen voor een specifieke doelgroep.
•
Lokaal kunnen er gedeeltelijk andere prioriteiten gekozen worden op basis van bijzondere lokale gegevens.
•
Een gemeente kan een prioriteit vaststellen in aanvulling op een regionale prioriteit.
•
Ook bestendiging of versterking van huidig succesvol beleid kan prioriteit zijn omdat het bij gezondheidswinst gaat om ‘de lange adem’.
Pagina 15 van 18
5.
Samenwerking tussen en binnen gemeenten en met externen
5.1. Intern Net als ieder ander beleidsterrein vraagt ook het gemeentelijk gezondheidsbeleid om samenwerking en afstemming, zowel intern als extern. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de totstandkoming van de gezondheidsnotitie en vervullen logischerwijs de regierol. Intern wordt van de gemeente een integrale benadering gevraagd. Gezondheidsitems komen terug in vele beleidsvelden (Ruimtelijke Ordening, Sociale zaken, Sport, Wmo, Welzijn, Milieu). Binnen gemeenten dient een bewustwordingsproces omtrent nut en noodzaak van kruisbestuiving op gang te komen.
5.2. Met externen Er zijn regionaal en lokaal veel maatschappelijke organisaties die een rol kunnen spelen bij de voorbereiding en/of uitvoering van beleid op onderdelen: scholen, woningbouwcorporaties, instellingen voor maatschappelijke dienstverlening, eerstelijnszorg, zorgverzekeraars, welzijnsinstellingen, cliëntenen patiëntenplatforms, de GGD. Het is niet eenvoudig om in zo’n complex krachtenveld op bestuurlijk niveau de regie te voeren. Betrokken partijen dienen te worden uitgenodigd, aangestuurd en aangespoord om de ambities en gezondheidsdoelen te helpen realiseren. Ook is van belang dat de gezamenlijke speerpunten (doel, wie doet wat, kaders, planning, etc.) door de samenwerkingspartners worden onderschreven en dat men zich houdt aan de afspraken. Hiertoe dient er effectief en efficiënt te worden afgestemd en samengewerkt. Het is daarom vooral belangrijk te werken aan samenwerkingsvormen die passen bij de mogelijkheden en de ambities van de samenwerkingspartners. Dat kan variëren van een vrijblijvende vorm van afstemming tot een structurele en formele samenwerking (met alles wat daarmee samenhangt).
In dat opzicht heeft het toegevoegde om alle relevante platforms, netwerken en overleggen in het Land van Cuijk in beeld te brengen: waar ze voor dienen en hoe ze functioneren, welke partijen betrokken zijn, hun status, het verloop van besluitvorming, en dergelijke. Belangrijk is ook vast te stellen welke rol ze kunnen hebben in de regionale samenwerking in verband met gezondheidsbeleid.
Verder willen de gemeenten vanuit hun regierol structureel om de twee jaar (halverwege de beleidsperiode en aan het einde, tevens in de voorbereiding naar een nieuwe beleidsperiode) de externe partners/partijen bij elkaar roepen. Doel van zo’n bijeenkomst is om de voortgang voor te leggen en te bespreken, tussentijds bij te sturen, respectievelijk te evalueren en naar voren te kijken.
Pagina 16 van 18
5.3. Rol van de gezondheidsconferentie
De gezondheidsconferentie geeft een belangrijke functie in de voorbereiding van de regionale nota gezondheidsbeleid, namelijk om draagvlak te vinden voor gezamenlijke regionale speerpunten, om gezamenlijke ambities en oplossingsrichtingen vast te stellen en om een start te maken om initiatieven, activiteiten en actieplannen van betrokken partijen te verbinden met de gezamenlijke ambities. Ook gaan de gemeenten duidelijkheid geven over de wijze van regievoering. De conferentie vindt plaats in mei/juni 2012.
Pagina 17 van 18
Hoe nu verder
6.
Hoe nu verder
In deze startnotitie wordt aangegeven welke koers de gemeenten van het Land van Cuijk voor ogen hebben om te komen tot een gemeenschappelijk gezondheidsbeleid voor de periode 2013 t/m 2016. Hiertoe moeten keuzes worden gemaakt. Keuzes die de gemeenten niet alleen kunnen en willen maken, maar gebaseerd dienen te zijn op zowel inhoudelijk als bestuurlijk draagvlak..
De eerste stap is dan ook om gezamenlijk met samenwerkingspartners te komen tot het benoemen van concrete speerpunten en acties. De gemeenten doen hiervoor een voorzet.
Vervolgens kan een en ander zijn beslag krijgen in de definitieve Gezondheidsnota Land van Cuijk 2013 – 2016.
Pagina 18 van 18