Rapportage onderzoek Pro Persona 2012
ProCES Maart 2013
Colofon Samenstelling: Annet Smit, Pro Persona Centre for Education and Science (ProCES)
2
Inhoudsopgave
1. Inleiding
4
2. Common mental disorders 2.1 Depressie 2.2 Angst 2.3 Jeugd 2.4 Overzichtstabel betrokken medewerkers
5 5 7 10 12
3. Severe mental illness 3.1 Psychotische stoornissen 3.2 Persoonlijkheidstoornissen 3.3 Overzichtstabel betrokken medewerkers
13 13 14 17
4. Comorbidity 4.1 Niet aangeboren Hersenletsel 4.2 Ouderen 4.3 Overzichtstabel betrokken medewerkers
18 18 18 20
5. Health Services research 5.1 ROM 5.2 Dwang 5.3 Implementatie Richtlijnen 5.4. Overzichtstabel betrokken medewerkers
21 22 22 22 23
Bijlage
3
1.
Inleiding
Voor dit overzicht van onderzoek dat in 2012 is uitgevoerd in Pro Persona, heeft ProCES alle professionals die in tijd gefaciliteerd zijn om wetenschappelijk onderzoek te doen benaderd en gevraagd om een kort voortgangsverslag, inclusief een overzicht van relevante publicaties en presentaties (zie bijlage 1 voor het format). De informatie uit de ontvangen verslagen is verwerkt in deze rapportage, die tegelijkertijd met een separaat overzicht van de wetenschappelijke publicaties en presentaties van 2012 verschijnt. Vooruitlopend op de recent door de Raad van Bestuur vastgelegde onderzoekslijnen, hebben we er voor gekozen het uitgevoerde onderzoek voor deze rapportage waar mogelijk onder te brengen bij deze nieuwe lijnen. Dit zijn : 1. Common Mental Disorders (CMD). Onderzoek binnen deze lijn is gericht op angst- en stemmingsstoornissen. Ook de academische werkplaats Jeugd, Inside Out, zal hier ondergebracht worden. Het onderzoek in deze lijn wordt uitgevoerd in samenhang en samenwerking met de sectie klinische psychologie van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit. Leerstoelen: prof. dr. Jan Spijker , hoogleraar Chronische depressie, en prof.dr. Agnes van Minnen, hoogleraar Behandeling van angststoornissen en angstregulatie. 2. Severe Mental Illness (SMI). Het betreft onderzoek naar patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen: psychosen en persoonlijkheidsstoornissen. De onderzoekslijn wordt gekoppeld aan het lectoraat Zorg voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (HAN), lector dr. Bauke Koekkoek. 3. Comorbiditeit. Het onderzoek dat in deze lijn bijeen wordt gebracht betreft problematiek rondom comorbiditeit van psychische en lichamelijke aandoeningen, alsmede psychiatrische problematiek bij ouderen. 4. Health Services Research (HSR). In deze lijn worden overkoepelende onderzoeksprojecten bijeengebracht , bijvoorbeeld gekoppeld aan Routine Outcome Monitoring (ROM), en programma overstijgende thema’s als dwang en drang, implementatie van richtlijnen, etc. Deze lijn is gekoppeld aan de leerstoel Geestelijke Gezondheidszorg binnen de sectie klinische psychologie van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit, van prof.dr. Giel Hutschemaekers. Over het onderzoek van de Pompestichting, forensische psychiatrie, zal een separaat verslag verschijnen. De wetenschappelijke output van de Pompestichting is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke publicaties en presentaties 2012.
4
2.
Onderzoekslijn Common Mental Disorders
2.1
Depressie
Leerstoel Chronische depressie – prof. dr. Jan Spijker Promotietrajecten: Florian Hardeveld, Sanne Hendriks , Frank Don , Carolien Benraad, Mark Snitselaar, Maringa de Weerd.
Epidemiologisch onderzoek: Prevalentie • • • •
en risicofactoren voor recidivering van depressie Door Florian Hardeveld, psychiater Pro Persona Promotoren: prof. dr. Jan Spijker, prof. dr. Aartjan Beekman (Vrije Universiteit). Looptijd: 2008-2013 2 publicaties geaccepteerd
Lange termijn beloop van angststoornissen • Door Sanne Hendriks, aios psychiatrie Pro Persona • Promotoren: prof.dr. Aartjan Beekman (VU), prof. dr. Brenda Penninx (VU), copromotor: prof. dr. Jan Spijker • Looptijd:2010-2015 • 1 publicatie geaccepteerd, een 2de ingediend • Data analyse voor 3de artikel, concept artikel in afronding
Interventie onderzoek : Belemmeringen in de uitvoering van CGT bij depressie • Door Frank Don, psycholoog Pro Persona • Promotoren: prof. dr. Jack Dekker (Vrije Universiteit ), copromotor: prof. dr. Jan Spijker • Looptijd:2011-2015 • Aantal publicaties in voorbereiding • Bijzonderheden: gebruik data uit psychotherapie onderzoek van Arkin, Amsterdam. Cognitive bias • • •
modification in major depression Door Amras van Osdorp , onderzoeker BSI, Radboud Universiteit Promotoren: prof. dr. Eni Becker, Radboud Universiteit; prof. dr. Jan Spijker Looptijd 2012-2016.
MBCT bij chronische, therapieresistente depressie De gangbare behandelstappen bij depressie leiden helaas niet altijd tot remissie van depressie. Daarom is het de moeite waard alternatieve behandelingen te overwegen bij therapieresistentie. Er wordt een RCT voorbereid om ambulante patiënten met huidige depressieve episode (DSM-IV) die onvoldoende hebben gerespondeerd op de combinatiebehandeling psychotherapie plus medicatie (zorgpad III van het ZP Depressie) MBCT plus medicatie aan te bieden , versus optimalisatie van de medicatie behandeling. Onderzoeker: Mark Mepschen, aios psychiatrie Begeleiding: Anne Speckens, Mirjam Kampman en Jan Spijker. Voortgang in 2012: Subsidie aanvraag (deels) gehonoreerd , deelstudie gestart in september 2012. Promotietraject wordt gepland. Validatie van de DM-TRD Therapieresistentie van depressie is slecht gedefinieerd en lastig in kaart te brengen. Er is een Nederlandse methode daartoe ontwikkeld, de DM-TRD (Dutch Method for quantification of Treatment Resistance in Depression), die een redelijk goede voorspellende waarde voor behandelverloop heeft (Peeters et al, submitted). Deze DM-TRD moet verder gevalideerd worden in een bredere patiëntenpopulatie. Door: Rien ten Brinke (aios psychiatrie) en Jan Spijker. Presentatie gehouden: november 2012.
5
Zorgonderzoek : Onderzoek naar de module rehabilitatie door zelfmanagement door Maringa de Weerd (verpleegkundig specialist Pro Persona), Henny Sinnema (Trimbos instituut) en Jan Spijker. De module rehabilitatie door zelfmanagement is ontwikkeld voor patiënten met chronische angst of depressie en richt zich op betere coping met de klachten en verbeteren van functioneren. Tevens wordt een transfer van de zorg naar een collaborative care model voorbereid waarin de zorg wordt geboden door de eerste lijn met een consultatiemogelijkheid van de specialistische zorg. Er is een RCT opgezet om de kosteneffectiviteit van de module te onderzoeken (ZemCAD). Twaalf GGZ instellingen participeren in het onderzoek wat gefinancierd wordt door het Innovatiefonds van de zorgverzekeraar. Het Trimbos instituut voert het onderzoek uit. Promotor prof. dr. Jan Spijker, copromotor dr. Bauke Koekkoek. Looptijd 2013-2015. Passendheid van behandeling bij patiënten met chronische angst en depressie door Annemein Kemps (aios psychiatrie) en Jan Spijker. In de ZemCAD studie zijn circa 280 patiënten met chronische angst en of depressie aangemeld. Van deze patiënten is de gevolgde behandeling in kaart gebracht en deze moet worden geanalyseerd op passendheid in vergelijking met de multidisciplinaire richtlijnen. Voortgang: dataverzameling, voorbereiding analyses en presentatie op voorjaarscongres 2013. Voor een aantal andere onderzoeken is in 2012 voornamelijk voorbereidend werk gedaan. Dit betreft : Cognitive bias modification in major depression Onderzoek naar mogelijkheden en effectiviteit van CBM bij depressie. Door : PhD student (BSI, Radboud universiteit) Promotoren: prof dr. Eni Becker, Radboud Universiteit; prof. dr. Jan Spijker. Looptijd: 2013-2017. rTMS as add-on treatment in major depression Onderzoek naar mogelijkheden en effectiviteit van rTMS als toegevoegde behandeling bij depressie. Onderzoek wordt voorbereid door prof. dr. Tendolkar (UMCN StRadboud) en prof dr. Jan Spijker. Zorgafhankelijkheid bij chronische angst en depressie Onderzoek naar optreden van afhankelijkheid van zorg bij chronische angst en depressie. Fase: voorbereiding. Onderzoeksvoorstel gereed. Betrokken: prof. dr. Giel Hutschemaekers, prof. dr. Jan Spijker, drs. Naline Geurtzen.
Overig Circadian rhythmycity in adult ADHD Promovendus: Mark Snitselaar, aios psychiatrie Promotoren: prof. dr. Jan Spijker, copromotor dr. Marcel Smits , neuroloog GVZ Ede Looptijd 2012-2015 Voortgang: Pilot onderzoek loopt in Ede , 1ste art geaccepteerd, 2de in voorbereiding.
6
2.2
Angst
Prof.dr. Agnes van Minnen, leerstoel: behandeling van angststoornissen en angstregulatie. Promotietrajecten: Rianne van Niekerk, Lotte Hendriks. Het onderzoek betreft vooral behandelstudies, daarom is het onderzoek ingedeeld naar de aard van de angststoornis.
Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) Intensieve Trauma Behandeling (ITB) voor PTSS. Exposure therapie is één van de meest effectieve behandelingen voor PTSS. Echter, niet elke patiënt kan profiteren van een dergelijke behandeling. Zeker voor patiënten met veel comorbide klachten en psychosociale stressfactoren kan een ambulante exposure behandeling moeilijk zijn vol te houden. Internationaal onderzoek gaf aanwijzingen dat een intensieve, ambulante exposure therapie mogelijk en effectief is in de behandeling van PTSS. Wij wilden een dergelijk aanbod ontwikkelen en evalueren voor PTSS patiënten in Nederland. Onderzoekers: prof.dr. Agnes van Minnen , Rianne de Kleine, Lotte Hendriks. Is in uitvoering, voortgang in het afgelopen jaar : Therapeuten zijn getraind in het programma De inclusie is gestart, patiënten worden behandeld Effectmetingen worden uitgevoerd. Intensieve Trauma Behandeling (ITB) voor adolescenten met PTSS PTSS bij adolescenten is een beperkende stoornis met grote psychologische gevolgen. Het niet behandelen van PTSS klachten kan grote effecten hebben op de ontwikkeling van de adolescent (zoals revictimisatie, suïcidepogingen, algemeen disfunctioneren). Op dit moment zijn er slechts enkele evidence-based behandelprogramma's voor adolescenten met PTSS voorhanden, die met name in het buitenland aangeboden worden. Reguliere behandelingen gericht op PTSS in Nederland blijken niet effectief. Naast dat deze reguliere behandelingen vaak langdurig zijn (en geen of een lage dosering van evidence-based technieken bieden), worden ouder(s) van patiënten niet consequent bij de behandeling betrokken. Internationaal onderzoek gaf aanwijzingen dat een intensieve, ambulante exposure therapie mogelijk en effectief is in de behandeling van PTSS bij adolescenten. Wij wilden een dergelijk aanbod ontwikkelen en evalueren voor adolescenten met PTSS in Nederland. Daarbij bieden wij binnen deze behandeling eveneens een oudermodule aan, met als doel het opheffen van vermijdingsgedrag binnen het systeem en het aanleren van technieken om om te gaan met de klachten van de adolescent. Betrokken onderzoekers: prof.dr. Agnes van Minnen , Lotte Hendriks, Rianne de Kleine, Gert-Jan Hendriks. Bijzonderheid: samenwerking met Academische werkplaats Jeugd, Inside Out. Voortgang in het afgelopen jaar: Therapeuten zijn getraind in het programma De inclusie is gestart, patiënten worden behandeld Effectmetingen worden uitgevoerd. E-health (I-pad en Cognitive Bias Modification) Onderzoek naar de behandeleffectiviteit van een Ipad behandeling voor PTSS. Daarnaast zal worden gekeken of een Cognitive Bias Modification, een computertraining, kan bijdragen aan het verminderen van traumagerelateerde cognitieve vertekeningen en PTSS klachten. Betrokken onderzoekers: Agnes van Minnen , Rianne de Kleine, Manon Peeters, Marisol Neijenhuis, Pauline Jacobse, Lotte Hendriks (allen Pro Persona) , en Marcella Woud en prof.dr. Eni Becker (Radboud Universiteit). Voortgang: Onderzoeksgroep samengesteld en de studie is ontworpen. D-cycloserine en exposure in de behandeling van PTSS Exposure therapie is één van de meest effectieve behandelingen voor PTSS. Desalniettemin is er ruimte voor verbetering, want niet elke patiënt knapt op van behandeling en de uitval tijdens behandeling is groot. Onderzoek bij andere angst-stoornissen liet zien dat de toevoeging van een leerversterkend middel (D-cycloserine) de uitkomsten van exposurebehandelingen kan verbeteren. Betrokken onderzoekers: Rianne de Kleine, Agnes van Minnen, Gert-Jan Hendriks. Voortgang in het afgelopen jaar : publicaties, data analyse, subsidie aanvraag vervolg.
7
PTSS als gevolg van meervoudig en herhaald interpersoonlijk misbruik in de kindertijd: Imaginaire exposure versus imaginaire rescripting versus body focussed rescripting Voorbereiding multi-center randomized clinical trial naar effectiviteit van drie ambulante behandelingen: imaginiare exposure versus imaginaire rescripting versus body focussed rescripting. Betrokken onderzoekers: prof.dr. Agnes van Minnen, Paula de Jong (PsyQ) Arnoud Arntz (Universiteit Maastricht ) en Merel Kindt (Universiteit van Amsterdam). Voortgang in het afgelopen jaar: Voorbereiding. Vaststellen onderzoeksprotocol, intrainen behandelaren, CMO toestemming. EMDR en/of Exposure? Behandelkeuzes van patiënten en de effectiviteit van een behandelswitch. Een open behandelstudie, waarin de behandelkeuzes van patiënten en de effectiviteit van een interventieswitch wordt onderzocht. Volgens de multidisciplinaire richtlijn dient de patiënt als eerste traumagerichte CGT (Imaginaire exposure en exposure in vivo) of EMDR aangeboden te krijgen. Wanneer dit onvoldoende effect heeft, moet er geswitcht worden van interventie. Echter, er is weinig bekend over de effectiviteit van een dergelijke behandelswitch. Namen van betrokken onderzoekers: Rianne de Kleine, Manon Peeters, Agnes van Minnen. Voortgang in het afgelopen jaar : de onderzoeksmap is gepilot. Na deze pilot is de definitieve versie van de map ingevoerd en wordt er bij alle PTSS-behandelingen van polikliniek Overwaal een onderzoeksmap door de therapeut bijgehouden. In het komende jaar zal de data verzameling worden voortgezet.
Obsessive Compulsive Disorder (OCD) Intensieve behandeling voor OCD Kortere en intensievere behandelingen zouden de therapie acceptabeler en toegankelijker kunnen maken en de effectiviteit, kosteneffectiviteit en kwaliteit van leven kunnen vergroten. In deze studie zullen patiënten gerandomiseerd worden over twee condities: 1) drie weken intensieve behandeling, bestaande uit 15 sessies van 1 1/2 uur, verspreid over 6 dagen of 2) treatment as usual, bestaande uit gemiddeld 46 sessies van 45 minuten, verspreid over 1 - 1/2 jaar. Voortgang in het afgelopen jaar : Pilot intensieve OCD behandeling is gestart; presentatie in Nijcare. Naar aanleiding hiervan ontstonden enkele methodologische vragen die nog niet konden worden opgelost. Om deze reden is besloten om eerst een feasibility-studie te starten. Betrokken onderzoekers: prof.dr. Agnes van Minnen, dr. G.J. Hendriks, B. van Passel, prof. dr. E. Becker (Radboud Universiteit). De relatie tussen walging en vermijding van intimiteit in OCD en PTSS patiënten In dit onderzoek wordt de relatie tussen walging en vermijding van intimiteit onderzocht in patiënten met OCD en PTSS. Naast expliciete maten, vragenlijsten, wordt met impliciete maten, computertaken, walgingsensitiviteit en vermijdingstendenties gemeten. Betrokken onderzoekers: Agnes van Minnen, Rianne de Kleine, Mirjam Kampman, Wendy Nelen (RU), Eni Becker (RU). Voortgang in het afgelopen jaar : in uitvoering. Alle patiëntmetingen hebben plaatsgevonden. En een groot gedeelte van de controlegroep is getest.
Social Phobia Autobiographical memory and the Self in Social Phobia Een cross-sectionele studie waarin doelen, het zelfbeeld en herinneringen worden gemeten bij drie groepen (sociale fobie, PTSS en controles). In eerdere studies zijn aanwijzingen gevonden dat er een interrelatie bestaat tussen de 'self' (zelfbeeld en doelen) en herinneringen bij PTSS patiënten. In deze studie wordt gemeten of deze interrelatie specifiek is voor PTSS, of ook geldt in sociale fobie patiënten. Daarnaast geeft deze studie meer inzicht in de in stand houdende factoren in PTSS en sociale fobie. Onderzoekers: prof.dr. Agnes van Minnen, Manon Peeters, dr. Gérard Näring (Radboud Universiteit), dr. Julie Krans (University of New South Wales, Australia), en prof. dr. Richard Bryant (University of New South Wales, Australia).
Voortgang: Uitvoering. De inclusie van de sociale fobie patiënten is in het afgelopen jaar afgerond, echter nog onvoldoende PTSS en gematchte controle participanten geïncludeerd.
8
Conversiestoornis fMRI onderzoek naar emotionele informatieverwerking bij conversiestoornis In dit onderzoek wordt gekeken naar emotionele informatieverwerking bij mensen met een conversieve verlamming. Patiënten voeren experimentele taken uit (approach-avoidance taak) in de fMRI scanner. Betrokken onderzoekers: Agnes van Minnen , Rianne de Kleine , Inge Volman (RU); Karin Roelofs (RU); Ivan Toni (RU). In uitvoering, echter inclusiecriteria zijn scherp; in 2012 zijn twee mensen gemeten. Verstijfd van schrik: verstijvingreacties tijdens nare gebeurtenissen en angstige dromen In dit onderzoek wordt gekeken naar verstijvingreacties die sommige mensen kunnen hebben tijdens nare of traumatische gebeurtenissen en tijdens angstige dromen. In dit onderzoek wordt gekeken in welke mate het optreden van deze verstijvingreacties samenhangt met traumakenmerken, psychopathologie en persoonlijkheidskenmerken. Hiertoe hebben verschillende groepen meegedaan aan een vragenlijstonderzoek: 1) patiënten met een conversiestoornis; 2) patiënten met een PTSS; 3) patiënten met een andere angststoornis (geen PTSS); 4) normale controlegroep. In 2012 zijn hiervoor patiënten met een PTSS geworven (de andere groepen waren reeds eerder gemeten). Betrokken onderzoekers: Agnes van Minnen, Rianne de Kleine. Gerelateerd: Freezing in reactie op emotionele stimuli bij conversiestoornis In dit onderzoek wordt gekeken naar freezing, gemeten op een bewegingsplatform, wanneer conversiepatiënten worden geconfronteerd met emotioneel beeldmateriaal. De verstijvingsreacties van de conversiepatiënten worden vergeleken met die van een gematchte controlegroep. Betrokken onderzoekers: Rianne de Kleine, Karin Roelofs (RU); Muriel Hagenaars (RU); John Stins (VU). Voortgang: uitvoering. Alle conversiepatiënten zijn gemeten en de datafiles zijn opgeschoond.
Paniekstoornis Stepped care bij paniekstoornis RCT: face to face vergeleken met kortdurende begeleide zelf hulp. Namen van andere betrokken onderzoekers: Dr. Gert Jan Hendriks, Mirjam Kampman, Ton van Balkom (VU), Theo Broekman (Bureau Beta) Voortgang in het afgelopen jaar : Data zijn ingevoerd en worden nu geanalyseerd. SPRING : Social anxiety and Panic disorder Research: Impact on the Next Generation. Onderzoek naar cognitieve bias bij hoog risico kinderen. Betreft promotie onderzoek van Rianne van Niekerk (promovendus RU), betrokken onderzoekers: Esther Allart, prof.dr. Eni Becker (RU) en prof.dr. Giel Hutschemaekers . Voortgang : Dataverzameling in uitvoering; hierbij meerdere scriptiestudenten betrokken. Pilot ipad behandeling bij paniek vergelijking i pad behandeling met face to face. In uitvoering, inclusie van de beoogde N=40 patiënten bijna afgerond. Betrokken onderzoekers: Anneke Bruinsma, Mirjam Kampman, Gert Jan Hendriks Voortgang in het afgelopen jaar : inclusie is bijna afgerond, scripties geschreven. Intensieve behandeling voor (behandelresistente) paniekstoornis In context ambulantisering. In 2012 voorbereid, pilot opgezet en gestart. Door: Mirjam Kampman.
9
Overig Angst Addition of scheme-focused therapy for patients with anxiety disorders and cluster C personality disorders. In deze multicenter-study (3 betrokken centra, te weten HSK, Dimence en Overwaal) worden 100 patiënten gerandomiseerd over 2 condities: 1) 30 sessies gedragstherapie gericht op de As I angststoornis, of 2) 15 sessies gedragstherapie gericht op de As I angststoornis, gevolgd door 15 sessies schema-focused therapie gericht op de cluster C persoonlijkheidsstoornis. Betrokken onderzoekers: B. van Passel, dr. D. Oosterbaan, prof. dr. Ph. Spinhoven (RUL), prof. dr. M. Verbraak (Radboud Universiteit), drs. P. Janse (HSK Utrecht), drs. C. Heij (Dimence). Begin 2012 werd dit onderzoek herstart nadat de hoofdonderzoeker helaas in 2011 is overleden. Gestart met analyse van de voorhanden zijnde data en de reeds geïncludeerde patiënten. Helaas bleek data van eerdere inclusies niet bruikbaar waarna opnieuw patiënten zouden moeten worden gerekruteerd. Hiermee is gestart in 2012, doel is eind 2013 alle patiënten te hebben geincludeerd. Treating Trauma in Psychosis (T-TIP) Betreft onderzoek naar effectiviteit van PTSS behandeling bij Psychose. Data verzameling in volle gang, loopt tot april 2013. Betrokken onderzoekers: Agnes van Minnen, Mark van der Gaag, Ad de Jongh.
2.3
Jeugd (Academische werkplaats Inside Out)
Promotietraject: Maartje van Sonsbeek. De effectieve onderdelen van feedback van Routine Outcome Monitoring (ROM) in de Geestelijke Gezondheidszorg voor jeugdigen Om de Geestelijke Gezondheidszorg inzichtelijk te maken, als onderdeel van evidence-based werken, en vooral om de zorg te ondersteunen en te verbeteren, wordt gebruik gemaakt van Routine Outcome Monitoring (ROM). Hierbij worden cliënten voorafgaand, tijdens en na afloop van de behandeling systematisch bevraagd en worden de rapportages hiervan teruggekoppeld naar de behandelaars. Behandelaars krijgen daarmee feedback over de behandeling, die zij vervolgens met de cliënt bespreken, zodat de behandeling tussentijds bijgestuurd kan worden. Het type feedback dat de behandelaar ontvangt blijkt het effect van ROM en daarmee de behandeling te beïnvloeden. Het is echter onbekend op welke manier feedback de behandelresultaten beïnvloedt en welke specifieke onderdelen van feedback hierin een rol spelen. Daarnaast wordt onderzoek naar feedback voornamelijk uitgevoerd bij volwassenen en in Amerika. De onderzoeksvraag is : Is feedback in de Geestelijke Gezondheidszorg voor jeugdigen effectief? En zo ja, wat zijn de effectieve onderdelen van deze feedback? Promovendus: Maartje van Sonsbeek Promotoren: Prof. dr. Giel Hutschemaekers (promotor), prof. dr. Jan Willem Veerman (promotor; RU) en dr. Bea Tiemens (co-promotor). Voortgang in het afgelopen jaar : bij alle kinder- en adolescententeams in Pro Persona Arnhem, Ede en Tiel gestart met de zorgmonitor. De rapportages werden teruggekoppeld naar de behandelaar. Gedurende 2012 zijn update-bijeenkomsten georganiseerd in de betreffende teams, om vragen rondom de zorgmonitor te beantwoorden en oplossingen te bedenken voor gesignaleerde problemen. Daarnaast zijn de verschillende onderdelen van het ontwikkelde ROMimplementatiepakket (zie hierna) in de teams geïntroduceerd en trainingen/boostersessies georganiseerd om gebruik van de zorgmonitor, zowel door cliënten als behandelaars, te stimuleren. Vanaf 1 juli 2012 is de zorgmonitor ook ingevoerd bij de ambulante jeugdteams in Nijmegen en is ook daar gestart met metingen bij nieuwe cliënten. In de daaropvolgende maanden is bij de teams in Nijmegen het ROM-implementatiepakket geïntroduceerd en zijn trainingen en boostersessies gegeven. Per 1 december 2012 zijn alle jeugdteams in Arnhem, Ede, Tiel en Nijmegen opgeschaald naar het daadwerkelijk ROMmen. Dit betekent dat nieuw ingeschreven cliënten niet alleen bij de start en afsluiting van de behandeling worden uitgenodigd om vragenlijsten in te vullen, maar ook elke twee maanden gedurende de behandeling. De rapportages worden teruggekoppeld naar de behandelaar. Op deze manier is het mogelijk geworden om behandelingen (indien nodig) tussentijds bij te sturen. Verder zijn we begonnen met het gedetailleerder uitwerken van de verschillende feedbackcondities, die ingezet worden in de experimentele fase (RCT) van het onderzoek, die in 2013 zal starten. 3 presentaties gehouden, voorbereiding voor 2 artikelen.
10
Op weg naar ROM via systematisering van bestaande uitkomstmetingen: het bevorderen van de onderzoeksrijpheid en onderzoeksbereidheid in de Geestelijke Gezondheidszorg voor Jeugdigen Om onderzoek te kunnen doen naar de effectieve onderdelen van feedback (zie hiervoor) is onderzoeksbereidheid nodig. In de praktijk zijn behandelaars maar in beperkte mate gemotiveerd om feedback te gebruiken als dit niet aansluit bij hun eigen wensen en verwachtingen of als dit onvoldoende geïntegreerd is in het behandelproces. Daarom wordt in dit project nagaan of het systematisch gebruik van feedback bevorderd kan worden door een ‘multi-faceted’ implementatiestrategie. Onderzoeksvraag luidde: Kunnen de onderzoeksrijpheid en onderzoeksbereidheid van behandelaars in de Jeugd-GGZ en Jeugdzorg binnen zes maanden verhoogd worden, door een multi-faceted strategie (ROM-implementatiepakket) waarmee de implementatie van ROM extra wordt gefaciliteerd? Bij het project betrokken onderzoekers: Maartje van Sonsbeek, prof. dr. Giel Hutschemaekers, prof. dr. Jan Willem Veerman , dr. Bea Tiemens. Voortgang:In 2012 is het onderzoek verder ingebed in de Academische Werkplaats Jeugd door meerdere instellingen te betrekken bij de metingen en het ROM implementatie pakket breder beschikbaar te maken. Aanvullend op de metingen bij Pro Persona, zijn behandelaars, groepswerkers en behandelcoördinatoren van vier andere deelnemende instellingen uitgenodigd om twee korte vragenlijstjes in te vullen over hun huidige werkbeleving (UBES) en attitude ten opzichte van evidence-based werken (EBPAS). Vanaf de zomer tot de herfst van 2012 zijn deze vragenlijstjes nogmaals afgenomen, om (veranderingen in) de werkbeleving en onderzoekbereidheid na te gaan. Verder is het ROM-implementatiepakket voltooid. Eind 2012 is het onderzoek afgerond. Naar aanleiding van de resultaten is een nieuwe hypothese geformuleerd over de relatie tussen de invoering van het ROM-implementatiepakket en de mate van onderzoeksrijpheid (attitude) en onderzoeksbereidheid (respons). The Gist of Change/ Lef!-poli Sinds november 2011 is de Radboud Universiteit Nijmegen in samenwerking met Pro Persona vanuit de Academische Werkplaats Jeugd Inside-Out gestart met een project gericht op de onderkenning en behandeling van angstklachten: De Lef!-poli. In dit project worden twee goed werkende behandelingen gericht op angst bij kinderen tussen 8 en 12 jaar vergeleken en proberen we te ontdekken hoe deze klachten eerder kunnen worden gesignaleerd en beter worden behandeld. Daarvoor wordt gekeken naar de volgende aspecten: - Wat gebeurt er in de relatie tussen therapeut en kind tijdens de behandeling? - Wat gebeurt er in de relatie tussen moeder en kind tijdens de behandeling? - En hoe heeft dat alles invloed op de behandeling? Alle kinderen tussen 8 en 12 jaar die aangemeld worden bij Pro Persona Jeugd in Arnhem of Nijmegen en bij het Ambulatorium in Nijmegen worden gescreend op angstklachten. Wanneer er geen exclusiecriteria bestaan (PTSS, OCD, IQ<80, autisme, crisis/gevaar), wordt aan ouders deelname aan de lef!-poli voorgesteld. Kinderen worden gerandomiseerd en toegewezen aan een behandelprotocol (‘Denken, Doen en Durven van Susan Bogels) of aan de reguliere behandeling. Gedurende drie maanden worden gezinnen gevolgd in de behandeling (o.a. mate van angst, ouderkind relatie, therapierelatie) en follow-up na een half jaar en een jaar. Betrokken onderzoekers: Marleen van Doorn, Pro Persona, Melou Jansen en Rowella Kuijpers, Ambulatorium Nijmegen. Voortgang: Publicatie studie protocol, start dataverzameling, terugkoppeling eerste resultaten aan teams.
11
2.4
Overzicht betrokkenen onderzoekslijn Common mental disorders
Naam onderzoeker
Onderzoeks uren per w.
Onderwerp
Esther Allart
4
Angst , Jeugd
Frank Don
4
Depressie , CGT
Promotie onderzoek
Marleen van Doorn
6
Angst, Jeugd
Academische werkplaats Jeugd Inside out, Ambulatorium Nijmegen
Florian Hardeveld
4
Depressie
Promotie onderzoek
Gert Jan Hendriks
8
Angst
Hoofd Zorgprogramma Angst
Lotte Hendriks
8
Angst , Jeugd
Promotie onderzoek
plus 12 u. Ac. Werkplaats Jeugd
Sanne Hendriks
8
Depressie, Angst
Promotie onderzoek
NESDA
Mirjam Kampman
12
Angst
Rianne de Kleine
32
Angst
Agnes van Minnen
20
Angst
Desiree Oosterbaan
4
Angst
Boris van Passel
4
Angst , OCD
Manon Peeters
16
Context, betrokkenen
Bijzonderheden
buitenpromovendus
Leerstoel RU (8 u.)
Angst, Sociale fobie
Maartje van Sonsbeek
4
Jeugd, ROM
Promotie onderzoek
Jan Spijker
4
Depressie
Leerstoel RU (8 u.) ; Hoofd Zorgprogramma Depressie
plus 12 u. RU
12
3.
Onderzoekslijn Severe Mental Illness
Het betreft onderzoek naar patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) , uitgevoerd binnen de zorgprogramma’s Psychose en Persoonlijkheidsstoornissen. Verantwoordelijkheid bij de hoofden van deze zorgprogramma’s, respectievelijk dr. Harm Gijsman en drs. Wubbo Scholte. Andere betrokkenen zijn Ad Kaasenbrood, Theo van Ingenhoven en Wies van den Bosch. Promotie traject: Wubbo Scholte.
3.1
Psychotische stoornissen
Antipsychotische polyfarmacie bij psychotische stoornissen 1. Wat is bekend over achtergronden, prevalentie en effectiviteit van antipsychotische polyfarmacie (APP) bij patiënten met een psychotische stoornis? 2. Wat is de toegevoegde effectiviteit van APP boven clozapine monotherapie? 3. Wat is de prevalentie van AP bij psychotische stoornissen binnen de klinische populatie van de GGz Nijmegen? In welk percentage is dit niet voorafgegaan door adequate trials met twee verschillende antipsychotica gevolgd door clozapine? 4. Wat is de meerwaarde van een algemene interventie (richtlijnverwijzing) vergeleken met een individuele interventie (audit) op de prevalentie van APP bij psychotische stoornissen? 5. Op welk moment in de behandeling van een psychotische patiënt wordt besloten tot APP en hoe vaak is hierbij de richtlijn (2x antipsychotica + clozapine) gevolgd? 6. Welke factoren (dokter, patiënt) spelen een rol bij het afwijken van de richtlijn? Betrokken onderzoekers: Marc Lochmann van Bennekom, Harm Gijsman, prof. dr. F.G. Zitman, emeritus hoogleraar psychiatrie UMC Leiden. Voortgang : Literatuuroverzicht afgerond, verschijnt april 2013. Effecten van een op herstel gerichte behandeling van Eerste Psychose in een ACT team Effectonderzoek, op welke wijze draagt de ontwikkelde methodiek en werkwijze bij ACT Eerste Psychose bij aan het herstel van patiënten met een eerste psychose: op korte, middellange en lange termijn (max. 5 jaar in zorg) Betrokken onderzoekers: Marguerite Elfrink, Harm Gijsman, Bettina Jacobsen, Kirsten van Steenbergen. Voortgang in het afgelopen jaar : 1. Inventarisatie van omvang onderzoek. Opzet voor een reeks artikelen regelmatig besproken en herschreven 2. Start met grove opzet eerste artikel waarin het programma en methodiek van ACT Eerste Psychose wordt beschreven. In de onderzoeksgroep is een eerste concept besproken. Na uitgebreide feedback bleek dit onderwerp toch te omvangrijk voor een inleidend artikel. Besloten werd de focus te verleggen naar een concreter onderwerp (Herstelmaten consensus) voor een eerste artikel. 3. Inventarisatie Herstelmaten in andere wetenschappelijke studies en/of GGZ instellingen. Binnen ACT team ontworpen en gebruikte herstelmaten relateren aan inventarisatie. Komen tot een voorstel voor consensus over te gebruiken maten om onderzoeksuitkomsten te kunnen vergelijken tussen instellingen. 4.Inventarisatie van herstelmaten voor ACT , opstellen van formulier voor dataverzameling voor het ACT team 5. Database werkzaamheden, ontwerp, onderhoud in samenwerking met UMC Radboud database expert en invoeren data in database 6. Inrichten van NetQROM systeem op meetroutines ACT team. Publicaties : 2 hoofdstukken in handboek Vroege Psychose, te verschijnen in 2013. Smart 4U: het ontwikkelen van een smartphone applicatie om de sociale participatie van cliënten te vergroten Betrokken onderzoekers: Kirsten van Steenbergen, Bauke Koekkoek, Ad Kaasenbrood, Harm Gijsman. Voortgang : in het afgelopen jaar is subsidie aangevraagd en verkregen (Movisie) op basis van het onderzoeksvoorstel. Er is literatuuronderzoek naar bruikbare instrumenten gedaan, en de applicatie wordt ontwikkeld. Bezig met voorbereidingen voor het daadwerkelijke onderzoek, te starten in 2013.
13
3.2
Persoonlijkheidstoornissen
Onderzoek naar predictieve validiteit van persoonlijkheidsonderzoek voor het beloop en uitkomst van klinische psychotherapie bij cliënten met een persoonlijkheidsstoornis. (Promotie onderzoek, deelproject SCEPTRE onderzoek) Promovendus: drs. Wubbo Scholte. Promotoren: prof.dr. Giel Hutschemaekers, prof.dr. Roel Verheul (UvA), co promotor dr. Bea Tiemens. Voortgang in het afgelopen jaar : 2 publicaties, indienen van proefschrift bij manuscriptcommissie en goedkeuring hiervan. Promotie : 26-02-2013. Toepassing van DGT in een klinisch psychotherapeutische setting RCT opgezet vanuit Rivierduinen i.s.m. universiteit Leiden. Betrokken onderzoekers: Wies van den Bosch, Philip Spinhoven (RUL), Giel Hutschemaekers. Voortgang in het afgelopen jaar: Onderzoek in volle gang (gestart op 20 februari 2012). Publicatie in Tijdschrift voor Psychiatrie en diverse presentaties. Interpersoonlijk functioneren: Instrumentontwikkeling Bepalen welke instrumenten effectief zijn in het meten van interpersoonlijk functioneren bij borderline patiënten. Was oorspronkelijk bedoeld als promotieonderzoek, maar dat is gestopt vanwege vertrek beoogde promovendus. Is in 2012 opnieuw gestart. Er is een projectplan is gemaakt, evenals plan voor subsidiewerving. Er is een meta-analyse van eerder onderzoek uitgevoerd, waarover een publicatie in revisie is. Betrokken onderzoekers: Wies van den Bosch, Kirsten van Steenbergen, Giel Hutschemaekers, en Roland Sinnaeve (Rivierduinen). Implementatie DGt voor duale problematiek Betrokken onderzoekers: Wies van den Bosch , Ad Kaasenbrood. Voortgang: inventarisatie van de resultaten van het lopende onderzoek, voorbereiden van een publicatie hierover. Trauma-focused treatment for PTSD patients with co-morbid Borderline Personality Disorder: a feasibility study of prolonged exposure (PE) and EMDR. In voorbereiding , in 2012 is aanvraag onderzoek geschreven. Betrokken onderzoekers: Wies van den Bosch , Agnes van Minnen . DSM-5 Niveau van Persoonlijkheidsfunctioneren (STiP) Onderzoeksproject samen met De Viersprong, vanuit het Podium DSM-5 Persoonlijkheidsdiagnostiek van het landelijk Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen. Er is een semigestructureerd klinisch diagnostisch interview ontwikkeld om het niveau van Persoonlijkheidsfunctioneren vast te kunnen stellen conform de voorgestelde veranderingen voor persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5: de STiP 5.0 (gereed in februari 2013). In een multicentered onderzoek (m.n. Pro Persona, Viersprong) zal een pilot-onderzoek gedaan worden naar de betrouwbaarheid, validiteit en klinische bruikbaarheid van dit instrument (onderzoeksvoorstel voor 2013). Betrokken onderzoekers: Theo Ingenhoven, Ad Kaasenbrood en Han Berghuis; Joost Hutsebaut en Hilde De Saeger (De Viersprong); , prof. Dr. Liesbeth Eurelings-Bontekoe, Universiteit Leiden. Voortgang: Ontwikkeling van het instrument. Ontwikkeling onderzoeksplan. Twee publicaties, meerdere wetenschappelijke presentaties. Validering Ontwikkelingsprofiel Vragenlijst (OPV) Project vanuit Stichting Ontwikkelingsprofiel in Amsterdam (prof. R.E. Abraham). Op basis van het referentiekader van het Ontwikkelingsprofiel is een zelfrapportage-vragenlijst ontwikkeld over drie hoofddomeinen, de OPV 1.0 (gereed gekomen in zomer 2012). Doel is een screeningsinstrument te ontwikkelen voor klinisch relevante psychodynamische persoonlijkheidsvariabelen t.b.v. diagnostiek en indicatiestelling voor behandeling, en voor het meten van het beloop en uitkomst van de behandeling. In het najaar van 2012 is een start gemaakt met onderzoek naar de betrouwbaarheid, interne consistentie en validiteit van deze vragenlijst. Betrokken organisaties: Stichting Ontwikkelingsprofiel (RE Abraham), Pro Persona (T. Ingenhoven), Arkin (R. Van) en Erasmus Universiteit Rotterdam (M. Polak).
14
Inmiddels is gestart om de OPV in verschillende populaties af te nemen t.b.v. onderzoek naar betrouwbaarheid en validiteit. Per 1-1-2013 zal de OPV bij alle cliënten in de intake van het Centrum voor Psychotherapie afgenomen worden (in het kader van het CvP-MATCHPLUS onderzoeksproject). Psychological Mindedness assessment in personality disorders: predicting the course and outcome in psychotherapeutic treatment. Onderzocht wordt de betrouwbaarheid en (predictieve) validiteit van de Psychological Mindedness Assessment procedure (PMAP). Promotietraject van drs. Jaap Segaar, klinisch psycholoog Zwaluw & Enk, GGzCentraal. Promotoren: Prof.Dr. J. Dekker VU-Amsterdam (Promotor) , Prof. Dr. W. van den Brink, UVA, Dr. T. Ingenhoven, Co-promotor) en Dr. R. Timman, Erasmus Universiteit Rotterdam. Dataverzameling voltooid in 2012; start analyses en schrijven artikelen. Borderline of schizotypisch: overeenkomsten en verschillen tussen een beschrijvende diagnose en dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek. Onderzocht wordt de betekenis van psychodynamische persoonlijkheidsdiagnostiek (middels het Ontwikkelingsprofiel) bij patiënten met een schizotypische of borderline persoonlijkheidsstoornis. Extern project vanuit GGzCentraal en Rivierduinen, Centrum Persoonlijkheidsstoornissen Jelgersma. Betrokken onderzoekers en organisaties: T. Ingenhoven, L. van Riel, GGzCentraal en M. Nijs , Rivierduinen. Status: Onderzoeksvoorstel is goedgekeurd (september 2012), dataverzameling is gestart, Ontwikkelingsprofielen worden afgenomen en gescoord. Twee –publicaties. ADHD en persoonlijkheidsstoornissen Project in Centrum voor Psychotherapie Pro Persona, Lunteren. Onderzocht wordt de specificiteit en sensitiviteit van screeningsvragenlijsten voor ADD en ADHD ten opzichte van een gestandaardiseerd interview (DIVA) binnen een patiëntenpopulatie die in behandeling komt in (dag)klinische psychotherapie voor persoonlijkheidsstoornissen. Voortgang: Voorbereiding, er ligt een onderzoeksplan klaar. Voornemen is te starten zodra hiervoor een opleideling (aios, GIOS) is gevonden. Betrokken onderzoekers vanuit Pro Persona: Nicole Pluim, Theo Ingenhoven. Dropping out in (dag)klinische psychotherapie Onderzocht wordt welke patiëntvariabelen bepalend zijn bij dropping out. Dataverzameling voor dit pilot onderzoek loopt. Vervolg onderzoek zal in 2013 opgenomen worden in de nieuwe CvPMATCHPLUS onderzoekslijn. Betreft een project vanuit Pro Persona Centrum voor Psychotherapie (CVP; Theo Ingenhoven) i.s.m. Zaans Medisch Centrum en UVA (Anna Bartak). Farmacotherapie persoonlijkheidsstoornissen Door middel van meta-analyses wordt een bijdrage geleverd aan de totstandkoming en bijstelling van behandelalgoritmes voor behandelrichtlijnen voor persoonlijkheidsstoornissen, in het bijzonder de borderline persoonlijkheidsstoornis. Bovendien wordt onderzocht of middels een e-health-project meer eenduidigheid over de wijze waarop en met welke instrumenten de effecten van farmacotherapie het beste gemonitord kunnen worden in de algemene behandelpraktijk. Onderzocht wordt tevens of de methodiek van Shared Decision Making geschikt is voor het farmacotherapiespreekuur met borderline patiënten. Betrokken onderzoekers: Theo Ingenhoven, dr. H. Duivenvoorden, Erasmus Universiteit, prof. dr. W. van den Brink, Universiteit van Amsterdam, H. Du Mortier , GGzCentraal. Voortgang : Lopend project. Enkele meta-analyses zijn reeds uitgevoerd en gepubliceerd. Een aanvullende meta-analyse naar het differentiële effect van placebo wordt momenteel uitgevoerd. Het monitoring project is nog in aanzet. Publicatie is in voorbereiding betreffende Shared Decision Making bij farmacotherapie bij borderlinepatiënten (in MGV). Wetenschappelijke voordrachten staan gepland voor het Voorjaarscongres NVvP in Maastricht (april 2013), de APA in San Francisco (mei 2013) en het ISSPD-congres in Kopenhagen (september 2013).
15
3.3
Overzichtstabel EPA
Naam onderzoeker
Onderzoeks uren p.w.
Onderwerp
Context, betrokkenen
Wies van den Bosch
4
Persoonlijkheids stoornissen
Marguerite Elfrink
4
Psychose
Harm Gijsman
8
Psychose
Hoofd ZP Psychosen A-opleider
Theo Ingenhoven
10
Persoonlijkheids stoornissen
Ad Kaasenbrood
4
Persoonlijkheids stoornissen
Wubbo Scholte
8
Persoonlijkheids stoornissen
Hoofd ZP Persoonlijkheidsstoornissen; Promotie onderzoek
Marc Lochmann van Bennekom
5
Psychose, polyfarmacie
Hoofd ZP Bipolaire stoornissen
Bijzonder heden
Promotie 26-02-13
16
4.
Onderzoekslijn comorbidity
Het onderzoek dat in deze lijn bijeen wordt gebracht betreft problematiek rondom de comorbiditeit van psychische en lichamelijke aandoeningen (hoofd Zorgprogramma Somatoforme stoornissen is dr. Sako Visser), alsmede psychiatrische problematiek bij ouderen. Promotie trajecten: Klaas Arts, Carolien Benraad, Peter Hilderink, Radboud Marijnissen.
4.1
Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
Gedragsneurologische aspecten van hersenletsel en degeneratieve aandoeningen Dit bestaat uit diverse deelprojecten. Betrokken onderzoekers: Klaas Arts, Fridus van de Weijden, A Schut en Ad Nouws , allen Pro Persona. Voortgang in het afgelopen jaar : 2 publicaties , 10 presentaties De symptomatologie van het syndroom van Wernicke-Korsakov (promotieonderzoek Klaas Arts). Betrokken onderzoekers: Sako Visser, A. Wester ( Venray). Is in 2012 opgestart.
4.2
Ouderen
Geriatrische syndromen binnen de Ouderenpsychiatrie (promotie onderzoek) Welke geriatrische syndromen doen zich voor binnen de ouderenpsychiatrie en welke gevolgen heeft dat voor de prognose van deze aandoeningen? Het gaat over de volgende aandoeningen: somatoforme stoornissen, depressie en cognitieve stoornissen. Promovendus: Carolien Benraad. Promotoren: Prof. dr. M. Olde Rikkert, prof dr. Jan Spijker, prof dr. R. Oude Voshaar. Betrokken onderzoekers: Peter Hilderink, Dorine van Driel, Mieke Karlietis, Luc Disselhorst. Voortgang : Artikel over de pilotstudie gepubliceerd, systematische review in voorbereiding, database op orde gebracht. Onverklaarde lichamelijke klachten bij ouderen (Promotietraject) Promovendus: Peter Hilderink. Promotoren: prof. dr. R.C. Oude Voshaar, prof. dr. J.G. Rosmalen, beide UMC Groningen. Andere bij het project betrokken onderzoeker is prof. dr. A.T. Beekman, VU Amsterdam. Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen, per deelstudie wordt voortgang in 2012 gemeld: - pilot onderzoek van onverklaarde lichamelijke klachten (OLK) bij ouderen op poli Mentalis, over resultaten gepubliceerd in 2 artikelen waarvan laatste in 2012 - Literatuurstudie naar prevalenties van OLK bij ouderen: review artikel gepubliceerd - Onderzoek naar de relatie tussen pijn en depressie bij ouderen aan de hand van beschikbaar gestelde data van het Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) . Major revision van artikel, waarvoor data op een andere wijze moest worden geanalyseerd. Succesvol, artikel is gepubliceerd. Daarnaast verdere dataverzameling op Mentalis, vragenlijst PHQ laten invullen door alle patiënten en controlepopulatie. Gegevens zijn in het afgelopen jaar verwerkt in een SPSS database, analyse moet nog volgen. - Onderzoek aan de hand van Gronings bevolkingscohort (PREVEND studie) naar de invloed van medisch onverklaarde klachten op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Betreft een vergelijking tussen medisch verklaarde- en onverklaarde klachten en onderzoek naar de effecten van ouderdom. Start gemaakt met verzamelen en analyseren van data uit de PREVEND (Prevention of Renal and Vascular Endstage Disease) studie.
17
Obesity, Metabolic Syndrome, Atherosclerose and Late Life Depressive Symptom clusters (promotieonderzoek) Promovendus: Radboud M. Marijnissen. Promotoren: Prof. Dr. R. Oude Voshaar, Prof. Dr. R. Schoevers; beide UMCG /RUG. Voortgang in het afgelopen jaar : -Er heeft revisie plaatsgevonden van een artikel met definitieve acceptatie voor tijdschrift American Journal of Geriatric Psychiatry (publicatie volgt in 2013). -Analyse van NBSdata mbt associatie metabool syndroom en late life depressive symptoomclusters en de rol die adiponectine daarin speelt. Eerste concept manuscript is geschreven, ligt bij andere auteurs en zal in eerste kwartaal van 2013 gesubmit worden -Analyse heeft plaatsgevonden en afgerond van NESDO data mbt associatie obesity en late life depressive symptoomclusters en de rol die NGAL daarin speelt. - 2 presentaties gehouden Vitamine D deficiëntie bij oudere psychiatrische patiënten Betrokken onderzoekers: Radboud M. Marijnissen, W.J. Derks, B. Gaasbeek, S Stalpers, R.C. Oude Voshaar. Voortgang : Artikel geschreven dat inmiddels is geaccepteerd voor publicatie in 2013. Afgerond project, geen vervolg. Vitamine D deficiëntie en depressie bij ouderen Betrokken onderzoekers: Radboud M. Marijnissen, W.J. Derks, R.C. Oude Voshaar, R. Schoevers, H. Comijs. Voortgang : Analyse data van NESDO. Eindreferaat van W. J. Derks, in kader opleiding tot psychiater (November 2012). Mede auteur artikel, in voorbereiding, publicatie zal volgen in 2013. Incidentaloom bij ouderen Betrokken onderzoekers: Radboud M. Marijnissen, M. van Woelderen, S. Stalpers-Konijnenburg, R.C. Oude Voshaar. Voortgang: in het afgelopen jaar artikel ingediend bij Tijdschrift voor Psychiatrie, gereviseerd en ligt daar nu voor review, 2 presentaties. Valproinezuur bij ouderen Betrokken onderzoekers: Radboud M. Marijnissen, M. Luyten, S.C. Stalpers. Voortgang : Literatuurstudie verricht, acceptatie presentatie op geriatriedagen februari 2013.
18
4.3
Overzicht betrokkenen onderzoekslijn Comorbiditeit
Naam onderzoeker Klaas Arts
onderzoeks u. p.w. 8
Onderwerp
Context, betrokkenen
Bijzonderheden
Neuropsychiatrie, Korsakov , NAH
MCZ Wolfheze , m.n. Winkler, Thalamus
Onderdeel streven topklinische GGZ
Promotie onderzoek Carolien Benraad Peter Hilderink
Opleider klinische geriatrie
8
Ouderen
Promotie onderzoek Hoofd ZP Ouderen
6
Ouderen
Mentalis Promotie onderzoek
OPUS studie; Ook LASA data
Radboud Marijnissen
6
Ouderen
Promotie onderzoek
Ook LASA data
Sako Visser
4
Comorbiditeit
Hoofd ZP Somatoforme stoornissen
+ 4 u. hoogleraar Gezondheidszorg psychologie UvA
19
5.
Onderzoekslijn health services research
In deze lijn zijn overkoepelende onderzoeksprojecten bijeengebracht, die gericht zijn op de zorgpraktijk maar niet gebonden zijn aan een specifiek zorgprogramma. Deze lijn is gekoppeld aan de leerstoel Geestelijke Gezondheidszorg, van prof.dr. Giel Hutschemaekers. Promotie traject: Patricia Mann.
5.1
ROM
Analyseren ROM data van de verschillende zorgprogramma’s Data van de eerste 2,5 jaar ROM data van Overwaal worden geanalyseerd. Betrokken onderzoekers: Gert-Jan Hendriks, Mirjam Kampman, Bea Tiemens, Margot Kloos (en de hoofden van de zorgprogramma’s). Voortgang in het afgelopen jaar : Voorbereidend werk. Karakteristieken van cliënten die zich aanmelden voor (kortdurende) behandeling met normale scores op klachten en/of functioneren Sinds er systematisch wordt gemeten bij cliënten van Indigo blijkt dat gemiddeld 20 procent van de cliënten in behandeling komt met een normale startscore op de Outcome Questionnair (OQ45.2). In dit onderzoek kijken we naar karakteristieken van deze groep cliënten. Het is van belang te weten wat deze groep cliënten onderscheidt en waarom zij zich aanmelden voor geestelijke gezondheidszorg. Met deze informatie kan blijken of de geboden zorg (kosten-)effectief is. Betrokken onderzoekers: Margot Kloos, Bea Tiemens en Giel Hutschemaekers. Voortgang : Data uit ROM-applicaties verzameld, bewerkt en gekoppeld aan achtergrondvariabelen uit X/M Care, zoals aanmeldklacht, diagnose en behandelduur. Uitvoeren van diverse statistische analyses met SPSS. Start met schrijven van inleiding voor Engelstalig artikel in wetenschappelijk tijdschrift. Onderzoek naar non-respons, definitie en voorspelling Samen met de speerpuntcoördinatoren Mirjam Kampman en Erik Bulten is een model opgesteld met daarin een aantal onderzoeksvragen. Er zijn eerste stappen gezet voor de onderzoeksvragen ‘wat is non respons?’ en ‘kunnen we non respons bij de start van de behandeling of op een moment tijdens de behandeling voorspellen?’ Er is overleg geweest met vier programmahoofden over de vraag: Wat is non-respons en op welk moment? Er zijn grove definities afgesproken. Hiermee zijn eerste analyses uitgevoerd op de ROM-data van ZP Angst en ZP Stemming. Eerste resultaten besproken. Er is een pilot uitgevoerd met het Alan Turing instituut met Indigo-data. In deze pilot zijn modellen ontwikkeld voor het voorspellen van non-respons en in het bijzonder van verwijzing naar de specialistische zorg. Betrokken onderzoekers: Margot Kloos, Mirjam Kampman en Bea Tiemens. Effecten van invoering splitsing generalistische/specialistische zorg Betrokken onderzoekers: Piet van der Zandt, Bea Tiemens, Giel Hutschemaekers. Voortgang in het afgelopen jaar : Analyse ROM gegevens en cliëntstromen: kan ROM (begin/-tussenmeting) voorspellen wanneer generalistische behandeling onvoldoende is en “step up” naar specialistische zorg nodig is? -stand van zaken: eerste resultaten, maar dataset nog te klein. Analyse cliëntstromen, verschuivingen in diagnosegroepen en effecten op behandelduur en behandelintensiteit. -stand van zaken: Dataset Pre / Post invoering generalistische zorg binnen Pro Persona Noord gereed. Eerste analyses gedaan. Opzet voor artikel. ROM feedback in de behandeling. Er is evidentie dat het geven van feedback over de voortgang van behandeling bijdraagt aan het behandelresultaat. Er worden echter belangrijke verschillen gevonden in toegevoegde waarde. Onduidelijk is nog wat van belang is bij het geven van feedback wat betreft timing, instructie, wijze van aanbieden, vaardigheden en visie van therapeut e.d. Betrokken onderzoekers: Piet van der Zandt, Bea Tiemens, Giel Hutschemaekers. Voortgang : literatuurstudie naar werkzaamheid van ROM feedback en toegevoegde waarde van “clinical support tools” .
20
Positieve uitkomsten in ROM Naast klachtreductie zijn er ook andere relevante uitkomsten van behandeling in de GGZ, zoals toename van welbevinden, veerkracht en empowerment. In de huidige ROM is daarvoor weinig aandacht. Betrokken onderzoekers: Annet Smit, Giel Hutschemaekers, dr. Sanne Lamers (Universiteit Twente). Voortgang in het afgelopen jaar : Literatuurstudie, selectie instrumenten , voorbereiding pilot, eerste versies artikel en hoofdstuk voor boek, te verschijnen in 2013.
5.2
Dwang en Drang
Beneath the surface: changes in professionals attitudes towards the use of seclusion (promotie onderzoek). Onderzoek naar attitudes, besluitvorming en daadwerkelijk gebruik van separatie door verpleegkundigen en andere professionals in de klinische zorg. Promovendus: Patricia Mann. Promotor: prof.dr. Giel Hutschemaekers, co promotor: dr. Annet Smit. Voortgang in het afgelopen jaar : 2de artikel gepubliceerd, een 3de in revisie , data analyses gedaan. Het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen (Argus registratie). Het verzamelen en analyseren Argus data Pro Persona en andere GGZ instellingen. Betreft naast interne rapportages en terugkoppeling uitkomsten naar afdelingen diverse andere projecten, met name in context van het promotieonderzoek Wim Janssen (promotiedatum 10 december 2012), landelijke casusregister Dwang en Drang, en het benchmark rapport 2012 voor GGz Nederland. Namen betrokken onderzoekers: Annet Smit, dr. Eric Noorthoorn, dr. W. Janssen, beide GGNet; prof. dr. G. Widdershoven (VU) , prof. dr. H.Nijman (RU, Altrecht GGZ) , prof.dr. N. Mulder(Erasmus Universiteit) Voortgang: co-auteur publicatie dr. W.J. Janssen en benchmark rapport 5 jaar Argus, data analyses uitgevoerd voor 2 artikelen, waarvan 1 in revisie.
5.3
Implementatie richtlijnen
Over denken en doen bij depressieprotocollen Onderzoek naar indicatiestelling en opvattingen van hulpverleners over protocollaire CGT behandeling van depressie in de GGz praktijk. Onderzoek uitgevoerd door drs. Anne ten Veen, in kader van opleiding tot Klinisch Psycholoog, begeleiding door Annet Smit. Voortgang in het afgelopen jaar : Afgerond. Artikel ingediend bij Tijdschrift voor Gedragstherapie.
21
5. 4 Overzicht betrokkenen onderzoekslijn HRS Naam onderzoeker
onderwerp
Context, betrokkenen
12
HSR
Hoogleraar Geestelijke Gezondheidszorg
Margot Kloos
4
ROM
Patricia Mann
36
Dwang en Drang
Annet Smit
32
Argus, ROM
Kirsten van Steenbergen
20
EPA, comorbiditeit
Speerpuntcoördinator cure
Bea Tiemens
12
ROM
Speerpuntcoordinator zorgmonitoren
Giel Hutschemaekers
Piet van de Zandt
Onderzoeks u. p w
4
ROM Generalistisch specialistisch
Promotie onderzoek
Bijzonderheden
Zwangerschapsverlof v.a. oktober 2012
Hoofd ZP Toegang
22
BIJLAGE 1
Jaarlijkse inventarisatie voortgang onderzoek Pro Persona, 2012 Aan onderzoekers die hiervoor in tijd gefaciliteerd worden door Pro Persona, worden jaarlijks een aantal vragen voorgelegd, te beantwoorden voor elk van de onderzoeksprojecten die door de betreffende onderzoeker in Pro Persona-tijd worden uitgevoerd. U wordt vriendelijk verzocht onderstaande vragen te beantwoorden. Stuur s.v.p. mogelijk relevante documenten (onderzoeksplan, voortgangsverslag enz.) mee. Naam onderzoeker: ………………………. Werkzaam als/bij (functie/afdeling/locatie): …………………………… Aantal vrijgestelde uren voor onderzoek: …………
Naam project 1: ………………………………….…………………………………. Korte omschrijving van de aard van het onderzoek: …………………………………………………………. Namen van eventuele andere bij het project betrokken onderzoekers: …………………………… Voortgang in het afgelopen jaar : (geef kort aan welke stappen in het onderzoek zijn gezet): ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Publicaties (artikelen/hoofdstukken/boeken) en relevante wetenschappelijke presentaties met vermelding van datum, plaats, en setting : NB: s.v.p. aanleveren in APA-format, z.o.z. voor voorbeeld) ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Voornemens voor het komende jaar : (geef in het kort aan welke stappen zijn voorgenomen en de te bereiken resultaten): …………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Naam project 2: ………………………………….…………………………………. Korte omschrijving van de aard van het onderzoek: ………………………………………………………… Namen van eventuele andere bij het project betrokken onderzoekers: …………………………… Voortgang in het afgelopen jaar : (geef kort aan welke stappen in het onderzoek zijn gezet): ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Publicaties (artikelen/hoofdstukken/boeken) en relevante wetenschappelijke presentaties met vermelding van datum, plaats, en setting : NB: s.v.p. aanleveren in APA-format, z.o.z. voor voorbeeld. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Voornemens voor het komende jaar : (geef in het kort aan welke stappen zijn voorgenomen en de te bereiken resultaten): …………………………………………………………………………………………………………………………………………………
23