Regionale, Transmurale Afspraken ten behoeve van de implementatie van de NOAC’s bij patiënten met atriumfibrilleren (RTA AF-NOAC’s) Ziekenhuis / regio : ZGT voor de regio Almelo, Hengelo e.o.
Inhoud 2 2 2 2 3 3 3 4 6 10 10 11 12 12 13
Aanleiding Doelstelling Werkwijze Werkgroep Afkortingen Begeleiding en Moderatie Bronnen ZGT RTA AF-NOAC’s NOAC Behandel en Begeleiding Stappenplan Indicatiestelling, contra-indicaties, doseringen en gebruik NOAC’s Beleid (electieve) ingrepen en operaties Beleid en overleg bij acute situaties Interactiebeleid Antistolling checklist Flowcharts
Regionale, Transmurale Afspraken ten behoeve van de implementatie van de NOAC’s bij patiënten met atriumfibrilleren (RTA AF-NOAC’s) Aanleiding De ‘Leidraad begeleide introductie NOAC’s’ (november 2012) stelt voorwaarden aan de prescriptie van de NOAC’s1) waaraan ook de vergoeding door de zorgverzekeraar is gekoppeld. Als ziekenhuis dient er een bloedingsprotocol beschikbaar te zijn en dienen er regionale, transmurale voorschrijf-, behandel en begeleidingsafspraken gemaakt te worden. Alleen door een specialist voorgeschreven NOAC’s komen, op artsenverklaring, voor vergoeding in aanmerking. Intussen is ook de NHG-standaard atriumfibrilleren (augustus 2013) verschenen waarin de NOAC’s besproken worden. Huisartsen mogen NOAC’s voorschrijven maar dat wordt (ook herhaalreceptuur) vooralsnog niet vergoed. 1)
Voor NOAC mag ook DOAC (Directe Orale Anti Coagulantia) gelezen worden.
Doelstelling Uitgangspunt is dat het patiënten-belang en de –veiligheid bij de introductie en implementatie van de NOAC’s gewaarborgd is. Door middel van geprotocolleerde Regionale, Transmurale Afspraken (RTA) tussen de 2e en 1e lijn wordt het verwijzen, de voorlichting aan de patiënt en het praktisch gebruik (behandeling en begeleiding) van de NOAC’s bij patiënten met atriumfibrilleren (AF) in het ZGT voor de regio Almelo en Hengelo e.o. – in afstemming met de betrokken partijen uit de 1e lijn – geregeld en onderling goed op elkaar afgestemd (RTA AF-NOAC’s). Werkwijze In een werkgroep bijeenkomst op 02-10-2014 zijn aan de hand het initiële concept protocol (v0, 17-09-2014) de werkafspraken rondom het insturen, voorschrijven en begeleiden van AF patiënten die mogelijk voor een behandeling met een NOAC in aanmerking komen in een draft stappenplan omschreven. Op basis van verkregen feedback tijdens deze bijeenkomst en later ingestuurde input vanuit de werkgroep is het draft AF-NOAC’s protocol ZGT (v1, 03-112014) opgesteld. Tijdens een daarop volgende meelees- en reviewronde zijn op basis van de ingestuurde feedback aanpassingen gemaakt. Hieruit is versie 2 ontstaan (v2, 27-11-2014); deze is voor finale goedkeuring weer naar de werkgroep gestuurd. Op basis van de verkregen input en stroomlijning met de uitgangspunten, zoals o.a. ook beschreven in de LSKA versie 2, betreffende het casemanagement rondom het gebruik van NOAC’s, is een volgende versie van deze RTA AF-NOAC’s opgesteld (v3, 23-01-2015). Deze versie is hierna binnen de maatschap cardiologie van het ZGT besproken. Ze stellen voor het volledige casemanagement rondom de NOAC’s zelf te gaan uitvoeren; tevens zijn een aantal tekstuele en kleine inhoudelijke aanpassingen in deze versie doorgevoerd (v4, 30-03-2015). Werkgroep De werkgroep bestond uit relevante vertegenwoordigers vanuit de 1e en 2e lijn: ZGT: • Dhr. A.P. Slootweg, cardioloog (initiator en voorzitter) • Dhr. dr. R.W.L.M. Niessen, klinisch chemicus, vertegenwoordiger TD Medlon • Dhr. H.G.J. Oldenhof, ziekenhuisapotheker • Dhr. H.W. Nijmeijer, neuroloog • Dhr. dr. B.W. Schot, internist-hematoloog • Mw. N. Wekamp-Bokdam, relatiebeheerder Bureau ZGT lijn 1-2 Huisartsen/HAP • Mw. A. Willems, huisarts, Medisch Centrum de Oliphant te Goor (voor de regio Hengelo) • Dhr. R.J. Verburg, huisarts, Huisartsenpraktijk ’t Dijkhuis te Borne (voor de regio Hengelo) • Dhr. J.A. van Soest, huisarts – kaderhuisarts CVRM, Huisartsenpraktijk L.S.V. te Nijverdal (voor de regio Almelo)
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
2
•
Dhr. G.H.M. Koekkoek, huisarts, Huisartsenpraktijk Joosten en Koekkoek te Denekamp (voor de regio Dinkelland)
Stadsapotheek • Mw. Y. van Remmerden-Gleis, apotheker, Apotheek Tuindorp te Hengelo Afkortingen AF = Atriumfibrilleren HA = Huisarts ZH = Ziekenhuis ic het ZGT Apo = Openbare Apotheek TD = Trombosedienst EUB = Eerste Uitgave Begeleiding TUB = Tweede Uitgave Begeleiding NOAC = Non-VKA Orale Anti Coagulantia of Nieuwe Orale Anti Coagulantia VKA = Vitamine K antagonist Zapo = Ziekenhuis Apotheek Specialist: in de meeste gevallen een cardioloog of neuroloog; kan in voorkomende gevallen ook een internist, neurochirurg of orthopeed zijn. Begeleiding en Moderatie De begeleiding van de werkgroep en de moderatie van de bijeenkomst werd uitgevoerd door het onafhankelijke Platform RIT. (Zie ook www.rit.nu) - Gijs Tenthof - drs. Marc H.J. Houbiers Bronnen -
-
-
Leidraad begeleide introductie NOAC’s (nov. 2012), (http://www.orde.nl/over-oms/nieuws/leidraad-voorzorgvuldige-introductie-nieuwe-antistollingsmiddel.html) NHG-Standaard Atriumfibrilleren (NHG standaard M79, tweede partiële herziening, aug. 2013) (https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-atriumfibrilleren-tweede-partieleherziening#note-54) ‘Bloedingsprotocol’ ZGT, o Acute bloedingen tijdens antistollinggebruik (ZGT), document-ID: 94080808 (Versie 1, Map 02 Toedienen) o Peri-operatief antistollingsmanagement deel 2. Antistolling anders dan met trombocyten aggregatieremmers’ (dd 14-3-2012). Hematologieklapper Leiden (http://www.hematologieklapper.nl) Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling (versie 2, aug. 2014), (http://www.fnt.nl/media/docs/Stuurgroep/LSKAaug2014.pdf) ACTA-richtlijn 2013: Beleid bij tandheelkundige ingrepen tijdens antitrombotische behandeling. (Appendix 1, PhD thesis - Oral antithrombotics and dentistry: Current state of affairs and guideline proposal. D.E. van Diermen, 2013) ESC guideline AF (ESC guideline AF 2010/focused update 2012) (https://www.nvvc.nl/media/richtlijn/33/2012_Guidelines_Focused_Update_Atrial_Fib_FT.pdf) Use of the CHA2DS2-VASc and HAS-BLED Scores to Aid Decision Making for Thromboprophylaxis in Nonvalvular Atrial Fibrillation (http://circ.ahajournals.org/content/126/7/860/T2.expansion.html) Afspraken Apotheek-Huisarts-Trombosedienst regio Twente 2014 (Wie doet wat in de praktijk, versie mrt14) De productinformatie (SmPC en bijsluitertekst) van de in Nederland geregistreerde NOAC’s Regionale Richtlijn Antistolling Haaglanden. (http://transmuralezorg.nl/images/Antistolling/2014_02_05_Regionale_Richtlijn_Antistollingsdoc._def._w ebversie3.pdf) Werkafspraak Nieuwe Orale anticoagulantia (NOAC) van de Isala klinieken te Zwolle (herziende versie feb. 2014) (http://www.mccklik.nl/system/ckeditor_assets/attachments/255/Werkafspraak_NOAC_jan2013.pdf)
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
3
Regionale, Transmurale Afspraken ten behoeve van de implementatie van de NOAC’s bij patiënten met atriumfibrilleren (RTA AF-NOAC’s) - ZGT RTA AF-NOAC’s Bij een patiënt is atrium fibrilleren (AF) vastgesteld en gedocumenteerd (ECG, Ritmestrook, Holter). De Huisarts (HA) verwijst patiënt voor verdere evaluatie. Volgens de vigerende richtlijnen (NHG standaard M79, augustus 2013 en ESC guideline AF 2010/focused update 2012) dienen patiënten met antistolling behandeld te worden volgens de CHA2DS2-VASc score. De NHG standaard en de ESC richtlijn verschillen enigszins. Vanuit de cardiologie wordt antistolling geïndiceerd bij een CHA2DS2-VASc score van 1 of meer, tenzij die ene factor het vrouwelijk geslacht is. De NHG standaard hanteert het volgende schema: -‐ -‐
Adviseer orale anticoagulantia aan alle vrouwen > 65 jaar en alle mannen > 75 jaar. Bespreek met mannen van 65 tot 75 jaar zonder cardiovasculaire comorbiditeit (zeldzaam) dat het voordeel van antitrombotische medicatie mogelijk niet opweegt tegen het nadeel.
Voor de antithrombotische behandeling bij atriumfibrilleren is geen plaats meer voor Acetylsalicylzuur wegens een te gering benefit/harm voordeel. Een ander verschil tussen NHG richtlijn en de ESC richtlijn is de voorkeur voor VKA (vitamine K antagonist) van de NHG en de voorkeur voor een NOAC (non-VKA oral anticoagulatia) van de ESC. De werkgroep kiest in navolging van de ESC richtlijn voor een voorkeur voor een NOAC. Een door een huisarts voorgeschreven NOAC komt vooralsnog niet voor vergoeding in aanmerking; hiervoor is een recept en artsenverklaring van een specialist nodig. Hoe dan verantwoord en snel tot het juiste antistollingsbeleid te komen: -‐ Verwijs patiënt via FAX of E-verwijzing; -‐ Voeg hierbij de documentatie van het atriumfibrilleren bij; -‐ Vermeld boven aan de FAX/E-verwijzing :“Spoedverwijzing antistollingsbeleid AF, < 3 werk”; -‐ Vermeld bij voorkeur dat u nog niet gestart bent met antistollingstherapie. In deze verwijsbrief vermeldt u: -‐ een recente nierfunctie (niet ouder dan 6 weken) zo nodig dus patiënt dezelfde dag bloed laten prikken (s.v.p. dan ook Hb/Ht, trombocyten en TSH mee laten bepalen). Cardiologie ZGT: -‐ Regelt binnen 3 werkdagen een polibezoek; aanspreekpunt hiervoor is de dienstdoende cardioloog (Hengelo: 088-708 5204) NB: Bij vragen of voor overleg kunt u contact opnemen met de dienstdoende cardioloog in Almelo of Hengelo
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
4
Actuele en toegankelijke telefoonnummers cardiologie (dienstdoende cardioloog) Hengelo -‐ Dienstdoende cardioloog Hengelo: -‐ Huisartsenlijn Hengelo: -‐ Fax poli cardiologie:
088 – 708 5204 088 – 708 5970 088 – 708 5289
Almelo -‐ -‐
088 – 708 4129 088 – 708 5970
Dienstdoende cardioloog Almelo: Huisartsenlijn Almelo:
Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling voor de eerste- en tweedelijnszorg (LSKA, versie 2) In deze RTA AF-NOAC’s zijn de uitgangspunten betreffende het casemanagement rondom het gebruik van NOAC’s, zoals beschreven in de LSKA versie 2, zoveel als mogelijk verwerkt. Over het casemanagement rondom de NOAC staat in de LSKA o.a. dat: De voorschrijvende arts verantwoordelijk is voor de afweging die resulteert in het starten met de NOAC, voor een zorgvuldige informatievoorziening aan de patiënt en voor rapportage aan andere zorgverleners betrokken bij de behandeling van de patiënt. Ook is de voorschrijvende arts verantwoordelijk voor aanpassingen in de dosering in het geval van bijvoorbeeld nierfunctiestoornissen. Indien het behandelaarschap stopt is de voorschrijvende arts verantwoordelijk voor een adequate overdracht van taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast speelt de apotheker een belangrijke rol bij de medicatie- en interactiebewaking. De apotheker is o.a. verantwoordelijk voor het actuele medicatie overzicht, voor informatievoorziening aan patiënten en de overdracht van medicatiegegevens aan de verschillende ketenpartners. Daarnaast speelt de apotheker een belangrijke rol bij het controleren van het juiste gebruik van de voorgeschreven medicatie en interacties met andere geneesmiddelen.
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
5
NOAC Behandel en Begeleiding Stappenplan
1
Stap Insturen op (bewezen) ritmestoornis: AF – antistolling met NOAC?
Verantwoordelijk Huisarts
(Fax/E-)Verwijzing o.v.v.: “Spoedverwijzing antistollingsbeleid AF” - polibezoek < 3 werkdagen - zoals telefonisch overlegt met collega XX (dienstdoende cardioloog Hengelo; 088-708 5204) - vermeld bij voorkeur dat u nog niet gestart bent met
Opmerkingen Acuut Bij kort bestaan ritmestoornis (< 48 uur) en/of haemodynamische instabiliteit – altijd telefonisch contact met de dienstdoende cardioloog (Hengelo), voordat de patiënt wordt ingestuurd*. Niet Acuut Verwijzing middels fax / e-verwijzing voor reguliere afspraak • HA maakt o.b.v. totaal beeld van patiënt, verwachting rondom therapietrouw en korte check contra-indicaties al een inschatting of patiënt geschikt is voor behandeling met een NOAC • Dit ook o.b.v. CHA2DS2-VASc en evt. HAS-BLED
Fax-nummer (doorsturen ECG): 088 – 708 5289
•
Indien recent en bekend in de verwijzing vermelden/ meesturen**: • ECG, Ritmestrook • Nierfunctie (eGFR) en Creat. (mits max. 86wkn. tevoren bepaald) • Hb/Ht • TSH • Trombocyten
•
Evt. ook meesturen: • Na en K • Glucose • Leverwaarden (gamma GT en ALAT)
CHA2DS2-VASc en HAS-BLED
2
Indicatiestelling
HA / Specialist
Zie de diverse SmPC’s en bijsluiterteksten van de in NL beschikbare NOAC’s voor meer informatie: • (contra-)indicaties • doseringen • gebruik NOAC • interacties • bijwerkingen • etc.
NL-NOAC's.doc
3
1e Voorschrift en artsenverklaring
Nieuw geïndiceerde patiënt
Specialist
Duur artsenverklaring*** en voorschrift is voor 1 jaar - Specialist geeft aan patiënt mee: • recept NOAC**** (voor 1 jaar) • artsenverklaring • NOAC patiënteninformatie • (NOAC) controle afspraak*****
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
6
voor over ½ jaar (incl. evt. bepalen nierfunctie)
Zie voor ZN-formulier: https://www.zn.nl/znformulieren/farmacie/
- De behandelend specialist bespreekt: doel en duur van de behandeling, motivatie, belang van therapietrouw, melden van evt. bijwerkingen en wat te doen bij bloedingen******
NB: Gebruik alleen de laatste beschikbare versie! 4
Bij overzetting VKA ! NOAC
Specialist / TD
Overgang op geleide van INR (< 2) en volgens afspraken (protocol) met de TD Algemeen - Specialist doet regelt via de TD overzetten van VKA ! NOAC Gebruik hiervoor vooralsnog huidig TD aanvraagformulier; daarop nadrukkelijk zichtbaar vermelden: “overzetten VKA ! NOAC” - Specialist legt verdere procedure uit en verwijst patiënt naar Apo en TD - Specialist geeft aan patiënt mee: o recept NOAC**** (voor 1 jaar) o artsenverklaring o NOAC patiënteninformatie o (NOAC) controle afspraak voor over ½ jaar (incl. evt. bepalen nierfunctie*****) o zie ook bij 3 - Patiënt levert recept af bij Apo Apo - Geeft patiënt EUB NOAC - Legt patiënt verdere procedure uit (pas stoppen VKA/starten NOAC op aanwijzing TD) - Verwijst patiënt eveneens naar TD TD - TD begeleidt de patiënt (incl. stopmoment van VKA) en bepaalt INR - Indien INR < 2,0 dan geeft TD aan patiënt door dat gestart kan worden met NOAC - TD registreert overzetting VKA naar NOAC in patiëntdossier - Melding TD " Apo Apo - Apo doet evt. dubbele check bij patiënt (start NOAC)
NOAC therapie kan o.a. ook worden toegepast bij: - patiënten bij wie een VKA niet kan worden gebruikt door intolerantie of allergie, co-morbiditeit, comedicatie of andere redenen - patiënten die niet goed instelbaar zijn met VKA en/of een labiele INR hebben.
5
Informeren 1e lijn
Specialist
De specialist informeert de HA - Specialist stelt de HA binnen 1 wk. via een reguliere HA-brief op de hoogte van de patiënt en de nieuwe behandeling
6
1e Uitgifte voor max. 15 dgn. (EUB)
Apotheek
De -
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
apotheker: checkt recept en artsenverklaring checkt dosering checkt nierfunctie 1e uitgifte begeleiding (EUB)
7
NB: - Bij start NOAC, zonder eerdere antistolling: directe start NOAC - Bij eerder gebruik ASA: stop ASA en directe start NOAC - Bij overzetten VKA naar NOAC: zie bij 4 7
Vervolguitgifte (max. 3 mdn.)
Apotheek
De apotheker doet: - vervolguitgifte begeleiding (evt. TUB) - checkt compliance, motivatie
8 9
Vervolguitgifte voor 3 mnd. (NOAC) Controle na 6 mnd.
Apotheek Specialist
- Evt. herhaalde uitgifte begeleiding De specialist: - NOAC controle***** - evt. nierfunctie controle - (NOAC) afspraak***** voor over ½ jaar (nierfunctie, voor hernieuwde artsenverklaring en recept)
Apotheek Apotheek Specialist
- Checkt compliance en motivatie - Checkt compliance en motivatie De specialist: - NOAC controle1) - checkt nierfunctie - hernieuwde artsenverklaring - nieuw recept - verwijzing naar HA?
Andere controles o.b.v. onderliggend AF/CV probleem 10 11 12
Vervolguitgifte voor 3 mnd. Vervolguitgifte voor 3 mnd. (NOAC) Controle na 1 jaar Andere controles o.b.v. onderliggend AF/CV probleem
***** HA neemt behandeling en controle over bij stabiele en goed ingestelde AF patiënt INDIEN voorschrijven van een NOAC (incl. vergoeding en artsenverklaring) door HA mogelijk is. 1) zie ook onder
13
Vervolg behandeling en begeleiding
Specialist " HA
*
Later via fax / e-verwijzing (i.v.m. verwijsbrief en –informatie).
**
Hoeft niet indien ZH inzage/koppeling heeft.
*** De INR en eGFR-waarde hoeven niet meer ingevuld te worden; echter het voorschrijven van een NOAC aan een verzekerde dient plaats te vinden overeenkomstig de Leidraad die in Nederland door de desbetreffende beroepsgroepen is aanvaard. NB: Per 01-07-2014 is er één formulier voor alle NOAC’s, die in Nederland kunnen worden voorgeschreven. **** Op recept dient te staan: indicatiestelling en nierfunctie (i.v.m. de dosering). De Leidraad geeft de volgende aanbeveling: • Nierfunctiewaarde op recept (recente eGFR-bepaling, d.w.z. < 6 maanden geleden, en datum van bepaling) • Indicatie voor gebruik van NOAC (controle dosering). • Gestopte (antistollings-)medicatie vermelden (bijv. VKA’s of clopidrogel) met reden. • Bij switchen van VKA naar NOAC, laatste INR waarde (fenprocoumon) of datum stoppen acenocoumarol en startdatum NOAC. NB: Indien recept of artsenverklaring niet correct en/of compleet is: bel de voorschrijvende specialist uit het ZGT.
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
8
***** Belangrijk voordeel van de NOAC’s is dat deze niet regulier gecontroleerd hoeven te worden op biologische activiteit, zoals de VKA’s dat wel moeten. Er zijn echter wel enkele belangrijke aandachtspunten. - Een jaarlijkse nier- en leverfunctie controle: o bij ongecompliceerd AF o bij Apixaban en Rivaroxaban -
Een half-jaarlijks controle dient plaats te vinden bij gebruik van een NOAC: o bij Dabigatran o patiënten met GFR 30-60 ml/min, o patiënten ouder dan 75 jaar of fragiel
-
Bij een chronische nierinsufficiëntie (GFR < 30 ml/min) wordt geadviseerd een NOAC niet voor te schrijven.
****** Indien patiënt een NOAC niet goed verdraagt of last heeft van bijwerkingen / bloedingen of de nierfunctie verslechtert kan overwogen worden de dosering te verlagen, een andere NOAC te kiezen of omzetting van NOAC " VKA. NB. Zie hiervoor ook de SmPC’s van de beschikbare NOAC’s. Protocol: omzetting NOAC " VKA - Specialist meldt patiënt aan bij TD middels stoprecept en regulier TD formulier en schrijft daarop ‘omzetting NOAC " VKA’. - Patiënt gaat met recept naar apotheek; EUB VKA en verdere reguliere begeleiding. - TD regelt de verdere omzetting en informeert de patiënt wanneer de NOAC gestopt moet worden (bij INR > 2.0). - Patiënt levert evt. restant NOAC in bij de apotheek.
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
9
Indicatiestelling, contra-indicaties, doseringen en gebruik NOAC’s Zie hiervoor: - De SmPC’s en bijsluiterteksten van de in Nederland geregistreerde NOAC’s - Het in het ZGT vigerende ‘bloedingsprotocol’ - Leidraad begeleide introductie NOAC’s (nov. 2012) NB 1) Speciale aandacht voor: - nierfunctie - juiste indicatiestelling en dosering - co-morbiditeit - polifarmacie - interacties (antistolling) - therapie(on)trouw NB 2) Indien de patiënt een NOAC niet verdraagt of last heeft van bijwerkingen / bloedingen of de nierfunctie verslechtert kan overwogen worden de dosering te verlagen, een andere NOAC voor te schrijven OF omzetting NOAC " VKA****** NB 3) Eventuele bijwerkingen en bloedingen dienen bij de voorschrijvende specialist gemeld te worden. De initieel voorschrijvende arts is verantwoordelijk voor de juiste indicatiestelling, dosering en eventuele interacties. NB 4) Bij twijfel altijd overleg met de initiërende voorschrijver
Beleid bij (electieve) ingrepen en operaties Het beleid rondom (electieve) ingrepen en operaties wordt beschreven in het ZGT protocol ‘Peri-operatief antistollingsmanagement deel 2 Antistolling anders dan met trombocyten aggregatieremmers’ (dd 14-3-2012). Het beleid bij bloedingscomplicaties wordt beschreven in het ZGT protocol ‘Acute bloedingen tijdens antistollingsgebruik’ (dd 23-10-2013) In deze protocollen staat o.a.: • Beleid rondom electieve ingrepen; • Beleid en overleg bij acute situaties1) (ook SEH / Huisartsenpost); • Hoe te handelen in geval van calamiteiten c.q. bloedingscomplicaties ; • Wanneer wel een wanneer niet laboratoriumtesten uitvoeren; • Welke testen in welke situaties noodzakelijk en zinvol zijn. 1)
Zie hiervoor o.a. ook de ‘Werkafspraak Nieuwe Orale anticoagulantia (NOAC) – Hoofdstuk: ‘Beleid bij acute operaties bij gebruik van NOAC’s’ van de Isala klinieken te Zwolle (herziende versie feb. 2014)
Zie ter informatie ook: - Leidraad begeleide introductie NOAC’s (nov. 2012) Bij opname in ziekenhuis - Openbare apotheek (Apo) zorgt dat relevante informatie bij ziekenhuisapotheek komt - TD heeft inzagerecht ziekenhuisapotheek geregeld Ontslag na opname in ziekenhuis - Na opname: ziekenhuis(apotheek) stuurt de Apo een fax. De actuele en interacterende medicijnen worden door de Apo aan de TD gemeld. - Als de aanvrager de NOAC heeft gestopt na opname in ziekenhuis geeft de HA dit door aan de TD middels fax.
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
10
Beleid en overleg bij acute situaties NB: Beoordeel patiënten op een NOAC gelijk aan alle andere patiënten op antistolling! Richtlijn Huisartsenposten en tandartsen bij calamiteiten1), 2) Huisartsenposten Lichte tot milde bloeding - geen spoed: 1. lokale hemostase maatregel toepassen 2. hechten indien nodig 3. patiënt gaat pas weg als bloeding gestopt is 4. overleg met ziekenhuis en patiënt insturen als bloeding niet stopt 5. goede afspraken maken in geval van nabloeding 6. Indien bloedingsrisico geweken: normale dosis NOAC en thrombocytenaggregatie hervatten 7. Vit K antagonist eventueel op geleide INR hervatten Ernstige bloedingen - spoed (alle zichtbare bloedingen gepaard gaande met een systolische bloeddruk ≤ 90 mmHg): 1. overleg met ziekenhuis 2. patiënt insturen Achtergrondinformatie: - VKA heeft als antagonist vitamine K-druppels. - Fenprocoumon heeft lange halfwaardetijd, NOAC’s en acenocoumarol hebben vergelijkbare, kortere halfwaardetijd. - Antidota (antilichamen) voor NOAC’s zijn niet beschikbaar. 1)
O.a. gebaseerd op de Regionale Richtlijn Antistolling Haaglanden. (http://transmuralezorg.nl/images/Antistolling/2014_02_05_Regionale_Richtlijn_Antistollingsdoc._def._webversie3 .pdf) 2)
Zie voor meer informatie o.a. ook de ‘Werkafspraak Nieuwe Orale anticoagulantia (NOAC) – Hoofdstuk: ‘Beleid bij acute operaties bij gebruik van NOAC’s’ van de Isala klinieken te Zwolle (herziende versie feb. 2014)
Voor tandartsen3) gelden veelal dezelfde afspraken - bij lichte tot milde bloedingen de afspraken 1-5 - bij ernstige bloedingen dezelfde als voor de Huisartsenposten. 3)
Zie eveneens de ACTA-richtlijn 2013: Beleid bij tandheelkundige ingrepen tijdens antitrombotische behandeling. (Appendix 1, PhD thesis - Oral antithrombotics and dentistry: Current state of affairs and guideline proposal. D.E. van Diermen, 2013)
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
11
Interactiebeleid Interacties (pluis/niet pluis) altijd melden bij de initiërende voorschrijver (en apotheker); deze draagt zorg voor verdere afhandeling en evt. melding. Bij twijfel altijd overleg met de initieel voorschrijvende arts. Dit geldt ook voor bloedingen onder NOAC gebruik. Interacties 1. Combinatie OAC – Thrombocytenaggregatieremmer (VKA – TAR). Alleen vit K antagonisten worden gecombineerd; NOAC’s niet. 2. Interacties Apixaban Azolen (antimycotica) ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol, HIVproteaseremmers zoals ritonavir " stijging van de plasmaconcentratie van apixaban (remming cyp 3a4). rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital of sint-janskruid) " lagere plasmaconcentraties van apixaban (inductie cyp 3a4) 3. Interacties Dabigatran ciclosporine, itraconazol en ketoconazol (systemisch) tacrolimus, posaconazol, kinidine, amiodaron, verapamil, ticagrelor en claritromycine (P-glycoproteïne– remmers, stijging concentratie) Rifampicine, carbamazepine, fenytoïne of sint-janskruid (P-glycoproteinieinductoren-verlaging concentratie). Proteaseremmers. Ulcerogeen effect, zoals SSRI's, SNRI's, prostaglandinesynthetaseremmers, dextranen en corticosteroïden. 4. Interacties Rivaroxaban • Azolen (antimycotica) ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol, HIVproteaseremmers zoals ritonavir " stijging van de plasmaconcentratie van rivaroxaban (remming cyp 3a4). • rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital of sint-janskruid) " lagere plasmaconcentraties van rivaroxaban (inductie cyp 3a4) De meest actuele status kan de apotheker tevens controleren op basis van informatie uit de geldende ‘G-Standaard’; zie ook het Farmacotherapeutisch Kompas (www.fk.cvz.nl). Zie tevens de diverse SmPC’s van de beschikbare NOAC’s.
Antistolling checklist De • • • • •
volgende combinaties van antistollingsmiddelen kunnen zinvol zijn: LMWH en TAR Fondaparinux en TAR LMWH en VKA (gedurende instelfase VKA) Fondaparinux en VKA (gedurende instelfase VKA) VKA en TAR
De volgende combinaties van antistollingsmiddelen zijn niet zinvol en dienen vanwege de toename van bloedingscomplicaties te worden vermeden: • NOAC en TAR • LMWH en fondaparinux • LMWH en NOAC • LMWH en VKA (bij INR 2x > 2,5) • Fondaparinux en NOAC • Fondaparinux en VKA (bij INR 2x > 2,5) • NOAC en VKA (bij INR > 2,0) • Combinatie van 3 TAR’s tegelijkertijd Verder zijn in diverse protocollen en in de wetenschappelijke literatuur meerdere tabellen en lijsten over dit onderwerp beschikbaar. Houd je aan de geldende landelijke richtlijnen of eventueel andere regionale/lokale afspraken hieromtrent. Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van de voorschrijvende arts te checken welke combinaties van antistolling wel/niet gebruikt kunnen worden.
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
12
Flowcharts P Patiënt
S Specialist
HA Huisarts
TD Trombosedienst
A Apotheker
Proces bij nieuwe patiënten met behandelindicatie NOAC’s HA S
Indicatiestelling NOAC Nieuwe patiënt
⇓ S
Artsenverklaring en 1 e voorschrift Geef aan patiënt mee: o recept NOAC (voor 1 jaar) o ingevulde artsenverklaring o controle afspraak voor over ½ jaar (incl. (evt.) bepalen nierfunctie) o speciale aandacht voor therapietrouw, melden evt. bijwerkingen en beleid bloedingen
Proces bij overzetten VKA ! NOAC:
HA S
⇓ S
Informeren huisarts (HA) De HA is binnen 1 wk via een reguliere HA-brief op de hoogte van de behandeling
⇓ A
1e uitgifte voor max. 15 dgn. (EUB) o check recept en artsenverklaring o check nierfunctie en dosering o 1e uitgifte begeleiding en medicatiebewaking (EUB) o speciale aandacht voor therapietrouw, melden evt. bijwerkingen en beleid bloedingen
⇓ S
1e Vervolguitgifte o voor max. 3 mdn. o evt. 2e uitgifte begeleiding (TUB) o check compliance en motivatie
P
A
P
Patiënt naar TD voor omzetting
⇓
Vervolguitgifte voor 3 mdn. o check compliance en motivatie
Trombosedienst begeleidt de patiënt bij omzetting o
⇓ S
Patiënt naar Apotheek o 1e uitgifte NOAC (EUB), zie hiernaast: 1e uitgifte o leg patiënt verdere procedure bij TD uit (stoppen VKA / starten NOAC) o verwijs patiënt naar TD
⇓
TD
⇓
Informeren huisarts (HA) De HA is binnen 1 wk via een reguliere HA-brief op de hoogte van de behandeling
⇓
⇓ A
Overzetten VKA ! NOAC o staakbericht VKA’s naar TD o verzoek tot overzetten aan TD o verwijs patiënt naar Apo en TD Geef aan patiënt mee: o recept NOAC (voor 1 jaar) o ingevulde artsenverklaring o controle afspraak voor over ½ jaar (incl. (evt.) bepalen nierfunctie) o hernieuwde aandacht voor therapietrouw, melden evt. bijwerkingen en beleid bloedingen
⇓ S
Indicatiestelling NOAC Patiënt in zorg bij Trombosedienst
o
(NOAC) Controle na ½ jaar o evt. nierfunctie controle o afspraak voor over ½ jaar
o o
TD begeleidt de patiënt (incl. stopmoment van VKA) en bepaalt INR Indien INR < 2: melding TD à patiënt: starten NOAC Melding TD à Apo TD sluit dossier
⇓ A
Vervolguitgifte voor 3 mdn. o check compliance en motivatie
⇓ A
Vervolguitgifte voor 3 mdn. o check compliance en motivatie
⇓ S
⇓ A
Apotheek begeleidt verdere uitgiften NOAC o begeleiding NOAC-gebruik conform hiernaast staand schema vanaf: 1e vervolguitgifte
Controle na 1 jaar o nierfunctie controle o hernieuwde artsenverklaring o nieuw recept o indien mogelijk terugverwijzing naar HA
ZGT RTA AF-NOAC’s (v4, 30-03-2015)
13