Nieuwsbrief nr#7 | juli 2012
In deze nieuwsbrief informeren wij u graag over de activiteiten die vanuit het project Simultaan geïnitieerd worden om u en andere collega’s uit de zorgketen voor te bereiden op rampen en crises.
Voorwoord Door Gert-Jan Ludden Projectleider Simultaan
Het is fijn te constateren dat het OTO-stimuleringsprogramma duidelijk zijn vruchten begint af te werpen. Ook in het tweede kwartaal van dit jaar zijn weer vele activiteiten ontplooid die een bijdrage leveren aan een professionele voorbereiding van de zorgsector Midden Nederland op rampen- en crisissituaties. Dank aan allen die daar een passievolle bijdrage aan leveren. Steeds meer ketenpartners uit de ‘witte kolom’ haken aan op het stimuleringsprogramma, bestuurders hebben het thema prominenter op de agenda staan, de aansluiting op multidisciplinaire ontwikkelingen van de Veiligheidsregio Utrecht is steeds duidelijker zichtbaar en de focus van de OTO-inspan
ningen richt zich inmiddels veel meer op moderne crisisbeheersing dan op de klassieke rampenbestrijding. Ook landelijk gezien staan de ontwikkelingen niet stil. De afgelopen maanden is de landelijke projectorganisatie geëvalueerd, hetgeen resulteert in een aangescherpt beleidskader OTO dat binnen afzienbare tijd aan de regio’s wordt aangeboden. Daarnaast zijn twee landelijke werkgroepen actief die voor het eind van het jaar een normerings- en toetsingskader alsmede een effectievere manier van oefenen gaan voorstellen. In deze editie van de nieuwsbrief treft u interessante artikelen aan over onder meer de recente deelname aan de H-MIMS opleiding, een verslag van de kenniskring crisisbeheersing voor
bestuurders en beleids medewerkers, de aanzet tot een regionaal Kennis- en netwerk centrum Zoönosen, de afronding van het HaROP-traject voor Huisartsen en de lancering van een serious game voor de intramurale zorgsector.
De redactie van deze nieuwsbrief blijft geïnteresseerd in uw ervaringen. Blijft u ons voeden met informatie: dat houdt de nieuwsbrief actueel en lezenswaardig. Ik wens u veel leesplezier, een fijne zomervakantie en veel ontspanning toe. In augustus pakken we de OTO- draad weer op.
Geplande OTO-activiteiten Datum
Activiteit
15 tot en met 18 oktober
Multi-CBRN/E meerdaagse, Ossendrecht
24 oktober
Kenniskring crisisbeheersing voor bestuurders en beleidsmedewerkers
3 november
Oefening Calamiteitenhospitaal
15 november
Congres ‘Recente ontwikkelingen in de Spoedzorg’, Utrecht
24 november
Grootschalige rampenoefening in het Meander Medisch Centrum
7 december
HMIMS (Van der Valkhotel, Houten)
CBRN-meldkaart: landelijke noviteit De afdeling Spoedeisende Hulp van Meander Medisch Centrum in Amersfoort introduceert de CBRN-meldkaart. Esther Beeris, ZiROPcoördinator van Meander Medisch Centrum en contactpersoon voor de CBRN-meldkaart vertelt over het hoe en waarom van de kaart. “In de regio Amersfoort werken zo’n tweehonderd bedrijven met chemische, biologische, radiologische en/of nucleaire stoffen (CBRN-stoffen). Als er in zo’n bedrijf een incident plaatsvindt met één van deze gevaarlijke stoffen kan een medewerker besmet raken en kan behandeling of ontsmetting in het ziekenhuis nodig zijn. Het is voor het slachtoffer én voor ons ziekenhuis van belang dat de opvang op onze Spoedeisende Hulp goed voorbereid wordt. De CBRN-meldkaart kan het bedrijf daarbij helpen.” “De kaart is ontwikkeld door een werkgroep en daarna verzonden aan bedrijven die in de regio Amersfoort met gevaarlijke stoffen werken. Een goed ingevulde CBRN-meldkaart helpt bij de behandeling van het slachtoffer. Zo geeft de kaart informatie over de aard van de stof en de wijze waarop het slachtoffer besmet is. Ook is duidelijk of en hoe het slachtoffer in het bedrijf gereinigd is. Daarnaast zorgt de informatie op de kaart ervoor dat wij veiligheidsmaatregelen kunnen treffen om verspreiding van de gevaarlijke stof in het ziekenhuis te voorkomen. Met een ingevulde CBRN-meldkaart weten de medewerkers van de Spoedeisende Hulp welke acties
project simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
zij moeten nemen om het slachtoffer zo adequaat mogelijk op te vangen en te behandelen. Zo houden we optimaal rekening met onze eigen veiligheid en die van onze patiënten.”
HMIMS zet deelnemers aan het denken Hoe kan men ten tijde van een ramp het ziekenhuis rampen opvangplan (ZiROP) adequaat opstarten en de hulpverlening structureren? Dat is kortgezegd de inhoud van de cursus HMIMS. Op 31 mei volgden vijfentwintig deelnemers uit ziekenhuizen in de OTO-regio Midden Nederland deze eendaagse cursus.
HMIMS staat voor Hospital Major Incidents Management and Support. De cursus is bedoeld voor mensen die een sleutelrol vervullen binnen de verschillende hiërarchische niveaus in een ziekenhuis ten tijde van een ramp. Als secretaresse op de spoedeisende hulp van het UMC Utrecht is Joan Hermanides regelmatig betrokken bij de opvang van slachtoffers in het
project simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
Calamiteitenhospitaal. Daarom nam zij deel aan de cursus. “De cursus heeft me wel aan het denken gezet”, vertelt Hermanides. “In een rampsituatie ben je een schakel in het grote geheel. Mijn eigen aandeel weet ik wel. Dat gaat bijna op de automatische piloot. De cursus laat je net dat stapje verder kijken. Een voorbeeld: als het Calamiteiten-
hospitaal open gaat, treedt een belboom in werking. Uit het hele huis worden mensen opgeroepen om met spoed naar het Calamiteitenhospitaal te komen. Als ik iemand op de poli weghaal, hoe gaat het dan daar? Daar had ik nooit over nagedacht. Dat heeft me wel de ogen geopend.” De cursus was heel praktijkgericht. In de ochtend werkten de deelnemers met collega’s uit hun eigen ziekenhuis op papier een casus uit. In de middag oefende de groep als geheel. Er werden teams geformeerd waarin ieder een bepaalde rol had. “We kregen als ziekenhuis te maken met een ramp en moesten die tot een goed einde brengen.” Dat lukte niet helemaal. Vooral de communicatie bleek een probleem. “Je zit met z’n zessen in een team. Dan is het belangrijk iedereen van alle ontwikkelingen op de hoogte te houden. Dat werd nog wel eens vergeten.” Waarschijnlijk als gevolg van een gebrekkige communicatie raakte Joan tijdens de oefening een patiënt kwijt. “Hij was gewoon weg. Ik heb nog overal geroepen: ‘waar is patiënt 32 nou’, maar hij werd niet meer gevonden. Daar baal ik nog steeds van.” Hermanides kijkt terug op een geslaagde cursus. “De oefeningen waren gebaseerd op reële situaties. En alles wat we geleerd hebben, is direct toe te passen in de dagelijkse praktijk.” Lof is er ook voor de trainers: “Zij hadden echt verstand van zaken.”
Kenniskring Crisisbeheersing 23 mei 2012 consequenties voor de crisisbeheersing. Hoe die met elkaar verbonden zijn, vertelde Rob de Wijk, directeur van the Hague Centre for Strategic Studies.
Aanjager voor veranderingen “Het is vijf over twaalf”, zo begon De Wijk zijn betoog. Hij schetste hoe een aantal mondiale zekerheden (als een veranderende wereldorde, het toenemend aantal conflicten en extreme weerscondities door klimaatverandering) invloed hebben op de economische en fysieke veiligheid in Nederland. De financiële crisis werkt als accelerator voor geopolitieke veranderingen. “De crisis in Griekenland was te voorkomen geweest. Maar hij is volkomen uit de hand gelopen, met alle gevolgen voor crisisbeheersing van dien.” De Nationale Veiligheid is in het geding als vitale belangen in het geding zijn en ontwrichting dreigt. “Daar moet je wat aan doen door rampenbestrijding, crisisbeheersing, terrorismebestrijding en militaire operaties.” De risico’s die Nederland loopt, staan in het nationale risicodiagram. “De financiële crisis is de grootste zorg.” De gevolgen daarvan zijn ook op lokaal niveau merkbaar. Zorginstellingen krijgen steeds meer te maken met complexe interne- en externe crisissituaties. Naast het hebben van een goede adviseur is kennis over actuele ontwikkelingen in de crisisbeheersing en integrale veiligheid én het hebben van een veilig heidsv isie onontbeerlijk. Daarom organiseerde het Traumacentrum Midden Nederland op 23 mei jl. een kenniskring crisisbeheersing voor bestuurders en beleidsmedewerkers van zorginstellingen uit de ROAZ regio Midden Nederland. “De moderne crisisbeheersing is complexer geworden”, aldus Gert-Jan Ludden, projectleider OTO TCMN en voorzitter van de kenniskring. “Het vereist een multidisciplinaire aanpak, adequaat (bestuurlijk) leiderschap en een integrale risicoanalyse en planvorming.” Ook de nauwere verwevenheid tussen internationale en nationale veiligheid heeft project simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
Dienstbare VRU Als voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht ging Aleid Wolfsen kort in op de veiligheid vanuit dat regionaal perspectief en de rol van zorginstellingen in de regio daarbij. “Het is lastig om maatgevende risico’s in de regio goed te waarderen en in te schatten wat de consequenties voor zorginstel lingen zijn.” Wolfsen gaf aan wat de VRU voor zorginstellingen kan betekenen. “We kunnen u helpen bij het maken van ontruimingsplannen en in het traject van vergunningverlening, ondersteuning bieden bij oefeningen en communicatie. De VRU is van en voor de regio. Wij zijn u graag van dienst.” Vanuit zijn voorzitterschap van het Landelijk Veiligheidsberaad schetste hij ook nog enkele recente ontwikkelingen, waaronder het voorstel van het inrichten van expertregio’s.
Het gaat altijd anders Niet alles is te plannen. We kunnen ons niet voor bereiden op een grootschalige uitbraak van een → lees verder op pagina 5
→ vervolg van pagina 4 infectieziekte. Dat stelde Roel Coutinho, directeur van het RIVM. Er zijn aanwijzingen dat het aantal infectieziekten toeneemt. Veel daarvan zijn zoönosen. Iedere keer duikt weer een nieuw virus op. “We weten niet hoe dat komt, we weten niet wanneer, maar we moeten ons daar wel op voorbereiden. Dus maken we draaiboeken. Dat werkt niet, want het gaat altijd anders.” Hij illustreerde zijn stelling aan de hand van twee recente infectieziektenuitbraken: de Mexicaanse griep en de Q-koorts. Volgens Coutinho is het bij de bestrijding van infectieziekten zaak een strenge scheiding aan te brengen (en te houden!) tussen de deskundigenkant en de bestuurlijke kant. “Als er een probleem is, zoeken deskundigen naar een oplossing. Die oplossing leggen ze voor aan de bestuurders. De bestuurders nemen vervolgens de beslissingen en communiceren met de buitenwereld.”
Falende crisiscommunicatie Maar in vrijwel alle crisissituaties faalt de informatievoorziening en crisiscommunicatie, liet Hans Siepel zien. “Crisiscommunicatie is niet bedoeld voor de media. Het is bedoeld voor de burgers.” Volgens Siepel gedragen bestuurders zich bij een crisis vaak alsof het hún crisis is. “Fout. Dat is ego-communicatie. Crisiscommunicatie gaat niet over het incident, maar over de behoefte aan informatie. Wat willen de getroffenen van je weten? Crisiscommunicatie moet dienstbaar zijn, oprecht en authentiek. Als je dienstbaar bent in je communicatie, heeft dat een positieve invloed op je reputatie.”
Impact van sociale media Dirk Schraven, lid van de Raad van Bestuur van het St. Antonius ziekenhuis, vertelde over het belang van crisismanagement in een zorginstelling. “Het is niet de vraag of zich incidenten, calamiteiten of rampen voordoen, maar wanneer. En hoe zorgen we er dan voor dat alles gewoon doorgaat.” Het St. Antonius ziekenhuis is nog nooit geconfronteerd met grote rampen, maar was de afgelopen jaren wel betrokken bij een aantal incidenten. Uit die incidenten heeft men lering getrokken. Zo
project simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
toonde een incident met een gaslek in 2008 het belang van een goede voorbereiding aan. “En het bleek belangrijk om je ketenpartners te kennen.” De impact van sociale media werd duidelijk tijdens een brand in een patchkast in 2011. “Het was een GRIP-1 situatie, die door de sociale media werd opgeblazen waardoor we gedwongen werden naar buiten te communiceren.” Na dit incident richtte het ziekenhuis een Actiecentrum Crisiscommunicatie in. Tijdens de brand in De Geinsche Hof bleek dat de opgeleide noodorganisatie goed functioneerde. “Dankzij OTO is onze awareness gestegen.”
Serious Game Zorgcontinuïteit Goede zorg leveren is een vak apart. Laat staan wanneer er zich een calamiteit voordoet, zoals een brand of een stroomuitval. Wat doe je dan als medewerker van een zorginstelling? De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) ontwikkelde samen met Stichting 2Bsafe en het Nederlands Instituut voor Vakbekwaamheid, Educatie & Ontwikkeling (Niveo) de ‘Serious Game Zorgcontinuïteit’. Hiermee kunnen medewerkers van zorginstellingen met behulp van verschillende scenario’s leren hoe je kunt handelen in geval van een calamiteit en tegelijkertijd de juiste zorg kunt blijven leveren. De Serious Game Zorgcontinuïteit is een laagdrempelig en goedkoop middel om alle personeelsleden van zorginstellingen in Nederland kennis te laten maken met de basisprincipes bij ontruimingsincidenten. Want of je nu arts bent, verpleegkundige of kok: iedereen heeft een rol bij een incident. De serious game versterkt de bewustwording bij medewerkers. Het creëert een bepaald kennisniveau van veiligheid bij alle medewerkers binnen de zorginstelling. Enkele zaken die in de serious game aan bod komen zijn: aandachtspunten bij acute ontruiming, de impact van het uitvallen van nutsvoorzieningen, de rol van professionele hulpdiensten en het crisismanagementteam. Daarnaast zet de game medewerkers aan te reflecteren op de eigen organisatie. Is deze voorbereid op een calamiteit? Op 31 mei werd de Serious Game Zorgautoriteit gelanceerd. Bij deze lancering waren vijftig afgevaardigden van verschillende zorginstellingen en GHOR
project simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
aanwezig. Na een korte presentatie kregen de deelnemers de kans om de scenario’s van de game te spelen. De reacties waren positief. De serious game sluit goed aan op de praktijk en het kennisniveau van medewerkers in zorginstellingen. Met name de vorm van de game werd toegejuicht. Interactief, creatief en ervarend leren waren kernwoorden die vaak gehoord werden. De serious game is ontwikkeld
met OTO-gelden uit de regio Utrecht. Daardoor kunnen zorginstellingen hun medewerkers tegen geringe kosten laten oefenen. Een speellicentie kost namelijk € 2,50 per medewerker per jaar. Van de opbrengst zullen nieuwe scenario’s voor de game worden ontwikkeld. De Serious Game Zorgcontinuïteit is te spelen via internet. Voor meer informatie en het aanvragen van een demo-account: www.niveo.nl
“Als je BOB niet goed doet, wordt het een zooitje” In 2011 moesten alle GGD’en GROP-proof zijn. Daarom besteedde de GGD MiddenNederland vorig jaar veel aandacht aan de inrichting van het GGD Rampenopvangplan (GROP) en aan de inrichting van de structuur van het crisisteam. In 2012 worden alle medewerkers getraind zodat zij in tijden van rampen of crises precies weten wat hen te doen staat.
“Het afgelopen half jaar heeft een grote groep medewerkers een GHOR-training gevolgd”, vertelt Henk Kruisselbrink, directeur van de GGD MiddenNederland. De GHOR zorgt ervoor dat alle geneeskundige partners goed voorbereid zijn op grote calamiteiten opdat de hulp aan slachtoffers zo goed mogelijk is. “Daarnaast volgde een aantal medewerkers een BOB-training.” Een nuttige training, zo vindt Kruisselbrink. “Je leert dezelfde taal praten en werkt met dezelfde structuur. Dat is altijd handig in een crisissituatie. Want als je de BOB niet goed doet, wordt het een zooitje.” De tweede helft van het jaar staat in het teken van oefeninproject simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
gen. Over het hoe en wanneer hult Kruisselbrink zich in stilzwijgen. “Dat blijft voorlopig geheim.” Aan de hand van de najaarsoefeningen wordt ook bekeken wat in 2013 verder getraind moet worden. Oefenen, trainen en opleiding van medewerkers kost geld. “De OTO-gelden helpen ons geweldig om het OTO-jaarplan gerealiseerd te krijgen en onze voorbereiding op rampen en crises naar een hoger plan te trekken. Als deze gelden weg zouden vallen, kunnen we het niveau dat we nu bereikt hebben niet in stand houden, laat staat uitbouwen. De OTO-gelden zijn een goede buitenboordmotor die wij binnenboord moeten halen.”
Wat is BOB? BOB staat voor Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming. De training bestaat uit een deel theorie gekoppeld aan een praktijk oefening. Voorafgaand aan de praktijkoefening krijgen de deelnemers handreikingen, tips en voorbeelden, die direct toepasbaar zijn om in een acute crisissituatie in een beperkte tijd de juiste beslissingen te nemen. Aan de hand van een standaard vergaderstructuur en de zogenaamde BOB-structuur leren de deelnemers effectief vergaderen. Ook komen de rollen en taken van de diverse staven, teams en processen aan de orde. Tijdens de oefeningen krijgen de deelnemers feedback van een coach. De coach geeft tips en verbeterpunten voor een volgend onderdeel, dan wel toekomstige praktijk- en oefensituaties.
Verbeteren Samenwerking bij Uitbraak Infectieziekte Naar aanleiding van de pandemie met het H1N1 virus van 2009 is het project ‘Verbeteren Samenwerking bij Uitbraak Infectieziekte’ (VSUI) gestart. Binnen dit project lopen momenteel twee deelprojecten, een derde is inmiddels afgerond.
Van IAWK naar Focusgroep Infectieziektebestrijding Ten tijde van de pandemie van 2009 organiseerde de GHOR het ‘Interdisciplinair Afstemmingsoverleg Witte Kolom’. Doel was om met de ketenpartners de zorgvraag en capaciteit van de verschillende zorgaanbieders op elkaar af te stemmen. Besluitvorming kon niet plaatsvinden. Partijen hadden geen mandaat van de eigen organisatie of van de organisaties die zij vertegenwoordigden. Ook bleek er geen mogelijkheid om voor besluitvorming op te schalen naar het bestuurlijk niveau. Om afstemming op inhoudelijk- of managementniveau en besluitvorming op bestuurlijk niveau te vinden, is aansluiting gezocht bij het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ). Binnen het ROAZ is draagvlak om te komen tot bestuurlijke participatie en hier de besluitvorming plaats te laten vinden. Aanvullend wordt een focusgroep Infectieziektebestrijding opgezet die in opdracht van het ROAZ vraagstukken uitwerkt tot besluitwaardige voorstellen. Het eerste overleg in het ROAZ heeft plaatsgevonden, de eerste uitwerkingen van het concept wordt in september in het ROAZ besproken.
versturen. Daarmee komt er meer lijn in berichtgeving tussen de VRU en beide GGD’en. Het bericht kan ook een verwijzing naar de website van de GGD bevatten. Inmiddels is getest of de Huisarts Informatie Systemen (HIS) edifact-berichten kunnen ontvangen. De huisartsenposten (en een enkele praktijk) kunnen dat niet. Zij worden per fax geïnformeerd. Om vooraf af te stemmen of de inhoud van het bericht ook zo overkomt als de GGD bedoelt, wordt een controle door de huisartsen ingebouwd. Na de zomer wordt het systeem getest en worden betrokkenen geïnformeerd.
Communicatie GGD-gemeenten Communicatie GHOR-GGD-huisartsen De berichtgeving aan de huisartsen tijdens de pandemie kon beter gestroomlijnd. Eind 2011 is met de huisartsen een aantal knelpunten en mogelijkheden ter verbetering besproken. In geval van urgente berichtgeving aan de huisartsen gebruikt de GHOR edifact-berichten. Beide GGD’en in de provincie Utrecht hebben afgesproken de informatiebron voor huisartsen te willen zijn met betrekking tot infectieziektebestrijding. Zij gaan hun berichtgeving naar de huisartsen onderling afstemmen en de berichten naar de huisartsen per edifact project simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
Om de afstemming tussen GGD Midden-Nederland en de gemeenten in haar werkgebied beter te stroomlijnen, zijn afspraken gemaakt over de informatievoorziening tussen de GGD en de adviseurs crisisbeheersing. Als daar aanleiding toe is, wordt de GGD uitgenodigd in het overleg van de ACB-ers en vindt informatieoverdracht en afstemming tussen GGD en gemeenten plaats. Voor meer informatie over het project VSUI kunt u contact opnemen met de projectcoördinator Ton Bresser:
[email protected].
Kennis- en netwerkcentrum Zoönosen De afgelopen jaren waren er verschillende uitbraken van ziekten die van dier op mens overgedragen werden (zogenaamde zoönosen). Voorbeelden zijn Q-koorts en de vogelgriep. De kennis die nodig is om dit soort uitbraken te kunnen bestrijden, is verdeeld over verschillende organisaties. Om de uitbraak van zoönosen efficiënt aan te kunnen pakken, moeten humane en veterinaire partijen intensief samenwerken. In de regio Utrecht wordt die samenwerking vorm gegeven in het nieuw te vormen Kennis- en netwerkcentrum Zoönosen. Zoönosen kunnen een bedreiging zijn voor de volksgezondheid. Daarom moeten uitbraken efficiënt bestreden worden. Dierenartsen merken het vaak als eerste wanneer een nieuwe ziekte onder dieren heerst. Wanneer mensen ziek worden, komen zij als eerste bij de huisarts. “Er zit een lacune in de samenwerking tussen veterinaire en humane geneeskunde”, zegt Jan Jelrik Oosterheert, internist-infectioloog in het UMC Utrecht. “Er is een continuüm. We hebben elkaar nodig.” GGD Midden Nederland, GGD Utrecht, UMC Utrecht, OTO, VRU, RIVM en Diergeneeskunde werken samen aan de oprichting van het Kennis- en netwerkcentrum Zoönosen. “Samenwerken en kennis delen zijn daarbij belangrijk. Nu de Q-koorts is gaan liggen, is er een extra noodzaak om alles goed te regelen. Alle partijen zijn daarvan doordrongen.” Over de positionering en de taken van het kenniscentrum wordt nog gesproken. “Waarschijnlijk zal een vaste kern regelmatig bijeenkomen, ontwikkelingen volgen en elkaar stimuleren. Afhankelijk van de vragen uit
het veld zullen we problemen oplossen. En er komt in ieder geval een database van mensen met chronische Q-koorts.” Het Kennis- en netwerkcentrum Zoönosen is naar verwachting voor het einde van het jaar ingericht. Meer daarover leest u in een van de volgende nieuwsbrieven.
Contactpersonen Voor nadere informatie over de genoemde initiatie-
of met de netwerkcoördinatoren van de VRU GHOR
ven of over de inhoud van het stimuleringspro-
Krista van Daalen:
verslag doen van een van uw OTO-activiteiten, mail
gramma OTO (project Simultaan) kunt u contact
088 – 878 3619;
[email protected]
dan aan:
[email protected]
opnemen met:
Ivonne Vliek: 088 – 878 4137;
[email protected]
Eindredactie: Marlène van Vijfeijken, IEC,
Projectleider OTO Gert-Jan Ludden:
Peter Goos:
UMC Utrecht
06 – 51 81 77 33;
[email protected]
088 – 878 3688;
[email protected]
Ontwerp & opmaak: Multimedia, FB, UMC Utrecht
Projectsecretaris Natasja Rabouw: 088 – 755 9621;
[email protected]
project simultaan
nieuwsbrief 7
juli 2012
Wilt u in een van de volgende nieuwsbrieven