ja a rve rsla g 2 0 1 4
rijksmuseum van oudheden
1 ri jk s mu se um van o ud he d e n
jaarverslag 2014
Leiden, mei 2015
2 3
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a r v e r sl a g 2014
© 2015 Rijksmuseum van Oudheden, Leiden
Het Rijksmuseum van Oudheden (1818):
Op de BRAFA kunstbeurs verwierf het RMO een fragment, afkomstig van de buitenzijde van een zwartgranieten schrijn of naos, zoals die in het allerheiligste van de belangrijkste Egyptische tempels stonden. Het fragment toont een zeldzame afbeelding van de scheppergod Chnoem, afgebeeld met een ramskop. Voor hem staat een draaischijf, waarop een hoge kleicilinder is geplaatst. De god drijft de schijf aan met zijn voeten en gebruikt beide handen voor het vormen van de klei, waaruit hij de wereld en alle schepselen gaat maken. Het idee van de schepping uit klei is in vele culturen bekend. In Egypte lag deze symboliek extra voor de hand vanwege de jaarlijkse Nijloverstroming, die een laag vruchtbaar slib achterlaat waaruit het nieuwe leven ontstaat. Het naosfragment past stilistisch in de tijd van het laatste inheemse koningsgeslacht van Egypte, de dertigste dynastie (380-343 v.Chr.). Het fragment is verworven met steun van het Mondriaan Fonds en de BankGiro Loterij.
Missie en ambitie: Het Rijksmuseum van Oudheden wil het centrale podium in Nederland zijn waar de oudheid en de archeologie voor een divers publiek tot leven wordt gebracht. Door middel van tentoonstellingen, educatie, publieke activiteiten, wetenschappelijke bestudering en (inter)nationale uitwisseling verhalen wij over de relevantie van de oudheid in heden en verleden.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
5
ri jk s mu se um van o ud he d e n
4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Afbeelding voorzijde:
Het Rijksmuseum van Oudheden wordt gesteund door de BankGiro Loterij.
Inhoud 9 Vooraf 10 Voorwoord 12 Resultaatafspraken met het ministerie van OCW
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ri jk s mu se um van o ud he d e n
6
Hoofdstuk 1: Publieksfunctie 1.1 Kwaliteit, gemeten in waardering 1.2 Economische waarde, gemeten in inkomsten en omzet 1.3 Bereik, gemeten in diverse vormen van contact 1.4 Impact, uitgedrukt in betrokkenheid
72 Hoofdstuk 2: Collectiefunctie
2.1 Kwaliteit van het interne beheer 2.2 Collectiewaarde en objectkennis 2.3 Objectzichtbaarheid, impact en reputatie
94 Hoofdstuk 3: Kennis- en wetenschapsfunctie
3.1 Kwaliteit en waarde: de collectie als bron 3.2 Bereik: Overdracht van kennis 3.3 Impact en invloed
110 Hoofdstuk 4: Algemeen beheer
4.1 Personeelsbeheer 4.2 Ondersteunende afdelingen 4.3 Raad van toezicht 4.4 Jaarrekening
120 Bijlagen I Inkomende bruiklenen II Kortlopende bruiklenen III Langdurige bruiklenen IV Externe nevenfuncties V Publicaties VI Lezingen VII Organogram VIII Governance Code Cultuur IX Risicomanagement
ja a rve rsla g 2 0 1 4
16
7 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Vooraf
ri jk s mu se um van o ud he d e n
8
Publieksfunctie
Collectiefunctie
Kwaliteit
Waardering Beheer
Kennis en wetenschap Bronfunctie
Economische waarde Inkomsten
Objectkennis
Bereik
Zichtbaarheid Overdracht
Contacten
Invloed (impact) Betrokkenheid Reputatie Door het begrip ‘bereik’ te kruisen met de kennis- en wetenschapsfunctie is het evident dat er sprake is van overdracht van kennis door de conservatoren in publicaties, lezingen, colleges en optredens in de media. Dat is meetbaar te formuleren. De combinatie van economische waarde en publieksfunctie is te formuleren als indicator voor de inkomstenstromen, zoals inkomsten aan de kassa, winkelinkomsten en zaalverhuur. In de eerste drie hoofdstukken van dit jaarverslag wordt dit model voorzien van behaalde resultaten. Voorafgaand hieraan is een samenvatting opgenomen van de prestatie-eisen die het museum met het ministerie van OCW heeft gemaakt. Het verslag sluit af met een hoofdstuk over het algemene beheer en een aantal bijlagen.
Bronfunctie
Reputatie
ja a rve rsla g 2 0 1 4
9 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Dit jaarverslag volgt de structuur van het model Publieke Waarde dat in 2012 is vastgesteld door de toenmalige Vereniging Rijksmusea (VRM), thans gefuseerd met de Museumvereniging. Dit model komt overeen met de prestatie-eisen die het ministerie van OCW minimaal stelt. Het komt er kort gezegd op neer dat de belangrijkste museale functies (collectiefunctie, publieksfunctie en kennis- en wetenschapsfunctie) worden gecombineerd met graadmeters als kwaliteit, bereik, impact en waarde. Dat ziet er in een model als volgt uit:
Voorwoord
ri jk s mu se um van o ud he d e n
10
Het museum is het Blockbusterfonds zeer erkentelijk voor de katalyserende rol die zij heeft gespeeld bij deze stijgende bezoekcijfers. Zowel bij Petra als bij Carthago ondersteunde zij met een garantstelling de promotionele uitingen. Het RMO is tot op heden het enige museum dat twee keer met succes aan aanvraag bij dit nog jonge fonds indiende. Het aantal kinderen onder de 18 jaar dat het RMO bezocht steeg voor het eerst tot boven de 50.000 (2013: 42.000). Daarvan waren er 22.661 scholier en daarmee behaalde het museum de resultaatafspraak met het ministerie ruim (18.500 leerlingen). Het bezoek van 6.500 HBO- en universitaire studenten wordt hierbij niet meegewogen. Voor een museum met een wetenschappelijke functie zoals het RMO zijn bezoeken van deze studenten evenzeer relevant, zeker omdat onderwijs via de collectie een kerntaak is en voor tal van studies, van archeologie tot museumstudies, van egyptologie tot oude geschiedenis, van Assyrisch tot Grieks en Latijn, een meerwaarde. Het museum geeft steeds meer betekenis aan zijn educatieve kerntaak door naast museumlessen producten buiten de museummuren aan te bieden. Via de website worden digitale lessen en digibordlessen aangeboden, museumdocenten bezoeken scholieren in de klas en projectweekpakketten worden aangeboden. Voor docenten, en dat is uitzonderlijk in museaal Nederland, worden tal van (na)scholingsproducten aangeboden, voor PABO- en ICLON-studenten tot docenten geschiedenis, Grieks en Latijn. Dit varieert van tijdvakkenrondleidingen, lezingen, een Griekenlandreis-dag, studiedagen en het aanbod tijdens de jaarlijkse Week van de Klassieken. Het is een diepte-investering: tevreden docenten/ studenten komen uiteindelijk graag met hun leerlingen terug.
De zichtbaarheid van de collectie krijgt ook gestalte door de groeiende databases en door de meer dan 170 lezingen die in het museum, maar ook door de conservatoren buiten het museum, werden gegeven. Voor het RMO is zichtbaarheid van de collectie inherent aan overdracht van kennis over de verzameling. In dit jaarverslag is voor het eerst inzichtelijk gemaakt hoe groot de fotocollectie van het museum is en in hoeverre deze al dan niet gedigitaliseerd is. Het museum werkt, dankzij een eenmalige subsidie van het ministerie van OCW, aan de integratie van de collectie gesneden stenen van het voormalige Geldmuseum in de database. Eind 2014 werd de registratie van ruim 3500 gemmen en cameeën in MS Excel afgesloten. Vanaf mei werd begonnen met het fotograferen van de stenen en afdrukken. Er zijn ruim zesduizend foto’s gemaakt. Volledige import in de database TMS is in 2015 aan de orde. Op het terrein van digitalisering is het RMO voorts verheugd over de samenwerking met Google, als enige nietspecifiek beeldende kunstmuseum in Nederland. Er zijn zeven verschillende Google applicaties. Het meest recent is de toevoeging van een app met een aantal museumroutes door de vaste opstelling. Het aantal Facebookvrienden groeide spectaculair en bedraagt inmiddels 22.000 likes. Binnen de programmaregeling Digitale innovatie in musea was het Fonds 21 (voorheen SNS Reaalfonds) op zoek naar projecten waarbij narrativiteit voorop stond. Dit verhaal moest ondersteund worden door de innovatieve inzet van bestaande technologieën en het gebruik van crossmedia. De kindertentoonstelling IJstijd paste perfect binnen de kaders. Daarmee is het RMO het enige museum in Nederland dat twee keer financiering binnen deze programmaregeling heeft gekregen, na het project Het negende wereldwonder in 2013. Voor het eerst in vele jaren is de Egyptecollectie substantieel verrijkt. Er werden twee faraobeelden en een fragment van een schrijn, met daarop een afbeelding van de scheppergod Chnoem, aangekocht voor € 270.000. Bijna de helft daarvan werd gefinancierd uit de jaarlijkse bijdrage van de BankGiro Loterij. Ook het Mondriaan Fonds en de Vriendenvereniging RoMeO droegen genereus bij. Wij zijn deze organisaties daarvoor zeer erkentelijk.
Op het gebied van nationale samenwerking coördineerde het RMO landelijk de MuseumJeugdUniversiteit voor zestig musea en betrok het (voor het laatste jaar) zevenveertig musea bij de BankGiro Loterij MuseumMaandag. Daarnaast bracht het museum tentoonstellingen naar Lunteren, Heerlen en Sittard. Vijf Memoranda of Understanding (MoU) schragen de internationale wetenschappelijke ambities en samenwerkingen. Naast de bestaande overeenkomsten met het archeologisch museum in Bologna, de oudheidkundige dienst en de Yarmouk University in Jordanië en de overeenkomst over de restauratie van mummiekisten met de Vaticaanse Musea werden er twee nieuwe samenwerkingsverbanden gesloten. Een MoU leidde tot een meerjarige overeenkomst met het Tunesische Institut National du Patrimoine. Hierin werd de samenwerking geregeld voor de Carthagotentoonstelling, een tentoonstelling over de verzamelaar Jean-Émile Humbert in Musée de Carthage (2015) en een structurele samenwerking op het terrein van collectieonderzoek. Met het Museo Egizio in Turijn, één van de meest toonaangevende musea ter wereld op het gebied van de Egyptische archeologie, werd eveneens een MoU afgesloten. Hierin is vastgelegd dat Turijn gaat meewerken aan de opgraving in Sakkara en vier jaar mee zal financieren. Tevens zijn afspraken gemaakt over bruikleenverkeer, het ontwikkelen van een reizende tentoonstelling samengesteld uit beider collecties en tot slot het opzetten van een internationale tentoonstelling over Horemheb, opvolger van Toetanchamon. De benoeming in april van Christian Greco, voormalig RMOconservator van de Egyptische afdeling, tot directeur van het museum in Turijn, speelde hier uiteraard een rol bij. Tot slot een vooruitblik. Het RMO zal in de tweede helft van 2015 gesloten zijn. Op de eerste verdieping (‘de omloop Grieken en de Papengrachtzaal’) ligt onder het veertig jaar
oude linoleum achthonderd vierkante meter asbesthoudend materiaal. Een tweede, meer schadelijker soort asbest, is als brandwering aangebracht achter de natuurstenen gevels in de Tempelzaal. Om het asbest te verwijderen is een ingreep nodig waarbij de entreezaal een half jaar sluit, omdat de binnengevel ontmanteld zal worden. Dat betekent dat kassa, toiletten, winkel en café niet bereikbaar zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf adviseert sluiting van museum, vanwege mogelijke asbestbesmetting, trillingen en geluidsoverlast. Dit zal gebeuren na Carthago (11/05). Na de asbestverwijdering is herstel van het casco nodig, waarbij de ambitie is terug te gaan naar de oorspronkelijke architectuur, dus zonder verlaagde systeemplafonds en MDF-wanden voor de stenen muren én voor de ramen die weer uitzicht op het Rapenburg zullen bieden. Het museum gebruikt de periode van sluiting om functies in het gebouw te wijzigen, de logistiek te verbeteren, nieuwe vaste opstellingen te creëren, te werken aan ledverlichting en aan het verbeteren van de brandveiligheid en het klimaat. Het is helaas een onvermijdelijke sluiting, maar wel met constructieve gevolgen. Het Rijksmuseum van Oudheden heeft in 2014 zeventig dagen gekend met meer dan duizend bezoekers per dag. Dat is een nieuwe norm in plaats van een uitzondering. De huidige faciliteiten zijn hier niet op berekend. De verbouwing zorgt voor een tijdelijke stilstand van het jaarlijks groeiende bezoekersaantal. Vanaf 2016 is het museum echter beter toegerust om de groeiende groep bezoekers te ontvangen. En dan duurt het nog maar twee jaar voordat in 2018 het 200-jarig bestaan van het museum gevierd zal worden. Wim Weijland, directeur bestuurder Jan Hoekema, voorzitter van de Raad van Toezicht
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Zo haalde het RMO 207.667 bezoekers, bijna 48% boven de norm van 139.600 die het ministerie van OCW als resultaatafspraak mee gaf voor de periode 2013/2016. Het hoogste aantal in de bijna 200-jarige geschiedenis van het museum, terwijl het RMO in de voorafgaande jaren al bovengemiddeld scoorde. De verklaring voor dit cijfer is in eerste instantie het fabuleuze succes van de tentoonstelling Petra. Wonder in de Woestijn, die in de eerste drie maanden van het jaar ruim 85.000 bezoekers trok. Daarna trok het RMO veel bezoekers met Gouden Middeleeuwen (de beste april-, mei- en augustusmaand van de afgelopen vijftien jaar), was er onverwacht succes met de kindertentoonstelling IJstijd (in twee weken herfstvakantie 17.000 bezoekers waarvan meer dan 5.000 kinderen) en scoorde Carthago met 25.000 bezoekers in de laatste vijf weken van het jaar conform verwachting.
Het verbeteren van de zichtbaarheid van de collectie en de mobiliteit daarvan is aantoonbaar geslaagd. Niet alleen in huis door dertien tentoonstellingen, maar ook door acht venues van vijf verschillende tentoonstellingen in binnenen buitenlandse musea. Het bruikleenverkeer leverde imposante resultaten op. Er werden 1.400 objecten van 80 musea in bruikleen gevraagd, bijna 1.300 voorwerpen gingen naar 37 binnen- en buitenlandse musea. Bijna 1.600 voorwerpen heeft het RMO aan meer dan zestig instellingen in langdurig bruikleen gegeven. Het zou ons verbazen als het RMO hiermee niet in de top vijf van Nederlandse musea met het meest intensieve bruikleenverkeer staat.
11 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Klinkende, nog nooit vertoonde resultaten. Het klinkt wat triomfantelijk, maar het Rijksmuseum van Oudheden heeft een jaar achter de rug dat niet snel herhaald zal worden. Een jaar om trots op te zijn.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
12
Kwantitatief
Resultaat 2014
Prestatieeisen OCW
Kwantitatief
Resultaat 2014
Bezoekers totaal
Minimaal 139.600 per jaar
207.667
125
1.108 van 59 musea
Waarvan betalend 127.000
195.064
Ingekomen bruiklenen uit binnenland
Waarvan niet betalend
12.603 (waarvan 2.535 kinderen onder de vijf jaar)
Ingekomen bruiklenen uit buitenland
125
299 van 21 musea
Primair Onderwijs 8.500
7.260
Uitgaande bruiklenen binnenland
1700
673 (+ 1.867 langdurige bruiklenen) = 2.540
Voortgezet Onderwijs 10.000
15.401
Uitgaande bruiklenen buitenland 300
612
Doelstelling Onderwijs
22.661, exclusief 6.538 academisch onderwijs
Collectie-omvang 175.000
177.967
12.600
18.500
Tentoonstellingen in museum 6 9 tentoonstellingen: Petra. Wonder in de woestijn Petra revisited Middeleeuws chic Voortreffelijk en waardig. 400 jaar Arabisch Gouden Middeleeuwen Bij nader inzien 75 jaar Nederlands Instituut Nabije Oosten Carthago IJstijd 4 fototentoonstellingen: Petra: Bedoeïenen van Bdul Luxor: 1960-2010 Aphrodisias (Turkije) 200 jaar archeologie in Carthago
Verfijningen/verwervingen 300 incl. verfijning database 59 aanwinsten plus 1.224 maal verfijning is 1.284 nieuwe databaserecords
Gemiddelde lengte 150 dagen Aantal dagen: tentoonstelling Petra. Wonder in de woestijn: 165 Petra revisited: 165 Middeleeuws chic: 478 Voortreffelijk en waardig: 177 Gouden Middeleeuwen: 185 Bij nader inzien: 179 75 jaar NINO: 215 Carthago: 165 IJstijd: 211 Gemiddeld: 215 dagen inclusief start in 2013 en doorloop in 2015
Inleidingen & museumwandelingen 24 met 600 deelnemers
20 museumwandelingen en 22 introlezingen Circa 1500 deelnemers
Lezingen 40 x 60 bezoekers
147 in RMO door conservatoren en gastsprekers 29 buiten RMO door conservatoren Circa 7.500 bezoekers
Aantal tentoonstellingen 2 5 buitenland Palma de Mallorca, Gerona, Zaragoza (Spanje): Momias Egipcias Tampere (Finland): Aphrodites Beautycase Amman (Jordanië): Petra
Televisie/Radio 40
55
DVD
2
0
Live streaming/webcam
1 x 5000 deelnemers in periode 2013/2016
23.764 hits op YouTube kanaal
Gemiddelde lengte buitenlandse 100 dagen Aantal dagen: tentoonstelling Palma de Mallorca: 88 Gerona: 164 Zaragoza: 160 Tampere: 215 Amman: 177 Gemiddeld: 161 dagen, inclusief start in 2013 en doorloop in 2015
Vrije publiciteit
750 vermeldingen
900
Facebook
1.500 likes/vrienden
13.422
Twitter
1.500 volgers
4.730
Eigen inkomsten
Gemiddeld 19,5% in 2013 t/m 2015
46,6%
Openingstijden
44 uur per week
45 uur per week
Webbezoekers www.rmo.nl Jaarlijks gemiddeld
725.000 (Urchin) = circa Google Analytics: 636.642 304.000 met Google Analytics
Aantal bezoekers buitenlandse 120.000 tentoonstellingen
Palma de Mallorca: 78.600 Gerona: 76.701 Zaragoza: 100.120 Tampere: 55.000 Amman: Niet bekend Totaal: 310.421 plus Amman
Registratiegraad 100%
100%
Gedigitaliseerd met foto
Naar 48% in 4 jaar
48%
Objecten te zien
4%
4%
Restauraties/conserveringen 12
40
Publicaties (pop. wetenschappelijk) 27
32
Wetenschappelijke publicaties
16 inclusief 5 boeken en 4 recensies
15
Wetenschappelijke onderzoeken 8
9
Workshops (volwassenonderwijs)
225 cursusdagen met circa 5.000 deelnemers
120 met 2500 deelnemers
Lessen op scholen
10 met 250 kinderen
29 met 914 kinderen
MuseumJeugdUniversiteit
9 x met 1350 kinderen
1.500 kinderen
Workshops kinderen
90 x 80 per dag = 7.200 kinderen
15.691 kinderen
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Prestatieeisen OCW
13 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Prestatieafspraken 2013-2016 met het ministerie van OCW uit het subsidiebesluit 2013/2016
Verplichtingen met het ministerie van OCW uit het subsidiebesluit 2013-2016
Integraal veiligheidsplan één keer in een periode van 4 jaar actualiseren Het bedrijfsnoodplan, dat geldt als veiligheidsplan, is geactualiseerd. Strategievisie veiligheidszorg op beleidsniveau ontwikkelen
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Dit zal in 2015 gerealiseerd worden.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
14
Collectieplan Het nieuwe plan is opgesteld conform de ICN Handreiking en vastgesteld. Een onderzoeksagenda en het selectiebeleid worden in 2015 vastgesteld. Toepassen Governance Code Cultuur De code wordt door het RMO toegepast. In de jaarrekening, op de website en in dit jaarverslag (bijlage IX) is deze verantwoording opgenomen.
Het informatiebeleidsplan, opgesteld conform richtlijn A.01 van het DEN-register, is vastgesteld. Jaarrekening en bestuursverslag Deze is voor 01/04, conform paragraaf 2.5 van de regeling voor het specifiek cultuurbeleid, bij het ministerie van OCW ingediend. Melden internationale activiteiten aan het Dutch Centre International Cultural Cooperation
1
Dit is gerealiseerd. Verplichte aanbesteding voor opdrachten boven € 200.000 In 2014 is de aanbesteding van de automatisering in gang gezet. Dat leidt in 2015 tot besluitvorming.
Publieksfunctie De publieksfunctie wordt gelegitimeerd in vier geformuleerde hoofddoelen: • Kwaliteit, gemeten in waardering • Economische waarde, gemeten in inkomsten en omzet • Bereik, gemeten in diverse vormen van contact • Impact, uitgedrukt in betrokkenheid
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Geen meldingen.
Aandacht informatiebeleid
15 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Meldingsplicht voor feiten/omstandigheden met subsidiegevolgen
ri jk s mu se um van o ud he d e n
16
congressen en netwerkbijeenkomsten. De museumlessen worden besproken met toekomstige docenten geschiedenis en klassieke talen, tijdens door het RMO opgezette colleges vakdidactiek in samenwerking met het ICLON (Interfacultair centrum voor lerarenopleiding, onderwijsontwikkeling en nascholing).
Waardering publiek online
Sinds 2013 kent het museum een andere onderzoeksmethode. Op verzoek van het Blockbusterfonds is toen een publieksonderzoek door NBTC-NIPO gedaan onder de bezoekers van Petra. Deze methodiek is eveneens toegepast bij Carthago. Onderstaande cijfers zijn voor wat betreft het jaar 2014 gebaseerd op de tussentijdse resultaten uit december.
Evaluatie door docenten Het doel van evaluaties van museumlessen is het leren kennen van de verwachtingen van docenten, om daar profijt van te trekken bij vernieuwing van de lessen. Het evaluatieformulier bevat beknopte vragen over de reserveringsprocedure, het verloop van de les, de aansluiting op het niveau van de leerlingen en de inhoud van gebruikte methodes op school. De beoordelingen zijn over het algemeen goed met extra complimenten voor de begeleiding. De museumlessen binnen het Leidse project Museum & School worden online door de Cultuureducatiegroep (voorheen Museumgroep Leiden) geëvalueerd en tweejaarlijks geanalyseerd.
De verklaring voor de afwijkende cijfers ten opzichte van 2011/2012 komt deels door de methodiek (thuis invullen in plaats van in het museum), deels door de drukte bij de tentoonstellingen (overzichtelijkheid en kwaliteit museumcafé). Het museum is verheugd dat de klantvriendelijkheid op een hoog niveau blijft. Medewerkers bij de publieksdienst zijn multi-inzetbaar (kassa, winkel, servicedesk, museumdocent, rondleider). Dit komt de flexibiliteit en klantvriendelijkheid ten goede.
In 2013 is een online enquête over de website gehouden die door 2250 abonnees op de e-nieuwsbrief is ingevuld. De conclusie was dat de website in veel opzichten voldoet. Omwille van de werkdruk is besloten dit onderzoek tweejaarlijks te houden, dus in 2015 te herhalen.
Waardering overig Via diverse kanalen ontvangt het museum reacties, klachten en complimenten over zijn activiteiten en het gebouw. Of het nu het opmerkingenboek bij de kassa is, mails naar medewerkers of opmerkingen via social media; museummedewerkers beantwoorden de opmerkingen en vragen nauwgezet en zo klantvriendelijk mogelijk. Musea zijn een bron van activiteiten, een plek midden in de samenleving met ook economische betekenis. Denk aan de werkgelegenheid die een museum direct en indirect biedt, het kapitaal dat de vrijwilligers vertegenwoordigen, de aantrekkingskracht voor bedrijven en hoogopgeleide huishoudens en het gezicht dat een museum(gebouw) een stad of streek geeft. Toch is dit in deze paragraaf geen uitgangspunt voor het RMO. Het zou teveel tijd en middelen vergen om dit te onderzoeken. Daarom is hier uitsluitend gekeken naar de zelf gegeneerde omzet en inkomsten, afkomstig van de producten en processen die het museum rijk is.
Daarnaast is er direct contact met docenten via klankbordgroepen, deelname aan nascholingsdagen,
17
Waardering
2011
2012 2013 2014
Geschiktheid voor kinderen
7,5
8,0 7,1 7,3
Overzichtelijkheid van het gebouw
7,8
7,8 7,1 7,4
Klantvriendelijkheid
8,2
8,4 8,0 8,1
Gang van zaken bij kassa
8,0
8,2 7,7 7,9
Kwaliteit museumcafé
7,5
7,7 7,1 7,1
Winkel
7,7
7,8 7,4 7,5
Tentoonstelling Petra/Carthago
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Musea zijn intermediair tussen de aan hen toevertrouwde collecties en de samenleving. Het toegankelijk maken van de verzameling is een van de hoofdtaken. Het publieksonderzoek is een belangrijke graadmeter voor de mate waarin het museum deze taak volbrengt. De waardering voor het aanbod speelt immers een belangrijke rol in de uitvoering van het beleid.
n.v.t.
t t/m 05/01 • Knutselactiviteiten in de Tempelzaal s
n.v.t. n.v.t.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
1.1 Kwaliteit, gemeten in waardering
7,9
t Iedere donderdag vanaf 09/01 • Vanwege het succes van de tentoonstelling Petra was het museum tot en met 20 maart op donderdagavond tot 21.00 uur open, inclusief twee gratis lezingen. Nabijgelegen restaurants boden arrangementen, bestaande uit diner of souper en museumbezoek s
1.2 Economische waarde, gemeten in omzet en inkomsten Musea staan midden in de maatschappij en hebben economische betekenis. Denk aan de werkgelegenheid die een museum direct en indirect biedt, het kapitaal dat de vrijwilligers vertegenwoordigen en het gezicht dat een museum(gebouw) een stad of streek geeft. Toch is dit in deze paragraaf geen uitgangspunt. Het vergt teveel tijd en middelen dit te onderzoeken. Onderstaand is uitsluitend gekeken naar de gegenereerde omzet en inkomsten van het museum. Eigen inkomsten
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 2011 2012 2013 2014 19,5% 27,5% 28,1% 40,7% 46,6%
• • • • • • • • • •
170.700 bezoekers, waarvan 86.915 in 2014. Lokaal 7% Regionaal 29% Landelijk 63% Internationaal 1% Voor 72% van de bezoekers was Petra. Wonder in de woestijn dé reden om Leiden te bezoeken. Voor 97% van de bezoekers was de tentoonstelling de hoofreden het RMO te bezoeken. 4% van de bezoekers heeft in Leiden overnacht en 5% elders in Nederland. Voor 50% van de bezoekers was aandacht in krant, dagen weekbladen de aanleiding Petra te bezoeken. Een kwart hoorde ervan via vrienden en familie (mondtot-mond reclame en social media). De gemiddelde waardering was met een 7,9 gelijk aan eerdere exposities. 77% van de bezoekers was ouder dan 55 jaar, 13% tussen de 45-54 jaar en 10% jonger dan 45 jaar. De gemiddelde bezoekduur bedroeg 2,6 uur. Gebruikelijk is circa 2 uur. Excursies en toegangskaarten andere attracties en bezienswaardigheden in Leiden € 144.000.
• • • • •
De focus op het verder verhogen van de publieksinkomsten is uit kostenefficiëntie, bestuurbaarheid en een beperkte bezetting goed te verdedigen. Deze focus sluit ten nauwste aan bij de maatschappelijke taken van het museum en biedt bovendien grotere structurele groeikansen ten opzichte van sponsoring, zeker in dit tijdsgewricht. Natuurlijk zet het RMO op alle bronnen van inkomsten in, zoals onderstaand overzicht aantoont.
19 Eten en drinken zorgen voor € 2.160.000 omzet in de binnenstad van Leiden. Overnachtingen in Leiden € 288.000. Winkelen in de binnenstad levert Leiden € 906.000 omzet op. Overig besteed in Leiden € 228.000. Totale economische waarde voor de stad Leiden, exclusief toegang RMO en reiskosten € 3.738.000.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ri jk s mu se um van o ud he d e n
18
De resultaatafspraak met het ministerie van OCW is minimaal gemiddeld 19,5% eigen inkomsten ten opzichte van de structurele subsidie over de periode 2013-2015. Dat is met 46,6% ruimschoots gehaald. Tijdens de looptijd van Petra is bijna een miljoen euro aan entreegelden ontvangen. Dit vertegenwoordigt 16% aan inkomsten, een percentage dat onmogelijk met sponsoring van een tentoonstelling bereikt wordt. De omzet van de winkel en het museumcafé is aanmerkelijk hoger uitgevallen dan in eerdere jaren.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
uitgelicht: Onderzoeksresultaten bij Petratentoonstelling
De eerste conclusies van het onderzoek tijdens Carthago wijzen erop dat de expositie hoger wordt gewaardeerd dan Petra (8,1 versus 7,9), dat de bezoekers (nog) hoger opgeleid zijn en dat er minder 65-plussers zijn dan bij Petra.
t 12/01 Concert in Arabische sfeer • Violist Jeroen de Groot en pianist Bernd Brackmann speelden op 12 januari en op 9 februari muziek van Fauré, Bartók, Saint-Saens, Ravel en Enescu s
t 12/01 Kinderlezing over Petra • Conservator Lucas Petit gaf onder de titel Waarom bouw je een stad in de woestijn? een proefcollege voor de MuseumJeugdUniversiteit s
In 2014 zijn de middelen besteed aan de afronding van het restauratieproject van Egyptische houten mummiekisten, aan drie aanwinsten en aan de start van een restauratieproject van Griekse vazen. Een deel van de bijdrage is gereserveerd voor de vernieuwing van de vaste opstelling Klassieke wereld (eind 2015). Gemiddelde inkomsten per bezoeker Doel 2011 2012 2013 2014 € 5,50 € 5,36 € 5,33 € 5,67 € 5,64 Door een toeslag van € 2,50 bij de tentoonstellingen Petra. Wonder in de Woestijn en Carthago zijn de gemiddelde inkomsten per bezoeker ongeveer gelijk gebleven aan 2013.
Het doel is een jaarlijkse omzet van € 30.000 met een groei met € 10.000 in vier jaar tijd. Met de verhuur van zalen vergroot het museum zijn naamsbekendheid en de inkomsten. De zalen worden volop gebruikt door cursuspartners als de Vrije Academie, Pragt Egyptologie en Huis van Horus voor het geven van volwassenenonderwijs. Dat levert herhaalbezoekers op, die op termijn ambassadeurs van het RMO worden. Met de zalen biedt het RMO aantrekkelijk geprijsde, culturele vergaderfaciliteiten.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
20 Het RMO is de navolgende organisaties erkentelijk voor hun bijdragen • MuseumJeugdUniversiteit t Shell, Kidsweek • Petra. Wonder in de Woestijn t Blockbusterfonds (VSBfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Van den Ende Foundation, BankGiro Loterij), Vriendenvereniging RoMeO, Jordan Tourism Board, BankGiro Loterij, Royal Jordanian Airlines, Isropa, ZARQA Dode Zeezoutproducten, AON Verzekeringen, Interbest Snelwegreclame en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (indemniteit) • Gouden Middeleeuwen t Cultuurfonds BNG, Mondriaan Fonds, Fonds 1818, AON, Stichting Zabawas, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (indemniteit) • Bij nader inzien t NWO (De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) • IJstijd t SNS REAAL Fonds, Stichting Zabawas, Prins Bernhard Cultuurfonds Zuid-Holland, Van den Ban Group, Van Beest, Knol en Vermeulen deurwaarders • 75 jaar NINO t Shell, NINO • Carthago t Blockbusterfonds (zie boven), Tunesisch Verkeersbureau Nederland, Stichting Zakenvrienden RMO, Nederlandse Ambassade in Tunis, Tunis Air, Labrys Reizen,
Interbest Snelwegreclame, AON Verzekeringen
• Restauratie Griekse vazen t BankGiro Loterij, Van der Mandele Fonds
• Nacht van de Viool t Cultuurfonds Leiden, Rabobank Leiden-Katwijk
• Week van de Klassieken t Labrys Reizen, ISTA • 400 jaar Arabisch t HERA (EU-project), Saudi Aramco • Aanwinsten t BankGiro Loterij, Mondriaan Fonds, Vriendenvereniging RoMeO
De BankGiro Loterij In de periode 2014-2018 kan het RMO wederom een jaarlijkse bijdrage van € 200.000, gedoneerd door de BankGiro Loterij, tegemoet zien. Het museum is ongelooflijk blij met de steun en het vertrouwen van de BankGiro Loterij. Hierdoor kunnen de aankomende jaren substantiële aankopen worden gedaan, restauratieprojecten worden voltooid en nieuwe vaste opstellingen worden gerealiseerd. De basis van het museale werk wordt hierdoor extra geschraagd. Dit mecenaat is voor tal van musea van onschatbare waarde.
t 14/01 Lezing: Petra vóór de Nabateeërs • Conservator Lucas Petit vertelde dat onderzoek heeft uitgewezen dat meer dan elfduizend jaar geleden jagers en verzamelaars aanwezig waren in het gebied rond Petra. In het achtste millennium v.Chr. verschenen de eerste boeren. Door de droge omstandigheden leerden ze efficiënt met regenwater om te gaan. Zo bleef het gebied bewoond, ondanks abrupte schommelingen in de neerslaghoeveelheden s
De zalen zijn gebruikt door: Amstelclub AVRO BV Leiden De Partij Diverse concertorganisaties Diverse cursusorganisaties Diverse reisorganisaties Diverse uitgeverijen Erfgoedhuis Zuid-Holland Gemeente Leiden Gemeente Teylingen Gemeentelijk stemlokaal Griekse ambassade ICLON International Leiden Filmfestival Jordan Tourism Board Koninklijke Shell B.V. Labrys Reizen Leids Universitair Fonds LUMC Nederlands Klassiek Verbond NINO Open Monumentendagen Podium Pitch Provincie Zuid-Holland Rabobank Robeco Universiteit Leiden Vereniging Oud Leiden Vriendenvereniging RoMeO White Crow Festival
t 16/01 NINO-lezing: Het oudste schrift in Mesopotamië • Lezing door dr. Theo Krispijn (Universiteit Leiden). Kleitabletten met het oudste Mesopotamisch schrift (3350 v.Chr.) kenden als oorsprong het zogenaamde token-systeem, vanaf 8000 v.Chr. in delen van het Nabije Oosten in gebruik. De vondst van een archief, met merkwaardige voorbeelden van een soort tussenvorm tussen tokens en spijkerschrift, werpt nieuw licht op het ontstaan van het Mesopotamisch schrift. Deze lezing behoorde tot de reeks die het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) met het RMO organiseert s
21 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 2011 2012 2013 2014 € 30.000 € 14.689 € 35.773 € 44.379 € 42.517
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Zaalverhuur
Museumwinkel Het target is een omzet van minimaal € 300.000 met een marge van 40%. Doel is om de omzet per bezoeker in de periode 2013/16 te laten stijgen naar € 2,35. Jaaromzet Doel 2011 2012 2013 2014 € 300.000 € 373.466 € 348.203 € 404.628 € 576.685 De jaaromzet van de winkel is inclusief de verkoop van Museumkaarten. Bruto marge
ri jk s mu se um van o ud he d e n
22
Gemiddelde omzet over alle museumbezoekers, inclusief kinderen Doel € 2,35
2011 2012 2013 2014 € 2,44 € 2,44 € 2,34 € 2,78
De Museumshop sloot zich wederom aan bij landelijke acties op de kalender van het CPNB, trainde personeel, breidde het vloeroppervlak uit en ontwikkelde seizoensgebonden acties en assortiment.
Gemiddelde besteding per transactie (ex Museumkaartverkoop)
Horeca
2012 2013 2014 Doel winstuitkering 2011 € 30.000 € 30.000 € 29.000 € 37.000 € 49.000
2011 2012 2013 2014 € 16,76 € 17,33 € 16,43 € 17,65
De omzet van de museumwinkel bereikte een recordhoogte. Het assortiment was gerelateerd aan tentoonstellingen, evenementen en vakanties. Boeken vormen het kernassortiment. Bestendigen van relaties en het aangaan van duurzame relaties met (inter)nationale uitgevers zorgden voor een breed aanbod, oog voor actualiteit en een stevig randassortiment. Een keur aan boekpresentaties is een neveneffect van proactief beleid en fijne relaties met uitgevers, leveranciers en bezoekers. Dit is niet alleen goed voor de omzet (€ 27.000 omzet met twaalf boekpresentaties), maar schraagt evenzeer de wetenschappelijke functie van het RMO. De tentoonstelling Petra zorgde voor fraaie resultaten: catalogi en souvenirs werden met een uitstekende marges verkocht. Omdat de verkoopprijs van dit assortiment bescheiden was zakte de gemiddelde besteding per transactie. Voor de tentoonstellingen Gouden Middeleeuwen, IJstijd en Carthago gold een koerswijziging: ruim en divers aanbod, afgestemd op de doelgroepen, hogere gemiddelde prijzen en een degelijke marge.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
2011 2012 2013 2014 40% 32% 33% 33%
Vanaf 2008 beheert het bedrijf Vermaat het museumcafé en neemt de catering en banqueting (niet exclusief ) op zich. Met Vermaat is in 2010 een tienjarig contract afgesloten. Het contract is gebaseerd op een wederzijdse samenwerking met een winst- en verliesdeling van 50/50. Het resultaat over 2014 bedroeg ruim € 49.000 voor het museum. De omzet bedroeg € 444.000 waarvan het RMO 50% in de jaarrekening opneemt. De investeringen voor het café worden gefinancierd door Vermaat, waarna de afschrijving gelijk wordt verdeeld. Personeel wordt regelmatig uitgewisseld met de Hortus Botanicus. Reizende tentoonstellingen Het doel is jaarlijks één expositie aan een buitenlands museum te verkopen met minimaal € 100.000 omzet en 120.000 bezoekers op jaarbasis. Het museum verkocht de afgelopen vijf jaar zeven tentoonstellingen aan eenentwintig musea in binnen- en buitenland. De expositie Fascinating Mummies trok een miljoen bezoekers tijdens een tour in Canada, Japan, Schotland en Spanje, en is daarmee de succesvolste uit de geschiedenis van het museum.
t 19/01 Weltklassik am Klavier • Weltklassik am Klavier presenteerde in de eerste helft van 2014 iedere maand een pianoconcert. Het van oorsprong Duitse initiatief is bedoeld om jonge pianisten een intiem klassiek podium voor kleinschalige concerten te bieden. In de eerste aflevering speelde de Zuid-Koreaanse pianiste Sarah Soyeon Kim werken van Schumann en Brahms s
23 Na een venue in Palma de Mallorca was tot eind augustus Fascinating Mummies onder de naam Momias egípcias te zien in Gerona (Spanje). Daarna reisden de Leidse mummies door naar Zaragoza, de laatste bestemming van de tour. Deze expositie over begrafenisrituelen in het oude Egypte reist sinds 2009. Rotterdam was in 2011/2012 de enige Nederlandse bestemming. De expositie The Realm of Aphrodite begon zijn reis in 2012 in Museum Het Valkhof in Nijmegen en was in 2014 in het Finse Tampere te zien. In juni 2015 opent in Québec Egyptian Magic die het museum eerder in Leiden organiseerde. Voor het Archeologisch Museum van Bologna produceert het museum een expsoitie over het oude Egypte (open najaar 2015). Het museum stelt de exposities samen uit de eigen collectie en op aanvraag met objecten uit andere verzamelingen. Zo maakte het RMO een bewerking van Petra, die in het Jordan Museum (Amman) opende op 17 juli. Het komt niet vaak voor dat een Nederlands museum in het herkomstland van de objecten een expositie met deze voorwerpen maakt. Voor het RMO was dit een tegenprestatie voor het tonen van Petra in Nederland. Met de inkomsten uit reizende tentoonstellingen financiert het museum zijn kerntaken
zoals restauratie, opgravingen en de aanstelling van een extra conservator voor de Egyptische afdeling. Locaties 2011: 2012: 2013: 2014:
Takasaki, Okayama, Rotterdam Nijmegen, Edinburgh, Lleida Tongeren, Tarragona, Palma de Mallorca Gerona, Zaragoza, Tampere, Amman
Bezoekers aan buitenlandse tentoonstellingen Doel 2011 2012 2013 2014 120.000 127.328 112.453 132.000 232.000 Omzet Doel 2011 2012 2013 2014 € 100.000 241.303 231.615 40.000 250.233
t 21/01 100.000ste bezoeker • De 100.000ste bezoeker van de tentoonstelling Petra. Wonder in de woestijn, Marjan Daamen uit Assendelft, werd met haar man Gerard door museumdirecteur Wim Weijland feestelijk onthaald s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 40%
1.3 Bereik, gemeten in vormen van contact In deze paragraaf zijn de doelen veelal meetbaar en sluiten nauw aan bij de prestatieafspraken van OCW. Bij het begrip ‘bereik’ worden eveneens de middelen en instrumenten behandeld om het fysieke en digitale bereik te vergroten. Het aantal uren openstelling is daar een onderdeel van. De hoeveelheid tentoonstellingen illustreert met welk aanbod het RMO het contact met de samenleving wil verbreden en onderhouden.
Opvallend
• Petra overtrof alle verwachtingen. In het eerste kwartaal bezochten bijna 90.000 mensen het museum.
Openstelling museum
Het museum is open van dinsdag tot en met zondag van 10.00-17.00 uur en op maandagen in de vakanties. Bij Petra en Carthago bleef het museum op donderdagavond tot negen uur geopend. Dit verklaart de lichte stijging in openingsuren.
Het doel is minimaal gemiddeld 139.600 bezoekers per jaar. Dit is conform de eis van het ministerie van OCW, waarbij bepaald is dat Rijksmusea in de periode 2013/2016 minimaal het gemiddelde van de periode 2009/2012 moeten behalen. Het museum kende met 207.667 bezoekers een recordjaar. Dit is het hoogste aantal in de geschiedenis en bekroont de stijgende lijn die het museum kent sinds 2005. Vanaf dat jaar stegen de cijfers van 75.000 tot ruim 207.000.
Doel is het organiseren van minimaal zes exposities per jaar, grotendeels op basis van de collectie. Hiermee worden extra (herhaal)bezoekers getrokken, deelcollecties belicht en actueel wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd. Met dertien stuks, inclusief vier foto-exposities en exclusief presentaties in de actualiteitenvitrines, haalt het RMO zijn doel ruim.
0
2005
2006
2008
2009
2010
2011
2012
2013
207.000
173.017
142.674
2007
134.408
100000
119.315
150000
50000 t 23/01 Lezing: Petra as a World Heritage Property • Door prof. dr. Moawiyeh Ibrahim ( Jordanië), vertegenwoordiger van Jordanië in het UNESCO World Heritage Committee. Petra staat sinds 1985 op de UNESCO World Heritage List. In 2007 werd het uitgeroepen tot een van de zeven ‘nieuwe’ wereldwonderen. Petra is kwetsbaar geworden door natuurlijke processen en grote aantallen toeristen. Deze ontwikkelingen vormen een nieuwe uitdaging om dit archeologische wonder te bewaren s
2011 2012 2013 2014 8 13 13 13
200000
116.890
Concept, objecten, audiovisueel materiaal en teksten werden geleverd door het RMO. De vormgeving was in handen van het Vapriikki Centre. Het bureau voor toerisme van Tampere was dermate van de expositie gecharmeerd, dat de stad in de zomer in het teken van de liefde stond. De tentoonstelling werd bezocht door 55.000 mensen, wat het tot de twee na best bezochte tentoonstelling maakte in het Vapriikki Centre (na tentoonstellingen over het terracotta leger en Fabergé eieren).
Doel 6
88.868
Op 21 maart opende Aphroditen Valtakunta (Aphrodite’s Empire) in het Vapriikki Centre in Tampere. Bezoekers konden genieten van meer dan 300 voorwerpen uit de Klassieke Wereld, het oude Egypte en het oude Nabije Oosten. De expositie had de vele aspecten van liefde en schoonheid in de oudheid als onderwerp: verliefdheid, hofmakerij, huwelijk, nageslacht en een gelukkig lang leven. De duistere kanten van liefde en schoonheid, zoals haat, jaloezie, verdriet, rouw, ouderdom en onvruchtbaarheid kwamen eveneens aan bod.
Bezoekcijfers
74.772
ri jk s mu se um van o ud he d e n
24
Tentoonstellingen
153.096
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 2011 2012 2013 2014 44 uur per week 44 44 44 45
2014
25 ri jk s mu se um van o ud he d e n
geweest, 20% boven het gemiddelde van de afgelopen vier jaar. In deze periode waren Gouden Middeleeuwen en Bij nader inzien te zien. De maanden april, mei en augustus scoorden nog nooit zo hoog. • In oktober zorgde IJstijd voor een maandcijfer met ruim 22.000 bezoekers. Bijna 17.000 hiervan bezochten het museum in de herfstvakantie. • De ruime eerste maand Carthago (vanaf 27 november tot eind december) trok conform verwachting 24.000 bezoekers. Dat is 17% lager dan Petra en in lijn met de begroting. • Het aantal jeugdige bezoekers onder de 18 jaar groeide van ruim 42.000 naar meer dan 50.000.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
• Tussen april en september zijn er ruim 74.000 bezoekers
131.383
uitgelicht: Aphroditen Valtakunta
Bruikleengevers: Universitaire Bibliotheken Leiden, Academisch Historisch Museum (Leiden) en Museum Enschedé (Haarlem). Vormgeving: Ontwerpwerk
Petra. Wonder in de woestijn (09/10/13 – 23/03/14) Het cultuurwonder van Jordanië, de uit rotsen gehouwen woestijnstad Petra was tot 23 maart te zien. De tempels, koningsgraven en ruïnes van luxe villa’s maken de tweeduizend jaar oude stad tot misschien wel de mooiste archeologische plek op aarde. De bezoekers stroomden toe. Op 23 maart stond de teller op ruim 170.000 bezoekers, gemiddeld 1100 per dag. De expositie was de succesvolste uit de museumgeschiedenis. Het vorige record stond op naam van de expositie Farao’s van de zon (131.500 bezoekers in 2000/2001).
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Petra was de hoofdstad van de Nabateeërs, een van oorsprong nomadisch volk. Meer dan tweeduizend jaar geleden vestigden zij zich in een gebied, dat nu Zuid-Jordanië, Zuid-Israël en Noord-Saoedi-Arabië omvat. De stad groeide uit tot een van de belangrijkste handelsknooppunten van het Nabije Oosten. De culturen en producten van de westerse wereld, het Verre Oosten en het Nabije Oosten kwamen hier samen en brachten de Nabateeërs grote welvaart. In 106 na Chr. werd Petra door de Romeinen veroverd. Na twee verwoestende aardbevingen in 363 en 551 verloor de stad haar leidende rol. Na de verovering door de Arabieren in 663 werd Petra verlaten en vergeten. Pas in 1812 werden de ruïnes herontdekt door de Zwitserse ontdekkingsreiziger Johann Ludwig Burckhardt. Tegenwoordig bezoeken ongeveer 700.000 toeristen per jaar de stad. Sinds 1985 staat Petra op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
27
Tentoonstellingen
Voortreffelijk en waardig. 400 jaar Arabische studies in Nederland (06/09/13 – 02/03/14)
Middeleeuws chic (23/11/12 - 16/03/14)
Deze expositie werd georganiseerd ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van de Leidse leerstoel Arabische Taal en Cultuur. In 1613 sprak Thomas Erpenius zijn oratie uit, Over de voortreffelijkheid en waardigheid van het Arabisch. De arabistiek groeide uit tot een diepgewortelde traditie. Geleerden als Scaliger, Erpenius en Snouck Hurgronje genieten in academische kringen wereldfaam. De geschiedenis van de Nederlandse arabistiek is een treffend voorbeeld van de 'blik op de ander' en getuigt van de kosmopolitische nieuwsgierigheid naar de wereld van de islam. In de Nabije Oostenopstelling waren portretten van de belangrijkste hoogleraren Arabisch en hun nalatenschap - boeken, prenten, foto’s en handschriften te zien. De expositie werd gemaakt in samenwerking met de Universitaire Bibliotheken Leiden. Er verscheen een gelijknamige publicatie, geschreven door Arnoud Vrolijk (Universiteit Leiden), samensteller en gastcurator, en Richard van Leeuwen (Universiteit van Amsterdam).
Het RMO bezit de grootste verzameling laatmiddeleeuws riembeslag van Europa: meer dan 1500 verschillende beslagstukjes en tachtig fragmenten van leren tassen en schoenen met beslag. Het overgrote deel is gevonden in het 'Verdronken Land van Zeeland' en Dordrecht. In de Holwerdazaal, deel van de afdeling Archeologie van Nederland, waren vijftig leren riemen, tassen en schoenen met metalen versiering, honderden beslagstukjes en tientallen insignes te zien. Dit werd aangevuld met bruiklenen uit twaalf steden in Nederland en Vlaanderen. Vormgeving: Stoopman Vos
t 25/01 Steentijddag • Meer dan 200 bezoekers waren aanwezig op de 24ste Steentijddag, onder voorzitterschap van conservator prehistorie Luc Amkreutz. De veelal amateurarcheologen luisteren naar lezingen en maken kennis met elkaars verzamelingen s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ri jk s mu se um van o ud he d e n
26
ja a rve rsla g 2 0 1 4
De tentoonstelling en de publicatie zijn onderdeel van het Europese project Humanities in the European Research Area (HERA). Financiële steun werd daarnaast ontvangen van Saudi Aramco.
t 31/01 – 02/02 Petra gratis naar Petra • Iedereen met de (roep)naam Petra of doopnaam Petronella kon gratis de gelijknamige tentoonstelling bezoeken. Het museum ontving 182 Petra’s in één lang weekend s
Vormgeving: Architectenbureau JOWA
"Toen zag ik Petra ... het was alsof ik in mijn schilderijen stapte, en meer ... ik stapte langzaam in metaforen van archeologie, architectuur en mythologie.” Parallel aan de Petratentoonstelling exposeerde kunstenaar Gerti Bierenbroodspot voor de derde maal in het RMO. Petra revisited was een retrospectief van het werk dat zij maakte tijdens een decennium van wonen en werken in Petra, aangevuld met nieuwe schilderijen en beelden. Bierenbroodspot reist voornamelijk langs archeologische steden als Petra, Palmyra (Syrië) en Baalbek (Libanon). In 1989 bezocht zij Petra voor het eerst. Haar werken zijn een mix van hedendaagse kunst, archeologie en de tijdloze schoonheid van Petra. Getoond werden op rijstpapier getekende en geschreven dagboeken, aquarellen, rubbings, beelden van albast en brons, beschilderde rotsblokken en schilderijen, veelal uit gerenommeerde verzamelingen zoals de Koninklijke Verzamelingen Den Haag en de ING Collectie.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Mede mogelijk gemaakt door het Blockbusterfonds (VSBfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Van den Ende Foundation, BankGiro Loterij), Vriendenvereniging RoMeO, Stichting Zakenvrienden RMO, Jordan Tourism Board, Royal Jordanian Airlines, Isropa, ZARQA Dode Zeezoutproducten, AON Verzekeringen, Interbest Snelwegreclame en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (indemniteit). Bruikleengevers (13): Ministry of Tourism & Antiquities, Department of Antiquities of Jordan, Jordan Museum (Amman), Citadel Museum (Amman), Archaeological Museum Jerash, Petra Archaeological Museum, Antikenmuseum Basel, Naturhistorisches Museum (Basel), Nederlands-Vlaams Instituut Cairo, Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam, Universitaire Bibliotheken Leiden, Koninklijke Bibliotheek (Den Haag), GeldMuseum (Utrecht).
Petra revisited (09/10/13 – 23/03/14)
In het weekend van vijftien en zestien maart heette Bierenbroodspot bezoekers persoonlijk welkom in haar expositie. Op zondag bezochten 2.245 mensen het RMO, het eennahoogste aantal op één dag in de historie van het museum. Vormgeving: RMO/ Bierenbroodspot/ Erik van Rosmalen
28 ri jk s mu se um van o ud he d e n
uitgelicht: Petra: I was here Als extra publieksproject werd Petra. I was here gestart. Mensen die een bezoek aan de stad Petra hadden gebracht, werden opgeroepen hun vakantiefoto’s in te sturen. Die foto’s werden getoond op een wand in de entreezaal en op een Flickr-account. Inzenden kon via email, in de aangemaakte Flickr-groep of ‘analoog’ bij de kassabalie. Expliciet werden foto’s gevraagd waarop toeristen te zien waren, zodat de verzamelde beelden een tijdsdocument vormen van het hedendaags toerisme. De respons was enorm: het museum ontving meer dan meer dan 2000 foto’s, van de jaren ’60 tot aan nu. De Flickr-groep bestaat uit 850 foto’s en blijft online. De foto’s zijn in het archief opgeslagen.
t 07/02 Ladies Night: Petra • Een uitverkochte avond voor ladies only: Gerti Bierenbroodspot was aanwezig bij haar tentoonstelling Petra Revisited, er was een presentatie van Jordaanse jurken, waarbij de dames bijzondere Salt-jurken konden passen, er waren demonstraties handverzorging met Dode Zeezout producten, drie verzamelaars toonden hun mooiste sluiers en bedoeïenensieraden en Arita Baaijens gaf de lezing Vrouw in mannenwereld en vertelde over haar ontmoetingen met nomadenvrouwen en vrouwelijke karavaanleiders. Dit tegen het decor van de Egyptische tempel, waarvoor een markt verrees met kramen van Leidse winkeliers s
t 11/02 Lezing: Udhruh, legerplaats bij Petra • Lezing door dr.ir. Mark Driessen (Universiteit Leiden), actief in het Udhruh Archaeological Project, vijftien kilometer ten zuidoosten van Petra. Deze Romeinse legerplaats is de meest compleet bewaarde van het gehele Romeinse rijk. De buitenmuren en torens staan op diverse plekken nog meters overeind. De binnenbebouwing ligt grotendeels onder een meer dan 2,5 meter dik pakket bouwmateriaal. De hypothese is dat deze legerplaats een rol speelde in de bescherming van Petra en de logistiek van en naar de stad, ook door een netwerk van ondergrondse kanalen, opgemetselde aquaducten en reservoirs s
29 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Blikvanger in de expositie was het beeldhouwwerk dat de stad sierde. Reliëfs met dieren- en plantenmotieven, portretten van goden, godinnen en fabeldieren, beelden en sierlijk bewerkte zuilen stonden opgesteld tussen wandvullende foto’s van plekken in Petra. Zo maakten bezoekers kennis met de Nabateeërs, de bouwers en bewoners van de stad, hun kunst, cultuur en religie. Er werden lezingen, rondleidingen, cursussen, filmavonden, het publieksproject Petra: I was here, een publiekssymposium en kinderactiviteiten georganiseerd. Daarnaast verscheen een fotoboek, een magazine, een wetenschappelijke publicatie en een kinderroute.
Wie wat bewaart, heeft wat te publiceren Vroeger was alles overzichtelijk. Het Rijksmuseum van Oudheden voerde in de negentiende en een deel van de twintigste eeuw als vrijwel enige organisatie opgravingen uit. De kennis was geclusterd en publicaties volgden meestal snel op de opgraving. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde het veld. De weinige archeologen van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB, nu onderdeel van de RCE), het museum en de universiteiten konden de bouwexplosie van de wederopbouw niet bijbenen. Enkele uitzonderingen daargelaten rende men van noodopgraving naar noodopgraving. De tijd om de groeiende hoeveelheid gegevens in archieven en depots te bestuderen en te publiceren ontbrak. Een ruwe schatting leert dat in de twintigste eeuw ongeveer 8.000 opgravingen plaatsvonden, gemiddeld iedere week één. Vierduizend daarvan zijn niet of nauwelijks uitgewerkt. Odyssee: samen het verleden thuisgebracht Het rapport Odyssee bracht deze achterstand in kaart. NWO startte daarop in 2010 een subsidieronde waarvoor projecten aangedragen konden worden, die alsnog wetenschappelijk en voor het publiek ontsloten moesten worden. Er werden
Van onderzoek naar eindresultaat Van prehistorie tot nieuwe tijd, van stadsgeschiedenis tot maritieme archeologie of het Nederlands oorlogsverleden: alles kwam in de tentoonstelling aan bod. Dat rijke palet vormde een aantrekkelijk aspect. Tegelijkertijd was die breedte een uitdaging. De behaalde resultaten in het Odysseeproject vormden een complex beeld van het verleden, meer dan men voor een tentoonstelling zou wensen. Gezocht werd naar een structuur die meerdere onderzoeken kon omvatten en die recht deed aan de individuele projecten en hun resultaten. Dit werd gevonden in vier thema’s. Binnen de koepel Dynamiek werden onderwerpen als locatiekeuze en de vorming van machtscentra belicht. Het koepelthema Uitwisseling belichtte ons rijke en handelsverleden, inclusief havens en ons maritiem erfgoed. Expressie behandelde onderwerpen die te maken hebben met rituelen en de dood. In Conflict kwam de Romeinse rijksgrens uitgebreid aan bod, met daarnaast vondsten uit de Tweede Wereldoorlog. Toekomst voor het verleden Het onderzoeksprogramma bood een breed perspectief op ons verleden. De tentoonstelling en de bijbehorende publicatie vormden hier een publieksvriendelijke afsluiting van.
t 13/02 Lezingenmiddag over handelsroutes • Wat waren, naast Petra, in de prehistorie, oudheid en Middeleeuwen handelsroutes en knooppunten elders in de wereld? Vier RMO-conservatoren gaven voor een uitverkochte zaal (een deel van) het antwoord op deze vraag. Programma: • De Nabateeërs, een uitzonderlijk handelsvolk door Lucas Petit, conservator Nabije Oosten • Wat van ver komt…. Een blik op prehistorische uitwisseling en ‘exotica’ door Luc Amkreutz, conservator Nederland prehistorie • De Noordzee wijd en koud, Romeinse handel en het witte goud door Ruurd Halbertsma, conservator Klassieke Wereld
Het is duidelijk dat kennis niet enkel in de bodem verscholen ligt, maar ook op depotplanken en in archiefkasten. Er is nog laaghangend fruit dat geplukt kan worden zonder ingrepen in het bodemarchief. Tegelijk toont Odyssee aan dat we ons goed op de toekomst moeten bezinnen. Verstoringen en bouwactiviteiten gaan door en leveren nieuwe gegevens op. In het huidige archeologische systeem is nog lang niet voorzien in middelen en tijd om deze echt te begrijpen. In die zin is de reis van Odyssee niet ten einde. Het is een vertrekpunt voor nieuwe avonturen. Dit kwam eveneens naar voren in het symposium dat voorafgaand aan de opening werd georganiseerd. 14/04 Symposium Centraal stond de vraag welke impact het uitwerken van oude opgravingen heeft op archeologie, maatschappij en politiek. Het symposium werd georganiseerd door het NWO, het RMO en de RCE. Programma Jos Bazelmans (RCE): Odyssee: opzet, verwachtingen, proces, toekomst Jelle Reumer (Natuurhistorisch Museum Rotterdam): Odyssee voor het publiek Kristina Jennbert (Lunds Universitet, Lund): De Enkelgrafcultuur in Noord-Holland Steve Bödecker (LVR-Amt für Bodendenkmalpflege im Rheinland): De Nederlandse (kust)limes
Guy Hallsall (University of York): Vroegmiddeleeuwse grafvelden in Nederland Paneldiscussie met zes promovendi Opening Bij nader inzien door Marjan Hammersma (directeur-generaal Cultuur en Media, ministerie van OCW) Bruikleengevers (23): Provinciaal Archeologisch Depot Utrecht, Gemeente Utrecht, Provinciaal Depot Bodemvondsten (Den Bosch), Provinciaal Archeologisch Depot NoordHolland (Haarlem), Noordelijk Archeologisch Depot (Nuis), Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (Middelburg), Provinciaal Archeologisch Depot Zuid-Holland (Alphen a/d Rijn), Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Overijssel (Deventer), Gemeente Breda, Gemeente Zutphen, Gemeente Den Haag, Gemeentemuseum Helmond, Archeologisch Centrum Eindhoven en Helmond (Eindhoven), Nationaal Depot voor Scheepsarcheologie (Lelystad), Herinneringscentrum Kamp Westerbork (Hooghalen), Universiteit Leiden, Eicha Museum (Bergeijk), Gelders Archeologisch Depot (Nijmegen), Museum Het Valkhof (Nijmegen), Groninger Instituut voor Archeologie, Museum de Tiendschuur (Weert), Museum Swaensteyn (Voorburg), particuliere bruikleengevers. Met dank aan: Evert van Ginkel (TGV Presentaties), Marja Berendsen (NWO) Vormgeving: Potstausend
• 8000 kilometer voor een edelsteen: het handelsnetwerk van de Vroege Middeleeuwen door Annemarieke Willemsen, conservator Nederland Middeleeuwen s t 14/02 – 16/02 White Crow Music Festival • Op deze dagen vond in de tempelzaal de derde editie van het White Crow Music Festival plaats, een internationaal kamermuziekfestival voor jonge internationale topmusici s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Deze expositie vormde de afsluiting van het Odysseeprogramma van wetenschapsorganisatie NWO, gericht op het uitwerken van oud en soms vergeten archeologisch onderzoek. De presentatie bood een overzicht van 32 verschillende onderzoeksprojecten. Ze vormden een staalkaart van het Nederlands bodemarchief, van de prehistorie tot de Tweede Wereldoorlog.
32 projecten geselecteerd. Het grootste deel is inmiddels afgerond en heeft een deel van ons erfgoed voor iedereen toegankelijk gemaakt. Bijzonder aan het Odysseeproject is dat het een dwarsdoorsnede toont van vroege archeologiebeoefening in Nederland én een afspiegeling is van het huidige werkveld. Geen enkel onderzoek is door één enkele instantie of bedrijf uitgevoerd. Er werd intensief samengewerkt tussen overheden, verschillende archeologische bedrijven, universiteiten en musea.
31 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4 ri jk s mu se um van o ud he d e n
30
Bij nader inzien. Nieuw onderzoek naar oude opgravingen (14/04 – 14/09)
uitgelicht: Bij nader inzien De vier thema’s in Bij nader inzien, gerelateerd aan een selectie van de onderzoeksonderwerpen: Thema Uitwisseling: Ezinge: wonen op een Wierde
Thema Dynamiek: Zutphen: bolwerk aan de IJssel
In de Late Bronstijd en de Vroege IJzertijd was crematie het algemene begravingsritueel. Overledenen werden bijgezet in een urn onder een heuveltje. Deze urnenvelden zijn op verschillende plekken in Nederland te vinden, zoals op de Boshoverheide bij Weert, waar meer dan 3000 mensen werden bijgezet. Het is daarmee het grootste urnenveld van Nederland (45 voetbalvelden groot). Bovendien zijn hier vele brandstapels gevonden en glazen kraaltjes die tot het oudste glas in Nederland behoren. Het onderzoek heeft de gegevens van dertig jaar opgraven gebundeld.
Rond de jaartelling verrees bij de splitsing van Rijn en Vecht een Romeins fort: Fectio, genoemd naar de rivier. Museumdirecteur Reuvens verrichtte er in 1829 als eerste opgravingen. Vooral de bestudering van de onderzoeksresultaten uit 1946-1947 leverde veel inzichten op over de verbouwingen van dit commandocentrum langs de Rijn. Daarnaast werden door amateurarcheologen spectaculaire vondsten gedaan.
In het drassige noordelijke kustgebied woonde men sinds de IJzertijd op terpen of wierden. Deze werden vaak tussen 300 en 350 na Chr. verlaten. Op de terp van Ezinge bleef men echter wonen en onderhield men contacten met buren in Noordwest-Duitsland. Dit (handels)netwerk vormde een belangrijk vangnet om te overleven. De beroemde opgravingen van Van Giffen tussen 1923 en 1934 en de goede velddocumentatie hebben ervoor gezorgd dat de bewoningsgeschiedenis van deze belangrijke plek alsnog boven water is gekomen.
Het samenvoegen van de resultaten van jarenlange stadsopgravingen bood een verrassend inzicht in de bewoningsgeschiedenis van Zutphen. Overblijfselen van een Romeinse versterking en een Karolingische feestzaal werden gevonden. De heersende klasse bleef in latere tijden duidelijk zichtbaar aanwezig. Dat blijkt onder meer uit een tufstenen paleis dat hier in de elfde eeuw verrees en bedoeld was als onderkomen voor de Duitse koning, wanneer hij naar Utrecht reisde.
33 ri jk s mu se um van o ud he d e n
32 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Thema Conflict: Vechten in Vechten
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Thema Expressie: Weert-Boshoverheide
Opgraving op de Boshoverheide
Detail van een Romeinse ruiterhelm gevonden bij Vechten (particuliere verzameling, Hilversum)
t 15/02 – 02/03 Voorjaarsvakantie • Kinderen konden tijdens de voorjaarsvakantie de handen uit de mouwen steken: schildersezels, doeken, verf, potloden, stiften en krijt stonden klaar om de mooiste tempels, rotsen en beelden uit de woestijnstad Petra te maken. Aan knutseltafels konden kinderen een aardewerken schaal beschilderen, naar voorbeeld van de Nabateese schalen in de tentoonstelling s
Publicatietekening van de vondsten van de opgraving in Ezinge (© Groninger Instituut voor Archeologie)
Tekening van aardewerk met radstempelversiering, weefgewicht en metalen voorwerpen, Zutphen (RCE/Renaud)
t 16/02 Weltklassik am Klavier • In de tweede aflevering van de Weltklassik am Klavier reeks speelde de Wit-Russische pianist Slawomir Saranok werken van Bach, Schubert, Debussy en Rachmaninov s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
34
Gouden Middeleeuwen. Nederland in de Merovingische wereld (25/04 26/10) In het voorjaar en de zomer stonden de Vroege Middeleeuwen, de periode van circa 400 tot 700 na Chr., centraal. Dit is globaal na de Romeinen en voor Karel de Grote, vaak benoemd als Dark Ages of volksverhuizingstijd. Dat geeft het idee van een periode vol onrust, waarin iedereen continu op de vlucht was. Archeologisch zijn de Vroege Middeleeuwen echter één van de rijkste periodes uit de Nederlandse geschiedenis. Het was in deze tijd gebruikelijk doden in hun graf sieraden, wapens en gebruiksvoorwerpen mee te geven, zodat veel materiële cultuur bewaard is gebleven. De Vroege Middeleeuwen zijn dé tijd van het goud. De laatste decennia zijn ook vroegmiddeleeuwse nederzettingen opgegraven. Dit zijn in essentie boerendorpen, die deel uitmaakten van een uitvoerig, onderschat handelsnetwerk. Het werd tijd deze vroegmiddeleeuwse wereld eens in de schijnwerpers te plaatsen. Twee verrassingen We weten niet of de vroegmiddeleeuwse mensen in onze
streken zich Merovingisch voelden, of hoe hun koningen heetten. We hebben wel hun huizen, werkplaatsen, paarden, honden, drinkglazen, emmers, kralensnoeren, gespen, scharen en hun schoenleesten teruggevonden. Dat was voor het publiek de eerste verrassing tijdens het bezoek. De tweede was de rijkdom van deze periode. Er was veel luxe en die blijkt vrij breed toegankelijk te zijn geweest. Die brede toegang is zowel oorzaak als gevolg van een bescheiden mate van hiërarchie in de samenleving, met een minder duidelijke elite en onderlaag dan hiervoor en hierna. De dorpen (en een enkel stadje als Utrecht en Maastricht) in het huidige Nederland functioneerden in een handelsnetwerk dat tot in Constantinopel en India reikte en heel Europa bedekte. Misschien wel het opvallendste aan de Merovingische wereld is de eenvormigheid van de materiële cultuur over een groot gebied. Ver van elkaar wonende mensen hadden ongeveer soortgelijke spullen en die haalden men niet uit de dichtstbijzijnde bron. Om op die langeafstandshandel te kunnen vertrouwen is een hoge mate van rust, stabiliteit en veiligheid nodig. Die rust blijkt uit huisplattegronden, die vaak op dezelfde plek verschillende fases kenden. Blijkbaar bleven mensen in hun woonplaats investeren. Hetzelfde beeld geven de typische
t 20/02 NINO-lezing: De vier helden van de ontcijfering van het spijkerschrift • Door dr. Caroline Waerzeggers (Universiteit Leiden). In 1857 verklaarde de Royal Asiatic Society het spijkerschrift ontcijferd. Vier geleerden uit Groot-Brittannië en Frankrijk hadden, onafhankelijk van elkaar, een min of meer gelijkluidende vertaling van een inscriptie weten te maken. Sindsdien zijn de namen Hincks, Rawlinson, Fox Talbot en Oppert onlosmakelijk met de ontcijfering van het spijkerschrift verbonden. Wie waren deze ‘helden’ eigenlijk? s
Topstukken uit het buitenland Omdat Nederland ook toen geen eiland was, kwamen belangrijke bruiklenen uit de ons omringende landen, waaronder glaswerk uit Brussel, schijffibula’s uit Londen, een vergulde helm uit Krefeld en uit Parijs het zwaard van koning Childeric. Zijn graf is in 1653 in Doornik gevonden, de inhoud vol goud werd wereldberoemd, ging in 1871 grotendeels verloren bij een spectaculaire roof en wat er nog van over is wordt zelden uitgeleend. Opzet en activiteiten Gouden Middeleeuwen bestond uit drie delen. Eén zaal was gewijd aan het thema Thuis en toonde hoe mensen leefden in wat nu Nederland heet. De tweede zaal heette In de wereld en liet zien hoe mensen hun wereld en de grenzen daarvan zagen. In beide zalen waren films te zien en doe-plekken voor kinderen ingericht. Een derde zaal was gewijd aan Merovingisch glas. Behalve honderden stuks glaswerk, waaronder intrigerende slurfbekers en buidelbekers, toonde een film, gemaakt in de Glasblazerij Leerdam, hoe Merovingisch glas geblazen werd. Er waren twee kinderroutes bij de tentoonstelling: een dierenroute (5 tot 8 jaar), en een Goudzoekerskaart (8 tot 12 jaar).
Bruikleengevers (33): Curtis Museum (Alton), Museum aan de Stroom (Antwerpen), Agentschap Onroerend Erfgoed (Zellik), Koninklijke musea voor Kunst en Geschiedenis (Brussel), Landesmuseum für Vorgeschichte (Halle), Museum Burg Linn (Krefeld), British Museum (Londen), Maidstone Museums, Musée Archéologique de Namur, Service Publique de Wallonie (Namen), Bibliotheque Nationale de France-Cabinets des Antiques (Parijs), Gallo Romeins Museum (Tongeren), Provinciaal Depot voor bodemvondsten Zuid-Holland (Alphen a/d Rijn), Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam, De Nederlandse Bank (Amsterdam), Drents Museum (Assen), Gemeentemuseum Den Haag, Dordrechts Museum, Groninger Museum, Noordelijk Archeologisch Depot (Nuis), Fries Museum (Leeuwarden), Naturalis Biodiversity Centre (Leiden), Centre Céramique (Maastricht), Provinciaal Depot Limburg (Maastricht), Bureau Archeologie en Monumenten Nijmegen, Gelders Archeologisch Depot (Nijmegen), Museum het Valkhof (Nijmegen), Archeologie Stichting Stein, Archeologie Gemeente Utrecht, Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Utrecht, Museum Het Rondeel (Rhenen) en twee particulieren. Mede mogelijk gemaakt door het Cultuurfonds BNG, het Mondriaan Fonds, Fonds 1818, AON Verzekeringen, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Stichting Zabawas. Vormgeving: Pronk Studio
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Highlights uit Nederland Als basis voor de expositie gold de eigen verzameling, waaronder de inventaris van het grootste grafveld van Nederland uit deze periode, in 1951 op de Donderberg in Rhenen opgegraven. Uit dat grafveld waren veel objecten te zien, waaronder een keuze uit de in ons land ongeëvenaarde hoeveelheid fibula’s, kralen, glaswerk en wapens. Het museum bezit meer grafveldcollecties, zoals Bergeijk, Geldrop, Putten en Wageningen en de rijke grafvelden van Katwijk en Rijnsburg. Nederzettingsvondsten heeft het RMO minder. Hiervoor werden recent opgegraven bruiklenen gebruikt, voornamelijk uit de nederzetting die langs de A2 bij Leidsche Rijn is opgegraven. Naast de eigen verzameling was een overzicht van de belangrijkste voorwerpen uit deze periode uit Nederland te zien, met als blikvangers goud- en muntschatten en indrukwekkende sieraden uit Nijmegen, Maastricht en Tongeren.
onderwijs waren er rondleidingen, digitale lesbrieven en een digibordles.
35 Gouden gevest met granaatinleg van het zwaard van koning Childeric, 481 na Chr., bruikleen en foto: Bibliothèque Nationale de France, Parijs
Er waren lezingen, een internationaal wetenschappelijk congres, het kinderzomerproject Goudkoorts, een muntendag en een roofvogelshow op Dierendag. Daarnaast verscheen een publicatie en een Gouden Boekje (Mo en Spits naar de Middeleeuwen). Voor leerjaren van het voortgezet
t 28/02 Twaalf Provinciën Lezing: Flevoland • Programma van de tiende aflevering uit deze reeks: • Het Rijksmuseum van Oudheden in Flevoland door Annemarieke Willemsen, conservator RMO • Wonen, werken en sterven aan het water. Swifterbant, 4000 v.Chr. door Daan Raemaekers, hoogleraar Archeologie, Rijksuniversiteit Groningen • Kuinre, burcht op de bodem van de zee door Jan van Doesburg, onderzoeker Middeleeuwen en Nieuwe Tijd, RCE • Flevoland, het grootste scheepskerkhof van de wereld door Alice Overmeer, onderzoeker maritieme- en onderwaterarcheologie s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
rijengrafvelden, waar mensen eeuwenlang op één plek en op identieke manier hun doden hebben begraven. Hier was niemand aan het ‘volksverhuizen’. Uit skeletonderzoek blijkt dat mensen langer werden in de Merovingische periode dan in de Romeinse of de Karolingische, veroorzaakt door een gunstige verhouding tussen land en mensen. Het gaat dus niet te ver dit ‘gouden tijden’ te noemen.
De gesp is een topvondst voor Nederland, maar is hier niet gemaakt. Hij komt beslist uit het Engelse Kent, aan de overzijde van het Kanaal. Daar zijn parallellen bekend, al zijn ook in Kent dit soort gespen geen alledaagse vondst. Om de gesp van Rijnsburg context en vergelijking te geven, werd deze in Gouden Middeleeuwen vergezeld van zes van zijn ‘Engelse broers’, uit het British Museum in Londen en de musea van Maidstone en Alton. Hoewel ze van hetzelfde model zijn, is elke gesp een uniek stuk edelsmeedkunst en zijn de vlechtpatronen en het inlegwerk steeds verschillend. Over de gesp van Rijnsburg werd een film gemaakt, die het vakmanschap laat zien waarmee het inlegwerk en de filigraanversiering zijn gemaakt.
Van 2 tot 5 juli 2014 was er voor wetenschappers en liefhebbers het internationale Second Dorestad Congress. The early-medieval Netherlands in an international framework.
Gesp uit Faversham, zevende eeuw na Chr., bruikleen en foto: The British Museum, Londen
Gesp uit Alton, zevende eeuw na Chr., bruikleen en foto: Curtis Museum, Alton
36
02/07 Keynote lecture Gareth Williams, The British Museum I wouldn’t be seen dead in that: Sutton Hoo and other AngloSaxon ‘royal’ burials in the light of the Staffordshire hoard 03/07 Sessie I: Cultural Context Michiel de Vaan, Universiteit Leiden Before the birds started nesting: Linguistic diversity in the earlymedieval Low Countries Herre Wynia, Gemeentearcheoloog Utrecht Merovingian Utrecht: Results from recent research at Leidsche Rijn and Domplein Laurent Verslype, Universiteit van Leuven Quentovic defined, again... New perspectives on the lower Canche valley in its territorial framework Ben Jervis, English Heritage Trust Pottery and coastal communities before the emporia: A case study from south-east England
ri jk s mu se um van o ud he d e n
03/07 Sessie II: Key Materials Thomas Calligaro, Centre de Recherche et de Restauration des Musées de France Garnets used in Merovingian jewellery: The present picture of sources and procurement evolution Genevra Kornbluth Merovingian rock crystal: practical tools and status markers Line Van Wersch, Universiteit van Leuven Merovingian glass: Material, technology and diffusion Pieterjan Deckers, Vrije Universiteit Brussel Alloys on display: XRF analysis of Merovingian brooches
03/07 Sessie III: New Research on Dorestad Menne Kosian, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) The city and the river: A reconstruction of the strategical position of early-9th-century Dorestad Stijn Heeren, Vrije Universiteit Amsterdam Predecessors and early development of Dorestad: The region of Wijk bij Duurstede from the 2nd to the 9th century Esther Jansma, Universiteit Utrecht The dendrochronology of the Early Middle Ages: Local and longdistance timber supply in the Netherlands,with emphasis on Dorestad Raphaël Panhuijsen, Universiteit van Amsterdam The funerary landscape of Dorestad from its Merovingian beginnings to its Carolingian heyday 04/07 Sessie IV: Reputed Royal Graves Annemarieke Willemsen, Rijksmuseum van Oudheden Looking for Merovingian royal graves in the Low Countries Johan Nicolay, Universiteit van Groningen Royalty in Frisia Sasja van der Vaart, Universiteit Leiden The problem of defining a chieftain: Early Iron Age chieftains’ graves in the Low Countries 04/07 Sessie V: Early-Medieval Coinage Arent Pol, muntenexpert Simplicity and chaos with the Merovingians: The transitional coinage of the seventh century Wybrand Op den Velde, muntenexpert The Cothen hoard as witness of the international circulation of sceattas Anna Gannon, Cambridge University What can iconography contribute to the study of early-medieval coinage? 04/07 Sessie VI: Recent Excavations in the Low Countries Jasper de Bruin, Universiteit Leiden The discovery of Oegstgeest Roel Lauwerier, RCE Merovingians in a villa at Borgharen Rica Annaert, Vlaams Efgoed Agent The Broechem cemetery: A key to the understanding of earlymedieval culture in the Scheldt valley
Gesp van Rijnsburg, 630-640 na Chr.
t 11/03 Lezing: Opgravingen Romeins Tongeren • Door Roderick Geerts en Anouk Veldman, beiden werkzaam bij ADC ArcheoProjecten. Ze vertelden over hun opgravingen in de eerste helft van 2013 op het schoolterrein Humaniora in Tongeren (Belgisch Limburg), waarbij op twee locaties is gegraven naar meer kennis over het Romeinse verleden van de stad s
t 13/03 – 21/03 Week van de Klassieken 2014: Romeinse keizers • De zevende Week van de Klassieken had als thema Romeinse keizers. Tijdens de week waren er in het land activiteiten om jong en oud kennis te laten maken met de Klassieke Wereld. Ter gelegenheid van de week gaf partner Uitgeverij Athenaeum een e-book cadeau: Keizers sterven niet in bed van Fik Meijer s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
De ondertitel van de tentoonstelling Gouden Middeleeuwen luidde Nederland in de Merovingische wereld. Die zin is te verduidelijken aan de hand van de gesp van Rijnsburg, een absoluut topstuk van het museum en een icoon van de periode. Wat de fibula van Dorestad is voor de Karolingische periode, is de gesp van Rijnsburg voor de Merovingische. De gesp is de sluiting van een leren riem, bestaande uit een beugel, een doorn, het doornschild daarop en een rechthoekige gespplaat. De gesp dateert uit 630-640 na Chr. en is vrijwel zeker door een man gedragen.
uitgelicht: Symposium bij Gouden Middeleeuwen: Second Dorestad Congress
37 ri jk s mu se um van o ud he d e n
uitgelicht: De gesp van Rijnsburg en Engelse luxe
In september 2013 diende het museum een aanvraag in bij het SNS Reaal Fonds (thans Fonds 21 geheten), voor de kinderexpositie IJstijd. Binnen de regeling Digitale innovatie in musea was het fonds op zoek naar projecten waarbij narrativiteit voorop stond. Dit verhaal moest ondersteund worden door de innovatieve inzet van bestaande technologieën en het gebruik van crossmedia. IJstijd paste perfect binnen de kaders met het verhaal van kinderboekenschrijver Harmen van Straaten over twee kinderen in de IJstijd, Bor en Veer, interactives en games en een aansprekend decor. Het fonds beloonde dit streven met een toekenning van € 25.000. Daarmee is het RMO het enige museum in Nederland dat twee keer financiering binnen deze regeling heeft gekregen, na het project Het Negende Wereldwonder in 2013.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
100.000 jaar geleden Zo’n 100.000 jaar geleden verspreidde de ‘ijstijdmens’ zich vanuit Afrika over de rest van de wereld, ontwikkelde technieken, paste zich aan barre omstandigheden aan en leidde een leven vol rijke symboliek, waarin kunst een cruciale rol speelde. Deze belangrijke periode vormde het onderwerp van de tentoonstelling. 20.000 jaar geleden De jonge bezoekers werden in de expositie, die vlak voor de herfstvakantie opende, aan de hand genomen door de ijstijdkinderen Bor en Veer. Ze liepen als het ware door
het boek van Harmen van Straaten. De indeling kende verschillende ruimtes die elk een ander aspect van het leven tijdens de laatste ijstijd, een kleine 20.000 jaar geleden, belichtten. Dit werd vormgegeven door het kleurgebruik en een tijdbalk. Hoogtepunt was een heuse koelcabine, waarin kinderen konden ervaren hoe prehistorische kleding je warm kon houden. Vervolgens konden ze kennis maken met het dagelijks leven aan de hand van een kampje van jagers uit de ijstijd. In en rondom het kamp kwamen verschillende technieken en vaardigheden aan bod die de ijstijdjagers dagelijks gebruikten om te overleven: vuur maken, koken in een kookkuil, vuursteen bewerken, gereedschappen van been en gewei maken, huiden bewerken en kleding maken. Daarna konden de kinderen samen met Bor en Veer op jacht en leerden ze wat daarbij kwam kijken. Een echte belevenis, met replica’s, opgezette dieren, botmateriaal uit de Noordzee en zelfs met versteende hyenakeutels. Ten slotte kwamen de kinderen in een grot waar kunst uit de laatste ijstijd werd getoond. De grotschilderingen en figuurtjes, zoals de Venusbeeldjes, laten zien hoe belangrijk symbolisch denken en handelen waren. Omdat muziek daarbij een rol speelt, waren replica’s van de oudste fluiten ter wereld (40.000 jaar oud) te zien en te horen. Onderzoek Dr. Harry van Vliet, lector Crossmedia aan de Hogeschool van Amsterdam, vroeg of de expositie een rol mocht spelen in zijn onderzoek. Hoofdvraag daarbij is hoe verschillende media benut kunnen worden voor een betere
38
39 In augustus was het 75 jaar geleden dat het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) werd opgericht. Dit werd gevierd met een expositie van archeologische objecten en foto’s van het NINO. Doel van het instituut was ‘het bevorderen van alle takken der wetenschap, die op de oude beschavingen van het Nabije Oosten betrekking hebben’. De jaren twintig en dertig van de vorige eeuw waren de bloeitijd van archeologisch onderzoek in het Nabije Oosten, met opgravingen van steden als Ur, Nineveh en Susa. Tegen deze achtergrond werd het instituut opgericht. Prof. Franz Böhl, hoogleraar Babylonisch-Assyrische taal- en letterkunde, werd één van de twee directeuren. Böhl had in die vooroorlogse jaren meerdere reizen ondernomen door het Nabije Oosten en was betrokken bij de opgravingen in Tell Balata, het Bijbelse Sichem. Foto’s van de reis die Böhl in 1939 door Irak en Iran maakte vormden de rode draad in de tentoonstelling.
Nederlandse oriëntalistiek, zoals de studie van oude en moderne oosterse talen en culturen werd genoemd. Het RMO met zijn Egyptische oudheden was hierin eveneens een belangrijke factor. In 1958 opende Z.K.H. Prins Bernhard in Istanbul het dochterinstituut van het NINO: het Nederlands Instituut in Turkije (NIT). Al sinds de oprichting van het NINO wordt nauw samengewerkt met de egyptologen en assyriologen van de Universiteit Leiden en het RMO.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
75 jaar NINO (30/09 – 03/05/15)
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
IJstijd (11/10 – 10/05/15)
Ter gelegenheid van het jubileum verscheen een uitvoerige publicatie, waaraan enkele conservatoren meewerkten, getiteld Waar de geschiedenis begon: Nederlandse onderzoekers in de ban van spijkerschrift, hiërogliefen en aardewerk. Vormgeving: Bureau Keen
Leiden was destijds de aangewezen plaats om het instituut te vestigen. De universiteit was het centrum van de
t 13/03 Lezing: Catastrofe in Germanië – de grenzen van Augustus’ macht • Uitverkochte lezing i.s.m. de Vereniging Vrienden van het Gymnasium door conservator Ruurd Halbertsma over keizer Augustus’ pogingen om Germanië te veroveren. In het jaar 9 na Chr. was keizer Augustus op het hoogtepunt van zijn macht. Tot het noodlot toesloeg. Door verraad van Arminius, een Romeinse opperofficier van Germaanse afkomst, werd de gouverneur van Germania, Quinctilius Varus, in het Teutoburgerwoud in de val gelokt. Een keerpunt in de Romeinse geschiedenis s
t 13/03 Studiemiddag in samenwerking met Uitgeverij Hermaion • Een nascholingsmiddag voor zestig docenten die wilden weten hoe de methode Kosmos optimaal gebruikt kan worden en hoe ze Hermaion Digitaal didactisch kunnen inzetten naast Via Latina. Daarnaast werd een introductie gegeven over het gebruik van de Hermaion-eindexamenbundels. t 13/03 Ken-Uw-Klassieken Pubquiz • De Ken-Uw-Klassieken Pubquiz werd voor de vierde keer gehouden. Het werd een krachtmeting die veel vroeg van de kennis van de bijna 200 deelnemers. Quizmaster was prof. dr. Fik Meijer. Hij legde de meer dan 40 deelnemende teams 80 vragen voor. Meer in hoofdstuk 1.4 s
Bij de tentoonstelling organiseerde het museum lezingen, rondleidingen en cursussen. Er verscheen een boek, geschreven door twaalf auteurs uit drie landen, en een magazine. In de Tempelzaal gaven foto’s een indruk van de archeologische opgravingen in Carthago vanaf de negentiende eeuw.
Vormgeving: Architectenbureau JOWA
Mede mogelijk gemaakt door het Blockbusterfonds, het Tunesisch Verkeersbureau Nederland, Tunisair (official carrier), Stichting Zakenvrienden RMO, AON Verzekeringen, de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Tunesië en het ministerie van Cultuur van Tunesië.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Met dank aan: République Tunisienne Ministère de la Culture, Institut National du Patrimoine, Agence de Mise en Valeur du Patrimoine et Promotion Culturelle (allen in Tunis), Ambassade van Tunesië in Nederland, ministerie van Buitenlandse Zaken (beiden Den Haag).
dienstverlening en een versterking van de beleving bij het publiek. Het onderzoeksteam van de HvA volgde de ontwikkeling van de eerste vergadering tot aan de laatste dag op 10 mei 2015. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek ontwikkelen zij tools, die organisaties helpen bij het maken van keuzes rond dienstverlening en beleving. Bruikleengevers (10): Naturalis (Leiden), Rijksmuseum Volkenkunde (Leiden), Museon (Den Haag), IJstijdenmuseum (Buitenpost), Archeologisch Centrum West-Drenthe (Diever), Verfmolen De Kat (Zaandam), Provinciaal Gallo-Romeins Museum (Tongeren), Eberhard Karls-Universiteit (Duitsland), Generaldirektion Kulturelles Erbe Rheinland-Pfalz (Mainz) en enkele particuliere verzamelingen. Met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds Zuid-Holland, SNS REAAL Fonds, Stichting Zabawas, Van den Ban Group en Van Beest, Knol & Vermeulen Deurwaarders. Vormgeving: Synergique
41
Carthago (27/11 – 10/5/15) Op 27 november opende de minister van Cultuur van Tunesië, Zijne Excellentie Mourad Sakli, samen met Renée Jones-Bos, secretaris-generaal bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, Carthago, een expositie over één van de meest legendarische havensteden uit de oudheid. Te zien waren 200 topstukken uit toonaangevende Tunesische musea, het Louvre en het British Museum. Sculpturen van marmer en brons, kleurrijke mozaïeken, juwelen en opgedoken kostbaarheden getuigen van de archeologische rijkdom van deze ooit zo machtige stad aan de kust van het huidige Tunesië. Het was voor het eerst dat in Nederland een expositie over Carthago was te zien.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ri jk s mu se um van o ud he d e n
40
Bruikleengevers (17): Musée National de Carthage (Tunis), Musée National du Bardo (Tunis), Musée El Jem (Tunis) Musée du Louvre (Parijs), British Museum (Londen), Sopraintendenza del Mare (Palermo), Rijksmuseum (Amsterdam), Nationale Numismatische Collectie/ De Nederlandsche Bank (Amsterdam), Universitaire Bibliotheken (Leiden), Museum Boijmans van Beuningen (Rotterdam), Koninklijke Bibliotheek (Den Haag), Groninger Museum (Groningen), Veenkoloniaal Museum (Veendam), EYE filminstituut (Amsterdam), Allard Pierson Museum (Amsterdam), Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (Amsterdam) en een particulier.
De expositie bracht de voorwerpen samen in een decor van sfeerbeelden van de antieke stad en de karakteristieke ronde haven. Historische en mythische personen als koningin Dido, krijgsheer Hannibal, de Romeinse consul Cato, keizer Augustus en kerkvader Augustinus voerden bezoekers langs de geschiedenis van de stad. Het verhaal was verdeeld over twee zalen. De eerste zaal behandelde de stichting door de Feniciërs in de negende eeuw v.Chr. en de ontwikkeling tot rijke handelsstad. Goden en godinnen, dagelijks leven, rituelen rond de dood en de concurrentie
t 14/03 Finale Grote Ken-Je-Klassiekenquiz voor scholieren • De winnende teams uit regionale voorrondes streden in pubquiz-vorm om de titel ‘beste gymnasiast van 2014’. De uitslag is in hoofdstuk 1.4 te lezen.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
met Rome kwamen hier aan bod. De tweede zaal ging over de vernietiging door de Romeinen (146 v.Chr.) en de daaropvolgende nieuwe bloeiperiode van de stad, als nieuwe Romeinse metropool. Het verhaal liep in deze zaal via christelijk en byzantijns Carthago door tot in de zevende eeuw, waarna de stad langzaam in de vergetelheid raakte. Daarnaast was er aandacht voor de herontdekking vanaf de negentiende eeuw, waarin het RMO een rol speelde. Sinds 1979 staan de ruïnes van Carthago op de Unesco Wereld Erfgoedlijst.
t 15/03 – 16/03 Speedrondleiding: Romeinse keizers Korte rondleidingen waarin in een half uur kennis over de Romeinse keizers en de Romeinse keizerbeelden in het museum aan het publiek werd overgebracht s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
42
Locatie Carthago moet levendig zijn geweest. De bevolking was divers van samenstelling, men was bedreven in het uitoefenen van ambachten en kende een rijk religieus leven. Die dynamiek was ongetwijfeld mede het gevolg van de handel in uiteenlopende producten die door de Carthagers bedreven werd en die het imago van de stad in grote delen van het Middellandse Zeegebied bepaalde. De Carthagers stonden bekend als goede zeevaarders en konden daarom eeuwenlang de Grieken, en anderen, op zee beconcurreren. Ook over land, met het Afrikaanse achterland, zijn uitgebreide handelsnetwerken tot bloei gekomen.
Elissa sticht Carthago Elissa belandde met haar gevolg in Noord-Afrika en trad in onderhandeling met de lokale machthebber Hiarbas, over het beschikbaar stellen van land. De lokale bevolking was niet blij met het afstaan van land aan vreemdelingen, dus zij stelden dat Elissa een stuk land mocht hebben dat begrensd kon worden door een runderhuid. De prinses sneed een runderhuid in dunne repen, waardoor een groter stuk land omvat kon worden dan de bedoeling was. Zodoende hadden Elissa en haar volgelingen voldoende land om Carthago te stichten. Er bestaan verschillende versies van deze mythe. In de Romeinse versie, eeuwen later opgetekend door Vergilius, staan beschrijvingen die niet kunnen kloppen met de werkelijkheid. Toch lijkt de kern van het verhaal redelijk betrouwbaar te zijn. Het weinige archeologische materiaal dat over deze periode beschikbaar is, bevestigt de negende eeuw als begindatum. Groei tot metropool Vanaf de vijfde eeuw v.Chr. groeide Carthago uit tot een machtige metropool. De stad werd een spil in het mediterrane handelsverkeer vanaf Zuid-Spanje tot aan het huidige Libanon en vanaf Noord-Italië tot Centraal-Afrika.
Steeds meer werd de stad multicultureel, een knooppunt van handelaren en handwerkslieden. Men handelde in zilver, ivoor en landbouwproducten. Het land rondom de stad was vruchtbaar. In de Romeinse tijd werd Carthago de graanschuur van Rome genoemd. Steeds meer rijke Carthagers bouwden buitenhuizen op het platteland, om zich te verpozen en landgoederen te beheren. Het werk op het land werd vaak door slaven gedaan. Carthago en het politieke bestuur Het politieke bestuur van Carthago wordt soms geïnterpreteerd als een vroeg voorbeeld van een democratie. Toch moeten wij niet daarbij onze huidige democratische staatsvorm voorstellen. Er was geen sprake van stemrecht voor de bevolking. Wel waren er Raden van Ouderen waarin staatszaken werden besproken. Men spreekt van Suffeten (door sommige auteurs vergeleken met Romeinse consuls). De Suffeten werden voor een beperkte tijd aangesteld en waren in feite de bestuurders van de stad. De politieke beraadslagingen werden gedomineerd door rijke families. Vanaf de derde eeuw kende men een vorm van volksvertegenwoordiging. Wat dit adviesorgaan mocht besluiten blijft vaag. Het lijkt waarschijnlijk dat militaire benoemingen door de Raad van Ouderen gemeden werden en doorgeschoven werden naar de volksvertegenwoordiging. Het was immers van belang dat de legerleiding de steun had van de meerderheid van de bevolking.
Imago en bronnen De Carthagers zouden gewiekste handelaren zijn geweest, die geweld niet schuwden. Hoewel deze meningen veelal geventileerd zijn door Romeinse auteurs, de vijand dus, zal er iets van waar zijn. Een volk dat slaagt zo’n handelsnetwerk op te bouwen en koloniën te stichten gaat ongetwijfeld niet altijd zachtzinnig te werk. Toch moeten we oog hebben voor andere aspecten van de Carthaagse samenleving. Een gebrek aan schriftelijke bronnen speelt ons daarbij parten. Met het weinige dat er is, en onze kennis van vergelijkbare culturen, kunnen we vermoedens uiten over hoe de Carthagers leefden, werkten, handel dreven, oorlog voerden, hun goden vereerden, stierven en begraven werden. Oorspronkelijke schriftelijke bronnen, in het Punische schrift, ontbreken nagenoeg. De voornaamste bronnen zijn reisverslagen van Romeinen en Grieken, en vanaf het begin van de negentiende eeuw archeologisch materiaal. Een mythisch verleden In de beschrijvingen over Carthago is het mythische verleden vaak verheven tot werkelijkheid. De stad zou ontstaan zijn in de negende eeuw v.Chr. De bronnen die dit melden dateren van veel later en archeologisch materiaal uit die tijd is schaars. Het zou begonnen zijn met de vlucht van prinses Elissa (later door de Romeinen Dido genoemd) uit Tyrus, een Fenicische handelsstad in de Levant. Vanwege een politieke machtsstrijd moest Elissa Tyrus verlaten. Via Cyprus koerste zij westwaarts. Als deze gebeurtenis inderdaad in de negende eeuw heeft plaatsgevonden, dan
43 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Voordat een tentoonstelling in productie wordt genomen en het narratief wordt vastgesteld, worden de inhoudelijke en historische uitgangspunten geformuleerd. Hierbij worden schriftelijke bronnen, mythische verhalen en archeologische vondsten in samenhang bekeken. Prof. dr. Pieter ter Keurs, hoofd collecties en onderzoek en samensteller van Carthago schreef de volgende (ingekorte) onderbouwing voor de inhoudelijke en thematische keuzes die hij maakte.
reisde men niet in onbekende zeeën. De Feniciërs hadden in die tijd handelsnederzettingen op meerdere plaatsen langs de Middellandse Zeekust en deels daarbuiten.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
uitgelicht: Carthago: Handel, politiek en mythevorming
Godin met een leeuwenhoofd (terracotta, datering 1ste eeuw na Chr., hoogte 1,50 m.; gevonden in Tinissut). Collectie: Musée National du Bardo
t 15/03 Prijsuitreiking Klassieke Olympiaden • Georganiseerd door het Nederlands Klassiek Verbond s
Een deksel van een sarcofaag, 4de-3de eeuw v.Chr. Collectie: Musée National de Carthage
Dodenmasker. Dit type maskers zijn aangetroffen in graven en dienden waarschijnlijk om kwade krachten af te weren. Collectie: Musée National du Bardo
t 16/03 Van boze wind en snelle haas • Klassieke fabels, verteld door verhalenverteller Paul Groos. Voor kinderen vanaf 5 jaar s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
44
Carthago en de Romeinen Tot aan de derde eeuw v.Chr. was Rome een lokale macht, zonder veel zeggenschap over handelsroutes over zee. Het had geen krachtige marine, maar werd machtig door een effectief gebruik van een goed uitgerust landleger. Toen de Romeinen aspiraties kregen buiten het vasteland van het huidige Italië meer invloed te krijgen, kon een conflict met Carthago niet uitblijven. De drie oorlogen met Rome gingen de geschiedenis in als de Punische oorlogen; de term Punisch werd door de Romeinen gebruikt om de van oorsprong Fenicische cultuur aan te duiden. De Eerste Punische Oorlog (264-241 v.Chr.) De Eerste Punische oorlog draaide om de invloed op Sicilië. Van oudsher hadden de Carthagers handelsnederzettingen op het eiland. Het verlies van deze nederzettingen zou een fors verlies van inkomsten betekenen. Vanwege een nieuwe wijze van bestorming, een loopbrug die op het vijandelijke schip werd neergelaten waardoor de Romeinse soldaten het schip konden veroveren, ging de marine voor de kust van Sicilië roemloos ten onder. Een klap voor de ervaren en geharde zeevaarders uit Noord-Afrika. De dominantie in de Middellandse Zeehandel was niet meer vanzelfsprekend. Tweede Punische Oorlog (218-201 v.Chr.) In deze oorlog leek het dat Carthago wraak kon nemen. Veldheer Hannibal wist met zijn leger, uitgerust met olifanten, vanuit Spanje de Romeinen in Zuid-Frankrijk te
De Derde Punische Oorlog (149 - 146 v.Chr.) In 149 v.Chr. begon de eindstrijd. De Romeinen landden in Noord-Afrika en belegerden de stad. Onder leiding van de geadopteerde kleinzoon van Scipio Africanus, Scipio Aemilianus, werd de stad in 146 v.Chr. met geweld veroverd: een gebeurtenis die diepe sporen na liet. De heuvel waar zich het centrum van de stad had bevonden, de Byrsa, werd afgetopt en bedekt met een laag puin. Carthago mocht nooit meer een machtige stad worden. Toch kende de stad nog diverse bloeiperiodes. De Romeinen herbouwden Carthago onder Augustus en maakten er wederom een handelsmetropool van. In de vroegchristelijke tijd speelde Carthago een belangrijke rol. Zo woonde kerkvader Augustinus enige tijd in de stad. Beeldvorming Het oude Punische Carthago speelde in de latere verbeelding van de oudheid een hoofdrol. De cultuur, met een religie die aanleiding heeft gegeven tot soms bizarre mythen, heeft in latere Europese kunstuitingen sporen nagelaten. In prenten, schilderijen en in geschrift, werden de stichting, de avonturen van Hannibal en de vernietiging
t 16/03 Zo is het gekomen... verhalen van verandering • Paul Groos vertelde zes verhalen uit de werken van Ovidius, waarbij pubers vanaf 12 jaar bekende en minder bekende klassieke mythen kregen voorgeschoteld s
Carthago anno 2014 Carthago is voor het huidige Tunesië van groot belang. In het huidige proces van democratisering wordt erfgoed nog belangrijker dan het al was. Een gemeenschappelijke historische identiteit kan helpen in het heden richting te geven aan sociaal-politieke processen. Daarnaast is erfgoed een stimulans voor toerisme, een belangrijke inkomstenbron. In 1979 werd Carthago een Unesco World Heritage Site. Dit laat zien dat deze plek lokaal van belang is en internationaal een integraal deel uitmaakt van de geschiedenis van de mensheid. Carthago: Nederlands onderzoek en nachleben Roald Docter, hoogleraar klassieke archeologie aan de Universiteit van Gent, stelde samen met Pieter ter Keurs de publicatie bij Carthago samen. Over Nederlandse onderzoekers en de receptiegeschiedenis van Carthago schreef hij het onderstaande, voor dit jaarverslag ingekorte, artikel in het magazine van de vriendenvereniging. ‘Er zijn weinig antieke steden die zo tot de verbeelding spreken als Carthago: een machtige oriëntaalse metropool. Al in de oudheid werd de stad bewonderd, gevreesd en soms gehaat door de omliggende culturen. Voor onze historische kennis zijn we dus vrijwel uitsluitend aangewezen op mededelingen van anderen; anderen die meestal niet gunstig of correct over Carthago en haar – vaak slecht of volledig verkeerd begrepen – instituties en gebruiken oordeelden. Dit gekleurde perspectief kan gelukkig door archeologisch onderzoek worden aangevuld en bijgesteld, vooral sinds de laatste 40 jaar.
Relatief onbekend is dat Nederland in het recentere archeologische onderzoek belangrijke bijdragen heeft geleverd. Een team van de Rijksuniversiteit Groningen deed tussen 1977 en 1981 uitgebreid archeobotanisch onderzoek in het kader van de UNESCO-campagne Pour sauver Carthage (Red Carthago). De bevindingen boden voor het eerst inzicht in voedselpatronen, plantcultivatie en vegetatie van de antieke stad en haar ommeland. In 2000 en 2001 voerde een team van de Universiteit van Amsterdam onder leiding van de auteur van deze bijdrage opgravingen uit in het centrum van de Punische stad. Naast een beter begrip van de stedelijke topografie in de Punische, Romeinse, Vandaalse en Byzantijnse periodes, concentreerden de belangrijkste bevindingen zich op drie terreinen. In de eerste plaats op het gebied van de ijzertechnologie dankzij de vondst van een uitgebreid vroeg-Punisch industrieterrein en aansluitend metallurgisch onderzoek. In de tweede plaats op het gebied van de archeozoölogie, met onderzoek naar dierlijk botmateriaal uit gestratificeerde archeologische contexten, waardoor we nu een goed beeld hebben van de voedselpatronen, de leefomgeving en de veeteelt van Carthago over een periode van bijna 1400 jaar. In de derde plaats werd door een onderzoeksgroep van de Rijksuniversiteit Groningen een onverwachte bijdrage aan de vroegste chronologie van de Punische stad geleverd. Koolstofdateringen van dierlijk botmateriaal uit de vroegste lagen van de koloniale nederzetting leverden gekalibreerde dateringen op die zich aan het einde van de negende eeuw en in de vroege achtste eeuw v.Chr. situeerden, vroeger dan conventioneel archeologisch onderzoek tot dan toe had kunnen aantonen. Deze datering is in overeenstemming met de datum van de mythische stichting van Carthago (Kart’Hadasht / Nieuwe Stad) door prinses Elissa/Dido van Tyrus: 814-813 v.Chr. Nog niet alle resultaten van het Amsterdamse veldwerk zijn gepubliceerd, dus valt er nog een en ander te verwachten.’
Het RMO heeft Carthago naar Leiden gebracht en bezorgde daarmee Nederland een primeur. Het is verbazingwekkend dat dit niet eerder was gebeurd. Het museum stond aan de wieg van het archeologisch onderzoek in Carthago. De in Den Haag geboren Nederlandse militair-ingenieur JeanÉmile Humbert voerde tussen 1822 en 1824 in opdracht van het pas opgerichte museum opgravingen uit in Carthago en Utica, nadat hij hier al een decennia daarvoor op eigen initiatief onderzoek had verricht. Zijn belangrijke topografische ontdekkingen bleven ongepubliceerd.
t 18/03 Lezingenavond: keizers aan het Rapenburg • De Egyptische tempel in de entreezaal werd tweeduizend jaar geleden gebouwd in opdracht van keizer Augustus en vormde de perfecte entourage voor een avond vol verhalen over Augustus en andere Romeinse keizers • Programma: • Triomf en tragedie: de camee van Constantijn door prof. dr. Ruurd Halbertsma, conservator RMO • Zonder lans en zwaard. Keizer Trajanus en het machtige Nabatese rijk door dr. Lucas Petit, conservator RMO • Nero: jonge benen kunnen de weelde van de macht niet dragen door dr. Anton van Hooff, schrijver en classicus • De eerste keizer van het Romeinse Rijk als bouwheer en kunstproducent door prof. dr. Eric Moormann, Radboud Universiteit Nijmegen s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Punisch harnas. Ksour es-Saf, 3de-2de eeuw v.Chr. Collectie: Musée National du Bardo
Na de Tweede Punische Oorlog Carthago bleek in staat de herstelbetalingen snel af te lossen. Toen de Romeinse senator Cato de stad bezocht, was hij onder de indruk van de rijkdom en de welvaart die hij aantrof. Het werd de Romeinen steeds duidelijker dat de stad in de toekomst wel degelijk een bedreiging kon blijven. Cato streefde vanaf dat moment naar de vernietiging van Carthago. De gevleugelde uitspraak: ‘Overigens ben ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden’ geeft goed weer hoe in de Romeinse senaat over deze problematiek gesproken werd. Cato heeft het waarschijnlijk nooit zo gezegd. De teneur was echter duidelijk. Rome voelde zich niet veilig zolang Carthago een vuist kon maken.
van de stad telkens weer uitgebeeld, vaak met een moralistische bedoeling. ‘Zie wat er van komt als je je niet zuiver gedraagt in de liefde’ of ‘Uiteindelijk zal het barbaarse toch het onderspit delven’. Latere Europese heersers spiegelden zich aan de helden van de Punische oorlogen. Karel V, geïnteresseerd in gebiedsuitbreiding in NoordAfrika, identificeerde zich met Scipio Africanus en Napoleon Bonaparte trok de Alpen over met Hannibal als voorbeeld. Hij liet zich afbeelden op een wit paard, bij een steen die de inscriptie ‘Annibal’ draagt.
45 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
misleiden en trok via de Alpen naar Noord-Italië. Hannibal bleek een briljante generaal en wist door te dringen tot vlak bij Rome. Toen ging het mis. Waarschijnlijk verwachtte Hannibal dat de Romeinen zich overgaven, maar dat gebeurde niet. Aangezien Hannibals leger niet op volle sterkte was (er waren nauwelijks olifanten over), durfde hij het vermoedelijk niet aan de finale klap uit te delen. Hannibal moest zich terugtrekken in Zuid-Italië, waar hij jarenlang een bedreiging bleef. De Romeinen vermeden een openlijke veldslag, omdat ze wisten dat Hannibal tactisch erg onderlegd was. Bij de beslissende tegenaanval vielen de Romeinen niet Hannibal aan, maar diens basis in Zuid-Spanje. Onder leiding van veldheer Scipio (later Scipio Africanus genoemd) onderwierpen de Romeinen de Spaanse kolonie van Carthago en staken over naar Noord-Afrika. Hannibal werd in allerijl teruggeroepen uit Italië, om bij Zama in het jaar 202 v.Chr. de definitieve confrontatie met zijn aartsvijanden aan te gaan. De Romeinen wonnen en Carthago kreeg zware herstelbetalingen opgelegd.
Bedoeïenen van Petra (09/10 - 23/03/14) Al-Bdul. Bedoeïenen van Petra was een fotopresentatie met portretten van Jordaanse Bdul-bedoeïenen. De Zwitserse fotograaf Andreas Vögelin (1954-2013) reisde in 2012 naar Petra. Daar maakte hij kennis met de bedoeïenen van de Bdul-stam, won hun vertrouwen en maakte een fotoserie over de mannen, vrouwen en kinderen uit het dorp Umm Sayhoun.
ja a rve rsla g 2 0 1 4 Luxor 1960-2010. Herinneringen aan een halve eeuw reizen naar Egypte (02/04 -14/09) Vanaf begin april was achter de tempel een selectie foto's te zien van dr. Robert Demarée. Hij is egyptoloog, voormalig medewerker van het Rijksmuseum van Oudheden, uitgever en sinds 1984 verbonden aan de opleiding egyptologie van de Universiteit Leiden. Demarée reisde vanaf 1964 veelvuldig naar Egypte. Naast de tempels en graven in Luxor was hij geïnteresseerd in Deir el-Medina, de nederzetting van de kunstenaars en ambachtslieden die de koningsgraven van de Vallei der Koningen uithakten en decoreerden. Overal fotografeerde hij de monumenten en grafschilderingen. Hij raakte bevriend met de inwoners van het dorp Goerna, die tevens een rol spelen in zijn fotografische werk. Luxor 1960-2010 was een samenwerking met de Universiteit Leiden en is samengesteld door dr. Robert Demarée, prof. dr. Olaf Kaper en studente Lonneke Delpeut.
Aphrodisias. Stad van Aphrodite (24/09 – 16/11)
Archeologie van Carthago (27/11 – 10/05/15)
In de centrale hal waren een twintigtal foto’s en panoramaopnamen te bewonderen van de ruïnes van Aphrodisias, een van de mooiste archeologische sites van Turkije. De foto’s werden gemaakt door cultuurhistoricus Wolter Braamhorst en researcher Eray Ergeç. Zij fotografeerden archeologische vindplaatsen in Turkije voor een reisboek. De antieke stad Aphrodisias ligt in Noordwest-Turkije. In de zevende eeuw v.Chr. werd hier door de Assyriërs een tempel gebouwd voor Ishtar, de Mesopotamische godin van de liefde en de schoonheid. Het tempelcomplex werd in de Hellenistische periode gewijd aan Aphrodite, de Griekse godin van de liefde. In de Romeinse periode was Aphrodisias beroemd om zijn beeldhouwersschool en de nabijgelegen marmergroeve, waar al sinds de Hellenistische tijd het typische blauwige marmer werd gewonnen.
Deze expositie achter de tempel, samengesteld door stagiaire Inge den Oudsten, ging over de geschiedenis van de archeologische opgravingen in Carthago vanaf de negentiende eeuw. Met foto’s, aquarellen, kaarten en boeken werd het verhaal verteld van de negentiende eeuwse herontdekking, waarna de eerste archeologische opgravingen plaatsvonden. Amateurs en avonturiers ontdekten Punische resten bij de haven, de Engelse archeoloog Nathan Davis vond Romeinse mozaïeken en de Witte Paters zochten naar resten van het christelijke Carthago.
De presentatie is tot stand gekomen met steun van het Turks Nationaal Verkeersbureau.
t 20/03 Studiemiddag: Dies Latinus • Op deze nascholingsdag ontmoetten vijftig docenten en studenten uit binnen- en buitenland elkaar, die het Latijn actief leren en gebruiken. Sprekers van Athenaeum Illustre en Vivarium Novum leidden het programma in met lezingen en deden dat deels in het Nederlands en grotendeels in het Latijn. Nut én plezier van de actieve leermethodes voor het gymnasiale en academische onderwijs stonden centraal. De nascholingsdag werd mede mogelijk gemaakt met steun van Ista Nederland BV s
t 21/03 Studiemiddag: keizer Augustus • Het Nederlands Klassiek Verbond (NKV) en het museum grepen de herdenking van de 2000ste sterfdag van Augustus aan voor een studiemiddag. In vijf korte lezingen lieten classici, historici en archeologen hun licht schijnen over de veelzijdige eerste keizer van Rome, zijn tijd en zijn nalatenschap. Programma: • Dr. Guido Cuyt, Augustus en het Forum Romanum: een reconstructie • Dr. Patrick Gouw, De strijd om de macht tussen Octavianus en Marcus Antonius/Cleopatra • Dr. Hans Smolenaars, Horatius Ode IV.2: over poëzie en de thuiskomst van Augustus • Drs. Wendelijn van der Leest RMA, Livia als voorbeeld voor de elite van Pompeii • Dr. Jan Spoelder, Augustus, Mussolini en Rome s
47 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4 ri jk s mu se um van o ud he d e n
46
Fototentoonstellingen
Vlak voor Valentijnsdag ontving het museum een toepasselijke schenking: een mes uit ca. 1500 met ingegraveerde voorstellingen over de liefde. Het mesje werd gevonden in de afgegraven grond voor de bouw van het stadhuis van Rotterdam en is geschonken door een lid van de vriendenvereniging.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Noordzeevondsten (09/07 – 07/09) Van verschillende schenkers ontving het RMO voorwerpen die in het zand van de Noordzee zijn gevonden. Tijdens de ijstijden lag de Noordzee droog. Pas 10.000 jaar geleden liep het bekken weer langzaam vol door het smeltende ijs. De vondsten dateren uit verschillende perioden, van de Oude Steentijd tot de Middeleeuwen. Te zien waren een Neanderthaler-vuistbijl, een rendiergewei met ingesneden gezicht uit de Vroege Middeleeuwen en twee bijlen van vuursteen en gewei uit de Midden-Steentijd. Twee farao’s (09/11 - 16/11) Het museum kocht twee beeldjes van farao’s aan, met steun van de BankGiro Loterij en de Vriendenvereniging RoMeO.
De gemmen van Jacob de Wilde (18/11 – 31/12) Jacob de Wilde (1645–1721) was de oprichter van het Museum Wildeanum in Amsterdam. De collectie van De Wilde omvatte munten, penningen, standbeelden en gemmen en was in heel Europa bekend. Reizigers, geleerden en zelfs de Russische tsaar Peter de Grote vonden hun weg naar het statige pand aan de Keizersgracht. In 1703 verscheen zijn boek Gemmae selectae, met een overzicht van de verzameling gesneden stenen van De Wilde. Zijn interpretaties baseerde hij op werken van klassieke schrijvers. Al tijdens zijn leven werd aan de juistheid van zijn conclusies getwijfeld. Dateren was al lastig: vanaf de Renaissance maakten steengraveurs antieke stenen nauwkeurig na. De Wilde zag regelmatig een moderne steen voor een antieke aan. Na de dood van De Wilde raakte zijn verzameling verspreid. Ter illustratie van de collectie van De Wilde werd een exemplaar van het boek getoond, met vier gemmen die op één van de bladzijden te zien zijn: drie uit de Romeinse tijd en een uit de zeventiende eeuw.
uitgelicht: Aanwinst met liefde geschonken In februari 2014, op Valentijnsdag, ontving het museum een geschenk van één van de leden van vriendenvereniging RoMeO: een laatmiddeleeuws tafelmes met afbeeldingen en teksten over de liefde. Het mes dateert van rond 1500 na Chr. Op het breedste deel van het lemmet zijn aan één zijde een man en vrouw in innige omhelzing te zien, de hand van de man op de borst van de vrouw. De vrouw houdt een afhangende banderol vast. Aan de andere zijde maken een man en een vrouw samen muziek: hij speelt op een fluit en zij op een luit. Daaronder hangt eveneens een banderol. Het omarmde paar is knuffelend weergegeven. Het musicerende paar lijkt onschuldig, maar niet voor een middeleeuwer: die wist dat samen musiceren symbool staat voor seks. Niet voor niets blaast de man op een fluit, wat in het Middelnederlands ‘pijpen’ heet. De vrouw speelt op een luit, een rond muziekinstrument met een gat erin. De schenker en ontvanger van dit mes begrepen beslist goed waaraan werd gerefereerd. De tekst onderstreept dat het mes een cadeau tussen geliefden is. Het mes is gevonden met een metaaldetector in zand dat in Dordrecht was gestort voor een geluidswal. Die grond was afkomstig uit Rotterdam, van de locatie Timmerhuis, waar het nieuwe stadskantoor wordt gebouwd. Het mes is dus uit middeleeuws Rotterdam. In de Middeleeuwen had iedereen zijn (of haar) mes. Als ergens gegeten werd, gebruikte iedereen zijn eigen bestek. Het was daarom een persoonlijk accessoire en geschikt als geschenk. Wat er precies op stond, hoefde niet iedereen te zien. Dit mes is 15 cm lang en daarmee een model voor een dame.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
48
t 21/03 Avondprogramma Nederlands Klassiek Verbond • Drie Nederlandse vertalingen dongen mee naar de vijfde editie van de Homerusprijs, de literaire publieksprijs van het NKV voor schrijvers van een Nederlandstalig werk dat volgens de jury het beste een brug slaat tussen de Klassieke Oudheid en het heden. De drie genomineerde vertalers Daan den Hengst (winnaar), Wolther Kassies en Piet Schrijvers stelden deze avond hun ervaringen met antieke auteurs centraal in korte lezingen s
t 16/03 Weltklassik am Klavier • In de derde editie speelde de Russische pianiste Susanna Kadzhoyan werken van Tjsaikovsky en Rachmaninov s t22/02 - 23/03 Boekenfair in entreezaal • Uitverkoop. De museumbibliotheek had een flinke voorraad dubbele en overbodige boeken opgebouwd. Een buitenkansje voor alle liefhebbers in archeologie. Bij elkaar werd zo’n zes meter boeken verkocht s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Middeleeuws mes (25/04 – 06/07)
Een betreft een zitbeeldje van farao Ninetjer (ca. 2785-2742 v.Chr.), derde koning van de Tweede Dynastie. Het is het oudste faraobeeldje ter wereld waar een naam op staat. De andere aankoop is een grafbeeldje van farao Taharka (690664 v.Chr.), een van de Zwarte Farao’s uit de Soedan die Egypte veroverden. Zie voor meer informatie hoofdstuk 2.2.
49 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Actualiteitenvitrines
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 2011 2012 2013 2014 Persberichten n.v.t. 40 53 52 47 Artikelen 750 550 530 745 900 Radio/Televisie 50 59 33 45 55 Internet - 1000 800 - De zichtbaarheid in de media van activiteiten en van de wetenschappelijk staf is een belangrijke vorm van publieksbereik. Dit jaar waren conservatoren Lara Weiss en Ruurd Halbertsma te zien in RTL Koffietijd. Conservator Annemarieke Willemsen was te zien in het NOS Journaal, RTL 4 Nieuws en bij regionale zenders, in items over de zilveren schaal uit Oegstgeest. Over Carthago sprak hoofd collecties en onderzoek Pieter ter Keurs op de radio bij het NOS Radio Journaal en bij NOS Met het oog op morgen. Conservator Luc Amkreuz ontving het NOS Jeugdjournaal in de kinderexpositie IJstijd. Daar werd tevens een aflevering opgenomen van het kinderprogramma Museum Undercover (AVRO/TROS). Het aantal relevante webvermeldingen werd tot 2012 gemeten door een betaalde zoekservice. Per 2013 is dit contract uit bezuinigingsoverwegingen beëindigd.
Het aantal printvermeldingen was dit jaar 900, tegen 745 in 2013. De aandacht voor Petra. Wonder in de woestijn (146x in 3 maanden), Gouden Middeleeuwen (197x in 6 maanden), IJstijd (92x in ruim 2 maanden) en Carthago (95x in anderhalve maand) was groot. De aandacht voor Bij nader inzien was bescheiden (12x in een half jaar), maar zeker niet qua bereik; er verschenen paginagrote artikelen in de wetenschapskaternen van de Volkskrant, Trouw, het Reformatorisch Dagblad en in vakbladen. Mediawaarde Doel 2012 2013 2014 Niet geformuleerd € 1.086.000 € 1.579.000 € 2.585.000 De meeste media-aandacht ging uit naar Carthago (mediawaarde € 730.000), mede dankzij een persreis voor tien journalisten die werd mogelijk gemaakt door het Tunesisch Verkeersbureau Nederland. Digitaal bereik
•
De vormgeving van de e-mailnieuwsbrief is aangepast en vanaf eind februari in gebruik genomen. • Op 7 juli is de mobiele versie van rmo.nl voor smartphones live gegaan. 15,6% van de bezoeken aan de website werd met mobiele apparaten uitgevoerd. De verwachting is dat dit aandeel komende jaren hard stijgt,
hetgeen de ontwikkeling van een mobiele versie van de website meer dan noodzakelijk maakte. • De inhoud van de sub-website Schatgravers.nl, met werkstukinformatie voor schoolkinderen, is overgezet naar rmo.nl. Deze website was sinds 2004 online en was verouderd. • De PDF’s van publicaties van conservatoren zijn, voor zover mogelijk, beschikbaar gesteld via rmo.nl. • Het toegankelijk maken van voorwerpen uit de registratiedatabase TMS vordert gestaag. Eind 2014 waren 49.367 foto’s van objecten met bijbehorende gegevens beschikbaar op de website. Samenwerking met Google
• • • • • • •
ri jk s mu se um van o ud he d e n
50 • • • •
t 27/03 NINO-lezing: Het begin van het alfabet • Lezing van prof. dr. Holger Gzella, hoogleraar Hebreeuws en Aramees aan de Universiteit Leiden. Zijn lezing ging over de doorbraak van het alfabet rond 1000 v.Chr. s
Street View-weergave van de museumzalen online op de website Google Cultural Institute. Binnen Street View kan op 150 objecten worden geklikt voor meer informatie. 371 objecten in hoge resolutie op de Google Art Projectwebsite. De mummiekist van Djedmontefanch, is op gigapixelresolutie zeer gedetailleerd te bekijken, een droom voor Egyptologen. De plattegrond van het museum is op Google Maps gepubliceerd. Door in te zoomen op de kaart van Leiden verschijnt de plattegrond van het gebouw, waarna geklikt kan worden op alle verdiepingen. Het museum is actief op Google+. Een app met zeven museumroutes is gratis beschikbaar in de Google Play Store (voor Android-gebruikers). De vormgeving en technische ondersteuning is ontwikkeld door Google, de inhoud wordt door het museum onderhouden. Het RMO is het enige museum in Nederland dat aan de pilot-versie van de app heeft meegedaan. De medewerker digitale communicatie heeft een presentatie over de Google-app gegeven op een Google Cultural Institute-bijeenkomst in Amsterdam. Het aantal downloads van de app tot en met 31/12 was 560. Het aantal bezoeken op het RMO-gedeelte van de Google Art Project-website bedroeg ruim 27.000. Vanaf 18 november wordt Google Grants ingezet, een gratis advertentiebudget van Google voor culturele instellingen. De advertenties hebben bijna 6500 bezoeken aan de website gegenereerd.
Digitale bezoeken via Google Analytics methode www.rmo.nl Doel 2011 2012 2013 2014 Bezoeken 304.000 327.237 391.990 497.246 636.642 Er is gekozen vanaf 2013 de webbezoeken via het zuiverder meetprogramma Google Analytics te rapporteren. Het tot en met 2012 ingezette Urchin gebruikte verouderde meetmethodes. Het aantal bezoeken dat Google Analytics meet, ligt gemiddeld 60% lager dan bij Urchin. Het is daarom reëel het target van 725.000 meer dan te halveren.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Radio en televisie
Print
51
Verzonden e-nieuwsbrieven Doel Minimaal 24
2011 2012 2013 2014 40 50 57 56
Uitsplitsing nieuwsbrieven Doel: 2013 2014 Minimaal 24 57 56 Waarvan 10 x volwassenen 30 29 Waarvan 8 x kinderen 13 14 Waarvan 6 x onderwijs 14 13
Digitale bezoeken via URCHIN methode
E-mailadressen
www.rmo.nl Doel 2011 2012 2013 2014 Bezoeken 725.000 685.925 874.469 1.185.170 Meting gestopt
Doel 25.000 in 2016
2011 2012 2013 2014 15.000 13.256 19.940 32.243
Het doel is eind 2016 over minimaal 25.000 e-mailadressen te beschikken. De groei in 2014 is voortgekomen uit gerichte acties onder de bezoekers aan de Petratentoonstelling.
t 02/04 Museumkids • Op verzoek van de Museumvereniging werd voorafgaand aan het Museumweekend een kinderactiviteit opgezet. Schrijvend Arend van Dam las voor en signeerde s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
Mediabereik
2011 2012 2013 2014 1.130 2.393 4.803 13.422
Doel was oorspronkelijk 1500 likes en een positie in de top 20 van museale instellingen in Nederland. Het doel, dat in 2012 te voorzichtig werd geformuleerd, is in 2013 bijgesteld en luidt nu dat de ambitie is in vergelijking met Leidse musea de hoogst scorende te zijn.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Vergelijking Facebook Leidse musea
ri jk s mu se um van o ud he d e n
52
Stand 14/02/14 01/01/15 groei Rijksmuseum van Oudheden 5.221 13.422 157% NCB Naturalis 5.738 7.679 34% Rijksmuseum Volkenkunde 2.452 4.659 90% Museum de Lakenhal 985 1.614 64% Museum Boerhaave 1.321 1.723 30% Hortus Botanicus 1.645 2.994 82% Japanmuseum Sieboldhuis 1.123 1.557 39% Het aantal volgers van de Facebookpagina groeide sinds de start in 2010 gestaag, maar niet zo crescendo als de e-mailnieuwsbrief. Daarom is per 1 december een wervingsactie gestart. Voor de campagne werd, na advies van de manager social media van KLM, Facebookmarketingbureau A Friend of Mine ingezet. De campagne richtte zich op mannen en vrouwen met interesse (kunst)musea, archeologie, cultureel erfgoed, sculpturen, oude geschiedenis of prehistorie. Doelstelling was 3.800 nieuwe likes voor de pagina voor 31 december. Het effect van de campagne was boven verwachting: al na 12 dagen was de doelstelling behaald. Met 13.422 paginalikes per 31/12 scoort het museum inmiddels ver boven de andere Leidse musea. Op het moment van schrijven (eind
Twitter Doel 1.500
2011 2012 2013 2014 1.270 2.005 3.469 4.730
Doel is 1500 volgers en een positie in de top 20 van museale instellingen in Nederland. Hier geldt eveneens dat het doel is bijgesteld en dat de ambitie is het hoogst scorende museum in Leiden te zijn. Vergelijking Twitter Leidse musea Stand 14/02/14 01/01/15 groei Rijksmuseum van Oudheden 3.646 4.730 29% NCB Naturalis 5.045 6.273 24% Rijksmuseum Volkenkunde 2.794 3.617 29% Museum de Lakenhal 1.892 2.951 56% Museum Boerhaave 6.590 7.245 10% Hortus Botanicus 4.048 4.728 17% Japenmuseum Sieboldhuis 1.545 1.917 24%
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 1500 likes
maart 2015) heeft het RMO ruim 22.000 likes, goed voor de elfde plaats van de museum Facebookpagina’s in Nederland. Op de lijst van Nederlandstalige museale Facebookpagina’s neemt het museum de zesde plaats in.
Live streaming Het ministerie van OCW verzocht dit aspect meetbaar te maken. Het museum heeft ervoor gekozen geen live streaming op te zetten, maar een YouTube kanaal te creëren met filmmateriaal uit eerdere tentoonstellingen, televisieuitzendingen en ander relevant videomateriaal. Hierop waren eind december 91 museumgerelateerde video’s te zien (2013: 57). Deze zijn 23.764 (2013: 6.300) maal bekeken.
t 04/04 NINO-studiemiddag: Levendige versiering, geëerde doden • In het kader van zijn 75-jarig bestaan organiseerde het NINO een middag waarbij Leidse specialisten een overzicht van 4000 jaar grafdecoratie in Egypte en Afrika gaven. Rode draad was de relatie tussen decoratie en geloof of magie, en tussen decoratie en werkelijkheid. Programma: • Oud-Egyptische elitegraven in Sakkara, door dr. René van Walsem • The Tomb of Min and other new discoveries in Luxor, door Irene Morfini, MA • Egyptische grafdecoratie in de Romeinse periode, door prof. dr. Olaf Kaper • De grafkelder van een Nubische bisschop, prof. dr. Jacques van der Vliet • De Dogon/Tellem-necropolis in centraal Mali, door prof. dr. Wouter van Beek (ASC) s
53 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Facebook
t 05/04 – 06/04 Nationaal Museumweekend • Toegangsprijs één euro. Verspreid door het museum hingen tekeningen die tijdens eerdere tekencursussen werden gemaakt. De tekeningen hingen bij het object dat als inspiratie diende. In de entreezaal werd een Griekse markt gehouden, in samenwerking met de Griekse ambassade s
Educatie Het RMO wil landelijk toonaangevend zijn op het gebied van cultuureducatie op maat aan primair onderwijs, voortgezet onderwijs en individuele bezoekers. In de periode 2013-2016 is de doelstelling minimaal 18.500 scholieren per jaar te ontvangen. Het museum biedt daartoe museumlessen, rondleidingen en maatwerk, voor bijvoorbeeld een museumbezoek met de gehele school. Daarnaast brengt het museum de collectie in de klas door Museumdocent in de klas, digitale lessen en een projectweekpakket Egypte voor het primair onderwijs.
Onderwijs 2014 2012 2013 2014 Basisonderwijs 8.128 6.645 7.260 Voortgezet onderwijs 11.964 11.973 15.401 HBO/ Universiteit 3.860 4.832 6.538 Museumdocent in de klas 0 503 914 Totaal 23.952 23.953 30.113 Groei 0% 25,7%
Primair onderwijs
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Voortgezet onderwijs
ri jk s mu se um van o ud he d e n
54
Doel 10.000
2011 2012 2013 2014 12.155 11.964 11.973 15.401
Voor een museum met een wetenschappelijke functie zijn bezoeken van studenten evenzeer relevant, omdat onderwijs via en over de collectie een kerntaak is en voor tal van studies, van archeologie tot museumstudies, van egyptologie tot oude geschiedenis, van Assyrisch tot Grieks en Latijn, een meerwaarde. Studenten HBO/ universiteit 2011 Doel niet geformuleerd Niet gemeten
2012 3.860
2013 4.832
2014 6.538
Lessen op scholen: Museumdocent in de klas Doel 10 lessen 250 leerlingen
2011/2012 2013 2014 Niet gemeten 15 29 Niet gemeten 503 914
Er is een start gemaakt met het breder in de markt zetten van Museumdocent in de klas, na experimenten in 2013. Naast projecten, zoals Running a Museum voor honderd leerlingen van The American School of The Hague (Wassenaar), vragen steeds meer scholen om een les op locatie met veelal als motivatie dat de afstand naar het museum te ver is en de vervoerskosten te begrotelijk zijn. Met het oog op de tijdelijke sluiting in 2015 wil het RMO in het land educatie op maat aanbieden, daarbij gebruikmakend van de expertise van museumdocenten, replica’s en lesmaterialen voor alle niveaus en binnen de curricula.
Conclusies schoolbezoek De prestatie-eis met OCW (18.500) is ruim gehaald; 22.661 leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs bezochten het museum. Zowel het aantal leerlingen uit het basis- als uit het voortgezet onderwijs is gestegen.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
2011 2012 2013 2014 6.012 8.128 6.645 7.260
De stijging in het basisonderwijs is vooral te danken aan IJstijd. Ook het bezoek aan de afdeling Egypte en Grieken steeg iets. Best bezocht afdeling bleef Egypte (41% van het totaal), gevolgd door Romeinen (33%). IJstijd trok in twee maanden 562 leerlingen. Dit maakte 8% van het basisschoolbezoek uit. Het sterkst stegen de museumlessen en groepsbezoeken zonder museumbegeleiding. Het aantal rondleidingen nam af. Traditioneel ontvangt het museum veel leerlingen uit groep 6 vanwege het oude Museum & Schoolprogramma van de Leidse Cultuureducatiegroep. Door de introductie van de Cultuurlijn Tijd nam het aantal leerlingen uit andere groepen toe en daalde het aantal groep 6-kinderen. Met name de hoeveelheid leerlingen uit groep 5 steeg fors.
55 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Doel 8.500
Bij het voortgezet onderwijs is de stijging te danken aan een stijging van het groepsbezoek zonder museumbegeleiding. Het aantal geboekte museumlessen en rondleidingen daalde licht. De museumles blijft het meest geboekt (48%), het groepsbezoek (27%) en de rondleidingen (25%) volgen daarna. Dat is wezenlijk anders bij het basisonderwijs waar bijna 90% een museumles reserveert. De stijging vond plaats bij zowel het gymnasium, HAVO, VMBO als het speciaal onderwijs. Het bezoek door VWO-leerlingen is gedaald. Van de leerlingen is 38% gymnasiumleerling, 20% is HAVO, 20% VMBO en 15% VWO.
t 08/04 Augustus en Egypte • Lezing door prof. dr. Maarten Raven, conservator Egypte. In het kader van het Augustusjaar sprak hij over de periode waarin de Romeinse keizer Augustus Egypte in handen kreeg s
t 10/04 Basisonderwijsdag • Ieder jaar organiseert het RMO een middag voor circa 70 leerkrachten uit het basisonderwijs over nieuwe educatieve producten voor in het museum en in de klas s
Romeinen Egypte Grieken Romeinen Klassieken Grieken Nederland Klassieken Topstukken Nederland Tentoonstellingen Topstukken NaBo Tentoonstellingen NaBo
Verdeling voortgezet onderwijs naar collectieonderdelen
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Egypte
ri jk s mu se um van o ud he d e n
56
Romeinen Egypte Nederland Romeinen Klassieken Nederland Topstukken Klassieken Tentoonstellingen Topstukken Anders Tentoonstellingen Anders
Kinderen zijn meer dan scholier Het kind in gezinsverband is even belangrijk als de scholier. De focus van het ministerie op uitsluitend bezoek van scholieren is te limitatief. Het streefgetal van minimaal 40.000 kinderbezoeken per jaar is in 2014 ruim gehaald. Jeugd Doel 2011 2012 2013 2014 Museum 139.600 153.096 142.707 173.017 207.667 Jeugd 40.000 42.434 42.762 42.089 50.897 Percentage 28% 30% 23% 24% Waarvan scholieren 0-12 8.500 6.012 8.128 6.645 7.260 13-18 10.000 12.155 11.964 11.973 15.401 Resultaatafspraak OCW 18.500 18.167 20.092 18.613 22.661 Percentage t.o.v. totaal 12% 14% 11% 11% Overig jeugd 0-12 21.588 19.208 19.586 23.640 Overig jeugd 13-18 2.679 3.462 3.885 4.596
Onderwijsprogramma’s
Tureluurtje
Museumles primair onderwijs: Egyptische schatten zoeken Amon en Amara (Cultuurlijnen) Tureluurtje Museumles Egypte Museumles IJstijd Archeologie van Nederland 100% Romeins Rondleidingen vaste opstelling en tentoonstellingen Museumles voortgezet onderwijs: Archeologie van Nederland Opgegraven verhalen: De Egyptenaren Graafwerk. De Egyptenaren Opgegraven verhalen: De Romeinen Opgegraven verhalen: De Grieken Kennismaking met de oudheid Herodotos’ Egypte: mythe en werkelijkheid Eindexamenrondleiding Grieks Eindexamenrondleiding Latijn Eindexamenrondleiding combi Grieks en Latijn Tijdvakkenrondleidingen UNESCO-rondleiding illegale handel en werelderfgoed Rondleidingen vaste opstelling en tentoonstellingen Basisonderwijs in de klas: Museumdocent in de klas Projectweekpakket Egypte Maak je negende wereldwonder Fotowedstrijd Kruip in de huid van een Romein Digitale lesbrief Dummie de Mummie: dieren in Egypte Digitale lesbrief inhuldiging: keizers en farao’s Knutselpakket Mo en Spits Digitale lesbrief IJstijd Voortgezet onderwijs in de klas: Museumdocent in de klas Digitale lesbrief Petra. Wonder in de Woestijn Digitale lesbrief Beeldvorming (Egypte in de speelfilm) Digitale lesbrief Vroege Middeleeuwen Digitiale lesbrief Carthago Aantal lesprogramma’s (doel: 15)
In de les Tureluurtje over de afdeling Archeologie van Nederland (groep 3-4) behandelen de kinderen een kijkplaat over het leven in een historische periode, gemaakt door illustrator Annet Schaap, bekend van Meester Jaap en Superjuffie. In september werd deze museumles gelanceerd en de kijkplaten werden hoog gewaardeerd door leerlingen en docenten en zijn didactisch een passend instrument voor deze doelgroep. Examenrondleidingen Latijn en Grieks Het museum bood voor het vijfde jaar bij het Centraal Examen Latijn en Grieks rondleidingen voor examenleerlingen. De rondleiding Grieks maakt de Homerische wereld tastbaar. De leerlingen zagen een wapenrusting van een Griekse soldaat, gouden sieraden uit de buurt van Troje en servies uit Mycene ten tijde van koning Agamemnon. Bij de rondleiding Latijn stond het dagelijks leven uit de brieven van Plinius en Cicero centraal. De museumdocenten leidden de leerlingen langs kinderspeelgoed, grafschriften over Cicero's huwelijkse leven, schrijfgerei uit Romeinse scholen en het standbeeld van keizer Trajanus. Tijdvakkenaanbod Bij het centraal examen Geschiedenis voor HAVO en VWO werden Tijdvakkenrondleidingen aangeboden. Aan bod kwamen de tijdvakken Jagers en boeren, Grieken en Romeinen, Monniken en ridders en Steden en staten. Door de lesstof te koppelen aan verhalen over de collectie, leerden de leerlingen de kenmerkende aspecten van elk tijdvak herkennen en begrijpen. Voor docenten werd een Tijdvakkenstudiedag georganiseerd, in samenwerking met de VGN. Schoolreisje naar de ijstijd ‘Bibberen met de bovenbouw’ is het thema van dit schoolreisje voor de bovenbouwleerlingen van het basisonderwijs. De interactieve expositie IJstijd daagt ze uit het leven tijdens de ijstijd uit te proberen. Schoolklassen kunnen zich in de klas met een lesbrief en een digibordles voorbereiden. Een schoolbezoek aan IJstijd kan ingezet worden als alternatieve geschiedenisles of als uitstapje tijdens een projectweek. Voor een dagvullend schoolreisje is een combinatie gemaakt met de film Giganten uit de IJstijd in het Omniversum in Den Haag.
t 11/04 Boekpresentatie Ger Groot • In het kader van de Maand van de Filosofie presenteerde Ger Groot (bijzonder hoogleraar filosofie en literatuur, Universiteit Nijmegen) zijn boek Plato in tijden van Photoshop s
Voor wie Groep 1 en 2 Groep 1 t/m 4 Groep 3 en 4 Groep 5 t/m 7 Groep 5 t/m 8 Groep 6 t/m 8 Groep 6 t/m 8 Alle groepen Voor wie Onderbouw VMBO/ HAVO/VWO Onderbouw HAVO/VWO Onderbouw VMBO Onderbouw HAVO/VWO Onderbouw HAVO/VWO Gymnasium klas 1 en 2 Gymnasium klas 4 t/m 6 Gymnasium klas 6 Gymnasium klas 6 Gymnasium klas 6 Bovenbouw HAVO/VWO Alle niveaus Alle groepen Alle niveaus Groep 5 t/m 8 Alle groepen Groep 5 t/m 8 Groep 5 t/m 8 Groep 5 t/m 8 Groep 1 en 2 Groep 5 t/m 8 Alle niveaus Alle niveaus Alle niveaus 4 HAVO/ 4 VWO Alle niveaus 34
t 13/04 Dummie de Mummiedag • Een dag rondom schrijfster Tosca Menten, die voorlas, signeerde en een speurtocht over Dummie de Mummie introduceerde. Kinderen konden zich laten schminken als Egyptische farao of prinses en waren er workshops hiërogliefen schrijven s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Egypte
Nieuwe museumlessen voor basisonderwijs
57 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Verdeling primair onderwijs naar collectieonderdelen
Gymnasia Er werden eindexamenrondleidingen Grieks en Latijn ontwikkeld waarin de teksten uit het eindexamenpensum (Homeros’ Ilias en brieven van Plinius/Cicero) gekoppeld werden aan de museumverzameling. Studenten Griekse en Latijnse Taal en Cultuur gaven, na een intensieve training, vijftig rondleidingen aan 747 examenleerlingen. Tevens werden twee lesbrieven ontwikkeld bij Carthago voor onder- en bovenbouw Latijn. In het oog springend is de bestendiging van de samenwerking met uitgeverij Hermaion. Het RMO levert materiaal voor het digitale onderwijsplatform van deze uitgever en beeldmateriaal voor de examenmethodes Grieks en Latijn. Daarnaast is een samenwerking gestart met uitgeverij Staal & Roeland, waarbij het RMO eveneens beeldmateriaal biedt voor lesmethodes. Beide uitgevers organiseerden, in samenwerking met het museum, een klantendag. Tevens zijn gymnasia bezocht in het kader van het project Museumdocent in de klas. Nieuw is de ontwikkeling van een leerlijn Klassieke Talen: het museum streeft naar gericht, kwalitatief en breed aanbod voor ieder leerjaar. Het biedt gymnasiumleerlingen de kans jaarlijks, in klassikaal verband, de collectie te ontdekken en onderzoeken.
Digitaal aanbod Het digitale aanbod werd enerzijds gecontinueerd, anderzijds is materiaal ontwikkeld bij Carthago, Gouden Middeleeuwen en IJstijd. De lesbrieven, met soms een aanvullende digibordles, bieden lessuggesties en aanvullende opdrachten voor in de klas of in het museum. Docenten kunnen het materiaal ter voorbereiding op een museumbezoek of rondleiding in hun lessen gebruiken, tijdens een bezoek inzetten of gebruiken voor reflectie na een museumbezoek. Ook zonder bezoek aan het museum kan de les worden gegeven. Digitale lesbrieven/ Digibordlessen
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Downloads 2013 2014 Beeldvorming (de oudheid in de speelfilm) 72 32 Petra. Wonder in de Woestijn 91 139 Vroege Middeleeuwen 73 132 Dummie de Mummie 81 195 Inhuldiging: keizers en farao’s 179 28 Het negende wereldwonder 186 70 IJstijd (vanaf 11/10) 407 Knutselpakket Mo & Spits (vanaf 01/09) 38 137 Carthago (vanaf 03/11) Downloads 682 1178 Het is lastig de downloadcijfers te duiden. Het is immers onbekend wie de downloads gemaakt heeft (docent of geen docent), laat staan dat gecontroleerd kan worden of met behulp van het digitale aanbod daadwerkelijk les is gegeven. Stel dat 25% van de downloads daadwerkelijk heeft geleid tot het geven van een les aan gemiddeld 25 kinderen, dan zijn met het aanbod ruim 7.350 kinderen bereikt. Dat is substantieel. Het museum ziet de stijging van de hoeveelheid downloads als een aanmoediging door te gaan met het ontwikkelen en aanbieden van deze digitale lesbrieven.
59 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4 ri jk s mu se um van o ud he d e n
58
Relatiemarketing en netwerkacties • Organisatie tweede Dies Latinus, een nascholingsdag in het Latijn voor docenten en studenten klassieke talen. • Studenten van de Cultuurklas van de Pabo Leiden kregen les in museumlessen (investering in de toekomst). • Jaarlijkse Basisonderwijsdag met informatie over de nieuwe educatieve producten. • In samenwerking met reisorganisatie Labrys Reizen werd voor de vierde maal een nascholingsdag voor zestig docenten klassieke talen gehouden. • In samenwerking met educatieve uitgeverij Hermaion werd een docentendag georganiseerd voor veertig docenten klassieke talen • In samenwerking met de educatieve uitgeverij Staal & Roeland werd een demonstratiedag georganiseerd voor zeventig docenten. • Het RMO was vertegenwoordigd bij de nazomerconferentie van de Vereniging Classici Nederland (VCN). • Er werden meerdere colleges gegeven aan studenten van de lerarenopleidingen ICLON klassieke talen en Geschiedenis (investeren in leraren van de toekomst). • Organisatie studiemiddag Tijdvakken. • Deelname Netwerkdag Museum- en erfgoededucatie met kwaliteit, georganiseerd door Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie. • Participeren in het overleg van de Cultuureducatiegroep en Cultuurnetwerk Primair Onderwijs Leiden.
Educatieve uitgeverijen Zowel op digitale platforms als in fysieke lesmethodes probeert het museum de collectie zichtbaar te maken. Samenwerking met de educatieve uitgeverijen Blink, ThiemeMeulenhoff en Hermaion zijn voortgezet en intensiever geworden. Tevens is een samenwerking met Staal & Roeland van start gegaan. Het RMO denkt mee in welke context objecten een bijdrage leveren aan de lesstof. Hierbij geldt, net als bij de digitale lessen, dat bereik moeilijk meetbaar is.
t 14/04 Symposium NWO Odyssee: Bij nader inzien • Vijf sprekers bogen zich voor een volle zaal over de gegevens die het Odyssee-onderzoek heeft opgeleverd voor archeologisch Nederland. Centraal stond de vraag welke impact het uitwerken van oude opgravingen heeft op archeologie, maatschappij en politiek. Het symposium werd georganiseerd door het NWO, het RMO en de RCE • Programma: • Jos Bazelmans (RCE): Odyssee: opzet, verwachtingen, proces, toekomst • Jelle Reumer (Na-
tuurhistorisch Museum Rotterdam): Odyssee voor het publiek • Kristina Jennbert (Lunds Universitet): De Enkelgrafcultuur in Noord-Holland • Steve Bödecker (LVR-Amt für Bodendenkmalpflege im Rheinland): De Nederlandse (kust)limes • Guy Hallsall (University of York): Vroegmiddeleeuwse grafvelden in Nederland • Paneldiscussie met zes promovendi • Opening tentoonstelling Bij Nader Inzien door Marjan Hamersma (directeur-generaal Cultuur en Media OCW) s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
•
ri jk s mu se um van o ud he d e n
60
• •
• • • •
Tureluurtje, over de afdeling Archeologie van Nederland, ontwikkeld. De les is gebaseerd op kijkplaten van illustratrice Annet Schaap, bekend van Meester Jaap, Superjuffie en de serie Hoe overleef ik…? De samenwerking met uitgeverij Clavis leverde een deel over de Romeinen op in de Willewete-serie. Het boek werd, samen met een speur- en doeboekje, in het museum gelanceerd. Het leidde tot een vervolg: Willewete: de Grieken zal worden gelanceerd bij de opening van de Griekse afdeling. Auteur en illustrator Harmen van Straaten schreef het verhaal en verzorgde de illustraties voor IJstijd. Van Straaten gaf de keyfigures Mo & Spits, uit het gelijknamige Gouden Boekje over de Vroege Middeleeuwen van de hand van conservator Willemsen, een gezicht. Er werd voor de onderbouw van het primair onderwijs digitaal een Mo & Spits knutselpakket aangeboden. In het Kinderboekenweekend (4 en 5 oktober) vertelde Gerard Sonnemans ridderverhalen. In april waren schrijver Arend van Dam en illustratrice Georgien Overwater te gast en vertelde over het boek Avé Caesar. Net als in eerdere jaren werd het meest recente deel van Dummie de mummie (Tosca Menten) in het museum gelanceerd, op 20 september. Het museum was decor voor de opnames van de Dummie de mummie-speelfilm.
Vakantieactiviteiten voor kinderen Doel 2011 2012 2013 2014 7200 (90 dagen Niet 11.160 9.904 15.691 x 80 kinderen) gemeten
2013 2014 Kerstvakantie (02/01 - 05/01) 737 811 Voorjaarsvakantie 2.091 2.140 Meivakantie 1.133 840 Zomervakantie 2.360 3.995 Herfstvakantie 2.287 5.222 Kerstvakantie (20/12 - 31/12) 1.296 2.683 Totaal 9.904 15.691 Educatieve speurtochten 2011 2012 2013 2014 Niet gemeten 4.632 5.378 4.788 Doel is dat de speurtochten meer gerelateerd zijn aan omzet- en rendementverwachtingen. Ofschoon door de lange looptijd meerdere speurtochten renderend zijn, valt het succes van Dummie de mummie met meer dan 50% van de omzet op. Er zijn minder speurtochten verkocht, terwijl meer kinderen dan ooit het RMO bezochten. De reden is het goed bezochte Gouden Middeleeuwen (met gratis kinderroutes) en de tentoonstelling IJstijd (met gratis opdrachtenkaart).
ja a rve rsla g 2 0 1 4
• Voor groepen 3 en 4 (primair onderwijs) werd de les
Kinderbezoeken
Onderwijs aan volwassenen Doel 2010 2011 2012 2013 120 dagen/ 130 150 141 225 2500 deelnemers
61
Bij het aanbod voor het volwassenenonderwijs werkt het RMO samen met culturele partners. Het museum faciliteert de praktische gang van zaken op cursusdagen. De verantwoordelijkheid voor aanbod en inhoud, en de afhandeling van inschrijving en betaling ligt bij de cursusorganisaties. De partners zijn ondermeer de Vrije Academie voor Kunsthistorisch Onderwijs, Huub Pragt Egyptologie, Het Huis van Horus, Livius Onderwijs, Mehen, Arte del Disegno, HOVO en Psefas Mozaiekkunst. Het aantal deelnemers is circa 5.000 op basis van 225 cursusdagen. Dat impliceert een gemiddelde deelname van 22 volwassenen per cursus, wat overeenkomt met de gemaakte reserveringen.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
Kinderboeken De samenwerking met kinderboekenschrijvers en illustratoren is verder uitgebreid. Het betrekken van bekende auteurs en keyfigures van hun hand bij educatieve producten vergroot de herkenbaarheid bij de doelgroep en bevordert het inlevingsvermogen. Het RMO en de auteurs zijn voor elkaar van toegevoegde waarde op inhoudelijk en promotioneel vlak. Didactiek, vorm en creativiteit zijn gewaarborgd.
In alle schoolvakanties, met uitzondering van de meivakantie (oorzaak: het fraaie weer), lag het aantal kinderbezoeken hoger dan in 2013. De kinderactiviteiten tijdens het zomerproject Goudkoorts en de tentoonstelling IJstijd legden hiervoor de basis.
t 17/04 NINO-lezing: Spelen met de woorden van de god: cryptografie in het oude Egypte • Door prof. dr. Olaf Kaper, hoogleraar Egyptologie, Universiteit Leiden. Het hiërogliefenschrift bood de Egyptenaren de mogelijkheid te spelen met de visuele boodschap in relatie tot de schriftwaarde van de tekens. Dit verschijnsel is al vanaf de derde dynastie bekend, en vanaf het Nieuwe Rijk werd het toegepast in de naam en titels van sommige koningen en toenemend ook in religieuze teksten. Er is daarbij onderscheid te maken tussen speelse schrijfwijzen en cryptografie s
t 17/04 Enige echte Egypte-pubquiz • In deze quiz namen egyptologen, studenten en andere geïnteresseerden elkaar de maat als het ging om hun encyclopedische kennis van de egyptologie. De pubquiz was een initiatief van Stichting Friends of Saqqara en werd georganiseerd in samenwerking met het RMO. De avond werd mede mogelijk gemaakt door vereniging Ex Oriente Lux en het NINO s
uitgelicht: Samenwerken bij de MuseumJeugdUniversiteit
ri jk s mu se um van o ud he d e n
62
Colleges 02/02 Hoe was het om slaaf van de Romeinen te zijn? Dr. Gerda de Kleijn
Het doel is 50 deelnemende musea per jaar en 1350 maal deelname in het RMO.
02/03 Hoe vier je je verjaardag in de oudheid? Dr. Kim Beerden
De MuseumJeugdUniversiteit, een initiatief van het RMO en door het museum landelijk gecoördineerd, organiseert op zondag hoorcolleges voor nieuwsgierige kinderen van 8 t/m 12 jaar. Doel is kinderen op een toegankelijke, niet te laagdrempelige manier kennis te laten maken met het museum als wetenschappelijk instituut. Op de gelijknamige website kunnen kinderen informatie over de colleges vinden en zich aanmelden. De MuseumJeugdUniversiteit wordt genoemd als één van de succesvolle projecten in de Taskforce Museumeducatie van de Museumvereniging.
06/04 Hebben mummies een tweede leven? Prof. dr. Maarten Raven
Eind 2014 stond de teller op 59 deelnemende musea, met nieuwe aanmeldingen van ondermeer het Van Gogh Museum en het Mauritshuis. Landelijk werden meer dan 3000 collegekaarten verkocht. In het RMO waren zowel de voorjaars- als de najaarsreeks volgeboekt. Iedere eerste zondag van de maand werden de 160 deelnemers ontvangen door twee enthousiaste vrijwilligsters. Shell Nederland financierde in 2014 voor het laatst de landelijke coördinatie. Er werd een partnerschap met het tijdschrift National Geographic Junior afgesloten, gericht op wederzijdse promotie.
11/05 Hoe gymden de oude Grieken? Prof. dr. Ruurd Halbertsma 01/06 Waar vind je middeleeuws goud? Dr. Annemarieke Willemsen
ja a rve rsla g 2 0 1 4
2011 2012 2013 2014 1480 1550 1700 1500 15 42 63 59
07/09 Waarom zijn mammoeten uitgestorven? Dr. Jelle Reumer 05/10 Hoe overleef je de ijstijd? Dr. Luc Amkreutz 02/11 Waarover filosofeerden de oude Grieken? Dr. Tazuko van Berkel 07/12 Wat wisten de Egyptenaren van sterren en planeten? Drs. Huub Pragt
t 20/04 Weltklassik am Klavier • In de vierde aflevering van deze reeks speelde de Amerikaanse pianiste Katie Mahan werken van Debussy, Beethoven, Wagner, Liszt en Gershwin s
63
Deelnemende musea Afrika Museum, Nijmegen Airborne Museum Hartenstein, Arnhem Allard Pierson Museum, Amsterdam Anne Frank Huis, Amsterdam Beelden aan Zee, Den Haag Cosmos Sterrenwacht, Lattrop DAF Museum, Eindhoven Dordrechts Museum, Dordrecht Drents Museum, Assen Eindhoven Museum, Eindhoven Erfgoed Leiden en Omstreken, Leiden EYE Filminstituut, Amsterdam Fries Museum, Leeuwarden Haags Historisch Museum, Den Haag Hermitage, Amsterdam Het Natuurhistorisch Museum, Rotterdam Het Nieuwe Instituut, Rotterdam Hortus botanicus, Leiden Huis van Gijn, Dordrecht Hunebedcentrum, Borger
Huygensmuseum Hofwijck, Voorburg Japanmuseum Sieboldhuis, Leiden Joods Cultureel Kwartier, Amsterdam KTOMM Bronbeek, Arnhem Kasteel Duivenvoorde, Voorschoten Limburgs Museum, Venlo Mauritshuis, Den Haag Mesdag Collectie, Den Haag Molenmuseum, Koog aan de Zaan Muiderslot, Muiden Museon, Den Haag Museum Boerhaave, Leiden Museum de Gevangenpoort, Den Haag Museum De Lakenhal, Leiden Museum Gouda, Gouda Museum Het Valkhof, Nijmegen Museum Meermanno, Den Haag Museum voor Moderne Kunst, Arnhem Museum voor Communicatie, Den Haag Museum Wierdenland, Ezinge Natuurhistorisch Museum, Maastricht
NCB Naturalis, Leiden Nederlands Watermuseum, Arnhem Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem Nieuw Land Erfgoedcentrum, Lelystad Panorama Mesdag, Den Haag Philips Museum, Eindhoven Rijksmuseum van Oudheden, Leiden Rijksmuseum Volkenkunde, Leiden Streekmuseum Krimpenerwaard, Rotterdam Techniekmuseum HEIM, Hengelo Thermenmuseum, Heerlen Tresoar, Leiden TwentseWelle, Enschede Universiteitsmuseum, Utrecht Van Abbemuseum, Eindhoven Van Gogh Museum, Amsterdam Verzetsmuseum, Amsterdam Vestingmuseum, Naarden
t 26/04 – 05/05 Koningsweekend en meivakantie • De meivakantie stond in het teken van de tentoonstelling Gouden Middeleeuwen. Wie zijn handen uit de mouwen wilde steken, kon aan de slag met karton, lijm en gekleurd papier om zelf een koningskroon te knutselen. Daarna kon er met een zaklampje gespeurd worden in de tentoonstelling Gouden Middeleeuwen. Voor kinderen van 4 tot 7 jaar was er een dierenroute en kinderen van 8 tot 12 konden op pad met een Goudzoekerskaart. In het weekend van Koningsdag konden kinderen zich gratis laten schminken in middeleeuwse stijl s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Deelname in RMO Aantal instellingen
1.4 Impact en betrokkenheid
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Het verleden aanraken dichtbij komen, aanraken, namaken, ermee spelen
ri jk s mu se um van o ud he d e n
64
deelnemen aan activiteiten, toegang tot bijzondere plekken
Bedrijven Van Wetenschap toegang tot archieven, studie van objecten, deelnemen aan onderzoek
Verrassende perspectieven
zien hoe het verleden verdiepende verhalen, doorwerkt in je leven verrassende publicaties van nu
wetenschappelijke inzichten & publicaties, seminars, congressen
Nieuwe verbindingen
je verbinden met het RMO, privileges krijgen, anderen betrekken
verbinden met andere experts, samenwerken met andere instituten
Het RMO zoekt continu naar vernieuwende manieren om bestaande doelgroepen te binden en nieuwe groepen aan te trekken. Daarbij probeert het museum zijn bereik te vergroten door producten te ontwikkelen en aan te sluiten bij activiteiten van externe organisaties. Iedere tentoonstelling kent een uitgebreid kaderprogramma, gericht op de motieven van de bezoeker (beleving, educatie, wetenschap). Een standaardformat in de projectplannen dwingt het projectteam na te denken over vormen van participatie door de bezoekers en dus over het verstevigen van betrokkenheid. Het is niet relevant bij iedere expositie het complete kader in te vullen. Bovenstaand model is vooral richtinggevend. In dit jaarverslag staat onder aan iedere pagina een selectie van activiteiten die laten zien met welke nevenactiviteiten de betrokkenheid van bezoekers bij het museum vergroot wordt. Deze activiteiten zijn cruciaal omdat het de missie, de ambitie en het ondernemerschap raakt. Om het centrale podium van de oudheid te zijn (voor publiekspresentaties en als wetenschappelijk instituut) is het nodig dat het museum méér is dan een verzameling tentoonstellingszalen én meer is dan een archeologisch centrum; het is een podium voor de oudheid in brede zin. Het museum brengt een gevarieerd pakket aan activiteiten, om een divers publiek in contact te brengen met alle facetten van de oudheid. Deze ambitie is volmaakt gerealiseerd wanneer - bij wijze van spreken - 365 dagen per jaar alle podia in het museum gevuld zijn met omzetverhogende en bij de missie aansluitende activiteiten. De hoofddoelstellingen van de activiteiten zijn klantenbinding en relatiemarketing en het daarmee bewerkstelligen van (herhaal)bezoek, ook door mond-tot-
als eerste op de hoogte, je kennis etaleren, gast- conservator zijn
mond reclame. Dat dit het museum geen windeieren heeft gelegd bewijzen de bezoekcijfers, het feit dat veel activiteiten volgeboekt zijn en de winkelomzet stijgt. Een voorbeeld is de Week van de Klassieken. Deze week is van belang om de banden met gymnasiaal Nederland te intensiveren, in de verwachting dat dit later in een jaar leidt tot extra (school) bezoek. Honderden leerlingen, studenten, alumni en docenten bezoeken in deze week het museum. Week van de Klassieken in teken van Romeinse keizers (13/03 – 21/03) De Week van de Klassieken werd georganiseerd door het RMO en Tresoar (Leeuwarden), in samenwerking met het Allard Pierson Museum en het Nederlands Klassiek Verbond. De Week werd mede mogelijk gemaakt door Labrys Reizen, Uitgeverij Athenaeum, Geschiedenis Magazine en de Groene Amsterdammer. De Week stond, met het brede thema Romeinse keizers, in het teken van de tweeduizendste sterfjaar van Augustus. De deelnemende partijen organiseerden tientallen lezingen, rondleidingen, studiemiddagen en voorstellingen. De week begon met de Ken-uw-Klassieken Pubquiz voor classici, gevolgd door de Grote Ken-je-Klassiekenquiz voor gymnasiumleerlingen en sloot op 21 maart af met een feestelijke avond van het Nederlands Klassiek Verbond. Ter gelegenheid van het Augustusjaar opende de presentatie Keizerlijke munten. Met munten uit de tijd van Augustus gaf dit een kijkje in de economie van de Romeinen en het muntenstelsel dat Augustus invoerde.
t 06/05 Lezing: Gouden Middeleeuwen • Door Annemarieke Willemsen (RMO). Ze vertelde hoe het eraan toe ging achter de schermen van de nieuwe tentoonstelling Gouden Middeleeuwen s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Culturele Ontdekkend Vrijetijdsbesteding Leren
Team ACASA opnieuw winnaar van Ken-Uw-Klassieken Pubquiz (13/03)
CS Vincent van Gogh uit Assen wint Grote Ken-je-Klassiekenquiz (14/03)
65
200 classici, studenten en docenten verdeeld in 39 teams, gingen de strijd met elkaar aan. Quizmaster Fik Meijer, bekend van zijn toegankelijke boeken over de Klassieke Wereld, liet de hersens van de deelnemers flink kraken. In een overvolle Tempelzaal werd de kennis van de deelnemers over Griekse en Latijnse literatuur, klassieke mythologie, oude geschiedenis, antieke wijsbegeerte, archeologie en receptie van de oudheid op de proef gesteld. Het team van ACASA (Amsterdam Centre for Ancient Studies and Archaeology) van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam ging er voor de derde keer vandoor met het prijzenpakket en de bijbehorende eeuwige roem. De jury van de Pubquiz bestond evenals voorgaande jaren uit dr. Stephan Mols (Radboud Universiteit), dr. Marlein van Raalte (Universiteit Leiden), prof. dr. Ruurd Halbertsma (conservator) en juryvoorzitter prof. dr. Ineke Sluiter (Universiteit Leiden).
Het team van het CS Vincent van Gogh uit Assen won de landelijke finale van de Grote Ken-Je-Klassiekenquiz, na voorrondes in Nijmegen, Leeuwarden en Amsterdam. Tijdens de quiz testten vierde- en vijfdeklas gymnasiasten uit Nederland en Vlaanderen hun kennis over uiteenlopende onderwerpen van de Klassieke Wereld. Aangemoedigd door klasgenoten versloegen zij zeventien andere scholenteams. De gymnasiasten bleken uitzonderlijk veel te weten over de literatuur, filosofie, archeologie, historie, mythologie en het theater van de Klassieke Wereld. In drie rondes beantwoordden ze vragen als ‘Van welke Romeinse keizer is de uitspraak ‘Geld stinkt niet?’ en ‘Waarin veranderde de nimf Daphne toen zij werd achterna gezeten door Apollo?’. CS Vincent van Gogh werd gevolgd door het St. Ignatiusgymnasium (Amsterdam) en het College van het Eucharistisch Hart (Essen, Vlaanderen), die de tweede plaats deelden.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
Doel Bezoeker
t 07/05 NINO-lezing: News about the writing technology in the archaic Uruk texts • Door de assyrioloog prof. dr. Joachim Marzahn, hoofdconservator van het Vorderasiatisches Museum (Staatliche Museen zu Berlin). Recente studies van Uruk-teksten in Berlijn laten zien dat het oudste schrift in Mesopotamië niet uit figuren bestond en ook geen normaal spijkerschrift was. In deze lezing besprak prof. Marzahn zijn onderzoek s
Kennisoverdracht door de conservatoren: Impact door kennisverspreiding
2011 2012 2013 2014 1149 1185 1185 1254
RoMeO werd in 1996 opgericht en stelt zich ten doel mensen die geïnteresseerd zijn in archeologie en in het Rijksmuseum van Oudheden nader tot elkaar te brengen. Door de leden actief te betrekken hoopt de vereniging het draagvlak voor het museum te verankeren. De vriendenvereniging heeft negen lezingen verzorgd. RoMeO heeft tweemaal het RMO Magazine uitgegeven en viermaal een vriendennieuwsbrief. Er werden excursies georganiseerd naar Oegstgeest en naar Aken en Maastricht (de tentoonstelling Karls Kunst). De vriendenvereniging droeg € 20.000 bij aan de aankoop van een shabti van farao Taharka.
Egypte
Nabije Oosten
Conservator Maarten Raven sprak tijdens de opening van Luxor 1960-2010, richtte een vitrine in met twee recente aankopen, gaf vele rondleidingen aan studenten uit binnen- en buitenland en sprak de zakenvrienden van het Museo Egizio te Turijn toe. Na de benoeming van conservator Greco tot directeur in Turijn duurde het een half jaar voordat een opvolgster was gekozen. Mede hierdoor was 2014 een minder actief jaar dan gebruikelijk.
In mei heeft Lucas Petit gesprekken gevoerd met het British Museum over de mogelijkheid in de winter van 2016-2017 een grote tentoonstelling te maken over de Neo-Assyrische stad Nineveh. Een bruikleen uit het British Museum is een voorwaarde en de eerste reacties zijn positief. Petit verzorgde verschillende museumwandelingen en hield lezingen in Leiden en de rest van het land.
Klassieke wereld
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Datum Spreker, onderwerp Bezoekers
ri jk s mu se um van o ud he d e n
66
14/01 dr. Lucas Petit, conservator Ondergrondse kelders en berghutten 74 12/02 dr. Mark Driessen, Universiteit leiden, Udhruh, legerplaats en stad in het achterland van Petra 51 12/03 drs. Roderick Geerts en drs. Anouk Veldman, ADC ArcheoProjecten, Opgravingen Romeins Tongeren 64 09/04 prof. dr. Maarten Raven, conservator Augustus en Egypte 90 14/05 dr. Annemarieke Willemsen, conservator, Achter de schermen van de Gouden Middeleeuwen 102 11/06 drs. Wim Dijkman, conservator Centre Céramique Maastricht, 'the place to be' in de Merovingische tijd 60 17/09 prof. dr. Frans Theuws, Universiteit Leiden Boeren en aristocraten in Merovingisch Zuid-Nederland 78
Stichting Zakenvrienden De Stichting Zakenvrienden bestaat uit Rabobank Leiden, Labrys Reizen, Operator Group Delft (OGD), ADC Amersfoort en Syb van Breda Architecten. Naast het financieel ondersteunen van de kerntaken, geven de zakenvrienden garantiebedragen voor activiteiten die zelfstandig middelen behoren te genereren. Dit is bedoeld om het ondernemer schap te stimuleren. In 2014 werd € 50.000 gegarandeerd voor Carthago. Bestuurslidmaatschappen Het RMO entameert nevenfuncties van de medewerkers, in en buiten het museale veld. Een overzicht hiervan is opgenomen in bijlage IV. Met het vervullen van nevenfuncties verbinden de medewerkers hun betrokkenheid en kennis met de museale-, archeologische- en/of universitaire wereld.
14/10 drs. Jasper de Bruin, Universiteit Leiden De vroegmiddeleeuwse nederzetting in Oegstgeest 101 11/11 dr. Marijke Gnade, Universiteit van Amsterdam Satricum tentoongesteld 75 09/12 prof. dr. Pieter ter Keurs (hoofd collecties en onderzoek), Carthago: Mythe en werkelijkheid 127 Totaal: 827
Een constante factor van aandacht was de herinrichting van de afdeling. In steeds grotere detaillering komen de plannen voor een inhoudelijk nieuwe afdeling Grieken naar boven. In het kader van de herinrichting is een begin gemaakt met een ambitieus restauratieplan van het Griekse keramiek. De belangrijkste Griekse vazen zijn uit de verzameling van Lucien Bonaparte (Prins van Canino), een jongere broer van Napoleon, die in 1839 zesennegentig vazen verkocht aan koning Willem I. Deze vazen werden geschonken aan het Rijksmuseum van Oudheden. De restauratie van deze collectie geeft verrassende inzichten in de praktijk van restaureren in de negentiende eeuw. Het vazenproject geeft aanleiding in 2015 een internationaal symposium te organiseren met als titel The Canino Connections.
Nederland prehistorie In januari werd, na advisering, de tentoonstelling Sporen in het landschap. Het geheim van de Gelderse grafheuvels (Coda Apeldoorn) voorzien van een ruim bruikleen. In februari werd 100.000 uur verzamelen op de Veluwe overgenomen door de Vereniging Oud-Lunteren. De RMO-expositie De eerste boeren was tot 1 juni te zien in het Thermenmuseum in Heerlen. Vanaf 12 juni was deze presentatie onder de naam Limburgs Atlantis. Een ander verhaal over de eerste boeren te zien in Museum het Domein (Sittard). In eigen huis werd Bij nader inzien. Nieuw onderzoek naar oude opgravingen geopend met een wetenschappelijk symposium en een publicatie. Dit project werd opgevolgd door IJstijd. In juli werd een vitrine ingericht met Noordzeevondsten. Tot slot zijn werkzaamheden verricht voor de in 2016 te openen presentaties Archeologie langs de Maas en Vlijmscherp verleden. Nederland Middeleeuwen Van april tot en met oktober toonde het RMO Gouden Middeleeuwen, met een overzicht van Nederland in de Merovingische wereld. De opstelling van het Merovingisch glas, in een aparte ruimte tentoongesteld, is verlengd tot april 2015. In de zomer was de fibula van Dorestad publiekstrekker en beelddrager van de tentoonstelling Karls Kunst (Aken), terwijl een groep objecten uit Dorestad te zien was op de expositie Orte der Macht (Aken). De conservator schreef de bijbehorende catalogusbijdragen en artikelen en speelde een rol in het inwerken van de rondleiders en het voorlichten van de pers. Bij de presentatie Vikingen! in respectievelijk Tongeren en Maastricht speelde zij een rol als adviseur en gaf lezingen.
Gemiddeld: 83
t 11/05 Lezing: Catventure • Mariëlle van Kampen gaf een lezing over katten in de oudheid s
t 11/05 Moederdag met Mila en Zilver • Alle moeders kregen gratis toegang. Jette van den Berg las voor uit haar kinderboek Mila en Zilver en de Vloek van de Smaragd en signeerde. Daarna konden moeder en kind de Egypte-afdeling ontdekken met de Mila en Zilver-speurtocht s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Aantal leden
67 ri jk s mu se um van o ud he d e n
RoMeO Vriendenvereniging
uitgelicht: Samenwerken met MuseumMaandag
ri jk s mu se um van o ud he d e n
68
Burgemeesters van elf gemeenten mochten in hun lokale museum voor een dag een programma samenstellen. Onder één voorwaarde: er moest een debat georganiseerd worden over het lokale kunst- en cultuurbeleid in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen. Deelnemende musea: Culturele Buitenplaats (Bergen), Museum Dr8888 (Drachten), Museum van de Twintigste Eeuw (Hoorn), Huizer Museum (Huizen), Museum De Lakenhal (Leiden), Space Expo (Noordwijk), Zilvermuseum (Schoonhoven), Museum de Schotse Huizen (Veere), Museum Wierdenland (Winsum), Stadskasteel (Zaltbommel), Vincent van GoghHuis (Zundert). Deelnemers: 700
Leden van zorgorganisaties kregen die dag 50% korting. Deelnemende musea: Teylers Museum (Haarlem), Museum Flehite (Amersfoort), Mondriaanhuis (Amersfoort), Singer Laren. Deelnemers: 207 30/06 Museummaandag met Stichting De Vrolijkheid Doelstelling was kinderen uit asielcentra een prettige middag te geven. Deelnemende musea: Twents Techniek Museum Heim (Hengelo), Princessehof (Leeuwarden), Marine Museum (Den Helder), Veenpark (Barger Compascuum), Natuurmuseum Brabant (Tilburg), Museum De Bevelanden (Goes), Space Expo (Noordwijk). Deelnemers: 233 kinderen en 35 begeleiders uit 7 asielzoekerscentra
ja a rve rsla g 2 0 1 4
10/03 Museummaandag met Kunsten ’92: Burgemeester als museumdirecteur
23/06 Museummaandag met zorgorganisaties Servicepaspoort, Leef3.nu en Vivium
Totaal: 3059 deelnemers op 47 museale lokaties.
69 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Rijksmuseum Volkenkunde, NCB Naturalis en het Rijksmuseum van Oudheden ontvingen in 2011 een projectbijdrage voor de uitvoering van de BankGiro Loterij MuseumMaandag, een project met een looptijd van drie jaar. Veel musea zijn op maandag gesloten. Dat maakt deze dag bij uitstek geschikt om exclusief groepen het museum te laten bezoeken. Het publiek wordt uitgenodigd door mediapartijen met een groot lezersbestand, bedrijven met een grote klantenkring en maatschappelijke instellingen met een ferme achterban. Zo kregen zij de gelegenheid een bijzondere ervaring te creëren voor hun relaties. Vanwege de geringe betrokkenheid van de andere partners heeft het RMO dit project in 2014 voor het laatste jaar landelijk gecoördineerd.
19/05 Museummaandag met Nationaal Ouderenfonds Deelname van 25 musea, die gratis toegang voor 65-plussers boden: Aviodrome (Lelystad), Cobra Museum (Amstelveen), Coda Apeldoorn, Dordrechts Museum, Drents Museum (Assen), Eye Amsterdam, Flipje Museum (Tiel), Fries Scheepvaartmuseum (Sneek), Gevangenismuseum (Veenhuizen), Glasmuseum Leerdam, Groninger Museum, Kasteel Hoensbroek, Klooster ter Apel, Limburgs Museum (Venlo), Museum Catharijne Convent (Utrecht), Museum Dr8888 (Drachten), Museum Het Valkhof (Nijmegen), Museum Spakenburg, Rijksmuseum Twenthe (Enschede), Scheepvaartmuseum (Amsterdam), Textielmuseum (Tilburg), Watersnoodmuseum (Ouwerkerk), Zeeuws Museum (Middelburg). Deelnemers: 1884
t 17/05 Museumnacht Leiden • De vijfde editie had als thema Focus. Tijdens de nacht werden bezoekers in het RMO meegenomen naar de Foute Middeleeuwen. Herman Pleij sprak over middeleeuws spektakel. Rattenvangers, kwakzalvers, troubadours, narren, steltlopers, heksen en een pestdokter vermaakten de bijna 3000 aanwezig bezoekers. De Museumnacht Leiden opende bij de voordeur van het museum, in het water van het Rapenburg, als aftrap van Signatures, Cultuurweken Leiden. Vanaf 19.00 uur presenteerden alle evenementen van de cultuurweken zich één voor één door middel van dans, zang, muziek of theater s
t 18/05 Weltklassik am Klavier • In de vijfde aflevering speelde de Oekraïense pianiste Anna Tyshayeva werken van Beethoven, Liszt en Chopin s t 18/05 Togadag: Draag de kleren van een Romein • Museumdocent en toga-expert Noël Franken gaf een Romeinse togaworkshop voor kinderen en vertelde hen over kleding en kledingkeuzes in de Romeinse tijd s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
70
De collectiefunctie kent drie hoofddoelen: • Kwaliteit van het interne beheer van de collectie • Collectiewaarde en objectkennis • Objectzichtbaarheid, in het verlengde daarvan impact en reputatie van de collectie
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Collectiefunctie
71 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
2
2.1 Kwaliteit van het interne beheer
ri jk s mu se um van o ud he d e n
72
De huidige inrichting en vormgeving van de Griekse afdeling was onderdeel van een verbouwing in het jaar 2000, waarbij alle afdelingen (met uitzondering van de Nederlandse archeologie) waren betrokken. Door gebrek aan middelen moest de Griekse afdeling het indertijd stellen met het oude interieur: marmoleum vloeren in diverse uitvoeringen, betimmering uit de jaren zeventig en een gedateerd systeemplafond. Nieuwe vitrines en een pregnante mediterrane kleurstelling konden deze manco’s niet verhelpen. Het resultaat was eerder hybride dan echt nieuw. De aanblik van de opstelling doet de collectie op dit moment zondermeer te kort. Lange tijd kon hier niets aan gewijzigd worden, omdat de herinrichting uit het jaar 2000 in vijftien jaar afgeschreven werd en het dus als ballast en erfenis meegedragen werd. Nu zijn die mogelijkheden er wel. Het RMO heeft de afgelopen jaren, door steeds stijgende bezoekcijfers, een ruim bestemmingsfonds opgebouwd. Hieruit wordt de renovatie van de nieuwe afdeling gefinancierd, waarbij de kosten ten laste van het exploitatieresultaat gaan en niet worden geactiveerd. De afdeling wordt in december 2015 opgeleverd. In 2014 is, na een pitch, de opdracht voor de vormgeving verstrekt aan architectenbureau JOWA.
De zaal op de eerste verdieping laat de klassiek-hellenistische cultuur zien, met de dominante uitstraling naar de omringende culturen. De deelthema’s zijn: ontstaan van de klassieke beeldhouwkunst (met de navolging en herscheppingen door Romeinen), het zwart- en roodfigurige Attische aardewerk en tenslotte de Griekse expansie in de hellenistische periode. Met Alexander de Grote en zijn opvolgers verspreidt de Griekse taal en cultuur zich over een groot gedeelte van de oosterse wereld. Uitgangspunt is: Griekenland inspireert.
Uitgangspunten
• De nieuwe Griekse afdeling wordt getoond op de eerste
• De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het
De Griekse cultuur tot en met de 6de eeuw v.Chr. vormde een onderdeel van de oostelijke mediterrane wereld en heeft veel culturele invloeden van buiten geabsorbeerd. Kolonisatie en handelscontacten brengen Grieken in contact met omringende volkeren zoals Feniciërs, Assyriërs, Perzen en Egyptenaren. De invloed van deze volkeren is terug te vinden in de materiële cultuur van de Grieken. Van een ‘eigen’
73
Educatie In het onderwijs valt de nieuwe Griekse afdeling binnen het tijdvak Grieken en Romeinen. Kenmerkende aspecten van het betreffende tijdvak die terugkeren in de opstelling zijn:
en tweede verdieping van het museumgebouw. • Dit leidt tot een tweedeling in de presentatie, die inhoudelijk terug zal moeten komen. • In principe zijn de zalen los van elkaar te bezoeken en kennen ze een eigen verhaallijn. • Wie een chronologische volgorde wenst, begint op de tweede verdieping.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Vernieuwing vaste opstelling Grieken
Griekse kunst is weinig sprake, eerder van een eigen Griekse interpretatie. Vanaf de 5de eeuw v.Chr., met name na de Perzische Oorlogen, ontstaat een nieuw zelfbewustzijn; ‘het Griekse’ tegenover ‘het niet-Griekse’. De kunst uit de klassieke periode gaat als voorbeeld dienen voor vrijwel alle culturen die in contact raken met de Griekse wereld. De klassieke cultuur verspreidt zich in de hellenistische periode (3de-1ste eeuw v.Chr.) tot ver buiten de grenzen van Griekenland en wordt het voorbeeld voor vele latere culturen. De zaal op de tweede verdieping toont de Griekse prehistorie tot en met de archaïsche periode, in samenhang met de omringende culturen. Vijf thema’s vinden hier hun uitwerking: de prehistorische Cycladencultuur, Kreta en Mycene, Cyprus, Korinthe, de Griekse eilanden en Athene in de geometrische periode. Elk van deze collecties wordt gekoppeld aan een niet-Griekse cultuur, geïllustreerd door beeldmateriaal. Uitgangspunt is: Griekenland absorbeert.
denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. • De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. • De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde. • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. Vernieuwde vaste afdeling Etrusken en Romeinen De Griekse collectie verhuist, zoals hierboven geschetst, naar de huidige zalen voor tijdelijke tentoonstellingen. De grote omloop op de eerste verdieping zal de nieuwe ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen worden. Dat betekent een verplaatsing van de Etruskische opstelling. Omdat de Etruski-
t 20/05 Van Braamlezing • Voor de tweede maal hield de studievereniging B.I.L. van de opleiding Bestuurskunde hun dieslezing in de Tempelzaal. Bernard Wientjes (VNO/NCW) was de spreker s t 21/05 Lezingenavond: De eerste keizer • Vier experts vertelden hoe Gaius Octavius tot keizer Augustus werd uitgeroepen en het Romeinse keizerschap vorm gaf. De avond werd georganiseerd in samenwerking met de Universiteit Leiden, waaraan de sprekers verbonden zijn. Aan bod kwamen vragen als wat zich afspeelde toen Augustus zijn verhulde monarchie
sche en de Romeinse beschaving beiden in het huidige Italië tot ontwikkeling zijn gekomen en elkaar ingrijpend hebben beïnvloed, is het voor de hand om een nieuwe opstelling Romeinen en Etrusken te maken. Daarbij is gekozen voor een Galleria Etrusca, een lange wand met architectonisch een eigen identiteit tussen de Romeinse voorwerpen in. Deze Etruskengalerij kent een chronologisch-thematische lijn, die eindigt met de dodencultus. Dit einde (in de vorm van een opstelling van de Volterraanse askisten) sluit inhoudelijk aan op de grafnissen van de Romeinse afdeling.
De Romeinse opstelling zal een facelift ondergaan, maar niet compleet vernieuwd worden. Kleuren en grafisch werk worden gewijzigd en er wordt ruimte gemaakt voor de collectie gesneden stenen. Tussen de afdeling Romeinen en Nabije Oosten wordt een overgangszone gecreëerd waarbij het thema dood en begraven in de brede mediterane wereld en het Nabije Oosten centraal staat.
vestigde, wat 'keizerschap' nu eigenlijk inhoudt, hoe hij zijn macht vormgaf en legitimeerde door middel van een uitgekiend propaganda-offensief • Programma: • Dr. Frits Naerebout: Praestiti Augustus: de eerste keizer en zijn imago • Prof. dr. Luuk de Ligt: Octavianus/Augustus: de vestiging van het keizerschap • Dr. Paul Meyboom: De keizerlijke residentie van Augustus op de Palatijn • Dr. Miguel John Versluys: Augustus als hellenistische vorst. Dynastieke zelfpresentatie aan Euphraat en Tiber in vergelijkend perspectief s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
De belangrijkste doelstellingen zijn dat de vaste opstelling fysiek goed onderhouden blijft, het klimaat op de zalen en in de depots stabiel is en de veiligheidsmaatregelen gecertificeerd zijn. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd in het klimaat, onderhoud aan de vaste opstelling vond met regelmaat plaats en de beveiliging is up to date.
uitgelicht: Een jaar gesneden stenen
jaarverslagen was het mogelijk enkele vermissingen terug te vinden. Zo werden twee objecten getraceerd in een langdurige bruikleen aan het Allard Pierson Museum (sinds 1976). Na een wederzijdse controle werd deze bruikleen vernieuwd. Desondanks zijn er momenteel nog 20 vermissingen: acht antieke intaglio’s, één camee, drie rolzegels en acht 18de-eeuwse stenen door steensnijder J.C. Dorsch. Eind 2014 werd de registratie in MS Excel afgesloten en zijn de gegevens overgebracht naar conversietabellen. Volledige import in TMS, alsmede de ontsluiting van gegevens en foto’s op de website gebeurt in 2015. Door het aanstellen van een assistent-conservator beginnen de voorbereidingen voor de presentatie De schatkamer gesneden stenen (werktitel).
ri jk s mu se um van o ud he d e n
74
Inhoudelijk motief Het gevolg van de discussie over de plaatsbepaling van gesneden stenen was dat integraal verzamelde collecties uiteen werden gehaald. Daarnaast werden samenhangende opgravingscomplexen gescheiden, zoals gebeurde bij de RMO-opgravingen in Carthago (1822-1824) van kolonel J.E. Humbert en in Griekenland door Kolonel B.E.A. Rottiers (1824-1826). Dit lot trof negentiende-eeuwse verzamelingen zoals die van D.J.B. van Heeckeren van Brandenburg, het legaat Reuvens, de collecties van R.J. van Lennep, A.A. des Tombe, B.C. Keun en de Jhr. Prof. dr. J.P. Six: hun oudheden en documentatie werden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden, de bijbehorende munten en gesneden stenen in het Koninklijk Penningkabinet. Om een goed begrip van opgravingscomplexen en verzamelgeschiedenis te krijgen, hecht het RMO waarde aan de integrale benadering van verzamelingen. Uit de samenhang van objecten kan een beeld worden verkregen van een voorbije samenleving, van de motieven van een verzamelaar, of van de cultuurpolitiek van de overheid. De overdracht van de gemmen en cameeën naar het RMO is een eerste aanzet tot hereniging.
Binnen enkele weken na de overdracht werden vier topstukken, waaronder de grote camee en de terrine van Amalia van Solms, tentoongesteld. Er werd een vitrine ingericht met stenen uit de verzameling van Jacob de Wilde (1645-1721). De beoogde samenwerking met De Nederlandsche Bank kreeg vorm in bruiklenen van munten voor Petra, Gouden Middeleeuwen, 2000 jaar keizer Augustus en Carthago.
Fotografie Vanaf mei is begonnen met het fotograferen van de stenen en afdrukken, op een daarvoor aangeschafte opstelling voor macrofotografie. Hiermee kunnen de details eenvoudig vastgelegd worden. Er zijn 6.197 foto’s gemaakt. Aanvullend werden groepen van gesneden stenen uit de bestaande collectie gefotografeerd, circa 600 Klassieke en provinciaalRomeinse gemmen. De fotografie van circa 1.800 Egyptische scarabeeën volgt in 2015. Hierdoor worden de objecten uit de negentiende-eeuwse verzamelingen voor het eerst integraal benaderd. Uit de verzameling van Frederik Graaf de Thoms (1696-1746) stamt een camee met het portret van Livia, de echtgenote van Augustus. Haar portret is met oog voor detail gesneden uit een agaat. Dergelijke cameeën waren kostbare geschenken, misschien ter gelegenheid van een verjaardag of een andere feestelijke gebeurtenis. Projectsubsidie De verzameling gesneden stenen bestaat uit antieke gemmen en cameeën, rol-, stempel- en kleizegels, met daarnaast sets van gipsafdrukken en objecten uit latere perioden. Voor het goed integreren van deze deelcollectie in de museumverameling is een eenmalige incidentele subsidie door OCW verstrekt, waarmee de volgende doelen worden behaald: • Het verantwoord opbergen. • Het goed beschrijven, inclusief fotografie. • Het via de website en de database TMS toegankelijk maken. • Het voorbereiden van een tentoonstelling. • Registratie Tijdens de registratie van de stenen bleken de overgedragen gegevensbestanden hiaten te vertonen. Dit moest gecontroleerd en met behulp van publicaties en andere bronnen aangevuld worden. Van oude catalogi en kaartenbakken werd een concordantie samengesteld om probleemgevallen op te lossen. Door middel van systematische controle en een analyse van oude KPK-
t 22/05 NINO-lezing: Het hiërogliefenschrift van de Maya’s ontcijferd? • Door dr. Laura van Broekhoven, conservator Midden- en Zuid-Amerika bij het Rijksmuseum Volkenkunde en Hoofd Conservatoren van het Nationaal Museum van Wereldculturen. In 1952 ontcijferde Yuri Knorosov het Mayaschrift, pas tientallen jaren later wordt zijn ontcijfering algemeen geaccepteerd. Waarom dit zolang duurde werd in de lezing door Van Broekhoven beantwoord s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
In 2013 viel helaas het doek voor het GeldMuseum in Utrecht. De functie van het GeldMuseum werd overgenomen door De Nederlandsche Bank. Het was niet alleen geld dat zich in Utrecht bevond. In 1816 werd door Koning Willem I het Koninklijk Penningkabinet opgericht, één van de drie collecties van het voormalige GeldMuseum. Geheel in achttiende-eeuwse traditie werden in het Koninklijk Penningkabinet munten, penningen en gesneden stenen bewaard, portable antiquities die in ladenkastjes gerangschikt werden. Na de oprichting van het Rijksmuseum van Oudheden in 1818 ontstond al snel discussie tussen de directeuren van beide instellingen over de vraag waar antieke gesneden stenen nu thuis hoorden. Moest een Egyptische scarabee met ingegraveerde hiërogliefen naar Leiden of Den Haag? Het (onbevredigende) antwoord was: het ligt aan de steensoort. Toen de verzameling gesneden stenen werd losgemaakt van het GeldMuseum ontstond ruimte deze discussie opnieuw te voeren. De uitkomst was dat eind 2013 de circa 3500 gemmen en cameeën door het Ministerie van OCW zijn overgedragen aan het RMO. Enkele topstukken waren vanaf de nieuwjaarsreceptie op 14 januari op zaal te zien.
Publiek maken
De Nederlandsche Bank en het Rijksmuseum van Oudheden DNB en het RMO hebben afgesproken samen te werken op de volgende terreinen: Omgang met de 55.000 munten uit de oudheid. In het kader van mobiliteit en zichtbaarheid onderzoeken beide instanties welke presentaties (elders) mogelijk zijn. Omgang met de 58.000 penningen. De techniek en thematiek van de penningen sluiten soms aan bij de oudheid (receptiegeschiedenis) of de wereld van de numismatiek (techniek, makers). Omgang met de (Nederlandse) munten vanaf de Merovingische tijd t/m 1815.
75
Wanneer de voorstelling in de steen gegraveerd is, wordt over een intaglio gesproken. In een rode sardonyx zien we een sater, een volgeling van de wijngod Bacchus.
t 24/05 Tekenworkshop Goden en godinnen • In deze workshop lieten kinderen zich inspireren door de godenbeelden uit de collecties s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Gemmen en cameeën uit het voormalige Geldmuseum op zaal (vanaf 14/01)
Beide partijen willen in nauwe samenwerking de zichtbaarheid van onderdelen van de voormalige KPK-collectie gestalte geven. Een co-productie, passend in dit tijdsgewricht.
2.2 Collectiewaarde en objectkennis
Een separate onderzoeksnota, met onderzoeksagenda, volgt in 2015. Voorheen werden collectiebeleid en onderzoek in één beleidsnota besproken. Registratie
ri jk s mu se um van o ud he d e n
76
Conservator Raven zette het overleg voort over de herinrichting van de Egyptische afdeling in 2016 en schreef met Lara Weiss een notitie daarover. De voorbereidingen voor een tentoonstelling over Egyptische magie in het Musée de la civilisation (Québec) werden afgerond. Een tweede internationaal project betrof het uitzoeken van materiaal voor een expositie in het Museo Civico Archeologico in Bologna. Conservator Raven begeleidde vrijwilligers die zich bezig hielden met de inventarisatie van archieven, de toekomstige schenking van de collectie Demarée, de registratie van archiefdocumenten over objecten in TMS en documentatie van de verzameling zegels en scarabeeën. Hij richtte de kasten met opgravingsdozen opnieuw in. Conservator Egypte benoemd tot directeur Egyptisch Museum Turijn Het museum was trots op de benoeming van Christian Greco, conservator van de Egyptische afdeling, tot directeur van het Museo Egizio in Turijn, één van de meest toonaangevende musea ter wereld op het gebied van de Egyptische archeologie. Greco (1975) begon op 1 mei in Turijn. Hij was in dienst vanaf 2009, eerst als assistentconservator en sinds 2011 als conservator Egypte. Naast zijn museale werk was hij mede-veldleider van de archeologische opgraving van het RMO in Sakkara en werkte in Luxor als epigraaf bij het Oriental Institute of Chicago. Sinds 2012 doceerde hij tevens bij de faculteit der archeologie van de Universiteit Leiden. Op 1 oktober werd dr. Lara Weiss (1980) aangesteld als conservator van de Egyptische afdeling. Weiss zal een belangrijke bijdrage leveren aan de vernieuwing van de Egyptische afdeling in 2016. Zij werkt mee aan de ontwikkeling van reizende tentoonstellingen voor het buitenland en zal collega-conservator Raven ondersteunen bij zijn werk voor de opgraving. Weiss studeerde egyptologie in Berlijn en Leiden en promoveerde in 2012 in Göttingen.
Nederland Prehistorie Een aantal aanwinsten komt van de visserij op verschillende locaties in de Noordzee. De meeste stukken zijn de afgelopen drie decennia opgevist. Met deze schenkingen beheert het RMO één van de twee belangrijkste nationale Noordzeecollecties op dit terrein, die evenzeer van Europees belang is. Duidelijk is dat dit veel potentie biedt voor onderzoek en publiekspresentatie. Begin november werd de collectie van de heer G. Smits (amateurarcheoloog uit Oss) aangekocht. Hoewel het ander materiaal betreft (late prehistorie en inheems Romeins) kunnen de meer dan 2.000 vondsten zich qua compleetheid en documentatie meten met de in 2010 verworven verzameling Zuurdeeg. De verzameling Smits kent meer dan 1.000 fragmenten van glazen La Tène armbandjes (IJzertijdperiode), elk individueel gedocumenteerd en getekend. De collectie wordt in 2015 middels een studentenproject in samenwerking met de Leidse Faculteit der Archeologie uitgewerkt. Na gesprekken met de RCE en de Erfgoedinspectie is besloten de ‘steen van Linne’, met daarop de ‘oudste tekening van Nederland’, gevonden in 1997, en het daarbij behorende opgravingsmateriaal met terugwerkende kracht aan de collectie toe te voegen. De voorwerpen hadden ten onrechte nog geen inventarisnummer. Het stuk had indertijd volgens de op dat moment geldende regelgeving aan de verzameling toegevoegd moeten worden. Nederland Middeleeuwen Van al het vroegmiddeleeuwse glas werd de chemische samenstelling onderzocht door middel van XRF-metingen (door Luc Megens, RCE) om tot een aanscherping van de datering te komen. De conservator werkte gestaag verder aan het fysiek en digitaal toegankelijk maken van de Dorestadcollectie. Met uitzicht op het 200-jarig bestaan werd gewerkt aan archief- en materiaalonderzoek over conservator L.J.F. Janssen en zijn opgravingen van Dorestad (1840/1869). Collectieplan Eén keer in de vier jaar wordt het plan geactualiseerd, conform de ICN Handreiking. In het voorjaar van 2014 was de nieuwe versie gereed. Het plan, inclusief de planning voor het ontwikkelen van beleidsvoornemens, is nu operationeel.
t 31/05 Nacht van de Viool • Voor de derde keer werd de Nacht van de Viool georganiseerd met veertig optredens in de vaste opstelling. Gastheer Edmond Fokker van Crayestein speelde een driedubbelrol als presentator, interviewer en meesteramateursolist en introduceerde musici als de Duitse violist Daniel Röhn, Joan Berkhemer (tevens artistiek leider), Jeroen de Groot, Maria Milstein, Sjaan Oomen, Jeffrey Bruinsma, altviolisten Enico Magyar en Naomi Peters, de middeleeuwse groep
Doel is dat de museumcollectie geregistreerd, gedigitaliseerd en ontsloten is. 90% van voorwerpen moet vindbaar zijn in 10 minuten. De geringe afname werd veroorzaakt door het verwijderen van achtergebleven records van de collectie van de Provincie Zuid-Holland. Honderden objecten, vooral foutief geregistreerde Romeinse munten, werden aan een correcte afdeling toegewezen. De collectie gesneden stenen (ruim 3500 objecten) wordt in 2015 aan de RMO-database toegevoegd. Standplaats
de voorgeschreven tijd gevonden. Bijna 4.500 records werden voorzien van een digitale afbeelding, waardoor de visuele identificatie van de objecten verbeterd is. Erfgoedinspectie
Meer dan 3.500 objecten werden in depots gecontroleerd en in TMS werd een actuele standplaats geregistreerd. Het betreft provinciaal-Romeins glas, metaalobjecten uit het Nabije Oosten, munten uit Dorestad en vondsten uit het Jordaanse Deir Alla. Tijdens een steekproef van de Erfgoedinspectie werden alle geselecteerde objecten binnen
In oktober heeft de Erfgoedinspectie een inspectie uitgevoerd. Deze inspectie is onderdeel van de uitvoering van een meerjarig onderzoeksprogramma naar het beheer en behoud van de rijkscollectie.
Digitale registratiegraad Basisregistratie Objectrecords TMS Objectrecords met foto’s in TMS Foto's in TMS Via internet Vindbaar in 10 minuten
2011 2012 2013 2014 100% 100% 100% 100% 176.113 177.355 178.313 177.967 43.858 44.725 45.260 49.978 65.851 76.186 78.783 89.846 42.723 44.123 44.731 49.367 90% 92% 92% 92%
Onderverdeling objecten Egypte Nabije Oosten Klassieke wereld Oud Europa Nederland prehistorie Nederland Romeinen Nederland Middeleeuwen Opgravingsmateriaal - prehistorisch - Romeins - middeleeuws Replica's Receptie van de oudheid Overige (boeken, archief ) Totaal
2011 2012 2013 2014 23.877 23.897 24.025 24.063 18.274 18.283 18.295 18.328 13.636 13.598 13.621 14.190 7.481 7.514 7.562 7.581 8.157 8.233 8.290 8.317 16.835 16.843 17.399 16.848 12.986 12.856 13.030 12.222 74.322 75.247 75.151 75.426 ca.13.000 ca.13.000 ca.13.000 ca.13.000 ca.27.000 ca.27.000 ca.27.000 ca.27.000 ca.34.000 ca.35.000 ca.35.000 ca.35.000 488 494 498 502 55 388 440 488 2 2 2 2 176.113
177.355
178.313
177.967
Super Librum, het tangokwartet Rosa Rio en het Roemeense Giani Lincan Ensemble. De Nacht werd mede mogelijk gemaakt door Rabobank Leiden-Katwijk en het Cultuurfonds Leiden s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Egypte
Ze werkte aan de Radboud Universiteit Nijmegen, bij het Oriental Institute Museum in Chicago, het Ägyptisches Museum und Papyrussammlung in Berlijn en het Egypt Centre Museum in Swansea (Wales).
77 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Het RMO kan zich beroepen op een rijke traditie van wetenschappelijk onderzoek. Uitgangspunt is dat dit onderzoek collectiegerelateerd is. Bij het begrip collectiewaarde speelt het verbeteren van de documentatie een belangrijke rol. Vaak initieert het museum onderzoek op dit terrein, omdat er een reden voor is, bijvoorbeeld een expositie of een catalogus. Hiervoor worden regelmatig stagiaires ingezet. Daarnaast wordt promotieonderzoek gedaan en wordt regelmatig externe expertise gevraagd.
•
ja a rve rsla g 2 0 1 4
•
78 ri jk s mu se um van o ud he d e n
•
• •
Het doel is dat de collectie bruikbaar is voor museale doeleinden. Vanwege de beperkte bezetting (1,5 FTE op 178.000 records in de database) én het arbeidsintensieve karakter van de werkzaamheden is de doelstelling van twaalf restauraties en conserveringen per jaar bewust bescheiden. Het doel is gehaald. De samenstelling van het restauratieteam is gewijzigd. Tanja Novosselova is opgevolgd door Helbertijn Krudop. Zij is gespecialiseerd in organische materialen. De belangrijkste werkzaamheden waren: • Restauratie van Merovingisch glas voor Gouden Middeleeuwen. • Voor het mummiekistenproject werd met een extern ingehuurd team van Nederlandse en Amerikaanse restauratoren het grootste deel van de werkzaamheden afgerond. Hiermee zijn de meeste kisten en onderdelen weer dusdanig gestabiliseerd en/of gerestaureerd dat zij inzetbaar zijn voor presentaties en bruikleenverkeer. • Eind 2014 is begonnen met restauratiewerkzaamheden ten behoeve van een RMO-expositie in Bologna. • Er is begonnen met de restauratie van de Caninovazen. Zie volgende pagina.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
•
collectiebeleid. De uitvoering van het beleid vindt plaats in projectstructuren. Dat het RMO in voldoende mate de klimaat- en lichtbeheersing op orde heeft. In depotruimte die niet is geklimatiseerd, worden geen klimaatgevoelige voorwerpen bewaard. Dat de geautomatiseerde collectieregistratie op orde is. Delen van de collectie moeten nog worden geregistreerd (museale boeken en opgravingsmateriaal). Ook is vastgesteld dat geregistreerde dozen met opgravingsmateriaal voor een deel in bulk is geregistreerd. Hierbij ontbreken nadere gegevens over de omvang en de samenstelling van de dozen. Het RMO heeft aangegeven voor nadere uitwerking geen middelen beschikbaar te hebben. Dat het museum aangeeft in beperkte mate te beschikken over financiële en facilitaire middelen voor de uitvoering van het behoud en beheer van de collectie. Het museum schiet volgens de Erfgoedinspectie tekort in de beschikbaarheid van vastgestelde procedures voor de uitvoering van beheertaken. Tijdens de inspectie is door het RMO toegelicht dat, door een subsidiekorting, het museum het besluit heeft moeten nemen het contract van een collectiebeheerder niet te verlengen. Hierdoor kunnen geen procedures voor kwaliteitszorg worden geschreven, omdat de twee resterende collectiebeheerders hun handen meer dan vol hebben aan praktische werkaamheden. Dit heeft het RMO eveneens aangegeven in een herziening, op grond van de bezuinigingen, van zijn beleid 2013-2016, dat aan het ministerie van OCW is verstuurd. Dat de beveiliging en veiligheid van het museum op orde is. Het museum beschikt over actuele plannen en een analyse van de veiligheidsrisico’s voor de collectie en heeft maatregelen genomen om de risico’s te beheersen. Uitzondering hierop vormt het externe depot, waar de beveiligingssituatie ontoereikend is. Dat het door het RMO geschetste tekort op termijn aan depotruimte, zich op dit moment al manifesteert. Dat het RMO zich voldoende inspant om de collectie fysiek en digitaal zichtbaar te maken. Het museum geeft prioriteit aan het organiseren van tentoonstellingen en de dynamiek hiervan is groot. Tijdens de inspectie zijn meerdere signalen ontvangen dat dit tot grote werkdruk leidt bij het collectiebeheer, zo constateert de inspectie.
Objectrestauratie en conservering
Restauratie van mummiekisten In 2011 werd een vierjarig Memorandum of Understanding met de Vaticaanse Musea getekend. De doelstelling van het MoU is een gezamenlijke technische studie, restauratie van mummiekisten uit Bab el Gasus en het uitwisselen van onderzoeksresultaten. Het RMO beschikt, evenals de Vaticaanse Musea, over mummiekisten en grafgoederen, die in 1893 in een cachette in Egypte werden gevonden (Bab el Gasus). De kisten en grafgoederen zijn over zeventien musea verdeeld. Als deel van de samenwerking werd in 2013 door de Egyptische afdeling van de Vaticaanse Musea, het Louvre en het RMO de First Vatican Coffin Conference georganiseerd. De publicatie hiervan, waaraan voormalig conservator Greco begin 2014 heeft gewerkt, is gepland voor 2015. Door de benoeming van conservator Christian Greco tot directeur van het Museo Egizo in Turijn is vertraging opgelopen. Zo zijn de resultaten van het onderzoek en de restauratie nog niet gepresenteerd en is er nog geen verslaglegging. In 2014 is het project voorlopig afgerond. Wel worden de mogelijkheden onderzocht om, in samenwerking met het Vaticaan, Parijs, Turijn en Lissabon, met een Europese subsidie een vervolg op te zetten.
79 ri jk s mu se um van o ud he d e n
De erfgoedinspectie stelt vast:
• Dat het museum beschikt over een actueel
De restauratie van de mummiekisten is mede mogelijk gemaakt door de BankGiro Loterij en het TEFAF Museum Restoration Fund.
t 10/06 Lezing: Merovingisch Maastricht • Door Wim Dijkman, conservator Centre Céramique. Hij vertelde over de centrumfunctie van Maastricht in de Merovingische tijd, in het kader van de expositie Gouden Middeleeuwen s
t 14/06 Lezing: Berckepoort in Dordrecht • Lezing door Jeroen Nipius (Nederlandse Vereniging voor Vrijwilligers in de Archeologie) over het recente uitwerken van opgravinggegevens uit 1989 van de zestiende-eeuwse Berckepoort in Dordrecht s
uitgelicht: Restauratie- en onderzoekstraject: De Caninoconnectie
ri jk s mu se um van o ud he d e n
80
In 1839 kocht koning Willem I in Rotterdam 96 Griekse vazen van Lucien Bonaparte, Prins van Canino (1775-1840). Hij plaatste deze in het Rijksmuseum van Oudheden, dat hiermee in het bezit kwam van een verzameling Attisch aardewerk uit de bloeitijd van de klassieke periode (zesde/ vijfde eeuw v.Chr.). De eerste vazen waren in 1829 gevonden op het landgoed Cavalupo in de omgeving van de oude Etruskische stad Vulci. Deze vondst was het startpunt voor grootschalige opgravingen van de Etruskische necropool. Enkele jaren later bestond de collectie Canino uit meer dan 2000 vazen van uitzonderlijke kwaliteit. Aanvankelijk onderhandelde Bonaparte met het Vaticaan over verkoop van zijn verzameling. Deze gesprekken leidden niet tot het gewenste resultaat. Hierop verhuisde de verzameling naar Musignano, in Noord-Italië. Van hieruit werden belangstellende partijen benaderd. Het resultaat was de verspreiding over Europa van deze, in oorsprong samenhangende verzameling. De belangrijkste onderdelen van de Canino-collectie zijn te vinden in Londen, Parijs, Berlijn, München, St. Petersburg, Leiden en Den Haag (Meermanno). Wetenschappelijk symposium De verzameling is een sterk negentiende-eeuws voorbeeld van de overgangsperiode tussen het ongebreidelde antiquarisch verzamelen en de opkomst van nationale wetten, die het cultureel erfgoed beschermden. Om deze periode beter in kaart te brengen wordt in 2015 een internationaal symposium georganiseerd, gewijd aan Lucien Bonaparte en zijn collectie. Het doel van deze conferentie is het reconstrueren van de opgravingspraktijk, het restauratieproces en de Europese verspreiding van de Caninovazen. De combinatie van archiefmateriaal, technische analyse en historisch bronnenonderzoek kan nieuwe inzichten bieden naar de ontdekking van de Vulcigraven en de samenstelling van grafinhouden.
Het restauratieproject De vazen zijn in 2001 op conditie gecontroleerd. Daarbij zijn ze voorzien van een code, die hun conditie aangeeft: A (in goede conditie), B (redelijk), C (matig) en D (slecht). Een deel is naar aanleiding van deze controle gerestaureerd. De restauratiewerkzaamheden concentreerden zich toen op een selectie van belangrijke stukken. De tijd ontbrak om op grote schaal conservering en restauratie uit te voeren. Op basis van de toenmalige A t/m D indeling, is in 2014 een nieuwe selectie gemaakt van het te restaureren materiaal. Hierbij werden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
De Caninoverzameling
Historisch onderzoek naar Lucien Bonaparte kan gegevens opleveren over de familie Bonaparte en hun rol in de kunstwereld in de periode 1800-1850.
• Reflectie op het verleden, blik op de toekomst: welke
restauratiematerialen en -technieken zijn toegepast? Passen keuzes uit het verleden nog volgens moderne maatstaven? Overleg met collega’s draagt bij aan de besluitvorming op dit gebied. • Restauratie-ethiek: hoe ver gaat de behandeling? Volledig restaureren of zijn aanpassingen aan oude ingrepen voldoende? Vragen die met ethiek samenhangen worden intern en extern besproken, voordat daadwerkelijke restauratie plaatsvindt. • Er wordt gekeken naar 19de-eeuwse restauraties en overschilderingen: verwijderen (want niet authentiek) of behouden (want onderdeel van de geschiedenis)? • Documentatie: het streven is de restauratierapporten te koppelen aan de database TMS.
81 ri jk s mu se um van o ud he d e n
De aanstaande herinrichting van de afdeling Klassieke wereld maakt het mogelijk een belangrijke deelcollectie integraal te bestuderen en te restaureren. De ontmanteling van de oude opstelling geeft de kans de collectie op conditie te controleren, te conserveren en te restaureren. Het betreft hier de verzameling Canino, aangekocht van Lucien Bonaparte, een jongere broer van Napoleon.
Restauratiegeschiedenis Het Griekse aardewerk heeft al meerdere keren conservering en/of restauratie ondergaan. Dit stelt het museum in staat een analyse te maken van eerdere restauratietechnieken, waarbij drie perioden van belang zijn: • 19de -eeuws: aandacht voor de oude restauraties van de Caninovazen. • 20ste -eeuws (voor 1940): onderzoek naar materialen, technieken en ethische benadering van restauraties. • 20ste -eeuws (na 1945): onderzoek naar materialen, technieken en ethische benadering van restauraties.
t 15/06 Weltklassik am Klavier • In de zesde aflevering speelde de Oekraiense pianist Mikhail Dantschenko werken van Beethoven en Schumann s
t 19/06 Concert Locatelli • Ter nagedachtenis van de 250e sterfdag van de Italiaanse barokcomponist Pietro Locatelli werd een concert opgevoerd in de Tempelzaal, in samenwerking met het Italiaans Instituut in Amsterdam s t 21/06 Lezing: Augustus in de opera • In het kader van het Augustusjaar gaf Hein van Eekert, verbonden aan de Stichting Vrienden van het Gymnasium, een lezing over keizer Augustus op het operapodium s
Het gestelde doel (300 nieuwe records per jaar door aanwinsten en verfijning) werd bereikt. Samen met het inventariseren van 59 aanwinsten werden 1.283 records toegevoegd. De belangrijkste retrospectief toegevoegde groepen waren de opgravingsvondsten van 1997 uit Linne en meer dan 600 scherven en munten uit Dorestad. Er werden 1.816 records verwijderd: 200 dubbele of foutieve records en 1.600 restanten van Zuid-Hollandse vondsten. De digitale gegevens en foto’s werden aan de beheerder van de provinciale collectie overgedragen. De kwaliteit van de gegevens werd verbeterd
door een controle van circa 1.400 Egyptische opgravingsvondsten uit Shokan (1962-1964). Stagiaires hebben deze dozen opnieuw ingericht, afmetingen gecontroleerd en alle objecten gefotografeerd.
uitgelicht: Drie Egyptische aanwinsten
Aanwinsten
Zitbeeld van Ninetjer
Een shabti van koning Taharka
2011 2012 2013 2014 Objecten 2214 148 79 59 Opgravingsmateriaal 0 313 0 85 dozen dozen
Uit een oude Nederlandse verzameling kocht het museum een beeldje van een zittende farao (h. 13.5 cm). Het beeldje toont de koning met jubileumgewaad en de kroon van Opper-Egypte. In zijn handen houdt de farao de kromstaf en de gesel als symbolen van zijn koningschap vast. Tot dusver niets bijzonders. Maar op de zijkanten van de troon staat aan weerskanten de naam van de afgebeelde persoon: ‘de koning van Opper- en Neder-Egypte, beschermd door de Twee Godinnen, Ninetjer’. Daarmee is dit beeldje de oudst bekende figuur ter wereld van een met naam bekende koning: Ninetjer was de derde koning van de 2de dynastie en regeerde van omstreeks 2785 tot 2742 v.Chr. Het beeldje heeft kenmerken die passen in deze periode en is vermoedelijk in of kort na de regeringstijd van deze vorst gemaakt. Deze aanwinst is een halve eeuw in privébezit geweest, waardoor bijna niemand het kende.
Op de Brusselse kunstbeurs BRAFA werd in januari een shabti (een mummievormig grafbeeldje) van farao Taharka aangeboden. Taharka (690-664 v.Chr.) was de vierde en belangrijkste van het geslacht van de ‘zwarte farao’s’. Dit waren Soedanese koningen die heersten over Nubië en rond 712 v.Chr. onder koning Piye het buurland Egypte veroverden. Na eeuwen van koloniale overheersing door de Egyptenaren had Nubië zich aangepast aan de faraonische cultuur. Volgens de Soedanezen was hun onderwerping van Egypte geen wraakneming, maar een herstel van de orthodoxe levenswijze in het door anarchie en Libische invallen verscheurde Egypte, waarvan zij zich de legitieme erfgenamen voelden. De farao’s werden in Egypte geaccepteerd en geteld als de 25ste dynastie.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Aanwinsten Egypte F 2014/3.1 F 2014/3.2 F 2014/6.1
shabti van Taharka, 690-664 v.Chr. • aankoop kunsthandel J. Bagot, Barcelona fragment van naos met Chnoem, Late Periode, dertigste dynastie, 380-343 v.Chr. aankoop Galerie Harmakhis, Brussel zitbeeld van Ninetjer, Archaïsche Periode, tweede dynastie, ca. 2810-2767 v.Chr. aankoop P. Boele van Hensbroek
Aanwinsten Nabije Oosten B 2014/5.1
baksteen met inscriptie uit Iran, 1500-1000 v.Chr. • schenking dhr. E. van Veen
Aanwinsten Oud-Europa R 2014/4.1-3
drie gipsreplica’s uit Frankrijk, vervaardigd in 1958 • overdracht Stedelijk Museum Schiedam
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Verfijning TMS
Aanwinsten Nederland Prehistorie h 2014/3.1 vuurstenen bijl uit Oud-Poelgeest, 4500-2500 v.Chr. • schenking A.E. Hoogstraten U 2014/4.1-8 acht vuurstenen en gewei-artefacten uit de Noordzee, 8000-4000 v.Chr. • schenking T. Lambrechts i 2014/9.1 menselijk onderkaak uit Burgh-Haamstede, 7000 v.Chr. • schenking M. Vingerling k 2014/10. verzameling G. Smits uit de omgeving van Oss (diverse tijden) aankoop D. Smits. Omvang wordt in 2015 geïnventariseerd. i 2014/11.1-14 veertien vuurstenen artefacten uit Cadzand, 8000-4000 v.Chr. • schenking O. de Graaf en M. Niekus U 2014/12.1-16 zestien fossielen en geweiartefacten uit de Noordzee, 8000-4000 v.Chr. • schenking Eurocape BV Aanwinsten Nederland Romeins h 1991/9. 85 dozen opgravingsmateriaal (menselijke resten) uit Valkenburg (ZH) overdracht Groninger Instituut voor Archeologie Aanwinsten Nederland Middeleeuwen h 2014/2.1 h 2014/10.1
mes met een versierd handvat uit Rotterdam, ca. 1500 • schenking Y. Baven Middeleeuwse riem met beslag uit Dordrecht • aankoop D.A.J. Dijs
Aanwinsten Receptie van de oudheid Z 2014/1.1-3 drie postzegels met Duitse oudheden, 1970 • aankoop Postbeeld BV Z 2014/2.1-5 vijf pentekeningen t.b.v. tentoonstelling Couperus en de oudheid (2013) • aankoop kunstenaar E. Pesapane Z 2014/5.1 triptiek De nieuwsgierigheid van de mens (Canope), 1995 • schenking kunstenaar P. Admiraal Z 2014/6.1 postzegel over Karel de Grote, Vaticaan 2014 • schenking A. Willemsen Aanwinsten: 59 objecten en 85 dozen
83 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ri jk s mu se um van o ud he d e n
82
ri jk s mu se um van o ud he d e n
84
Verdeling van de shabti’s De hoeveelheid shabti’s was zo omvangrijk dat de opgravers permissie kregen na afloop van de campagne (rond 1924) het merendeel van deze vondst mee te nemen naar Boston. Wel werden voldoende exemplaren achtergelaten voor de Soedanese oudheidkundige dienst, die deze later weer aan bevriende musea of particulieren schonk. Zo belandden een twintigtal shabti’s van Taharka en andere in Nuri begraven koningen in handen van een zekere Mustafa Abdallah Babeker te Khartum, die ze in de periode 1930-1940 verkocht aan een Spaanse verzamelaar, Cervera Bea. Diens nazaten begonnen exemplaren te verkopen vanaf 2003. Eén daarvan werd op de Brusselse kunstbeurs BRAFA aangeboden en verworven. Dit exemplaar is gemaakt van bruin kwartsiet en is 35 cm hoog. Een aantrekkelijke aankoop, omdat de verzameling arm is aan koningsbeelden en weinig representatieve stukken bezit uit de periode van de zwarte farao’s. Veel musea met Egyptische verzamelingen leggen tegenwoordig sterke nadruk op hun voorwerpen uit de Soedan. Het RMO overweegt bij de herinrichting (2016) eveneens een aparte sectie in te richten. Fragment van een naos met de scheppergod Chnoem Het fragment (h32, b35, d20 cm) is afkomstig van de buitenwand van een granieten schrijn of naos, zoals die in het allerheiligste van de belangrijkste Egyptische tempels stonden. Zo´n schrijn was gemaakt van één stuk uitgeholde steen om een veilige behuizing voor het godenbeeld te vormen. Slechts enkele schrijnen zijn intact gebleven; vaker zijn ze ten prooi gevallen aan vandalisme, bijvoorbeeld door christenen of moslims die zich ergerden aan de heidense afbeeldingen. Deze schrijn heeft een voorstelling gehad van diverse reeksen goden en demonen. Samen vormden zij een cordon rond het in de schrijn opgestelde beeld van de plaatselijke hoofdgod, die optimaal beschermd moest worden tegen de bedreigingen door de
Het scheppen van de wereld Chnoem is één van de oudste goden van het Egyptische pantheon. Hij was verbonden met de regio van de eerste stroomversnelling (cataract) in de Nijl bij de stad Aswan, waar op het eiland Elefantine nog resten van zijn imposante tempel liggen. Ook elders in Egypte waren heiligdommen voor deze god. Zijn ramsgedaante wijst op zijn oorsprong als vruchtbaarheidsgod. In Aswan werd die rol verbonden met het levenwekkende Nijlwater van de overstroming. Zo gold Chnoem als de schepper van al het leven. Hij zou de kosmos geschapen hebben als een pottenbakker aan de draaischijf. Klei geldt in veel culturen als een oermateriaal waaruit de goden levende beelden scheppen. Opvallend is de keuze van het motief. Chnoem wordt vaak voorgesteld terwijl hij aan de draaischijf zit, waarop hij een mensfiguur maakt (meestal een afbeelding van de nieuwe farao) of twee figuren (waarbij de tweede figuur de levenskracht of ka voorstelt die een mens altijd begeleidt). Zeldzamer zijn afbeeldingen zoals op dit fragment, waar hij een kleimassa hanteert. Misschien mogen we hierin wel de ongedifferentieerde massa zien waaruit hij de kosmos gaat scheppen. Er zijn geen museale objecten bekend met de voorstelling van de god Chnoem zittend voor een draaischijf met een nog ongevormde homp klei. Wel zijn parallellen bekend uit de reliëfs van de tempel van Luxor en de tempel van Esna. Een tweede dimensie Er is nog een andere dimensie. In sommige tempels komt een soort geheimschrift voor, waarbij reeksen van godenfiguren de plaats innemen van gangbare hiërogliefen. In 2007 is bij een brand in de tempel van Luxor een inscriptie van deze aard aan het licht gekomen. Het betreft een bouwinscriptie van farao Ramses II (1290-1224 v.Chr.) waarin dezelfde volgorde van een godin met stierenkop, een zittende Chnoem aan de draaischijf en een stokdragende figuur te zien is als op het naosfragment. Deze tekst is te lezen als: ‘... meesteres van het bouwen, geconstrueerd ...’. De godenreeks op het fragment vormt dus tegelijk een identieke bouwinscriptie. Stilistisch passen dergelijke schrijnen in de tijd van het laatste inheemse koningsgeslacht, de 30e Dynastie (380-343 v.Chr.). Een tijd waarin de farao’s teruggrepen op motieven uit het roemruchte verleden om te verkondigen dat Egypte zou zegevieren in conflicten met buitenlandse bedreigingen in die tijd. Het zal één van deze farao’s (mogelijk Nectanebo I of II) zijn geweest, die deze schrijn heeft laten maken, kort voordat een inval van de Perzen opnieuw een einde maakte aan de zelfstandigheid van Egypte.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Taharka was een groot bouwmeester, die constructies naliet in Memphis, Karnak en Medinet Habu in Egypte, en in Napata, Kawa en Qasr Ibrim in Nubië. Van hem zijn koningsportretten bekend in de vorm van monumentale beelden en sfinxen. Op kleiner formaat hebben we een enorme serie shabti’s uit zijn grafmonument. De koningen van dit geslacht dweepten met de grootsheid van het verleden en bouwden hun graven daarom weer in de vorm van piramiden. De koningspiramide van Taharka ligt bij Nuri, een dorpje in de omgeving van de tafelberg Gebel Barkal in de toenmalige hoofdstad Napata, diep in de Soedan. Hier is vanaf 1916 opgegraven door de Amerikaanse archeoloog George Andrew Reisner van Harvard University en het Museum of Fine Arts te Boston. De sarcofaag van Taharka was in een eerdere eeuw door grafrovers meegenomen, maar Reisner vond meer dan 2.000 voorwerpen en fragmenten van de oorspronkelijke bijgaven. De meeste informatie over de identiteit van de eigenaar van de piramide gaven twee albasten canopen voor de gebalsemde ingewanden en een enorm aantal stenen shabti’s, beschreven met de naam van Taharka. Reisner vond ruim duizend van deze mummievormige beeldjes.
onreine buitenwereld. Centraal op het fragment staat een zeldzame afbeelding van de scheppergod Chnoem. Deze is afgebeeld met een ramskop; de abrupte overgang tussen mensenlichaam en dierenkop wordt verzacht door de zware godenpruik die over de schouders afhangt. Daarvoor staat een eenvoudige draaischijf (in bovenaanzicht afgebeeld), waarop een kleicilinder is geplaatst. De god drijft de schijf aan met zijn voeten en gebruikt beide handen voor het vormen van de klei.
85 Belang van de aankoop Het RMO bereidt een herinrichting voor van de afdeling Egypte (2016). Daarbij kunnen aansprekende aanwinsten helpen accenten te verleggen. Het thema ‘egyptische religie’ wordt zeker uitgelicht, omdat deze te beschouwen is als het fundament van de faraonische cultuur. Het schrijnfragment wordt een belangrijke blikvanger in deze opstelling, omdat het belangrijke aspecten van dit thema belichaamt (oorsprong van de wereld, goden met dierenkop, locale versus nationale goden, tempelcultus). Daarnaast heeft het fragment de stilistische kwaliteit om uit te groeien tot een icoon van de verzameling. Het motief ‘de oorsprong van de wereld’ is uiterst toepasselijk voor het kenmerken van de faraonische collectie als geheel. Juist de fragmentarische conditie van dit object, waarbij de centrale godenfiguur als door een wonder gespaard is, verleent het de mystieke uitstraling van een ‘venster op het verleden’. Tot slot is het motief van het ‘bouwen’ en ‘vormen’ een toepasselijk symbool voor de enorme creativiteit van deze verdwenen beschaving. Het museum bezit weliswaar een complete naos uit de latere periode van de Egyptische geschiedenis. Deze is van gespikkeld rood graniet en daarmee is het lastig de afbeeldingen te zien en te oordelen over de kwaliteit van de reliëfs. Verder bezit het RMO nauwelijks beeldhouwwerk uit de genoemde periode, en op het gebied van reliëfs niets van deze kwaliteit. Als zodanig vult het object een lacune.
Herkomst Het fragment werd aangeboden door kunsthandel Harmakhis uit Brussel. In 2010 is het stuk in Londen tentoongesteld door de toenmalige eigenaar, kunsthandelaar Rupert Wace. Volgens hem was het in 1966 verworven van kunsthandel Khawam Brothers voor een privéverzameling in Zwitserland. De gebroeders hadden van 1860 tot 1977 een kunsthandel in Cairo, daarna in Parijs. Zij bezaten een officiële vergunning van de Oudheidkundige Dienst in Egypte voor het verkopen van oudheden. Kunsthandel Harmakhis kon een rekening overleggen, gedateerd 17 juli 1960, betreffende de aankoop door Khawam van drie granieten fragmenten, waaronder een met de god Chnoem, van B&N Tawa te Alexandrië. Op een ander document, gedateerd 10 februari 2014, verklaart Roger Khawam dat het fragment uit de regio van Tell ed-Dab’a in de oostelijke Nijldelta komt. Het museum heeft het stuk voor € 120.000 weten te verwerven, in gelijke delen gefinancierd door het Mondriaan Fonds, de Bankgiro Loterij en het museum. Het RMO zet voor de fondswerving richting het 200-jarig bestaan in 2018 in op het verzamelen van middelen voor één iconische (miljoenen-)aankoop. Daarvoor is een aankoopreserve van minimaal een half miljoen euro het streven. Dat laat niet onverlet dat unieke objecten, zoals dit Chnoemreliëf, die eerder op het pad komen, wel verworven worden.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Duizend shabti’s van Taharka
ri jk s mu se um van o ud he d e n
86
Online zichtbaarheid Bijna de helft van de objecten in de database heeft een digitale foto. Deze records zijn op de website geplaatst. Gebruikers krijgen de belangrijkste gegevens te zien en kunnen de fotobestanden downloaden. Door registratieprojecten komen constant records beschikbaar. Doel 50.000 in 2016
2011 2012 2013 2014 42.723 44.123 44.731 49.367
De gegevens en foto's zijn zichtbaar op Dimcon, Europeana en Het geheugen van Nederland. Met behulp van Collection Connection worden de betreffende indexen ieder weekend ververst.
Fotografie en digitalisering Analoge foto’s Het museum beheert een uitgebreide verzameling van analoge en digitale afbeeldingen. De vroege foto’s van archeologische monumenten zijn voor de Nederlandse archeologie van waarde. De eerste camera werd aangeschaft in 1890. Sindsdien zijn de fotografen betrokken geweest bij het vereeuwigen van de museumcollectie, bij opgravingen, tentoonstellingen en veranderingen aan gebouwen. Deze foto’s blijven belangrijk voor het begrijpen en illustreren van de museumgeschiedenis.
De afgelopen tien jaar is de rol van de fotografie sterk toegenomen. Behalve de fotografen maken andere medewerkers bruikbare opnames van objecten en gebeurtenissen. Er zijn circa 5.500 conditiefoto's gemaakt van objecten voor reizende tentoonstellingen en daarnaast nog 15.000 voor overige bruiklenen. De meeste van deze afbeeldingen kunnen aan modules in TMS gekoppeld worden. Bij de restauratoren zijn minstens 10.000 digitale restauratiefoto’s beschikbaar.
Daarnaast bevat het archief verschillende verzamelingen van externe foto’s, van Egyptische en klassieke monumenten tot afdrukken die voor fototentoonstellingen gemaakt zijn. Vele vroege foto’s (afdrukken op papier en karton, albums) zijn verspreid in het archief. De exacte omvang is lastig te schatten. In ieder geval gaat het om minstens 10.000 afbeeldingen. De rest van de analoge beelddragers (glasnegatieven, zwartwitnegatieven en dia’s) worden bewaard in een apart depot. Circa 2.600 glasnegatieven (van de 8.000) met Nederlandse opgravingsfoto's werden in 2000 gedigitaliseerd ten behoeve van de tentoonstelling Dubbelfocus. De rest betreft oude objectfoto's (gepubliceerd in OMROL). Samen met 45.000 zwart-witnegatieven hebben deze vooral documentatiewaarde. Hierbij horen de circa 10.000 afbeeldingen van gerestaureerde objecten, gemaakt in het RMO en door verschillende externe restauratieateliers. 22.000 zwart-witnegatieven en 2.000 4x5'' diapositieven werden in 2002 door een extern bedrijf gescand voor het project Het Geheugen van Nederland. Van de 35.000 kleinbeelddia’s zijn er 7.000 gedigitaliseerd en in TMS opgenomen (opgravingsfoto's Sakkara 1981-2007, dia's Pierre Janssen). De Universiteit Leiden digitaliseert in 2015 circa 3.000 opgravingsfoto's van de voormalige opgraving op Tell Sabi Abyad (Noord-Syrië). Ofschoon oude foto's incidenteel door de fotografen gescand worden (voor interne en externe opdrachten), is dit geen prioriteit voor volledige digitalisering. Het streven blijft een projectmatige aanpak. Digitale foto’s Van de ruim 100.000 objecten in TMS (exclusief 75.000 records opgravingsmateriaal) hebben bijna 50.000 ten minste
t 22/06 Middeleeuwse muntenmiddag • Experts bekeken en vertelden over door bezoekers meegebrachte munten, en hielden een gallery talk over bijzondere munten in de tentoonstelling Gouden Middeleeuwen: • Drs. Paul Beliën (Conservator De Nederlandsche Bank) vertelde over gouden medaillons uit Velp • Dr. Wybrand Op den Velde (muntexpert) gaf uitleg over zilveren sceatta’s • Drs. Arent Pol (oud-conservator Geldmuseum, Universiteit Leiden) vertelde over gouden tremisses • Kees Leenheer en Johan Koning (amateurarcheologen) spraken over hun vondst van de zilverschat van Cothen s
Onderstaand een beeld van de toename van fotobestanden in 2014 Door fotografen: Interne en externe opdrachten 3.000 Gesneden stenen project 6.900 Munten 6.000 Door collectiebeheerders: Conditiefoto’s voor bruiklenen 6.500 Shokan project 3.200 Door restauratoren: Restauratiefoto’s 1.500 Door overige medewerkers: Gebeurtenissen 3.000 Totaal 30.100 Naar verwachting is de toename van foto’s in 2015 nog hoger. Niet het digitaliseren van analoge foto’s, maar het wegwerken van achterstanden in het beheren en ontsluiten van de digitale foto’s heeft in de komende jaren structureel meer aandacht nodig.
Samengevat Niet gedigitaliseerd analoge foto’s objecten
Wel gedigitaliseerd, Wel in TMS op server, niet in TMS
Totaal
23.000 z/w negatieven 500 gescand 24.000 gescand 57.500 10.000 restauratie
digitale foto’s objecten N.v.t. analoge opgravingsfoto’s 5.400 glasnegatieven 25.000 kleinbeelddia's
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Ongeveer 4% van de collectie is permanent in de vaste opstelling te zien. Het doel is dat dit percentage gelijk blijft en dat in tentoonstellingen deelcollecties uit het depot worden getoond. Dat gebeurde bij Gouden Middeleeuwen, bij Bij nader inzien en deels bij Carthago. Voor de hand liggende blockbusteronderwerpen liggen niet in de depots. Daarom is het museum afhankelijk van buitenlandse bruiklenen als middel om hogere bezoekersaantallen te genereren. Dat brengt een financieel risico met zich mee. De exposities over Petra en Carthago zijn daar treffende voorbeelden van. Hier schuilt een tegenstelling; het vergroten van de zichtbaarheid door meer uit het depot te laten zien leidt tot minder bezoekers. Exposities die voor het leeuwendeel uit buitenlandse bruiklenen bestaan leiden tot meer bezoekers. Naast de zichtbaarheid binnen de museummuren is er de zichtbaarheid in het land, in analoge publicaties en in de digitale wereld.
één digitale foto. Vrijwel al deze objecten zijn zichtbaar op de website. Eén objectrecord kan meerdere afbeeldingen hebben, maar er zijn ook groepsfoto’s, die aan meerdere objecten gekoppeld zijn. Er zijn bijna 90.000 digitale foto’s opgenomen in verschillende modules van TMS inclusief conditiefoto’s en opgravingsfoto’s.
10.000 bij fotografen 20.500 conditiefoto's 10.000 restauratie 6.900 gesneden stenen
54.000
101.400
2.600 glasnegatieven 3.000 Tell Sabi Abyad
6.144 Sakkara 350 Nehalennia
42.494
digitale opgravingsfoto’s N.v.t. 20.000 Sakkara 2.569 Tell Damiyah 24.084 1.515 Tell Damiyah Overige analoge foto’s 2.500 Egypte 1.000 t.b.v. publicaties 919 dia’s Pierre Janssen 11.919 4.000 Klassiek 2.000 Nederland 1.500 privéarchieven Overige digitale foto’s N.v.t. 7.500 van gebeurtenis 2.000 van personen en 24.500 15.000 t.b.v. publicaties gebeurtenissen Totaal 73.400 98.515 89.982 261.897
t 27/06 Twaalf Provinciën Lezingen: Groningen • De twaalfde en laatste aflevering uit deze lezingenreeks had Groningen als thema. Experts spraken over uiteenlopende archeologische onderwerpen uit hun provincie. Programma: • Ruurd Halbertsma, (RMO): Het Rijksmuseum van Oudheden in Groningen • Annet Nieuwhof (freelance onderzoeker): Ezinge, de eerste 800 jaar • Gert Kortekaas (gemeentelijk archeoloog Groningen): Ab urbe condita? De ontwikkeling van het vroegmiddeleeuwse dorp Groningen rond 1040 • Alexander Zagkotsis (student Universiteit Groningen): Archeologisch onderzoek in Garsthuizen, uitgevoerd op verzoek van de dorpsbewoners zelf s
87 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
2.3 Objectzichtbaarheid, impact en reputatie
1.285 objecten werden uitgeleend aan binnen- en buitenlandse musea. Het ‘Jaar van Karel de Grote’ werd in Aken gevierd met de fibula van Dorestad als één van de beeldbepalende objecten. Een topstuk uit het voormalige Geldmuseum, de gouden terrine van Amalia van Solms, werd uitgeleend aan het Haags Historisch Museum. Een andere recente aanwinst, het naosfragment met de afbeelding van de god Chnoem, werd in bruikleen aangevraagd door het Römer- und Pelizaeus-Museum in Hildesheim. Het was daar eerder voor het publiek te zien dan in Leiden. Honderden objecten en dozen met opgravingsmateriaal werden uitgeleend voor onderzoeksdoeleinden.
Voor de tentoonstellingen werden met ruim 1.400 objecten vier keer zoveel inkomende bruiklenen gebruikt als in 2013. De Bibliotheque Nationale de France (Parijs) gaf bij hoge uitzondering objecten uit het graf van Childeric in bruikleen voor Gouden Middeleeuwen. Vele musea, instellingen en particulieren hebben voorwerpen beschikbaar gesteld voor Bij nader inzien en IJstijd. Exclusieve bruiklenen uit Tunesië vormden de kern van de expositie Carthago.
In 2014 waren circa 50 contracten toe aan verlenging voor een langdruig bruikleen, weer voor een periode van 5 jaar. Een aantal voorwerpen werd teruggebracht, bijvoorbeeld door het Limburgs Museum, dat na het vernieuwen van de permanente expositie 278 ongebruikte objecten heeft geretourneerd
Overzicht Doel 2011 2012 2013 2014 Kortlopende bruiklenen 19 26 21 37 Objecten 300 675 984 596 1.285 Langdurige bruiklenen 58 62 66 65 Objecten 1.700 1.588 1.731 1.739 1.589 Inkomende bruiklenen 35 40 39 80 Objecten 250 528 286 361 1.407 Voor een overzicht van het bruikleenverkeer zie Bijlage I, II en III.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
88
uitgelicht: Bruikleen: De zilveren schaal van Oegstgeest Op 4 juni 2013 werd op een opgraving in Oegstgeest van de Universiteit Leiden een metalen voorwerp gevonden, dat in stukken was gebroken. Een gouden schijf, die erbij werd aangetroffen, maakte duidelijk dat het een bijzonder voorwerp was. Een deel van het object zat in zijn oorspronkelijke positie in de grond. Dit deel is gelicht en afgevoerd naar het restauratieatelier Restaura in Haelen, Limburg. Daar bleek het na restauratie om een rijk versierde metalen schaal te gaan. De vondst werd niet eerder bekend gemaakt om de opgravingen, die doorliepen tot juni 2014, in alle rust af te ronden.
overgedragen aan het museum. De vondst was te zien in Gouden Middeleeuwen en is thans geïntegreerd in de vaste presentatie Archeologie van Nederland. De schaal blijft eigendom van de provincie Zuid-Holland. In deze tekst is gebruik gemaakt van een artikel dat de opgraver van de schaal, Jasper de Bruin, Universiteit Leiden, schreef voor het magazine van de vriendenvereniging. © foto’s Universiteit Leiden
Opvallende elementen De schaal is een samengesteld object. Het is vermoedelijk een antiek stuk, daterend uit de Laat-Romeinse tijd. De iconografie van de afbeeldingen lijkt te wijzen op een oostelijke oorsprong, Oost-Europa of het oostelijke Middellandse Zeegebied. Op een zeker moment is de centrale schijf op de bodem van de schaal vastgezet. De schijf kan onderdeel zijn geweest van een mantelspeld. Dit is echter niet noodzakelijk. Vorm en decoratie wijzen op een relatie met het Duitse Rijnland, met een datering in de late zesde en eerste helft van de zevende eeuw. De beslagplaten zijn eveneens later aan de schaal toegevoegd en wijzen stilistisch op het Rijnland als inspiratiebron. De ophangringen, die aan de beslagplaten zijn bevestigd, doen denken aan een hanging bowl (hangkom), zoals die bekend zijn uit voornamelijk Engelse en Scandinavische, vroegmiddeleeuwse contexten. Duidelijk is dat de onderdelen van de schaal gebaseerd zijn op voorbeelden uit verre windstreken of dat onderdelen hieruit afkomstig zijn. De schaal symboliseert hiermee de uitwisselingswereld van de Laat-Romeinse tijd en de Vroege Middeleeuwen, waarbij objecten en ideeën over grote afstanden reisden. Depositie en context Duidelijk is dat de schaal niet ingegraven is geweest maar ‘gewoon’ in de oeverafzetting van een kreekje lag. De schaal is ondersteboven in de grond aangetroffen Aangezien de schaal vrij groot is en het een kostbaar object betreft, is verlies uitgesloten. De beschadigingen van de schaal, met name de doorboring in de bodem, alsmede de vondstcontext, lijken te wijzen op een bewuste depositie in of aan de rand van een kreekje. Het deponeren van kostbaar metalen vaatwerk in een kreekje is ongebruikelijk in de Vroege Middeleeuwen; metalen vaatwerk wordt over het algemeen in graven aangetroffen. De schaal is in de Vroege Middeleeuwen een kostbaar stuk geweest. Op 1 juli 2014 is de schaal in langdurig bruikleen
t 02/07 Lezing: Angelsaksische graven • Bij het Second Dorestad Congress: the early medieval Netherlands in an international framework gaf Gareth Williams, conservator British Museum, de keynote publiekslezing: I wouldn’t be seen dead in that: Sutton Hoo and other Anglo-Saxon ‘royal’ burials s
t 05/07 – 31/08 Goudkoorts: Activiteiten voor kinderen in de zomervakantie • In dit zomerprogramma leerden kinderen over verschillende onderwerpen uit de Vroege Middeleeuwen. Kinderen begonnen met een speurkaart, waarmee zij op zoek gingen naar het goud in de tentoonstelling Gouden Middeleeuwen. Vervolgens speelden zij het levensgrote Merovingisch ganzenbord, met daarin weetjes over het dagelijks leven in het Nederland van toen. Ze maakten hun eigen Merovingische sieraad, schreven hun naam in middeleeuwse letters en versierden dit met een vlechtpatroon. Tot slot poseerden de kinderen voor de foto als de koning der Franken Clovis s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Inkomende bruiklenen
89 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Uitgaande bruiklenen
Tentoonstellingen in overige musea in Nederland 2013: Historisch Museum Ede, Thermenmuseum Heerlen, Centre Céramique Maastricht 2014: Museum Oud Lunteren, Het Domein Sittard Twee RMO-tentoonstellingen waren op drie locaties in Nederland te zien. Collectiemobiliteit en zichtbaarheid waren de uitgangspunten, eerder dan dat deze tentoonstellingen , in tegenstelling tot de buitenlandse exposities, een inkomstenbron vormden. Bij de kleinere musea in het land is de financiële ruimte nauwelijks aanwezig.
91 ri jk s mu se um van o ud he d e n
90 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Een tweede presentatie betrof De eerste boeren. Nieuw onderzoek naar de Bandkeramiek in Nederland. Deze tentoonstelling stond in 2012 in Leiden en in 2014 was een deel in Heerlen in het Thermenmuseum te zien. Vanaf 12 juni werd deze presentatie onder de naam Limburgs Atlantis. Een ander verhaal over de eerste boeren getoond in Museum het Domein (Sittard).
ja a rve rsla g 2 0 1 4
De expositie 100.000 uur archeologie, verzamelen op de Veluwe (in 2012 in het RMO), over de collectie van amateurarcheoloog en verzamelaar Eduard Zuurdeeg, was vanaf medio februari in Museum Oud Lunteren te zien. De verzame-
ling is het resultaat van zestig jaar intensief verzamelen en vormt een uniek archeologisch document, dat het verhaal vertelt van 50.000 jaar bewoning op en rondom de Veluwe. De voorwerpen en documentatie van zijn verzameling staan symbool voor de bevlogenheid, kennis en inzet van de amateurarcheologen in Nederland. Met deze presentatie beoogt het museum zowel amateurarcheologie en wetenschap, als regionale en nationale archeologie bijeen te brengen.
t 02/08 Lezing i.s.m. Huis van Horus: de grote Atontempel in Amarna • Door prof. dr. Barry Kemp, emeritus hoogleraar Cambridge. Kemp sprak over de laatste ontwikkelingen in het onderzoek naar de oude stad Amarna en presenteerde in het bijzonder het nieuwste onderzoek naar de grote Atontempel. In de lezing ging Kemp in op de bouwfases van een van de meest interessante en obscure religieuze gebouwen uit de geschiedenis van Egypte s
t 12/08 Introductie nieuwe studenten Archeologie • Zestig nieuwe eerstejaarsstudenten archeologie beleefden een introductiedag in het museum, met lezingen en een schervenworkshop s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
92 ja a rve rsla g 2 0 1 4
Kennis- en wetenschapsfunctie ri jk s mu se um van o ud he d e n
3 93
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 2013 2014 Minimaal 8 samenwerkingsverbanden 13 9 De buitenlandse tentoonstellingen en de bruiklenen aan internationaal gerenommeerde musea dragen bij aan de internationale reputatie. De wetenschappelijke functie is hier dienstbaar aan. Deze functie gedijt het best in internationale samenwerkingsverbanden. De conservatoren die zich met het mediterrane gebied en het Midden-Oosten bezig houden, hebben immers nauwelijks tot geen Nederlandse collega’s in het vakgebied. Ook de conservatoren voor de Nederlandse prehistorie en de Middeleeuwen verrichten hun werkzaamheden in een internationale context, juist om de Nederlandse geschiedenis in een breder perspectief te plaatsen. Memoranda of Understanding Het RMO streeft naar het uitbreiden van het internationale wetenschappelijke netwerk met behulp van Memoranda of Understanding (MoU). Dit zijn meerjarige raamovereenkomsten waarbinnen afspraken zijn gemaakt over gezamenlijke
projecten en activiteiten. De MoU’s beogen een langdurige samenwerking tot stand te brengen. • Het in 2011 ondertekende MoU met het Archeologisch Museum in Bologna is gecontinueerd. Met Bologna wordt samengewerkt bij de opgraving in Egypte. Er werden voorbereidingen getroffen voor een Egyptetentoonstelling in Bologna, gebaseerd op de Leidse verzameling. • Met het Museo Egizio in Turijn is een MoU afgesloten. Hiermee is vastgelegd dat Turijn gaat meewerken aan de opgraving in Sakkara en vier jaar mee zal financieren. Tevens zijn afspraken gemaakt over bruikleenverkeer, een gezamenlijk wetenschappelijk project over Salvolini (een pionier in de egyptologie die rond 1830 in Leiden en Turijn werkte), het ontwikkelen van een reizende tentoonstelling, samengesteld uit beider collecties en tot slot het opzetten van een internationale expositie over Horemheb, opvolger van Toetanchamon. • De MoU met de Vaticaanse musea inzake het mummiekistenproject is voortgezet. De komende jaren zal deze samenwerking met andere Europese partners verbreed worden. • De twee MoU’s die met Jordanië zijn afgesloten, werken naar behoren. De opgraving in de Jordaanvallei, met conservator Petit als opgravingsleider, naast een archeoloog
ri jk s mu se um van o ud he d e n
94
van de Yarmouk University, heeft plaatsgevonden. Met de Oudheidkundige Dienst in Jordanië is afgesproken dat in 2015 een museumcursus in Amman georganiseerd wordt. Het RMO organiseert deze cursus in samenwerking met de master Museumstudies van de Universiteit van Amsterdam als tegenprestatie voor het ontvangen van de Petratentoonstelling. • In maart is een MoU met het Tunesische Institut National du Patrimoine getekend. Hierin werd de samenwerking geregeld voor Carthago, een presentatie over de verzamelaar Jean-Émile Humbert in Musee de Carthage (2015) en een structurele samenwerking op het terrein van collectieonderzoek. • Een voorgenomen MoU met de Universiteit van Cairo om de opgravingen in Sakkara van de betreffende universiteit en die van het RMO beter op elkaar af te stemmen, is niet getekend. De politieke situatie in Egypte belemmert de voortgang. Samenwerking met universiteiten Het wetenschappelijk onderzoek richt zich op het vergroten van de kennis over de verzameling en het overdragen van die kennis via publicaties, lezingen en presentaties. Tevens vindt onderzoek plaats ter onderbouwing van tentoonstellingen. Het opzetten en onderhouden van
t 14/08-15/08 ELCID in het RMO • Ongeveer 270 nieuwe Leidse studenten bezochten in het kader van de Leidse universitaire introductieweek (EL CID) het museum voor een flitsbezoek s t 15/08 Concert Collegium Musicum • Het Leidse studentenorkest en koor voerde in de Tempelzaal een aantal klassieke stukken uit. Zo’n 150 bezoekers kwamen luisteren s
Klassieke Wereld In het kader van het bijzonder hoogleraarschap Museale aspecten van de archeologie werden door conservator Ruurd Halbertsma in het voor- en najaar colleges aan de Universiteit Leiden verzorgd over historische aspecten van het archeologisch verzamelen. Er werden vijf scripties begeleid. Bij twee promoties werd zitting genomen in de promotiecommissie (S. Hoss en W. van Haarlem). De conservator is lid van de adviescommissie over de toekomst van het Museum Meermanno-Westreenianum en nam deel aan een congres in de École du Louvre. Egypte Het onderzoek in het Nieuwerijks grafveld bij Sakkara, waar in de vroege negentiende eeuw een belangrijk deel van de Egyptische verzameling uit de grond is gehaald, loopt sinds 1975. Terwijl eerst jarenlang gewerkt werd met de Egypt Exploration Society uit Londen, kwam in 1999 de Universiteit Leiden in beeld als partner. De universiteit heeft geen budget voor dit soort veldwerk en men was afhankelijk van
t 19/08 Keizer Augustusavond • Op deze dag was het tweeduizend jaar geleden dat de Romeinse keizer Augustus stierf. Op deze avond stonden, na een Romeins buffet, liefhebbers en specialisten voor een uitverkochte zaal stil bij de verdiensten en eigenaardigheden van een van de beroemdste leiders van het Romeinse Rijk • Programma: • Lezing door hoogleraar Oude Geschiedenis Olivier Hekster (Universiteit Nijmegen) over de beeldvorming van Augustus in onze tijd • Lezing door Edzard Krol, vertaler van het boek Augustus van John Williams • Laudatio op Augustus door ‘dichter van dienst’ F. Starik • De aansluitende receptie werd aangeboden door Uitgeverij Lebowski s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Onderzoeken i.s.m. onderzoeksinstellingen
samenwerkingsverbanden met universiteiten is een belangrijk middel om het wetenschappelijk werk in te bedden. • Bij de opgraving in Egypte participeert de vakgroep egyptologie al vele jaren. • Het museum organiseert jaarlijkse lezingen in samenwerking met de universiteit en het NINO, zoals de Louwe Kooijmans-lezing en de Veenhoflezing. • De samenwerking met prof. dr. C. van Eck (Kunstgeschiedenis) en dr. M.J.Versluys (Archeologie) werd voortgezet. In dit kader werd het Material Agency Forum (MAF) opgericht, van waaruit enkele lezingen per jaar worden georganiseerd. Gestreefd wordt naar gezamenlijk onderwijs en onderzoek. Eind van het jaar is een EU aanvraag ingediend. De MAF-activiteiten zijn gefinancierd door Leiden Global Interactions van de Universiteit Leiden. • In het kader van het speerpunt ‘archeologie van Nederland’ is voortdurend contact met academische partners, ook buiten de Universiteit Leiden. Zo is conservator Willemsen een gedeelte van haar tijd uitgeleend aan de Gemeente Amsterdam voor onderzoek naar vondsten gedaan tijdens opgravingen bij de aanleg van de NoordZuidlijn. • Het project met de Universiteit van Lille Memories of the North kreeg een vervolg met een symposium in Lille. • Het RMO is betrokken bij LeidenGlobal, een samenwerkingsverband van zeven academische instellingen. • De meeste stagiairs komen van de Universiteit Leiden. Ook andere HBO-opleidingen en universitaire opleidingen leveren studenten. Het RMO kan op deze manier de collectiedocumentatie uitbreiden en onderzoeksvragen laten beantwoorden.
95 ri jk s mu se um van o ud he d e n
3.1 Kwaliteit + waarde
ri jk s mu se um van o ud he d e n
96
Nadat in het voorjaar een publicatie over het in 2001 gevonden graf van Meryneith het licht zag, wordt thans gewerkt aan de voltooiing van een manuscript over het graf van Ptahemwia, dat in 2007 werd gevonden. Wanneer dit boek uitkomt, zijn beide monumenten uit de tijd van koning Achnaton gepubliceerd. Internationaal bestaat belangstelling voor deze twee graven, omdat hier voor het eerst wordt bestudeerd wat de invloed van de godsdienstige revolutie van deze ‘ketterkoning’ was in de regio van de noordelijke hoofdstad Memphis, waarvan Sakkara een van de begraafplaatsen was. Tot slot begeleidde conservator Maarten Raven de fotografie en drukproeven voor de PALMA-publicatie van Mariëlle Bulsink over het Egyptisch goud in de collectie. Nabije Oosten Conservator Lucas Petit is bezig een samenwerkingsproject met de Universiteit van Groningen op te zetten, naar aanleiding van de resultaten van de opgraving in Jordanië. Een Groningse student ging als archeobotanist reeds mee naar de opgraving. Van 18 oktober tot 20 november voerde Lucas Petit, samen met Zeidan Kafafi van de Yarmouk University, deze opgraving uit op Tell Damiyah. Het team bestond uit Belgische, Nederlandse, Jordaanse en Iraanse archeologen. Er is in zes squares op de top van de heuvel gewerkt waarbij aandacht werd gegeven aan het grafveld uit de Ottomaanse en Byzantijnse tijd en de twee gebouwen uit de late IJzertijd, rond 700 v.Chr. Eén van deze gebouwen is als heiligdom geïdentificeerd (zie volgende pagina’s).
Belangrijk was de afronding van het NWO-onderzoeksproject Vergeten Bandkeramiek, met het verschijnen van de gelijknamige publicatie. Een deelonderzoek naar de bandkeramiek werd geaccepteerd door Cambridge University Press en verschijnt in 2015. In november werd het materiaal van de opgraving Sittard, een van de oudste boerennederzettingen van ons land, toegankelijk gemaakt voor onderzoek door het RMO en universitaire collega’s.
uitgelicht: Hoe heilig is het heiligdom in Jordanië?
Er zijn afspraken gemaakt met de RCE over de registratie van Noordzeevondsten. Daarnaast werd, in samenwerking met universitaire collega’s, een onderzoek geïnitieerd naar de datering en de isotopengegevens van Mesolithisch menselijk materiaal uit de Noordzee. Soortgelijk onderzoek heeft niet eerder plaatsgevonden en kan belangrijke informatie over de bewoning van dit verdronken landschap opleveren. Tevens is gestart met de beschrijving en publicatie van ‘de oudste mens van Nederland’, een schedelfragment uit het gebied van de Eurogeul.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Daarom is het een heuglijke ontwikkeling dat vanaf seizoen 2015 het Museo Egizio in Turijn als derde partner is toegetreden tot het project. Dit museum heeft toegezegd tenminste vier seizoenen te willen meefinancieren. Het RMO is daar zeer verguld mee. Dit is een kans de komende jaren op ambitieuzere schaal te graven en zo weer eens een belangrijker monument bloot te leggen dan de afgelopen vier jaar mogelijk was. Het ligt in de bedoeling dat in de nabije toekomst steeds vertegenwoordigers van het Turijnse museum in het veld aanwezig zijn.
Nederland prehistorie
Conservator Amkreutz heeft zitting in het bestuur van de Reuvensdagen, trad tevens toe tot de programmacommissie van de deze dagen en tot het overleg over het op te richten platform Nederlandse archeologie. Daarnaast is hij organisator van de jaarlijkse Steentijddag. Nederland Middeleeuwen Conservator Annemarieke Willemsen rondde drie peer reviewed artikelen af, twee als resultaat van het visiting fellowship op de University of Western Australia eind 2013, over kinderen en school in de Late Middeleeuwen, één vanwege de Geoff Egan Memorial Lecture die de conservator in december 2013 gaf voor de Society for PostMedieval Archaeology in Londen, over middeleeuwse en vroegmoderne handschoenen. De conservator werd ingehuurd door Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam om vondsten uit de recente opgravingen van de Noord-Zuidlijn van de metro uit te werken. Het gaat om riembeslag, speelgoed, schrijf- en leergerei en handschoenen. Doel is artikelen hierover aan te leveren voor de eindpublicatie.
Petit verzorgde diverse gastcolleges voor de Universiteit Leiden. Hij nam deel aan het Nabije Oosten congres in Basel (ICAANE) en organiseerde hier de workshop Museum and the ancient Middle East: Exhibit practice and audiences (met Geoff Emberling van Michigan University). Tot slot ondersteunde hij de Erfgoedinspectie bij de determinatie van in beslag genomen voorwerpen uit het Midden Oosten, ondermeer met de vondst van archeologische voorwerpen uit Iran door de douane op Schiphol.
t 09/09 Lezing: Boeren en aristocraten in Merovingisch Zuid-Nederland • Door prof. dr. Frans Theuws (Universiteit Leiden). Regelmatig vinden archeologen uitzonderlijke objecten in graven van boeren. Voorwerpen die soms van verafgelegen streken afkomstig zijn. Het beeld dat deze boeren afhankelijke en dus arme lieden zijn geweest, moet waarschijnlijk aanzienlijk worden bijgesteld. Deze grafvondsten zouden een nieuw beeld van de sociaal-economische ontwikkeling van vroegmiddeleeuws Nederland kunnen verschaffen s
Het nieuws over de ontdekking van een heiligdom in de Jordaanvallei verspreidde zich in december razendsnel. Zowel regionale als landelijke kranten maakten melding van de vondst op Tell Damiyah, een nederzettingsheuvel op de oostelijke oever van de rivier de Jordaan. Sinds 2012 graaft het RMO hier op, in 2014 samen met de Jordaanse Yarmouk University. Waarom was deze vondst zo belangrijk en hoe weten archeologen dat het een heiligdom was? Meestal duurt het maanden, soms jaren, voordat archeologische vondsten worden geïnterpreteerd. Dit keer was het anders. De opgravers waren het binnen een dag eens: op Tell Damiyah stond rond 700 v.Chr. een heiligdom. De afgelopen jaren werd gewerkt op de top van de nederzettingsheuvel. Onder de resten van een begraafplaats uit het 1ste millennium na Chr. vond men twee gebouwen, gemaakt van ongebakken kleitichels. De binnenwanden van het noordelijke gebouw waren met een laagje kalkpleister bedekt, iets wat niet vaak voorkomt in de regio. Rond 700 v.Chr. had een plotseling uitslaande brand beide gebouwen verwoest en de inventaris onder een puinlaag begraven. Afgelopen najaar kon het internationale team van archeologen een groot deel van het noordelijke gebouw opgraven. Het bleek rechthoekig van vorm met een ingang aan de oostzijde. Recht tegenover de ingang, tegen de westelijke muur, stond een trapvormige verhoging. Ernaast
trof men complete terracotta beeldjes en een aardewerken offerstandaard aan, die tijdens de verwoesting van het podium was gevallen. Buiten het gebouw lagen nog andere beeldjes plus twee antropomorfe offerstandaards. Het opvallende aan de terracotta’s is niet alleen de perfecte conditie waarin ze verkeren, maar het feit dat ze aan het gebouw te relateren zijn. Fragmenten van beeldjes zijn vaker aangetroffen in de zuidelijke Levant, maar vrijwel nooit in of bij een gebouw. Het lijkt of ze bewust kapot werden gemaakt en daarna weggegooid zijn. Dat is bij deze beeldjes dus niet gebeurd. Slechts drie vergelijkbare vindplaatsen zijn tot nu toe in dit gebied opgegraven, één in Jordanië en twee in Israël. Het gaat hierbij om heiligdommen langs handelswegen. Reizigers en handelaren vroegen in deze gebouwen waarschijnlijk bescherming en lieten terracotta’s achter voor de goden. Het rechthoekige gebouw met dikke bepleisterde muren, het podium tegen de westelijke muur, en de talrijke complete terracotta figuurtjes waaronder verschillende paardenbeeldjes leiden tot de interpretatie dat dit een heiligdom voor reizigers en handelaren was. Dit gebouw, gelegen vlak bij één van de doorwaadbare plaatsen in de Jordaan, op een kruispunt van wegen, biedt een fascinerend kijkje in het leven van toen.
t 10/09 Lezing: Hyksos-paleis in Avaris • Door prof. dr. Manfred Bietak, emeritus hoogleraar aan de universiteit in Wenen. Hij graaft al sinds 1966 in Tell el-Dab’a, in het noorden van Egypte. De Oostenrijkse archeologische missie doet al vijfenveertig jaar onderzoek naar deze oude site. Tussen 2006 en 2009 ontdekten de archeologen een paleis uit het midden van de Tweede Tussenperiode. Het gebouw heeft weinig tot geen connecties met de Egyptische architectuur, maar vertoont architectonische gelijkenissen met Noord-Syrische paleizen s
97 ri jk s mu se um van o ud he d e n
NWO-subsidies. Na 2010 is er geen financiële bijdrage van onze opgravingspartner geweest.
Naar aanleiding van haar lezing Taking up the glove: Finds, uses and meanings of gloves, mittens and gauntlets in Western Europe, c.1400-1700 AD (Geoff Egan Memorial Lecture, Londen, 2013) werd Annemarieke Willemsen verzocht een artikel te schrijven voor het internationale tijdschrift Post-Medieval Archaeology. Daarnaast vroeg de Gemeente Amsterdam haar, naast andere materiaalcategorieën, het relatief grote aantal handschoenen en wanten (twaalf van leer, vijf van textiel) uit de opgravingen van de Amsterdamse metro te onderzoeken en publiceren.
In 2014 werd het Odysseeproject Vergeten Bandkeramiek afgerond met een boek en een symposium.
Dit rechtvaardigde een onderzoeksproject. Alle vondsten van handschoenen in Nederland en Vlaanderen werden bestudeerd, veelal ter plaatse. Via literatuur- en internetonderzoek werd een overzicht gemaakt van handschoenvondsten in andere Europese landen, van afbeeldingen van handschoenen in kunstwerken uit deze periode en van vermeldingen van handschoenen in contemporaine teksten. Handschoenen zijn niet alleen een bescherming van de handen tegen kou en verwonding, maar objecten met verschillende symbolische betekenissen. Ze maakten deel uit
van de officiële outfit van bisschoppen en pausen, koningen en keizers, spelen een rol bij huwelijk en begrafenis en zijn een veelbetekenend geschenk. Doel van het onderzoek is via voorwerpen, die nooit eerder onderwerp van studie en publicatie waren, een beeld te geven van mode en betekenis van handschoenen, wanten en harnashandschoenen in de Late Middeleeuwen en vroegmoderne tijd. Bij dit onderzoek werd de conservator geassisteerd door stagiairs. Monsters van de vijf wanten van textiel uit de Amsterdamse metro en één uit Dordrecht werden geanalyseerd door Maarten van Bommel (RCE) op de aanwezigheid van kleurstoffen. Uit dit onderzoek bleek dat de Dordtse want en één van de Amsterdamse oorspronkelijk rood geverfd waren. Een soortgelijk onderzoek, in 2009 uitgevoerd op de Karolingische want uit Dorestad (verzameling RMO), gaf aan dat die een ‘natuuurlijk kleur van schaapswol’ had. Het artikel (15.000 woorden) voor Post-Medieval Archaeology werd afgerond. Willemsen gaf lezingen over dit onderwerp op internationale congressen en en werkt aan een Nederlandstalig, populair-wetenschappelijk boekje over handschoenen.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
98
t 13/09 Open Monumentendag • Tijdens dit weekend bood het museum gratis toegang en was er de mogelijkheid aan te sluiten bij diverse rondleidingen langs monumentale onderdelen en zalen in het museumgebouw s t 21/09 The Big Draw Tekenworkshop • Tijdens deze workshop konden de deelnemers in de entreezaal tekenen naar levend model s
Het boek (652 pagina’s, uitgegeven door Sidestone Press) vormt de verslaglegging van veertien niet eerder of onvoldoende gepubliceerde opgravingen. Het onderzoek vult het beeld aan van de eerste boerenbewoning in Nederland. Door toevoeging van de sites aan het bestaande corpus werden nieuwe ontdekkingen gedaan. Zo kwamen voor het eerst de bandkeramische opgravingen ten westen van de Maas bij Maastricht voor het voetlicht, waaronder een project van formaat van het RMO op de Caberg. Uit deze onderzoeken blijkt dat de bewoning rondom Maastricht gelijktijdig startte met die van de Graetheide en de Maas geen noemenswaardige vertragende factor vormde. Het onderzoek naar het aardewerk leverde een verfijning van de bestaande typochronologie op generatieniveau op. Het onderzoek naar de verschillende vuursteencomplexen duidt op een belangrijke mate van diversiteit in grondstofkeuze op nederzettingsniveau. Met het NWO-project werd zo een interessante impuls aan het roemruchte bandkeramiekonderzoek in Limburg en de Euregio gegeven. Het congres, georganiseerd door de Archeologische Vereniging Limburg (AVL) van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG), in samenwerking met het RMO, vond plaats in de stadsschouwburg van Sittard van 6 tot 9 november. Het werd geopend met een publiekslezing door prof. dr. W. Roebroeks. Het congres bestond uit vier dagdelen met verschillende onderwerpen, elk voorgezeten door een autoriteit op het gebied. Daarnaast waren er enkele excursies. Er waren meer dan 200 bezoekers uit Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Tsjechië, Polen, Oostenrijk en Engeland (waaronder autoriteiten als de hoogleraren Lüning, Zimmermann en Gronenborn). Afgezien van de succesvolle lezingen was het bijzonder dat het congres de rol en plek van de amateurs belichtte, door hen een podium te geven en excursies tweetalig te organiseren. De samenwerking met Duitse en Belgische collega’s bleek zo goed uit te pakken dat er plannen gemaakt zijn voor vervolgcongressen in de Euregio met andere archeologische onderwerpen.
t 20/09 Dummie de mummie-dag • Auteur Tosca Menten vertelde over haar boek vol nieuwe, spannende avonturen van Dummie, hoofdpersoon van haar boeken: de grappige, levende mummie uit Egypte. Met knutseltafels, een kinderspeurtocht over de Egyptische afdeling en een tekenwedstrijd was het een feestelijke dag s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
uitgelicht: NWO-onderzoeksproject Odyssee: De eerste boeren
99 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
uitgelicht: Handschoenen, wanten en wapenwanten in Europa, 1300-1700
Overdracht van kennis is een breed begrip. Lezingen in en buiten het RMO vallen eronder, evenals rondleidingen en het geven van college. Bij publicaties wordt in deze paragraaf onderscheid gemaakt tussen populair-wetenschappelijke en zuiver wetenschappelijke publicaties.
In 2014 stond het museum op meerdere momenten stil bij het feit dat de eerste keizer van het Romeinse Rijk, Octavianus Augustus, 2000 jaar geleden in Nola is overleden. Het Augustusjaar werd geopend tijdens de nieuwjaarsreceptie, waarbij conservator Halbertsma parallellen trok tussen Augustus en Constantijn, naar aanleiding van de verwerving van de Gemma Constantiniana van het voormalige Geldmuseum. Klassiek-archeologische verenigingen kwamen samen rond activiteiten van het Augustusjaar, zoals de Vereniging Vrienden van het gymnasium en het Nederlands Klassiek Verbond. Er werden 22 lezingen gegeven over verschillende aspecten van Augustus en zijn heerschappij. De afsluiting had een internationaal tintje door de lezing van Anthony Everitt, die Augustus als vredesvorst afzette tegen de imperialistische politiek van de republiek, die geleid heeft tot de verwoesting van Carthago en Corinthe in 146 v.Chr. Gedurende het Augustusjaar bleek eens te meer dat de bundeling van kennis rond één figuur of onderwerp tot een verrassend palet van bijdragen leidt.
Museumwandelingen/-rondleidingen als service
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 2011 2012 2013 2014 29 Niet gemeten 24 29 42
ri jk s mu se um van o ud he d e n
100
Doel is minimaal 24 of rondleidingen als service aan te bieden voor specifiek geïnteresseerden en ter stimulering van het herhalingsbezoek. Elke laatste zondag van de maand leidt een van de conservatoren, restauratoren of een andere museummedewerker bezoekers rond over een afdeling of één van de tentoonstellingen. Inclusief de introductielezingen op de avondopenstellingen bij Petra, die dezelfde functie als een museumwandeling hadden, zijn 42 museumwandelingen georganiseerd. Lezingen in RMO (gastsprekers en conservatoren) en buiten het RMO (conservatoren) Doel 40
2011 2012 2013 2014 120 120 127 176
en symposia zijn door dit jaarverslag verweven. Een overzicht van de lezingen is opgenomen in bijlage VI.
Onderverdeling
Boekpresentaties met lezingen door de auteurs
2013 2014 Medewerkers in huis 35 52 Medewerkers buitenshuis 53 29 Gastsprekers in RMO 39 95
09/03 Bart Wagemakers (Ed.) Archaeology in the Land of Tells and Ruins 11/04 Ger Groot Plato in tijden van Photoshop 11/05 Jette Carolijn van den Berg Mila en Zilver – De vloek van de smaragd 06/06 Huub Pragt & Taoufik Ilaoui The Language of the Pharaohs 28/06 Conens & van Wiechen De ezel 20/09 Tosca Menten Dummie de Mummie en de ster Thoeban 10/10 Anton van Hooff Keizers van het Colosseum 12/10 Ruud Spruit Mijn stad, Leiden 16/10 Fik Meijer Muren van alle tijden 24/10 Gemma Venhuizen IJstijden (Elementaire Deeltjes) 16/11 Suzan Boshouwers Willewete – De Romeinen 23/11 Jona Lendering en Jürgen Zangenberg Israël verdeeld 24/11 Maarten van Rossem Europa volgens Maarten van Rossem Met bijna € 27.000 omzet in de museumwinkel, gemiddeld € 2.071 per boekpresentatie, zijn deze activiteiten, enkel op basis van de boekverkoop, renderend.
Onderverdeling conservatoren in en buiten RMO 2013 2014 Wetenschappelijk lezingen 23 24 Publiekslezingen 65 57 Lezingen ondersteunen de missie het centrale podium van de oudheid zijn. Daarnaast dienen de lezingen twee andere doelstellingen: publieksoverdracht van wetenschappelijke inzichten en samenwerking met universitaire instellingen. De bezetting is met zes conservatoren beperkt. Daarom biedt het RMO ruim baan aan wetenschappelijke partners, zodat het museumgebouw als wetenschappelijk centrum fungeert. Dit gebeurt door het mede-organiseren van lezingen, symposia en debatten. Samenvattingen van losse lezingen
t 21/09 Podium Pitch - Culturele talkshow • Een talkshow die anderhalf jaar geleden begon in het debatcentrum van NRC Handelsblad in Amsterdam. Op 21 september vond in de Tempelzaal de eerste Leidse editie plaats. In Podium Pitch interviewde journalist, schrijver en Leidenaar Yaël Vinckx bekende en minder bekende acteurs, kunstenaars, muzikanten en schrijvers s
14/01 Nieuwjaarsreceptie • prof. dr. Ruurd Halbertsma De grote camee 13/03 I.s.m. de Vereniging Vrienden van het gymnasium prof. dr Ruurd Halbertsma Catastrofe in Germanië: de grenzen van Augustus’ macht 18/03 Keizers op het Rapenburg • prof. dr. Eric Moormann De eerste keizer van het Romeinse Rijk als bouwheer en kunstproducent dr. Anton van Hooff Jonge benen kunnen de weelde van de macht niet dragen dr. Lucas Petit Trajanus en het machtige Nabatese rijk prof. dr. Ruurd Halberstma Triomf en tragedie: de camee van Constantijn 21/03 Studiemiddag met het Nederlands Klassiek Verbond dr. Jan Spoelder Augustus, Mussolini en Rome drs. Wendelijn van der Leest Livia als voorbeeld voor de elite van Pompeii dr. Hans Smolenaars Horatius Ode IV.2: over poëzie en de thuiskomst van Augustus dr. Patrick Gouw De strijd om de macht tussen Octavianus en Marcus Antonius/Cleopatra dr. Guido Cuyt Augustus en het Forum Romanum: een reconstructie 08/04 I.s.m. vriendenvereniging RoMeO prof. dr. Maarten Raven Augustus en Egypte 21/05 Lezingenavond: De eerste keizer dr. Frits Naerebout Augustus: de keizer en zijn imago prof. dr. Luuk de Ligt Octavianus/Augustus: de vestiging van het keizerschap dr. Paul Meyboom De residentie van Augustus op de Palatijn dr. Miguel John Versluys Augustus als hellenistische vorst 21/06 I.s.m Vereniging Vrienden van het gymnasium d rs. Hein van Eekert Augustus op het operapodium 19/08 Keizer Augustusavond: 2000ste sterfdag prof. dr. Olivier Hekster De beeldvorming van Augustus in onze tijd Edzard Krol (vertaler) De vertaling van het boek Augustus van John Williams F. Starik (dichter) Laudatio op Augustus 27/09 Studiemiddag i.s.m. Psefas drs. Diklah Zohar Augustus en Rome 18/12 Afsluiting Augustusjaar prof. dr. Ruurd Halbertsma Augustus en Carthago prof. dr. Anthony Everitt The secret of empire
t 27/09 Studiemiddag Augustus • Studiemiddag in samenwerking met Psefas, bureau voor mozaïekkunst en archeologie, over de kunst uit de tijd van keizer Augustus, die een voorbeeld van de visuele weerspiegeling van politieke ambities, programma en ideologie van de heerser was s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
uitgelicht: 22 lezingen tijdens het Keizer Augustusjaar
101 ri jk s mu se um van o ud he d e n
3.2 Bereik: overdracht van kennis
ri jk s mu se um van o ud he d e n
102
Middeleeuwen. Al lang is er de behoefte bevrijd te raken van het aloude decline and fall-idee van Edward Gibbon. Dit model van een onomkeerbare en alomvattende neergang waarvan de instorting van het Romeinse rijk in het westen alleen het uiterlijke symbool was, is weliswaar succesvol gebleken en wordt tot op de huidige dag onderwezen en beleden, maar is tegelijkertijd voor historici die recht willen doen aan de complexiteit van de laatantieke en vroegmiddeleeuwse werkelijkheid tot knellende ballast geworden.
Dames en Heren,
Sommige historici willen de termen verval en crisis niet meer gebruiken en spreken liever van transformatie en transitie. Barbaarse invasies van hooggeciviliseerde Romeinse gebieden worden met het eufemisme accomodation getypeerd. Gelukkig blijft het niet bij polemische posities, maar tekent zich een wetenschappelijke consensus af, als het gaat om de doorgetrokken Late Oudheid en de Vroege Middeleeuwen in West-Europa.
Toen ik namens de directie van dit museum werd uitgenodigd het woord te voeren op de opening van Gouden Middeleeuwen, had ik even de illusie dat ik een eretaak kreeg toebedeeld op basis van het feit dat ik uit het Friese terpengebied afkomstig ben en met een oergermaanse voornaam door het leven ga. Annemarieke heeft mij wreed uit die droom geholpen door erop te wijzen dat het thema van haar tentoonstelling in een internationale context staat die het verdiende op deze opening uitdrukkelijk belicht te worden. Toen moest ik allereerst denken aan de studiestof die ik elk jaar met de nieuw aangekomen studenten van onze opleiding Kunstgeschiedenis in Nijmegen doorneem, wanneer zij ter inleiding op hun studie de kunstgeschiedenis in kort bestek bestuderen uit het bekende boek van Ernst Gombrich, The Story of Art. Eén van de hoofdstukken gaat over het vroegmiddeleeuwse Europa en heet Western Art in the Melting Pot. Gombrich legt uit dat we de eerste eeuwen na de instorting van het Romeinse rijk in het westen de Dark Ages noemen, enerzijds omdat we denken dat de mensen in die periode in duisternis, zonder al te veel kennis en geestelijk houvast, hun weg moesten zoeken. Ook omdat wij zo in het duister tasten over deze confused and confusing centuries. Hoe anders is het beeld dat deze tentoonstelling en het bijbehorende boek ons presenteren. De conservator maakt in interviews, lezingen en in haar boek er geen geheim van dat ze bezig is met een regelrechte rehabilitatie van een periode. Of misschien kan van herwaardering geen sprake zijn omdat er nooit een echte waardering geweest is. De tentoonstelling laat zien hoe verschillend het beeld van een object, of in dit geval een periode, wordt, als bewust een ander perspectief wordt gekozen om er naar te kijken. We raken hier aan een discussie die al enkele decennia vooral onder economisch historici woedt en waarin de archeologie een rol speelt: die over het verval van de samenleving in de Late Oudheid en de Vroege
De archeoloog Luke Lavan is een typische vertegenwoordiger van de nieuwste consensus, en ziet de duidelijke afname en soms het verdwijnen van ambachtelijke vaardigheid en technologische innovatie als een gevolg van een verschuiving van prioriteiten en een verandering in het patroon van vraag en aanbod. Die visie impliceert dat de meeste verworvenheden van de oudheid niet werden ‘vergeten’, als wel door een versmalling van de vraag steeds meer tot een eliteaangelegenheid werden. In deze expositie zien we verschillende kanten van die complexe werkelijkheid. Steeds weer worden we gedwongen ons te realiseren hoeveel er afhangt van het perspectief waarmee we kijken. Vanuit het Romeinse verleden: dan lijkt het alsof alles wat van hoge kwaliteit is in de Vroege Middeleeuwen, als een verschijnsel van continuïteit met de oudheid verklaard wordt. Uit de Germaanse context: waarin de toenemende stabiliteit van de samenleving en de creativiteit van Gombrichs’ melting pot als verworvenheden kunnen gelden. En terugkijkend vanuit het Karolingische West-Europa: waarin bewust een negatief beeld van het Merovingische verleden werd geconstrueerd, een beeld van ontreddering, chaos en stagnatie dat tot op huidige dag doorwerkt en waaraan deze tentoonstelling een einde wil maken. Al deze perspectieven zijn wijder qua tijd en plaats dan het Nederlands grondgebied in de Vroege Middeleeuwen. Zij hebben steeds te maken met de cruciale vraag hoe de nieuwe wereld die zich in de Vroege Middeleeuwen aftekent, zich verhoudt tot Rome. Rome, als draagster van de Grieks-
t 04/10-05/10 Kinderboekenweek • Activiteiten voor kinderen: een roofvogelroute, valkeniers, roofvogels en braakballen in de entreezaal, voorleessessies en een tekenmiddag. Op 5 oktober vertelde kinderboekenschrijver Gerard Sonnemans ridderverhalen en las voor uit zijn boek Een olifant voor de keizer s
Romeinse beschaving, Rome als centrum van een wereldrijk, Rome als symbool van universaliteit. Dat de stad aan de Tiber in de vroegmiddeleeuwse werkelijkheid economisch, politiek en demografisch weinig voorstelde, doet daarbij niet ter zake. Misschien ging het wel om de droom van Rome. Een ieder die deze tentoonstelling aandachtig bekijkt, wordt gefrappeerd door de internationale context waarin het vroegmiddeleeuwse Nederland zich bevond. We zien getuigen van langeafstandshandel, maar de langeafstandsgeloofsverspreiding doet daarvoor niet onder. De reisroutes van de geloofsverkondigers van de vroegmiddeleeuwse missie spreken boekdelen. Columba, die nog voor 600 uit het vroegchristelijke Ierland trekt, preekt in het Alpengebied en sterft in het door hem gestichte klooster Bobbio in de Noordelijke Apennijnen. En onze eigen Willibrord die, bijna een eeuw later een iets kortere, even internationale sprong maakt: als in Ierland gevormde Angelsaksisch missionaris de Noordzee overtrekkend om de heidense ingezetenen en directe buren van het Merovingerrijk, de Friezen, van het christelijk geloof te overtuigen. Dat deze Engelsman zich in Rome door de paus tot bisschop van de Friezen met zetel in Utrecht laat wijden, zegt genoeg over de centrale betekenis van Rome in deze constellatie. En dat de missionering onder de Friezen samenging met de militaire verovering van het gebied ten noorden van de rivieren door de Franken is al even veelbetekenend. Wanneer in de tweede helft van de achtste eeuw in Rome pastorale centra ontstaan voor de verschillende nationaliteiten die zich bij de kerk van Rome hebben aangesloten, zijn daarbij kerken en gasthuizen van de Franken, van de Angelsaksen, van de Langobarden - die zo lang een militaire dreiging voor de pausen gevormd hadden - en de Friezen. Vlakbij de St. Pieter hadden de Friezen hun eigen kerk, gewijd aan de H. Michael, en hun centrum, de z.g. schola. U weet misschien dat de latere kerk ter plekke nu sinds 25 jaar als nationale kerk van de Nederlanders in Rome fungeert. Met moeite heb ik een oudere muur onder de kerk als Karolingisch durven dateren, zodat deze muur nu via een glaspaneel in de vloer zichtbaar is gemaakt als tastbare rest van de schola Frisonum of schola Frisonorum uit de achtste eeuw. De Friese aanwezigheid op deze plek en in dit internationale gezelschap toont hoezeer de Friezen zich in de tijd van Karel de Grote tot de prominente volkeren van de Europese familie rekenden, en kennelijk als zodanig door de paus en de broedernaties werden erkend. Dankzij de culturele opening van de Merovingische tijd had Rome Frisia bereikt, wat in de Oudheid nooit gelukt was.
t 04/10 Night in the Museum • Leerlingen van de Spongebob-klas (groep 8) van basisschool Het Drieluik (Almere) mochten een nachtje logeren in het museum. Zij waren de winnaars van de Dummie de Mummieprijsvraag van Nickelodeon, ter gelegenheid van de première van de gelijknamige familiefilm. Het logeerpartijtje was een spannend Egyptisch avontuur. Op het programma stonden een exclusieve voorvertoning van de film, een rondleiding én een zaklampspeurtocht langs de Egyptische mummies. De kinderen sliepen in slaapzakken naast de tempel s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Onderstaand een ingekorte versie van de openingstoespraak bij de expositie Gouden Middeleuwen van Sible de Blaauw, hoogleraar Vroegchristelijke kunst en architectuur aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. De toespraak illustreert op treffende wijze de wetenschappelijke onderbouwing en uitgangspunten van een tentoonstelling die voor het gehele gezin gemaakt was. Deze overdracht van actuele wetenschappelijke kennis aan een breed publiek is al twee eeuwen de rode draad in het functioneren van het RMO.
103 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
uitgelicht: Overdracht van kennis
Van de zeven medewerkers die zich bezig houden met collecties en onderzoek zijn er drie bijzonder hoogleraar.
• I. van Wijk, L. Amkreutz en P. van de Velde (red.) Vergeten
Prof. dr. Pieter ter Keurs - Antropologie van materiële cultuur Prof. dr. Maarten Raven - Museologie van het oude Egypte Prof. dr. Ruurd Halbertsma - Museologie van de archeologie De overige vier medewerkers zijn gepromoveerd. Er is waarschijnlijk geen ander museum in Nederland te vinden waar alle conservatoren en het hoofd collecties & onderzoek een proefschrift op hun naam hebben staan. Dit is geheel in lijn met de wetenschappelijke functie van het museum.
•
Halbertsma doceert binnen de Museum Track van de Faculteit der Archeologie. Ter Keurs doceert in het kader van de MA Media, Visual and Material Culture bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Raven is verbonden aan de Faculteit der Geesteswetenschappen. Alle conservatoren gaven op incidentele basis gastcolleges aan universiteiten. Wetenschappelijke publicaties Doel 15
2013 2014 14 16
Populair-wetenschappelijke publicaties Doel 25
2013 2014 30 32
Over een eventuele citatenindex of peer reviews zijn geen doelstellingen met het ministerie van OCW vastgelegd. Tot en met 2012 werd geen onderscheid aangebracht tussen soorten publicaties. Opgeteld leidt de vergelijking met eerdere jaren tot de volgende tabel: Doel 40
2011 2012 2013 2014 38 36 44 48
Voor een overzicht van de publicaties wordt verwezen naar bijlage V. Resultaatafspraak: vijf boeken in de periode 2013-2016 Doel 2013 2014 5 in de periode 2013/2016 5 7
• • • • •
Bandkeramiek. Een Odyssee naar de oudste neolithische bewoning in Nederland. Leiden, Sidestone Press. E. van Ginkel, L. Amkreutz, Bij nader inzien. Nieuw onderzoek naar oude opgravingen. Publicatie in opdracht NWO, in eigen beheer uitgegeven. T. Bampilis en P. ter Keurs (red.) Social Matter(s). Anthropological Approaches to Materiality. Zürich, Berlin, LIT Verlag. Carthago. Opkomst en Ondergang. Redactie: Roald Docter, Ridha Boussoffara en Pieter ter Keurs. Zutphen, Walburg Pers. M. Raven en R. van Walsem, The Tomb of Meryneith at Saqqara (PALMA 10). Turnhout, Brepols Publishers. A. Willemsen, Gouden Middeleeuwen, Nederland in de Merovingische wereld, 400-700 na Chr. Zutphen, Walburg Pers. P. Akkermans, M. Brüning, H. Huijgens, O. Nieuwenhuyse (red.), Excavations at Late Neolithic Tell Sabi Abyad, Syria. The 1994-1999 Field Seasons (PALMA 11). Turnhout, Brepols Publishers.
Wetenschappelijke reeks PALMA Het RMO heeft een wetenschappelijke publicatiereeks: PALMA, Papers on Archaeology of the Leiden Museum of Antiquities. Deze reeks wordt uitgegeven en gedistribueerd door de Belgische uitgeverij Brepols.
uitgelicht: Symposium Museums and confinement (10/11) Tijdens het symposium reflecteerden zes specialisten uit binnen- en buitenland over de manier waarop musea omgaan met het bewerken van kennis en het sturen van gevoelens, vroeger en nu. De dag werd afgesloten met een discussieronde.
buiten en welke keuzes maken ze hierin? Is de bezoeker zich bewust van de processen die de positie van een museum bepalen?
Musea worden steeds meer open instituten. Meer dan ooit is er interactie met de bezoekers en de buitenwereld. Afhankelijk van de sociaal-politieke ontwikkelingen begon dit proces van openstelling in sommige landen eerder dan in andere landen. Tegelijkertijd is een museum nog steeds een besloten gebouw met beperkte ruimte. Het gebouw en de manier waarop een museum zijn voorwerpen toont, beïnvloedt bezoekers in belangrijke mate. De objecten zijn uit de oorspronkelijke culturele context gehaald en verliezen daardoor de kracht die ze bezaten. Het museum geeft de objecten vaak weer een hernieuwde kracht de bezoekers te ‘raken’. Enerzijds zijn er beperkende factoren, anderzijds creëert het museum iets nieuws. Op het symposium Museums and confinement werd deze thematiek besproken, waarbij vragen aan de orde kwamen als: Hoe weet een museum bezoekers te overtuigen dat ze een meesterwerk zien? Welke informatie brengen musea naar
• Pieter ter Keurs (RMO): Museums and Confinement • Caroline van Eck, hoogleraar Geschiedenis Architectuur,
Sprekers:
• • • • •
Universiteit Leiden: A Caged Venus. The confinement of Canova's statue of Pauline Borghese Mariana Françozo, docent Museum Studies, Universiteit Leiden: The Pre-Columbian archaeological collection at the Natural History Museum of Oporto Cecilia Griener-Hurley, lector Université Neuchatel/ École du Louvre, Parijs: It’s a lonely life: the masterpiece problem Henrietta Lidchi, hoofdconservator National Museums of Schotland, Edinburgh: What does liberation look like? Peter Pels, hoogleraar Culturele Antropologie, Universiteit Leiden: Having fun with other races: Reflections on the confinement of ethnographic ‘specimens’ Mike Rowlands, emeritus-hoogleraar Antropologie, University College London: Private museums in China
105
In de reeks worden studies van conservatoren en externe onderzoekers gepubliceerd. Zo zijn diverse proefschriften uitgegeven. In de reeks worden studies gepubliceerd die met de verzameling uit de mediterrane wereld (Klassiek Romeins, Grieks, Egypte en Nabije Oosten) te maken hebben. De selectie van te publiceren manuscripten en de kwaliteitscontrole vindt plaats in samenwerking met externe specialisten. De uiteindelijke beslissing een manuscript wel of niet in de reeks op te nemen wordt genomen door de uitgever en het hoofd collecties en onderzoek. Er verschenen twee delen: één over het door het museum opgegraven graf van Meryneith in Sakkara en één over de voormalige opgraving in Syrië. Het RMO bezint zich op de toekomst van de PALMA-reeks en op de manier waarop wetenschappelijke publicaties digitaal gedistribueerd worden. Vanzelfsprekend blijft het museum open staan voor incidentele samenwerking met andere wetenschappelijke uitgeverijen.
t 09/10 Mammoet in het museum • Ter gelegenheid van de kindertentoonstelling IJstijd werd in de Tempelzaal een drie meter hoge replica van dit imposante ijstijdbeest geplaatst. De mammoet is eigendom van dhr. van den Ban. Vanaf medio 2015 zal het beest de blikvanger zijn van zijn eigen museum Historyland in Hellevoetsluis. Transportbedrijf Mammoet Nederland BV transporteerde de mammoet kosteloos naar Leiden s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Titels
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4 ri jk s mu se um van o ud he d e n
104
Bijzonder hoogleraarschappen
t 10/10 Boekpresentatie Anton van Hooff • Op deze avond presenteerde Anton van Hooff zijn nieuwe boek Keizers van het Colosseum. Uiteraard was het boek te koop in de museumshop en signeerde de auteur s t 12/10 Boekpresentatie Ruud Spruit • Mijn stad... Leiden is het eerste deel in een nieuwe serie geschiedenisboeken voor de jeugd. Het eerste exemplaar van het eerste deel werd op feestelijke wijze gepresenteerd. Bekende Leidenaren lazen eruit voor en auteur Ruud Spruit vertelde over de totstandkoming s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
106
De bibliotheek en het archief kenden de volgende ontwikkelingen: Digitaliseren archief: Metamorfozesubsidie Doel is het archief zo optimaal mogelijk beschikbaar maken voor onderzoekers. In 2012 honoreerde het Bureau Metamorfoze, uitvoerder van het nationaal programma voor het behoud van het papieren erfgoed, een subsidieaanvraag van ruim € 100.000 voor het conserveren en digitaliseren van elf meter brievenarchief uit de periode 1818-1923, min of meer de eerste eeuw van het bestaan. Hiervoor komen archieven met een nationaal belang in aanmerking. Het project startte in februari 2013. Restauratieatelier Hoogduin conserveerde de brieven in juni 2013. Het digitaliseringsbedrijf GMS heeft daarna scans van de brievenboeken gemaakt. Deze zijn in april 2014, na correcties, door het RMO inhoudelijk gecontroleerd en in juni 2014 door Metamorfoze goedgekeurd. Door verschuivingen binnen de organisatie van Metamorfoze (de uitvoering van controles is van het Nationaal Archief verplaatst naar de Koninklijke Bibliotheek), alsmede het technisch en inhoudelijk afkeuren van de resterende scans, heeft het project negen maanden vertraging opgelopen. GMS heeft een herstelronde ingelast in december 2014. De herstelde scans zijn ter controle naar Metamorfoze gestuurd. Een inhoudelijke controle door het RMO zal in het eerste kwartaal van 2015 plaatsvinden. Door deze vertraging heeft het project officieel verlenging gekregen tot september 2015.
standaard voor het beschrijven van archieven. De scans worden in een online cloud gehost. Er wordt gestreefd de scans, voorzien van metadata, in 2015 online te plaatsen. In de toekomst hoopt het RMO meer delen uit het archief op deze wijze te conserveren. In 2015 worden de brievenboeken met de bookkeeper-methode ontzuurd. Dat is de laatste stap van de volledige conservering. De originele brieven worden daarna opgeslagen in een geklimatiseerde ruimte in het Nationaal Archief. Bibliotheek
• Er was een storend probleem met Collection Connection,
waardoor PICA-exportbestanden, met daarin de verwerking van nieuwe boektitels, niet in de database op de site zichtbaar waren. Dit is opgelost. Elk kwartaal wordt nu een export uit PICA gemaakt om de site te verversen. De catalogus is sinds eind november up to date. • Een succesvolle boekenmarkt vond in het weekend van 22 en 23 maart plaats. Bijna 170 overtollige boeken werden in de entreezaal verkocht, waardoor meer ruimte is gecreëerd voor aanwinsten. • In augustus zijn 300 boeken en overdrukken over gesneden stenen uit De Nederlandsche Bank overgeplaatst naar de bibliotheek van het RMO. De boeken zijn opgenomen in de catalogus. • Er zijn gesprekken gevoerd met architect Syb van Breda over een verbouwing van de huidige bibliotheekruimte. De plannen zijn in de ontwerpfase.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Aspecten die onder deze paragraaf vallen, hebben te maken met de wetenschappelijke reputatie van het museum en zijn medewerkers. Dat is uit te splitsen naar gewonnen prijzen of het aantal keren dat de conservator door derden wordt geraadpleegd of geciteerd. Dit wordt nog niet gemeten. Het wegen van prestaties is belangrijker dan het meten ervan. Het museum kan als entiteit wel beoordeeld worden op de wetenschappelijke invloed die het wil uitoefenen. Het aantal allianties met universiteiten in binnen- en buitenland is hier een maatstaf voor. Dit is behandeld in de paragraaf over wetenschap en kwaliteit. Blijft over de faciliterende functie om de depots, archieven en bibliotheek open te stellen voor wetenschappers. De krappe bezetting, met twee collectiebeheerders en een registrator, die een groot deel van hun tijd aan tentoonstellingen en bruiklenen kwijt zijn, is een blijvend euvel.
107 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
3.3 Impact en invloed
Enkele schenkingen:
• Vijftig boeken van de Friends of Saqqara uit de nalatenschap van Egyptoloog Harold Hays.
• Twee boeken uit 1840 van oud-directeur C. Leemans van de openbare bibliotheek van Gelderland.
• Dertien boeken van mevrouw W. Erkelens over neoklassiek meubilair en kunstnijverheid.
Er is een structuur en er zijn beschrijvingen aangebracht in de ICA-ATOM open source software waarin de scans geplaatst worden. Hiermee voldoet het project aan de internationale t 14/10 Lezing: Vroegmiddeleeuwse nederzetting in Oegstgeest • Door drs. Jasper de Bruin, verbonden aan de Universiteit Leiden. Hij vertelde over de opgraving in Oegstgeest van een vroegmiddeleeuwse nederzetting, in het kader van de tentoonstelling Gouden Middeleeuwen s
t 16/10 Boekpresentatie Fik Meijer • Op deze uitverkochte avond presenteerde Fik Meijer zijn nieuwe boek Muren van alle tijden. Overpeinzingen van een reisleider. Hij gaf een lezing over reizen in de Romeinse tijd, overhandigde het eerste exemplaar aan zijn echtgenote en signeerde 120 exemplaren s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
108 ja a rve rsla g 2 0 1 4
Algemeen beheer, financiën en personeel ri jk s mu se um van o ud he d e n
4 109
4.1 Personeel
ri jk s mu se um van o ud he d e n
110
2011 2012 2013 2014 44,3 44,7 42,3 38,8 9,0 6,6 7,1 9,8 53,3 51,3 49,4 48,6
Mutaties in personeelsbestand Per 31/12 2011 2012 2013 2014 Vertrokken 6 7 10 11 Nieuw 3 5 11 13 Fulltime 21 19 19 20 Parttime 50 50 51 52 Vast 54 53 56 51 Tijdelijk 17 16 14 21 Mannen 38 34 37 37 Vrouwen 33 35 33 35 Stagiairs 11 15 13 14 Vrijwilligers 43 44 61 67 < 20 jaar 2 2 0 0 20-29 jaar 17 16 18 20 30-39 jaar 15 14 18 21 40-49 jaar 16 15 14 14 50-59 jaar 10 12 12 12 > 59 jaar 11 10 9 5 Schaal 1 t/m 5 27 28 30 29 Schaal 6 t/m 10 32 29 29 32 Schaal 11 en hoger 12 12 11 11
Er is voor zeven vacatures geadverteerd: • De functie van projectmedewerker registratie gesneden stenen, intern ingevuld door Ben van den Bercken (voorheen rondleider). • De functie van fotograaf voor de verzameling gesneden stenen, ingevuld door Robbert-Jan Looman (voorheen stagiair). • De functie van assistent collectiebeheerder (2x), vanwege een tijdelijke uitbreiding. De vacatures zijn ingevuld door Joris Brattinga (voorheen medewerker publieksdienst) en een externe kandidaat, Jeroen Rensen. • De functie van restaurator, ingevuld door een externe kandidaat, Helbertijn Krudop. • De functie van conservator Egypte, ingevuld door een externe kandidaat, Lara Weiss. • Eind 2014 is de vacature assistent conservator gesneden stenen opengesteld. Deze vacature was op 31 december nog niet ingevuld. Het museum heeft besloten dat bij het uitzetten van een interne vacature stagiairs gezien worden als interne kandidaten. Dit jaar hebben stagiairs van de afdeling Fotografie, Beveiliging en PR/communicatie na afloop van hun stage een tijdelijke arbeidsovereenkomst aangeboden gekregen. Drie gepensioneerden Sietske Kleefstra en Ria Kershof (publieksdienst) zijn dit jaar met pensioen gegaan. Voor Sietske Kleefstra was dat na een dienstverband van 40 jaar. Henk Nort (automatisering) ging eveneens met pensioen. Van de drie medewerkers is feestelijk afscheid genomen. Vrijwilligers Vrijwilligers verrichten werkzaamheden waarvoor geen financiering (meer) mogelijk is. Het RMO maakt al jaren dankbaar gebruik van hun inzet in de bibliotheek, voor het tuinonderhoud, voor archiefonderzoek en bij educatieve activiteiten. Het uitbreiden van de groep vrijwilligers is beperkt mogelijk, gezien de beperkte beschikbaarheid van werkplekken. De medewerker P&O hanteert zelfs een wachtlijst. Medewerkerstevredenheidsonderzoek In april werden medewerkers en vrijwilligers uitgenodigd deel te nemen aan een medewerkerstevredenheids-onderzoek. De aanleiding was de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) uit 2013, waarna een plan van aanpak was opgesteld
t 16/10 NINO-lezing: Herontdekking Hettitische taal • Willemijn Waal gaf een lezing over de herontdekking, ontcijfering en het gebruik van de twee schriftsystemen van het Hettitische rijk. Waal is postdoctoraal onderzoeker van de Ludwig Maximilians Universiteit van München en werkzaam als docent aan de Universiteit Leiden. Haar lezing heette Vergeten maar niet verdwenen. De herontdekking van het Hettitische rijk en zijn schriftelijke nalatenschap s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Regulier Oproep Totaal
Vacatures en personeel
door het interne arbo-team. Het RMO wilde graag inzicht in de tevredenheid, de betrokkenheid en de motivatie van de medewerkers. Het onderzoek is online uitgevoerd door DUO Market Research. Het onderzoek is gehouden onder 95 medewerkers/vrijwilligers. Eenenzeventig hebben de vragenlijst ingevuld, wat een respons opleverde van 75%. Onder de vrijwilligers is de respons lager (48%) dan onder de medewerkers (86%). In juli heeft Duo Market Research haar bevindingen en conclusies gepresenteerd.
• Als sterke punten kwamen naar voren de algemene
tevredenheid over het werk, de sfeer, de direct leidinggevenden, de directeur, de inhoud van het werk en de werkomstandigheden. • Verbeterpunten met een minder hoge prioriteit waren de beoordelingsgesprekken, het managementteam, de communicatie, de arbeidsvoorwaarden, de werkdruk en de persoonlijke ontwikkeling. • Een verbeterpunt met een hoge prioriteit was de communicatie door de ondernemingsraad. Eind 2014 is een nieuwe raad gekozen, waarbij één OR-lid de taak ‘communicatie naar de achterban’ op zich heeft genomen. Dit komt de rol van de OR zeker ten goede. Naast de vragenlijst is aan MT-leden spiegelonderzoek voorgelegd, waarbij hen is gevraagd zich te verplaatsen in de
positie van de medewerkers. De uitslagen werden vergeleken met de resultaten van het medewerkersonderzoek en kwamen sterk overeen.
111
Verloop ziekteverzuim Verzuim totaal Kortlopend Langlopend
2011 2012 2013 2014 5,7% 4,6% 5,1% 3,3% 0,6% 0,7% 0,7% 0,5% 5,1% 3,9% 4,4% 2,8%
Het verzuimpercentage is niet eerder zo laag geweest. De verzuimklasse lang verzuim telde vijf medewerkers, die een deel van het jaar arbeidsongeschikt waren. Het verzuimpercentage is lager dan het streefcijfer van maximaal 4%. Arbeidsvoorwaarden
• Per 1 april werden conform de CAO, de salarisschalen verhoogd met 1%.
• In december werd de eindejaarsuitkering verhoogd naar 2,75%.
• De tegemoetkoming kosten woon-werkverkeer is met 25% verhoogd.
t 11/10 – 26/10 Activiteiten in de herfstvakantie • In de herfstvakantie was de kindertentoonstelling IJstijd voor het eerst open. De activiteiten stonden daarom in het teken van de ijstijd. Kinderen konden op de foto met een drie meter hoge replica van een mammoet. Daarnaast konden ze een ijstijdketting maken of aan de slag bij een ijstijdopgraving. Op 11 oktober stonden er workshops van kinderboekenschrijver/illustrator Harmen van Straaten op het programma. Ook waren er die dag kinderlezingen over de ijstijd en demonstraties vuurstenen werktuigen maken s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Bij de samenstelling van het personeelsbestand is het streven een evenwichtige opbouw qua geslacht en leeftijd. Per 31/12/2014 omvatte het personeelsbestand gemiddeld 38,8 FTE (tegen 42,3 in 2013), exclusief de inzet van 9,8 FTE aan oproepkrachten in de publieksdienst en bij de beveiliging (tegen 7,1 FTE in 2013). Deze verschuiving komt door de pensionering van drie medewerkers, die vervangen zijn door oproepkrachten. Daarnaast zijn twee vaste functies (conservator Egypte en restaurator) een half jaar niet ingevuld geweest. Gemiddeld aantal FTE per jaar
Het gasverbruik is aanzienlijk lager dan vorig jaar. Dit werd veroorzaakt door het extreem zachte voor- en najaar.
werkzaamheden heeft overgenomen van Rufoclean. Onder verantwoordelijkheid van het Rijksvastgoedbedrijf is een aanbesteding gestart voor het verwijderen van asbest. Dit project vangt in mei 2015 aan en leidt tot een museumsluiting van zeven maanden. Een projectleider is benoemd om vele perifere projecten rond deze bouwkundige aanpassing in kaart te brengen en op elkaar aan te sluiten. In 2011 is een majeure modernisering van het beveiligingssysteem gerealiseerd. De garantieperiode is ruim achter de rug en de kosten voor onderhoud beginnen sinds 2014 langzaam op te lopen.
Duurzaamheid
Financiële administratie
Het doel is het aspect duurzaamheid te integreren bij beslissingen in alle geledingen van de organisatie. Dit aspect is een standaard vergaderpunt op de agenda van het managementteam. Het meeste laaghangend fruit is inmiddels geplukt (papier, printers, schoonmaakartikelen, koffie, electra en gasbesparingen). RMO is van plan het museum vervroegd van ledverlichting te voorzien indien de terugverdienperiode vijf jaar is of minder. Onderzoek hierover loopt nog.
De financiële administratie wordt gevoerd in Exact Online. Dit is een webbased boekhoudpakket waar bij de dagelijkse invoer en up-time voordelen liggen. De werkstroom voor inkoopfacturen is ondergebracht in NewViews, een online programma dat gelinkt is met Exact Online.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
2011 2012 2013 2014
Gas in m3 Elektriciteit in KWH 127.881 1.082.357 133.717 1.079.984 168.406 1.054.340 109.125 1.012.779
Gebouwenbeheer en Beveiliging Eind 2013 is een aanbesteding gestart voor de schoonmaak. De keuze is gevallen op de firma CSU die vanaf 1 mei de
De kantoorautomatisering wordt verzorgd door OGD uit Delft. Het betreft hierbij de servicedesk, onderhoud op locatie en onderhoud van de servers. In 2014 is een aanbestedingsprocedure gestart. Mocht daaruit een andere leverancier voort komen, dan start deze op 1 juni 2015.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
112
Automatisering
Op de eerste verdieping (‘de omloop Grieken en de Papengrachtzaal’) ligt onder het veertig jaar oude linoleum 800m2 asbesthoudend materiaal. Een tweede, schadelijker soort asbest, is als brandwering aangebracht achter de natuurstenen gevels in de Tempelzaal. Om het asbest te verwijderen is een ingreep nodig waarbij de entree zaal een half jaar sluit, omdat de binnengevel ontmanteld zal worden. Dat betekent dat kassa, toiletten, winkel en café niet bereikbaar zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf adviseert sluiting van museum, vanwege mogelijke asbestbesmetting, trillingen en geluidsoverlast. Dit zal gebeuren na Carthago (11/05). Na de asbestverwijdering is herstel van het casco nodig, waarbij de ambitie is bij de omloop op de eerste verdieping terug te gaan naar de oorspronkelijke architectuur, dus zonder verlaagde systeemplafonds en MDF-wanden voor de stenen muren én voor de ramen die weer uitzicht op het Rapenburg zullen bieden. Het museum gebruikt de periode van sluiting om functies in het gebouw te wijzigen, nieuwe vaste opstellingen te creëren, te werken aan ledverlichting en aan het verbeteren van de brandveiligheid en het klimaat.
‘adem’ heeft. Er kan met een groter gebaar worden vormgegeven. Financiële uitgangspunten
• De asbestverwijdering is voor rekening van het Rijksvastgoedbedrijf.
• Voor investeringen in veiligheidsmaatregelen (brand en
klimaat) heeft het Ministerie van OCW 1,2 miljoen euro ter beschikking gesteld. • Voor de Griekse opstelling en het geschikt maken van de nieuwe expositieruimte (klimaatvitrines, verlichting e.d.) heeft het RMO door goed ondernemerschap een bestemmingsfonds van € 870.000 opgebouwd. • Verbouwing en sluiting van het gebouw zorgen in 2015 voor omzetverlies (minder bezoekers, geen winkel, geen café) én voor minder kosten (geen presentaties, geen PR, huurcompensatie). Vooralsnog is de aanname dat de derving aan inkomsten gelijk is aan de besparing aan kosten.
Museale einddoelen
• De Griekse afdeling wordt verplaatst naar de huidige
tentoonstellingszalen op de eerste en tweede verdieping (rode gedeelte van de plattegrond). Dit is een vermindering van vierkante meters (van 700 naar 540 m2). • De afdeling Romeinen krijgt een facelift. Nieuwe kleuren, nieuw grafisch ontwerp en een aanpassing in objecten. • De Etruskenpresentatie wordt verplaatst naar de Romeinen en zal als Galleria Etrusca een eigen identiteit krijgen. • Door de verplaatsing van de Griekse afdeling ontstaat op de omloop op de eerste verdieping een aaneengesloten ruimte van circa 700 m2 (inclusief de Papengrachtzaal 850m2). Dit wordt de toekomstige ruimte voor tentoonstellingen (gele gedeelte van de plattegrond). Voordelen van de nieuwe ruimte voor tentoonstellingen
• Het is ruimer, zodat internationale (blockbuster-)
tentoonstellingen, die minimaal 800 m2 groot zijn, kunnen worden overgenomen. Dat was met de huidige zalen van 540m2 onmogelijk. • Het is aaneengesloten, waardoor een bezoeker niet uit de sfeer van een expositie gehaald wordt om een verdieping lager of hoger het tweede deel te zien. • Het biedt meer beleving doordat de ruimte meer
t 24/10 IJstijden • Schrijver en wetenschapsjournalist Gemma Venhuizen presenteerde haar nieuwste boek IJstijden. Het boek handelt over de sporen van vroegere ijstijden die vandaag de dag nog in het Nederlandse landschap te zien zijn s t 24/10 Lezing: Merovingische sieraden • Lezing door dr. Martijn Akkerman, juwelenhistoricus en bekend van het programma Tussen Kunst en Kitsch. Hij vertelde over de invloed van Merovingische sieraden op de hedendaagse juweelkunst: van de bijen van Napoleon tot hangers met in goud gevatte Merovingische munten s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Energieverbruik
uitgelicht: Sluiting van het museum in de tweede helft van 2015
t 30/10 Archeologische vondsten terug naar Leiden • De gedeputeerde van de Provincie Zuid-Holland, mr. J.F. Weber, droeg op deze dag de provinciale collectie archeologische vondsten uit Leidse bodem over aan wethouder R.C.L. Strijk van de gemeente Leiden. Hij deed dit door hem symbolisch een replica van chocolade van het ruitermasker van Matilo te overhandigen. De overdracht vond plaats in het RMO, voor de vitrine van het ruitermasker, nu dus eigendom van de gemeente Leiden en in langdurig bruikleen bij het RMO s
113 ri jk s mu se um van o ud he d e n
4.2 Ondersteunende afdelingen
4.3 Bericht uit de Raad van Toezicht
Op de agenda van de Raad van Toezichtvergaderingen stonden naast de reguliere punten enkele aandachtspunten:
• In de eerste vergadering is de conceptakte voor een sta-
•
•
ri jk s mu se um van o ud he d e n
114
weerstandsvermogen als onderdeel van het risicomanagement. • Verbouwing/asbestverwijdering in 2015. Dit is een complexe ingreep met gevolgen voor de logistiek, de collectie en de prestatie-eisen van OCW. De externe projectleider namens het Rijksvastgoedbedrijf heeft in de vergadering van juni de stand van zaken toegelicht.
• • • •
115
De Raad van Toezicht (31/12/2014) Leden: J.T. Hoekema M.W.B. Asscher E. Kortlang I.Sluiter S.P. van den Eijnden
Aantreden 01-04-2010 09-03-2012 09-03-2012 28-03-2013 13-06-2013
Functie Voorzitter Lid Lid Lid Penningmeester
Functie dagelijks leven Burgemeester van Wassenaar Directeur boekhandel Athenaeum Amsterdam Notaris De Clercq advocaten en notarissen Hoogleraar Griekse taal en cultuur Universiteit Leiden Voorzitter college van bestuur Open Universiteit
t 06/11 Griekse poëzie op muziek • Uitverkochte concertlezing door Wieneke Jansen (mezzosopraan), Jan Douwes (bariton) en Casper de Jonge (piano, lezing), in samenwerking met het Nederlands Klassiek Verbond. Gedichten van Sappho, Anacreon en Alcman hebben achttiende- en negentiende-eeuwse dichters geïnspireerd tot het schrijven van hun eigen lyrische poëzie. Componisten als Schubert, Brahms en Wolf hebben deze gedichten op muziek gezet. Waarom werden zij gegrepen door de Griekse poëzie? Op welke wijze komen de Griekse motieven tot uitdrukking in de romantische liedkunst? Deze vragen werden beantwoord in de lezing van Casper de Jonge s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
• Vaststellen van een uitspraak over het noodzakelijke
tutenwijziging besproken, waarin de statuten in lijn zijn gebracht met de Governance Code Cultuur. De statuten zijn nog niet gepasseerd, omdat nog overleg met het ministerie van OCW nodig is. Er is extra aandacht besteed aan de visie, strategie en beleid in de periode tot en met 2018, als het 200-jarig bestaan gevierd wordt. Dit heeft geleid tot een sterkte/ zwakte analyse, waarbij de nationale rol die het museum wil spelen in de Nederlandse archeologie uitvoerig besproken is. De vacature voor een zesde lid met bestuurlijke ervaring in de wereld van de media/journalistiek/ICT en een interesse in de culturele wereld is besproken en staat nog open. De financiering en het riscio van de tentoonstelling Carthago. De financiering van drie Egyptische aanwinsten. De herbenoeming van de accountant (EY) voor een periode van 2 jaar en een optie voor de jaarrekeningen 2015 en 2016. De regierol die het RMO vanaf 2017 gaat krijgen inzake het beheer en het groot onderhoud van de gebouwen.
ja a rve rsla g 2 0 1 4
De directie verschaft de raad, gevraagd en ongevraagd, tijdig en volledig de informatie die nodig is voor een goede taakvervulling, waarbij no surprises het kernbegrip is. Het inhoudelijke beleid en de concretisering ervan maken deel uit van die informatie, naast financiële halfjaarprognoses, managementrapportage, uitnodigingen voor openingen en overige presentaties. De directeur heeft tussentijds overleg met individuele leden. De Raad van Toezicht heeft in 2014 driemaal vergaderd. De attendance was 87%.
t 10/11 Symposium Museums and confinement • Het RMO organiseerde voor ruim 100 aanwezigen een symposium over ‘het museum en zijn beperkingen’, met sprekers uit Parijs, Londen, Edinburgh en Leiden. Elders in dit jaarverslag leest u hier meer over s
4.4 Jaarrekening
Doel is uiteraard een gezonde financiële situatie met een licht positief exploitatieresultaat. Liquiditeit
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 1,3
ri jk s mu se um van o ud he d e n
116
2011 2012 2013 2014 2,1 2,8 4,9 4,8
Financiële toelichting op de jaarrekening 2014 Het recordaantal bezoekers vertaalde zich uiteraard in hogere (in)directe publieksinkomsten. Deze stegen van € 1.990.665 in 2013 naar € 2.363.978 in 2014, vrijwel geheel veroorzaakt door hogere opbrengsten aan de kassa. Het financiële effect van de vele bezoekers vertaalde zich ook in de winkelomzet. Deze steeg met ruim € 200.000 ten opzichte van 2013, een stijging van 33%. Het zelfde vindt plaats bij de catering waar de omzet zo’n € 24.000 omhoog gaat, een stijging van 12%. Bij de catering dient te worden opgemerkt dat het hier 50% van de werkelijke omzet betreft, daar RMO voor dit percentage economisch verantwoordelijk is. De andere helft berust bij de cateraar. Subsidies en bijdragen zijn in 2014 met € 7.188.799 lager dan in 2013 (€ 8.495.357), maar in 2013 is een eenmalige OCW-subsidie ontvangen van € 1.200.000 als gevolg van asbestsanering en brandveiligheidsmaatregelen. Uit het exploitatieresultaat is € 160.000 toegevoegd aan het Bestemmingsfonds Klassieke afdeling, waarmee dit fonds per eind 2014 op ruim € 1.000.000 staat. Uitgaven uit op dit fonds lopen gelijk op met de komende asbestsanering en worden gedaan in 2015 en 2016. In 2014 is vanuit het exploitatieresultaat € 106.000 aan het aankoopfonds toegevoegd. De totale lasten bedroegen in 2014 € 9.399.392 en zijn hoger dan in 2013 (€ 8.893.415), vanwege kosten voor groot onderhoud van de restauratieafdeling (€ 130.000) en hogere kostprijsverkopen bij de winkel (€ 161.000). De aanschafwaarde van de materiële activa bedraagt € 6.256.719. Hiervan is € 5.835.168 afgeschreven, waardoor een boekwaarde overblijft van € 421.000. Er worden geen investeringen van meer dan € 100.000 verwacht, waardoor de boekwaarde vanaf medio 2016 gering zal zijn. Veel grote uitgaven die het museum in het recente verleden heeft gedaan, zoals de uitvoering van het integraal veiligheidsplan en de verbouwing van de Nederlandse afdeling, zijn verwerkt als groot onderhoud. Deze kosten zijn ten laste van het exploitatieresultaat gebracht en drukken derhalve niet op de afschrijvingskosten. Een gevolg daarvan is dat
De liquiditeit is als gevolg van de grote bestemmingsfondsen per eind 2014 hoog met 4.8. Zonder deze bestemmingsfondsen zou de liquiditeit 2.5 bedragen, ruim boven de norm van 1.3. De liquiditeit wordt positief beïnvloed door een bedrag van € 622.601, ontstaan door een verschil in de huursom van de gebouwen tussen 2013 en 2014. In 2014 ging van een aantal panden de huursom omlaag, omdat de afschrijvingstermijn bij het Rijksvastgoedbedrijf beëindigd was. Het ministerie van OCW heeft besloten de huisvestingssubsidie niet aan te passen, maar het verschil te parkeren in een apart bestemmingsfonds. Het effect hiervan op de liquiditeit is 0,4. Bij de toewijzing van het resultaat naar de Algemene Reserve en het Bestemmingsfonds OCW heeft het RMO in 2013 de OCW-richtlijnen gevolgd, zoals in voorgaande jaren. Doordat in 2013 het ministerie besloot dat het Bestemmingsfonds 2009-2012 OCW (€ 1.227.289) een directe bestemming moest krijgen (inmiddels renovatie van de Egyptische opstelling), ontstond door de gebruikte rekenmethode, aangaande de verdeling van het exploitatieresultaat, een negatief saldo van € 102.404 op het bestemmingsfonds OCW per eind 2013. Dit vond het museum een ongewenste situatie en na overleg met en op verzoek van OCW is in 2014 de rekenmethode veranderd naar een verdeling van resultaten op basis van de mutatie reserves, waardoor incidentele subsidies niet meer verstorend werken. Als gevolg hiervan is de Algemene Reserve in 2014 negatief gecorrigeerd met € 296.703 ten gunste van het bestemmingsfonds OCW, dat per eind 2014 positief uitkomt op € 205.917. Rekening houdend met bovengenoemde verandering zou de solvabiliteit op basis van de Algemene Reserve per eind 2013 op 13.4% uitkomen. De solvabiliteit Algemene Reserve bedraagt per eind 2014 11.6% en loopt daarmee na deze correctie licht terug. Weliswaar loopt de Algemene Reserve iets op, maar het balanstotaal neemt in een jaar tijd toe met ruim € 1.100.000, waardoor het percentage zakt. Indien - in theorie - per eind 2014 de bestemmingsfondsen met € 3.400.000 uitgegeven waren, zou de solvabiliteit 21,2% bedragen. Het RMO streeft naar een solvabiliteit tussen 20% en 25%.
BALANS (x € 1.000) per 31/12 2014 2013 Activa Materiele vaste activa 422 757 Voorraden 72 54 Vorderingen 499 952 Liquide middelen 6.489 4.621 Totale activa 7.482 6.384 Passiva Algemene reserve 867 1.153 Bestemmingsreserve/fonds 4.332 3.256 Aankoopfonds 512 409 Voorzieningen - 17 Langlopende schulden 301 454 Kortlopende schulden 1.470 1.095 Totale passiva 7.482 6.384 CATEGORIALE EXPLOITATIEREKENING Baten Subsidies 6.495 7.646 Directe en indirecte opbrengsten 2.364 1.991 Bijdragen uit publieke middelen 161 237 Bijdragen uit private middelen 623 612 Totale baten 9.643 10.486 Lasten Salarislasten 3.112 3.861 Afschrijvingen 338 355 Huisvesting 2.177 2.555 Aankopen 270 229 Overige lasten 3.502 1.893 Totale lasten 9.399 8.893 Rentebaten 29 35 Exploitatiesaldo 273 1.628 Mutatie Aankoopfonds -106 -40 Bestemmingsfondsen Dotaties -220 -1.260 Bestemmingsfondsen Onttrekkingen 75 Bedrijfsresultaat na mutatie reserve
22
328
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Doel 2012 2013 2014 Positief € 52.000 € 328.000 € 22.000
het balanstotaal per eind 2014 (€ 7.481.877) voor 86,7% uit liquide middelen bestaat (€ 6.488.999). Als de aanstaande renovaties achter de rug zijn, zullen de bestemmingsfondsen voor asbestsanering/ brandveiligheid, de renovatie van de Egyptische opstelling en de Klassieke afdeling uitgeput zijn en zakken de liquide middelen met circa € 3.400.000.
117 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Resultaat na mutatie reserves (bedrijfsresultaat)
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ri jk s mu se um van o ud he d e n
118 ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Bijlagen 119
ri jk s mu se um van o ud he d e n
120
2014/17 2014/18 2014/19 2014/20 2014/21 2014/22 2014/23 2014/24 2014/25 2014/27 2014/28 2014/29 2014/30 2014/31 2014/32 2014/33 2014/34 2014/35 2014/36 2014/37 2014/38 2014/39 2014/40 2014/41 2014/42
Dordrechts Museum Dordrecht Groninger Museum Groningen Noordelijk Archeologisch Depot Nuis Groningen Fries Museum Leeuwarden Naturalis Biodiversity Centre Leiden Centre Céramique Maastricht Provinciaal Depot Limburg Maastricht Bureau Archeologie en Monumenten Nijmegen Gelders Archeologisch Depot Nijmegen Archeologie Stichting Stein Stein Archeologie Gemeente Utrecht Utrecht Prov. Depot v. bodemvondsten Utrecht Utrecht Museum Het Rondeel Rhenen Agentschap Onroerend erfgoed Zellik (Be) Gemeentemuseum Helmond Helmond Arch. Centrum Eindhoven en Helmond Eindhoven Gemeente Breda Breda Erfgoed Gemeente Utrecht Utrecht Gemeente Zutphen Zutphen EYE Film Instituut Amsterdam Boijmans van Beuningen Rotterdam Groninger Museum Groningen Universitaire Bibliotheken Leiden Leiden Ned. Instituut voor het Nabije Oosten Leiden Musée de Carthage Tunis (Tun)
Tentoonstelling Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen
Aantal 1 1 30 1 18 9 7 17 11 19 10 1 233 56
Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Gouden Middeleeuwen Bij nader inzien Bij nader inzien Bij nader inzien Bij nader inzien Bij nader inzien Carthago Carthago Carthago 75 jaar NINO 75 jaar NINO Carthago
4 1 7 4 12 7 21 2 1 68 7 9 1 3 1 21 3 8 15 11 1 1 1 15 85 78
t 09/11 Podium Pitch • Culturele talkshow op zondagmiddag, gepresenteerd voor de tempel door Yael Vinckx s
Reg.nr. Instelling Plaats 2014/43 Musée du Bardo Tunis (Tun) 2014/44 Musée du Louvre Parijs (Fr) 2014/45 British Museum Londen (GB) 2014/46 Collectie Tusa Palermo (It) 2014/47 Rijksmuseum Amsterdam Amsterdam 2014/48 De Nederlandsche Bank Amsterdam 2014/49 Universitaire Bibliotheken Leiden Leiden 2014/50 Koninklijke Bibliotheek Den Haag Den Haag 2014/51 Koninklijk Oudheidkundig genootschap Amsterdam 2014/52 Allard Pierson Museum Amsterdam 2014/53 Collectie Roald Docter Gent (Be) 2014/54 IJstijdenmuseum Buitenpost 2014/55 Collectie A. van den Ban Hellevoetsluis 2014/56 Collectie A. van den Ban Hellevoetsluis 2014/57 Gallo-Romeins Museum Tongeren (Be) 2014/58 Kulturelles Erbe Rheinland-Pfalz Mainz (Du)
Tentoonstelling Carthago Carthago Carthago Carthago Carthago Carthago Carthago Carthago Carthago Carthago Carthago IJstijd IJstijd IJstijd
IJstijd IJstijd 2014/59 Museon Den Haag IJstijd 2014/60 Naturalis Biodiversity Centre Leiden IJstijd 2014/61 North Sea Fossils Urk IJstijd 2014/62 Collectie R. Hessing Den Haag IJstijd 2014/63 Universiteit Tübingen Tübingen (Du) IJstijd 2014/64 Rijksmuseum Volkenkunde Leiden IJstijd 2014/65 Collectie W. Langendoen Oostvoorne IJstijd 2014/66 Noordelijk Archeologisch Depot Nuis Bij nader inzien 2014/67 Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Middelburg Bij nader inzien 2014/68 Prov. Depot Bodemvondsten Overijssel Deventer Bij nader inzien 2014/69 Provincie Noord-Holland Haarlem Bij nader inzien 2014/70 RCE Depot Scheepsarcheologie Lelystad Bij nader inzien 2014/71 Gelders Arch. Depot/Museum Valkhof Nijmegen Bij nader inzien 2014/72 GIA Groningen Bij nader inzien 2014/73 Particulier Hilversum Bij nader inzien Prov. Archeologisch Depot Z-Holland Alphen a/d Rijn Bij nader inzien 2014/74 2014/75 Universiteit Leiden Leiden Bij nader inzien 2014/76 Eicha Museum Bergeijk Bij nader inzien 2014/77 Herinneringscentr. Kamp Westerbork Hooghalen Bij nader inzien 2014/78 Stadsmuseum Leidschendam Voorburg Voorburg Bij nader inzien 2014/79 Gemeentemuseum De Tiendschuur Weert Bij nader inzien 2014/80 Dienst Archeologie Den Haag Den Haag Bij nader inzien Totaal
Aantal 73 3 14 1 13 46 7 4 1 3 12 7 1 1 1 1 9 21 3 1 1 5 10 45 13 15 1 61 10 59 10 112 10 3 10 1 4 14 1407
t 11/11 Lezing: Satricum tentoongesteld • Door prof. dr. Marijke Gnade (Universiteit van Amsterdam). Ze vertelde over Satricum, een Latijnse stad, bekend uit de antieke literatuur. Sinds de negentiende eeuw onderzoeken wetenschappers de ruïnes van de stad. Het onderzoek wordt sinds 1990 geleid door Gnade, die in de zomer van 2014 in Satricum een tentoonstelling over 36 jaar Nederlands archeologisch onderzoek opende s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Reg.nr. Instelling Plaats 2014/01 Curtis Museum Alton (GB) 2014/02 Museum aan de Stroom Antwerpen (Be) 2014/03 Kon. musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel (Be) 2014/04 Landesmuseum für Vorgeschichte Halle (Du) 2014/05 Museum Burg Linn Krefeld (Du) 2014/06 British Museum Londen (GB) 2014/07 Maidstone Museums Maidstone (GB) 2014/08 Musée Archéologique de Namur Namen (Be) 2014/10 Bibliotheque Nationale de France Parijs (Fr) 2014/11 Gallo Romeins Museum Tongeren (Be) 2014/12 Prov. Archeologisch Depot Z-Holland Alphen a/d Rijn 2014/13 Bijzondere Collecties UvA Amsterdam 2014/14 De Nederlandsche Bank Amsterdam 2014/15 Drents Museum Assen 2014/16 Gemeentemuseum Den Haag
121 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
bijlage i: Overzicht inkomende bruiklenen
ri jk s mu se um van o ud he d e n
122
Aantal 4 5 1 22 2 1 14 68 1 1 24 260 285 6 7 3 2 1 2 31 1 64 64 3 2 5 7 29 2 1 5 1 2 6 2 91 260 1285
t 12/11 Studiemiddag Ovidius’ Metamorphosen • Georganiseerd door en in samenwerking met reisorganisatie Antiek Toerisme. Programma: • Inleiding op de Metamorphosen door Hans Smolenaars • Gedachten bij het vertalen van deze virtuoze tekst door Marietje d’Hane-Scheltema • De doorwerking van enkele verhalen op literatuur uit latere tijd door Fanny Struyk • Six Metamorphoses van Benjamin Britten, uitgevoerd door violiste Suzanne Groot s
Instelling Plaats Allard Pierson Museum Archeologiestichting Pater Munsters Katwijks Museum Museum Boerhaave Museum De Koperen Knop Museum Flehite Museum Klok&Peel Asten Bijbels Museum Nederlands Museum voor Glas en Glastechniek Museum Swaensteyn Thermenmuseum Heerlen De Casteelse Poort Museum de Dorpsdokter Veluws Museum Nairac Stedelijk Museum Het Domein Koninklijke Houtvesterij Het Loo Museum Het Valkhof Gemeentemuseum Het Rondeel Museum Het Rembrandthuis Museum Dorestad
Aantal Amsterdam Stein Katwijk Leiden Hardinxveld-Giessendam Amersfoort Asten Amsterdam Lelystad Voorburg Heerlen Wageningen Hilvarenbeek Barneveld
76 4 28 8 11 4 4 67 13 76 1 6 6 18
Sittard 24 Apeldoorn 14 Nijmegen 45 Rhenen 21 Amsterdam 15 Wijk bij Duurstede 295 Stedelijk Gymnasium Leiden Leiden 4 Erasmiaans Gymnasium Rotterdam 10 Stichting Goereese Gemeenschap Goedereede 15 Stadsmuseum IJsselstein IJsselstein 8 Zoutmuseum Delden 5 Gemeente Maastricht, Dienst SOG Maastricht 64 Oudheidkundige Vereniging Salehem Zelhem 6 Nationaal Hunebedden Informatiecentrum Borger 23 Limburgs Museum Venlo 263 Puttens Historisch Genootschap Putten 23 Universiteitsmuseum Groningen Groningen 2 Den Haag 14 Museon Stichting De Valkenburgse Toren Valkenburg 84 Zeeuws Museum Middelburg 2 Gemeente Katwijk Katwijk 23 Natuurcentrum De Maashorst Slabroek 1 Historisch Museum Den Briel Brielle 6 Stadsmuseum Steenwijk Steenwijk 4 LVR-Römermuseum Xanten (Du) 4 Veluws Streekmuseum Epe 5
t 16/11 Lancering kinderboek: Wille Wete Romeinen • Op deze zondag presenteerden kinderboekenschrijfster Suzan Boshouwers en illustrator Veronica Nahmias hun nieuwe boek Wille Wete Romeinen. Dat deden ze met een voorleesvoorstelling en tekendemonstraties. Kinderen konden de Wille Wete Romeinenspeurtocht volgen, die het museum bij het boek maakte. Wille Wete Romeinen is uitgeven door Uitgeverij Clavis en is gemaakt in samenwerking met het RMO s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Reg.nr. Instelling Plaats Tentoonstelling 2014/01 Fundación la Caixa Barcelona (Sp) Mediterraneo 2014/04 Rheinisches Landesmuseum Bonn Bonn (Du) Gebrochener Glanz 2014/05 Museum of Cycladic Art Athene (Gr) Hygieia 2014/06 Centre Céramique Maastricht De Vikingen Komen 2014/07 Museum Kunstpalast Düsseldorf (Du) Art and Alchemy - The Secret Love 2014/08 Stadt Aken Aken (Du) Karls Kunst 2014/09 Stadt Aken Aken (Du) Orte der Macht 2014/10 CODA Apeldoorn Apeldoorn Grafheuvels op de Veluwe 2014/11 Drents Museum Assen Mummies 2014/13 Rheinisches Landesmuseum Bonn Bonn (Du) Gebrochener Glanz 2014/14 Provinciaal Arch. Centrum Ename Oudenaarde (Be) De erfenis van Karel de Grote 2014/15 Fundación la Caixa Barcelona (Sp) Fascinating Mummies 2014/16 Vapriikki Tampere Tampere (Fi) Aphrodite's Beautycase 2014/17 Limesmuseum Aalen Aalen (Du) Gebrochener Glanz Louis Couperus Museum Den Haag Psyche en Fidessa 2014/18 2014/19 Drents Museum Assen Hier kom ik weg 2014/20 Provincie Arch. Depot Zuid-Holland Alphen a/d Rijn Cold cases 2014/21 Museum Eicha Bergeijk Bergeijk Presentatie zwaard 2014/22 Dordrechts Museum Dordrecht Overdracht 2 objecten Dordrecht 2014/23 Museum Het Valkhof Nijmegen Holdeurn 2014/24 Stadsmuseum Gent Gent (Be) Maquettes. Architectuur op schaal 2014/25 Thermenmuseum Heerlen Heerlen De eerste boeren 2014/26 Museum Het Domein Sittard De eerste boeren 2014/27 Havenbedrijf Rotterdam Rotterdam Container 2014/28 NTR Geschiedenis Quiz Leiden Opnames Grote Geschiedenis Quiz 2014/29 Archäologisches Museum Hamburg Hamburg (Du) Mythos Hammaburg 2014/30 Museum Jan Cunen Oss Paalgraven - Vorst van Oss 2014/31 TGV teksten en presentatie Leiden Expeditie Steentijd 2014/32 UB Leiden Leiden Books, Crooks and Readers 2014/34 Haags Historisch Museum Den Haag Rivalen aan het Haagse hof 2014/37 Stadsmuseum Woerden Woerden Romeins helm Roemer- und Pelizaeus-Museum Hildesheim (Du) Die Entstehung der Welt 2014/38 2014/40 Landesmuseum Hannover Hannover (Du) High Tech Romeinen 2014/41 St. OLV ter Nood in Tilburg Tilburg Op handen gedragen 2014/42 UvA, Fac. der Geesteswetenschappen Amsterdam Opleiding glasrestauratie 2014/43 Biodiversity Centre Naturalis Leiden Determinatie gesneden stenen 2014/44 Faculteit Arch. Univ. Leiden Leiden College / onderzoek scherven Totaal
bijlage iii: Overzicht uitstaande langdurige bruiklenen per 31/12/2014
123 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
bijlage ii: Overzicht kortlopende bruiklenen
bijlage iv: Externe nevenfuncties
ri jk s mu se um van o ud he d e n
124
Particulier Wassenaar Historisch Museum Ede Museum Winterswijk Maerlant-Lyceum Streekmuseum De Roode Tooren Nationaal Militair Museum Archeologisch Museum Haarlem Provincie Noord-Holland Totaal
Aantal Delft Rijswijk Grevenbicht Groningen Great Yarmouth (GB) Mariemont (Be) Alphen a/d Rijn Tiel Assen Woerden 39 Bologna (I) Arcen Lunteren Wijchen 1 Ede Winterswijk Den Haag Doesburg Soest Haarlem Castricum 1589
3 15 1 7 6 2 12 16 6 2 35 3 10 103 12 5 1 1 5 1 7
Conservator Nederland prehistorie Luc Amkreutz
Conservator Egypte Maarten Raven
• Projectleiding Odysseeproject Terug naar de Bandkeramiek • Projectlid uitwerking opgraving Maastricht-Cannerberg
• Bijzonder hoogleraar Museologie van het oude Egypte,
(i.s.m. Universiteit Leiden en Archol) • Lid onderzoeksgroep Noordzee (i.s.m. RCE en Universiteit Groningen) • Voorzitter/organisatie van de Steentijddag • Bestuurslid Stichting Reuvens Restaurator Renske Dooijes
• Assistant-coördinator ICOM-CC working group Glass & Ceramics
• Docent en coördinator masteropleiding Conservering en restauratie van cultureel erfgoed (UvA)
Conservator Klassieke Oudheid Ruurd Halbertsma
• Bijzonder hoogleraar Museale aspecten van de Archeologie,
Universiteit Leiden
• Lid Raad van Toezicht van de Stichting Friends of Saqqara • Lid algemeen bestuur Ex Oriente Lux • Field director opgravingen in het Nieuwerijks grafveld van Sakkara
Directeur Wim Weijland
• • • • •
Voorzitter Museumoverleg Leiden Lid bestuur Vereniging Rembrandt Lid landelijk bestuur Open Monumentendag Lid Nationale Unesco Commissie Lid bestuur VSB Vermogensfonds/Raad van Toezicht VSB donatiefonds • Lid curatorium Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten
Universiteit Leiden
Conservator Egypte Lara Weiss
Antiquorum, KNAW
• Lid Raad van Toezicht van de Stichting Friends of Saqqara
• Secretaris Nederlandse commissie Corpus Vasorum • Corresponderend lid Royal Cast Collection, Copenhagen • Referent Ministero dell’ Instruzione, dell’Università e
della Ricerca, Roma • Lid internationale studiegroep Lasimos (Universiteiten Pisa en Parijs) • Commissielid HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen), Universiteit Leiden • Regent Bethlehemhof, Leiden Hoofd collecties en onderzoek Pieter ter Keurs
Conservator Nederland Middeleeuwen Annemarieke Willemsen
• Continental Representative Finds Research Group, Brussel
• Lid Onderzoeksschool Mediëvistiek
Museum, Londen Lid dagelijks bestuur LeidenGlobal Bestuurslid RoMeO Lid commissie Gerbrands lezing Lid raad van advies van de Stichting Friends of Saqqara Bijzonder hoogleraar Antropologie van materiële cultuur, Universiteit Leiden
Conservator Nabije Oosten Lucas Petit
• Lid Oursi hu-beero (‘Het Grote Huis’) Project, Burkina Faso
• Adviseur opgravingen op Horvat Kur, Israël • Onderzoeker Tel Rehov Regional Project, Israël
t 21/11 Veenhoflezing: De inscriptie van Bisotun, poort naar het Oude Nabije Oosten • De jaarlijkse Veenhoflezing werd gegeven door dr. Wouter Henkelman (École Pratique des Hautes Études, Parijs). Zijn lezing ging over de rots van Bisotun, de ‘plaats der goden’. Hier liet koning Darius I rond 520 v.Chr. een monumentale inscriptie aanbrengen. De tekst was gesteld in het Elamitisch, met veel ontleningen uit het Oud-Iraans. Later werden Oud-Perzische en Akkadische versies van de tekst
125
Groot-Brittannië
• Lid begeleidingscomité NACIP depotproject KMKG
• Lid editorial board Critical Museum Studies, Horniman • • • • •
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Instelling Plaats Delfluent Services B.V. Museum Rijswijk Gemeente Sittard-Geleen Noordelijk Scheepvaartmuseum Time&Tide Museum Musée Royal de Mariemont Provincie Zuid Holland Flipje en Tiel Museum Drents Museum Stadsmuseum Woerden Archeon Alphen a/d Rijn Museo Civico Archeologico di Bologna Stichting het Limburgs Landschap Museum Oud Lunteren Museum Kasteel Wijchen
toegevoegd. Dankzij deze meertaligheid werd de inscriptie in de 19de eeuw een cruciale factor in de ontcijfering van het Oud-Perzische spijkerschrift en daarmee het Sumero-Babylonisch. In de 21ste eeuw valt er opnieuw veel te leren van deze teksten. Een van de hoofddoelen van het huidige Bisotunproject is het uitbrengen van een nieuwe teksteditie waarin de meertaligheid een belangrijke rol speelt s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
bijlage iii: Overzicht uitstaande langdurige bruiklenen per 31/12/2014
bijlage v: Publicaties Carthago, in: R. Docter, R. Boussoffara en P. ter Keurs (red.), Carthago. Opkomst en ondergang, Zutphen, 118125.
• Bij nader inzien, column in Archeologie Magazine 1, 55. • Met E. van Ginkel, Bij nader inzien. Nieuw onderzoek naar • • •
ja a rve rsla g 2 0 1 4
•
126
• • •
oude opgravingen. RMO Magazine 37, 20-25. Met E. van Ginkel, Bij nader inzien. Nieuw onderzoek naar oude opgravingen. Publicatie in opdracht NWO, Rijksmuseum van Oudheden, Leiden. Het (Stone)henge van Brabant, column in Archeologie Magazine 3, 55. From Vollgriffschwert to lightsaber, in: C.C. Bakels, K. Fennema, M. Wansleeben, J. Porck, We discovered that. Liber amicorum Hans Kamermans, 13-18. Verdwaalde vuistbijl, column in Archeologie Magazine 5, 55. Ontdek de ijstijd, in: H. Van Straaten. Bor en Veer in de IJstijd, Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, 22-23. IJstijd: bibberen in het museum, RMO Magazine 38, 28-30. Met van Wijk en P. van de Velde (red.) ‘Vergeten’ Bandkeramiek. Een Odyssee naar de oudste neolithische bewoning in Nederland, Leiden.
Restaurator R. Dooijes
• Restauratie van glas, RMO Magazine 37, 10-12.
ri jk s mu se um van o ud he d e n
Conservator Klassieke wereld Ruurd Halbertsma
Hoofd collecties en onderzoek Pieter ter Keurs
• Introductory Remarks in: T. Bampilis en P. ter Keurs (red), • • • •
Social Matter(s). Anthropological Approaches to Materiality, Wenen/Zürich, 3-8. LIT Verlag, Wien, Zürich. Entanglement: Reflections on People and Objects in: T. Bampilis en P. ter Keurs (red), Social Matter(s). Anthropological Approaches to Materiality, Wenen/Zürich, 45-60. Met R. Docter en R. Boussoffara (red), Carthago. Opkomst en Ondergang, Zutphen. Carthago: handel, politiek en mythevorming, RMO Magazine 38, 4-9. Hannibal, inspiratiebron. De Norman Schwarzkopf van de oudheid, De Groene Amsterdammer, bijlage 27/11, 6-7.
Restaurator Helbertijn Krudop
• Een Neogrec juwelenkast van Koningin Sophie uit de collectie van Paleis Het Loo: restauratie en onderzoek, in: Neostijlen in het interieur 1850-1900. Pierre Cuypers en tijdgenoten, bundel verschenen n.a.v. tiende nationale symposium Stichting Ebenist.
• Greek Vases in the Low Countries. An Assessment of Col-
• • • • • • • •
lecting Policies, in: S. Schmidt en M. Steinhart (red.), Sammeln und Erforschen. Griechische Vasen in neuzeitlichen Sammlungen, Beihefte zum Corpus Vasorum Antiquorum Band VI, München, 73-83. Gemmen en cameeën, RMO Magazine 37, 13-15. Een aanwinst uit Cyprus, RMO Magazine 37, 18. Een reisje langs de Rijn, Amphora 2, 5. De grenzen van Augustus’ macht, Archeologie Magazine 3, 24-27. Une très belle tête de Bacchus indien, Bulletin Vereniging Rembrandt 24-2, 14-17. De laatste adem van Augustus, NRC-Handelsblad, 20/8, 24. Een held met vele gezichten: Heracles in de antieke kunst, Lampas 47, 299-310. Het schip van Mahdia, in: R. Docter, R. Boussoffara en P. ter Keurs, P. (red.), Carthago. Opkomst en ondergang, Zutphen, 84-89.
Conservator Nabije Oosten Lucas Petit
• An archaeological Historiography of Khirbet et-Tell, Palestine
and the ongoing search for the Biblical city of Ai, in: B. Wagemakers (red.), Archaeology in the land of tells and ruins, Oxford, 41-57. • Met J. Eidem, Bron van de beschaving, Phoenix 59-3, 1421. • Oud en verzameld. Nederlandse collecties uit het oude Nabije Oosten in: O.E. Kaper en J.G. Dercksen (red.), Waar de geschiedenis begon: Nederlandse onderzoekers in de ban van spijkerschrift, hiërogliefen en aardewerk, Leiden, 73-87. • Recensie: G. Vörös en I. Machaerus, History, archaeology and architecture of the fortified Herodian royal palace andc ity overlooking the Dead Sea in Transjordan. Final report of the excavations and surveys 1807-2012, Milaan 2013, in: Bibliotheca Orientalis LXX No 5-6, 559-562.
• Recensie: Novacek, G. Ancient Israel. Highlights from
the collections of the Oriental Institute of the University of Chicago, 2011, in: Bibliotheca Orientalis LXX No 5-6, 555559. • Phoenicia: Van doorgeefluik tot handelsmacht, in: R. Docter, R. Boussoffara en P. ter Keurs (red.), Carthago. Opkomst & Ondergang, Zutphen, 16-25. • The Dutch and the ancient Near East. E-newsletter The ancient Near East today, Vol. II, No. 10. American schools of oriental research (http://asorblog.org/the-dutch-andthe-ancient-near-east). Conservator Egypte Maarten Raven
• Women’s beds from Deir el-Medina, in: B. Haring, O.
Kaper en R. van Walsem (red.), The workman’s progress, Studies in the village of Deir el-Medina and documents from western Thebes in honour of Rob Demarée, Egyptologische Uitgaven 28, Leiden/Leuven, 191-204. • In samenwerking met R. van Walsem, The tomb of Meryneith at Saqqara, PALMA 10, Turnhout. • Recensie: Ägypten, Nubien und die Cyrenaika. Die imaginäre Reise des Norbert Bittner (1786-1851), Ruhpolding/ Mainz 2012, in: Bibliotheca Orientalis 71.1-2, 66-70. • Eenheid in verscheidenheid: veertig jaar opgraven in het Nieuwerijks grafveld van Sakkara, in: O.E. Kaper en J.G. Dercksen (red.), Waar de geschiedenis begon, Nederlandse onderzoekers in de ban van spijkerschrift, hiërogliefen en aardewerk, Leiden, 325-338. • Een shabti van koning Taharka / Fragment van een godenschrijn / Zitbeeldje van Ninetjer, RMO Magazine 38, 12-14. Conservator Egypte Lara Weiss (vanaf 01/10)
• The Power of the Voice, in: B. Haring, O. Kaper, en R. van
Walsem (red.) Studies in Hieratic and the Documents of Deir el-Medina. Egyptologische Uitgaven 28, Leiden, 291303.
Conservator Nederland Middeleeuwen Annemarieke Willemsen
• De wereld van de gesp van Rijnsburg, RMO Magazine 37, 4-9.
• Met liefde geschonken: Een bijzonder middeleeuws mes, RMO Magazine 37, 19.
• De onbekende rijkdom van de Merovingische wereld, COLLECT mei, 154-159.
• Gouden Middeleeuwen in Leiden, Archeologie Magazine 2, 20-26.
• Glas-met-lood, column in Archeologie Magazine 2, 55. • Met N. IJssennagger, Gouden tijden: De Vroege Middeleeuwen als tentoonstelling, Madoc 28-1, 51-56.
• Riembeslag, in: M. Weel & W. Lensink, Goed gevonden: Een • • •
• • • • •
historie van archeologen en ‘amateurs’, Goudriaan, 256259. Dorestad, het noordelijkste emporium van het Karolingische rijk, in: D. Callebaut en H. van Cuyck (red.), De erfenis van Karel de Grote 814-2014, Gent, 209-213. Fibel von Dorestad (Scheibenfibel), in: P. van den Brink en S. Ayooghi (red.), Karl der Grosse/Charlemagne - Karls Kunst, Aachen, 212-214. Eimer, Pflugschar, Sichel, Bügelschere, Beil, Tatinger Kanne, Goldglasbecher, Zwei Reticellaschalenfragmente und marmoriertes Glas, Zwölf Spielsteine, Würfel, Spielstein, Schreibtafel, in: F. Pohle (red.), Karl der Grosse/Charlemagne, Aachen, 86-224. Recensie van: M.L. Bailey, Socialising the Child in Late Medieval England, 1400–1600. Woodbridge 2012, in: Speculum 89-3, 736-737. Verandering van vermaak doet spelen, Nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding in Romeins Nederland, in: W. Hupperetz et al (red.), Van Rome naar Romeins, Zwolle, 168-172. Nieuwe vondst van een bijzonder middeleeuws mes, Archeologie Magazine 4, 52-54. Herdershandschoenen, column in Archeologie Magazine 4, 49. Pauselijke bul, column in Archeologie Magazine 6, 57.
Projectleider Tanja van der Zon
• Fenicische gezichtskralen, RMO Magazine 38, 10-11. • Van idee tot tentoonstelling, Archeologie Magazine 6, 3234.
• Gouden Middeleeuwen, Nederland in de Merovingische wereld, Zutphen.
• Met H. van Straaten, Mo en Spits naar de Middeleeuwen (Gouden Boekje), Amsterdam.
t 23/11 Boekpresentatie Jona Lendering • Bij wijze van presentatie van Israël verdeeld, het nieuwe boek van Jona Lendering (Livius Onderwijs), werden deze middag voor 200 toehoorders twee lezingen over oudheidkundige wetenschapsvoorlichting gegeven. Jürgen Zangenberg (hoogleraar Cultuur en Geschiedenis van het Antieke Jodendom aan de Universiteit Leiden) sprak over de opgraving als educatief evenement. Jona Lendering behandelde de vraag of Jezus van Nazaret echt bestond,
om te illustreren hoe verwaarlozing van voorlichting de oudheidkundige disciplines in problemen brengt. Hierna werd het eerste exemplaar van Israël verdeeld aangeboden aan Joost van Kasteren, voorzitter van de Vereniging van Wetenschapsjournalisten in Nederland s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
• Buitenlanders op een vreemde kust: de herontdekking van
127 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Conservator Nederland prehistorie Luc Amkreutz
ri jk s mu se um van o ud he d e n
128
25/01 Leiden, Steentijddag: Persistent traditions. Neolithisatie in de wetlands 13/02 Leiden, RMO: Wat van ver komt. Een blik op prehistorische uitwisseling en exotica. 01/03 Apeldoorn, CODA grafheuvelsymposium: Het bekergraf van Niersen. 18/03 Leiden, RMO, Vereniging wetenschapsjournalisten: Prehistorisch Nederland onder de loep 22/05 Oss, Gemeentehuis: Vorsten vinden 03/06 Amersfoor, RCE: Vergeten onderzoeken van de Bandkeramiek 05/10 Leiden, RMO: Hoe overleef je de ijstijd 09/11 Sittard, congres: What’s new about the Linearbandkeramik culture in the Meuse-Rhine region? 24/11 Brugge,Vlaams Instituut voor de Zee: Prehistorische landschappen, bewoning en migratie. Kansen voor onderzoek in de zuidelijke Noordzee, i.s.m. Bjørn Smit (RCE) Conservator Klassieke wereld Ruurd Halbertsma 17/01 Leiden, Historische kring: Nieuw licht op een oude camee 20/01 Leiden, Dispuut Reuvens: Caspar Reuvens in het licht van zijn tijd 07/02 Leiden, RMO Ladies Night: Diamonds are a girl’s best friend 13/02 Leiden, RMO: Handelsroutes in Germania Inferior 14/03 Leiden, ICLON: Archeologie in een museum 18/03 Leiden, RMO Week vd Klassieken: Triomf en tragedie: de Constantijnscamee 16/04 Leiden, Sociëteit Amicitia: Constantijns dynastie: nieuw licht op een oude camee 15/04 Leiden, HOVO onderwijs: Generaal Varus en de verloren legioenen van Augustus 11/05 Leiden, Museumjeugduniversiteit: Hoe gymden de oude Grieken? 22/05 Leiden, dispuut Boomstaf: Constantijn de Grote: politieke boodschappen op gesneden agaat 26/05 Leiden, ICLON: Van Archaeologisch Cabinet naar Rijksmuseum van Oudheden 11/06 Parijs, École du Louvre: Admiration and indignation: calvinistic approaches to classical sculpture in the Netherlands 18/06 Leiden, Stedelijk Gymnasium, locatie Athene: De camee van Constantijn 19/06 Leiden, Stedelijk Gymnasium, locatie Socrates: De camee van Constantijn
14/07 Leiden, Rotary: Gemmen en cameeën van Utrecht naar Leiden 29/09 Leiden, RMO, Tijdvakkenlezing: De mens is de maat van alle dingen 01/10 Leiden, RMO: Cypriot Independence Day, A Cypriot head in the National Museum of Antiquities 17/10 Leiden, RMO, Congres Zenobia: De Gemma Constantiniana in Leiden 03/11 Leiden, HOVO: De herontdekking van Carthago 24/11 Leiden, ICLON: De nieuwe Griekse afdeling 04/12 Leiden, AVRO kunst en cultuur: Jean-Emile Humbert en Carthago 09/12 Leiden, Universiteit Leiden: Carthago, opkomst, bloei en ondergang 18/12 Leiden, RMO: Carthage, Augustus and Virgil. A triangle of poetry and topography Conservator Nabije Oosten Lucas Petit 12/01 Leiden, RMO: Petra. Wonder in de woestijn 12/01 Leiden, Museumjeugduniversiteit: Waarom bouw je een stad in een woestijn? 14/01 Leiden, RMO: Petra van voor de Nabateërs 21/01 Arnhem, Ex Oriente Lux: Neo-Assyrische reliëfs in het RMO 13/02 Leiden, RMO: De Nabateeërs. Een uitzonderlijk handelsvolk 20/02 Heemskerk, Casca lezing: Petra. Wonder in de woestijn 26/02 Leiden, RMO, vrienden ANVR: Petra. Wonder in de woestijn 26/02 Rotterdam, Ex Oriente Lux: De nieuwe Nabije Oosten-afdeling 18/03 Leiden, RMO: Zonder lans en zwaard. Keizer Trajanus en het machtige Nabatese Rijk 11/06 Bazel, 9ICAANE congres: The renewal of the permanent Anciet Near East gallery in the Dutch National Museum of Antiquities 13/06 Bazel, 9ICAANE congres: Tell Damiyah. A small settlement with a remarkable international role, or not? 29/09 Leiden, RMO, tijdvakkenlezing: Waar ligt de oudste stad ter wereld?
t 24/11 Boekpresentatie Maarten van Rossem • Maarten van Rossem presenteerde voor een volle zaal met een mengvorm van een lezing en een one man show zijn nieuwe boek Europa volgens Maarten van Rossem s
Hoofd Collecties en Onderzoek Pieter ter Keurs 12/05 Parijs, École du Louvre: Biographies des Cultures: Style et Agency 16/10 Leiden, Centre for International Heritage Activities: Challenging the Past and Coping with the Present 09/12 Leiden, RMO: Carthago: Mythe en werkelijkheid Conservator Egypte Maarten Raven 06/04 Leiden, Museumjeugduniversiteit: Hebben mummies een tweede leven? 17/05 Leiden, Sakkaradag: Het graf van Meryneith. Wat heeft het ons geleerd? 06/06 Brussel, ArtConnoisseurs: Unity and diversity: 40 years of excavations in the New Kingdom necropolis at Saqqara 22/11 Leiden, RMO, zakenvrienden Museo Egizio Turijn: Unity and diversity: 40 years of excavations in the New Kingdom necropolis at Saqqara 01/12 Leiden, LIAS: Khnum the creator god, about the origin of an iconographical motif Conservator Egypte Lara Weiss (vanaf 01/10) 07/10 Leiden, studenten uit Münster: De Egyptecollectie Conservator Middeleeuwen Annemarieke Willemsen 13/02 Leiden, RMO: Het verrassende handelsnetwerk van de Vroege Middeleeuwen 06/05 Leiden, RMO: Gouden Middeleeuwen achter de schermen 04/06 Alphen a/d Rijn, Vrienden Archeon: Laatmiddeleeuwse bling-bling, sierbeslag 1300-1600 06/06 Leeuwarden, Fries Museum: The range and the mazes of the early-medieval trade network 12/06 Oegstgeest: Opgravingen in Oegstgeest in de context van de vroegmiddeleeuwse Rijnmond 04/07 Leiden, Dorestad Congress: Looking for Merovingian royal graves in the Low Countries 13/07 Leiden, Museumkaart: Gouden Middeleeuwen 26/08 Tongeren, Gallo-Romeins Museum: Wie waren de Vikingen? 02/09 Rotterdam, Numismatische Kring: De archeologische waarde van Merovingisch goud en geld 11/09 Istanbul, congres EAA: Access to luxury goods in rural areas in the early-medieval Netherlands
13/09 Istanbul, congres EAA: Uses and users of gloves and mittens in Northwestern Europe 24/09 Doorn, Kunstkring: Gouden Middeleeuwen, Nederland in de Merovingische wereld 28/09 Leiden, Leidsch Dagblad: Gouden Middeleeuwen 01/10 Amsterdam, UvA: Daily Life at Medieval and Renaissance Universities 13/10 Amsterdam, Numismatische Kring: Gouden Middeleeuwen 23/10 Tongeren, Gallo Romeins Museum: Wij noemen hen Vikingen 24/10 Gouda, Onderzoeksschool Mediëvistiek: Golden Middle Ages 08/11 Utrecht, Firapeel: De verre reizen van de Vikingen 18/11 Brussel, Vrij Universiteit: Tinnen speelgoed: vondsten, productie & functie 20/11 Cambridge, Society for the History of Universities: Daily Life at Medieval and Renaissance Universities 25/11 Londen, Society Jewellery Historians: Jewellery in the Netherlands, AD 400-1000 08/12 Leiden, Universiteit (Museumstudies): A glove for every hand? Projectleider Presentaties Tanja van der Zon 21/01 Leiden, Nestores Utrecht: Petra. Wonder in de Woestijn 25/01 Leiden, Expat Group DFAS: Petra. Wonder in the desert 10/02 Den Haag, IWC: Petra. Wonder in the desert 20/02 Leiden, RMO: Petra. Wonder in de woestijn 12/03 Leiden, Rijkswaterstaat: Petra. The making of 13/03 Leiden, AVRO: Petra. Wonder in de woestijn
t 25/11 Byvancklezing: Rites of Spring in the Carthaginian Tophet • De achtste Byvancklezing werd gegeven door prof. dr. Lawrence Stager, hoogleraar Archeologie van Israël en directeur van het Semitic Museum van Harvard University. Van1975 tot 1980 leidde hij het Punic Project in Carthago, met opgravingen in de haven en de begraafplaats. De Byvancklezing wordt georganiseerd met BABESCH (voorheen Bulletin Antieke Beschaving), dat zich tot doel stelt continuïteit te bieden aan haar inspanningen voor de Mediterrane Archeologie en tevens een blijvende kwaliteit te garanderen van de jaarlijkse publicaties en publieksgerichte activiteiten s
129 ri jk s mu se um van o ud he d e n
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Conservator Nederland prehistorie Luc Amkreutz
ja a rve rsla g 2 0 1 4
bijlage vi: Lezingen
bijlage vii: Organogram Per 31.12.2014
Raad van Toezicht
Directeur
Jan Hoekema, voorzitter
Wim Weijland
Erna Kortlang
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Maarten Asscher
P&O
Marlies Kleine
Simone Swertz
Financiën en Bedrijfsvoering
Collecties en Onderzoek
Afdelingshoofd:
Wouter de Groot
Afdelingshoofd:
Controller: Medew. fin. admin.:
Paul Zandbergen Gerdien van der Heide Pieter Neuteboom John van der Steen
Communicatie en marketing
René van Es Kevin Lafeber Simon Heshusius Heleen van Kempen Jan Zijderhand Yavuz Er Raoul Frankhuizen 5 oproepkrachten
Presentaties, fondswerving, buitenlandse tentoonstellingen
Gebouwenbeheer/techniek: Beveiliging Hoofd: Beveiligers:
130 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Directiesecretariaat
Publieksdienst Hoofd: Winkel: Servicedesk: Medewerkers:
Rita van Oosterhoud Timo Epping Wil Hartevelt Adrie Voorbij Kees van der Mortel Noël Franken Marein Meijer 16 oproepkrachten
t 29/11 Lezing: Carthage and Tunisia in the Christian Period • Prof. dr. Taher Ghalia, verbonden aan het Tunesische Institut National du Patrimoine en voormalig directeur van het Musée National du Bardo in Tunis, gaf een lezing over Carthago en Tunesië in de christelijke periode s
PR, comm./marketing: Marketing: Webbeheerder: Medewerker:
Pieter ter Keurs
Conservatoren:
Maarten Raven Ruurd Halbertsma Annemarieke Willemsen Luc Amkreutz Lucas Petit Lara Weiss
Restauratoren:
Renske Dooijes Helbertijn Krudop Marianna Düring (project)
Registrator: Medewerker registrator:
Heikki Pauts Heikki Pauts
Collectiebeheerders:
Marianne Stauthamer Robert Ritter Joris Brattinga (project) Jeroen Rensen (project)
Selkit Verberk Gabriëlle van der Voort Jacco van Weele Janko Duinker (project)
Projectleiders:
Tanja van der Zon Jill van der Sterren Leonie van Esser Hanneke Kik Assistent-projectleider: Anna de Wit Educatie Medewerkers Educatie: Marieke Peters Timo Epping
Assistent-collectiebeh.:
Fotografen:
Archivaris/bibliothecaris:
Peter Jan Bomhof Anneke de Kemp Robbert-Jan Looman (project) Chietra Cheda
t09/12 Lezing: Mythe en werkelijkheid • Door prof. dr. Pieter ter Keurs, hoofd Collecties en Onderzoek bij het RMO. Hij verhaalde over de geschiedenis van Carthago en de totstandkoming van de tentoonstelling, waarvan hij de samensteller is s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
Sander van den Eijnden
131 ri jk s mu se um van o ud he d e n
Ineke Sluiter
bijlage viii: De 9 principes van Governance Code Cultuur
ri jk s mu se um van o ud he d e n
132
het Rijksmuseum van Oudheden passen de Governance Code Cultuur sinds 2013 toe en maken dit kenbaar in het jaarverslag, de jaarrekening en op de website. • De toepassing van de principes van deze code sluit aan bij de doelstelling, aard en omvang van het museum. Soms wordt afgeweken van een praktijkaanbeveling. Aard en omvang van de organisatie of aanwezige kennis en ervaring leveren hiervoor de motieven. • De Raad van Toezicht heeft deze code in 2014 geagendeerd en bekeken of verbeteringen wenselijk zijn. 2 – Het bestuur kiest het besturingsmodel van de organisatie bewust.
• Het museum heeft sinds de verzelfstandiging in 1995
een Raad van Toezicht-model en handhaaft dit besturingsmodel bewust. • In 2013 is een conceptakte van statutenwijziging opgesteld waarin de statuten in lijn zijn gebracht met de GCC. De statuten zijn nog niet gepasseerd, omdat overleg met het ministerie van OCW wenselijk is. Op de ANBI-pagina op de site wordt het bestuursmodel toegelicht. 3 – De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de organisatie en is in- en extern duidelijk over de taken, bevoegdheden en werkwijze.
4 – De Raad van Toezicht stelt rechtspositie en bezoldiging van het bestuur zorgvuldig vast en is hierover zo open mogelijk.
• De bezoldiging van de directeur-bestuurder hoeft niet
aangemeld te worden volgens de richtlijnen van de Wet Normering Topinkomens. Hij heeft een contract voor onbepaalde tijd. Dit staat op de RMO-website vermeld. Zijn bezoldiging wordt vermeld in de jaarrekening. • De Raad van Toezicht beslist over benoeming, beoordeling, bezoldiging inclusief eventuele bonussen, schorsing en ontslag van de directeur-bestuurder. 5 – De Raad van Toezicht legt zijn taken, verantwoordelijkheden en werkwijze vast en handelt daarnaar.
• Een verslag van de Raad van Toezicht maakt deel uit van
• De directeur-bestuurder heeft minimaal vier keer per jaar een overleg met de Ondernemingsraad. Dit is gebeurd.
• Omdat er één directeur-bestuurder is, is er geen collec•
• • •
tief bestuursreglement. Het RMO zou een directiereglement in 2014 opstellen. Dit is verschoven naar 2015. Het RMO maakt het mogelijk dat medewerkers die onregelmatigheden menen waar te nemen deze zonder risico voor hun positie kunnen melden bij de interne vertrouwenspersoon. Als medewerkers onregelmatigheden te melden hebben die de directeur-bestuurder betreffen, dan kunnen zij zich richten tot de voorzitter van de Raad van Toezicht. De directeur overlegt wekelijks met de overige leden van het managementteam. Belangrijke beslissingen worden in de MT-notulen vastgelegd. De majeure strategische besluiten en belangrijke beleidsbeslissingen worden in het MT besproken en voor accordering aan de Raad van Toezicht voorgelegd, met de nadruk op het onderkennen en beheersen van risico’s. Hiervan was in 2014 geen sprake, omdat de besluitvor-
•
•
•
•
het jaarverslag en de jaarrekening. De Raad van Toezicht vergadert in principe vier keer per jaar en laat zich leiden door het culturele, economische en maatschappelijke belang van het museum. In 2014 is er drie keer vergaderd. De nazomer vergadering is geschrapt omdat er geen urgente onderwerpen waren. Er is (nog) geen reglement waarin de onderlinge portefeuilleverdeling, de werkwijze van de Raad van Toezicht, de omgang met de directeur-bestuurder en hoe om te gaan met eventuele tegenstrijdige belangen zijn vastgesteld. De Raad van Toezicht was voornemens in 2014 zijn functioneren buiten aanwezigheid van bestuur/directie te bespreken. Vanwege het beperkte aantal van drie vergaderingen is dit helaas niet gebeurd. Jaarlijks bespreekt de Raad van Toezicht het functioneren van de directeur-bestuurder. Dit wordt buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder voorbereid. Dit is gebeurd. De directeur-bestuurder heeft naast de vergaderingen met enige regelmaat contact met de individuele leden van de Raad van Toezicht, die hem op actieve, anticiperende en reflecterende wijze adviezen verstrekken. Dit is
t 11/12 NINO-lezing: Egyptische merktekens en pictogramschrift • Dr. Ben Haring (Universiteit Leiden) gaf een lezing over Egyptische merktekens en pictogramschrift. Haring is projectleider van het NWO-project Symbolizing Identity: Identity marks and their relation to writing in New Kingdom Egypt s
met regelmaat aan de orde geweest.
• De Raad van Toezicht kent een vast aantal onderwerpen
die in ieder geval tot het toezicht behoren, zoals realisatie van doelstellingen en resultaatafspraken met OCW, strategie, risicobeheer en financieel beleid, inclusief tweemaal jaarlijks een prognose en een inhoudelijke managementrapportage. Dit is qua inhoud en frequentie schriftelijk vastgelegd. Door problemen bij de financiële administratie kon het management maar één prognose leveren. Dit is aan de orde geweest in de vergadering. • Eén van de leden van de Raad van Toezicht is contactpersoon voor de ondernemingsraad. Dit is mevrouw E. Kortlang. 6 – De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor zijn samenstelling: hij waarborgt deskundigheid, diversiteit en onafhankelijkheid. Leden: Datum aantreden Jan Hoekema 01-04-2010 Maarten Asscher 09-03-2012 Erna Kortlang 09-03-2012 Ineke Sluiter 28-03-2013 Sander van den Eijnden 13-06-2013
Einde 1e termijn 2014 2016 2016 2017 2017
Einde 2e termijn 2018 2020 2020 2021 2021
• Er is nog steeds een vacature op het gebied van (digitale) media en communicatie.
• Herbenoeming van een lid vindt plaats na overweging,
gelet op actuele omstandigheden en op de profielschets.
7 – De Raad van Toezicht geeft tevoren aan welke inzet van de leden wordt verwacht en welke eventuele vergoeding daar tegenover staat.
• Ieder lid heeft voldoende tijd voor de vervulling van zijn functie. De aanwezigheidsgraad was 87%.
• De leden ontvangen een vergoeding van € 250
per bijgewoonde vergadering, inclusief reiskosten. Dit bedrag is in overeenstemming met de door de rijksoverheid gehanteerde normen. • De voorzitter bereidt met de directeur-bestuurder de agenda voor, leidt de vergaderingen, zorgt voor de juiste informatievoorziening en voor zorgvuldige besluitvorming en ziet toe op het functioneren van de Raad van Toezicht. • Het RMO draagt zorg voor ondersteuning voor de Raad van Toezicht. Dit gebeurt door de directiesecretaresse, die de vergaderingen notuleert. • Er is geen sprake van een gedelegeerd lid met specifieke taken en verantwoordelijkheden.
Leden: Competentie 1 Competentie 2 8 – Toezichthouders en bestuurders vermijden elke vorm Jan Hoekema Landelijke en Diplomatieke en van belangenverstrengeling. De Raad van Toezicht ziet hier lokale politiek culturele wereld op toe. Maarten Asscher Cultuur en Ondernemer geschiedenis schap • Het RMO verstrekt aan leden van de Raad van Toezicht Erna Kortlang Notarieel Netwerk Leidse en aan de directeur-bestuurder geen persoonlijke lenin ondernemers gen en garanties. Het jaarverslag vermeldt wel de nevenIneke Sluiter Griekse en Verbinding functies van de bestuurder, niet van die van de Raad van Latijnse taal en Universiteit Toezicht. Deze activiteiten zijn voor vier van de vijf leden cultuur, Leiden zichtbaar via LinkedIn-profielen. boegbeeld voor • Voor het aangaan van nevenfuncties door de directeur gymnasia bestuurder wordt toestemming bij de voorzitter van de Sander van den Eijnden Bedrijfsvoering Universiteit/ raad van gevraagd. publieke Educatie • Ieder lid heeft een onafhankelijke en kritische bijdrage organisaties aan de besluitvorming. De Raad van Toezicht heeft zich vergewist van de onafhankelijkheid van zijn leden. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de besluitvor• De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden, statutair ming over hoe de instelling met tegenstrijdige belangen mogen dit er zeven zijn. De zittingstermijn voor de leden om gaat. is tweemaal een periode van vier jaar. Er is een gefaseerd openbaar rooster van aftreden. Zie boven. • Bij iedere nieuwe benoeming wordt de profielschets van de Raad van Toezicht besproken. Elk lid kan het beleid op hoofdlijnen beoordelen en heeft daarnaast enkele specifieke deskundigheden of/en netwerken.
t 13/12 Lezing: Salammbô van Gustave Flaubert • Een multimediale lezing over Salammbô, de Carthagoroman van Gustave Flaubert uit 1862. Kunsthistoricus Michel Didier volgde het verhaal van de priesteres Salammbô aan de hand van kunstwerken, illustraties, opera- en filmfragmenten s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
ja a rve rsla g 2 0 1 4
• De Raad van Toezicht en de directeur-bestuurder van
ming rondom de asbestverwijdering, verbouwing en vernieuwing van de vaste opstellingen in 2013 is afgerond. • In de statuten van de stichting Rijksmuseum van Oudheden is benoemd welke besluiten in ieder geval aan de Raad van Toezicht worden voorgelegd. • Alle aspecten van het risicomanagement zijn opgenomen in de jaarrekening en dit jaarverslag. Nieuwe wet- en regelgeving (ANBI, cao e.d.) worden nageleefd en toegepast.
133 ri jk s mu se um van o ud he d e n
1 – Het bestuur is verantwoordelijk voor het in acht nemen van Code.
bijlage ix: Risicomanagement
ja a rve rsla g 2 0 1 4
zijn verantwoordelijk voor de opgemaakte financiële verslagen en de interne procedures. De Raad van Toezicht ziet toe dat dit volgens de afgesproken normen gebeurt. • De Raad van Toezicht heeft in 2010 de externe accountant Ernst &Young na advies van het management benoemd. De directeur stelt de beloning voor de accountant vast. De accountant is herbenoemd voor de jaren 2013 en 2014 met een optie op verlenging voor de twee jaren daarna. • Met de accountant worden de jaarrekening en andere
In deze bijlage zijn de belangrijkste onderdelen, afspraken en procedures opgenomen die het RMO hanteert op het gebied van financieel risicomanagement. Gelet op principe 9 van de Governance Code Cultuur wordt inzicht in dit risicomanagement gegeven in dit jaarverslag en in de jaarrekening. 1. Solvabiliteit OCW stelt hier geen eisen aan. Het RMO streeft een solvabiliteit van tussen de 20 en 25% ten opzichte van de Algemene Reserve en het bestemmingsfonds OCW na. 2. Liquiditeit De norm van 1.3, ooit door het ministerie van OCW bepaald, blijft gehandhaafd. 3. Het vier ogen-principe Het fiatteren van rekeningen gebeurt door minstens twee medewerkers (budgethouder en lid van het managementteam). Het daadwerkelijk fiatteren aan de bank om rekeningen te betalen wordt door twee MT-leden gedaan. Steekproefsgewijs controleren de MT-leden bij iedere betalingsbatch de bankrekeningen met de facturen.
134
4. Volledigheid van opbrengsten
ri jk s mu se um van o ud he d e n
Leden van het MT melden in hun wekelijkse vergadering welke subsidies, fondsen, geld van derden door wie en voor welk project zijn geworven, alsmede een indicatie in welk boekjaar de inkomsten en uitgaven vallen. Dit deel van de MT-notulen gaat naar de financiële administratie als basis voor de boeking. 5. Rechtmatigheid van bestedingen Dit is een standaardpunt op de MT-agenda, waarbij de leden motiveren en beargumenteren waarom een bepaalde uitgave of investering gedaan wordt.
de jaarbegroting worden geen onzekere inkomsten opgenomen. Hiermee worden op voorhand risico's vermeden. Het RMO werkt met minimum projectbegrotingen zónder financiële risico's en met aanvaardbare kwaliteit van het eindproduct en met maximumbegrotingen, die enkel gerealiseerd worden wanneer sponsorgelden of andere incidentele inkomsten worden toegezegd. 7. Juistheid van verzekerde bedragen Jaarlijks worden de lopende verzekeringen op inhoud en juistheid door een externe partij gecontroleerd en eventueel aangepast. 8. Leningen Leningen dienen ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht te worden voorgelegd, voorzien van een dekkingsplan. 9. Wegzetten van overtollige liquide middelen Het RMO belegt niet. Het museum zet eventuele tijdelijk overtollige middelen op iets beter renderende rekeningen en houdt de vrijheid van directe opneembaarheid. Mocht het management moverende redenen hebben de opneembaarheid restrictiever te maken, dan is toestemming van de Raad van Toezicht nodig.
135
10. Weerstandsvermogen Dit is het bedrag dat nodig is om gedurende een bepaalde tijd een voorzienbare discontinuïteit te kunnen opvangen. Belangrijk hierbij is de gedachte dat de continuïteit slechts tijdelijk in het geding is. Een permanente vermindering van overheidssubsidies kan in die definitie niet uit weerstandsvermogen worden betaald en zal leiden tot reorganisatie. In 2014 is berekend en beredeneerd dat het weerstandsvermogen circa € 700.000 dient te bedragen.
6. Begrotingsprincipes Het RMO hanteert een kostenbewuste strategie en heeft een lean and mean organisatie die is gebaseerd op de resultaten van realistische inkomsten en uitgaven. De directeur wordt door de Raad van Toezicht verplicht corrigerend op te treden bij een tegenvallende negatieve prognose met als doel minimaal een niet-negatief bedrijfseconomisch exploitatieresultaat. Kostenbesparing is dan het eerste instrument. In t 15/12 Uitgeverij SPQR • Een kleine 90 docenten Klassieke Talen wisselden op de gebruikersdag van Uitgeverij Roeland & Staal informatie uit over de recent uitgekomen nieuwe methode Latijn s
ja a rve rsla g 2 0 1 4
• De directeur en het hoofd financiën en bedrijfsvoering
financiële aspecten besproken. Deze worden vastgelegd in de managementrapportage waarbij de directeurbestuurder commentaar levert op de bevindingen. Deze managementrapportage wordt in een Raad van Toezicht vergadering geagendeerd. Daarnaast wordt de accountant incidenteel ingeschakeld voor specifieke adviezen en werkzaamheden. In 2014 gold dit voor een extra controle op de debiteurenadministratie in verband met een langdurige ziekte. • De externe accountant brengt eenmaal per jaar aan minimaal één vertegenwoordiger van de Raad van Toezicht verslag uit van zijn bevindingen, voorafgaand aan het vaststellen van de jaarrekening. De Raad van Toezicht kan hem bevragen over de getrouwheid van de jaarrekening.
t 18/12 Lezing: The Secret of Empire • Op 18 december sloot het museum het Augustusjaar af met een lezing door Anthony Everitt. Deze Britse schrijver en classicus schreef onder meer een biografie over Augustus. Voorafgaand vertelde conservator prof. dr. Ruurd Halbertsma over de relatie tussen Augustus en Carthago, in het kader van de gelijknamige tentoonstelling s
ri jk s mu se um van o ud he d e n
9 – Het bestuur is verantwoordelijk voor financieel beleid en risicobeheer door sluitende interne procedures en externe controle.
Colofon Foto’s: Rijksmuseum van Oudheden tenzij anders vermeld Samenstelling/Eindredactie: Hanneke Kik, Wim Weijland Ontwerp & productie: Stern/Den Hartog & De Vries Drukwerk: Veenman + © Rijksmuseum van Oudheden 2015
ja a rve rsla g 2 0 1 4
www.rmo.nl
ri jk s mu se um van o ud he d e n
136
Afbeelding achterzijde Beeld van een biddende Sumerische man. Kalksteen, Chafadje (het antieke Tutub, Irak), ca. 2800 v.Chr. In Mesopotamië was de gebruikelijke politieke eenheid de stadstaat, vergelijkbaar met de situatie in het oude Griekenland. De leiders van deze stadstaten lieten in de tempels beelden van zichzelf neerzetten, in biddende houding. Dit beeldje stond waarschijnlijk in een tempel die was gewijd aan de maangod Sin. Oorspronkelijk was het beeldje bont beschilderd. De man is gekleed in een rok en heeft een kaalgeschoren hoofd en een ontbloot bovenlichaam. De figuren op dit soort beeldjes hebben vaak bijna hypnotiserende ogen en brede wenkbrauwen.
t 19/12: 200.000ste bezoeker • De 200.000ste bezoeker, mevrouw Van Empel uit Baarn, werd met haar man met bloemen, boeken en appeltaart welkom geheten in het RMO s