Roadmap 2 013 – 2 018 v an d e i nformatie o ver d e gezondheidszorg.
Oriëntatienota m et b etrekking t ot e-‐gezondheid
22/10/2012
Inleiding
In het dagelijkse leven is het gebruik van ICT om te communiceren en gegevens uit te wisselen al helemaal ingeburgerd. In de gezondheidszorg verloopt dit proces trager. Op het vlak van administratie en facturatie is er al heel wat vooruitgang geboekt, voor het uitwisselen van patiëntengegevens is er echter nog een hele weg af te leggen. Voor de overheid zijn de drijfveren voor het aanmoedigen van ‘e-‐gezondheid’ duidelijk: de zelfredzaamheid van de patiënt versterken en de onderlinge communicatie en samenwerking tussen zorgverleners vergemakkelijken. Op termijn kan dit de patiëntenveiligheid verhogen, de kwaliteit van de zorg verbeteren en ertoe bijdragen het dreigend personeelstekort en de kostenstijging te beheersen. Het Europese beleid inzake patiëntenmobiliteit is eveneens een drijvende kracht. We moeten ons echter ook realiseren dat e-‐gezondheid een middel is en geen doel op zich en dat we geen oplossingen mogen opdringen, maar ze samen met patiënten en zorgverleners moeten ontwikkelen. We mogen ook niet vergeten dat de uitwisseling van gegevens tussen zorgverleners en de inzage ervan door patiënten een zeer gevoelige materie is, waarbij niet alleen rationele, praktische, juridische en technische aspecten komen kijken, maar waarbij ook gewoonten, cultuur, percepties en zeer persoonlijke gevoelens een belangrijke rol spelen. De drijfveren van de overheid zijn met andere woorden niet ipso facto dezelfde als deze die de zorgverstrekkers en de patiënten er uiteindelijk toe brengen om e-‐gezondheid en eHealth applicaties te gaan gebruiken. Uitgaande van deze bedenkingen is het tijd om een stand van zaken op te maken inzake de invoering van e-‐gezondheid en een actieplan op te stellen teneinde het gebruik ervan de volgende jaren uit te breiden en te veralgemenen.
Waar staan we? De voorbije jaren werden diverse initiatieven genomen om de informatisering van het beheer en de uitwisseling van medische en administratieve gegevens in de gezondheidszorg te ondersteunen en aan te moedigen. Deze initiatieven kunnen worden onderverdeeld in de volgende 5 categorieën: -‐
Een mijlpaal is ongetwijfeld het in 2008 opgerichte e-‐healthplatform dat 10 basisdiensten ontwikkelde, die een veilige uitwisseling van medische gegevens waarborgen en waarvan inmiddels reeds 42 verschillende toepassingen gebruik maken.
-‐
Verder ontwikkelen de verzekeringsinstellingen (in het licht van de afschaffing van de SIS-‐kaart vanaf 2014) het systeem MyCareNet dat een online consultatie van verzekerbaarheidsgegevens mogelijk maakt, alsook een snelle elektronische uitwisseling
Page | 2
van documenten, zoals aanvragen voor machtigingen tot terugbetaling waarvoor de adviserend geneesheer zijn toestemming moet verlenen. In het kader van de derdebetalersregeling zal MyCareNet ook de elektronische facturatie van vergoedbare verstrekkingen mogelijk maken. -‐
De overheid heeft financiële middelen vrijgemaakt om een tegemoetkoming te verlenen voor de aanschaf van gelabelde software in de huisartsgeneeskunde, de thuisverpleging en de kinesitherapie.
-‐
De overheid heeft ook financiële middelen vrijgemaakt voor de ziekenhuizen, onder meer om het gebruik van een netwerk voor gegevensuitwisseling tussen de zorgverleners, die al dan niet in een ziekenhuis werken, aan te moedigen (bijvoorbeeld: het Réseau de Santé Wallon of Vitalink).
-‐
Ten slotte kwamen verschillende projecten tot stand zowel op het vlak van gegevensuitwisseling tussen de zorgverleners als op het vlak van gegevensverzameling in registers (bijvoorbeeld het elektronisch voorschrift binnen en buiten het ziekenhuis, de “e-‐careprojecten” ondersteund door het RIZIV, ….).
-‐
Deze lijst is niet-‐exhaustief, omdat er ook belangrijke maatregelen zijn genomen op het vlak van de authentieke bronnen, van de referentielijsten (Hub’s en Metahub) van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Europese initiatieven, etc.
In nauw overleg met de zorgverleners en –instellingen, met de verzekeringsinstellingen, met de patiëntenorganisaties, met de industrie en met de verschillende betrokken overheidsinstanties wordt zodoende geleidelijk een infrastructuur tot stand gebracht die het mogelijk maakt om tijdig te beschikken over alle relevante medische en administratieve gegevens voor een optimale patiëntenzorg. Maar ook – en niet in het minst – werd een breed draagvlak gecreëerd dat de mogelijkheid opent om geïnformatiseerde opslag en uitwisseling van gezondheidsgegevens tot standaard praktijk te maken in de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid in België.
Waarom verder gaan? Er zijn verschillende redenen om verder te gaan met de informatisering in de gezondheidszorg. De gezondheidszorg vergt hoe langer hoe meer een geïntegreerde benadering die de communicatie tussen alle zorgverleners vergemakkelijkt. Eerste-‐, tweede-‐ en derdelijnsvoorzieningen kunnen niet meer als geïsoleerde partners te werk gaan. Integrale gezondheidszorg biedt het voordeel dat de zorg die op verschillende niveaus wordt aangeboden, zeer goed kan worden gecoördineerd, aangezien de continuïteit en de complementariteit worden gegarandeerd. In die optiek is het wenselijk dat er tussen de verschillende voorzieningen en beroepen, maar ook tussen de voorzieningen en de beroepen van iedere lijn, netwerken en zorgcircuits worden opgericht. Bij een dergelijke benadering is informatisering van de verschillende sectoren van de gezondheidszorg noodzakelijk. Page | 3
Het is niet alleen de bedoeling om te komen tot een betere kwaliteit en follow-‐up van de verzorging, maar we willen ook de informatisering verder ontwikkelen om het hoofd te bieden aan de vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal chronische zieken die de druk op de uitgaven zullen vergroten terwijl de budgettaire marges beperkt zijn. De informatisering kan dus bijdragen tot een meer efficiënte en kostenbesparende organisatie van de gezondheidszorg. Overigens is de burger ook vragende partij om een actievere rol te spelen. De informatisering kan dit vergemakkelijken. De toepassing van de Europese richtlijn over patiëntenmobiliteit zal ons land bovendien verplichten om het documenten-‐ en gegevensverkeer op elektronische wijze over de grenzen heen mogelijk te maken. Kortom, het is belangrijk om een kwaliteitsvol gezondheidszorgsysteem te blijven garanderen en gelet op de toekomstige uitdagingen en de beperkte financiële middelen, zijn we ervan overtuigd dat een goed georganiseerde en coherente ontwikkeling van “e-‐gezondheid” een middel is om de middelen beter toe te wijzen en om “verspillingen” te vermijden (overlappingen of herhalingen van handelingen, excessieve werklast, discontinuïteit in het zorgaanbod, ondermaats gebruik van de complementariteiten tussen zorgverleners en van het potentiëel van de patiënt zelf en van zijn omgeving, etc.).
Kerndoelstellingen van e-‐gezondheid De voorwaarden zijn dus gecreëerd en aanzetten werden gegeven om via e-‐gezondheid op vier domeinen een belangrijke maatschappelijke meerwaarde tot stand te brengen: 1. Op het vlak van de kwaliteit van zorg omdat de zorgverleners een betere toegang kunnen hebben tot alle relevante informatie en de patiënten sneller toegang zullen hebben tot de juiste zorg. Daarnaast dient ook de patiëntveiligheid te worden beklemtoond. Dankzij de informatisering moeten fouten kunnen worden voorkomen (bvb dankzij het elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen). Anderzijds moeten fouten ook snel opgespoord kunnen worden doordat bepaalde processen getraceerd kunnen worden. Dit geldt ondermeer voor geneesmiddelen, bloed, organen en medische producten. De geregistreerde gegevens kunnen ook nuttig blijken te zijn voor de “collectieve veiligheid”. Hierbij kan ondermeer worden gedacht aan het Ureg-‐project waarbij een monitoring gebeurt van spoedgevallen die kunnen wijzen op crisissituaties die een interventie vergen. Tenslotte kan ICT de patiënt meer autonomie geven, hem nauwer betrekken bij zijn gezondheidszorg en hem helpen op vlak van preventie, behandeling en therapietrouw. 2. Een efficiënt beheer van de middelen en een innovatie van werkprocessen, in het bijzonder in de context van een toenemend belang van continuïteit van de zorg bij chronische aandoeningen, van de toenemende druk op de arbeidskrachten en van de hoge kosten van de medische technologie en de toegepaste behandelingen. Goed informatiebeheer voorkomt verspilling door onnodige herhaling van onderzoeken of door vermijdbare fouten in de behandeling wegens het ontbreken van relevante informatie. De Hub-‐Metahub is een Page | 4
uitstekend instrument om de communicatie tussen verschillende sectoren/partners in de gezondheidszorg te realiseren en ervoor te zorgen dat continuïteit en complementariteit van zorg worden gegarandeerd. Meer efficiëntie in de gezondheidszorg is een cruciale voorwaarde voor de houdbaarheid van een solidair gefinancierde universeel toegankelijke gezondheidszorg. Tegelijk zal de patiënt beter inzicht kunnen verwerven in het gebruik van zijn gezondheidsinformatie. 3. Een aanzienlijke administratieve vereenvoudiging realiseren door het genereren van administratieve documenten niet enkel te informatiseren maar ook te herdenken en om te vormen tot de automatische productie van informatie voor administratieve toepassing vanuit de gegevens die in de patiëntendossiers worden geregistreerd tijdens het zorgproces: bijv. het automatisch aanmaken en elektronisch doorsturen van aanvragen tot tegemoetkoming of de automatische registratie van de minimale ziekenhuisgegevens. 4. Het omzetten van de gegevens in relevante beleidsinformatie op het niveau van de instellingen of lokale samenwerkingsverbanden – zoals bijvoorbeeld het gebruik van Belrai in de ouderenzorg, maar ook op gemeenschaps-‐, nationaal of internationaal niveau, bijvoorbeeld ten behoeve van kwaliteitsbevordering, wetenschappelijk onderzoek, in het kader van internationale rapportering of ter ondersteuning van het gezondheids-‐ en gezondheidszorgbeleid. Een ander voorbeeld van een dergelijke aanpak is de toepassing van artikel 107 van de ziekenhuiswet waardoor in de geestelijke gezondheidzorg geïntegreerde zorgprogramma’s, netwerken en zorgcircuits worden gecreëerd. Ook hier kunnen de geregistreerde gegevens worden gebruikt om het beleid binnen het netwerk maar ook het beleid van de respectieve overheden te ondersteunen.
Beleidsoriëntaties Zoals reeds gesteld zijn de technologische middelen reeds in ruime mate ontwikkeld. Het komt er nu op aan om het gebruik van deze middelen snel te laten toenemen en te harmoniseren, in het bijzonder in die domeinen waar de elektronische gegevensuitwisseling een grote meerwaarde kan betekenen. Dit vereist dat het informatiseringsproces in de verschillende voorzieningen en beroepsgroepen snel, maar ook geïntegreerd verloopt zodat de uitwisseling van gegevens doeltreffend en efficiënt kan verlopen “van dossier tot dossier”. Een voorwaarde hiertoe is, naast een consensus over technische standaarden, semantische interoperabiliteit die ervoor moet zorgen dat de “taal” van de gegevens in alle dossiersystemen eenduidig wordt begrepen. De informaticatoepassingen die de zorgverleners hanteren moeten bij de aanmaak van het patiëntendossier gebruik kunnen maken van deze eenduidige taal. Van hieruit moeten alle gegevens worden afgeleid die vandaag voor allerlei registraties worden gehanteerd (bijvoorbeeld: MZG’s, registers, etc.). Door de actoren op het terrein werden er al, vaak ambitieuze, initiatieven ontwikkeld. Opdat de voormelde actoren zeker tot de globale e-‐gezondheidsprojecten van de overheid zullen toetreden, is het noodzakelijk met alle actoren samen te werken en hierbij rekening te houden met het reeds geleverde werk, de stand van zaken van de lokale projecten en met de successen en de vastgestelde problemen. Page | 5
De informatica-‐industrie is vragende partij naar duidelijkheid over de ontwikkeling van ehealth in ons land in de komende jaren, zodat zij zo nodig haar investeringen hierop kan afstemmen. Het is eveneens nodig om een consensus tot stand te brengen over adequate incentives, zowel ten aanzien van de zorgverleners en de ziekenhuizen als ten aanzien van de informatie-‐industrie zodat de investering in de ontwikkeling en toepassing van medische sofware de mogelijkheid biedt de hoger vermelde doelstellingen maximaal te realiseren. Om deze doelstellingen te realiseren wordt voorgesteld om vóór het einde van het jaar een breed maatschappelijk debat te organiseren dat moet leiden tot een zo ruim mogelijke consensus over het te voeren beleid in de komende vijf jaar. Daartoe wordt een publieke consultatie gestart, waarbij de hierna vermelde 10 denkpistes voor een actieplan zullen worden voorgelegd. De doelstelling is een breed draagvlak te verkrijgen bij patiënten, instellingen en zorgverleners om van een fase van voluntaristisch, vrijblijvend gebruik te komen tot een meer systematisch en veralgemeend gebruik. Maar die ambitie kan niet gerealiseerd worden indien ze zonder meer wordt opgelegd. Een optimale integratie van de e-‐gezondheid in de dagelijkse praktijk moet in de eerste plaats door het terrein aanvaard en gedragen worden. Naast de rationele, praktische, juridische en technische aandachtspunten moet dus ook rekening gehouden worden met andere, gevoelsmatige redenen waarom men al dan niet e-‐gezondheidssystemen zou willen gebruiken. De resultaten van deze consultatie zullen worden besproken in een rondetafelconferentie nog eind dit jaar en de besluiten moeten de basis vormen voor een beleidsplan inzake e-‐gezondheid 2013-‐2018. Dat actieplan zal concrete, duidelijk omschreven doelstellingen moeten bevatten, waarvan de betrokken partijen overtuigd zijn dat ze een duidelijke toegevoegde waarde zullen brengen. Die doelstellingen moeten realistisch en haalbaar zijn (qua inhoud en timing) en zoveel mogelijk meetbaar omschreven worden. Op basis van die prioriteiten zal men een “stappenplan/roadmap van de e-‐gezondheid” kunnen samenstellen. De gemeenschappen en gewesten worden betrokken bij die nationale conferentie en bij de vastlegging van het beleidsplan.
Page | 6
10 denkpistes voor een actieplan: 1. De burgers en de zorgverleners dienen nauw betrokken te worden bij de doelstellingen en de draagwijdte van e-‐gezondheidszorg. Daartoe moet men ze echter geruststellen over de vertrouwelijkheid en het eventuele gebruik van de verzamelde gegevens. Het respecteren van de patiëntenrechten, van het medisch geheim en van de persoonlijke levenssfeer is één van de belangrijkste bekommernissen. Alles zal in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat die principes zeker worden nageleefd. Aan de burgers zal bijvoorbeeld gevraagd worden om hun toestemming te geven voor het consulteren van het hub/metahubsysteem met het oog op gegevensuitwisseling tussen zorgverleners waarmee ze een therapeutische relatie hebben. De elektronische uitwisseling van gegevens zou op termijn een evidentie moeten zijn voor de ondersteuning van ieder zorgproces. Teneinde de patiënt vlot toegang te geven tot de persoonlijke gegevens die hij kan consulteren dienen de nodige patiënteninterface, –portalen en app’s te worden gecreëerd. Hoe kunnen we deze maatschappelijke ontwikkeling in een juist kader situeren en alle betrokkenen van de noodzaak overtuigen? En welke waarborgen moeten aan de burgers en de zorgverleners worden geboden (bijvoorbeeld inzake toegang tot dossiers en verantwoordelijkheden bij het gebruik ervan)? De antwoorden op deze vragen zullen het startpunt zijn van een communicatieplan. 2. Het gebruik van geïnformatiseerde gegevensopslag en – uitwisseling zou een kwaliteitsnorm moeten worden in de hele gezondheidszorg. Op welke manier kunnen we ervoor zorgen dat alle zorgverleners, instellingen en overheden in de gezondheidszorg binnen een termijn van bijvoorbeeld vijf jaar medische en administratieve gegevens in principe steeds elektronisch verwerken en uitwisselen? 3. De elektronische uitwisseling van gegevens kan aangemoedigd en geharmoniseerd worden in de context van aangepaste incentives (bijvoorbeeld: via de erkenningsnormen of de accrediteringscriteria). Voor de toepassing van de derdebetalersregeling kan een verplicht gebruik van het elektronisch netwerk MyCareNet worden overwogen (zoals reeds het geval is in de sector van de thuisverpleging). Nu al moeten bijvoorbeeld aanvragen tot terugbetaling van sommige implantaten elektronisch worden ingediend. Elke sector dient dus na te gaan welke gegevens elektronisch uitgewisseld kunnen worden en welke vormen van aanmoediging, ja zelfs verplichting het meest gepast en efficiënt zijn. 4. Welke stappen moeten er gezet worden voor een doorgedreven informatisering in de ziekenhuiszorg? De ambitie van een ‘eHospplan’ hoort te zijn om per patiënt één geïntegreerd elektronisch patiëntendossier te maken, waarbij de verschillende zorgverleners met elkaar samenwerken en waarbij ook in de elektronische communicatie met de buitenwereld (andere zorgverleners en overheden) is voorzien. Dit moet ook een totale aanpak van de gegevensverzameling binnen het ziekenhuis mogelijk maken en op termijn een paperless-‐ ziekenhuis als doelstelling hebben, waarbij alle processen van documentenuitwisseling en gegevenstransmissie elektronisch verlopen. De totale informatisering kan leiden tot een administratieve vereenvoudiging binnen het ziekenhuis en werkt kostenbesparend.
Page | 7
Hoe kunnen zowel de normering als de financiering van de ziekenhuizen de realisatie van een e-‐ Hospplan mogelijk maken? Indien het elektronisch dossier een wettelijke verplichting wordt, wat is dan een redelijke termijn ? Binnen de financiering worden vandaag reeds heel wat middelen aan de ziekenhuizen gegeven. De toewijzing ervan zou afhankelijk kunnen worden gemaakt van de realisatie van een aantal doelstellingen. Zo zou een basisfinanciering kunnen worden toegekend waarbij een aantal functionaliteiten dwingend moeten zijn gerealiseerd, terwijl een aantal andere functionaliteiten eerder optioneel zouden zijn en aangemoedigd worden via incentives. Basisfunctionaliteiten zouden ondermeer kunnen zijn : het geïntegreerd zorgverlener-‐overschrijdend elektronisch patiëntendossier, het gebruik van elektronische voorschriften en het elektronisch orderbeheer, transmurale gegevensuitwisseling van onderzoeks-‐ en behandelingsresultaten, het gebruik van de authentieke bronnen, elektronische aanvragen, elektronische attesten en facturatie, het elektronisch traceren van bloed en medische materialen, enz.. De toewijzing van de middelen dient gepaard te gaan met een controle op het gebruik van deze functionaliteiten. Een conditio sine qua non voor de informatisering is de rol die aan het ICT-‐Departement moet worden toegewezen, zowel qua veiligheid, kwaliteitscontrole, opleiding, enz…. 5. Het volstaat niet te beschikken over de nodige ICT middelen, men moet ze ook daadwerkelijk gaan gebruiken. Het lijkt dan ook logisch de financiële stimuli afhankelijk te maken van het daadwerkelijk toepassen van medische gegevensuitwisseling via kwantitatieve en kwalitatieve gebruiksindicatoren. Bestaat de bereidheid de koninklijke besluiten tot vaststelling van de voorwaarde voor het verkrijgen van een telematicapremie toe te passen, na advies van de betrokken overeenkomstencommissies en het Verzekeringscomité van het RIZIV? 6. Kan de communicatie tussen overheid en zorgverleners uitsluitend elektronisch verlopen via de ehealth box? Welke formele afspraken dienen hieromtrent te worden gemaakt? 7. Het actieplan dient een aantal sleutelprojecten te identificeren die kunnen worden ontwikkeld en uitgerold binnen een termijn van de komende vijf jaar. 7.1. In het kader van het Federaal plan voor administratieve vereenvoudiging 2012-‐2015 worden reeds een aantal projecten vermeld: -‐
het elektronisch voorschrijven, zowel ambulant als in ziekenhuizen, van geneesmiddelen en van implantaten en invasieve medische hulpmiddelen, met inbegrip van het elektronisch aanvragen van machtigingen tot terugbetaling.
-‐
het veralgemenen van het uitwisselen tussen ziekenhuizen en de ambulante sector van hospitalisatieverslagen via het hub/metahub-‐systeem.
-‐
het gebruik van het netwerk MyCarenet voor de toepassing van de derdebetalersregeling in alle sectoren mogelijk maken en het gebruik van dit netwerk één à anderhalf jaar na het in productie stellen ervan in de betrokken sector opleggen.
-‐
parallel het netwerk “ecarmed” voor de elektronische facturatie van verstrekkingen die ten laste worden genomen door de OCMW’s ontwikkelen. Page | 8
-‐
de stapsgewijze uitbouw van een register van implanteerbare hulpmiddelen met het oog op traceerbaarheid ervan in uitvoering van het plan medische hulpmiddelen.
-‐
Enz.
7.2. Welke prioriteit en timing moet worden gegeven aan het ontwikkelen en operationaliseren van andere toepassingen, zoals: -‐
de samenvatting van het medisch dossier (SUMEHR) dat continu online beschikbaar is voor consultatie in het kader van therapeutische relaties. De financiering van de telematicapremie zou daartoe afhankelijk moeten worden gemaakt van het effectief beheer en gebruik van SUMEHR.
-‐
Heeft het elektronisch medisch dossier (GMD) van de huisarts de vereiste kwaliteiten voor die gegevensuitwisseling? Kan de gebruiksvriendelijkheid van het GMD leiden tot een nauwgezette toepassing? In het globaal medisch dossier zouden de verschillende medische gegevens van een patiënt moeten worden gecentraliseerd. Het is absoluut noodzakelijk dat die centrale pool voor gegevensverzameling goed functioneert en optimaal wordt gebruikt. De GMD-‐toepassing zorgt er niet alleen voor dat de huisarts gemakkelijker een samenvatting van de gegevens kan maken, maar vergemakkelijkt ook het algemeen beheer van zijn praktijk en vermindert het aantal administratieve problemen.
-‐
het beheer van het (cf.“gezondheidskluis”).
-‐
het elektronisch voorschrijven van labotesten en van medische beeldvorming in en buiten ziekenhuizen en de elektronische consultatie van de resultaten van de verrichte testen en onderzoeken.
-‐
het elektronisch kinesitherapie, …)
-‐
De informatisering via eHealth van de overdracht van de medische gegevens in het kader van een aanvraag om erkenning van de handicap of een parkeerkaart tussen een arts en de Directie-‐generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid. De toepassing zal ook kunnen worden gebruikt door andere overheidsinstellingen die medische gegevens nodig hebben, zoals Medex voor de overdracht van medische getuigschriften voor arbeidsongeschiktheid of het Fonds voor de beroepsziekten.
medicatieschema
voorschrijven
van
en
de
behandelingen
onlinebeschikbaarheid
(thuisverpleging,
ervan
logopedie,
7.3. Welke prioriteit en timing wordt gegeven aan projecten inzake de bevordering van de kwaliteit, zoals: -‐
een generische toepassing voor het verzamelen van medische gegevens in registers (project healthdata.be) waarvan het concept door het WIV werd uitgewerkt en die nog in 2012 van start zou kunnen gaan. Page | 9
-‐
de ontwikkeling en financiering van toepassingen ter ondersteuning van de zorgplanning en kwaliteitsbewaking: voortzetting financiering Belraitoepassing; ontwikkeling van elektronische zorgplannen ter ondersteuning van bv. zorgtrajecten, art. 107 projecten …: projectsgewijze beslissingen die door de vzw eCare worden gecoördineerd.
-‐
de ontwikkeling van de (semi)automatische aanlevering van gegevens in ziekenhuizen op basis van de minimale voorwaarden, waaraan de elektronische patiëntendossiers moeten voldoen. Het gebruik van terminologieservers zoals SNOMED kan hierbij een belangrijke ondersteuning vormen.
-‐
voor het vlot uitwisselen van gegevens en de interoperabiliteit van systemen moeten de inhoud, de vorm en de codering van berichten en gegevens worden gestandaardiseerd. Er moeten dus adequate normen worden afgesproken met de gebruikers en de leveranciers, met de nodige aandacht voor wat internationaal bestaat en gebruikt wordt. Het aanduiden en erkennen van een onafhankelijke ‘instantie voor standaardisatie’ is zinvol. Die instantie moet de vereiste informatie aan de computerindustrie bezorgen. Kan deze taak aan de vzw eCare worden toevertrouwd? Welke randvoorwaarden zijn daarbij belangrijk?
7.4. Hoe kunnen verdere stappen worden gezet op het vlak van gegevensregisters gekoppeld aan de machtiging tot terugbetaling van geneeskundige verstrekkingen? De terugbetaling van anti-‐TNF’s kan afhankelijk worden gemaakt van de registratie in de applicatie SAFE; de terugbetaling van de gewrichtsprothesen kan afhankelijk worden gemaakt van registratie in de toepassing Orthopride. De voorwaarden houden in elk geval in dat de bestaande webapplicaties worden omgevormd tot system to system applicaties (S2S), waarmee zowel de elektronische overdracht van de machtigingsaanvragen aan de adviserend geneesheren van de ziekenfondsen als de verzending van de informatie zonder verplichte hercodering van de basisgegevens van de patiënten mogelijk worden gemaakt. 8. Bij al deze projecten moet het de ambitie zijn om een algemeen gebruik in het vooruitzicht te stellen. Willen we van de fase van vrijblijvend gebruik naar een meer veralgemeend gebruik overstappen, dan is het monitoren of meten van het gebruik van de diverse diensten noodzakelijk. Voor zover men het daarmee eens is, dient het actieplan meetbare targets en termijnen te beschrijven met kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen inzake het percentage gegevensuitwisselingen dat elektronisch kan verlopen. Indien er geen overeenstemming wordt bereikt, moeten de gebruikers en de verantwoordelijken in een neutrale bemiddelingsstructuur worden samengebracht om na te gaan welke randvoorwaarden werden geschonden en hoe dit kan worden opgelost. Relevante parameters, meetsystemen en analyseprotocollen dienen te worden bepaald. Er is ook nood aan onderzoek over de resultaten van het gebruik van e-‐ gezondheid (zoals effecten op de kwaliteit van de zorg, therapeutische resultaten, gezondheid-‐ economisch, enz.) Is dit ook een taak voor de vzw e-‐care?
Page | 10
9. Contacten in de zorg zullen ook elektronish kunnen verlopen. Telegeneeskunde kan de vorm aannemen van teleconsultatie (tussen patiënt en zorgverlener), tele-‐expertise (tussen zorgverleners onderling) of tele-‐monitoring (waarbij de patiënt meetresultaten kan doorzenden, met een beschrijving van zijn toestand). Welke bijdrage kan telegeneeskunde bieden op vlak van kwaliteit, continuïteit en efficiëntie van de zorg, in het bijzonder op basis van de proefprojecten die in het kader van het plan chronisch zieken worden gefinancierd door het RIZIV? 10. Hoe kan de vzw eCare zo snel mogelijk een permanent en breed platform worden met alle betrokkenen, bij voorkeur ook met de gemeenschappen en gewesten, om tot een consensus te komen over de “roadmap” met betrekking tot het realiseren van de sleutelprojecten waarvan sprake in punt 7 en ter ondersteuning en begeleiding van het meerjarenactieplan? Samengevat zal de rondetafel de kwestie van de evolutie naar een uniek en gestructureerd elektronisch patiëntendossier in voor iedereen begrijpelijk taalgebruik en met eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer moeten oplossen. Er zijn nog veel vragen over die kwestie: §
Welke informatie moet ter beschikking worden gesteld en op elektronische wijze worden geregistreerd en in welke vorm (omgangstaal/standaardtaal)?
§
Hoe moet de registratie worden gestructureerd opdat iedereen daarin vindt wat hij nodig heeft en opdat ze kan worden geëxporteerd?
§
Welke stimuli kunnen worden gebruikt om alle actoren te mobiliseren?
§
Welke regels betreffende informatiebeheer moeten worden gebruikt rekening houdende met de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (wie heeft toegang, wie geeft toegang, wie is verantwoordelijk, wie bezit de informatie, enz.)?
Uiteindelijk zal dus eveneens worden nagedacht over:
-
De ontwikkeling van verbanden van systeem tot systeem zodat de informatie die op verschillende plaatsen beschikbaar is, kan worden verzameld;
-
De authentieke bronnen die dienen om fouten te beperken en nieuwe coderingen te verminderen;
-
De gestructureerde toegang tot de authentieke bronnen, richtlijnen, protocollen, enz.;
-
De gemeenschappelijke en gestandaardiseerde terminologie die kan worden aangepast aan de evolutie van de geneeskunde en het ter beschikking stellen van die terminologie aan iedereen;
-
Het juridisch kader tot vaststelling van de standaarden, minimale verantwoordelijkheden, voorwaarden voor de toegang tot de informatie, enz.;
-
Het juridisch kader voor de gegevensopslag en het gegevensbezit;
gegevens,
Page | 11
-
Het aanbod van een gestructureerd kader voor gedeelde dossiers en de zorgcoördinatie (groepspraktijken);
-
De aanpassing van de vorming van de actoren; in die vorming moeten de volgende elementen worden opgenomen: de dimensies van rollen en verantwoordelijkheden, beheer van de medische informatie, multidisciplinariteit, eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, codering, enz.
-
Enz.
Page | 12