Richtlijnen voor Tbdk studenten Internationale stage
Inhoud pag. 1.
Inleiding
3
2.
Fasen 2.1 Oriëntatiefase en aanmelding 2.2 Werffase Voorbereiding 2.3. Vertrekfase Opdrachtformulering 2.4 Uitvoeringsfase, begeleiding, rapportage 2.5 Evaluatiefase, beoordeling
6 6 7 7 9 10 12 13
3
Visum, werkvergunning,
14
4
Verzekering,
14
5
Inentingen
14
6
Kosten, vergoeding, subsidie
15
Bijlage 1 Richtlijnen voor schriftelijke rapportage
17
Bijlage 2 Presentatie
20
Bijlage 3 Evaluatiecriteria bedrijfsbegeleider
21
Bijlage 4 Evaluatie door student(e)
21
Bijlage 5 Formulier Internationaal Comparatief Mangement
22
Schema fasen en bijbehorende activiteiten
23
Beoordelingsformulier TU/e begeleider
24
2
1.
Inleiding
Als invulling van het Internationaal Trimester kunnen studenten van het vijfjarig curriculum van de studierichting Technische Bedrijfskunde kiezen voor een internationale individuele bedrijfsstage (vakcode 1P334), verder genoemd internationale stage, of tijdelijke studie in het buitenland. In deze brochure worden richtlijnen gegeven aan studenten die een internationale stage gaan uitvoeren. De brochure over studeren in het buitenland is verkrijgbaar bij IOTM, Pav. A40a Plaats in programma: Het Internationaal Trimester staat geprogrammeerd in het vierde jaar van het curriculum. Nominaal studerende studenten hebben dan het verplichte deel van het programma afgerond (inclusief de technische stroom). Vóórdat een student(e) mag meedoen aan het Internationaal Trimester moet hij/zij de Technische Stroom volledig hebben afgerond (inclusief de Ontwerpopdracht). Dat betekent dat tevens het Groepsproject is afgerond. Het aantal plaatsen voor beide invullingen van het internationaal trimester is echter beperkt, enerzijds omdat de betreffende collega-universiteiten een beperkte capaciteit hebben en anderzijds omdat wij slechts een beperkt aantal uren beschikbaar hebben voor begeleiding van stages. Dat betekent dat studenten hun voorkeur voor invulling moeten kenbaar maken en via een toewijzingsronde uiteindelijk een bepaalde invulling krijgen toegewezen. Studenten kunnen daarbij alleen worden toegewezen aan een invulling (d.w.z. stage of een bepaalde universiteit) als deze invulling in het lijstje met voorkeuren voorkomt. Studenten die goed scoren qua cijfers en aantal hertentamens in het pp1 krijgen een hogere prioriteit bij de toewijzing van een studieplaats. Er zijn 2x per jaar toewijzingsrondes (in maart en september) voor universiteits- en stageplaatsen. De toewijzing geschiedt een half jaar vóór de geplande start van dat trimester, waardoor nog voldoende voorbereidingstijd resteert. De stage kan niet worden uitgevoerd in een politiek instabiel land (hiervoor is het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken doorslaggevend) en een bedrijf komt alleen in aanmerking mits de doelstellingen van de stage er gerealiseerd kunnen worden. Leerdoelen De stage is de eerste gelegenheid die een student heeft om individueel een volledige bedrijfskundige opdracht uit te voeren in een reële bedrijfsmatige omgeving. Van belang daarbij is dat de student bewuste keuzes maakt in onderzoeksaanpak en probleemoplossing en daarbij zoveel mogelijk reflecteert op en gebruik maakt van theorie die in de opleiding aan de orde is gekomen dan wel via de literatuur te verkrijgen is. Daarnaast is de internationale stage bedoeld om te reflecteren op de contextgevoeligheid van bedrijfskundige theorieën, op de toepasbaarheid van onderzoeksmethoden in bedrijven en culturen en op de zelfredzaamheid en vaardigheden van de student. De leerdoelen van de internationale stage zijn dan ook het leren formuleren, analyseren en oplossen van een bedrijfskundig probleem in een werkelijke bedrijfssituatie, gebruik makend van relevante theorie, aangepast aan de context van het bedrijf.
3
Formuleren betekent hier het op juiste wijze weergeven van de vraagstelling zoals die leeft binnen het bedrijf. Daarbij gaat het vooral om de (bedrijfskundige) interpretatie van de oorspronkelijke vraag van het bedrijf, waarbij onder andere de interpretatie van de relevante medewerkers binnen dat bedrijf van belang is (hoe leeft de vraagstelling?). Analyseren betreft het onderzoeken van die vraagstelling om te komen tot de werkelijke probleemstelling (dat wil zeggen identificatie van de problemen en de oorzaken van deze problemen). Daartoe is vaak een diepgaand onderzoek nodig waarbij onder andere een adequate gegevensverzameling en gegevensanalyse van groot belang is. Voor het oplossen van de geconstateerde problemen is een gestructureerde aanpak vereist. Allereerst is het de vraag of alle problemen ook werkelijk opgelost kunnen of moeten worden binnen de stagetermijn. Vervolgens dienen alternatieve oplossingen opgesteld te worden waaruit kan worden gekozen op basis van relevante criteria. Het is immers zelden zo dat er slechts één oplossing bestaat voor een bedrijfskundig probleem dat op alle relevante criteria het beste zal scoren. Zowel bij de opstelling van de alternatieven als bij de uiteindelijke keuze kan de theorie helpen, met name om een bepaalde mate van logica en volledigheid te bereiken. Vaak is het tevens nodig aanvullende gegevens te verzamelen. Tenslotte dient de gekozen oplossing in voldoende mate van detail te zijn uitgewerkt om implementatie mogelijk te maken. Een check op de implementeerbaarheid van de oplossing door de stagiair is gewenst. Bij deze drie hoofdstappen in het onderzoek speelt het toepassen van de reeds opgedane en in de literatuur aanwezige kennis een belangrijke rol: zowel bij de keuze van onderzoeksmethoden als bij de inhoudelijke uitwerking van het probleem en de oplossing is het van belang dat de student leert deze kennis op de juiste wijze toe te passen. Bij de uiteindelijke gekozen onderzoeksaanpak spelen de (bedrijfs-)culturele en (bedrijfs-)economische randvoorwaarden een belangrijke rol. Naast bovengenoemde hoofdleerdoelen zijn de volgende secundaire doelen nog van belang: Ontwikkeling van attitude en zelfstandigheid: Een technisch bedrijfskundige dient in staat te zijn zich staande te houden in internationaal opererende bedrijven, hetgeen een open attitude ten opzichte van andere culturen en talen vraagt en een bepaalde mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Vergroting het individuele zicht op het vakgebied: samenhang, belang, etc. van deeldomeinen. Dit speelt bij elke stage. Immers een bedrijfskundige opdracht uit de praktijk is per definitie meerdimensionaal. Elke oplossing voor een bedrijfskundig probleem zal naast procedurele of informatietechnische ook antwoord moeten geven op organisatorische en bedrijfseconomische aspecten. Oefening van diverse communicatieve vaardigheden van de student, waaronder de vaardigheid om schriftelijk te rapporteren. Motivatieverhoging voor de verdere studie: de ervaringen met stages uit het verleden heeft geleerd dat studenten na afloop van de stage extra gemotiveerd zijn en beter in staat zijn gerichte keuzes te maken. Onder andere geeft de stage de student inzicht in de eigen belangstelling en vaardigheden. Oefening in samenwerking met niet-bedrijfskundigen. Tijdens de stage zal de student moeten samenwerken met mensen met een andere vaak meer technische opleiding, wellicht zelfs in internationale multidisciplinaire teams. Na een intensieve voorbereiding (andere taal en cultuur) wordt de stage uitgevoerd in
4
een bedrijf buiten Nederland. Dit kan een commercieel bedrijf zijn, maar ook een stichting of overheidsinstelling. De stagiair is gedurende een periode van 12 weken (incl. verslaglegging) fulltime verbonden aan het bedrijf. De bevindingen worden gerapporteerd in een verslag en zonodig gepresenteerd tijdens een voordracht voor het bedrijf. De stage wordt begeleid door een TU/e begeleider, die vóór aanvang van de stage aan de student wordt toegewezen. Deze moet de opdracht ook vóór aanvang van de stage goedkeuren. De TU/e begeleider beoordeelt de stage en bepaalt het cijfer. Bij voldoende resultaat worden er 17,2 ECTS aan dit onderdeel toegekend, mits het verplichte deel van het vak Internationaal Comparatief Management (2,9 ECTS) is afgerond. De bedrijfsbegeleider en de student vullen na afloop van de stage een evaluatieformulier in. Elke student dient een opdracht individueel uit te voeren. Het is wel mogelijk dat meerdere studenten in hetzelfde bedrijf tegelijkertijd stage lopen, maar zij mogen niet aan dezelfde opdracht werken. Verder is het belangrijk om erop te letten dat wanneer je een opdracht gaat uitvoeren bij een bedrijf via een intermediair (b.v. bij een cliënt van een adviesbureau), je dan wel in dienst komt van het bedrijf waar je de stage uitvoert en niet in dienst van de intermediair. Studenten die het vierjarig programma volgen, hebben in principe geen stage in hun programma. Zij kunnen wel een keuzestage (Practicum Individueel Project 1P134) uitvoeren in binnen- of buitenland. Deze stage levert 11,4 ECTS studiepunten op waarvan er 5,7 ECTS in het vrije keuzedeel kunnen worden opgevoerd. Hiervoor krijgt men ook een begeleider toegewezen maar geen financiële bijdrage van de Faculteit. Ook moet men de stage zelf regelen (wel in overleg met de stagecoördinator!) en mag men geen gebruik maken van de faciliteiten van de faculteit. Mocht je als student van het 4-jarig curriculum een keuzestage zoeken, is het toch nodig je aan te melden bij de stagecoördinator. Vooral in het binnenland worden stageplaatsen vaak spontaan bij ons aangeboden en soms wordt er voor een plaats in het buitenland geen geschikte kandidaat gevonden. In zo’n geval zou de student die een keuzestage wil uitvoeren de plaats kunnen invullen.
5
2 Fasen In onderstaande figuur zijn de diverse fasen aangegeven die in het kader van de internationale stage worden onderscheiden, waarbij T het begin van het trimester aangeeft waarop daadwerkelijk gestart wordt met het uitvoeren van de internationale stage.
T-2 Orientatiefase
T-1 Werffase
T-0.5 Vertrekfase
T
T+1 Uitvoeringsfase
T+1.5 Evaluatiefase
Tijd (in trimesters)
Tijdsfasering Internationale stage
2.1 Oriëntatiefase en aanmelding In de oriëntatiefase dient de student na te denken of hij/zij stage wil doen als invulling van het internationaal trimester en waar. In deze periode dient ook een eventuele taalcursus gevolgd te worden als de student b.v. van plan is naar een Spaanstalig land te gaan. Een dergelijke taalcursus kan worden opgevoerd als onderdeel van de beroepsgerichte vaardigheden III (met een maximum van 2 SP). Meld je hiervoor op tijd bij het Centrum voor Taal en Techniek (CTT). Als je een taal al beheerst en geen cursus volgt, wordt er een taaltest afgenomen. Houdt er rekening mee dat bij onvoldoende resultaat van de taaltest ook nog een bijspijkercursus gevolgd moet worden. Deze fase eindigt met een aanmelding bij het International Office TM (= IOTM), Paviljoen A40a. Dit dient tenminste een half jaar vóór de gewenste startdatum te geschieden. Om problemen te voorkomen, moet ten tijde van de aanmelding de studievoortgang in die fase zijn dat de vakken van de technische stroom afgerond zijn. Op het stageaanmeldingsformulier kunnen drie landen van voorkeur worden aangeven. Bij talenkennis dient de student de talen in te vullen waarin op VWO niveau eindexamen is gedaan en eventuele taalcursussen die men later heeft gevolgd. IOTM heeft contacten met bedrijven in het buitenland waar al eerder stages door studenten van de studierichting T-Bdk werden uitgevoerd. Indien een bedrijf een stageplaats aanmeldt bij ons, nemen wij contact op met een kandidaat die zich bij ons heeft aangemeld, rekening houdend met de gewenste startdatum en de voorkeuren
6
voor bepaalde landen etc. Ook soort opdracht of talenkennis kan een rol spelen.
2.2 Werffase Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor de werving van een stageplaats, zodat hij/zij leert solliciteren. Men dient zich vooraf intensief in een land, bedrijf, cultuur, taal en/of probleemstelling te verdiepen. Je kunt hulp krijgen bij het solliciteren van IOTM. Tevens kun je in beperkte mate via dit bureau brieven verzenden incl. brochure over de stage en in beperkte mate gebruik maken van telefoon en fax. HET OPNEMEN VAN CONTACT MET EEN BEDRIJF OM EEN STAGE TE REGELEN, DIENT ALTIJD NA OVERLEG MET DE STAGECOÖRDINATOR TE GESCHIEDEN! Dit om te voorkomen dat een bedrijf via verschillende wegen met dezelfde vraag wordt benaderd. Dit komt slecht over en wekt vaak irritaties op bij zowel onze contacten als bij studenten die hierdoor benadeeld worden. Veel studenten hebben persoonlijke contacten die men kan inschakelen om een stageplaats te regelen. Een andere mogelijkheid is een open sollicitatie richten aan een bedrijf waar je een stage zou willen uitvoeren. Bij IOTM zijn richtlijnen verkrijgbaar voor het schrijven van een sollicitatiebrief en curriculum vitae in het Engels. Tevens kun je er voorbeeldbrieven krijgen in het Frans en in het Duits. Je kunt je brief laten corrigeren door docenten van het Centrum voor Taal en Techniek. Een aantal bedrijven organiseert jaarlijks wervingsacties voor buitenlandse stages. Hierover word je geïnformeerd via publicaties in dagbladen en via de Cursor. In de regel liggen aanmeldingsformulieren hiervoor bij IOTM. In een sollicitatiebrief moet je in staat zijn uit te leggen: Wat de studie Technische Bedrijfskunde inhoudt; Welke plaats de bedrijfsstage daarin inneemt; Wat geschikte onderwerpen voor een stageopdracht zijn, Wat de stage kan betekenen voor het bedrijf en voor jou. De eerste vragen kunnen worden beantwoord aan de hand van een brochure, die verkrijgbaar is bij IOTM. Jouw persoonlijke leerdoelen en motivatie zullen uit je sollicitatiebrief moeten blijken. Voorbereiding - Taal: De student moet een taaltest afleggen of een taalcursus volgen in de taal waarin tijdens de stage gecommuniceerd gaat worden. Het stageverslag zal zowel door de opdrachtgever als door je TU/e begeleider gelezen moeten kunnen worden. In de praktijk komt het er meestal op neer dat het verslag in het Engels, Duits of Frans kan worden geschreven, maar het kan ook zijn dat je het verslag voor het bedrijf b.v. in het Spaans schrijft en voor de TU/e begeleider in het Nederlands moet schrijven. De student dient over de taal waarin gecommuniceerd gaat worden en waarin het verslag geschreven gaat worden vooraf afspraken te maken met de bedrijfs- en TU/e begeleider. Mocht je de taaltest met onvoldoende resultaat afleggen, dien je een taalcursus te volgen en/of de taaltest opnieuw af te leggen. De taaltoets moet op A7
niveau worden gehaald als je naar een zg. native speaking country gaat en op Bniveau als je in het Engels gaat communiceren in non native speaking country. Ook wordt aangeraden je goed voor te bereiden op de plaatselijke taal, zelfs al wordt er in het Engels gecommuniceerd. Probeer op zijn minst de dagelijkse woorden te leren. Vraag hiervoor naar de mogelijkheden van het Centrum voor Taal en Techniek. Neem een woordenboek mee. Je kunt als je de vijfjarige opleiding volgt, maximaal 2,9 ECTS aan taalcursussen als beroepsgerichte vaardigheden (1S004) opvoeren, mits het door een universiteit erkende en relevante taalcursussen betreft (b.v. een cursus van minimaal 80 uur aan de TU/e of een cursus aan een universiteit in het land waar je naar toe gaat). Voorbereiding Cultuur: Studenten die naar het buitenland gaan dienen zich voor te bereiden op de andere cultuur van het te bezoeken land middels het bestuderen van literatuur van b.v. het Tropeninstituut, de Economische Voorlichtingsdienst (EVD), Kamer van Koophandel, Ambassade, Lonely Planet of andere reisgidsen. Al deze bronnen zijn bereikbaar via Internet. Vaak kun je ook informatie over het land of de streek krijgen via een toeristenbureau of het verkeersbureau. IOTM brengt je, indien mogelijk, in contact met een voorganger die in het betreffende land of bedrijf is geweest. Ga na wat de invloed van cultuur verschillen op de aanpak van een bedrijfskundig probleem kan zijn. Zie ook College Internationaal Comparatief Management hieronder. College Internationaal Comparatief Management In het kader van de internationale stage dien je ter voorbereiding van je reis het vak Internationaal Comparatief Management (ICM) 2 min of meer parallel te volgen. Dit vak wordt verzorgd door Mevrouw Charmianne Lemmens(van de capaciteitsgroep OSM). Aanmelden voor ICM 2 kan het hele jaar door bij Mevrouw Lemmens. Indien je ook het facultatief deel ICM 1wilt volgen kun je je aanmelden bij het secretariaat van OSM. Mevrouw Lemmens verzorgt dit college. Je kunt pas vertrekken naar het buitenland als je bijgevoegd formulier (zie bijlage 5) bij IOTM hebt ingeleverd. Zorg ervoor dat je weet waar de ambassade/consulaat is en hoe je contact kunt opnemen bij calamiteiten. Neem de folder “wijs op reis” mee van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze is verkrijgbaar bij Bureau Stages. Uiterlijk één trimester vóór de geplande startdatum van de stage moet je het resultaat van de werving doorgeven aan IOTM. Plan je stage zo in dat wanneer het niet mocht lukken op tijd een stageplaats te vinden nog een trimester keuzevakken gevolgd kunnen worden en je nog een trimester langer naar een geschikte plaats kunt zoeken. De werffase eindigt met het verkrijgen van een stageplaats.
2.3 Vertrekfase Toestemming vertrek De TU/e-stagebegeleider dient de goedgekeurde opdracht -eventueel onder bepaalde voorwaarden- aan IOTM te sturen. IOTM bepaalt uiteindelijk of de stagiair mag vertrekken, dat wil zeggen of de student aan alle noodzakelijke voorwaarden heeft voldaan. Naast de goedkeuring van de startopdracht dient daarvoor aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: de stage wordt uitgevoerd in een politiek stabiel land; 8
-
-
-
de stagiair dient te hebben bewezen zich in een voor de betreffende opdracht geschikte taal te kunnen uitdrukken op een niveau dat noodzakelijk is voor het succesvol uitvoeren van de stage (en de rapportage). Dat bewijs kan worden geleverd via een taaltest die met goed gevolg is afgelegd, of de afronding van een cursus in de betreffende taal. Een taalcursus kan worden opgevoerd als 2 SP beroepsgerichte vaardigheden; de stagiair dient de Ontwerpopdracht te hebben afgerond; de stagiair dient de voorbereiding voor de stage in de vorm van het eerste deel van de opdracht in het kader van het vak Internationaal Comparatief Management te hebben afgerond; deze deelopdracht kan bestaan uit door de docenten van het vak goedgekeurde hypothesen; datum eindbeoordeling is bekend; afspraken gemaakt over de praktische aspecten zoals stagevergoeding, werktijden, werkplek, (computer)faciliteiten, huisvesting, verzekering, geheimhouding.
Een half trimester (6weken) voor de daadwerkelijke start van de stage moet de student ervoor zorgen dat de uit te voeren opdracht bekend is bij IOTM. De student dient de opdracht zelf te formuleren en een planning te maken. Deze opdrachtformulering moet je bij IOTM inleveren zodat er door de stagecoördinator in overleg met de contactpesoon van de capaciteitsgroep naar een TU/e begeleider gezocht kan worden. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de voorkeur van de student en de deskundigheid ten aanzien van het stage onderwerp.
9
Opdrachtformulering: De opdrachtformulering dient de volgende elementen te bevatten: Algemene gegevens: Naam- adres-woonplaats en land gegevens incl. tel.- faxnrs. en E-mail adres van het bedrijf, naam en id.nr. van stagiair, naam en functie van de bedrijfsbegeleider en indien reeds bekend naam van de TU/e begeleider, stageperiode, datum eindbeoordeling. Beschrijving van het bedrijf: producten en markten. Opdracht: 1. Beschrijf, zo mogelijk kwantitatief, wat het bedrijf van je verwacht (gewenste situatie) ten opzichte van de huidige situatie. B.v. 10% besparing t.o.v. het huidige elektriciteitsverbruik of een levertijdreductie van één week. Hoe duidelijker dit soort verwachtingen worden afgesproken des te beter verloopt de stage. Indien dit niet lukt, kan de opdracht bestaan uit een vraag. D.w.z. dat met name het gepercipieerde probleem van de probleemhebber in kaart moet zijn gebracht. De context van de vraagstelling d.w.z. waarom leeft deze vraag nu, wat is er in het verleden al gedaan op dit gebied, hoe urgent is de vraagstelling voor de toekomst. Heeft men al over mogelijke oplossingsrichting(en) nagedacht? 2. Geef aan op welke manier(en) het bedrijf de gewenste situatie denkt te realiseren. Zie onderstaande figuur
productie
HUIDIGE SITUATIE
Besturing
GEWENSTE SITUATIE
Organisatie
Informatie
Financien
OORZAKEN DISCREPANTIE / VERBETERMOGELIJKHEDEN
Aanpak en tijdsplanning: globale omschrijving van te volgen stappen met weekverantwoording. Vermeld de informatiebronnen en eventueel te gebruiken methoden of technieken. Na twee weken op locatie moet je je TU/e begeleider de definitieve planning sturen. Plan ook de inleverdatum van het rapport en het beoordelingsgesprek met je TU/e begeleider. 10
Positie van de stagiair: - plaats en functie van probleemhebber; - plaats en functie van stagiair (NB: het is belangrijk om erop te letten dat de stagiair niet in dienst komt van een intermediair om belangenverstrengeling met eventuele commerciële doelen te voorkomen); - plaats en functie van bedrijfsbegeleider; - verwachte verbanden met overige relevante functionarissen binnen (en buiten) bedrijf; - verbanden met eventuele andere lopende projecten/onderzoeken (NB: elke student dient een opdracht individueel uit te voeren. Het is wel mogelijk dat meerdere studenten in hetzelfde bedrijf tegelijkertijd stage lopen, maar zij mogen niet aan dezelfde opdracht werken); Streef naar kernachtige en duidelijke formulering van bovengenoemde punten. Controleer of je bedrijfsbegeleider dezelfde interpretatie geeft aan de opdracht en het onderzoeksgebied. Daarnaast dienen de student en de TU/e begeleider vooraf de volgende onderwerpen te bespreken: - momenten en inhoud van tussenrapportages, inclusief terugkoppeling (zie ook volgend hoofdstuk); - functioneren in bedrijf en met name omgang met bedrijfsbegeleiding (frequentie, wat mag de student wel/niet verwachten); - relevante literatuur (voor zover in te schatten); - inleverdatum concept-/eindrapport. De opdrachtformulering moet door de TU/e begeleider worden goedgekeurd. Hij/zij dient de opdrachtformulering te ondertekenen indien akkoord bevonden. Deze ondertekende opdrachtformulering dient vóór aanvang van de stage in het bezit te zijn van IOTM. In overleg met de TU/e begeleider zal IOTM het uiteindelijke groen licht geven voor uitvoering van de stage.
11
2.4 Uitvoeringsfase Probeer zo snel mogelijk na aanvang van de feitelijke stage in het bedrijf te komen tot een door jou geformuleerde definitieve probleemstelling in samenspraak met het bedrijf. Dat betekent dat je van de oorspronkelijke vraagstelling komt tot een definitieve probleemstelling. Het gaat daarbij vooral om de vaststelling van de verbetermogelijkheden en de samenhang daartussen. Tevens kan worden vastgesteld op basis van welke criteria uiteindelijk een keuze zal worden gemaakt. De verdere uitvoering van de stage betreft een concreet ontwerp waarmee de student het geformuleerde probleem denkt op te lossen. Houd je bij de uitvoering van de stage zo goed mogelijk aan de probleemstelling. Dit vormt de basis van de stage. Bespreek eventuele wijzigingen tijdig met je begeleiders. Bereid gesprekken met bedrijfsmedewerkers goed voor. Leg duidelijk uit wat het doel is en wat je met de verkregen gegevens wil doen. Het is raadzaam om de verkregen informatie op schrift te zetten en deze terug te koppelen naar de betrokken persoon. Voor meer informatie over dit onderwerp wordt verwezen naar het interviewpracticum (1J043) en het enquêtepracticum (1F180). Begeleiding: Uiteraard dient er regelmatig overleg te zijn met je bedrijfsbegeleider. Hoe vaak dat gebeurt is afhankelijk van de situatie. Het kan een dagelijks contact zijn als je op dezelfde afdeling werkt. Als dat niet het geval is, moet je minstens één keer per week een voortgangsbespreking met je bedrijfsbegeleider afspreken. Indien je de stage in de vakantieperiode uitvoert, moet je er rekening mee houden, dat het bedrijf op halve krachten draait of soms helemaal sluit. Vraag dit na! Ongeveer één à twee weken na start van de stage dient de stagiair de definitieve vraagstelling van het bedrijf vast te stellen (inclusief check op hoe de vraagstelling wordt gepercipieerd bij de diverse betrokkenen) en een voldoende gedetailleerd plan van aanpak te presenteren aan de TU/e begeleider over hoe deze vraagstelling te onderzoeken (de probleemanalyse). Na afronding van de probleemanalyse dient de stagiair een tussenrapportje te sturen met de resultaten en een voorstel te doen voor het vervolg van het onderzoek, dat wil zeggen de verdere planning en de afronding van de stage (met name de te kiezen oplossingsrichting(en)). Daarnaast is één extra tussenrapportage gewenst, gegeven de lange periode van 12 weken. Deze terugkoppeling kan onderling worden afgesproken. In alle gevallen kan de communicatie geschieden per e-mail, fax of andere wijze, hetgeen van tevoren door stagiair en begeleider onderling wordt afgesproken. Student en begeleider spreken ook meteen af wanneer de reactie van de begeleider gegeven zal worden onder voorwaarde dat de student de afgesproken datum van tussenrapportage nakomt (een reactietijd van hooguit één week lijkt redelijk, omdat e.e.a. ingepland kan worden). De geschatte tijdsbesteding voor de begeleider is zo’n 3×3 uur. Dat betekent dat de tussenrapportages niet dikke rapporten dienen te zijn waarin alle details worden weergegeven.
12
Presentatie en rapportage: Het verslag moet gereed zijn bij de eindpresentatie in het bedrijf. Hiermee wordt de uitvoeringsfase beëindigd. Stageverslagen zijn vertrouwelijk en dienen door de studenten dienovereenkomstig te worden behandeld. Voor de TU is één exemplaar voldoende. Na beoordeling, door de TU/e begeleider dient het verslag bij Bureau Stages te worden ingeleverd. Het stagerapport moet direct na de stageperiode aan de TU/e begeleider worden afgegeven of worden toegestuurd en de student dient een afspraak voor het beoordelingsgesprek al vooraf te hebben vastgelegd. Na beoordeling moeten het verslag, het beoordelingsformulier en de evaluatieformulieren bij IOTM worden afgegeven door de student. De TU begeleider stuurt de uitslagbon per separate interne post naar IOTM! Voor de presentatie en de inhoud en vorm van een stagerapport wordt verwezen naar bijlage 1.
2.5 Evaluatiefase Plan een evaluatiegesprek met je bedrijfsbegeleider voordat je het bedrijf verlaat. Hij/zij heeft van IOTM een evaluatieformulier ontvangen tezamen met een bevestiging van jouw stage en richtlijnen voor begeleiding. In bijlage 3 zijn de aspecten opgenomen waarop de evaluatie zich richt. Samen met je bedrijfsbegeleider kunnen jullie de diverse aspecten van je functioneren bespreken. Sta open voor opbouwende kritiek en noteer wat er wordt gezegd. Stel vragen over onduidelijkheden. Maak zelf een evaluatie (zie bijlage 4) over wat er is uitgekomen van jouw van tevoren vastgelegde persoonlijke leerdoelen en zorg vervolgens dat je TU/e begeleider het verslag en de twee evaluaties krijgt. Op de afgesproken datum moet de stage beoordeeld zijn en het verslag moet tezamen met de beoordeling en evaluatieformulieren bij IOTM worden ingeleverd. Het stagerapport is vertrouwelijk en er moet dienovereenkomstig mee worden omgegaan. Voor de TU is één exemplaar voldoende. De TU/e begeleider bepaalt het cijfer. IOTM zorgt ervoor dat het cijfer en de studiepunten van de stage bij de onderwijsadministratie terechtkomen. Na beoordeling wordt het verslag in een gesloten archief bewaard. Studenten dienen na de stage een “essay” in te leveren bij het STU met informatie over het bezochte land. Neem hierin op wat je aan een vriend(in) zou doorgeven als die naar hetzelfde land of bedrijf zou gaan? Deze ervaring wordt opgenomen in hun ervaringsdatabase, die door studenten, die naar het buitenland gaan, geraadpleegd kan worden.
13
3 Visum, Werkvergunning Voor landen binnen de E.G. heb je geen visum of werkvergunning nodig. Voor landen daarbuiten zul je in Nederland bij de ambassade/consulaat waarschijnlijk wel een visum en/of werkvergunning moeten regelen. Informeer bij de betreffende ambassade of consulaat in Nederland over de te volgen procedure voor zowel visum als werkvergunning. Iedereen zal zich bij aankomst in het buitenland binnen enkele dagen moeten melden bij de vreemdelingenpolitie. Voor de diverse procedures heb je waarschijnlijk tenminste de volgende gegevens/documenten nodig. Vraag dit echter na! -
Bewijs van inschrijving aan de TU/e. Bewijs dat het bedrijf je accepteert als stagiair in de aangegeven periode. Bewijs dat je financieel kan voorzien in je levensbehoefte voor de periode. (Bijv. bankafschrift van jezelf of ouders met garantverklaring) Bewijs dat je verzekerd bent. Geldig paspoort. Pasfoto's.
Visum voor Canada en USA: De laatste jaren is het beleid van met name Canada en de Verenigde Staten van Amerika erop gericht om zo veel mogelijk vreemdelingen te weren. Het is een onmogelijke opdracht voor bedrijven in de USA om te bewijzen dat er geen locale student te vinden is voor de uitvoering van de stage opdracht. Via het COSPA lidmaatschap van de TU kun je toch een visum voor de USA regelen. Hieraan zijn wel extra kosten verbonden. Canada stelt jaarlijks een beperkt aantal visa voor studenten beschikbaar. Informatie over procedures bij de stagecoördinator.
4 Verzekering Vraag voor vertrek bij de eigen verzekeringsmaatschappij welke kosten zijn gedekt. Pas de polis, indien nodig, tijdelijk aan. De meeste reiscontinue verzekeringen zijn uitsluitend bedoeld voor vakantiedoeleinden en vele ziektekostenverzekeringen dekken de kosten gemaakt in sommige landen niet of maar ten dele! Je kunt ook een speciale stageverzekering afsluiten hetgeen door de TU/e sterk wordt aangeraden. IOTM heeft brochures over een speciale verzekering voor studie of stage in het buitenland van de firma Lipmann. Vaak is dit goedkoper dan het tijdelijk aanpassen van de bestaande verzekering. Bovendien is het een combinatie van een reisverzekering en een ziektekostenverzekering, die dan tijdelijk wordt stopgezet.
5 Inentingen Informeer circa 2 maanden voor vertrek welke voorzorgsmaatregelen je medisch gezien moet treffen. Je kunt hiervoor terecht bij je eigen huisarts of de GGD.
14
6 Kosten, Vergoedingen, Subsidie Stagevergoeding In de regel ontvangen studenten een stagevergoeding van het stagebedrijf. Deze moet je zelf bedingen en zou de kosten van het verblijf moeten kunnen dekken. Houdt er rekening mee dat de stagevergoeding pas aan het eind van de maand wordt betaald. Het is ook mogelijk dat je de kamerhuur en borg direct bij aankomst moet betalen dus zorg ervoor dat je voldoende geld hebt om de eerste tijd te overbruggen en zorg ervoor dat je weet hoe je in het betreffende land geld kunt opnemen. De reiskosten van Nederland naar het stageland zijn voor rekening van de student. Je moet ervan uitgaan, dat een stage in het buitenland altijd geld kost. Als je al in het buitenland bent, wil je meestal meer van het land zien en veel studenten gaan na de stage daar op vakantie. Meestal zijn bedrijven in het buitenland ook behulpzaam bij het zoeken naar tijdelijke woonruimte. OV Vergoeding Sinds februari 1996 kun je, als je naar het buitenland gaat voor je stage, kiezen voor een OV vergoeding i.p.v. een OV-kaart. Hiervoor moet je een Ob formulier invullen en door de stagecoördinator ondertekend naar de Informatie Beheer Groep sturen twee maanden vóór vertrek. Deze formulieren liggen bij het STU in het Hoofdgebouw. Subsidie Indien je subsidie ontvangt van Socrates, Leonardo, het Universiteitsfonds Eindhoven (UFE), Jan Tinbergenfonds, Mignotfonds of een hele hoge stagevergoeding ontvangt, kun je geen aanspraak maken op het Fonds Studiepunten buiten Nederland (FSBN). Meestal zijn de subsidies uit andere fondsen hoger, dus ga eerst na of je hiervoor in aanmerking kunt komen. Het Leonardo da Vinci programma subsidieert onder bepaalde voorwaarden stages voor studenten en pas afgestudeerden van minimaal drie en maximaal twaalf maanden in E.U. landen, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein. Voor meer informatie over dit programma kun je contact opnemen met mevr. M. van der Valk (STU). STU beheert het Fonds Studiepunten Buiten Nederland (FSBN). Studenten die in het buitenland gaan studeren of stage lopen, ontvangen een bepaald bedrag per studiepunt. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van het feit of je al dan niet recht op een basisbeurs hebt, een OV-kaart hebt en dus in aanmerking komt voor een vergoeding i.p.v. een OV-kaart, een stagevergoeding ontvangt en of je binnen of buiten Europa zult verblijven. Studenten dienen zich bij het STU te melden zodra zij een stage in het buitenland hebben. Daar dien je een formulier in te vullen, dat tevens door de stagecoördinator ondertekend moet worden. STU maakt 75% van het te vergoeden bedrag over aan de student. Na inlevering van een kort verslag na terugkomst met bevindingen uit het buitenland maakt STU de resterende 25% van de bijdrage over.
Bijdrage Faculteit Studenten kunnen een begroting van onkosten en uitgaven voor het Internationaal Trimester opstellen en aan de stagecoördinator voorleggen. De faculteit zal, na 15
goedkeuring van de begroting en na aftrek van subsidies, stagevergoeding etc. het restant van noodzakelijke kosten waarvoor geen dekking werd gevonden vergoeden tot een maximumbedrag van 680 euro per student. Hiertoe dient de student dus een verklaring van het stagebedrijf te overleggen waaruit de hoogte van de stagevergoeding blijkt. De eventuele bijdrage van de faculteit wordt in eerste instantie als een rentedragende lening ter beschikking gesteld. Bij het behalen van het Ir. diploma en certificaat binnen de gestelde termijn wordt de lening omgezet in een gift. Studenten die het vierjarig programma volgen kunnen geen beroep doen op deze vergoeding. De regeling financiering Internationaal Trimester is verkrijgbaar de stagecoördinator. Kameronderhuur Als je naar het buitenland gaat voor je stage, kun je je kamer wellicht onderverhuren. Dit dekt in ieder geval je onkosten van de kamerhuur hier. Vooral in de periode van september tot en met december zijn er veel kamers nodig voor de buitenlandse studenten, die hier tijdelijk komen studeren in het Exchange Programme. Je kunt je kamer voor tijdelijke onderhuur aanbieden bij de Vestide gevestigd aan het Hemelrijken 171 in Eindhoven of bij mevr. Marleen van Heusden, Hoofdgebouw, tel 040-247 3208.
16
Bijlage 1: Rapportage Beschouw het stagerapport als een voorloper van het afstudeerverslag. Hier gaat het met name om verantwoording van de probleemstelling, de keuzes die worden gemaakt en van de voorgestelde oplossing. Een richtlijn voor de omvang van het rapport is 20 tot 25 pagina’s hoofdtekst (normaal lay-out, lettergrootte 11); voor de bijlagen is geen algemene richtlijn te geven. Het is onmogelijk om een blauwdruk te geven voor het schrijven van een verslag. Elke stage is weer uniek. Hieronder volgen de criteria m.b.t. de inhoud en vorm: Inhoud
Het rapport bestaat uit een algemeen deel, een probleemstelling, een theoretische beschouwing, een onderzoeksdeel en conclusies en aanbevelingen die in volgorde van belangrijkheid geordend dienen te zijn. Bovendien dient er een reflectie op de eigen leerdoelstellingen in te zitten. Algemeen deel: Dit is bedoeld om de context van de probleemstelling te verduidelijken - Beschrijving van de organisatie - Beschrijving van proces - Beschrijving van de markt - etc. Formuleer hierbij kort en krachtig; ga nog niet analyseren. Probleemstelling: In dit deel komt de aanleiding tot de opdracht aan bod. Wat zag (ziet) de opdrachtgever als het probleem, hoe is die door de stagiair geïnterpreteerd en hoe luidt de definitieve probleemstelling? Theoretische beschouwing: - Welke theorieën zijn hier van toepassing? - Wat zijn volgens de theorieën oorzaken en gevolgen? - Welke toevoegingen denk je nodig te hebben en waarom? - Op basis van deze analyse kunnen relevante onderzoeksvragen geformuleerd worden Onderzoeksdeel - Analyse: - Per deelvraag: hoe zijn gegevens verzameld en op welke wijze zijn deze geanalyseerd? - Zijn de resultaten valide en betrouwbaar? - etc. Onderzoeksdeel – oplossing/ontwerp: - Per op te lossen probleem: welke alternatieve oplossingsmogelijkheden zijn denkbaar en welke logica is daarbij gebruikt ? - Hoe is gekozen uit de alternatieven (en door wie)? - Op welke wijze is de oplossing nader gedetailleerd? Zijn daartoe nog aanvullende gegevens verzameld (zo ja, hoe?)?
17
Conclusies en aanbevelingen: - Volgen de conclusies uit het onderzoek? - Wat zijn jouw belangrijkste bevindingen? - Welke maatregelen zou jij willen nemen? Vorm De opzet van het rapport moet vooral KISS (= Keep It Short and Simple) zijn. Dit heeft betrekking op de volgende zaken: Vermijden van overbodigheden Duidelijkheid en volledigheid in onderwerp, ordening en taalgebruik Enkele belangrijke regels om hieraan te voldoen zijn: Volledigheid: - Helderheid in probleemstelling en opdrachtformulering - Aanpak en verantwoording van de gevolgde methoden - Beschrijving en analyse van de onderzochte verschijnselen - Conclusies en aanbevelingen (en verantwoording) Ordening: - Onderscheid hoofd- en bijzaken - Zorg voor een rode draad in het verslag - Indien meerdere aspecten worden behandeld, geef deze dan puntsgewijs weer - Behandel de punten in volgorde van afnemende belangrijkheid - Probeer zo veel mogelijk informatie te verwerken in grafieken, tabellen en figuren - Ga na of de detailinformatie noodzakelijk is voor het verhaal. Neem aanvullende informatie op in de bijlagen - Zoom langzaam in op het uiteindelijk onderwerp, bijvoorbeeld van bedrijfsbeschrijving, naar productieproces, probleemgebied, mogelijke verbeteringen, selectie verbetervoorstel, uitwerking van dit voorstel etc. Taal en taalgebruik: - Schrap tekst die niet strikt noodzakelijk is voor het onderzoek - Vermijdt herhalingen. Geef in een kernachtige zin aan wat je wil zeggen. Daarna volgt eventueel een korte toelichting - Maak duidelijke zinnen. Begin de zin, waar mogelijk, met het onderwerp en vermijdt lange of meerdere bijzinnen - Wees voorzichtig met woorden als altijd, meestal, beter, slecht, natuurlijk, vanzelfsprekend etc. De uitspraak moet ergens op zijn gebaseerd. Vraag je af of dat wel "altijd" het geval is - Bekijk je rapport kritisch op stopwoorden en populaire uitdrukkingen. Dat kan storend werken op de lezer Verzorging en omvang: - Besteed ruim aandacht aan de uiterlijke verzorging en lay-out van je rapport. Het is het eerste wat de lezer ziet als hij het verslag in handen krijgt! - Het rapport mag in totaal niet meer dan 30 pagina's (excl. de bijlagen) bevatten
18
Een typische indeling van het stagerapport luidt als volgt: Omslag Titelpagina Krachtige korte titel, gegevens over bedrijf, stagiair, begeleiders en periode. Voorwoord Informatie over stage in het algemeen, doelgroep en hoe het verslag kan worden gebruikt, dankwoord. Samenvatting (ongeveer 1 pagina) Gericht op vraagstelling van het rapport en de resultaten. Inhoudsopgave Inzichtelijke weergave van hoofdstuk, paragraaf en sub-paragraaftitels met bladzijdennummering. Bijvoorbeeld: Hoofdstuk, paragrafen 1. Inleiding 2.
bladzijde 1
De zintuigen 2.1 Visuele zintuigen 2.1.1 kleur 2.1.2 licht/donker 2.2 Het gehoor
2 3 5 7 10
Inleiding Betreft context. situatieschets, doelstelling, opbouw van het verslag. Inhoudelijk deel van het verslag Conclusies en aanbevelingen Concreet en puntsgewijs. Conclusies zijn uitsluitend gebaseerd op je onderzoek en geven de belangrijkste resultaten weer (uit oogpunt van je opdracht). Aanbevelingen betreffen die acties die nog ondernomen moeten worden naar aanleiding van het onderzoek. Wees daarbij zo concreet mogelijk (wat moet er wanneer gebeuren door wie?). Literatuurlijst/Overige bronnen Vergelijk voor de opzet enkele literatuurlijsten in boeken en rapporten Verklarende woordenlijst (eventueel) Uitleg van bedrijfsjargon of afkortingen Bijlagen Zie ook bijgevoegde literatuurlijst voor nadere boeken over het schrijven van een rapport.
19
Bijlage 2 Presentatie Als afsluiting van de stage verwacht het bedrijf vaak een presentatie van het onderzoek. Deze presentatie duurt ongeveer een half uur aangevuld met een half uur voor vragen. Nodig tijdig je bedrijfsbegeleider en andere betrokkenen uit voor deze presentatie. Geef je toehoorders, indien mogelijk, van tevoren een kopie of samenvatting van je verslag, zodat ze zich kunnen voorbereiden op het onderwerp. Het is belangrijk dat ook jij je goed voorbereidt. Je kunt dit doen door vooraf puntsgewijs op te schrijven wat je gaat zeggen. Vervolgens ga je (voor de spiegel) in eigen woorden je verhaal vertellen. Ondertussen neem je de tijd op. Stel het verhaal vervolgens bij tot je aan de gewenste tijd komt. Presenteer het verhaal dan aan vrienden of bekenden. Zij kunnen aangeven of het verhaal logisch is en of je misschien stopwoorden gebruikt of dat je een 'tic' hebt. Mocht je nog onzeker zijn, dan kun je het verhaal ook opschrijven. Schrijf tot slot enkele woorden op die als geheugensteuntje kunnen dienen. Deze steekwoorden en eventuele sheets of Powerpoint zullen voldoende hulp moeten bieden. Hieronder volgen nog enkele praktische tips voor deze presentatie: - Presenteer op een ontspannen manier en gebruik spreektaal. - Laat zien dat je zelf in het onderzoek geïnteresseerd bent. - Denk eraan dat je niet te snel spreekt! De toehoorder moet het verhaal langzaam op zich kunnen laten inwerken. - Geef in de inleiding kort aan hoe lang de presentatie gaat duren, wanneer de vragen gesteld kunnen worden, wat het doel was van het onderzoek en welke aspecten je gaat behandelen. - Geef vervolgens de informatie die noodzakelijk is om de problematiek te begrijpen. Een voorbeeld of anekdote kan daarbij verhelderend werken. Ga daarna pas in op de analyse, conclusies en aanbevelingen. - Zorg voor een pakkend einde (slogan, discussievraag of grappig plaatje). De toehoorders moeten worden gemotiveerd voor een discussie. Uiteindelijk wil je dat ze allemaal enthousiast de ruimte verlaten en gelijk je voorstel gaan implementeren. - Zorg dat een ruimte met voldoende zitplaatsen, overheadprojector (check of deze werkt) of andere presentatiemiddelen aanwezig is. - Bij gebruik van een overheadprojector: - Ga náást de projector staan. - Maak kernachtige sheets met maximaal 5 aspecten. - Vermijdt snelle opeenvolging van projecties.
20
Bijlage 3 Criteria Evaluatie Bedrijf The evaluation is a review that has to be filled in per sub-division. The review has to contain constructive criticism; it has to inform the student on what areas he or she should improve. The supervisors are kindly requested to evaluate this with the student. While filling in the evaluation, please take into consideration the following items: 1
Fulfilling the assignment
2 3
Work method Contacts
4
Dissemination
5
Further remarks
Did the student fulfill the assignment? Can the recommendations given by the student be implemented in practice? to the point, efficient Mixing with colleagues on the different hierarchical levels Presentation(s), report (right level of detail, abstraction for those who should use the presentation, report?) Remarkable points (as well positive as negative points) with regard to the student and the assignment, on what areas the student should improve. A total impression can be given here.
Bijlage 4 Criteria Evaluatie student Begeleiding door bedrijf Introductie binnen bedrijf Bereikbaarheid bedrijfsbegeleider: Tijd die verloopt tussen stellen vragen en antwoorden (reactietijd) Kwaliteit reacties: Nakomen van afspraken door bedrijfsbegeleider: Overig (bijv. taalproblemen) Totaalcijfer voor begeleiding: Begeleiding door TUE begeleider Tijd die verloopt tussen stellen vragen en antwoorden (reactietijd) Kwaliteit reacties: Vakinhoudelijke ondersteuning: Procesmatige ondersteuning: Nakomen van afspraken door TU/e begeleider: Overig: Totaalcijfer: Verbeterpunten voor TU/e begeleider:
21
Bijlage 5
Verklaring afronding eerste deel Internationaal Comparatief Management
Ondergetekende verklaart dat student:
……………………………………………………………. (naam)
……………………………………………………………. (id.nummer)
op:
……………………………………………………………. (datum)
het eerste deel van het vak Internationaal Comparatief Management met succes heeft afgerond
Naam docent: …………………………………………... Handtekening docent:
Fase
Oriëntatiefase T-2 Werffase
T-1
Activiteit
Eisen
Voorlichtingsbijeenkomst Stagecoördinator bijwonen Beslissing nemen studie of stage en waar Aanmelding Taaltest afleggen evt. taalcursus volgen Solliciteren in overleg met Bureau Stages Formuleren persoonlijke leerdoelen Voorbereiden op andere cultuur Bijwonen ambassadeursmiddag BIA Internationaal Comparatief Management volgen Resultaat werving doorgeven BS
Vertrekfase T-0,5
T Uitvoeringsfase T+1 Evaluatiefase T+1,5
Vakken technische stroom
Bedrijf bekend P-Diploma,Groepsproj.,Ontwerp opdracht, Taalcursus/test Opdracht en bedr.beg. bekend TU/e begeleider bekend
Opdracht formuleren en planning maken Afspraak maken TU/e begeleider Praktische zaken regelen (verzekering en subsidie regelen, reis boeken) Ondertekende opdrachtformulering inleveren bij Bureau Stages Vertrekken Goedgekeurde opdrachtform. Definitieve probleemstelling formuleren en naar TU/e beg. sturen Regelmatig contacten onderhouden met begeleiders maandelijkse rapportage aan TU Rapport afronden Eindpresentatie in bedrijf Rapport en bedrijfsevaluatie inleveren bij TU/e begeleider Rapport en ev. bij TU/e beg. Zelfevaluatie Zelfevaluatie bij TU/e beg. Beoordelingsgesprek bij TU/e begeleider Tentamenbon BS sturen Essay inleveren bij BIA of andere subsidiegever Evaluatie- beoordelingsformulier en het enige exemplaar van het stageverslag inleveren bij Bureau Stages
Naam student, identiteitsnummer:
Datum beoordeling: 23
Titel stage:
Begeleider TU/e:
Beoordelingscriterium
Beoordeling
1.
Beoordeling:
2.
3.
4.
5.
6.
Probleemanalyse - vaststelling vraagstelling met bepaling belang voor bedrijf en draagvlak in organisatie - komen via analyse tot probleemformulering , incl. kwalitatieve/kwantitatieve onderbouwing - van probleemformulering naar mogelijke oorzaken - door analyse vaststellen kernoorzaken en afbakening - komen tot verantwoorde keuze oplossingsrichting - vaststellen globale ontwerpspecificaties en randvoorwaarden (definitieve ontwerpopdracht) Ontwerp van de oplossing - uitwerken ontwerpspecificaties en randvoorwaarden - genereer mogelijke (getoetste) conceptontwerpen - verantwoording keuzeproces definitief conceptontwerp - leidt ontwerp tot oplossing kernoorzaken? - logica, transparantie, state of the art en geschiktheid voor deze probleemsituatie - -detailuitwerking, bruikbaarheid en afstemming op deze organisatie en (bedrijfs-)cultuur Implementeerbaarheid van het ontwerp - aansluiting op en verankering in de organisatie, draagvlak - toets op praktische bruikbaarheid - overdraagbaarheid - aanvaardbaar en haalbaar implementatieplan? Projectaanpak - verantwoording van de aanpak - projectmanagement, projectbeheersing (nakomen afspraken) Persoonlijk functioneren in het project - persoonlijk functioneren in het bedrijf (zie bedrijfsbeoordeling) - samenwerking met bedrijfs- en TU/e begeleiders Communicatie over het project - schriftelijke verslaglegging, eindrapport - verdediging/nadere toelichting Eindcijfer:
Beoordeling:
Beoordeling:
Beoordeling:
Beoordeling:
Beoordeling:
Eindbeoordeling van het project:
24
AANMELDINGSFORMULIER STAGE INTERNATIONAAL TRIMESTER
Datum aanmelding:____________________________________________________
Persoonlijke gegevens: identiteitsnummer:____________________ geslacht: m/v voorletters:__________________________ achternaam:_______________________ roepnaam:__________________________ geboortedatum_____________________
Studie-adres Vakantieadres straatnaam:__________________________ straatnaam:_______________________ p.c.+plaatsnaam:______________________ p.c.+plaatsnaam:__________________ telefoon:____________________________ telefoon:_________________________ E-mail:_____________________________
Toelatingseisen: Vijfjarige opleiding ja/nee P-diploma behaald ja/nee Groepsproject afgerond ja/nee Vakken Technische stroom ja/nee Taalcursus/test geslaagd dd.....................A/B niveau Int.Comparatief Mngnt. ja/nee Bij vertrek: ontwerpopdracht ja/nee
Landen van voorkeur: 1.__________________________________ 2.__________________________________ 3.__________________________________
Taalbeheersing: 1._______________________________ 2._______________________________ 3._______________________________
Voorkeur voor vakgebied:
Gewenste startdatum:__________________________________________________
Overige wensen/opmerkingen:___________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 25