Resultaten onderzoek naar branche- en beroepsorganisaties
Tim van der Rijken Hedde Rijkes
19 februari 2013 1
Achtergrond In opdracht van verenigingsmanagementbureaus Wissenraet Van Spaendonck, Lejeune Association Management, Het Branche Bureau en Atriumgroep heeft Berenschot een onderzoek uitgevoerd naar ontwikkelingen en uitdagingen van zelfstandige branche- en beroepsorganisaties; organisaties die geen deel uitmaken van een grotere koepel. Alleen organisaties met een jaarlijkse begroting tot ongeveer 1 miljoen euro zijn onderzocht. Achtergrond bij het het onderzoek is dat in de media en onderzoek de meeste aandacht uitgaat naar een beperkt aantal koepelorganisaties, terwijl daarnaast juist de honderden zelfstandige organisaties gezamenlijk voor een dynamisch en krachtig middenveld staan. Het onderzoek had een tweeledig doel. Ten eerste om de kennis over deze organisaties te vergroten. Daarnaast om te zien of er verschillen zijn tussen organisaties die wel of niet gebruik maken van een verenigingsmanagementbureau. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een digitale vragenlijst onder voorzitters van 150 branche- en beroepsorganisatie met aanvullend verdiepende interviews.
2
Onderzoeksvraag en opdracht Kernvraag: Wat zijn volgens kleinere branche- en beroepsverenigingen, die wel respectievelijk geen gebruik maken van een Association Management Company (AMC), verbeterpunten met betrekking tot de ontwikkeling van hun organisatie? Deelvragen: • Hoe ontwikkelen kleinere branche- en beroepsverenigingen zich? • Wat zijn de thema’s die bij deze ontwikkelingen spelen? • In hoeverre heeft het verenigingsapparaat hier een rol in? Zijn er verschillen tussen verenigingen die het verenigingsapparaat in eigen beheer hebben en die het hebben uitbesteed aan een AMC? • Wat zijn volgens bestuurders verbeterpunten met betrekking tot de ontwikkeling van hun organisatie? • In hoeverre is het al dan niet onderbrengen van het verenigingsapparaat bij een AMC van invloed op de financiën van de vereniging?
Nota bene: In dit rapport korten we verenigingsmanagementbureau af met de Engelse afkorting AMC (Association Management Company)
3
Inhoud Steekproef • Onderzoeksopzet en -proces • Respons en betrouwbaarheid • Ledenaantallen • Inkomsten Indicatoren • Financiële prestaties • Ledenontwikkeling • Breedte doelgroep leden • Vertrouwen in de toekomst • Ambitie en realisatie per activiteit • Verbeterpunten • Tevredenheid en effectiviteit • Kosten en bekendheid bureaus Conclusies • Antwoord op onderzoeksvragen • Aanbevelingen
4
Onderzoeksopzet en -proces • • • • •
• •
Onderzoek onder voorzitters van branche- en beroepsorganisaties. Selectie gemaakt van 100 van deze organisaties die geen gebruik maken van een AMC; 50 branche- en 50 beroepsorganisaties. Aangevuld door AMCs met organisaties uit hun eigen ledenbestand tot in totaal 145 organisaties. Digitale vragenlijst opgesteld en besproken met opdrachtgever. Respons verhogende maatregelen: na ongeveer 3 weken een herinneringsmail. Nog 3 weken later een mail en telefoontje naar secretaresse om deel te nemen en aanbod om telefonisch af te nemen. Een geplande verdiepende bijeenkomst geannuleerd in verband met te geringe belangstelling en afmeldingen op het laatste moment. In plaats daarvan zijn verdiepende telefonische interviews gevoerd met 4 voorzitters.
5
Respons en betrouwbaarheid Respons • 145 organisaties aangeschreven • 40 respondenten • Respons daarmee 27,6% Bureau ondergebracht bij verenigingsmanagementbureau? • 22 (55%) wel • 18 (45%) niet. Opbouw brancheorganisaties en beroepsorganisaties • 26 brancheorganisaties • 6 beroepsorganisaties • 4 anders (te weten beheerstichting, belangenorganisatie, belangenvereniging en beroepsvereniging, keurmerk) • 4 onbekend (niet ingevuld) Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid • Respons hoog genoeg om een betrouwbare indicatie te geven voor de totale populatie: De resultaten zijn indicatief van aard. Er zou een respons van 58 nodig zijn geweest om met 95% betrouwbaarheid en 10% nauwkeurigheid uitspraken te kunnen doen over de gehele steekproef.
6
Ledenaantallen Algemeen • De deelnemende organisaties hebben gemiddeld 380 leden. • Het aantal leden varieert van 10 tot 2800. Verschil organisaties met en zonder AMC • Deelnemers met AMC hebben gemiddeld 210 leden (SD 458). • Deelnemers zonder AMC hebben gemiddeld 593 leden (SD 768). • De relatief hoge standaarddeviaties komen door een groot aantal deelnemende organisaties met weinig leden en een aantal met juist een flink aantal leden. • Verenigingen zonder AMC hebben iets vaker grote ledenaantallen. • Voorbehoud: het kan zijn dat een gedeelte van de verschillen tussen organisaties met en zonder AMC te verklaren is door dit verschil in grootte.
7
Inkomsten Algemeen • Ongeveer 70% van de deelnemende organisaties heeft inkomsten tussen de 50.000 en 500.000 euro per jaar. Verschil organisaties met en zonder AMC • Deelnemende organisaties met een eigenstandig bureau hebben gemiddeld meer inkomsten. Dit sluit aan bij de bevinding dat organisaties zonder AMC in de steekproef gemiddeld wat groter zijn. Hoeveel inkomsten had uw organisatie in 2011? (in duizenden euro's)
AMC Geen AMC Totaal
< 50 19% 7% 14%
51 - 200 38% 27% 33%
201 - 500 500 - 1000 24% 5% 20% 7% 22% 6%
> 1000 0% 20% 8%
Wens ik niet aan te geven 14% 20% 17%
70% heeft inkomsten tussen 50 en 500 duizend euro
8
Inhoud Steekproef • Onderzoeksopzet en -proces • Respons en betrouwbaarheid • Ledenaantallen • Inkomsten Indicatoren • Financiële prestaties • Ledenontwikkeling • Breedte doelgroep leden • Vertrouwen in de toekomst • Ambitie en realisatie per activiteit • Verbeterpunten • Tevredenheid en effectiviteit • Kosten en bekendheid bureaus Conclusies • Antwoord op onderzoeksvragen • Aanbevelingen
9
Financiële prestaties Algemeen • In 2011 hebben meer organisaties een positief resultaat behaald dan een negatief. • Het tekort of overschot varieert van 1% tot 20% van de totale inkomsten; gemiddeld 8% positief, of 8% negatief. • Per saldo wordt dus eigen vermogen opgebouwd. • Een positief financieel resultaat is niet per se gunstig voor de vereniging: mogelijk moet Vpb worden betaald of willen leden meer weten wat er met hun contributie gebeurt.
Bijna 2/3 een overschot van gemiddeld 8% Verschil organisaties met en zonder AMC • Iets meer deelnemers met AMC hebben 2011 negatief afgesloten (38% ten opzichte van 20%). • Het valt op dat in de deelnemers met een eigen bureau meer dan een kwart deze vraag niet wil beantwoorden, terwijl dit slechts voor 1 op de 20 geldt zonder AMC. • Er zijn geen verschillen tussen deelnemers met en zonder AMC over de omvang van het resultaat ten opzichte van de totale inkomsten.
Winst of verlies afgelopen jaar? Wens ik Weet ik niet aan Positief Negatief niet te geven AMC 52% 38% 5% 5% Geen AMC 47% 20% 7% 27% Totaal 50% 31% 6% 14%
10
Ledenontwikkeling Ledenaantallen stabiel Algemeen • Het totaal aantal leden van deelnemende organisaties blijft de afgelopen 2 jaar tamelijk stabiel. Meer dan de helft van het aantal deelnemers zegt dat het ledenaantal stabiel is gebleven. Van de rest kennen bijna evenveel organisaties krimp als groei. • De ambitie is veel groter dan wat gerealiseerd is de afgelopen jaren: 25% is gegroeid, 75% wil groeien. Verschil organisaties met en zonder AMC • Meer groei en minder krimp bij organisatie met AMC. 33% van de organisaties zonder AMC krimpt, tegenover maar 9% organisaties met AMC. En bijna twee keer zoveel organisaties met AMC groeien (32% vs. 17%). • Groeiambitie van organisaties zonder AMC is lager: 61% daarvan wil in de komende jaren groeien, versus 86% van de organisaties met AMC. Dit kan een verklarende factor zijn voor het verschil in groei. • Een andere verklaring kan zijn dat AMC’s zorgen voor kruisbestuiving van ideeën voor ledengroei.
Sterkere groei organisaties met AMC
11
Breedte doelgroep leden Algemeen • 30% van de deelnemende organisaties heeft het afgelopen jaar hun doelgroep uitgebreid; geen enkele heeft de doelgroep versmald. • Van degenen die de doelgroep hebben uitgebreid, heeft 40% zijn ledenbestand verbreed met verwante branches of beroepsbeoefenaren, één op de vier met klanten of toeleveranciers van leden (verlenging) en één op de vier richt zich niet alleen meer op bestuurders of directeuren, maar ook op de staf (verdieping). Eén organisatie geeft aan dat ze nu ook ‘aspirant-leden’ kent. In welke richting heeft u uw doelgroep uitgebreid? Breedte: verwante branches of beroepsbeoefenaren Lengte: toeleveranciers of klanten van onze leden Diepte: we richten ook op staf ipv alleen bestuur en directie Anders, nl…
Aantal 5 3 3 1
% 41,7 25 25 8,3
Verschil organisaties met en zonder AMC • Er zijn geen noemenswaardige verschillen in de ontwikkeling in de breedte van de doelgroep tussen organisaties met en zonder AMC.
1 op 3 organisaties heeft vorig jaar doelgroep uitgebreid
12
Vertrouwen in de toekomst
Groot vertrouwen in de toekomst Algemeen • 84% heeft vertrouwen in de toekomst van de eigen organisatie. • Ter vergelijking: 52% van het Nederlandse bedrijfsleven verwacht in 2013 omzetgroei (bron: Berenschot), bij agrarische bedrijven heeft 88% vertrouwen in de toekomst van de eigen organisatie (bron: Flynth). Verschil organisaties met en zonder AMC • Iets meer zwartkijkers bij de organisaties mét AMC, maar ook meer overtuigd optimisten. • Volgens standaardscore Berenschot scoren organisatie met en zonder AMC hier even hoog.
Vertrouwen in de toekomst?
AMC Geen AMC Totaal
Zeer mee eens 33,3% 6,3% 21,6%
Mee eens 42,9% 87,5% 62,2%
Noch eens / (Zeer) mee noch oneens oneens 14,3% 9,5% 6,3% 0,0% 10,8% 5,4%
13
Ambitie en realisatie per activiteit (1/2) PR, imago en PA centraal in ambitie
Algemeen • De ambitie voor de komende jaren ligt met name bij activiteiten die naar buiten zijn gericht. Meer dan driekwart van deelnemende organisaties wil meer doen aan profilering van de sector of het beroep, informatievoorziening naar de buitenwereld en lobby. Ook is bij deze thema’s een groot verschil tussen waar men de afgelopen 2 jaar meer aan heeft gedaan en meer aan wil doen. • Relatief weinig organisaties willen meer doen aan advisering aan leden of het afsluiten van de cao. Wel valt op dat men inkoopvoordelen en cao weer belangrijker vindt.
Verschil organisaties met en zonder AMC • Geen – significante – verschillen Nuancering • De enquête is vooral ingevuld door voorzitters. Die hebben doorgaans een meer externe focus dan andere bestuurders.
14
Ambitie en realisatie per activiteit (2/2) • • •
Men wil op vrijwel alle gebieden meer doen, op weinig gebieden minder. Verder blijkt uit data dat een klein gedeelte de afgelopen jaren minder aan lobby heeft gedaan, maar daar grotendeels nu op terugkomt. Bijna een kwart heeft afgelopen 2 jaar minder gedaan aan inkoopvoordelen en verzekeringen.
Percentage dat meer of aanzienlijk meer wil doen aan:
Imago / profilering van de sector of het beroep Lobby Informatievoorziening naar de buitenwereld Keurmerk / richtlijnen / gedragscodes Platform voor leden (en anderen) Opleiding / educatie / cursussen voor leden Informatievoorziening naar leden Inkoopvoordelen / verzekeringen Advisering aan leden / helpdesk Afsluiten cao
Heeft Wil (aanzienlijk) (aanzienlijk) meer gedaan meer doen afgelopen 2 komende jaren jaar 82,1 66,7 76,3 52,6 76,3 53,9 63,7 65,6 59 51,3 55,9 40 55,3 66,7 48 28 42,4 34,4 37,5 16,7
Gap 15,4 23,7 22,4 -1,9 7,7 15,9 -11,4 20 8 20,8
Heeft minder Wil minder gedaan afgelopen 2 doen komende jaar jaren 2,6 0,0 7,9 2,6 5,1 2,6 6,3 6,1 2,6 2,6 3,3 0,0 2,6 0,0 24,0 12,0 3,1 0,0 16,7 0,0
15
Verbeterpunten kwalitatief Wat ziet men als grootste uitdaging voor de eigen organisatie (open vraag)? • Bijna 4 op de 10 deelnemers noemt ledengroei en ledenbehoud. Ook het realiseren van toegevoegde waarde en een juiste positionering worden in dit verband genoemd. • Eén op de 3 deelnemers noemt PA en PR. • Ook relatief veel worden genoemd het verbeteren van de financiële positie van de leden en het maken van intern bindende afspraken.
Grootste uitdaging in PR & PA en ledenwerving
Wat ziet u als grootste uitdaging voor uw organisatie? Categorie % geturfd Voorbeeld quote Bij een krimpende sector, bestaande uit veel zzp'ers die tot hoge leeftijd Ledengroei en -behoud 32,4% doorgaan, de groep met toekomst binnen te halen/houden. Public Relations 20,6% Bekend maken vereniging / imagoverbetering branche of beroep Financiële positie sector 8,8% Mede zorg dragen financieel gezonde sector. Public Affairs 8,8% Investeren in een kwalitatief betere belangenbehartiging. Verbeteren Incasso Keurmerk: criteria inhoudelijk aanscherpen, Intern bindende afspraken 8,8% zwaardere controle en meer PR voor het Incasso Keurmerk. Onderzoek naar intensieve samenwerking / fusie met andere Relatie externen 5,9% verenigingen, maar hoe behoudt deze beroepsvereniging zijn identiteit. Ontwikkeling sector 5,9% Kwaliteitsverbetering van de leden. Duurzaamheid. Interne organisatie 5,9% Meer professionaliseren van de organisatie/ opheffen van coöperatie Bindende factor binnen de branche behouden. Leden gezamelijke doelen Verbinden 2,9% laten onderschrijven. 16
Verbeterpunten kwantitatief (1/3) Algemeen De gewenste verbetering van de eigen organisatie bestrijkt volgens de deelnemers de volgende thema’s: 1. 2. 3.
Lobby, public relations en externe communicatie, Ledenwerving en ledenbehoud, Samenwerking met andere verenigingen.
Daarnaast zeggen ook 4 op de 10 deelnemers dat verbetering nodig is in de continuïteit in vereniging en bureau. Verbetering op ‘klassieke back-office’ capaciteiten scoort relatief laag. Het gaat hier bijvoorbeeld om automatisering, juridische kennis, financieel management en organisatorische kracht.
Verbetering nodig in PR & PA en ledenwerving
17
Verbeterpunten kwantitatief (2/3) Verschil organisaties met en zonder AMC • De figuur op de volgende slide laat voor een aantal thema’s de ‘gap’ zien tussen het percentage organisaties dat geen gebruik maakt van een AMC en dat hierop wil verbeteren en het percentage organisaties dat wel gebruik maakt van een AMC en hierop wil verbeteren. • Nota bene: Het gaat om gewenste verbetering van de deelnemende organisaties. Er is dus niet direct af te leiden dat AMCs beter zijn op de punten waar de organisaties die bij hen zijn aangesloten minder verbetering in wensen. • Er ontstaat een wisselend beeld: rganisaties die hun bureau hebben ondergebracht bij een AMC wensen minder verbetering voor de ‘klassieke’ taken van secretariaatsbureaus: financiële en ledenadministratie, organisatorische kracht, automatisering en continuïteit. • Voor de meer primaire taken zoals PR/PA, communicatie e.d. wensen organisaties met AMC juist wat meer verbetering, zij het beperkt. • Opmerkelijk dat organisaties zonder AMC hoger scoren op ledencommunicatie, terwijl organisaties met AMC beter scoren op ledenwerving.
Organisaties met AMC wensen veel minder verbetering op ‘klassieke’ taken secretariaatsbureaus
18
Verbeterpunten kwantitatief (3/3) Organisaties zonder AMC willen meer verbeteren
Meer organisaties zonder AMC vinden dit verbeterpunten
Organisaties met AMC willen vaker ledencommunicatie verbeteren
19
Tevredenheid en effectiviteit
Grotere tevredenheid over verenigingsmanagementbureau dan over ‘eigen’ bureau
Algemeen • Normale cijfers, tussen de 7 en 8 gemiddeld. Verschil organisaties met en zonder AMC • NB: grafiek is ‘afgekapt’ waardoor verschillen groter lijken dan zij zijn. • Over algemeen lijken organisaties die gebruik maken van een verenigingsmanagementbureau iets hoger te scoren op deze prestatie-indicatoren dan organisaties zonder. • Significante verschillen zijn er alleen wat betreft de tevredenheid over de samenwerking met – medewerkers – van het bureau, de prestaties van het bureau en het ‘in control’ zijn over de koers van de organisaties. . 20
Kosten en bekendheid bureaus Kosten bureau We hebben gekeken naar de uitgaven aan het verenigingsmanagementbureau, ten opzichte van uitgaven aan personeel en huisvesting bij organisaties die geen gebruik maken van een verenigingsmanagementbureau. • •
Verenigingen met een AMC geven gemiddeld 61,2% van de totale inkomsten uit aan het verenigingsmanagementbureau, met een minimum van 25% en een maximum van 90%. Verenigingen met een eigen bureau besteden gemiddeld 50,4% van inkomsten aan huisvesting en personeel, met een minimum van 25% en een maximum van 60%. Het is onzeker of automatisering hierin is meegerekend.
Gemiddeld meer kosten aan verenigingsmanagementbureau dan aan huisvesting en personeelskosten van ‘eigen’ bureau Bekendheid verenigingsmanagementbureaus • Ongeveer een kwart van de organisaties zonder AMC was voor deze vragenlijst niet op de hoogte van de mogelijkheid om hun bureau onder te brengen bij een verenigingsmanagementbureau.
21
Inhoud Steekproef • Onderzoeksopzet en -proces • Respons en betrouwbaarheid • Ledenaantallen • Inkomsten Indicatoren • Financiële prestaties • Ledenontwikkeling • Breedte doelgroep leden • Vertrouwen in de toekomst • Ambitie en realisatie per activiteit • Verbeterpunten • Tevredenheid en effectiviteit • Kosten en bekendheid bureaus Conclusies • Antwoord op onderzoeksvragen • Aanbevelingen
22
Antwoord op onderzoeksvragen (1/3) Hoe ontwikkelen kleinere branche- en beroepsverenigingen zich? • Gemiddeld gezien zijn de ledenaantallen stabiel, ook in deze ‘crisistijden’. Ongeveer de helft van de deelnemers geeft aan dat de ledenaantallen de afgelopen 2 jaar stabiel was, van de anderen groeien er ongeveer evenveel als er krimpen. • Bijna 1/3 van de onderzochte branche- en beroepsorganisaties heeft de doelgroep uitgebreid. Meestal in de breedte (met aanverwante branches), maar ook regelmatig in de diepte (staf) en de lengte (ketenpartners). • Organisaties met AMC kennen aanzienlijk minder krimp en aanzienlijk meer groei dan organisaties zonder AMC. Wat zijn de thema’s die bij deze ontwikkelingen spelen? • Aan bijna alle activiteiten heeft men de afgelopen jaren meer gedaan en wil men nog meer doen de komende jaren. Alleen voor inkoopvoordelen en verzekeringen geeft een kleine minderheid aan minder te hebben gedaan en minder te willen doen. • De ambitie voor de komende jaren ligt met name bij activiteiten die naar buiten zijn gericht. Meer dan driekwart van deelnemende organisaties wil meer doen aan profilering van de sector of het beroep, informatievoorziening naar de buitenwereld en lobby.
23
Antwoord op onderzoeksvragen (2/3) Zijn er verschillen tussen verenigingen die het verenigingsapparaat in eigen beheer hebben en die het hebben uitbesteed aan een AMC? • Hogere tevredenheid organisaties met AMC over de samenwerking met – medewerkers – van het bureau, de prestaties van het bureau en het ‘in control’ zijn over de koers van de organisaties. Weinig tot geen verschil in effectiviteit organisatie, tevredenheid en prijs/kwaliteitverhouding. Wat zijn volgens bestuurders verbeterpunten met betrekking tot de ontwikkeling van hun organisatie? • De belangrijkste verbeterpunten beslaan 1) PR en imago, 2) ledenwerving en ledenbehoud, 3) samenwerking met andere verenigingen en 4) PA en relatie met overheid en politiek. • Organisatie die hun bureau hebben ondergebracht bij een AMC wensen minder verbetering dan organisaties met een ‘eigen’ bureau voor de ‘klassieke’ taken van secretariaatsbureaus, zoals financiële- en ledenadministratie, organisatorische kracht, automatisering en continuïteit. Ze wensen meer verbetering voor taken zoals PR, lobbykracht en ledencommunicatie.
24
Antwoord op onderzoeksvragen (3/3) In hoeverre is het al dan niet onderbrengen van het verenigingsapparaat bij een AMC van invloed op de financiën van de vereniging? • Iets meer deelnemers met AMC hebben 2011 met een negatief resultaat afgesloten (38% ten opzichte van 20%). Het valt op dat in de deelnemers met een eigen bureau meer dan een kwart deze vraag niet wil beantwoorden, terwijl dit slechts voor 1 op de 20 geldt zonder AMC. • Er wordt gemiddeld meer uitgegeven aan een AMC dan aan huisvesting en personeelskosten van het ‘eigen’ bureau. Overig • Ongeveer een kwart van de organisaties zonder AMC is niet op de hoogte van de mogelijkheid om hun bureau onder te brengen bij een AMC.
25
Aanbevelingen voor AMCs
•
Ledenwerving en ledenbehoud zijn belangrijke thema’s voor de doelgroep van de AMCs de komende jaren. Gezien de hoge ledengroei die organisaties met AMC weten te realiseren, ligt profilering hierop voor de hand.
•
De groeiwens van de kleinere branche- en beroepsorganisaties is de komende jaren met name extern gericht (lobby, PR, imago), terwijl de met AMCs geassocieerde kwaliteiten met name intern (back-office) gericht zijn. Overweeg de dienstverlening op eerstgenoemde punten uit te breiden en communiceer hierover. Wellicht is samenwerking met een PR/PA-bureau interessant.
•
AMCs kunnen waarschijnlijk nog marktaandeel winnen door de bekendheid van hun diensten te vergroten. Ongeveer een kwart van de doelgroep is niet op de hoogte van de mogelijkheid hun bureau onder te brengen bij een AMC.
•
Organisaties met AMC geven aan dat relatief veel verbetering te behalen is in de communicatie met de leden. Besteed hier extra aandacht aan.
•
Uit de verdiepende gesprekken blijkt onder meer dat sectorkennis een belangrijk aspect is bij de keuze voor AMC of eigen bureau. Op aan dit punt tegemoet te komen zouden AMCs zich wellicht meer kunnen specialiseren in bepaalde sectoren. 26
Ledenaantal stabiel, grote ambitie
Tweederde maakt winst
FACTSHEET
● Meeste organisaties in de plus. ● Het tekort of overschot varieert van 1% tot 20% van de totale inkomsten; gemiddeld 8%.
onderzoek branche- en beroepsorganisaties
Vertrouwen in toekomst, maar meer aandacht lobby en imago ● Ambitie komende jaren naar buiten gericht: profilering van de sector of het beroep, informatievoorziening naar de buitenwereld en lobby. ● Duidelijke verschuiving in prioriteiten. ● Onderzoek onder verenigingen van beperkte omvang. Daarom mogelijk relatief weinig aandacht voor cao. ● Voor bijna alle onderwerpen moet volgens de deelnemers meer aandacht komen. ● Aandacht voor inkoopvoordelen en verzekeringen is de afgelopen 2 jaar bij een kwart van de organisaties afgenomen. ● 84% van deelnemers heeft (veel) vertrouwen in de toekomst.
Verbetering gewenst op PR en ledenwerving ● Verbetering gewenst: 1. Lobby, public relations en externe communicatie. 2. Ledenwerving en ledenbehoud. 3. Samenwerking met andere verenigingen. ● Daarnaast zeggen 4 op de 10 verenigingen dat verbetering nodig is in de continuïteit in vereniging en bureau. ● Verbetering op ‘klassieke backoffice’ capaciteiten scoort relatief laag. Het gaat hier bijvoorbeeld om automatisering, juridische kennis, financieel management en organisatorische kracht.
Organisaties met verenigingsmanagementbureau scoren hoger op prestatie-indicatoren ● AMC = Association Management Company = Verenigingsmanagementbureau. ● Organisaties met AMC: minder krimp en hogere groei ledenaantallen. ● Organisaties met AMC vinden dat minder verbetering nodig is dan organisaties zonder AMC voor: • financiële en leden administratie, organisatorische kracht, ict en automatisering, continuïteit vereniging en bureau, marketing. ● Ze vinden dat er meer verbetering nodig is voor: • PR/PA, samenwerking andere verenigingen, ledencommunicatie. ● Hogere tevredenheid organisaties met AMC over de samenwerking met – medewerkers – van het bureau, de prestaties van het bureau en het ‘in control’ zijn over de koers van de organisaties. Weinig tot geen verschil in effectiviteit organisatie, tevredenheid en prijs/kwaliteitverhouding. ● Gemiddeld hogere besteding aan AMC (60% van de totale inkomsten) dan aan huisvesting en personeelskosten van ‘eigen’ bureau (50% van de totale inkomsten).
Respons en opzet ● Onderzoek met een digitale vragenlijst aan voorzitters. ● 145 organisaties aangeschreven en nagebeld, respons 27,6%. De betrouwbaarheid valt daarmee – iets – lager uit dan 95%. Wel een betrouwbare indicatie voor de gehele populatie. ● 22 (55%) bij een AMC, 18 (45%) met een ‘eigen’ bureau. ● 2/3 brancheorganisatie, 15% beroepsorganisatie, rest ‘belangenorganisatie’ of anders. ● Gemiddeld 380 leden; aantal varieert van 10 tot 2800. Verenigingen met AMC iets vaker grote ledentallen. ● 70% van de deelnemende organisaties heeft inkomsten tussen de 50 en 500 duizend euro per jaar, 3 boven de miljoen euro. ● Dit onderzoek is uitgevoerd door Berenschot, in opdracht van verenigingsmanagementbureaus:
Tim van der Rijken (
[email protected]) & Hedde Rijkes (
[email protected]), 19 februari 2013.