Ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Vastgesteld
Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Inhoudsopgave
Kennisgeving
4
Bijlagen
6
Bijlage 1
Plancontour
7
Bijlage 2
Besluit
9
Toelichting Hoofdstuk 1
13 Inleiding
13
1.1
Aanleiding
13
1.2
Begrenzing projectgebied
13
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Hoofdstuk 2 2.1
15
Beschrijving van de omgevingsvergunning
Beschrijving van het plan
Hoofdstuk 3
17 17
Ruimtelijk beleidskader
19
3.1
Inleiding
19
3.2
Gemeentelijk beleid
19
Hoofdstuk 4
Omgevingsaspecten
23
4.1
Inleiding
23
4.2
Cultuurhistorie
23
4.3
Horeca
24
4.4
Milieu
24
4.5
Stedenbouwkundige inpassing
28
4.6
Verkeer en vervoer
29
Hoofdstuk 5
Procedurele aspecten
31
5.1
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
31
5.2
Verklaring van geen bedenkingen
31
5.3
Procedure
32
Hoofdstuk 6
Uitvoerbaarheid
2
33
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
6.1
Economische uitvoerbaarheid
33
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
33
3
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Kennisgeving
4
Omgevingsvergunning ‘Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde’ Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden is besloten de omgevingsvergunning Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde, NL.IMRO.0546.OV00064-0301, tezamen met de bijbehorende ruimtelijke onderbouwing te verlenen. Met deze omgevingsvergunning wordt een terras bij een lunchroom in het pand aan de Haarlemmerstraat 230 mogelijk gemaakt. Dit deel van het terras is gesitueerd aan de voorzijde van het pand (Haarlemmerstraat). Het ontwerp besluit heeft van donderdag 18 december 2014 tot en met woensdag 28 januari 2015 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Inzage De mededeling tot verlening van de omgevingsvergunning ligt vanaf donderdag 12 februari 2015 ter inzage. De beroepstermijn loopt van 13 februari tot en met 26 maart 2015. De vergunning zal pas in werking treden 1 dag na afloop van de beroepstermijn (vrijdag 27 maart 2015). Een digitale versie van de verleende vergunning is te raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl. De PDF-versie is te downloaden op www.leiden.nl/ruimtelijkeordening. In het atrium van het stadhuis (Stadhuisplein 1) en bij het servicepunt Bouwen en Wonen (Stadsbouwhuis, Langegracht 72), maandag t/m vrijdag van 8.30-17.00 uur, (stadhuis ook donderdag tot 20.00 uur en zaterdag van 9.0013.00 uur) kan een papieren versie van de omgevingsvergunning worden ingezien. Beroep Tijdens bovengenoemde termijn kan een beroep worden ingesteld door de volgende personen: belanghebbenden die tijdig een zienswijze hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit; belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze te hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit. Een beroepschrift kunt u verzenden naar de Rechtbank ’s Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Naast een beroepschrift kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de rechtbank. Het besluit treedt in werking op de dag na afloop van de beroepstermijn of wanneer op een eventueel verzoek om voorlopige voorziening is besloten. Informatie Nadere informatie bij het Servicepunt Bouwen en Wonen (Stadsbouwhuis), Langegracht 72, tel.14071 of via het online contactformulier.
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Bijlagen
6
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Bijlage 1
Plancontour
7
LEGENDA PLANGEBIED
grens van de omgevingsvergunning
VERKLARING 2
GBK, december 2014
0
10
20
30
40
50 m
Omgevingsvergunning Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde Status
IDN.IMRO
vastgesteld
NL.IMRO.0546.OV00064-0301
Datum
Schaal
02-02-2015
1:500
Formaat
Bladnr
A3
1 van 1
Leiden Gemeente Leiden, Postbus 9100, 2300 PC Leiden
Afdeling Realisatie Team Onderwijshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Bijlage 2
Besluit
9
Omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden gezien het verzoek ingediend door: adres: postcode en woonplaats: ingekomen op: geregistreerd onder nummer
xxx xxx xxx 13-06-2014 Wabo 141206 / 1341285 OLO.
waarbij een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt gevraagd voor het volgende project: het maken van en terras aan de voorzijde van het pand Haarlemmerstraat 230 te Leiden. Deze aanvraag bestaat uit de volgende activiteiten: Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan. overwegende: ten aanzien van de procedure De aanvraag tot omgevingsvergunning is op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt, waarbij is medegedeeld dat deze vanaf 25-06-2014 gedurende twee weken kan worden ingezien. Na bekendmaking zijn geen reacties binnengekomen. In artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht staat dat afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht onder andere van toepassing is op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvraag tot omgevingsvergunning slechts kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, o sub a, onder 3 Wabo. De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 18-12-2014 voor de duur van 6 weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn zijn geen zienswijzen of adviezen op de ontwerpbeschikking ingediend. ten aanzien van het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan. De aanvraag ziet op het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, of regels die zijn gesteld op grond van artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de Wabo is voor deze activiteit een omgevingsvergunning vereist. Ter plaatse is het bestemmingsplan Binnenstad II van kracht en geldt de bestemming verblijfsgebied. De activiteit is in strijd is met artikel 19, lid 1 van het genoemde bestemmingsplan omdat een terras niet binnen de doeleindenomschrijving past.
Op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 1 van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking. In het bestemmingsplan zijn geen toereikende regels opgenomen om af te wijken van de regels van het bestemmingsplan om het plan mogelijk te maken. Op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend voor in het Besluit omgevingsrecht (Bor) aangewezen gevallen. Uw aanvraag betreft niet een in het Bor aangewezen geval. Op grond van artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3 van de Wabo kan de omgevingsvergunning worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Wij zijn van oordeel dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing. Wij zijn dan ook bereid medewerking aan het plan te verlenen. De ruimtelijke onderbouwing NL.IMRO.0546.OV00064-0301 is als bijlage bij dit besluit gevoegd en maakt daarvan deel uit.
BESLUIT Burgemeester en wethouders besluiten: de omgevingsvergunning te verlenen voor het volgende project: het maken van een terras aan de voorzijde van het pand Haarlemmerstraat 230 te Leiden. Dit besluit betreft de volgende activiteiten: Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan. authentiek adres De vergunning wordt verleend voor het volgende authentieke adres: Haarlemmerstraat 230 te Leiden. bijgevoegde documenten De volgende toegevoegde gewaarmerkte stukken maken deel uit van de vergunning: FTP 1341285-1402650374232-papierenformulier.pdf ingediend op 13-06-2014. Haarlemmerstraat bestaand 1341285-1402576691475-20140612-terras-Haarlemmerstraatbestaand BB 141208.pdf ingediend op 13-06-2014. Haarlemmerstraat situatie 1341285-1402650019828-20140612-Haarlemmerstraat-situatie BB 141208.pdf ingediend op 13-06-2014. Terras nieuw 1341285-1411119792763-terras-nieuw BB 141208.pdf ingediend op 19-09-2014. Ruimtelijke onderbouwing vastgesteld (NL.IMRO.0546.OV00064-0301) Terras Haarlemmerstraat 230 BB 141208.pdf . inwerkingtreding Deze vergunning treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn van 6 weken, gerekend vanaf de dag na die waarop dit besluit ter inzage is gelegd. Indien tijdens genoemde
omgevingsvergunning uitgebreid-257
termijn van 6 weken bij de rechtbank een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend, dan treedt deze beschikking niet eerder in werking dan nadat op het verzoekschrift is beslist. beroepsclausule Wie door het verlenen van deze vergunning rechtstreeks in zijn belangen is getroffen, en tijdig zienswijzen tegen het ontwerpbesluit heeft gemaakt, kan daartegen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen een termijn van 6 weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd beroep instellen bij de rechtbank, Sector Bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Indien onverwijlde spoed - gelet op de betrokken belangen - het vereist, kunt u ook de Voorzieningenrechter van de rechtbank in Den Haag verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen.
Verzonden: Leiden 10-02-2015 Burgemeester en wethouders, namens dezen,
A.H. Karbet Teamleider Vergunningen en Subsidies
omgevingsvergunning uitgebreid-257
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Toelichting Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
De eigenaar van het pand aan de Haarlemmerstraat 230 heeft bij de gemeente Leiden twee aanvragen om omgevingsvergunning gedaan voor het realiseren van twee buitenterrassen bij een lunchroom. Voor het vestigen van de lunchroom is reeds een omgevingsvergunning verleend (functiewijziging om horeca mogelijk te maken binnen de bestemming winkeldoeleinden). De lunchroom zelf maakt dus geen onderdeel uit van deze ruimtelijke procedure. Voor beide terrassen is een aparte aanvraag om omgevingsvergunning gedaan. De terrassen zijn niet onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar aangezien beide terrassen bij hetzelfde pand horen, is er voor gekozen om één ruimtelijke onderbouwing op te stellen voor beide aanvragen om omgevingsvergunning. De verzoeken zijn in strijd met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan Binnenstad II. De gemeente Leiden heeft aangegeven aan deze ontwikkeling te willen meewerken. Dit plan zal middels een uitgebreide procedure (met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo) mogelijk worden gemaakt. Dit stuk vormt de ruimtelijke onderbouwing zoals bedoeld in artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht (Bor). In deze ruimtelijke onderbouwing zal worden gemotiveerd waarom wordt meegewerkt aan het verzoek tot het verlenen van de omgevingsvergunningen.
1.2
Begrenzing projectgebied
De terrassen zijn gepland bij het pand gelegen op de hoek van Haarlemmerstraat 230 met de Legewerfsteeg. Het pand is gelegen op het perceel kadastraal bekend sectie H, nummer 4272. Dit perceel is particulier eigendom. Het terras wordt gerealiseerd op het perceel kadastraal bekend sectie H, nummer 3783. Dit perceel is in eigendom van de gemeente Leiden. De grens van het projectgebied is de contour van de twee nieuwe terrassen. Beide terrassen horen bij de lunchroom gevestigd in het pand aan de Haarlemmerstraat 230. Eén terras komt aan de voorzijde van het pand gelegen aan de Haarlemmerstraat, zie afbeelding 1. Het andere terras komt aan de zijgevel van het pand en is gelegen aan de Legewerfsteeg, zie afbeelding 2.
13
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Afbeelding 1
14
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Afbeelding 2
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Voor het projectgebied, zoals aangegeven en toegelicht in paragraaf 1.2, vigeert op dit moment het volgende bestemmingsplan:
Naam bestemmingsplan
Vastgesteld
Raad van State
Binnenstad II
17 januari 2007
13 augustus 2008
Het pand is gelegen binnen de grenzen van het bestemmingsplan 'Binnenstad II'. Op basis van het geldende bestemmingsplan hebben de gronden waar beide terrassen op gepland zijn de bestemming 'Verblijfsgebied '. In artikel 19 lid 1 van de planregels is aangegeven waar de
15
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
gronden voor bestemd zijn. Een terras past niet binnen de doeleindenomschrijving. Daarnaast is het terras gelegen binnen het beschermd stadsgezicht waarvoor de medebestemming beschermd stadsgezicht geldt. In artikel 22 van de planregels is bepaald dat de voor 'Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden, mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de met het beschermd stadsgezicht verbonden cultuurhistorische waarden, zoals nader omschreven in de toelichting bij de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht en hoofdstuk 4 van de toelichting die het onderhavige bestemmingsplan vergezelt. In lid 2 van artikel 22 is bepaald dat bij de beoordeling van aanvragen voor aanlegvergunningen, het verlenen van vrijstellingen (afwijkingen), het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, en wijzigingsbevoegdheden en de verplichting tot uitwerking wordt de cultuurhistorische waarde van het beschermde stadsgezicht zoals in lid 1 bedoeld mede in overweging genomen.
16
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Hoofdstuk 2 2.1
Beschrijving van de omgevingsvergunning
Beschrijving van het plan
Het plan betreft twee buitenterrassen behorende bij een lunchroom in het pand aan de Haarlemmerstraat 230. Het pand is gelegen op een hoek en het nieuwe terrras is deels gesitueerd aan de zijde van de Haarlemmerstraat (tegen de voorgevel van het pand) en deels gesitueerd aan de Legewerfsteeg (tegen de zijgevel van het pand). Het terras dat tegen de voorgevel van het pand geplaatst zal worden, wordt 1,30 meter breed en 7,70 meter lang. Het terras dat langs de zijgevel van het pand geplaatst zal worden, wordt 2,20 meter breed en 15,40 meter lang. Het terrasmeubilair bestaat uit losse tafels en stoelen. Deze worden dagelijks na sluitingstijd naar binnen gehaald. De openingstijden van het terras zullen gelijk zijn aan de openingstijden van de lunchroom zelf. De afmetingen van het terras zijn zodanig afgestemd dat het voldoet aan de vereiste obstakelvrije ruimte van 50 cm ten opzichte van de blindengeleidenstrook in de Haarlemmerstraat conform het Handboek Openbare Ruimte en de Nadere Regels Terrassen. Momenteel staan op de beoogde locatie van het terras in de Legewerfsteeg een groot aantal fietsenklemmen. Om het terras te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat deze klemmen komen te vervallen. De gemeente Leiden heeft toegezegd dat de fietsklemmen op deze locatie ten behoeve van het terras verwijderd zullen worden.
17
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
18
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Hoofdstuk 3 3.1
Ruimtelijk beleidskader
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan beleidsstukken van de gemeente voor zover deze relevant zijn voor het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling. Aangegeven zal worden hoe het voorgenomen project past binnen de uitgangspunten van deze beleidskaders. Aangezien het plan geen raakvlakken heeft met ruimtelijk beleid op nationaal, provinciaal en regionaal niveau (de omvang van het plan is te klein om daadwerkelijk op rijks-, provinciale en regionale belangen van invloed te zijn), zullen deze beleidsstukken niet worden genoemd in dit hoofdstuk.
3.2
Gemeentelijk beleid
3.2.1
Structuurvisie Leiden 2025
Op 17 december 2009 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie 2025 vastgesteld (RV 09.0130). Deze structuurvisie is bij raadsbesluit van 1 december 2011 herzien (RV 11.0104). De structuurvisie bouwt voort op het Structuurplan Boomgaard van Kennis en de in 2004 vastgestelde Ontwikkelingsvisie: Leiden stad van ontdekkingen. Op de punten die niet in deze structuurvisie zijn opgenomen, is de Boomgaard van Kennis van toepassing. Voor de overige aspecten is de structuurvisie hiervan de ruimtelijke vertaling. Daarnaast is bij het opstellen van de structuurvisie gebruik gemaakt van de Regionale Structuurvisie van Holland Rijnland. De prioriteiten die in de Regionale Structuurvisie voor Leiden zijn benoemd, vormen het uitgangspunt van de structuurvisie. De uitgangspunten van de structuurvisie zijn het bestaande beleid en de ambities en verwachtingen, die in overleg met partijen en partners zijn geformuleerd. Dit heeft geleid tot een Structuurvisie met de volgende ambities: de historische binnenstad wordt beter op de kaart gezet; het Bio Science Park en de kenniseconomie worden verder ontwikkeld; de bereikbaarheid wordt verbeterd; de groene en blauwe structuren in en rondom de stad worden versterkt en verbonden; de kansen die zich in het Stationsgebied, Transvaal/Vondellaan en op De Waard aanbieden worden benut om met wonen en werken een bijdrage te leveren aan de versterking van de kennisstad. In de structuurvisie is de Leidse binnenstad aangeduid als gemengd stedelijk gebied. Het toevoegen van goede en aantrekkelijke horeca aan dit gebied wordt als een belangrijk onderdeel beschouwd. Het realiseren en toevoegen van een terras bij een horecagelegenheid levert een positieve bijdrage aan het aantrekkelijk maken van de horecagelegenheid zelf en aan het gebied waar dit is gelegen. Het realiseren van het plan sluit aan bij de doelstellingen uit de structuurvisie.
3.2.2
Programma Binnenstad
In het door de gemeenteraad op 20 januari 2009 vastgestelde programma Binnenstad komt het thema horeca specifiek aan bod.
19
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Eén van de ambities uit het programma Binnenstad is het uitbreiden en verbeteren van de winkelvoorzieningen met bijbehorende horecavoorzieningen. Horeca vormt zowel een bezoekmotief (uitgaan) als een ondersteunende functie (theaterbezoek met hapje vooraf en een drankje na). Toevoeging van ontbrekende horeca als bezoekmotief en het uitbreiden van ondersteunende horeca maakt de binnenstad compleet. Het versterken van de bezoekersfunctie wordt als een belangrijk punt gezien. Het realiseren van een buitenterras bij een horecagelegenheid levert een positieve bijdrage aan het versterken van het bezoekersmotief door op mooie warme dagen te genieten van een hapje en een drankje in de open lucht op het terras. Het plan sluit als zodanig aan bij de ambities verwoord in het programma Binnenstad.
3.2.3
Structuurvisie Verder met de binnenstad
Het Programma Binnenstad is uitgewerkt in de nota 'Verder met de binnenstad'. Deze nota is op 11 oktober 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Het Programma Binnenstad heeft tot doel meer bezoekers naar de binnenstad van Leiden te trekken, meer bestedingen te genereren en een hogere waardering voor het aanbod van de binnenstad te krijgen. De doelen van het programma zijn daarmee in hoofdlijn economisch van aard. De maatregelen van het programma Binnenstad zijn onder meer gericht op het ruimtelijk-economisch beleid. ‘Verder met de Binnenstad, gebruikshandleiding voor ontwikkelingen in de binnenstad van Leiden’ stelt ontwikkelende partijen beter in staat om goede ontwikkelplannen op te stellen en uit te voeren. Daarmee levert zij een praktisch en hanteerbaar kader voor een brede doelgroep. 'Verder met de Binnenstad' heeft de status van structuurvisie. Het vervangt daarmee niet de bestaande Structuurvisie Leiden 2025, maar het is een verdieping op het hoofdstuk over de Binnenstad in de structuurvisie. De samenhang tussen de structuurvisie 'Verder met de Binnenstad' en de overige gebieden in de stad blijft verankerd in de Structuurvisie Leiden 2025, vandaar dat 'Verder met de Binnenstad' niet verder ingaat op deze samenhang. Het plangebied is gelegen in het deel van de binnenstad dat volgens de structuurvisie 'Verder met de Binnenstad', behoort tot het kernwinkelgebied van de Haarlemmerstraat en de Breestraat. Voor het pand zelf is inmiddels een omgevingsvergunning verleend voor een functiewijziging van winkelruimte naar lunchroom. Dat is passend geacht, omdat lunchroom als functie behoort tot het hoofdprogramma van functies in het kernwinkelgebied en actief worden ondersteund. Een terras direct behorend tot een horecavestiging behoort tot het ondersteunend programma, dat zijn functies die gedoseerd mogelijk zijn, maar niet persé altijd en overal aanwezig hoeven te zijn. Het realiseren van een terras bij een horecagelegenheid is passend en een aanvulling binnen de functies van het hoofdprogramma van de structuurvisie 'Verder met de Binnenstad'.
3.2.4
Conclusie
De gemeente Leiden heeft meerdere beleidsstukken vastgesteld, waarin het gewenste ruimtelijke gebruik van de binnenstad is uiteengezet.Deze beleidsstukken onderscheiden allen een aantal verschillende gebiedstypen in de binnenstad, waaronder het 'kernwinkelgebied', 'stedelijke cultuur', 'academische cultuur' en 'zwerfmilieu'. De Haarlemmerstraat is het kernwinkelgebied van de stad. Het kernwinkelgebied wordt in alle bovenstaande beleidsdocumenten omschreven als een gebiedstype dat het economische hart van de stad is. Leiden verliest bezoekers als er geen winkels zijn van bekende en populaire
20
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
grote ketens, dus daar moet ruimte voor worden geschapen door bijvoorbeeld grotere units te realiseren. In het kernwinkelgebied zijn buiten de winkelfunctie ook functies mogelijk, die het verblijf voor de voetganger veraangenamen, zoals horeca. Horeca, die zich qua openingstijden en qua exploitatie richt op de winkelactiviteit, zoals lunchrooms, is daarmee een gewenste functie in het kernwinkelgebied. Een lunchroom valt daarom ook onder het hoofdprogramma van het kernwinkelgebied. Kleine terrassen worden gezien als ondersteunend programma. Gelet op de locatie en de uitvoering van beide gevelterrassen is gebleken dat de terrassen geen belemmering vormen voor de winkelfunctie, maar juist goed aansluiten bij de horeca inrichting en een grote meerwaarde zijn voor de exploitatie van de lunchroom. Hierdoor is het terras gewenste ondersteunende horeca voor de winkelfunctie.
21
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
22
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Hoofdstuk 4 4.1
Omgevingsaspecten
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de gemaakte keuzes gemotiveerd. Per onderwerp is een paragraaf opgenomen, waarin eerst kort het toetsingskader, bijvoorbeeld een wet of beleid, wordt aangegeven. Daarna worden de voor dit plan uitgevoerde onderzoeken besproken.
4.2
Cultuurhistorie
Erfgoednota Gemeente Leiden 2014-2020 Op 19 december 2013 heeft de Leidse gemeenteraad de Erfgoednota 2014-2020 (RV 13.0113) vastgesteld. De Erfgoednota benadert erfgoed integraal en gaat niet alleen over de historische stad zelf, maar ook over erfgoedkennis, onderwijs, ondernemerschap, collecties, verhalen en beleving. In Leiden, Stad van Ontdekkingen, zorgen professionals, betrokken burgers en gemeente samen voor uitvoering van de ambities van de Erfgoednota. De Erfgoednota gaat uit van de volgende visie: Leiden heeft met erfgoed een onderscheidende kracht in huis: zo heeft Leiden en de (internationale) kennis en collecties, en de aantrekkelijke historische stad en de grote mate van betrokkenheid van bewoners. Daarbij gaat het niet alleen om de waarde van het erfgoed zelf maar ook om de meerwaarde voor de stad uit maatschappelijk, cultureel, wetenschappelijk en economisch oogpunt. Een belangrijke ambitie uit de Erfgoednota is dat Leiden haar historische omgevingskwaliteit wil behouden, benutten en versterken voor een aantrekkelijke, vitale en toekomstbestendige stad. Erfgoed inspireert in de ontwikkeling van de stad. Daarbij benut Leiden de inspiratie uit het verleden en zoekt aansluiting bij bestaande historische karakteristieken en essenties. Onder invloed van rijksbeleid en wetgeving komt voor het erfgoed steeds meer nadruk te liggen op het ruimtelijk instrumentarium. Dit zet zich voort in de ontwikkeling van de nieuwe Omgevingswet, waarin ook het erfgoed wordt opgenomen. Leiden continueert de aandacht voor cultuurhistorie in het bestemmingsplan en anticipeert daarbij op rijksbeleid en wettelijke verplichtingen. Integrale cultuurhistorische waarden maken - uitgebreider en specifieker dan voorheen - deel uit van het bestemmingsplan. Van archeologie tot bouwhistorie, van historische structuren tot monumentale objecten. Hieraan worden maatregelen gekoppeld. Uitgangspunt is; beschermen wat beschermenswaardig is, zonder onnodige regeldruk. Cultuurhistorische kennis- en waardenkaarten van Leiden (met diverse themakaarten) dragen hieraan bij, evenals de onderzoeksagenda voor archeologie en bouwhistorie. Hergebruik en herbestemming van historische bebouwing is in de Erfgoednota een belangrijk thema, met het oog op vitale omgevingskwaliteit en toekomstwaarde. Waar mogelijk en gewenst creëren bestemmingsplannen qua functies dan ook ruimte voor flexibele herbestemming. Dit pand ligt in het beschermd stadsgezicht Leiden binnen de Singels. Het betreft een gemeentelijk monument. Het pand ligt in de stadsuitbreiding van 1350. Het is gebouwd in 1924/1925 gebouwd, ontworpen door architectenbureau Van der Laan in sobere Art-Decostijl. In het gebouw was het confectie- en garnituurbedrijf F. Pieck gevestigd, ingericht als winkel op de begane grond en als confectieatelier op de verdiepingen. Haarlemmerstraat 230 is voor Leiden belangrijk als bedrijfsgebouw uit de eerste kwart van de 20e eeuw waarbij productie en verkoop van textiel waren ondergebracht in één pand. Bedrijven als de firma Pieck behoren tot de laatste fase van de geschiedenis van textielfabricage in Leiden. Dit pand is een goed herkenbaar overblijfsel van deze vorm van nijverheid en handel. Het pand is een vrij gaaf bewaard voorbeeld van rationalistische bedrijfsarchitectuur met decoratie in robuuste
23
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Art-Deco-vormen en voor Leiden belangrijk als onderdeel van het oeuvre van het Leidse architectenbureau Van der Laan. Het bewaarde deel van de winkelpui aan de Legewerfsteeg is een voor Leiden zeldzaam voorbeeld van een groots opgezette etalage uit de betreffende periode. Een terras is op deze locatie voorstelbaar. In de Haarlemmerstraat zijn meerdere gevelterrassen aanwezig. De karakteristieken van het monument waar de terrassen toe behoren, worden niet onevenredig aangetast. Het voorstel heeft ook geen nadelige gevolgen voor het beschermd stadsgezicht ter plaatse.
4.3
Horeca
De terrassen zijn een goede aanvulling op de exploitatie van de horeca-inrichting. Gezien de aard van de horeca-inrichting (lunchroom) en de bijbehorende openingstijden is het vestigen van een terras geen belasting voor de woonomgeving of de omliggende bedrijven. Daarnaast voldoet het terras wat betreft afmetingen en ligging aan de voorschriften op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) en de Nadere Regels voor terrassen. Een terras sluit heel goed aan bij het gebruik van de horecagelegenheid en past ook op deze locatie. Het doet geen afbreuk van aan de omgeving van het plangebied, omdat met het realiseren van het terras rekening is gehouden met voldoende doorloopruimte voor voetgangers.
4.4
Milieu
Het plan is door de Omgevingsdienst West-Holland beoordeeld op de milieuaspecten bedrijven en milieuzonering, bodem, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid.
4.4.1
Bedrijven en milieuzonering
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht om, in het kader van een goede ruimtelijke ordening aan te tonen dat toekomstige en bestaande bewoners en gebruikers in en rondom het plangebied een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd, maar ook dat bestaande bedrijven niet in hun belangen worden geschaad. Hiertoe kan een bepaalde afstand tussen een milieubelastende activiteit en een milieugevoelig object noodzakelijk zijn, ingedeeld in zogenaamde milieucategorieën. Milieuzonering werkt wederkerig. Dat betekent dat nieuwe bedrijven afstand moeten houden tot bestaande gevoelige objecten, maar ook dat nieuw te ontwikkelen (gevoelige) objecten voldoende afstand moeten houden tot bestaande bedrijven. Die afstand is noodzakelijk, omdat de bedrijfsvoering van een bedrijf anders kan worden aangetast, of er hinder kan ontstaan voor bewoners en gebruikers. Ter bepaling van de noodzakelijke afstanden zijn het 'Besluit algemene regels voor inrichtingen' oftewel het activiteitenbesluit en de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 leidend. Het plangebied van Haarlemmerstraat 230 is in het vigerend bestemmingsplan Binnenstad II getypeerd als een gebied met functiemenging (bron: VNG uitgave 'Bedrijven en milieuzonering', 2009). In het gebied zijn verschillende functies aanwezig en toelaatbaar. Er is geen belemmering voor het plan.
24
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
4.4.2
Bodem
Van deze locatie zijn bij de Omgevingsdienst geen bodemonderzoeken bekend. Er wordt niet in de bodem geroerd. Vanwege de aard van de werkzaamheden en de oppervlakte is het uitvoeren van een bodemonderzoek niet noodzakelijk.
4.4.3
Externe veiligheid
De aanleg van het terras heeft geen invloed op de externe veiligheidssituatie.
4.4.4
Geluid
De Wet geluidhinder is niet van toepassing op een buitenterras bij de horecagelegenheid. Het betreft namelijk geen geluidgevoelige bestemming. De te verwachten geluidniveaus vanwege stemgeluid van de twee terrassen zal worden berekend en getoetst in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Wettelijk kader Activiteitenbesluit Stemgeluid van terrassen is voor het Activiteitenbesluit uitgesloten van toetsing aan de geluidnormen, tenzij het terras is gelegen aan een binnenterrein, wordt verwarmd of is voorzien van een vaste overkapping. Met dit laatste wordt niet een zonnescherm, of parasol bedoeld, maar een permanent aanwezige luifel o.d.. Aangezien voorgaande voorwaarden niet aan de orde zijn, is het stemgeluid van deze terrassen vrijgesteld van toetsing aan het Activiteitenbesluit. De reden dat het Activiteitenbesluit dit uitsluit is, omdat dit zou leiden tot een te rigide toepassing waardoor terrassen op korte afstand van woningen per definitie niet mogelijk lijken na 19.00 uur 's avonds. Bovendien, zo licht het Activiteitenbesluit toe, zal het stemgeluid grotendeels opgaan in het reeds aanwezige omgevingsgeluid. Het Activiteitenbesluit geeft dus aan dat het toetsen aan de normen van het Activiteitenbesluit het in veel gevallen onmogelijk maakt een terras in gebruik te hebben. Na vaststelling van de te verwachten geluidniveaus zal dus gemotiveerd moeten worden of deze niveaus nog aanvaardbaar zijn of niet. Bij de beoordeling wordt hier nader op ingegaan.
Goede ruimtelijke ordening Wat nog wordt verstaan onder een goede ruimtelijke ordening laat zich niet begrenzen door harde geluidnormen. Ook de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' geeft specifiek voor terrassen geen richtlijnen. Horeca, waaronder lunchrooms, wordt in principe aanpandig toelaatbaar gezien in een gemengd gebied (daar is hier sprake van). Het ontbreekt momenteel aan een duidelijk toetsingskader, zeker nu het Activiteitenbesluit toetsing van stemgeluid uitsluit.
Terrassenbeleid De gemeente is in samenwerking met de Omgevingsdienst West-Holland een bruikbaar toetsingskader aan het ontwikkelen voor een terras in het algemeen. Vele akoestische adviesbureaus hebben reeds onderzoek gedaan naar specifieke terrassen om te kijken of deze ruimtelijk inpasbaar zijn. De aannames, die bij elk van deze rapporten gesteld worden verschillen onderling nogal. Bij het uitvoeren van een geluidonderzoek spelen
25
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
de volgende factoren een rol: De openingstijden van het terras. De bezettingsgraad op een terras (welk percentage van het terras is gemiddeld bezet). De grootte van het terras. Het aantal personen per m2. De gemiddelde spreektijd van een persoon op het terras. Het geluidvermogen dat wordt gehanteerd voor stemgeluid (hoe hard praat iemand). Reflecterende of juist absorberende of afschermende objecten rond het terras of de woning. Bij het positief bestemmen van een terras ga je er van uit dat de ondernemer zijn of haar verantwoordelijkheid kent en van goed buurschap blijk geeft. De APV biedt voldoende handvatten en prikkelmogelijkheden om een ondernemer hieraan gehoor te laten geven. Geschreeuw hoort niet thuis op een terras en maakt dan ook geen onderdeel uit van de beoordeling. Lachen en roepen moet tot op zekere hoogte als kenmerkend geluid voor een terras worden gezien en maakt om die reden wel onderdeel uit van de beoordeling.
Geluidberekeningen Bij akoestische onderzoeken wordt veelal gebruik gemaakt van kentallen voor stemgeluid zoals weergegeven in de Duitse brochure: 'VDI3770; Emissionskennwerte von Schallquellen Sport- und Freizeitanlagen'. Hierin zijn bronvermogens opgenomen voor stemgeluid bij diverse recreatieve activiteiten. In deze brochure wordt voor normaal praten een geluidvermogen van 65 dB(A) aangehouden en 70 dB(A) voor het met geheven stem spreken. Voor dit onderzoek wordt uitgegaan van een geluidvermogenniveau per persoon van 70 dB(A). Bij de bepaling hiervan is rekening gehouden met de praktijkervaringen die de Omgevingsdienst heeft opgedaan uit diverse geluidmetingen. De praktijkmetingen tonen aan dat een waarde van 70 dB(A) beter aansluit bij de praktijk dan de waarden die alleen op basis van voornoemde richtlijn zou worden aangehouden. Aan de andere kant is de ervaring dat het stemgeluid van terrassen bij een categorie-I horecabedrijf (lunchroom) doorgaans wat lager licht dan bij bijvoorbeeld een caféterras. Met een uitgangspunt van 70 dB(A) wordt dus van een worstcase uitgegaan.
Akoestisch onderzoek terras De Omgevingsdienst West Holland heeft voor dit terras een akoestische berekening gemaakt. Deze berekening is gemaakt toen de eerste tekeningen voor de beide terrassen bij de Gemeente Leiden waren ingediend. Het terras aan de zijde van de Legewerfsteeg was toen echter tweemaal zo groot in oppervlakte (afmetingen waren toen 4,70 meter bij 14,80 meter). Op verzoek van de gemeente heeft de aanvrager dit deel van het terras uiteindelijk aangepast (verkleind). Aangezien het grotere terras akoestisch al geen bezwaren opleverde, is ervoor gekozen om geen nieuwe berekeningen uit te voeren voor het aangepaste kleinere terras aan de Legewerfsteeg. Het terras aan de Haarlemmerstraatzijde is niet aangepast. Uitgangspunten bij de berekeningen De openingstijden van het terras worden gesteld van ca. 10.00 uur tot 22.00 uur (uitgegaan van worst case aansluitend bij de openingstijden op basis van de winkeltijdenwet). Er wordt uitgegaan voor zowel overdag (tussen 10.00 en 19.00 uur) als 's avonds 19.00-22.00 uur van een bezettingsgraad van gemiddeld 75 % (voor een uitgesproken caféterras zou een andere bezettingsgraad worden aangehouden). Het terras bestaat uit een straatdeel en een steegdeel. De oppervlakte is respectievelijk 10 en 65 m2. Op het geveldeel wordt gerekend met 4 tafeltjes met in totaal 10 personen. In de aanvraag is getekend met 16 personen, maar dat lijkt ons erg krap gezien de ruimte bij de 26
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
blindengeleidestrook. Op het steegdeel is gerekend met 16 tafeltjes met totaal 64 personen. Voorgaande geeft een gemiddelde van ongeveer 1 persoon per m2. Van de tafeltjes voor 4 personen wordt uitgegaan van een spreektijd van 25% per persoon, wat overeenkomt met een 100% spreektijd door 1 persoon bij een tafeltje met 4 personen. Geluidvermogen stemgeluid: 70 dB(A) per persoon. Voor het maximale geluidniveau (piekgeluid) voor lachen en roepen wordt op basis van de Duitse publicatie een bronvermogen LWR,max van 86 dB(A) aangehouden. Bovenstaande uitgangspunten worden in een rekenmodel gebracht waarin ook de omgeving is gemodelleerd. Voor de modellering van het terras wordt gebruik gemaakt van een oppervlaktebron, waarbij een geluidvermogen per m2 wordt gehanteerd. Hierdoor ontstaat een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van het aantal personen over het terras.
Rek enresultaten De hoogste geluidbelasting voor het gemiddelde geluidniveau LAeq wordt, zoals verwacht, berekend op de 1ste etage tegenover de zaak in de Lege Werfsteeg). In respectievelijk de dag-, de avondperiode wordt een niveau berekend van beide 55 dB(A). Op de overige woningen bedraagt het niveau 50 dB(A) of minder. Als alleen naar het straatterras wordt gekeken bedraagt het maximale geluidniveau 45 dB(A). Dit niveau wordt berekend op de tegenovergelegen woning aan de Haarlemmerstraat. In lijn met de geluidregelgeving wordt de avondperiode 5 dB zwaarder belast dan de dagperiode. Hiermee rekening houdend is de avondperiode bepalend voor de beoordeling van het geluidniveau vanwege het terras.
Beoordeling Zoals eerder aangegeven ontbreekt het aan toetsingscriteria voor stemgeluid van terrassen. In de praktijk blijkt dat stemgeluid van terrassen overdag nauwelijks hoorbaar is ten opzichte van het omgevingsgeluid. In de avond- en nachtperiode is het omgevingsgeluid niet meer continu aanwezig in een omgeving zonder doorgaande verkeerswegen kan terrasgeluid meer opvallend aanwezig zijn. Een belangrijke parameter bij het vaststellen of geluid overlast kan geven is de geluidbelasting op de gevel en de geluidwering van de betreffende gevel. In de latere avond- en in de nachtperiode is dit met name van belang op geveldelen die deel uitmaken van een slaapvertrek. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, LAr,LT Doorgaans wordt een gemiddeld niveau in geluidgeluidgevoelige ruimten, als woon- en slaapkamers, van 35 dB(A) in de dag-, 30 dB(A) in de avond- en 25 dB(A) in de nachtperiode als voldoende laag gezien ter voorkoming van hinder en slaapverstoring. Voor stemgeluid mag, voor een woning die aan de minimale eisen van het Bouwbesluit voldoet, een gevelwering verwacht worden van 25 tot 30 dB(A). Gesteld kan worden dat met de nu berekende niveaus hinder in voldoende mate wordt beperkt ten aanzien van de gemiddelde niveaus. Er is in de avondperiode een niveau van 25 dB(A) tot 30 dB(A) te verwachten in de ruimte achter de hoogstbelaste gevel. Op de overige gevels ligt dit niveau ten minste 5 dB(A) lager. In geval van een matig geïsoleerde gevel zal dus net aan een binnenniveau van 30 dB(A) in de avondperiode kunnen worden voldaan. Maximale niveaus, LAmax Wat betreft geluidpieken (LAmax) gelden te beschermen binnenniveaus van 55 dB(A) overdag, 50 dB(A) in de avond- en 45 dB(A) in de nachtperiode in geluidgevoelige ruimten van een woning. Het berekende niveau op de gevels voor zowel de dag- als de avondperiode bedraagt maximaal 63 dB(A). Bij een minimaal te verwachten gevelwering van 25 dB(A) voor stemgeluid
27
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
zal het niveau in de woningen naar verwachting niet boven de 40 dB(A) uitkomen. Dit wordt als ruim voldoende gezien om hinder in de avondperiode te voorkomen.
Conclusie De aangevraagde terrassen aan de straat- en steegzijde zullen naar verwachting geen strijdigheid opleveren met een goede ruimtelijke ordening. Zeker nu het terras aan de zijde van de Legewerfsteeg gehalveerd is qua oppervlakte ten opzichte van de uitgangspunten op basis waarvan de berekening is gedaan. De terrassen zijn aangevraagd in een winkelgebied, en ook bedoeld als facilitering van het winkelend publiek. Overdag zal het stemgeluid opgaan in het omgevingsgeluid waar stemgeluid al ruim aanwezig is. Stemgeluid op straat wordt hiermee al als omgevingseigen gezien. In de avondperiode zal het stemgeluid van het winkelend publiek op de meeste dagen afnemen en wordt het terras wat duidelijker herkenbaar. Gezien de berekende niveaus van maximaal 55 dB(A) en een sluitingstijd van maximaal 22.00 uur wordt dit nog als acceptabel gezien in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Voor het maximale geluidniveau (LAmax) is een geluidbelasting van maximaal 63 dB(A) te verwachten. De verwachting is dat ook bij een matig geïsoleerde gevel deze niveaus niet tot hinder zullen leiden in de achtergelegen ruimten van omliggende woningen. De te verwachten geluidniveaus van de terrassen zijn niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening.
4.4.5
Luchtkwaliteit
Het betreft het realiseren van een terras voor een lunchroom. Hierdoor zal de verkeersaantrekkende werking naar verwachting niet toenemen. Een luchtonderzoek is niet nodig. Dit milieuaspect is geen belemmering voor het realiseren van het plan.
4.4.6
Milieueffectrapportage
In het Besluit milieueffectrapportage is bepaald dat een milieueffectbeoordeling uitgevoerd moet worden als een project belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Het gaat dan om een project dat genoemd is in de bijlage onder D van het Besluit m.e.r. In dit geval wordt het plan niet genoemd in deze bijlage (categorie D 11.2 , stedelijk ontwikkelingsproject). Een m.e.r. beoordeling of plan M.E.R. is niet nodig.
4.5
Stedenbouwkundige inpassing
De genoemde gemeentelijke beleidsstukken uit hoofdstuk 3.2 vormen het beleidskader voor de stedenbouwkundige inpassing bij het realiseren van het terras. Er wordt niets aan de uiterlijke verschijningvorm van het pand aan de Haarlemmerstraat 230 veranderd. Het terras wordt voor de gevel van het pand aangelegd met meubiliair dat niet permanent wordt bevestigd en na sluitingstijd naar binnen wordt gebracht. De Haarlemmerstraat is onderdeel van het kernwinkelgebied. Gelegen op de noordelijke Rijndijk, bestaande uit aanééngesloten gevelwand van panden in individiduele parcellering. Op de begane grond (in de plint) is met name winkelruimte gevestigd. Sporadisch is ook winkelruimte op de verdiepingen gevestigd, maar deze verdiepingen zijn meestal in gebruik als opslag of er wordt gewoond. Afwisselend tussen de winkelpanden is horeca ook een aanwezige functie in dit deel van de Leidse binnenstad. Het type horeca dat hier gevestigd is ,
28
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
is gericht op bezoekers van de winkelstraat (onder andere lunchroom). Ruimtelijk is de Haarlemmerstraat een langgericht bebouwingslint met stegen, naar de Oude Rijn en naar de achterliggende Van de Werffstraat, die als ontsluiting dient. In de stegen vaak zij-ingangen van de winkels of toegangen naar de bij de winkels behorende magazijnen. In veel stegen worden fietsen gestald zoals in de Legewerfsteeg, de zijde van de andere gevel. Qua ligging en maatvoering is zowel aan de Haarlemmerstraat zijde als aan de Legewerfsteeg zijde sprake van een gevelterras. In de Haarlemmerstraat zijn bij meerdere horecavestigingen gevelterrassen aanwezig. Op de hoek Haarlemmerstraat en Legewerfsteeg is een brandkraan gesitueerd. Brandkranen moeten worden vrijgehouden, dat wil zeggen dat het is verboden voorwerpen die zwaarder zijn dan 15 kg te plaatsen of voorwerpen te verankeren in de grond -binnen een straal van 75 cm rondom een brandkraan (bijv. bepaalde typen tafels, stoelen, buffet- en uitgiftekast menuborden). Het buitenterras past binnen de stedenbouwkundige kaders van de gemeente Leiden en gelet op bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen stedenbouwkundige bezwaren zijn tegen het plan.
4.6
Verkeer en vervoer
De aanvraag betreft het realiseren van een buitenterras bij een hoekpand in de Haarlemmerstraat en in de Legewerfsteeg. Beide straten bevinden zich in de binnenstad van Leiden. Het beleidskader dat gebruikt wordt door de afdeling Verkeer bij het toetsen of het buitenterras bij Haarlemmerstraat 230 gerealiseerd kan worden, is het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte. Het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte van de gemeente Leiden schrijft voor dat er een obstakelvrije ruimte van minimaal 1,50 meter moet zijn. Bij een drukke winkelstraat bij voorkeur zelfs 2 meter (minimale vrije doorloop). De vrije loopruimte is gegarandeerd voor de voetgangerstromen en voor mensen met kinderwagens, senioren en minder validen. Zowel bij het terras in de steeg als bij het terras aan de Haarlemmerstraatzijde wordt hier aan voldaan en blijft meer dan voldoende obstakelvrije ruimte over. Daarnaast is het terras aan de voorgevel beoogd op 0,50 meter afstand van een blindengeleidestrook. Dit is de minimale afstand die de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) voorschrijft. Momenteel staan op de beoogde locatie van het terras aan de Legewerfsteeg een groot aantal fietsklemmen. Ten behoeve van de realisatie van het terras op deze locatie, zullen de fietsklemmen verwijderd worden.
29
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
30
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Hoofdstuk 5 5.1
Procedurele aspecten
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Op grond van artikel 2.10, lid 1 onder c Wabo dient een omgevingsvergunning geweigerd te worden voor aanvragen die in strijd zijn met het bestemmingsplan en er geen vergunningverlening mogelijk is met toepassing van artikel 2.12 Wabo. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend na het voeren van een procedure tot afwijking van het bestemmingsplan. Hierbij gelden drie mogelijkheden: indien in het bestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid wordt gegeven dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1º van de Wabo; indien het bestemmingsplan geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid biedt, maar bij algemene maatregel van bestuur afgeweken kan worden dan kan deze toegepast worden op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2º van de Wabo; indien aan geen van bovenstaande voldaan kan worden, de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, dan kan de omgevinsgvergunning worden verleend met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º van de Wabo doorlopen worden. Dit is een procedure op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
5.2
Verklaring van geen bedenkingen
Bij de toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º is in sommige gevallen een verklaring van geen bedenkingen vereist. Met een dergelijke verklaring kan de gemeenteraad, alhoewel zij niet het bevoegd gezag is voor het nemen van een besluit op de aanvraag, toch haar goedkeuring of afkeuring uitspreken over een plan. Een dergelijke instemming heeft een bindende status: het College kan een omgevingsvergunning niet verlenen zolang de gemeenteraad geen verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven. De Wabo biedt de raad op grond van artikel 6.5, derde lid Bor de mogelijkheid om een lijst van categorieën van gevallen vast te stellen, waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de raad niet is vereist. Met een dergelijke lijst kan de raad er voor zorgen dat het geen verklaring hoeft af te geven voor strijdige ruimtelijke activiteiten met een zeer beperkt planologisch belang, of activiteiten waarover de raad reeds eerder heeft besloten in de vorm van een gebiedsvisie, wijkontwikkelingsplan, stedenbouwkundig masterplan of soortgelijk ruimtelijk kader. Op 2 december 2010 heeft de raad van Leiden besloten (RV 10.0122) een lijst met categorieën van gevallen vast te stellen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Daarnaast heeft de raad ervoor gekozen de verklaring niet vereist te laten zijn wanneer: minder dan vijf reacties op het indienen van het bouwplan zijn ontvangen of geen zienswijzen zijn binnengekomen op het ontwerpbesluit, of wanneer het college op grond van bestaand beleid niet mee wenst te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan. De gemeenteraad heeft daarmee willen bewerkstelligen dat voor kleine en/of niet
31
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
maatschappelijk gevoelige projecten geen tussenkomst van de gemeenteraad is vereist, en bij grote en/of wel maatschappelijk gevoelige projecten wél instemming van de gemeenteraad is vereist. Het project heeft betrekking op het realiseren van horeca (een buitenterras behorende bij een lunchroom) van in totaal minder dan 1.000 m2 bruto vloeroppervlak in bestaand stedelijk gebied. Het pand is gelegen binnen het besschermd stadsgezicht Leiden binnen de Singels, maar de uiterlijke kenmerken van het pand waar het terras aan is gelegen blijven ongewijzigd. In dit geval is een verklaring van geen bedenkingen niet nodig.
5.3
Procedure
De aanvragen zijn strijdig met het bestemmingsplan. Voor dit bouwplan is in het Besluit omgevingsrecht geen mogelijkheid opgenomen voor een buitenplanse afwijking. Daarmee is de juiste juridisch-planologische procedure voor het mogelijk maken van het ingediende bouwplan, het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo. Het betreft een uitgebreide procedure. Dit houdt in dat de ontwerpbesluiten met deze ruimtelijke onderbouwing zes weken ter inzage worden gelegd voor het indienen van zienswijzen. Eenieder kan gedurende die termijn een zienswijze indienen. De zienswijzen worden beantwoord in een zienswijzennota. Als gevolg van ingediende zienswijzen kan een omgevingsvergunning worden geweigerd. De aanvrager kan dan een aangepaste aanvraag indienen. Geven de zienswijzen geen aanleiding de omgevingsvergunningen te weigeren, dan kunnen de indieners van de zienswijzen door de raadscommissie worden gehoord. De raadscommissie neemt een besluit op de zienswijzen en in voorkomende gevallen over het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen. Indien geen zienswijzen ingediend worden, kunnen direct na de ter inzage legging van het ontwerpbesluit de omgevingsvergunningen verleend worden. De omgevingsvergunningen treden in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn van zes weken gerekend vanaf de dag na die waarop de besluiten ter inzage zijn gelegd en nadat deze langs elektronische weg kenbaar zijn gemaakt. Tegen deze omgevingsvergunningen kan rechtstreeks beroep worden aangetekend bij de rechtbank gedurende een termijn van zes weken na publicatie van de vergunningen.
32
Ruimtelijke Onderbouwing Terras Haarlemmerstraat 230 voorzijde
Hoofdstuk 6 6.1
Uitvoerbaarheid
Economische uitvoerbaarheid
Het pand Haarlemmerstraat 230 is particulier eigendom. De kosten voor de uitvoering van het plan komen volledig voor rekening van de aanvrager. De gemeente Leiden zal geen investeringen doen. De Grondexploitatiewet is op onderhavig initiatief niet van toepassing. De gemaakte kosten in het kader van het opstellen van ruimtelijke plannen, zoals deze ruimtelijke onderbouwing, worden verhaald op basis van de gemeentelijke legesverordening. De gemeente is als eigenaar van de grond akkoord met het gebruiken van de grond als terras mits de precario ervoor wordt betaald. Hiermee is de financiële uitvoerbaarheid van het project aangetoond.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
6.2.1
Algemeen
Bij het opstellen van de ontwerp omgevingsvergunning hoort een belangenafweging. In zo'n belangenafweging worden alle belangen tegen elkaar afgewogen om uiteindelijk tot een besluit te komen. Gedurende een zienswijzentermijn kan eenieder zijn of haar belang bij het college kenbaar maken alvorens de een besluit wordt genomen over verlening van de omgevingsvergunning.
6.2.2
Zienswijzen
De ontwerp omgevingsvergunningen hebben van donderdag 18 december 2014 tot en met woensdag 28 januari 2015 ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn er geen zienswijzen ontvangen. Er zijn naar het oordeel van het college derhalve geen zwaarwegende belangen die het verlenen van de omgevingsvergunningen in de weg staan. Zoals vermeld in paragraaf 5.2 is er voor het verlenen van de omgevingsvergunning geen verklaring van geen bedenking vereist van de gemeenteraad.
6.2.3
Beroep
De verleende omgevingsvergunning zal zes weken ter inzage worden gelegd; de beroepstermijn. Tijdens deze termijn kan direct beroep worden ingesteld of een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend bij de rechtbank tegen de verleende omgevingsvergunning door de volgende personen: belanghebbenden die tijdig een zienswijze hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit; belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze te hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit. De definitieve vergunning zal dan in werking treden een dag na de afloop van de beroepstermijn of wanneer op een eventueel verzoek om voorlopige voorziening is besloten. Deze beroepstermijn zal worden aangekondigd in de Stadskrant en de Staatscourant.
33