Verkiezingsprogramma 2014 – 2018 GroenLinks Lelystad (Vastgesteld op de ledenvergadering van 27 november 2013)
Samen gaan voor een zorgzaam, duurzaam, werkzaam Lelystad 1. Inleiding “Banen”, “zorg” en “schone energie” zijn de inhoudelijke accenten die GroenLinks landelijk heeft uitgekozen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. GroenLinks Lelystad voegt daar aan toe: “samen werken aan een betere samenleving”. Het ideale Lelystad is als het aan GroenLinks ligt een ruime, groene, levendige, ongedeelde stad, waarin iedereen er mag zijn en naar vermogen meedoet in de samenleving. Een stad: die fysiek en sociaal duurzaam is; met een bijzonder oog voor de kwetsbaren; waarin we de bestaande kernkwaliteiten maximaal benutten en uitbouwen; die zo een duidelijk eigen karakter heeft; die best bereid is problemen elders in het land op te helpen lossen - we hebben geen oogkleppen op - maar wel doordacht en verantwoord. De gemeente krijgt de komende jaren veel nieuwe taken. Op sommige terreinen is zij de bepalende instantie. Maar we leven in een netwerksamenleving. Steeds vaker is de gemeente partner in ontwikkelingen te midden van bewoners, werkers, recreanten en maatschappelijke en commerciële partijen in de stad. Zo wil GroenLinks dat de gemeente zich de komende jaren opstelt. In dit programma leest u over alle onderwerpen waar de gemeenteraad zich mee bezig houdt (hoofdstuk 3). Maar in de politiek moet je ook rekening houden met wat andere partijen willen. Daarom beginnen we in hoofdstuk 2 met de onderwerpen die GroenLinks de komende tijd extra belangrijk vindt.
1
2. Duurzaam werken in een zorgzaam, groen, creatief Lelystad GroenLinks wil nauw aan blijven sluiten bij het profiel waar we als stad al een tijd mee adverteren. “Onze huismus” staat voor natuur en landschap van de Oostvaardersplassen, het Natuurpark en het Zuigerplasbos. “Onze achtertuin” voor groen en recreatie. “Ons parkeerprobleem” voor de watersport. Bij “onze rijtjeshuizen” wordt de loftrompet gestoken over de kleurrijke (voor GroenLinks ook met nadruk sociaal/maatschappelijk) gevarieerde woonvormen, veelal gekoppeld aan de specifieke landschappelijke kwaliteit van de stad. Stel je nu eens voor dat we dat perspectief nog verder kunnen versterken. Wat een geweldige duurzame, innovatieve, technologisch moderne en creatieve omgeving wordt het hier dan! Een periode van vier jaar is nauwelijks nog te overzien. Bij de vaststelling van het vorige verkiezingsprogramma dachten we bijvoorbeeld nog dat de crisis nu wel ongeveer voorbij zou zijn. Niets is minder waar. Inmiddels is duidelijk dat we het de komende jaren met (aanzienlijk) minder geld zullen moeten doen. Meer dan ooit moeten we keuzes maken. Onze aandacht is in de komende periode met voorrang gericht op de volgende onderwerpen:
Mensen maken VEELKLEURIG Lelystad Werk aan respect, ruimte en wederzijdse acceptatie Bij het kennismakingsbezoek van koning Willem Alexander en koningin Maxima in juni 2013 presenteerde Lelystad zich voor alles als een kleurrijke en multiculturele stad. Dat is terecht iets om trots op te zijn. Dit karakter toont zich niet alleen in vrolijke kleding, muziek of lekker en verrassend eten. Het gaat er vooral ook om of en hoe we respectvol met elkaar omgaan. We kennen bevolkingsgroepen met een verschillende culturele achtergrond, LHBT-ers1, jongeren, ouderen, gehandicapt (agenda 22), rijk en arm, een eigen plek gevonden in de samenleving, of nog moeizaam op zoek daar naar. Gelijke behandeling (wat overigens iets anders is dan “iedereen is hetzelfde”!) is niet voor niets artikel 1 van onze grondwet. Het moet ons met de paplepel worden ingegoten via opvoeding en onderwijs. En waar het mis gaat moet dit gesignaleerd worden en moet er opgetreden worden. Diversiteit levert immers niet alleen een belangrijke impuls voor economische en culturele ontwikkeling, maar kan ook bijdragen aan (gevoelens van) veiligheid. Het samen leven van al die groepen geeft regelmatig spanningen. Die moeten we niet opkloppen, maar wel serieus nemen. Om mensen voldoende veiligheid te bieden, aan te kunnen spreken en te verbinden met anderen is soms een doelgroepgerichte benadering nodig. Het zichtbaar maken van culturele verscheidenheid helpt bij het verminderen van de bedreiging van het vreemde. Zelforganisaties spelen daarin een grote rol. De culturele instellingen in de stad moeten er ruimte voor bieden. Waar nodig past gemeentelijke stimulering daarvan. Mensen die hun plek nog zoeken in onze samenleving (zoals bijvoorbeeld vluchtelingen) verdienen onze hulp daarbij. Zo gauw mogelijk actief kunnen zijn en
1
LHBT staat voor Lesbiënnes, Homo’s, Biseksuelen en Transgenders
2
snel de Nederlandse taal leren zijn daarin cruciaal. De betrokkenen zullen het zelf moeten doen, maar hebben wel wegbereiders nodig. Het hoort bij de zorgplicht van de gemeente voor haar ingezetenen. Een bijzondere doelgroep (en in zich al zeer veelkleurig) vormen de jongeren. GroenLinks wil hen ruimte bieden om zich volop te kunnen ontplooien. Natuurlijk speelt goed onderwijs daar een grote rol in. Maar ook eigen plekken in buurten en wijken zijn van een niet te onderschatten betekenis. Een koppeling met MFA’s 2 ligt voor de hand en nauwe afstemming met de jongeren over de invulling vinden we vanzelfsprekend. Dit natuurlijk naast centrumactiviteiten zoals Underground. Om zich ook letterlijk thuis te kunnen voelen in de stad is voldoende jongerenhuisvesting onontbeerlijk. Wachttijden moeten tot een minimum beperkt worden. Onze ambitie is dat Lelystad door duurzaamheid en nieuwe werkvormen innovatiever en moderner wordt. Jongeren zijn als aanjager daarvan van onschatbare waarde en moeten we ruimte bieden via studie, stages, werk en andere bezigheden hun bijdrage te leveren.
De BUURT is van haar bewoners; Geef bewoners / gebruikers maximale zeggenschap over hun buurt De buurt is voor bewoners, naast hun persoonlijke omstandigheden en woning, het belangrijkste ijkpunt voor een goede leefbaarheid. GroenLinks vindt daarom dat bewoners en gebruikers veel invloed horen te hebben op wat er in hun buurt gebeurt (bewoners voelen zich verantwoordelijk). Elkaar als gemeente, maatschappelijke instellingen en bewoners goed verstaan en begrijpen is een kunst. Dat toont recent onderzoek3 aan. Het helpt als onze houding er een is van de stad verder helpen. GroenLinks vindt dat de gemeente (ruime) kaders moet stellen. Gemeente en welzijn zijn verder vooral faciliterend. Wat er feitelijk aan activiteiten gebeurt in buurten wordt vooral bepaald door de bewoners. De organisatorische en financiële verkokering in de benadering van bijvoorbeeld de MFA’s is hiervoor een belangrijke barrière. Die kan gemakkelijk worden weggenomen: stel algemene kaders en voeg de budgetten samen tot het liefst één beschikbaar bedrag. Aan de besteding moeten enkele eisen worden gesteld. Zo moet bijvoorbeeld zeker zijn dat er voldoende naar het onderwijs gaat. Maar verder kan er grote vrijheid gegeven worden in de besteding. Het gaat niet om meer geld. Het gaat erom dat bewoners en gebruikers samen meer zeggenschap krijgen om te bepalen wat er met dat geld gebeurt.
Breng ZORG dichtbij de mensen; Garandeer goede en volledige zorg voor hen die daarin onvoldoende op eigen kracht kunnen voorzien De zorg is ons een grote zorg. Met de invoering van de Participatiewet, de veranderingen in AWBZ en WMO en de decentralisatie van de Jeugdzorg naar de gemeenten vind een stille revolutie4 plaats. Met te weinig geld moet de gemeente dat
2
MFA’s: Multifunctionele accommodaties waarin onderwijs, welzijn en andere functies samenwerken, zoals Atolplaza 3
“Als meedoen pijn doet”, Evelien Tonkens, Mandy de Wilde red, Amsterdam 2013
4
Term is van Evelien Tonkens
3
werk gaan organiseren. Wij zien dat graag anders, maar weigeren is geen optie. We zullen dus prioriteiten moeten stellen. Voor GroenLinks liggen die bij de toegankelijkheid en kwaliteit van de voorzieningen voor mensen die onvoldoende op eigen kracht in hun hulpbehoefte kunnen voorzien. We accepteren daarmee dat anderen voor een aantal zaken meer zullen moeten betalen. We kunnen ons goed voorstellen dat de basis van de nieuwe werkwijze ligt in een versterking en verdieping van de bestaande structuur van de sociale wijkteams (SWT’s). Met als startpunt de cliënt centraal kan GroenLinks zich vinden in de volgende uitgangspunten: • één huishouden, één plan, één hulpverlener; • een nieuwe professional: de integrale sociaal werker; • zo veel mogelijk regelruimte voor de SWT’s; • rol van de gemeente: optimaal faciliteren en scherp sturen; • bekostiging van de SWT’s op basis van resultaat voor de populatie.5 De huidige sociale wijkteams moeten hiertoe behoorlijk versterkt worden. Ze moeten multidisciplinair zijn, inclusief de gemeentelijke functies, en daarmee echt integraal. Zij moeten niet alleen over regelruimte maar ook over financiële armslag beschikken. Alleen dan kunnen zij hun werk op een efficiënte, geloofwaardige en nietbureaucratische manier doen. Nieuw is dat via de Participatiewet nu ook het terrein van werk en inkomen deel uit gaat maken van de activiteiten van de SWT’s. Dat vraagt om een integrale aanpak over de domeinen heen. De cultuurverschillen tussen zorg/welzijn en werk/inkomen zullen moeten worden overbrugd. Vooral om te voorkomen dat de meest kwetsbaren niet de dupe worden. Veel aandacht van de gemeente is nodig voor deze cultuuromslag. Bijzondere steun en ons grote respect verdient de mantelzorg. We moeten voorkomen dat mantelzorgers de dupe worden van hun bereidheid veel voor een ander over te hebben. De gemeente biedt daarom coaching, begeleiding en klankbord en werkt aan een goede afstemming tussen professionele en informele zorg en goede respijtzorg. Bij de decentralisatie van de jeugdzorg is de grote vraag of we eerst maar gewoon overnemen wat er op ons af komt, of dat we van de gelegenheid gebruik maken om kritisch naar het functioneren daarvan te kijken. GroenLinks bepleit dat laatste. Het veel gehanteerde “stepped care” principe (stapsgewijs zo nodig opschalen van de hulp) kost vooral bij jongeren zeer kostbare tijd en leidt er toe dat als er echt iets aan de hand is de situatie eerst verslechtert. Dat kunnen we ons niet permitteren. Waar in veel andere hulpverleningssituaties het ook door Lelystad omarmde “stepped care” principe goed kan voldoen is dat bij de jeugdzorg niet het geval. Wij pleiten voor “matched care”. Dat is een benadering waarin, bij het vermoeden van mogelijk ernstige problematiek, alle professionele deskundigheid betrokken wordt bij de intake. Daarna wordt een gerichte benadering van de problematiek uitgewerkt.
5
Sociale wijkteams in ontwikkeling, De verantwoordelijke directeuren van het sociaal domein in Eindhoven, Enschede, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad, juli 2013
4
Trots op DUURZAAM Lelystad; Kies eenduidig voor de groene en duurzame kwaliteiten van de stad via alle beleidsterreinen Groen, ruimte, licht en (schone) lucht, zijn onomstreden kernkwaliteiten van Lelystad. Die koesteren we en willen we uitbouwen. We hebben het wel gehad met de plofkip en eerlijk voedsel wint langzaam maar zeker terrein. De transitie naar meer duurzaamheid is niet alleen noodzakelijk voor het milieu, maar ook goed voor de economie. En dus voor de werkgelegenheid. Met onze biologische land- en tuinbouw hebben we goud in handen. We zullen alles doen wat in ons vermogen ligt om die positie te versterken (en niet uit te hollen, zoals met Flevokust en vliegveld dreigt). Verder willen we in de stimulering van werkgelegenheid een extra accent leggen op technologische innovatie. En natuurlijk op groene energie. De gemeente moet zelf (o.a. met de NUON-gelden) actie ondernemen in beleid, stimuleren via subsidies, financiering of garantstelling en samenwerken met bedrijven en particulieren. Vanzelfsprekend past schaliegas hier niet bij. “Delen is het nieuwe hebben” is het motto van de nieuwe ontwikkeling dat mensen vaker 6
waarde hechten aan gebruik van dingen dan aan het bezit ervan op zich. Tot voor kort was
het een heel gedoe om samen spullen te delen. Het digitale tijdperk maakt dat een stuk gemakkelijker. GroenLinks wil graag initiatieven stimuleren, faciliteren en zo nodig mede-financieren waarin mensen bezit en/of gebruik van dingen delen of activiteiten in die richting ondernemen, zoals (electrisch) auto-delen, stadslandbouw (en locale verkoop), een buurtbedrijf oprichten, coöperatief zonnepanelen aanschaffen e.d. Trots zijn we op onze relatief nieuwe natuur. De Oostvaardersplassen, internationaal geroemd, verdienen onze volle en positief gerichte aandacht. Triest is dat het Oostvaarderswold van de baan lijkt, maar als het aan ons ligt komt het weer op de agenda. Het project Markerwadden juichen we toe, zowel vanuit natuurontwikkeling als t.b.v. de recreatie. Het zijn de twee grote voorbeelden van de kracht van Lelystad, die we graag verder uitbouwen, bijvoorbeeld door initiatieven die de natuur in de stad versterken en door te pleiten voor een ecologisch beheer van de stad. Hier ligt dus wat ons betreft het accent bij de stimulering van economie en werkgelegenheid. Ook recreatie en toerisme (water!) speelt een toenemend belangrijke rol. De kunst daarbij is het een het ander te laten versterken (zoals bij Markerwadden lijkt te kunnen gaan gebeuren). De overheid heeft moeite om het tempo van de ontwikkeling van duurzame initiatieven in het bedrijfsleven bij te houden. Om echt verder te komen met elkaar en tot werkelijke innovatie te komen zijn strategische allianties op dit punt waardevol. Op die terreinen waar de overheid invloed heeft, zoals het wonen 6
Zie: http://deverzamelpost.nl/wp-content/uploads/2013/08/Voka-artikel-L.-Anderson.pdf en voor voorbeelden: http://deeleconomie.nl/
5
(bouwregelgeving, relatie met woningcorporaties) kan zij werkelijk bevorderen dat, met name op het punt van energie, meters gemaakt worden.
Een (be-)levendig STADSCENTRUM; Zorg voor flexibiliteit en functiemenging Het stadscentrum verandert in een gatenkaas. De bioscoop is vertrokken, veel detailhandel legt het loodje. En dat terwijl de inkt van de herijking van het masterplan nog maar nauwelijks droog is. GroenLinks pleit voor een goede analyse van de situatie en strategieontwikkeling en uitvoering die verder gaat dan het niet uitbreiden van de hoeveelheid detailhandel. Behalve voor dagelijkse boodschappen is het bezoek aan het stadscentrum steeds minder op aankopen en steeds meer op beleving en ontmoeting gericht. Het klassieke onderscheid tussen verschillende functies past daar niet meer bij. Combinaties van detailhandel, kunst, cultuur, onderwijs- en welzijnsfuncties, pop–up stores, een hoogwaardig verblijfsklimaat en dito inrichting van het openbaar gebied maakt het centrum op een nieuwe manier aangenaam. Het wonen kan daarin een toenemend belangrijke rol spelen, bv. via woonvormen voor jongeren (zowel werkend als studerend). Ook in verandering van regelgeving (bv. het volgen van het voorbeeld van de Amsterdamse leegstandsverordening7) is op dit punt eer te behalen.
3.
Alle gemeentelijke aandachtsgebieden
De gemeente heeft invloed op tal van beleidsterreinen. In dit hoofdstuk lopen we die door en geven concreet aan hoe GroenLinks daar in staat. Maar eerst beschrijven de rol die wij voor de gemeente zien en hoe de raad die wat ons betreft invult. Als een rode raad loopt dat vervolgens door de thema’s werk/inkomen/economie (pag. 8), energie (pag. 9), de nieuwe taken rond de arbeidstoeleiding, welzijn en zorg (pag. 10), armoedebeleid (pag. 11), onderwijs (pag. 12), buurten en wijken (pag. 13) natuur, landschap, landbouw (pag. 14), stadsontwikkeling en wonen (pag. 15), mobiliteit (pag. 16), cultuur (pag. 17), diversiteit (pag. 17), dierenwelzijn (pag. 19), sport (pag. 19 ) en openbare orde en veiligheid (pag. 19).
3.1. Veranderende overheid en participatie “Burgers organiseren zich in toenemende mate los van de traditionele instituties. De mogelijkheden voor centrale sturing en controle door de overheid zijn in deze nieuwe maatschappelijke ordening aanzienlijk afgenomen. Binnen de netwerksamenleving zijn overheden niet langer centrale actor, maar zijn zij partner bij uitoefening van publieke taken en bevoegdheden. Er ontstaat behoefte aan een herdefiniëring van de relatie tussen de burger en de overheid.”8 Dat wil niet zeggen dat de overheid, in dit geval de gemeente, nergens meer over gaat. Het zegt vooral dat gemeente, burgers en maatschappelijke instellingen op een andere 7
Hiermee kan de gemeente bv eisen dat een eigenaar na en jaar leegstand actief andere functies in zijn pand toe laat. 8
Concept – visie “Open Overheid”, ministerie van BZK, versie 26 april 2013
6
manier met elkaar om zullen moeten gaan. Met dank aan het prachtige advies “Vertrouwen in burgers” van de WRR hanteren wij het volgende onderscheid voor de positie van de bewoner / gebruiker van de stad t.o.v. gemeente en maatschappelijke instellingen: 1. Overheidsprimaat met beleidsparticipatie: Bij deze onderwerpen heeft de gemeente het voortouw. Het gaat om wettelijke taken en wijk- en buurt overstijgende aangelegenheden die van belang zijn voor de kwaliteit van de stad. (voorbeelden: voorzieningenniveau WMO, wel of niet Flevokust, het woningbouwprogramma) 2. Maatschappelijk samenwerken: Het voortouw kan hierbij bij de gemeente liggen, maar zal vaker te vinden zijn bij een of meerdere maatschappelijke instellingen, commerciële partijen of (groepen van) burgers. De gemeente heeft wel een faciliterende rol te vervullen als vergunningverlener, subsidiënt o.i.d. (voorbeelden: bedrijfsvestigingen, invulling MFA’s, beheer Oostvaardersplassen). 3. Burgerprimaat: Eén of meerdere burgers nemen het voortouw. Vaak hoeft de gemeente geen (formele) rol te spelen, maar kan zij door stimuleren of formalistisch handelen wel invloed uitoefenen (voorbeelden: buurtinitiatieven, repair shop). In de volgende hoofdstukken zullen we steeds benoemen welke rol wij voor de gemeente zien. Maar ook de manier waarop gemeenteraad en college van B en W hun werk doen moet veranderen. Onze voorstellen daartoe: De raad laat zich minder bepalen door de agenda van het college en gaat actief het gesprek aan met de samenleving. Een vorm daarvoor is om maandelijks een avond uit te trekken (i.p.v. een van de huidige vergadersessies) waarop de raad in verschillende deelsessies (desgewenst op locatie) spreekt met maatschappelijke instellingen, (groepen) bewoners, bedrijfsleven, culturele instellingen, belangengroepen e.d; De raad gaat (o.a. via de input van dergelijke sessies) meer aan de voorkant sturen door kaders en randvoorwaarden te stellen en laat de uitwerking vervolgens bij het college en de betrokken partners; De zaken die tot het overheidsprimaat behoren worden in de raad besproken. Aangelegenheden rond maatschappelijk samenwerken en burgerprimaat alleen als die consequenties hebben op stedelijk niveau, dan wel maatschappelijk omstreden zijn; Om de afstand tussen bestuurders en bestuurden te verkleinen en de democratie te versterken willen we een forum oprichten waarin bewoners een oordeel geven over belangrijke beleidsonderwerpen. Een oordeel dat de gemeenteraad niet gemakkelijk naast zich neer kan leggen. Iedere volwassen bewoner komt voor deelname in aanmerking. De samenstelling moet representatief zijn voor de Lelystadse bevolking. Leden nemen 2 jaar deel aan het forum, wat tot stand komt via een vorm van gewogen loting;9 Belanghebbenden krijgen (weer) inspreekrecht bij de besluitvormende raadsvergadering; Via een duidelijke mandateringsregel worden samenwerkende werkers in wijken en buurten beter in staat gesteld handelend op te treden. De samen vastgestelde
9
Zie bv. “Tegen Verkiezingen”, David van Reybrouck, Amsterdam 2013
7
doelen van de gezamenlijke organisaties en bewoners krijgen daarbij voorrang boven de eigen gemeentelijke doelen; De werkcultuur in het stadhuis moet gericht zijn op het mogelijk maken van dingen en meedenken met initiatiefnemers, uiteraard binnen wet en (beperkte, maar scherpe) regelgeving; Controle door de raad vindt plaats via de jaarcyclus met maximaal twee tussenmomenten (de huidige crisismonitor wordt hierin ingevoegd). Uiteraard is het college gehouden grote afwijking onmiddellijk te melden, zodat desgewenst debat daarover kan plaatsvinden; Raadsvragen worden in principe schriftelijk afgedaan.
Wanneer het functioneren van de gemeentelijke overheid op een dergelijke vernieuwde leest is geschoeid is voor GroenLinks voldoende verzekerd dat de burger een duidelijke eigen positie heeft t.o.v. de overheid en is een eventuele verandering in de schaalgrootte van de gemeente van minder ingrijpende betekenis. Een andere discussie is die van de opschaling van het middenbestuur, oftewel de eventuele samenvoeging van de provincies Noord Holland, Utrecht en Flevoland. Allereerst vinden wij dat een dergelijke ingrijpende verandering niet op zichzelf mag worden beschouwd. Een duidelijke opvatting van de rijksoverheid over de organisatie van het middenbestuur en de wijze waarop die (al dan niet gefaseerd) gestalte moet krijgen is noodzakelijk. De huidige vrijblijvende benadering van het kabinet voor de andere landsdelen vinden we niet acceptabel. Als vervolgens ook de voordelen van een herindeling aantoonbaar te maken zijn, in termen van geld, bestuurlijke drukte, taakverdeling, betere dienstverlening aan de burger etc. heeft GroenLinks daar geen bezwaar tegen. Op dit moment, met het huidige wetsvoorstel, zien wij die voordelen niet. Sterker nog: dat voorstel leidt tot een onaanvaardbaar verlies aan banen.
3.2. Werk/inkomen/economie Duurzaamheid als kans GroenLinks blijft onverminderd tegen de uitbreiding van het vliegveld. Het is niet aantoonbaar noodzakelijk en de schade die het toebrengt aan milieu en omgeving tast onze kernkwaliteiten onaanvaardbaar aan. In het verlengde hiervan achten wij het voortbestaan van Omala dan ook niet nodig. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de Flevokust, zoals die nu op de tekentafels ligt. Aan een containerterminal is geen behoefte. De green deal suggereert dat het plan goed is voor het milieu, maar daarvoor zijn veel betere oplossingen. En extra banen levert het uiteindelijk nauwelijks op. Het is gemakkelijk om ergens tegen te zijn. Daar willen we ons niet toe beperken. Daarom geven we vooral in positieve zin aan in welke richting de Lelystadse economie zich zou moeten ontwikkelen. Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoefte te voorzien in gevaar te brengen, aldus de definitie van de VN commissie Brundtland. Ook de Sociaal-Economische Raad (SER) adviseert in het rapport Meer werken aan duurzame groei dat duurzaamheid topprioriteit moet zijn voor de overheid. Kansen liggen in 8
vergroening van de economie. Door bijvoorbeeld ondernemers en andere (potentiële) initiatiefnemers te ondersteunen en te faciliteren. De nadruk ligt daarbij op keteninnovaties: samenhangende initiatieven die allen gunstig uitwerken op economie en omgeving. Dit draagt bij aan een duurzame ontwikkeling van de regionale economie (groene banen), energiehuishouding en leefomgeving. Wat betekent dit in onze ogen voor Lelystad? Het “heden” van Lelystad bestaat uit de behoefte aan werk voor grote groepen werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt. Lelystad als geheel kent relatief veel laagopgeleiden, waardoor er behoefte is aan werkgelegenheid in dat segment. De last van de crisis wordt door veel stadgenoten gevoeld. GroenLinks vindt dat duurzaamheid de oplossingsrichting moet zijn. Praktisch vertalen we dat als volgt: Lelystad heeft de ambitie om leidende gemeente op het gebied van duurzaamheid te worden: in duurzaam bouwen, in duurzame energievoorziening (wind- en zonne-energie), in duurzaam toerisme (watersport en natuur), in duurzame werkgelegenheid en in duurzame innovatie (een mooi voorbeeld is de Nuna solarrace, samenwerking met WUR) (maatschappelijk samenwerken); Vrijwel onze hele omgeving kent toeristenbelasting. Invoering daarvan (liefst gekoppeld aan overnachtingstarieven) waar GroenLinks voor blijft, heeft dus geen of nauwelijks negatieve invloed op de ontwikkeling van die sector en levert wel extra inkomsten op (overheidsprimaat); Op wijk- en buurtniveau moeten initiatieven voor werk/banen in de buurt tot bloei kunnen komen. Uitgangspunt is dat iedereen zo veel mogelijk aan het werk is. Stimuleer dat mensen plannen maken, initiatieven nemen, overzienbare ondernemersrisico's nemen en zich inzetten voor leefbare buurten. Dat kan in werktoeleidingstrajecten (sociale activering en re-integratie), in het mogelijk maken van vernieuwende ideeën van ondernemers en bewoners en/of in het oprichten van wijkbedrijven. GroenLinks vindt dat de gemeente innovatieve en stimulerende financiering mogelijk moet maken, bijvoorbeeld door revolving funds10 (maatschappelijk samenwerken); De huidige talent-managers van de gemeente Lelystad die jongeren zonder startkwalificatie naar de arbeidsmarkt toe leiden moeten meer gebruik gaan maken van revolving funds om jongeren die dat willen eigen bedrijfjes te laten starten. Dat biedt hen een goede opstap naar de reguliere arbeidsmarkt. Veel jongeren willen graag de handen uit de mouwen steken maar vinden geen baan. GroenLinks wil geen generatie verloren laten gaan en bewoners behoeden voor armoede en sociale uitsluiting (overheidsprimaat); Het recent gestarte werkbedrijf Lelystad moet alle kansen benutten die het ziet om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te houden. Daartoe laat de gemeente waar mogelijk gemeentelijke taken door hen uitvoeren, ook om de uitgaven aan bijstandsuitkeringen zo veel mogelijk te verlagen. Het werkbedrijf heeft binnen de regels voorrang in het aan- en uitbestedingsbeleid (overheidsprimaat en maatschappelijk samenwerken); De gemeente gaat zelf meer werkervaringsplaatsen aanbieden, ook voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt (overheidsprimaat);
10
zie http://www.handreikingdro.nl/instrumenten/Financieel-gereedschap/revolving-funds/ Het is een pot met voor publieke projecten gelabeld geld, waarbij de besteding ook financiële opbrengsten genereert.
9
Bindt jongeren, bedrijven en organisaties aan Lelystad. Wat zou het goed zijn als studenten die vanuit Lelystadse middelbare scholen hun vleugels uitslaan na hun studie weer terug komen naar Lelystad voor een baan of met hun eigen bedrijf. Wat zou het goed zijn als grote werkgevers als Rijkswaterstaat en de Rechtbank vol overtuiging voor Lelystad blijven kiezen. Lelystad moet lessen trekken uit het vertrek van grote instellingen als Kamer van Koophandel en de Belastingdienst om andere voor Lelystad te behouden (maatschappelijk samenwerken); Stimuleer biologische landbouw en stadslandbouw. De Groene Velden en Bronsweg zijn met recht de 'tuinen van Lelystad”. Van daar uit kan uitstekend zowel een educatieve als productieve functie worden vervuld om bewoners kennis te laten maken met lokaal geproduceerde producten. Projecten van stadslandbouw zijn hier een welkome aanvulling op (maatschappelijk samenwerken); Stimuleer ondernemerschap door goede en snelle dienstverlening, het scheppen van voorwaarden voor starters en innovatieve initiatieven en het bevorderen van sociaal en duurzaam ondernemen (maatschappelijk samenwerken).
3.3. Energie Het wordt hoog tijd om actiever te werken aan de transitie naar duurzame energie. Om die een paar stappen verder te helpen bepleit GroenLinks voor de komende raadsperiode: De gemeente neemt het voortouw voor een energieneutraal Lelystad (2020) (maatschappelijk samenwerken); Er komt een mogelijkheid om groene en duurzame energie goedkoper en aantrekkelijker voor de Lelystedeling te maken, bv. door gezamenlijk inkoopbeleid en gemeentelijke stimulering (overheidsprimaat); Openbare verlichting wordt zo snel mogelijk vervangen door LED verlichting, het levert besparingen op tot 48%, oftewel minimaal € 300.000 op jaarbasis (overheidsprimaat); De gemeente maakt de aanschaf van zonnepanelen en isolatie voor huisbezitters en woningcorporaties aantrekkelijker, door voorfinanciering en bijvoorbeeld gemeenschappelijke inkoop (maatschappelijk samenwerken); De gemeente gaat zo snel mogelijk over op duurzame energie voor alle gemeentelijke gebouwen, scholen, zwembaden e.d. (overheidsprimaat); De gemeente gaat gerichter werken om energiebesparing te promoten: spaarlampenacties, inzamelen van oude gloeilampen, tl-buizen en batterijen, voorlichting op zowel scholen als huis aan huis (overheidsprimaat); De gemeente gaat ieder nieuwbouw/verbouwplan toetsen op energielabel. Afhankelijk van energiezuinigheid/-neutraliteit worden de gemeentelijke leges verlaagd, ook bij bedrijfsgebouwen en winkels (overheidsprimaat); Er komen meer (snel)oplaadpunten voor elektrische fietsen en auto’s op parkeerterreinen, in de winkelcentra en op strategische plekken in de wijken (overheidsprimaat); De gelden die door de verkoop van NUON aandelen zijn verworven, komen uitsluitend ten goede aan energiebesparende en energie opleverende projecten, nu en in de toekomst (overheidsprimaat); Lelystad werkt niet mee aan concessies voor schaliegas of olieboringen op haar grondgebied (overheidsprimaat). 10
3.4. Nieuwe taken rond arbeidstoeleiding, welzijn en zorg Onze grootste zorg is dat de decentralisaties van arbeidsparticipatie en jeugdzorg en de veranderingen in WMO en AWBZ leiden tot een onmogelijk takenpakket, gelet op de beschikbare middelen. Het principe dit werk zo dicht mogelijk bij de burger uit te laten voeren delen we. Maar het moet ons dan ook wel fatsoenlijk mogelijk gemaakt worden. Helaas hebben we als GroenLinks daar niet de beslissende stem in. En we zullen er dus rekening mee moeten houden dat het op een of andere manier door gaat. Hier beantwoorden we de vraag hoe we er dan in staan en waar we sterk op zullen letten. Eisen aan het nieuwe systeem11
De focus ligt op het versterken van eigen regie bij burger, zelfredzaamheid, participatie (werken en meedoen naar vermogen), het sociale netwerk en buurtkracht. Start vanuit wat mensen zelf kunnen en wat ze kunnen betekenen in de maatschappij, niet vanuit diagnoses, recht op zorg of problemen. Het systeem werkt preventief en voorkomt escalaties en hoge kosten later, de daartoe benodigde ondersteuning in het sociale domein is tijdig en proactief. De ondersteuning staat dichtbij de burger en zijn omgeving, zodat de eigen kracht van de burger en zijn sociale netwerk optimaal ingezet wordt en er sprake is van wederkerigheid. Waar ondersteuning nodig is, is die zo min mogelijk gefragmenteerd, zodat integraal maatwerk mogelijk is (één huishouden, één plan, één hulpverlener) en afstemmingskosten en dure dubbelingen worden voorkomen. Zichtbaarheid en herkenbaarheid van de benadering in de wijk is van belang. De toegang tot de instanties voor burgers is helder, eenduidig en laagdrempelig. Informele zorg en collectieve voorzieningen worden optimaal ingezet. Dit alles vergt handelingsruimte én verantwoordelijkheid van en voor professionals, met een minimum aan bureaucratie en verantwoordingslasten.
Hoewel deze eisen op zich logisch zijn noteert GroenLinks hierbij wel een aantal randvoorwaarden en kanttekeningen:
11
Participatiewet: wat ons betreft wordt er hard aan gewerkt om de schotten tussen de disciplines weg te krijgen (maatschappelijk samenwerken); GroenLinks is voor een quotum voor in dienst nemen van arbeidsgehandicapten van 5%. De gemeente geeft daarbij het voorbeeld (maatschappelijk samenwerken); Werkgevers spelen een belangrijke rol in de toeleiding tot arbeid. Waar zij onvoldoende presteren is eerst stimulering, daarna een meer dwingend optreden van de gemeente op z’n plaats (maatschappelijk samenwerken); Vanuit het uitgangspunt dat mensen het best functioneren als ze zelf hun keuzes maken is het de moeite waard onderzoek te doen naar een soort PGB (persoonsgebonden budget), bedoeld om de overgang van begeleid naar regulier werk gemakkelijker te maken. (overheidsprimaat);
Sociale wijkteams in ontwikkeling, De verantwoordelijke directeuren van het sociaal domein in Eindhoven, Enschede, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad, juli 2013
11
Denkbaar is dat het werkbedrijf voor meerdere gemeenten gaat werken. Dit vraagt heldere afspraken over de zeggenschap (bij beleid en uitvoering) en de prioritering van middelen (overheidsprimaat); GroenLinks gaat er van uit dat mensen naar vermogen bijdragen aan de samenleving. Dat gebeurt via betaald werk of andere, vrijwillige activiteiten. Wij zijn tegen een verplichte tegenprestatie voor het ontvangen van een uitkering. Dat neemt niet weg dat een ieder volop gestimuleerd mag en moet worden om zijn of haar rol in de samenleving op zich te nemen. Niet het (negatief) korten op de uitkering moet centraal staan, maar het (positief) belonen van actief zijn (overheidsprimaat).
3.5. Armoedebeleid Het is triest om vast te moeten stellen, maar nog steeds hebben we ook in onze stad te maken met armoede. Met de rijksbezuinigingen, die de gemeente onmogelijk kan compenseren, en de maar voortdurende financieel / economische crisis moeten we vrezen dat het er de komende jaren niet beter op wordt. Een nieuwe groep armen dient zich aan: ZZP-ers zonder werk. GroenLinks wil ook degenen die van deze situatie het meest de dupe van worden en op een bestaansminimum of zelfs daaronder terecht komen oproepen om toch mee te blijven doen in de samenleving. Tegelijkertijd mogen vooral zij onze steun verwachten. Natuurlijk richten we ons daarbij vooral op preventie: Het bevorderen van taal- en sociale vaardigheden bij (jonge) kinderen; Opvoedingsondersteuning (bijvoorbeeld via School’s cool); Voorkomen van voortijdige schoolverlating (zie paragraaf 3.6); Bevorderen van de arbeidsparticipatie (zie de paragrafen 3.2 en 3.4). Daarnaast is onoverkomelijk dat we mensen die in armoede verkeren helpen: Via de sociale wijkteams worden mensen opgezocht en gesteund bij zowel het oplossen van problemen en het ontwikkelen van maatschappelijke activiteiten (overheidsprimaat); In samenwerking met het werkbedrijf wordt gezocht naar maatwerkoplossingen, waar toeleiding tot (betaald) werk mogelijk lijkt (overheidsprimaat); Organisaties als IDO en MDF moeten, voor zover nodig ook met gemeentelijke middelen, in staat gesteld worden hun goede werk voort te zetten (maatschappelijk samenwerken); De extra middelen die het kabinet in ieder geval in 2014 via het gemeentefonds voor armoedebeleid resp. chronisch zieken en gehandicapten beschikbaar stelt worden ook voor die doelen aangewend; De gemeente zorgt voor voldoende daklozenopvang (maatschappelijk samenwerken); De gemeente bevordert de toegankelijkheid van sociale, maatschappelijke en culturele voorzieningen voor deze groep (maatschappelijk samenwerken).
3.6. Onderwijs Via de Lelystadse Educatieve Agenda (LEA) en de systematische aandacht voor de huisvesting (kerntaak van de gemeente) via het Integraal (onderwijs) Huisvestingsplan zijn de afgelopen jaren goede stappen gezet. Zorgen blijven er ook. Het wisselend beeld van het aantal zwakke scholen vraagt ook de komende jaren voortdurend aandacht. En ook vermindering van de schooluitval moet een hoofdpunt van beleid zijn. Onze concrete voorstellen voor de komende periode: 12
Basisonderwijs (maatschappelijk samenwerken) Er wordt verder geïnvesteerd in voor- en vroegschoolse opvang en onderwijs; Taalonderwijs wordt nog belangrijker gemaakt: zeker in een vroeg stadium kan dat het verschil maken voor kinderen; De zwakke scholen, waarvan er in Lelystad relatief veel zijn, worden beter gecontroleerd en waar nodig worden er strakke verbeterplannen gemaakt in overleg met de onderwijsinspectie; Het onderwijs gaat intensiever samenwerken met de jeugdzorg; De basisscholen werken uitvoerig samen met de bibliotheek en de Kubus; Er wordt niet verder bezuinigd op gymnastiek en schoolzwemmen; Er wordt geïnvesteerd in gezond voedsel en voorlichting hierover. Voortgezet onderwijs (maatschappelijk samenwerken) Niet fusie van de drie middelbare scholen staat centraal, maar de kwaliteit en identiteit van het onderwijs. Dure gebouwen staan in het onderwijs zelden garant voor mooie resultaten. Herkenbaarheid en kleinschaligheid zijn voor ons kernbegrippen zodat leerlingen zich thuis voelen op hun school; Er wordt intensief samengewerkt tussen de schoolbesturen en de gemeente, zonder op elkaars stoel te gaan zitten. Mbo/Hbo (maatschappelijk samenwerken) De resultaten van de deels met gemeentegeld gefinancierde Roy Heineracademie worden goed gemonitord; Er wordt nog steeds ingezet op versterking en kwaliteitsverbetering van het MBO. Doel is om meer jongeren in eigen omgeving een goede opleiding te bieden. Hiervoor dient goed samengewerkt te worden met Almere; Via preventie en handhaving wordt geprobeerd om de uitstroom terug te dringen. Het aantal jongeren met een startkwalificatie moet omhoog; De gemeente zorgt voor regie in het proces tussen het MBO en het bedrijfsleven; De gemeente stimuleert bedrijven en instellingen om voldoende en goede stageplaatsen te leveren en geeft daarbij zelf het goede voorbeeld.
3.7. Buurt en wijk – meedoen! GroenLinks streeft naar levendige wijken waar bewoners zich thuis voelen en meedoen aan het sociale leven. Bewoners moeten prettig wonen in hun eigen buurt: buren kennen elkaar en helpen elkaar een handje indien nodig. Bewoners voelen zich veilig en weten zich gekend in hun straat (burgerprimaat). MFA als kloppend hart (maatschappelijk samenwerken). GroenLinks wil doorgaan met Multi Functionele Accommodaties (MFA's) als kloppend hart van de wijk. Goed benaderbare MFA's met ruime openingstijden waarin alle bewoners ruimte voor hun initiatieven vinden: zowel kookclubs als bandjes die oefenruimte nodig hebben, zowel dansles als een gezellige kop koffie of een krantje. Een aandachtspunt is wel het vinden van de juiste schaal, zodat de MFA’s niet onpersoonlijk groot worden, maar wel voldoende massa hebben om goed te kunnen functioneren; Vanuit de MFA's bieden ook de professionele krachten hun diensten aan zoals het jongeren-, ouderen- en vrijwilligerswerk van Welzijn Lelystad, het Centrum voor 13
Jeugd en Gezin en Kanspunt, consultatiebureaus van Icare, kinderopvang, etc. De wijkagent houdt er spreekuur evenals Centrada en er worden diensten voor de wijkbewoners gecoördineerd, zoals een klussendienst. De MFA is gericht op het versterken van eigen kracht van de bewoners voor zover mogelijk: mensen moeten prettig wonen in hun buurt; Sport- en trapveldjes voor jongeren (zoals het Aron Winterveld) bij de MFA’s hebben een grote toegevoegde waarde in het stimuleren van sport.
Sociale dokter coacht uw zorg (maatschappelijk samenwerken). Als bewoners zorg nodig hebben is vaak de eerste reflex om een breed scala van professionals in te zetten die elk –goed bedoeld- werken vanuit hun eigen territorium. GroenLinks wil dat de gemeente een omslag inzet waarin het uitgangspunt is dat professionele hulp wordt geboden waar dat moet, en onderlinge bewonerszorg plaatsvindt waar dat kan. De sociale wijkteams zijn daarom een uitstekende vorm; Professionals moeten breed inzetbaar zijn en werken buiten de kokers van hun eigen organisaties. Doel is de vraag van de bewoners zo dichtbij mogelijk te beantwoorden. Er is een bescheiden management en een minimum aan registratie en papierwinkel; GroenLinks vindt het invoeren van buurtzorg een goed voorbeeld en een eerste stap in die richting: de wijkverpleegkundige van vroeger is breed inzetbaar en heeft echt contact met de bewoners en de gezinnen in de buurt. En belangrijker nog: de klant is goed en plezierig geholpen; Ook preventieve maatregelen zoals budgetcursussen opvoedingsondersteunende programma's moeten in de buurten georganiseerd worden. De bewoner staat centraal met zijn / haar eigen mogelijkheden en beperkingen. Voor en door bewoners (burgerprimaat). De huidige recessie biedt bewoners ook kansen om regie over eigen buurt en wijk te krijgen. Er zijn onconventionele ideeën nodig en mensen die buiten de gebaande paden kunnen denken om de kaalslag in de verzorgingsstaat het hoofd te bieden. GroenLinks vindt dat de gemeente Lelystad deze creativiteit moet faciliteren. In de eerste plaats door regelmatig als gemeente het initiatief bij burgers te laten en niet alles over te nemen; Bijvoorbeeld door het stimuleren van “spullen-uitleen” in de wijken; Bijvoorbeeld door het blijven zoeken naar manieren om buurtbetrokkenheid te vergroten. Door niet meer vanuit regelgeving en beperkingen te denken, maar door mogelijkheden te zien en binnen de kaders te faciliteren; Door bijvoorbeeld samen met hangjongeren en buurtbewoners het overlastprobleem op te lossen; We kiezen een andere invalshoek voor onderhoud van gemeentelijk groen: hanteer ecologische uitgangspunten, laat buurtgroen door bewoners adopteren / beheren, bijvoorbeeld door het omzetten in moestuintjes, schapenweitjes etc.
3.8. Natuur, landschap, landbouw We zeiden het al: natuur, landschap en landbouw zijn heel belangrijk voor Lelystad. De stad is omringd door nieuwe natuur en water. GroenLinks ziet op dat punt graag de volgende ontwikkelingen: 14
Rond Lelystad is veel agrarische bedrijvigheid, deels grootschalig en traditioneel, deels biologisch (dynamisch) en dan vrijwel altijd kleinschalig. ‘De tuin van Lelystad’ (De Groene Velden en het gebied ten noorden ervan) is opgezet om deze vorm van land- en tuinbouw te stimuleren. GroenLinks pleit er voor het ‘tuin van Lelystad’ - concept uit te breiden en te stimuleren. Hiervoor zal de gemeente middelen beschikbaar moeten stellen (overheidsprimaat); GroenLinks is voor behoud en uitbreiding van de waardevolle natuurgebieden zoals Oostvaardersplassen, Natuurpark, Zuigerplasbos, Hollandse en Gelderse Hout. Belangrijk voor flora en fauna is dat deze gebieden zoveel mogelijk met elkaar verbonden zijn, zodat er verbindingsroutes voor dieren (en wandelaars/fietsers) zijn. Een goede afstemming tussen de landelijke en natuurbeheerders (zoals SBB, Natuurmonumenten en Flevolandschap) is daarvoor een voorwaarde (maatschappelijk samenwerken); De gemeente gaat een ander snoei- en onderhoudbeleid voeren voor het gemeentelijk groenbezit: meer ecologisch, snoeiafval gebruiken voor houtwallen, wilde plantensoorten zaaien op bermen etc. (overheidsprimaat); GroenLinks is tegen het verlenen van medewerking aan ‘legbatterijen’ ‘varkensflats’ en grootschalige melkveestallen, waarvoor (soms) bestemmingsplanwijzigingen nodig zijn. Zo profileert Lelystad zich nog beter als uniek biologisch landbouwgebied in Nederland (overheidsprimaat); Het alsnog aanleggen van het ‘Oostvaarderswold’, deel uitmakend van de nationale ecologische hoofdstructuur (of inmiddels het “robuuste natuurnetwerk”), heeft onze grote voorkeur. Maar als dat definitief niet doorgaat, moet ingezet worden op verbetering en verbinding van andere Flevolandse natuurgebieden (maatschappelijk samenwerken); Er wordt ingezet op betere natuureducatie en -voorlichting in het onderwijs (maatschappelijk samenwerken); GroenLinks is blij met de voorgenomen aanleg van de ‘Markerwadden’, het zal het Markermeer aantrekkelijker maken voor flora en fauna, en voor de watersporters (maatschappelijke samenwerken); De gemeente stopt onmiddellijk met het gebruik van Roundup en andere chemische onkruidverdelgers: er zijn voldoende uitstekende alternatieven (overheidsprimaat).
3.9. Stadsontwikkeling en wonen Lelystad heeft een volwassen omvang, zowel qua inwonertal als qua werkgelegenheid. Dat betekent voor de stadsontwikkeling de komende jaren dat het versterken van de bestaande stad voor GroenLinks het uitgangspunt moet zijn: De leegstand in het centrum moet verminderen: creatieve oplossingen zoals tijdelijke winkels, exposities etc. zijn dringend gewenst. De gemeente zet er op in om hierin maximaal sturend te gaan optreden. Het stadshart wordt snel aantrekkelijker door o.a. betere inrichting van pleinen en winkelstraten, en wordt zeker niet uitgebreid. We zijn voor herbestemmen van nu onaantrekkelijke winkelcomplexen voor startende ondernemers: bijvoorbeeld via (uitbreiding van) het ‘bazaar’-model (overheidsprimaat, invulling: maatschappelijk samenwerken); Er is geen behoefte aan nieuwe grote bedrijventerreinen, benut eerst de huidige terreinen beter (er is ook daar relatief veel leegstand). Eerste prioriteit is het clusteren van soorten bedrijvigheid: bijv. agrarisch, onderzoek en veterinair, 15
bouwnijverheid en industrie, dienstverlening. Dat kan prima op de bestaande bedrijventerreinen, en maakt het voor ondernemers aantrekkelijker om zich te vestigen (overheidsprimaat); Het kustgebied wordt vooral aantrekkelijk gemaakt voor toerisme / recreatie en watersport (maatschappelijk samenwerken); Warande wordt wat ons betreft voorlopig niet afgebouwd. De bestaande woningvoorraad aantrekkelijker maken en de oudere wijken versneld ‘upgraden’ heeft onze prioriteit. Braakliggende terreinen in en bij het centrum worden met voorrang ingevuld, bijvoorbeeld door uitgifte in vrije stedelijke bouwkavels zoals het voornemen is met ‘Parkwijk’ (gebied rond Arcus) (maatschappelijk samenwerken); Bij bestemmings- en bouwplannen is uitgangspunt dat bebouwing maximaal goed op de zon wordt georiënteerd (maatschappelijk samenwerken); Behoud van het open en groene karakter van Lelystad: geen nieuwe bouwprojecten in bestaand groen. Nieuwe stadsuitbreidingslocaties zijn niet aan de orde (overheidsprimaat).
Wonen (maatschappelijk samenwerken) Lelystad is een prettige stad om te wonen. Maar niet alle (toekomstige) inwoners kunnen snel een woning passend bij hun budget vinden. Er zijn veel oudere goedkope koopwoningen te koop. Die zijn relatief onaantrekkelijk, vanwege o.a. slechte isolatie, onderhoud en gehorigheid. Het zijn vrijwel allemaal corporatiewoningen geweest. GroenLinks wil dat er gekeken wordt naar mogelijkheden om deze woningen door Centrada terug te laten kopen, en de verkopers te laten huren. De gemeente zou samen met Centrada en evt. andere corporaties moeten kijken naar deze optie. Ook verkopers die willen doorstromen naar een grotere/kleinere of nieuwe woning zouden geholpen moeten worden (‘Ik wil door’- regeling); Aandacht blijft nodig voor bijzondere woonvormen: voor mensen met een beperking (zowel fysiek als psychisch) zijn aangepaste woonvormen mogelijk en nodig, doel is iedereen zo zelfstandig mogelijk te laten wonen; Voor jongeren is het de moeite waard te bezien in hoeverre (tijdelijke) goedkope huisvesting bijv. in leegstaande winkel- of bedrijfscomplexen in hun woonbehoefte kan voorzien; Ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Dat faciliteren we door mogelijkheden voor doorstromen naar een aangepaste woning in de eigen buurt te creëren. We willen onderzoeken of de ‘flatcomplexen’ in de Zuiderzee en Atolwijk ‘levensloopbestendig’ gemaakt kunnen worden (lift, brede deuren etc.); In het algemeen: het aanbod van koopwoningen boven de € 180.000 is meer dan voldoende, juist in het goedkope en ‘starters’ segment is veel creativiteit nodig. Ook moet er gelet worden op voldoende (zeer) goedkope huurwoningen die direct beschikbaar zijn voor urgente gevallen.
3.10. Mobiliteit Fietsen In Lelystad wordt relatief weinig gefietst. GroenLinks ziet graag dat het aantal fietsers groter wordt. Dat is gezonder voor de stad en voor haar inwoners. De gemeente kan hier een grote stimulerende en faciliterende rol in spelen. GroenLinks wil met de volgende maatregelen het fietsen aantrekkelijker maken: 16
Er komen meer en veiligere plekken om fietsen te stallen. Te denken valt aan een gelijkvloerse, bewaakte fietsenstalling in het centrum. Op verschillende plekken komen gratis fietspompen (overheidsprimaat); De fietsroutes door en om de stad heen worden logischer en beter aangegeven. Er wordt bijvoorbeeld aangehaakt bij het landelijke fietsknooppuntennetwerk en doorgaande routes worden duidelijker bewegwijzerd (overheidsprimaat); Fietsmogelijkheden richting omliggende steden en dorpen worden uitgebreid en verfraaid (maatschappelijk samenwerken).
Openbaar Vervoer Het openbaar vervoer speelt in Lelystad een modale rol. Er zijn buslijnen naar de meest bezochte plekken, maar het kan beter. Met de opening van de Hanzelijn naar Zwolle dienen zich nieuwe mogelijkheden aan. Wij denken aan de volgende maatregelen om het gebruik van het openbaar vervoer ten opzichte van de auto te stimuleren: De busverbindingen worden niet uitgekleed maar waar nodig verder uitgebreid. Toeristische trekpleisters als de Oostvaarderplassen en het Natuurpark worden beter ontsloten en ook de bus naar Enkhuizen wordt in ere hersteld; Lelystad houdt de ontwikkelingen op het spoor nauwlettend in de gaten. Bij grote ontwikkelingen moet altijd de haalbaarheid van nieuwe stations worden onderzocht. Ook de spoorverbinding naar enerzijds Hilversum/Utrecht en anderzijds Heerenveen/Groningen blijft onder de aandacht; Openbaar vervoer blijft gratis voor 65+’ers; Alle bushaltes zijn goed bereikbaar voor mindervaliden (agenda 22 – proof); Het gebruik van het busvervoer wordt gestimuleerd met maatregelen als reductiekaartjes voor koopavonden en marktdagen; Er komt een betere afstemming tussen de regio-taxi en ouderenvervoer op maat; Herinvoering van ‘treintaxi’ in Lelystad (meer personen, diverse bestemmingen, ook naar de directe regio van Lelystad, Swifterbant en Biddinghuizen tegen gereduceerd/aantrekkelijk tarief); De auto Door de ruimte opzet van de dreven en het gescheiden verkeerssysteem zijn er in Lelystad weinig problemen met auto’s. Toch dienen zich af en toe knelpunten aan. Wij denken aan de volgende maatregelen: Auto’s met een herkenbaar E-vignet (elektrisch of hybride) mogen overal gratis parkeren; Om de kosten te kunnen beheersen wordt het parkeren in parkeergarages aantrekkelijker gemaakt. Straatparkeren in het stadshart wordt beperkt; Bij het primaat dat wij geven aan OV en fiets past dat de parkeertarieven bij betaald parkeren verhoogd worden. Overigens willen wij alsnog een integrale benadering van het parkeren aan de kust (incl. Bataviastad) en het stadscentrum. Het maakt het kostendekkend krijgen van de parkeerexploitatie gemakkelijker; Veiligheid in woonwijken wordt gewaarborgd met o.a. duidelijk herkenbare 30 km – zones en verkeersdrempels; Bij scholen en MFA’s is extra aandacht voor verkeersveiligheid.
17
3.11. Cultuur Er bestaat in Lelystad een mooie culturele samenwerking: KUBA. Kubus, Underground, Bibliotheek en Agora hebben de handen ineen geslagen en stemmen geld en activiteiten af. Het is een voorbeeld wat ook op andere terreinen gevolgd zou kunnen worden, maar dat is alleen zinvol als de gemeente bereid is (en dat zou ze wat GroenLinks betreft moeten zijn) om dan ook meer verantwoordelijkheid bij de afzonderlijke maatschappelijke instellingen te laten en minder en detail per instelling te willen sturen. Volstaan zou moeten kunnen worden met kaders op hoofdlijnen, het formuleren van outputdoelstellingen en controle daarop (maatschappelijk samenwerken). Van belang is, juist in tijden van minder geld, dat een breed cultureel aanbod gegarandeerd blijft. Kunst en cultuur zijn niet een luxe of een stoplap, maar een onvervreemdbaar onderdeel van goede samenlevingsopbouw. Kunst dient meerdere doelen. Mooie dingen stemmen een mens vrolijk. Minstens zo belangrijk is de rol van kunst als commentator in en op de samenleving. Alleen al om die reden moet kunst gekoesterd worden en dient een voldoende stevige infrastructuur daarvoor in stand gehouden te worden. Dat geldt zowel voor de professionele als de amateursector. GroenLinks ziet vanuit dat uitgangspunt voor de komende periode de volgende aandachtspunten (maatschappelijk samenwerken): Handhaven van het cultuuraanbod op het huidige niveau; Bevorderen van de toegankelijkheid van cultuuruitingen voor lagere inkomensgroepen; Stimuleren van jonge kunstenaars, zij zijn tenslotte de toekomst van de kunst, bv. door faciliteren van werkplaatsen, (tijdelijke) ateliers in leegstaande panden en andere broedplaatsen; Stimuleren van film-, bibliotheek-, concert- en theaterbezoek door nieuwkomers en migranten, bv. door een ook op hen toegespitste programmering; Schoolkinderen via cultuureducatie in aanraking brengen met cultuur, als gemeenschappelijke taak voor scholen, MFA’s en de culturele instellingen.
3.12. Diversiteit “Ik ben er voor jou en jij bent er voor mij” is de titel van de prima integratienota die de gemeente Lelystad in 2008 uitbracht en die geldt tot en met 2014. GroenLinks kan zich nog steeds goed vinden in de beleidsuitgangspunten van die nota: Integratie is een wederkerig en tweezijdig proces; Wederzijdse acceptatie is nodig voor integratie; Gezamenlijke verbindende beginselen en praktijken: grondwet, burgerschap, identificatie met de Nederlandse samenleving; De eigen verantwoordelijkheid van de burgers staat centraal; Integratie maakt deel uit van alle beleidsterreinen van het college. Ook de speerpunten in de benadering zijn wat ons betreft, zij het in de uitwerking wat aangepast, nog steeds actueel: Maatschappelijke emancipatie: de sleutel ligt in de opleiding van de kinderen en volwassenen, in (het verkrijgen van) duurzaam werk oftewel een betaalde baan of het verrichten van vrijwilligerswerk.
18
Sociale integratie: het uitgangspunt is meedoen vanuit gedeelde interesses. Sociale integratie is meedoen, contacten aangaan, samenwerking zoeken. Van belang is dat het de scheidslijnen van etniciteit, cultuur en levensbeschouwing worden overstegen. Het leidt ons tot de volgende concrete aandachtspunten voor de komende raadsperiode: Financiële ondersteuning van de op dit terrein actieve organisaties als het Flevolandse Bureau Gelijke Behandeling (BGB), VVNL (vluchtelingenwerk) en zelforganisaties wordt voortgezet op basis van door de instellingen te leveren meerjarenprogramma’s (overheidsprimaat); Het bevorderen van burgerschap: iedereen heeft op gelijke wijze toegang tot de samenleving, ongeacht etniciteit, sekse, seksuele voorkeur, leeftijd, beperking, godsdienst, overtuiging. Onze grondrechten zijn gezamenlijke grondrechten (maatschappelijk samenwerken); Werkloosheid is hoog onder niet-westerse allochtonen, met name jongeren. Dit vraagt om: voorkomen schooluitval, behalen startkwalificatie, aanpak discriminatie op de arbeidsmarkt en problemen bij het vinden van stages (maatschappelijk samenwerken); Aandacht voor discriminerende voorvallen in de woonomgeving: samenwerking ketenpartners Centrada, politie, BGB, buurtbemiddeling, Openbaar Ministerie (maatschappelijk samenwerken); De antidiscriminatievoorziening is onafhankelijk en wordt tevens gefaciliteerd wordt voor voorlichting, training en bijvoorbeeld stadsdialogen (maatschappelijk samenwerken); Regelmatig worden vragen over discriminatie opgenomen in stedelijke enquêtes (overheidsprimaat); Aandacht voor diversiteit onder gemeentelijk personeel, waaronder: een nondiscriminatiecode en aandacht voor seksuele intimidatie (overheidsprimaat); Gebruik van hulphonden is overal toegestaan (overheidsprimaat); Aandacht voor discriminatie in het horecaconvenant (overheidsprimaat); Aandacht voor sport en homoseksualiteit: een veilig sportklimaat voor iedereen maatschappelijk samenwerken); Om polarisatie en radicalisering tegen te gaan is belangrijk dat partijen elkaar regelmatig ontmoeten. Wij betreuren het opheffen van het Overlegorgaan Integratie (OIL) en pleiten voor herinvoering van een dergelijke (al dan niet anders gestructureerde) vorm van overleg (maatschappelijk samenwerken); Handhaven van een één-loketfunctie voor vluchtelingen (maatschappelijk samenwerken); Plaatsen aanwijzen die geschikt zijn voor naaktrecreatie en een gedoogbeleid homoontmoetingspunten. (overheidsprimaat).
3.13. Dierenwelzijn De gemeentelijke rol als het gaat om dierenwelzijn spitst zich toe op een verantwoordelijkheid voor gevonden huisdieren, vergunningen voor landbouwbedrijven, vergunningen en (evt.) subsidies voor evenementen waarbij dieren gebruikt worden en voor de omgang met in het wild levende dieren. Algemeen gesproken pleit GroenLinks er voor aspecten van dierenwelzijn goed te integreren in alle beleidsterreinen die dieren kunnen raken, zoals landbouw, natuur, milieu, openbare orde en veiligheid (rampenbestrijding) etc. Dieren verdienen een goede bescherming in een goed voor hen leefbare omgeving. Meer specifiek pleiten wij (maatschappelijk samenwerken) voor : 19
Het tegengaan (bijvoorbeeld via bestemmingsplannen) van intensieve veehouderij en bevorderen van biologische, diervriendelijke en duurzame landbouw; Stimuleren en voorlichting geven over een verantwoord beperken van de consumptie van vlees en vis; Een voorkeursbeleid voor circussen en andere evenementen zonder (wilde) dieren; Afstemming van het beheer van openbaar groen op de bescherming van de diersoorten in hun leefgebied; Bij het aanpakken van overlast (muizen, ratten etc.) zo diervriendelijk mogelijke oplossingen te kiezen; Het sportvissen te beperken zo dat de vispopulatie gezond kan blijven; Goede voorzieningen in de openbare ruimte om de overlast van hondenpoep te beperken; Geen directe of indirecte medewerking te verlenen aan de promotie van bont.
3.14 Sport Gelukkig is de sport-deelname in Lelystad relatief goed. Sport is van sociaal en fysiek belang; GroenLinks vindt het belangrijk dat bewoners een gezonde leefstijl kiezen waarvan sport deel uitmaakt. Sport moet deel blijven uitmaken van de brede school zodat zoveel mogelijk kinderen met sport in aanraking komen. De gemeente moet zowel breedtesport stimuleren, toegankelijk voor zoveel mogelijk bewoners, als de Lelystadse topsporters koesteren. Niet alleen sporten in verenigingsverband is belangrijk. GroenLinks is een voorstander van leefstijl projecten waarmee alternatieven voor overgewicht en ongezonde leefstijlen worden onderzocht.
3.15 Openbare orde en veiligheid Veiligheid is een basisbehoefte. Preventie, opsporing en handhaving in openbare orde en veiligheid gaat over veel verschillende dingen. Er is een duidelijke link met andere beleidsterreinen. Een overzichtelijke inrichting van het openbaar gebied verminderd de kans op criminaliteit. Mensen die zich gerespecteerd voelen gedragen zich minder agressief. Aanvullend op wat daar al over gezegd is bepleit GroenLinks het volgende:
Wij zijn een groot voorstander van goed burgerschap: bewoners zien naar elkaar om en houden normen en waarden in de omgang met elkaar in leven. Het stimuleren van burgerzin is een taak van de gemeente: die vertoont voorbeeldgedrag in de manier waarop omgangsvormen in de praktijk gestalte krijgen. Daarbij hoort een klantvriendelijke gemeentelijke organisatie waarbij medewerkers niet zoveel mogelijk de boot afhouden en de regels in plaats van de mensen centraal staan. Ook hoort daarbij het aanspreken van burgers op ongewenst gedrag in plaats van wegkijken (overheidsprimaat); Lelystad kent levendige buurten met soms georganiseerde wijkbewoners. Levendigheid zorgt voor veiligheid, zowel subjectief: voelt men zich veilig, als objectief: er is weinig criminaliteit. Een cruciale rol hebben de wijkagenten. Zij zijn oor en oog in de wijk, bemiddelen, handelen preventief en werken aan sociale samenhang (maatschappelijk samenwerken); 20
Algemeen toezicht in de openbare ruimte zoals dat in het verleden door VOSproject en Perspectief werd uitgevoerd dient onverkort te worden overgenomen door het gemeentelijk werkbedrijf. Het algemeen toezicht wordt belegd bij zichtbare, in de openbare ruimte aanwezige, mensen met uitstekende communicatieve vaardigheden die overtreders aanspreken op ongewenst gedrag (overheidsprimaat); De Lelystadse coffeeshop heeft aantoonbaar gezorgd voor minder overlast door dealen en drugskoeriers in de woonwijken. Ook is er rond de vestigingsplek geen overlast ontstaan, maar is die zelfs verminderd. Daarom is GroenLinks voor het continueren van de vergunning (vergunning voor onbepaalde tijd) (overheidsprimaat); Bij de politie staan specifieke portefeuilles vanwege de bezuinigingen onder druk. Cruciale functies als het omgaan met huiselijk en/of eergerelateerd geweld, mensenhandel, maar ook homo-gerelateerde problematiek noodzaken tot aandacht van mensen met specifieke kennis op die terreinen. Meer in het algemeen in onze veelkleurige maatschappij zijn interculturele vaardigheden en voldoende diversiteit zeker ook in het politiekorps van eminent belang (maatschappelijk samenwerken); De fusie van het Openbaar Ministerie Midden Nederland verloopt bepaald niet vlekkeloos. Een groot gemis is dat er geen team meer is dat zich echt richt op Flevoland. Wij pleiten, binnen de fusie-organisatie, voor het opnieuw instellen van zo’n team (maatschappelijk samenwerken).
====================
21