RELIGIES IN DE EUROPESE UNIE
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON Tekst: Herman Bosman Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, RWBN, Wikipedia Commons, Tamiluc, Islamweb, Topnews, Historische Kerken,Bulgaria Photo’s, University Texas, EO, BBC, Radio Maryja, Anne Frank Stichting. De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met ons op te nemen via
[email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
U kunt op de website http://www.cmo.nl terecht voor aanvullende informatie bij dit scriptiepakket. U vindt daar onder meer voor gebruik in de klas: een onderzoeksopdracht gebaseerd op de inhoud van het scriptiepakket met een overzicht van de competenties die daarbij worden aangesproken. De gebruikersnaam is: religiesineu Het wachtwoord is: project043
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2008
II
INHOUD Wat is een religie?
pag. 1
Religies in Europa
pag. 2
Rondreis langs religies in Europa Christenen Rooms-katholieken Protestanten Oosters-orthodoxen Bulgarije: meer uit vaderlandsliefde dan uit godsdienstijver Joden Moslims Moslims in de Balkan, gastvrij, verdraagzaam, niet strenggelovig
pag. 3 pag. 3 pag. 4 pag. 5 pag. 6 pag. 6 pag. 7 pag. 9 pag. 10
Europa doet steeds minder aan religie, of juist steeds meer Doen steeds meer mensen niets meer aan hun religie? De Bible Belt in Nederland Jeruzalem van het Noorden Polen: religie, verzet en nationale trots Radio Maryja Jongeren kiezen hun eigen religie
pag. 11 pag. 11 pag. 12 pag. 12 pag. 13 pag. 14 pag. 15
Hoe is Europa aan zoveel religies gekomen? Het christendom verovert het Romeinse rijk Oost tegen West, het Grote Schisma van 1054 Arabische koninkrijken in Zuid-Europa Ottomanen in de Balkan Protest-kerken Noord-Ierland Joden, nooit echt geliefd, vaak vervolgd Steeds meer migranten uit moslimlanden
pag. 17 pag. 17 pag. 18 pag. 19 pag. 19 pag. 20 pag. 22 pag. 22 pag. 24
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
WAT IS EEN RELIGIE? Dit informatiepakket gaat over religies in Europa. Eerst leggen we uit wat een religie is. Je hebt geleerd dat je niet mag stelen. Als je dat wel doet, vinden je ouders dat niet goed. Daarom doe je dat niet. Als een van je klasgenoten ziek is, besluit je misschien om hem thuis op te zoeken. Want dat wordt van je verwacht. Misschien is hij wel blij als je langskomt. Zo besluit iedereen telkens iets te doen of te laten aan de hand van waarden en normen die hij geleerd heeft. Waarden laten zien wat mensen goed of slecht vinden (zoals: eerlijk zijn en naastenliefde). Normen zijn regels die aangeven wat je wel of niet moet doen (zoals: niet stelen, niet liegen en een zieke klasgenoot bezoeken). Normen komen uit waarden voort. Dat je niet mag stelen (een norm) komt voort uit het feit dat je altijd eerlijk moet zijn (een waarde). Dat je een zieke klasgenoot bezoekt (een norm) komt voort uit naastenliefde (een waarde).
De sprookjesfiguur Pinocchio had pech: als hij loog, groeide zijn neus. Niet liegen is een norm die voortkomt uit de waarde ‘eerlijk zijn’.
Waarden en normen leer je van groepen waar je bij hoort; je familie bijvoorbeeld en de leerlingen en leerkrachten op je school. Ben je een rooms-katholiek, protestant of moslim, dan hoor je bij een groep mensen die dezelfde levensovertuiging hebben. De waarden en normen van deze groepen staan vaak geschreven in een heilig boek (Bijbel, Koran). Je voelt je verbonden met die groep, want je hebt dezelfde levensovertuiging als de andere mensen van die groep. En jullie kennen dezelfde god. Daarom noemen we een levensovertuiging met een god (of met meerdere goden) religie (van het Latijnse woord religare = dingen met elkaar verbinden). Er zijn in Europa verschillende groepen met een eigen religie (pag. 2). Waarin verschillen de belangrijkste religies van elkaar? Wat hebben ze met elkaar gemeen? Wat merk je er zelf van? Meer dan je misschien denkt, want waarden en normen die je hebt geleerd, komen meestal voort uit een religie (pag. 3-10). Er wordt beweerd dat de mensen in Europa steeds minder aan religie doen. Is dat wel zo (pag. 11-16)? Waarom zijn er nu zoveel religies in Europa? Leven de aanhangers van een religie overal in Europa vreedzaam naast elkaar? En hoe is dat in het verleden geweest? De antwoorden op deze vragen zijn te vinden in het laatste hoofdstuk over het verleden van Europa vanaf de oudheid (pag. 17-24). 1
RELIGIES IN EUROPA
Katholiek christendom
Soennitische islam
Protestants christendom
Sjiitische islam
Orthodox christendom
Op de kaart hierboven kun je zien welke godsdienst de belangrijkste godsdienst is. Duidelijk is te zien dat in het noorden van Nederland het protestantisme de belangrijkste godsdienst is en in het zuiden van Nederland het katholicisme. Op de kaart hiernaast kun je zien hoeveel procent van de bevolking zegt in een god te geloven. In de EUlanden loopt dat uiteen van 10-20% tot meer dan 90%. In Nederland is dat tussen de 30 en 40%. 2
Jodendom
RONDREIS LANGS RELIGIES IN EUROPA Hier maak je kennis met de belangrijkste religies in Europa. We laten hierbij kinderen over hun religie vertellen. Je ziet ook dat religie grote invloed heeft op wat we denken en doen, meer dan je misschien denkt. Christenen Marijke is een christen. “Op zondag ga ik met mijn ouders mee naar de kerk. Dit doen wij als christenen iedere zondag. Mijn ouders en ik geloven in Jezus van Nazareth. Dit is voor ons de Zoon van God die op aarde heeft geleefd. Daar leed hij pijn” (nadat hij was gekruisigd), “stierf en stond op uit zijn graf. Dit verhaal staat helemaal beschreven in onze Bijbel. De manier waarop wij geloven verschilt echter van kerk tot kerk. Toch brengen al deze kerken de boodschap van Jezus Christus over aan zijn volgelingen.” Die boodschap is: wie in God en Jezus gelooft, zal net als Jezus leven na de dood en naar de hemel gaan. Daarvoor moet je ook doen wat goed is en laten wat slecht is. Daar hebben christenen leefregels voor: de Tien Geboden. God heeft die verteld aan Mozes en die heeft ze opgeschreven. Mozes was leider van de joden toen die wegtrokken uit Egypte en naar het Beloofde Land (nu Israël) gingen. Sindsdien horen de Tien Geboden bij het jodendom (zie pag. 7). De christenen hebben de Tien Geboden overgenomen. Jezus vat de Tien Geboden samen in twee grote: Je moet van God houden met heel je hart, heel je verstand en heel je geest en je moet evenveel van je naaste houden als van jezelf. Het christendom kent ook andere leefregels. Die geven aan wat goed is om te doen. Dat zijn: De zeven lichamelijke werken van barmhartigheid Oorspronkelijk zijn het er zes. Die noemt Jezus in het Evangelie (= Blijde boodschap) van Mattheüs (hoofdstuk 25, vers 35-36). Dit evangelie is te vinden in het Nieuwe Testament van de Bijbel.
Twee van de zeven werken van barmhartigheid: de hongerigen te eten geven en de doden begraven. De andere vijf zijn: de naakten kleden, de dorstigen te drinken geven, de gevangenen bezoeken, de zieken verzorgen en vreemdelingen als gasten ontvangen.
In 1207 voegt paus Innocentius III (paus van 1198 tot 1216) er nog een zevende aan toe: de doden begraven. Deze goede daad komt uit het boek Tobit in het Oude Testament van de Bijbel. Daar staat: “Als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Ninevé zag liggen, dan begroef ik het.” (hoofdstuk 1, vers 17).
3
De christenen in Europa zijn ruwweg in drie groepen verdeeld: rooms-katholieken, protestanten en oosters-orthodoxen. Rooms-katholieken Deze christenen staan onder leiding van de paus in Rome. Voor hen is de paus de leider van alle christenen want hij is de afgezant van Jezus op aarde. Daarom noemen ze zich naar de stad Rome: roomskatholieken. Rooms-katholieken zijn van oudsher niet gewend veel in de Bijbel (het heilige boek van de christenen) te lezen. Katholieke priesters legden van oudsher de Bijbel in de wekelijkse mis uit volgens de officiële leer uit Rome. Rooms-katholieken geloven dat mensen naar de hemel gaan als ze in God en Jezus geloven. Naar de hemel ga je ook als je zoveel mogelijk goede daden en zo weinig mogelijk slechte daden doet. Overtuigde rooms-katholieken vereren Maria, de moeder van Jezus. De Mariaverering is al heel oud. Vanaf het ontstaan van het christendom beschouwen christenen haar als voorbeeld voor alle christelijke vrouwen. Ze zien haar als de moeder die altijd klaarstaat voor haar kind en als echtgenote die haar man liefheeft, verzorgt en trouw blijft. Roomskatholieken vereren haar zelfs. Ze hebben vaak thuis een Mariabeeldje of een afbeelding van Maria. Ook in rooms-katholieke kerkgebouwen kun je beelden en afbeeldingen van Maria vinden. Verder zijn er bedevaartsoorden die aan Maria zijn gewijd en die veel bezoekers trekken. Daar zouden mensen Maria hebben gezien. De bekendste is Lourdes in Frankrijk. Daar zou in 1858 een meisje, genaamd Bernadette Soubirous Maria, meermalen hebben gezien en gesproken. Lourdes
Bernadette Soubirous
4
Protestanten Protestanten hebben met elkaar gemeen dat ze de paus niet als hun leider erkennen. Ook zijn ze gewend om zelf de Bijbel te lezen. Ze worden tot lezen aangemoedigd door hun dominees (= geestelijke leiders) en ze weten er veel van. Ze doen hun best om na te volgen wat in de Bijbel staat en zo gehoorzaam te zijn aan God. Want God heeft dat allemaal zelf aan mensen verteld, aan Mozes en andere profeten (zoals Elia), aan wijsgeren (zoals Prediker), aan Jezus en aan enkele van diens volgelingen. God heeft alleen dingen gezegd die waar zijn. Je kunt dus de Bijbel geloven ‘van kaft tot kaft, zoals een lid van de protestantse politieke partij ChristenUnie eens heeft gezegd. Verder streven protestanten soberheid na. Dat is te zien aan hun kerkgebouwen; die zijn minder uitbundig versierd dan rooms-katholieke en oosters-orthodoxe kerkgebouwen. Ten slotte doen ze weinig of niets aan Mariaverering. Je zult in een protestants kerkgebouw nooit beelden of afbeeldingen van Maria vinden. Een sobere protestantse kerk in Haren
Toch vormen de protestanten niet één grote kerk. Ze zijn in diverse groepen verdeeld. De belangrijkste drie zijn aanhangers van lutherse, calvinistische en anglicaanse kerken. De lutherse kerk is gesticht door de Duitse monnik Maarten Luther. De calvinistische kerken zijn beïnvloed door de Franse jurist Johannes Calvijn en de anglicaanse kerk door koning Hendrik VIII van Engeland. Hoe dat in zijn werk is gegaan, leggen we op pagina 20 en 21 uit. Aanhangers van de calvinistische kerk geloven dat iedereen moet doen wat goed is en laten wat slecht is, maar dat alleen God beslist of iemand naar de hemel gaat of naar de hel. Aanhangers van Luther geloven dat mensen alleen naar de hemel gaan als ze in God en Jezus geloven. Wie dat niet doet, gaat naar de hel, hoeveel goede daden hij ook verricht. De hel, een detail uit een schilderij van Giotto
5
Oosters-orthodoxen Ook deze groep christenen erkennen de paus niet als hun leider. Hun leider is een patriarch die in Istanbul woont en werkt. Die patriarch is bovendien niet iemand die alles in zijn eentje beslist. Hij is de voorzitter van een raad van patriarchen van verschillende nationale oostersorthodoxe kerken, zoals de Grieks-orthodoxe kerk, de Russisch-orthodoxe en Servisch-orthodoxe kerk. Wat oosters-orthodoxen geloven, lijkt sterk op wat rooms -katholieken geloven. Ook zij vereren Maria. Wel kun je zien of iemand rooms-katholiek is of oosters-orthodox. Ze maken het kruisteken op een verschillende manier. Ook de Heilige Mis verschilt. Bij een rooms-katholieke mis kun je het altaar altijd zien. Bij een oostersorthodoxe mis hangt er altijd een wand met iconen (geschilderde afbeeldingen van Jezus, Maria of een heilige) voor het altaar. Bulgarije: meer uit vaderlandsliefde dan uit godsdienstijver De meeste Bulgaren zijn Bulgaars-orthodox (een van de oosters-orthodoxe kerken). Maar niet alle Bulgaars-orthodoxen doen veel aan hun religie. ’s Zondags zijn kerken meestal niet vol. Bovendien blijven de meeste kerkgangers niet in de kerk tot de mis afgelopen is. Toch zijn kerkelijke plechtigheden heel populair in Bulgarije. Ook Bulgaars-orthodoxen die anders nooit een mis bijwonen of op andere manieren aan hun religie doen, trouwen voor de kerk en laten hun kinderen dopen. Met Pasen zijn de kerken wel degelijk vol. Bulgaars-orthodoxen bezoeken graag kloosters in hun land. Maar dat doen ze meestal om te bidden of de stilte op te zoeken. Ze vinden de gebouwen mooi en de kunstvoorwerpen (zoals iconen) die daar te zien zijn. Voor hen zijn deze gebouwen, en ook kerken iets om als Bulgaar trots op te zijn. Door kloosters en kerken te bezoeken en te bekijken, laten ze zien dat ze van hun land houden. En wie van zijn land houdt, is ook lid van de Bulgaars-orthodoxe kerk.
Het beroemde Rilaklooster in Bulgarije
6
Thora
Assaf met een achtarmige kandelaar
Bij de Bar Mitswa
Koosjer brood
Joden Assaf vertelt over zijn godsdienst: “Vrijdagochtend ben ik met mijn vader naar de synagoge geweest. Hier komen wij joden bij elkaar om te bidden of om te leren uit het heilige boek de Thora (= leer of wet).” De Thora is volgens de overlevering ontstaan tijdens het leven van Mozes. Die leeft in de 13e eeuw voor Christus en is de leider van de joden. Het is het eerste en belangrijkste deel van een heilig boek dat Tenach heet (de Tenach is nu het Oude Testament van de Bijbel van de christenen). Assaf: “Wij geloven maar in één god en wij leven volgens de regels van het heilige boek van het jodendom. Mijn moeder en mijn zus maken thuis het speciale sjabbatmaal klaar (sjabbat is de wekelijkse rustdag van de joden die op zaterdag valt). Op zaterdagochtend ga ik met de hele familie naar de synagoge. In het jodendom hebben we ook verschillende feestdagen. Bijvoorbeeld in december vieren wij joden het lichtfeest, de Chanoeka.” Dit feest duurt acht dagen. Iedere dag wordt een kaars aangestoken in een zevenarmige kandelaar. Assaf ziet uit naar zijn dertiende verjaardag, want dan mag hij voorlezen uit de Thora in de synagoge. “Ik ben dan volgens de joodse wet volwassen. Wij vieren dan een groot feest en noemen dit Bar Mitswa (= zoon van de wet).” Meisjes die twaalf jaar oud worden, vieren de Bat Mitswa. In de Thora vertelt God de joden hoe ze moeten leven, wat goed is en wat slecht. Niet alleen mogen joden maar één god aanbidden, de god die tot hen spreekt. Ook moeten ze God gehoorzamen en zich aan de regels in de Thora houden. Van die regels zijn de Tien Geboden de belangrijkste. Die regels heeft God zelf aan Mozes gegeven. Bij elkaar geeft de Thora niet minder dan 613 regels. Wie zich goed aan de regels wil houden, moet de Thora dus goed kennen. Enkele regels gaan over de sjabbat (= rustdag). Je mag die dag geen voertuigen gebruiken (dus ook niet autorijden), geen geld uitgeven of ontvangen en geen licht en vuur maken of doven. Andere regels gaan over het eten. Joden mogen bijvoorbeeld geen varkens- of paardenvlees eten en geen vissen zonder schubben of vinnen. Van dieren die geslacht worden, moet altijd de keel worden doorgesneden zodat alle bloed eruit kan lopen. Wat ze wél mogen eten en wat volgens de regels is klaargemaakt, heet koosjer (= toegestaan). 7
Joden houden zich aan de regels want ze geloven dat God hen een opdracht heeft gegeven: goed zijn omdat God dat ook is. Dat houdt in dat iedereen God en de mensen moet liefhebben en God moet gehoorzamen. Joden die dat doen, gaan naar de hemel, joden die dat niet doen, gaan naar de hel. Joden kennen net als christenen en moslims maar één god die ze moeten gehoorzamen en liefhebben. Net als christenen en moslims geloven joden ook dat ze andere mensen moeten liefhebben. Maar er is ook een groot verschil tussen het jodendom aan de ene kant en het christendom en de islam aan de andere kant: joden proberen geen mensen te bekeren tot het jodendom, waar christen en moslim wel proberen andere te bekeren. Het is niet makkelijk om als niet-jood jood te worden en het gebeurt ook niet zo vaak. Ook geloven joden dat ze van God een gebied als thuisland hebben gekregen. Hoe zijn deze verschillen te verklaren?
Abraham sluit een verbond met God
Joden geloven dat ze als volk een verbond hebben met God en andere volken niet. Dat heeft god met de joden gesloten omdat hij hen uitgekozen om de andere volken te vertellen hoe ze moeten leven. Ze noemen zich daarom het uitverkoren volk. Het eerste verbond sluit God met Abraham, de eerste echte jood en de eerste leider van de joden. Dan roept God Abraham op om de joden uit Mesopotamië (nu Irak) naar Kanaän (nu Israël) te brengen. God zegt hem ook dat Kanaän voortaan hun thuisland is. Met Mozes sluit God een nieuw verbond. Hij wijst Mozes aan als leider. Dan wonen de joden ongeveer 400 jaar in Egypte. Ze zijn van Kanaän naar Egypte getrokken, omdat er in Kanaän een hongersnood was uitgebroken. Vervolgens zijn ze slaaf geworden van de farao, de koning van Egypte. God draagt Mozes op de joden te bevrijden uit de slavernij en terug te brengen naar Kanaän. Mozes leidt de joden uit Egypte naar het beloofde land Kanaän
8
Moslims In Europa wonen ook moslims. Hun religie heet islam. Dat betekent: overgave aan de wil van God. Fatima is een moslim. Ze vertelt:
Sommige moslimsmeisjes dragen een hoofddoek, anderen weer niet
“Laat ik beginnen bij Mohammed. Onze God heet Allah. Mohammed is zijn profeet. Zijn verhalen staan in ons heilige boek de Koran. Daar staat heel veel in. Veel over ons geloof, maar ook andere dingen: zoals regels voor het eten en de gezondheid.” Daar geeft ze voorbeelden van: “Je moet vijf maal per dag een gebed opzeggen met je gezicht naar Mekka in Saoedi-Arabië, waar Mohammed geboren is. Het opzeggen van die gebeden is wel lastig als je overdag les op school hebt of werkt. Daarom is het ook goed als die gebeden ’s avonds achter elkaar opgezegd worden. Een andere regel is het geven van aalmoezen. Je geeft dan iets aan de arme mensen. Ook vasten we eens per jaar een maand lang: je mag dan niet eten en drinken zolang het buiten licht is. Dat doen we als herinnering aan de eerste verhalen van Mohammed.” Fatima vertelt niet dat moslims ook vasten om zich te leren beheersen. Ze leren bijvoorbeeld tegen honger en dorst te kunnen. Ook leren ze niet agressief te zijn tegenover anderen en geen wraak te willen nemen op iemand. Ten slotte leren rijke moslims wat leven in armoede is. Arme mensen kunnen niet al het eten en drinken kopen dat ze nodig hebben. Moslims mogen net als christenen en joden maar één god vereren, Allah, en geen andere. Hun geloofsbelijdenis luidt: ‘Er is géén God dan Allah en Mohammed is zijn profeet’. Van moslims wordt ook verwacht dat ze minstens éénmaal te bedevaart gaan naar Mekka (in Saoedi-Arabië). Ten slotte willen moslims schoon zijn als ze bidden of naar de moskee gaan. Dat noemen ze rein. Ze geloven dat Allah zelf puur en rein is. Alleen als ze zelf rein zijn, kunnen ze bij het bidden of in de moskee dichtbij Allah komen in hun gedachten. Ze wassen zich eerst helemaal en zorgvuldig. Ze geloven net als christenen dat je naar de hemel gaat als je in God gelooft, goede dingen doet en slechte dingen laat. Wie niet in God gelooft of veel slechte dingen doet zonder berouw te tonen, gaat naar de hel.
Bedevaart in Mekka
Moslims hebben ook normen met christenen gemeen; niet stelen bijvoorbeeld. Tolga zegt: “Vroeger bij Pokemonkaarten, wilde ik er meer hebben en dacht ik aan stelen. Toen ik al die verhalen in de moskee hoorde, dacht ik: dat doe ik maar niet, anders kom ik niet in de hemel.” 9
Moslims in de Balkan, gastvrij, verdraagzaam, niet strenggelovig In de Balkan wonen veel moslims. In BosniëHerzegovina zijn vier op de tien mensen moslim, in Macedonië iets meer dan drie op de tien en in Bulgarije iets meer dan één op de tien. In Albanië en Kosovo is de meerderheid moslim (zeven op de tien mensen). Dat is meer dan in elk ander land in Europa. In Bosnië-Herzegovina zijn de meeste Bosniers moslim. Amina (11 jaar) is een Bosnisch moslimmeisje. “Ik woon in Ilidza, een stadje vlak naast Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië en Herzegovina. Mijn familie is moslim of Bosniak, maar er wonen ook veel Kroaten en Serviërs in het land. Om de verschillen tussen die drie groepen draait eigenlijk alles in dit land. Een tijdje geleden was er oorlog en vanaf die tijd worden die verschillen alsmaar groter.” Zo hebben de drie groepen elk hun eigen feesten. “De Bosniërs vieren ieder jaar het Suikerfeest aan het eind van de vastenmaand ramadan.” De oorlog waar Anima over spreekt, heeft plaatsgehad tussen 1992 en 1995. De Kroaten in Bosnië-Herzegovina zijn roomskatholiek, de Serviërs oosters-orthodox. Toch hebben de oorlog en de onderlinge ‘verschillen’ weinig met religie te maken, des te meer met oude vetes tussen de volken in haar land. In Macedonië zijn geestelijken gastvrij. Je kunt daar altijd hun kerk of moskee binnenlopen. Moslims kunnen dus altijd in een moskee hun eerbied voor Allah tonen, of gewoon even van de stilte genieten. De meeste moslims in de Balkan zijn niet strenggelovig. Dat kun je aan hun uiterlijk zien. Je zult daar zelden een moslimvrouw op straat zien rondlopen met haar gezicht bedekt. Strenggelovige vrouwen bedekken hun gezicht als ze naar buiten gaan. Ook zul je daar niet veel moslimmannen met baarden zien. Strenggelovige moslimmannen hebben vaak wel een baard. In Albanië praktiseren de meeste moslims zelfs niet eens. Dat wil zeggen: ze gaan op vrijdag niet naar de moskee, ze vasten niet tijdens de vastenmaand ramadan, ze bidden niet, enzovoort. 10
EUROPA DOET STEEDS MINDER AAN RELIGIES, OF JUIST MEER Er wordt beweerd dat steeds minder mensen in Europa aan religie doen en dat religie helemaal uit Europa zal verdwijnen. Maar in werkelijkheid blijven sommige mensen vasthouden aan hun religie. Ook zoeken en vinden vooral jongeren nieuwe manieren om aan religie te doen.
Het christelijk gebed aan tafel
Trouwen voor de kerk doen de meeste christenen nog wel
Doen steeds meer mensen niets meer aan hun religie? Je hoort vaak zeggen: steeds meer mensen in Nederland en elders in Europa praktiseren (= de leefregels van de religie naleven) niet meer. Ze gaan niet meer naar de kerk bijvoorbeeld. Ze bidden niet meer. Hun kinderen gaan niet naar een school waar ze les krijgen in de religie die ze zelf hebben. Uiteindelijk zou je nergens meer in Europa iets van religie merken. Op het eerste gezicht lijkt het inderdaad die kant op te gaan. Vanaf ongeveer 1950 gaan steeds minder christenen elke zondag naar de kerk. Sommigen doen dat bijvoorbeeld alleen met Kerstmis en Pasen. Anderen komen tijdens hun hele leven maar drie keer in een kerk: als ze gedoopt worden, als ze trouwen en bij hun uitvaart. Ook op andere manieren praktiseren steeds minder christenen. Ze lezen de bijbel zelden of nooit en weten er weinig van. Kerstmis is voor hen vooral een feest om cadeaus aan elkaar te geven en om je lekker vol te eten. Dat Kerstmis de geboortedag van Jezus is, daar staan ze niet bij stil. Steeds meer roomskatholieken vasten niet meer tijdens de Vastentijd, de periode tussen Carnaval en Pasen. Steeds meer mensen zijn geen lid van een kerk. In Nederland is dat nu bij ongeveer zeven op de tien mensen. Steeds minder mensen willen geestelijke worden. Ten slotte geloven veel mensen niet dat er een God bestaat. Daardoor lijkt het nu al of religie nauwelijks een rol meer speelt in het leven van alledag. Maar schijn bedriegt. Waarden en normen die je hebt geleerd, komen vaak uit een religie, in Europa meestal uit het jodendom en het christendom. Denk maar aan de Tien Geboden die je in beide religies terugvindt. 11
Bovendien zijn er mensen die juist wél praktiseren. De meeste moslims, die in de tweede helft van de 20e eeuw Europa zijn binnengekomen, praktiseren wel. Ze zijn afkomstig uit Noord-Afrika (vooral Marokko) en Azië (vooral Turkije). Op pagina 24 leggen we uit waarom ze naar Europa zijn gekomen. Ze gaan elke vrijdag naar een moskee, lezen de koran, bidden vijfmaal per dag, vasten tijdens de ramadan en laten op andere manieren zien dat ze moslim zijn.
Moslims tijdens de vrijdagmiddagsgebedsdienst
De Bible Belt in Nederland Ook zijn er nog steeds christenen die praktiseren en dat met hart en ziel doen. Dat is bijvoorbeeld te zien in de Nederlandse Bible Belt (= Bijbelgordel). Dat is een strook van Zeeland tot aan de Kop van Overijssel waar veel gereformeerden wonen. Gereformeerden zijn aanhangers van de religie van Calvijn (zie pag. 5). Niet alleen gaan er op zondag veel gereformeerden naar de kerk, ook houden ze vast aan hun tradities. Één van die tradities is de zondagsrust. Ze moeten op zondag niets hebben van sport, televisie of ander vermaak. Ze lezen alleen het Reformatorisch of het Nederlands Dagblad, een krant die hun religie uitdraagt. Tijdens verkiezingen (zoals voor de Tweede Kamer) stemmen ze op de Staatkundig Gereformeerde Partij SGP of op de Christenunie. Ten slotte hebben ze hun eigen vakbond, de RMU. Het aantal praktiserende gereformeerden groeit zelfs. In de Bible Belt komen er nog steeds kerken bij. Koopzondag of zondagsrust? Wat zou jij willen?
Jeruzalem van het Noorden Ook buiten de Bible Belt wonen praktiserende gereformeerden, in Friesland bijvoorbeeld en op Texel. Daar is een vissersdorp dat Oosterend heet. Het dorp heeft in 2008 bijna 1400 inwoners, maar er staan niet minder dan vijf kerkgebouwen. Groepen dorpsbewoners met een eigen religie hebben hun eigen kerkgebouw. Deze groepen hebben in het verleden vaak ruzie met elkaar gehad. Omdat er ook in Jeruzalem diverse groepen met een eigen religie wonen en soms ruzie met elkaar hebben, noemt men het dorp ook wel Jeruzalem van het Noorden. Één van de groepen is die van strenggelovige gereformeerden. Ook in Oosterend gaan steeds minder mensen naar de kerk. In één van de kerkgebouwen vinden sinds 1971 geen gebedsdiensten meer plaats. In twee andere kerken wordt nog maar éénmaal per maand een gebedsdienst gehouden. 12
Maar de strenggelovige gereformeerden wonen nog steeds trouw hun gebedsdiensten bij. In de herfst, de winter en het voorjaar gaan ze hiervoor naar hun eigen kerkgebouw. ’s Zomers huren ze de Maartenskerk in het dorp af. In de zomer komen er namelijk veel toeristen naar het gereformeerde bungalowpark De Verrassing. En die willen zondags ook naar de kerk. De eigen kerk is te klein voor zoveel mensen. De Maartenskerk wordt ook gebruikt door een groep die bij de Protestantse Kerk in Nederland hoort.
Maartenskerk
Als ze naar de kerk gaan en er weer uit komen, zijn de strenggereformeerden makkelijk te herkennen. Ze zijn in het zwart gekleed. De vrouwelijke kerkgangers dragen rokken tot aan hun enkels en hebben een hoed op. Verder zie je ze niet, zegt Corrie Timmer, een van de dorpsbewoners die zelf hervormd is. “Ze zijn verschrikkelijk op zichzelf.” Op een dag, vertelt ze, kregen haar strenggelovige gereformeerde buren een baby, maar daar kwam ze later pas achter. Ze kwamen haar dat niet vertellen en ook in de Texelse Courant was de geboorte niet vermeld.
Polen: religie, verzet en nationale trots Ook in Polen, waar de meeste mensen rooms-katholiek zijn, oefenen mensen hun geloof nog met hart en ziel uit. Ze doen dat niet alleen omwille van hun religie. Het heeft ook te maken met liefde voor hun land. Ze vinden dat hun religie typisch bij hun land hoort. Katholiek zijn is iets om als Pool trots op te zijn. Het is iets om met hand en tand te verdedigen als ze vinden dat het moet. Dat hebben strenggelovige Poolse rooms-katholieken in het verleden gedaan en dat doen Pelgrimstocht van Poolse katholieken ze nog steeds. In 1939 wordt Polen bezet door Duitsland. Daarmee begint de Tweede Wereldoorlog. De bezetting eindigt in 1945 als legertroepen van de Sovjet-Unie de Duitsers uit Polen verdrijven. Na het einde van de oorlog in dat jaar blijven deze legertroepen in het land. In 1949 krijgt het land een regering van communisten, die onder sterke invloed staat van de communistische partij in de Sovjet-Unie (het huidige Rusland). Communisten wijzen elke religie af. Strenggelovige rooms-katholieke Polen houden echter vast aan hun geloof en plegen verzet tegen hun regering. Op 16 oktober 1978 krijgen ze een steun in de rug. Dan wordt de Poolse kardinaal Karol Wojtyla (1920-2005) gekozen tot paus. We kennen hem nu vooral als paus Johannes Paulus II. 13
Hij wordt al snel een volksheld in Polen, want hij wijst het communisme openlijk af. Als hij in juni 1979 Polen bezoekt en het land doortrekt, komen miljoenen Polen naar hem kijken. Het bezoek brengt Lech Walesa, een arbeider van een scheepswerf in Gdansk, op het idee om het vakverbond Solidariteit op te richten. Onder zijn leiding pleegt het vakverbond verzet (zoals met stakingen) tegen de regering. Nog steeds is (de inmiddels overleden) paus Johannes Paulus II een volksheld in Polen.
Paus Johannes Paulus II ontmoet Lech Walesa
In 1989 komt mede dankzij Solidariteit het communistische bestuur van het land ten val. Polen wordt zelfstandig en Walesa wordt president van het land. Polen wordt lid van de EU in 2004. Het land moet zich aan de regels van de EU houden. Strenggelovige rooms-katholieke Polen vinden dat verkeerd. De EU-bestuurders zijn volgens hen van God los, net als de communistische bestuurders die Polen heeft gehad. Ook vinden ze het verkeerd dat sommige van hun rooms-katholieke landgenoten niet praktiseren. Radio Maryja Deze Polen stemmen vaak af op de Poolse omroep Radio Maryja (spreek uit als ‘Maria’). Daar horen ze over trouw aan hun religie en aan hun land. Als er verkiezingen zijn in Polen, roept Radio Maryja overtuigde rooms-katholieken op te stemmen op mensen en partijen die óók overtuigd rooms-katholiek zijn. De omroep is in 1991 opgericht door de Poolse priester Tadeusz Rydzyk. De priester is lid van de kloosterorde van de Redemptoristen. De omroep heeft zijn naam gekregen omdat veel Polen Maria vereren. Polen heeft een beroemd bedevaartoord, Chestochowa. Daar is een icoon van Maria te zien die de Zwarte Madonna heet. Polen beschouwen het icoon als een nationaal symbool en noemen het ook wel ‘goddelijke moeder’ of ‘koningin van Polen’. Wat voor programma’s kun je bij Radio Maryja beluisteren en bekijken (sinds 2003 heeft Radio Maryja ook een tv-zender)? Om te beginnen zijn dat nieuwsberichten. Ook zijn er programma’s waarin iemand gebeden opzegt, bijvoorbeeld het Rozenhoedje. Luisteraars en kijkers kunnen dan thuis meebidden. Verder zendt de omroep praatprogramma’s uit over het rooms-katholieke geloof. 14
Ten slotte zendt de omroep iedere dag een Heilige Mis uit of een verslag van een reis die de paus maakt. De omroep zendt ook uit via enkele internetsites. Radio Maryja is eigendom van de Poolse afdeling van de Redemptoristen. De kloosterorde krijgt geen geld van de overheid of van bedrijven die reclamespotjes willen uitzenden. De inkomsten bestaan alleen uit giften van luisteraars. Deze geldgevers hebben een omroepvereniging die Familie van Radio Maryja heet. Ieder jaar houdt deze vereniging een bedevaart naar de Zwarte Madonna in Chestochowa.
De gebouwen en de zendmast van Radio Maryja in de Poolse stad Torun
Luisteraars en kijkers van de omroep zijn vooral oudere plattelandsbewoners die het niet breed hebben. De leiding van de omroep beweert dat er iedere dag miljoenen Polen naar luisteren en kijken. In werkelijkheid zijn het er iets meer dan een miljoen. Jongeren kiezen hun eigen religie Terwijl steeds minder christenen naar de kerk gaan, trekken feestelijke bijeenkomsten die met het christendom te maken hebben veel bezoekers. Vooral jongeren komen er op af. Sinds 1975 houdt de protestantse Evangelische Omroep ieder jaar een EO-Jongerendag. Daar treden muziekgroepen bij op die in teksten van hun liederen hun geloof verkondigen. Duizenden mensen wonen deze bijeenkomsten bij. In 2006 bijvoorbeeld zijn het er 32.000. Vanaf 1984 houdt de rooms-katholieke kerk om de drie jaar de Wereldjongerendagen. Dan komen jonge roomskatholieken bij elkaar om te praten over hun geloof. Bisschoppen en kardinalen houden gebedsdiensten met de deelnemers. Ook de paus laat zich daar zien. Tijdens de Wereldjongerendagen van 2005 in Keulen komen 400.000 jonge rooms-katholieken bij elkaar. Sommigen komen uit Duitsland zelf en uit andere Europese landen. Ook zijn er 600 deelnemers uit Nederland.
15
Één van de deelnemers is Alex Dol uit Houten (dan 22 jaar). Eerst woont hij een gebedsdienst bij in Düsseldorf. De volgende drie dagen staan in het teken van muziek, gebed en gesprekken. Dol krijgt samen met andere Nederlanders godsdienstles van kardinaal Simonis en bisschop Eijk. Ook wonen ze een heilige mis bij. “Heel indrukwekkend om met duizend jonge landgenoten de eucharistie te vieren onder leiding van één kardinaal en zes bisschoppen. Hoe vaak maak je dat nou mee?” Paus Benedictus tijdens de Wereldjongerendag in Keulen
Op 20 augustus gaat Dol met een bus naar het Mariënfeld bij Keulen. De bus kan daar niet komen, dus moet Dol het laatste stuk lopen. “Onderweg bieden kinderen ons gratis water en andere versnaperingen aan. Mensen moedigen ons aan.” Op het Mariënfeld komen talloze deelnemers bijeen, volgens Dol een miljoen. Daar zijn ook de paus en talloze kardinalen, bisschoppen en priesters. De paus leidt de avondwake. Daarna brengen de deelnemers de nacht op het veld door, in de open lucht. De volgende dag houdt de paus een eucharistieviering, een indrukwekkend gebeuren. “Tijdens de mis maakt de paus officieel bekend dat de volgende Wereldjongerendagen in 2008 in Sydney zullen zijn. Dat wordt alvast sparen…” Weer thuisgekomen kijkt Dol met genoegen terug op de Wereldjongerendagen. “De ontmoetingen en gesprekken met andere jongeren, de massa van het Mariënfeld waarmee je samen de eucharistie viert. Zoiets dóet iets met je. Een ervaring om nooit te vergeten!” Steeds meer jongeren doen ook op andere manieren aan religie. Ze lezen bijvoorbeeld boeken en volgen cursussen over religies van buiten Europa zoals het hindoeïsme, het boeddhisme of het taoïsme. Of ze mediteren. Dat wil zeggen: ze denken diep na en komen daarbij tot rust. Ze bekeren zich niet tot een bepaalde religie, maar pikken uit diverse religies zaken op die hen het meest aanspreken, eerbied voor de natuur bijvoorbeeld of geloof in zielsverhuizing. Deze mensen zoeken antwoorden op vragen als: Hoe is de wereld ontstaan? Wat is het doel van de wereld? Waarom lijden mensen? Waartoe ben ik op de wereld gekomen? 16
HOE IS EUROPA AAN ZOVEEL RELIGIES GEKOMEN? Europa is nu een palet van religies. Hoe dat zo gekomen is, gaan we na aan de hand van gebeurtenissen in de geschiedenis van Europa. Die geschiedenis kent diverse ruzies tussen groepen met een eigen religie. Zijn die nu allemaal opgelost? En hoe dan wel? Het christendom verovert het Romeinse rijk Eerst hebben de Europeanen religies met meerdere goden en godinnen. Dat kun je nu nog zien aan namen van enkele dagen van de week, van sommige maanden van het jaar en van enkele hemellichamen. ‘Donderdag’ komt van Donar, de naam van de Germaanse god van de donder. ‘Maart’ komt van Mars, de naam van de Romeinse god van de oorlog en ook de naam van een planeet. De planeet Jupiter is vernoemd naar de Romeinse oppergod. Vanaf de 1e eeuw na Christus maken deze religies langzaam plaats voor het christendom.
Donar met zijn strijdwagen
Het christendom wordt omstreeks 30 in Palestina gesticht door Jezus. In die tijd is Palestina een deel van het Romeinse Rijk. Jezus krijgt steeds meer aanhangers, ook na zijn dood. Volgelingen van Jezus trekken naar andere delen van het Romeinse Rijk: Turkije, Italië, Griekenland en Noord-Afrika. Daar bekeren ze mensen tot het christendom en stichten ze kerken. Ook in Rome, de hoofdstad van het rijk, stichten christenen een kerk. Daar komt de paus (het hoofd van de kerk) te wonen. Daarna verspreidt het christendom zich verder door het Romeinse Rijk. Eerst vervolgen de keizers van het rijk de christenen. In 313 geeft keizer Constantijn (280-337) hen vrijheid van godsdienst. In 391 wordt het christendom de staatsgodsdienst van het rijk.
Het Nederlands kent nog steeds de uitdrukking ‘Voor de leeuwen werpen’. Die uitdrukking stamt uit de tijd dat christenen in het Romeinse Rijk letterlijk voor de leeuwen werden geworpen in het Colosseum in Rome.
Daarna verbreidt het christendom zich verder over Europa. Het is niet zo dat de hele bevolking in een bepaalde streek in korte tijd bekeerd wordt. Het gaat juist heel langzaam, vooral op het platteland. Zelfs na het jaar 1000 zijn er nog veel plattelandsbewoners in Europa die géén christen zijn. Die worden heidenen genoemd. 17
Oost tegen West, het Grote Schisma van 1054 In 1054 leidt een ruzie onder de christenen tot het Grote Schisma (= scheuring). De kiem voor die ruzie wordt in 330 gelegd als keizer Constantijn met zijn gevolg van Rome naar Byzantium verhuist. De stad krijgt later de naam Constantinopel. In 395 wordt het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst: het West-Romeinse en het Byzantijnse Rijk. Rome wordt de hoofdstad van het West-Romeinse Rijk en Constantinopel de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk. De grens tussen de twee rijken loopt door de Balkan. De paus blijft de baas van alle christenen. Keizer Constantijn, de man die er mede voor gezorgd heeft dat het christendom zich over heel Europa kon verspreiden
In 732 wordt in Griekenland een nieuwe kerk opgericht. Die wordt bestuurd door een bisschop in Constantinopel. De paus werkt samen met deze bisschop. In de tweede helft van de 9e eeuw sluiten bewoners van het Byzantijnse deel van de Balkan zich bij de Griekse kerk aan. Bewoners van het West-Romeinse deel van de Balkan sluiten zich aan bij de Kerk van Rome. Daardoor kun je op de kaart op pagina 2 zien waar in de Balkan de grens tussen beide rijken heeft gelopen. De twee kerken krijgen ruzie met elkaar. De paus vindt dat hij ook de baas is van de Griekse kerk. Dat wil de leider van die kerk niet. In 1054 besluiten ze niet meer met elkaar samen te werken. Dan is het schisma een feit. Sindsdien heet de Kerk van Rome de rooms-katholieke kerk en de Griekse de oosters-orthodoxe kerk.
De plundering van Constantinopel
De ruzie duurt na 1054 voort. De paus erkent de oosters-orthodoxe kerk niet en de oostersorthodoxen erkennen de paus niet als hun leider. In 1204 wordt de ruzie nog heviger. Ridders uit West-Europa gaan op kruistocht. Ze willen Palestina veroveren op de moslims die daar wonen. Als blijkt dat ze dat niet kunnen bereiken, veroveren en plunderen ze Constantinopel. De ruzie wordt pas in 1999 bijgelegd. Dan bezoekt paus Johannes Paulus II Roemenië en Griekenland. Hij is de eerste paus sinds 1054 die landen bezoekt waar de meeste mensen oosters-orthodox zijn. In Griekenland spreekt hij met aartsbisschop Christodoulos, de leider van de Griekse oosters-orthodoxe kerk. Hij vraagt God om de rooms-katholieke kerk de plundering van Constantinopel te vergeven. Aartsbisschop Christodoulos en Paus Johannes Paulus II begroeten elkaar
18
Arabische koninkrijken in Zuid-Europa Arabieren veroveren Marokko en onderwerpen de Berbers, het volk dat in Marokko woont. Samen met tot de islam bekeerde Berbers vallen ze in 709 Spanje binnen. Ze worden in Europa Moren genoemd. De christelijke vorsten kunnen hun opmars niet stoppen. De Moren veroveren heel Spanje en een deel van Frankrijk. Pas in 732 komt hun opmars tot staan. Het leger van de Franse koning Karel Martel (678-741) verslaat bij Poitiers de Moorse legertroepen. Na de veldslag proberen christelijke vorsten de Moren uit Spanje te verdrijven. Maar die houden het zuiden van het land in hun macht. Daar stichten ze koninkrijken. Pas in 1492 worden de Moren helemaal uit Spanje verdreven. De Moren brengen de islam naar Europa. Als ze uit Spanje verdwijnen, verdwijnt daar ook deze godsdienst weer. Dan wordt in geheel Spanje de rooms-katholieke religie de staatsgodsdienst. Wel zijn er nog sporen van de Moorse bezetting overgebleven. In Spanje hebben de Moren paleizen gebouwd. De beroemdste is het Alhambra (= Tuin van het Hemels Paradijs) in Granada. Ook zitten er in Europese talen woorden die in de tijd van de Moren uit het Arabisch zijn overgenomen. Een woord dat je zeker kent, is ‘magazijn’ (van makhzen, dat ‘macht’’ betekent).
De Moren lieten de Europeanen kennis maken met het drinken van koffie. Een tegeltjeswand in Nederland.
Ottomanen in de Balkan De Ottomanen, een islamitisch volk, vallen vanuit Centraal-Azië Turkije binnen. In 1353 steken ze de Bosporus over. Daarna veroveren ze steeds meer gebied in de Balkan. In 1453 veroveren ze Constantinopel, herdopen het tot Istanbul en maken het de hoofdstad van hun rijk. Zo komt er een einde aan het Byzantijnse Rijk. Hun opmars komt in 1683 tot staan als het ze niet lukt om Wenen te veroveren. Daarna verovert Oostenrijk steeds meer gebied op de Ottomanen. Ook stichten de Serviërs, Bulgaren en andere volken in de Balkan een eigen staat. In 1912 en 1913 worden de Ottomaanse bestuurders helemaal uit de Balkan verdreven. In 1923 ontstaat uit het Ottomaanse rijk het huidige Turkije. De Ottomanen brengen de islam in de Balkan. Bewoners in Turkije verhuizen naar de Balkan. Ze zijn moslim en werken voor de Ottomaanse overheid. Hun nakomelingen, eveneens moslim, wonen nu vooral in Bulgarije. 19
Ook bekeren sommige Balkanbewoners zich tot de islam. Vaak doen ze het omdat de Ottomaanse bestuurders hen daarvoor belonen. In Albanië en Bosnië bijvoorbeeld mogen edelen hun landgoederen houden als ze zich bekeren. Andere edelen moeten hun land afstaan aan de sultan (vorst) van het rijk. Burgers hoeven minder belasting te betalen of krijgen een stuk grond als ze zich bekeren. Albanezen bekeren zich in groten getale. Nog steeds zijn de meeste Albanezen moslims. Ook leden van Slavische volken bekeren zich. Zo ontstaat het moslimvolk de Bosniërs of Bosniaken. Dit volk woont nu vooral in BosniëHerzegovina. Ten slotte heffen Ottomaanse bestuurders een bijzondere belasting. Die bestaat hieruit dat families een zoon naar een kostschool van de overheid moeten sturen. Die wordt daar opgeleid tot ambtenaar of soldaat en bekeerd tot de islam.
Ottomaanse soldaten die na een verloren veldslag gewond van het front weglopen
De opmars van de Ottomanen maakt veel mensen in Europa bang voor de islam en zijn aanhangers. Ze menen dat moslims het in de hele wereld voor het zeggen willen hebben. De angst verdwijnt na het einde van het Ottomaanse rijk. Protest-kerken Al vóór de 16e eeuw komen christenen in Europa in opstand tegen het gezag van de paus. Ze keren zich vooral tegen vervolgingen door de Inquisitie, een kerkelijke rechtbank. In de eerste helft van de 16e eeuw neemt het verzet toe. Dan scheiden groepen zich van de rooms-katholieke kerk af en worden nieuwe kerken. Dit heet Reformatie of Hervorming. De grootste drie nieuwe kerken zijn: De lutheraanse kerken, geënt op de ideeën van Maarten Luther. Hij is het op enkele punten oneens met de rooms-katholieke geloofsleer. Ook keert hij zich tegen de verkoop van aflaten (aflaat = kwijtschelding door God van straffen in het hiernamaals) door de rooms-katholieke kerk. Hiermee wil de kerk de bouw van de St. Pieterskerk in Rome bekostigen. In 1521 breekt Luther met de paus. Zijn kerk krijgt vooral aanhangers in Duitsland, maar ook in Nederland en de Scandinavische landen. De calvinistische kerken, gesticht door Johannes Calvijn. Ook hij is het niet altijd eens met de roomskatholieke geloofsleer. In 1533 breekt hij met de paus. Zijn kerk krijgt vooral aanhangers in Frankrijk, Zwitserland en Nederland. 20
Luther
Calvijn
De anglicaanse kerk, gesticht door koning Hendrik VIII van Engeland. Die koning wil scheiden van zijn vrouw Catharina van Aragon. Daar vraagt hij in 1526 toestemming voor bij de paus. Dan zou hij kunnen trouwen met Anna Boleyn. Die is in verwachting en de koning is de aanstaande vader. Het kind zou hem later opvolgen. De toestemming laat op zich wachten. Daarom breekt de koning in 1533 met de paus en wordt hij de baas van de christenen in Engeland. Zo kan hij tóch scheiden en met Boleyn trouwen.
Hendrik VIII
Deze kerken zijn dus ontstaan uit protest tegen de paus en de rooms-katholieke geloofsleer. Daarom heten ze protestantse kerken en hun aanhangers protestanten.
Omstreeks 1550 begint de Contra-Reformatie (contra = tegen). In die periode vervolgen vorsten die de kerk van Rome trouw blijven de protestanten. Daardoor breken er oorlogen uit tussen protestanten en rooms-katholieken. De Contra-Reformatie duurt tot in de 17e eeuw. Zo breekt er oorlog uit tussen Nederland en Spanje, de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). In die tijd wordt Nederland bestuurd door de rooms-katholieke koning van Spanje, terwijl veel Nederlanders protestant zijn. Niet alleen wil Nederland niet langer deel uitmaken van het Spaanse koninkrijk, ook willen de protestanten in Nederland vrijheid van godsdienst. In het Spaanse koninkrijk mogen mensen geen andere religie hebben dan de rooms-katholieke. Ook in Duitsland leidt vervolging van protestanten tot een oorlog, de Dertigjarige Oorlog (1618-1648).
Protestanten op de brandstapel tijdens de Contra-reformatie
Na de Contra-Reformatie vechten rooms-katholieken en protestanten niet meer tegen elkaar. In steeds meer Europese landen krijgen mensen vrijheid van godsdienst. Daarmee vervalt een reden om tegen elkaar te vechten. Ook doen vanaf 1950 steeds minder protestanten en rooms-katholieken iets aan hun religie. Religie is voor de meeste mensen niet belangrijk genoeg meer om er voor te vechten. Wel is er nog steeds ruzie tussen de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerken. De paus vindt nog steeds dat hij de baas is van alle christenen. Hij erkent de protestantse kerken niet. De rooms-katholieke kerk houdt van 1962 tot 1965 een concilie (= vergadering van kardinalen en bisschoppen). Één van de doelen hiervan is om iets aan die ruzie te doen. Het concilie stelt voor dat de katholieke kerk verdraagzaam wordt tegenover groepen met een andere religie. 21
Noord-Ierland In 1968 breken er rellen uit in NoordIerland tussen rooms-katholieken en protestanten. Een jaar later gebeurt dat opnieuw. Groot-Brittannië stuurt soldaten om de orde te bewaren. Toch breken de rellen steeds opnieuw uit. Bovendien keren steeds meer rooms-katholieken zich tegen de Britse soldaten (die zelf ook protestants zijn). Ook plegen fanatieke roomskatholieken aanslagen op protestanten en Britse soldaten en plegen fanatieke protestanten aanslagen op rooms-katholieken. De ruzie tussen de groepen lijkt steeds meer op een echte oorlog. In 1998 komen ze met elkaar overeen dat ze stoppen met de strijd. Toch duurt het nog jaren voor er echt vrede is.
1 oktober 1969. Voor het eerst patrouilleren Britse soldaten in de straten van Belfast, een van de twee grote steden in Noord-Ierland. Ze zullen er dertig jaar blijven.
De ruzie heeft zijn oorsprong in de Contra-Reformatie. Engeland is protestants, Ierland rooms-katholiek. Engeland verovert Ierland, want het is bang dat Frankrijk en Spanje, eveneens rooms-katholiek, het land via Ierland aanvallen. Ook pakt Engeland grond af van de katholieke Ieren en geeft het aan Schotse en Engelse protestanten. Vooral in het noorden van Ierland wordt veel grond eigendom van protestanten. In 1688 wordt in Engeland de rooms-katholieke koning Jacobus II onttroond. Hij maakt plaats voor de Nederlandse protestantse koning Willem van Oranje. Daarop voeren rooms-katholieke aanhangers van Jacobus II in Ierland oorlog tegen koning Willem. Koning Willem wint de oorlog. Als straf voor de oorlog onderdrukken de Engelsen de Ieren. Ze mogen bijvoorbeeld geen katholieke scholen hebben, hun religie niet uitoefenen en ze moeten belasting betalen aan de anglicaanse kerk van Engeland. De Ieren komen herhaaldelijk in opstand. Ze willen dat hun land onafhankelijk wordt. In 1922 krijgen ze voor een groot deel hun zin. Dan wordt Ierland onafhankelijk, maar het noordoosten van het land, NoordIerland, blijft onder Brits bestuur. In Noord-Ierland onderdrukken protestantse bestuurders de roomskatholieken die er wonen. Dat leidt in 1968 tot de strijd tussen protestanten en rooms-katholieken die dit gebied 30 jaar lang in zijn greep houdt.
Standbeeld in Derry dat de toenadering tussen katholieken en protestanten laat zien.
22
Joden, nooit echt geliefd, vaak vervolgd Er wonen ook joden in Europa. Dat zie je niet op de kaart op pagina 2. Daarvoor is hun aantal te klein. Palestina is in het begin van onze jaartelling het vaderland van de joden. In de 1e eeuw na Chr. zijn de Romeinen er de baas. Na een opstand van joden tegen de Romeinen verwoesten Romeinse soldaten in 70 na Chr. de tempel van Jeruzalem. Dat is de heiligste plek van de joden. Daarna trekken veel joden weg uit Palestina. Ze verhuizen onder meer naar Europa. Tussen 800 en 1500 komen nog meer joden uit het Midden-Oosten Europa binnen. In die tijd menen christenen in Europa dat de joden niet langer het uitverkoren volk van god zijn want de jood Judas heeft Jezus verraden. Ook krijgen de joden de schuld van de dood van Jezus aan het kruis. Daarom zouden de christenen het uitverkoren volk zijn. Joden krijgen te maken met laster (ze worden met name beschuldigd van moord op kinderen), achterstelling en vervolging. Ook na 1500 is dat het geval. We geven enkele voorbeelden van jodenvervolging.
De tempel in Jeruzalem vóór de verwoesting door de Romeinen
In 1492 roepen de Spaanse koning Ferdinand II en koningin Isabella alle joden in Spanje op zich te bekeren tot het christendom. Wie zich niet bekeert, komt op de brandstapel terecht. Veel joden willen zich niet bekeren en kiezen ervoor te vluchten. Ze gaan naar Marokko of naar Nederland en vooral naar Amsterdam. Vanaf de Middeleeuwen vinden er pogroms, aanvallen op joden, plaats in Oost- en Midden-Europa. Daarbij worden joden mishandeld en vermoord en hun bezittingen vernield. Veel joden slaan op de vlucht, sommigen naar Nederland. Ze komen vooral in Amsterdam te wonen. In de 19e eeuw spreekt de rooms-katholieke kerk de joden vrij van de dood van Jezus, maar de pogroms gaan door. In 1933 wordt Hitler de baas in Duitsland. Hij wil alle joden in Europa vermoorden omdat ze volgens hem niet in Europa thuis horen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog laat hij joden overal in Europa wegvoeren naar vernietigingskampen. Daar worden ze gedood. Bij deze massamoord komen zes miljoen joden om het leven. Na de Tweede Wereldoorlog trekken veel joden die de oorlog hebben overleefd weg uit Europa. De meesten gaan naar de VS of naar Palestina waar in 1948 de staat Israël wordt gesticht. De joden die in Europa gebleven zijn, hebben nog steeds te maken met wantrouwen en laster.
In de barakken van de vernietigingskampen
23
Steeds meer migranten uit moslimlanden Halverwege de vorige eeuw werven bedrijven in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland arbeiders buiten Europa, vooral in de islamitische landen Marokko en Turkije. In eigen land kunnen ze niet genoeg personeel vinden. Deze gastarbeiders nemen hun religie, de islam, mee naar hun nieuwe vaderland. Anders dan verwacht blijven de migranten van buiten Europa in hun gastland wonen. Velen laten hun familie uit hun geboorteland overkomen. Als een migrant moslim is, zijn de familieleden die hij laat overkomen dat meestal ook. Zo stijgt het aantal moslims in WestEuropa verder.
Aankomst van Turkse gastarbeiders op Schiphol in 1964
De kinderen van de gastarbeiders laten vaak een partner overkomen uit hun thuisland en trouwen met die persoon. Ze krijgen kinderen en geven hun kinderen bij de opvoeding hun religie (islam) mee. Zo stijgt het aantal moslims in West-Europa nog verder. Zo rond 1990 komen talloze arme migranten uit Noord- en West-Afrika Europa binnen. Ze gaan vooral naar Spanje en Italië. Ze zoeken werk en hopen voldoende te verdienen om van te leven. De meeste van die migranten zijn eveneens moslim. In Nederland en andere landen waar het aantal moslims stijgt, steekt de angst voor de islam de kop weer op. Daardoor krijgen moslims in die landen te maken met beledigingen en discriminatie. Veel oorspronkelijke bewoners vinden dat de moslims zich moeten aanpassen aan de gewoontes van hun nieuwe land. Ze willen liever niet geconfronteerd worden met religieuze uitingen van de moslims (zoals het dragen van een hoofddoek en de bouw van moskeeën). De angst wordt sterker als fanatieke moslims aanslagen plegen omwille van hun religie. Op 2 november 2004 bijvoorbeeld schiet een moslim de filmmaker Theo van Gogh op straat dood. Die zou volgens hem de islam zwart hebben gemaakt met de film Submission. Kort voor de aanslag had Van Gogh die film gemaakt samen met Ayaan Hirsi Ali, een ex-moslima en een voorvechtster voor de rechten van vrouwen. 24
Van Gogh
Hirsi Ali
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt. Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je het beste je spreekbeurt kunt inkleden. Ook vind je daar een website met nuttige links die horen bij dit scriptiepakket. Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu en Mensenrechten. Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons. Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/ werkstuk en bij dit pakket is er een website met aanvullende informatie, nuttige links en voor de leerkrachten een (groeps-)opdracht voor in de klas.
De versie op papier is te bestellen bij: Centrum voor Mondiaal Onderwijs Postbus 9108 6500 HK Nijmegen tel. 024-3613074 e-mail:
[email protected] http://www.cmo.nl
Schoolmediatheken, (jeugd)bibliotheken en documentatiecentra kunnen een abonnement op de scriptieservice nemen en ontvangen dan per jaar vijf nieuwe titels.