Rapport Dedemsvaart LLL Online Sybren Bouwsma en Leo Verkaik
april
2013
1
VOORWOORD Voor u ligt de rapportage van een serie focusgroepgesprekken die vanuit het project LLL Online Dedemsvaart zijn gehouden. Wij willen op deze plaats de gemeente Hardenberg bedanken voor het verstrekken van de opdracht voor het doen van dit onderzoek. We hebben met veel plezier het vooronderzoek gedaan, vervolgens leiding gegeven aan de bijeenkomsten met focusgroepen en daarna de verslaglegging gedaan. Later dit jaar en ook volgend jaar verzorgen wij nog een onderzoek voor het project LLL Online. Wij kijken ernaar uit mee te werken aan de vervolgstappen. Sybren Bouwsma en Leo Verkaik april 2013
2
INHODSOPGAVE Voorwoord ....................................................................................................................................................... 2 Inleiding en leeswijzer....................................................................................................................................... 4 Leeswijzer..................................................................................................................................................... 4 1. Onderzoeksverantwoording en respons ........................................................................................................ 5 1.1 Onderzoeksvragen .................................................................................................................................. 5 1.2. Vooronderzoek ...................................................................................................................................... 5 1.3 Focusgroepen ......................................................................................................................................... 6 1.4 Respondenten ........................................................................................................................................ 7 2. ICT, sociale media en domoticagebruik nu ..................................................................................................... 8 2.1 Voorkeur voor een medium .................................................................................................................... 8 2.2 huidig Computergebruik ......................................................................................................................... 8 Mantelzorg en huidig computergebruik .................................................................................................. 10 2.3 Telefoongebruik .................................................................................................................................... 11 Mantelzorg en telefoongebruik............................................................................................................... 12 2.4 Domotica .............................................................................................................................................. 12 Mantelzorg en domotica......................................................................................................................... 13 3. Zelfredzaamheid ......................................................................................................................................... 15 Mantelzorgers en zelfredzaamheid ......................................................................................................... 16 4. Wensen aan hulpmiddelen en technologie .................................................................................................. 18 4.1 Computer en ICT ................................................................................................................................... 18 4.2 Domotica .............................................................................................................................................. 19 4.3 Overig ................................................................................................................................................... 21 5. Onder de aandacht brengen van ICT en domotica........................................................................................ 22 Conclusies en aanbevelingen .......................................................................................................................... 24 Conclusies .................................................................................................................................................. 24 Aanbevelingen ............................................................................................................................................ 26 Vervolgstappen in het project LLL Online ........................................................................................................ 28 Bijlage Draaiboek iAge focusgroepen .............................................................................................................. 29
3
INLEIDING EN LEESWIJZER De gemeente Hardenberg neemt deel aan het Northsea Interreg Programma iAge met het project Life Long Living Online (LLL Online) in Dedemsvaart. Doel van dit project is om ouderen uit Dedemsvaart door middel van ICT, domotica en sociale media op maat te ondersteunen en de contacten met de sociale omgeving te versterken. Een belangrijk onderdeel van het project LLL Online is een behoeftenonderzoek naar het gebruik van ICT, domotica en sociale media onder 75-plussers uit Dedemsvaart en hun mantelzorgers. Het behoeftenonderzoek kan een route en tijdpad opleveren voor het ontwikkelen van ICT- en domoticadiensten in Dedemsvaart die aansluiten bij de wensen van ouderen en hun mantelzorgers en ook bij het zorg- en welzijnsaanbod. Het behoeftenonderzoek is gedaan met behulp van focusgroepen. Deze rapportage is daarvan het verslag. LEESWIJZER De hoofdstukindeling van de rapportage is als volgt: ●
Hoofdstuk 1: Onderzoeksverantwoording en respons
●
Hoofdstuk 2: ICT, sociale media en domoticagebruik nu
●
Hoofdstuk 3: Zelfredzaamheid
●
Hoofdstuk 4: Wensen aan hulpmiddelen en technologie
●
Hoofdstuk 5: Onder de aandacht brengen ICT en Domotica
●
Conclusies en aanbevelingen
●
Vervolgstappen in het project LLL Online
●
Bijlage met draaiboek Focusgroepen iAge
In het volgende hoofdstuk wordt eerst kort ingegaan op de opzet van de focusgroepen en op de respons. De vier daaropvolgende hoofdstukken gaan inhoudelijk in op de belangrijkste uitkomsten van de focusgroepen: het huidige computer- en domoticagebruik, de zelfredzaamheid van ouderen in Dedemsvaart, de wensen en behoeften aan technologische hulpmiddelen en de ideeën voor het werven en bereiken van ouderen in Dedemsvaart. In deze vier hoofdstukken wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de letterlijke uitspraken van respondenten. De letterlijke uitspraken zijn schuingedrukt. Naast de uitspraken van ouderen wordt er ook aandacht besteed aan de visie van mantelzorgers. Met hen is een aparte focusgroep bijeenkomst belegd. In sub-hoofdstukken wordt aan de mening en ideeën van mantelzorgers aandacht besteed. Tenslotte volgt een hoofdstuk met conclusies en aanbevelingen en een stappenplan voor de voortgang van het project. In de bijlage staat het draaiboek van iAge zoals dat tijdens de focusgroepen is gebruikt.
4
1. ONDERZOEKSVERANTW OORDING EN RESPONS 1.1 ONDERZOEKSVRAGEN In het onderzoek heeft de volgende hoofdvraag centraal gestaan: Hoe kan langer zelfstandig wonen van ouderen in Dedemsvaart gestimuleerd worden door middel van ICT en domotica? Om de hoofdvraag te beantwoorden zijn de volgende subvragen geformuleerd: 1
Wat is het huidige gebruik van ICT en domotica door ouderen in Dedemsvaart?
2
Hoe zelfredzaam zijn ouderen in Dedemsvaart?
3
Welke wensen en behoeften aan ICT en domotica zijn er om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen?
4
Hoe kunnen de onderwerpen ICT en domotica bij ouderen in Dedemsvaart (beter) onder de aandacht gebracht worden?
In de conclusies (hoofdstuk 6) wordt ingegaan op de beantwoording van de hoofdvraag en de subvragen. Rol van de mantelzorger Een extra aandachtspunt in dit onderzoek is de rol van de mantelzorger bij het langer zelfstandig wonen en het gebruik van ICT en domotica. De verwachting is dat de belasting van de mantelzorg zal afnemen als de zelfredzaamheid van de oudere toeneemt. In de hoofdstukken en bij de beantwoording van onderzoeksvragen is aandacht geschonken aan de rol van de mantelzorger. 1.2. VOORONDERZOEK Er heeft een vooronderzoek plaatsgevonden waarin twee vragen centraal stonden: 1
Welke cijfers zijn er landelijk en regionaal bekend over de mate van gebruik van ICT, domotica en sociale media door ouderen?
2
Wat is in Dedemsvaart het aanbod op het terrein van ICT, domotica en sociale media?
Voor de eerste vraag zijn landelijke en regionale gegevens verzameld die gaan over het gebruik van ICT, domotica en sociale media. Daarbij is ook gekeken naar een mogelijke relatie met leeftijd, geslacht en opleiding. Voor de tweede vraag is een vragenlijst uitgezet onder de bij het project betrokken organisaties. De uitkomsten van het vooronderzoek zijn in een apart verslag1 weergegeven.
1
Vooronderzoek LLL Online, S.Bouwsma, Arcon, februari 2013
5
1.3 FOCUSGROEPEN Het onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van focusgroepen. De kern van een focusgroep is dat de informatie bij de doelgroep zelf wordt ingewonnen door een groepsdiscussie. Idealiter zes tot tien mensen voeren een gesprek naar aanleiding van een vraag over zorg- en dienstverlening op een bepaald gebied. De gespreksleider zorgt ervoor dat de deelnemers gefocust blijven op het onderwerp. Als leidraad bij de focusgroepen is een draaiboek iAge van het Trimbos Instituut gebruikt dat door Arcon voor deze bijeenkomsten aangepast is (zie bijlage). Er hebben in het onderzoek in totaal zes focusgroepen plaatsgevonden. Vijf focusgroepen zijn gehouden met ouderen van 75 jaar en ouder uit Dedemsvaart en er is één focusgroep gehouden met mantelzorgers. Vier van de vijf focusgroepen met ouderen zijn door verschillende organisaties in Dedemsvaart georganiseerd: huisartsen, Carinova, de Stuw en de gemeente. Voor deze bijeenkomsten zijn cliënten of gebruikers van deze organisaties benaderd. De gemeente heeft voor haar bijeenkomst Wmocliënten uitgenodigd. In de eerste vier bijeenkomsten is aan de respondenten gevraagd of zij een mantelzorger hadden die belangstelling had om deel te nemen aan een focusgroep met mantelzorgers. Met deze groep heeft de vijfde focusgroep plaatsgevonden. Deelnemers aan de zesde bijeenkomst, met belangstellende ouderen, zijn geworven door middel van een oproep in de lokale krant ‘De toren’. Informatieverzadiging De bedoeling van een focusgroep is dat na een aantal bijeenkomsten, met steeds nieuwe deelnemers, de gesprekken geen nieuwe informatie meer opleveren. Bij een aantal onderwerpen die in de focusgroepen naar voren zijn gekomen trad deze ‘informatieverzadiging’ op. Dat geldt in ieder geval voor het huidige gebruik van ICT en domotica. Bij het onderwerp zelfredzaamheid kwamen afhankelijk van de samenstelling van de groep tot op het laatst nog wel nieuwe onderwerpen naar voren, bijvoorbeeld de veiligheid en mobiliteit. Bij de wensen en behoeften aan ICT- en domoticadiensten kwamen ook vaak dezelfde onderwerpen terug. Het viel daarbij op dat er steeds nieuwe behoeften en wensen naar voren kwamen nadat er een praktisch voorbeeld was getoond. In de gesprekken zijn in ieder geval voldoende mensen gesproken om de hoofd- en subvragen te beantwoorden.
6
1.4 RESPONDENTEN Aantal, leeftijd en geslacht Aan de groepsgesprekken met ouderen hebben in totaal 34 mensen deelgenomen, Het aantal deelnemers per bijeenkomst varieerde van 3 tot 17 deelnemers. Focusgroep Huisartsen Carinova De Stuw Gemeente Uitnodiging krant Totaal
Aantal deelnemers 3 4 17 4 6 34
Man 1 2 8 2 2 15
Vrouw 2 2 9 2 3 19
De leeftijd bij die gesprekken lag tussen 69 en 87 jaar. Gemiddeld lag de leeftijd iets boven de 78 jaar. Er hebben iets meer vrouwen dan mannen aan de gesprekken met ouderen deelgenomen: 15 mannen en 19 vrouwen. Bijeenkomst met de mantelzorger Aan de bijeenkomst met mantelzorgers hebben vijf mensen deelgenomen, waarvan drie vrouwen en twee mannen. Van mantelzorgers is de leeftijd niet gevraagd, wel is gevraagd wat de relatie is met de zorgvrager en wat ze voor hen doen. Drie mensen zijn familie van een zorgvrager (schoonzoon en twee (schoon)dochters), één vrouw zorgt voor haar man. Een man is buurman van iemand die veel zorg nodig heeft. De totale deelname aan de focusgroepen is 39 deelnemers. Eén respondent heeft zowel aan de focusgroep bij Carinova als aan de focusgroep met mantelzorgers deelgenomen.
7
2. ICT, SOCIALE MEDIA EN DOMOTICAGEBRUIK NU 2.1 VOORKEUR VOOR EEN MEDIUM Aan iedere deelnemer aan de focusgroepen is aan het begin de vraag gesteld naar de voorkeur voor een bepaald medium met een keuze uit radio, telefoon, computer of iPad. De meeste ouderen geven de voorkeur aan de telefoon, die wordt door een aantal ouderen zelfs als een eerste levensbehoefte gezien. Vervolgens wordt de televisie het vaakst genoemd. Ongeveer een kwart noemt de computer als voorkeursmedium. Radio wordt in een enkel geval genoemd. De voorkeur voor een tablet/iPad is (aan het begin) in de groepsgesprekken door niemand uitgesproken. Het bleek ook dat een aantal ouderen nog onbekend is met dit medium. 2.2 HUIDIG COMPUTERGEBRUIK Gebruik Meer dan de helft van de respondenten maakt wel eens gebruik van de computer, de computer wordt in bijna alle gevallen thuis gebruikt. Voor enkele ouderen speelt een belangrijk deel van het leven zich online af. De computer wordt dan gebruikt voor bankzaken, om contacten te onderhouden, voor spelletjes, en vaak ook voor vrijwilligerswerk: Ik heb veel muziekcontacten via de computer, dat zijn mijn vrienden geworden. Met hen onderhoud ik veel contacten via e-mail. Ik werk ook aan een programma voor de bibliotheek, om de bibliotheek op orde te brengen. Soms moet ik daarvoor naar Arnhem, maar veel werk doe ik vanuit huis. Ik gebruik hem dagelijks, het is mijn werk! Ik gebruik hem voor internetbankieren, dan hoef ik de deur niet meer uit. Ik vind het ook heel praktisch voor e-mail, je kunt direct reageren. Ik zit in drie groepen, onder andere een literatuurclub. Ik speel ook wel eens een spelletje. Ben ook penningmeester van een vereniging van eigenaren geweest, daarvoor heb ik een cursus Excel gevolgd. Als je nog een beetje aan het sociale leven deel wilt nemen, dan moet je wel van de computer gebruik kunnen maken. Ik begon ermee op mijn 60 ste. Het is ook heel leuk om PowerPoints te gebruiken. Een deel van de ouderen gebruikt de computer vooral functioneel, daarbij gaat het vooral om telebankieren en financiële administratie: Ik doe aan internetbankieren en doe ook de financiële administratie voor het bedrijf van mijn zoon. Maar ik ga niet zomaar even de computer opstarten om lekker te gaan surfen. Ik ben bang om de computer te verstoren die ik zakelijk gebruik. Maar het is een geweldig hulpmiddel voor praktische zaken. De frequentie van computergebruik is wisselend. Bij de meeste gebruikers gaat het om één of enkele keren per week.
8
Sociale contacten via de computer De computer wordt veel gebruikt voor contacten, vooral via e-mail en in enkele gevallen via skype. Email wordt veel gebruik voor contacten met familie en met verenigingen. Ook worden er regelmatig foto’s via e-mail uitgewisseld. Bij Skype gaat het om contacten met familie die veraf woont. Een moeder met een dochter in Australië geeft bijvoorbeeld aan: Ik heb iedere dag contact met mijn dochter in Australië. Rond etenstijd vraagt ze dan vaak: ‘Mam, wat heb je vandaag in de pan zitten’ en dan laat haar in pan kijken! Contact via skype wordt dan ook deels als ‘echt’ contact gezien, meer nog dan de telefoon. Een respondent die net oma geworden is, zegt daarover: Jammer dat je hem [de kleinzoon] niet kunt knuffelen, maar het is echt contact. Een aantal ouderen kent skype of beeldbellen nog niet aan het begin van de groepsbijeenkomst, maar raken gaandeweg enthousiast als er tijdens het gesprek door anderen over verteld wordt: Lijkt me mooi om te Skypen, alsof je bij elkaar op bezoek bent! Sociale media (Twitter, Facebook, Hyves) worden door de respondenten nauwelijks gebruikt. Een belangrijke reden is dat men niet alles met de hele wereld wil delen: Ik vind het niet zo nodig dat iedereen weet wat ik uitspook, het is niet nodig dat derden kunnen weten wat ik doe. Er blijkt zelfs enige angst te zijn om van sociale media gebruik te maken. Als je een beetje vertrouwen in de mensheid wil hebben, moet je dat niet gebruiken. Ik houd me daar verre van. Twitter alleen kan misschien wel, als ik wil weten hoe een bepaalde politicus ergens over denkt. Je moet het wel heel selectief gebruiken. Ook de veiligheid van sociale media kan een probleem zijn: Er moet nog veel gedaan worden aan de veiligheid van sociale media. Functioneel gebruik van de computer De computer wordt door veel respondenten functioneel gebruikt, vooral telebankieren wordt daarbij genoemd, en daarnaast opzoeken van informatie op internet. Een belangrijk deel van de ouderen met een computer gebruikt hem daarvoor. Ook de informatiefunctie kwam in de gesprekken terug: Informatie inwinnen via Google als iets je interesseert. Online winkelen gebeurt ook: Je moet wel weten op welke site. Ik koop wel eens speelgoed en dingetjes voor de kinderen via bol.com, dat is een bekende en betrouwbare website. Homeopathische medicijnen bestellen gaat ook online, dat bevalt goed. Terugsturen is soms wel een probleem. Ook voor hobby’s wordt de computer gebruikt: Ik ben bezig een boek te schrijven. Ik schreef wel eens op internet over mijn militaire dienst in Twente, daar heb ik toen veel reacties op gekregen. Spelletjes via de computer Opvallend veel ouderen noemen het spelen van spelletjes als een belangrijke activiteit die op de computer gedaan wordt. Voor een deel van de ouderen is dat zelfs het enige dat op de computer gedaan wordt: Klaverjassen gaat op de computer, verder doe ik weinig activiteiten op de computer. De laatste jaren wil je je niet meer druk maken om de computer te gebruiken. Anderen spelen spelletjes naast andere activiteiten: Na een drukke avond ga ik graag nog een potje kaarten op de computer. 9
Een enkeling kiest er juist heel bewust voor om geen spelletjes te spelen: Ik ben een heel gerichte gebruiker van internet, geen speler van spelletjes. Verslaafd aan de computer Het gebruiken van de computer, vooral het spelen van spelletjes dragen het risico van verslaving in zich. Een mantelzorger zegt daarover: Mijn moeder heeft in het verleden wel een computer gehad, maar was verslaafd aan de computer. Ze kon uren blijven kaarten, ze kwam daardoor in een isolement. Naar buiten gaan werd minder aantrekkelijk. De computer ging toen de deur uit. Daarna is ze weer gaan fietsen en kaarten. Ouderen die veel gebruik van de computer maken kennen de risico’s van verslaving soms ook zelf en zetten de computer bewust boven neer. Een uitspraak daarover: Ik mail, telebankier, tekstverwerk en zoek dingen op Google. Ook mijn vakanties plan en bespreek ik online. Het is een sport om goedkoop vliegtickets te vinden, bijvoorbeeld voor een reis naar Portugal. Maar ik skype ook met mijn familie in Australië, Canada en Portugal, ik vind het wel fijn dat ik ze dan ook echt kan zien. Ik ben ook aan het daten via Relatieplanet. Niet-gebruik van de computer Er zijn verschillende redenen waarom mensen geen gebruik maken van een computer. Veelgenoemd is dat de computer te veel knopjes heeft: Wist niet hoe die aan moest, veel knopjes’. Anderen hebben het wel geprobeerd, maar vinden het te ingewikkeld: ‘lastig te leren, ik vergeet wat ik moet doen’. Sommigen hebben geen vertrouwen in de veiligheid computers ‘virussen, je weet niet waar de informatie terechtkomt’. Veel mensen vinden andere hobby’s of tijdsbestedingen interessanter: Ik wil liever biljarten en TV kijken, er gaat niets boven het echte contact. Of hebben gewoon geen interesse: Kan best oud worden zonder zo’n ding en Ik ben er niet in opgegroeid, als de kinderen langskomen weet je niet wat voor nieuws nu weer in is. Het moet je interesse hebben. Meestal is het een combinatie van andere interesses en niet weten hoe te beginnen: Ik vind het maar niks dat hele computerding. Mijn vrouw heeft er wel een, die speelt vooral spelletjes. Ik ben veel liever buiten. Zou het wel willen leren en heb ook een cursus gevolgd, maar ik wist er niks meer van toen ik weer buiten stond. Een aantal ouderen stoort zich ook aan het veelvuldige gebruik van de computer: Ik erger me soms aan mijn schoonzoon die constant achter de computer zit: als je me een plezier wil doen dan trap je dat ding in elkaar. MANTELZORG EN HUIDIG COMPUTERGEBRUIK Rol bij aanschaf computer Mantelzorgers spelen vaak een rol bij de aanschaf van een computer door ouderen. Die zien wat voor gemak een computer kan brengen. Tijdens het gesprek zei een oudere respondent: Ik ben voor de aanschaf van mijn computer gepusht door de kinderen, een werkt bij de bank, en zei: dat is de toekomst.
10
Regelmatig worden ook computers van familieleden overgenomen, wanneer deze zelf een nieuwe aanschaffen. Een mantelzorger zegt daarover: De computer werd voor ons te traag, maar het is nog een perfect ding voor haar. In het gesprek met mantelzorg kwam een aantal enthousiaste verhalen terug van hun familieleden die in hun focusgroep met de mogelijkheden van een iPad kennis hadden gemaakt. Mijn schoonmoeder zei al: ik wil wel twee iPads. Is toch mooi dat ze daar zelf zo mee kwam? Ook de buren kunnen bij de aanschaf een rol spelen. Zo was er een respondent die een nieuwe televisie wilde en toen op aanraden van haar buurman een televisie met internetverbinding heeft gekocht. Ondersteuning bij het gebruik van de computer Veel mantelzorgers helpen ook bij het gebruiken van de computer en laten nieuwe mogelijkheden zien: Ze vroeg zich af waar de vliegtuigen heengingen, toen heb ik gewezen op Flightradar 24, als je dat in de computer ziet, dan kun je het volgen. Instructies voor computergebruik of hulp komen ook regelmatig van (klein)kinderen: Ik heb een haat-liefdeverhouding met de computer. Wordt razend als die het niet doet, mijn zoon komt wel eens om me te helpen, maar die woont helaas ver weg. Voor sommige ouderen gaan de instructies van hun (klein)kinderen echter te snel. Zij hebben liever ondersteuning in een aangepast tempo en met veel herhaling. Verslaving Het onderwerp verslaving kwam ook in de focusgroep met mantelzorgers ter sprake. Mantelzorgers willen het onderwerp bespreekbaar maken, maar je kunt lastig regels voor het computergebruik gaan opstellen: Eigenlijk zou je daar regels over moeten maken. Je kunt er een tijdslot op zetten, maar als ik dat tegen mijn schoonmoeder zeg is de wereld te klein. 2.3 TELEFOONGEBRUIK Mobiele telefoon voor noodgevallen: Veel ouderen in Dedemsvaart hebben een ‘eenvoudige’ mobiele telefoon die vooral gebruikt wordt voor noodgevallen: Ik neem mijn telefoon vaak mee, maar hij staat niet aan. Ik gebruik hem alleen om zelf mee te bellen. En: Ik heb een mobiele telefoon, maar ik gebruik hem haast niet. Alleen voor de taxi als ik weet dat ik opgehaald wordt. Een enkele oudere heeft een telefoon met een speciale alarmknoop om als het nodig is hulp in te schakelen. Een mantelzorger zegt daarover: Mijn schoonmoeder heeft sinds kort een mobiele telefoon waarbij ze op een druk geholpen wordt. Ze loopt er mee te spelen. Ze worden nu regelmatig ‘loos’ gebeld. Vorige week drukte ze er per ongeluk op en toen werd er direct om hulp gevraagd. Voordelen van smartphones Enkele respondenten hebben een smartphone waar ze vaak gebruik van maken: Ik speel spelletjes op de mobiele telefoon, Wordfeud. Ik bekijk ook het nieuws erop, zo kan ik meelezen met de wereld. En: Ik heb ook een smartphone, ik bekijk mijn transacties en banksaldo en kan per mobiel betalen. Ook gebruik ik hem om snel dingen op te kunnen zoeken. 11
Veel ouderen zijn nog onbekend met smartphones en de mogelijkheden daarvan. Een voorbeeld is de localiseringsfunctie via gps. Een man vertelde het volgende verhaal: Ik heb met een lekke band in het Kolenbrandersbos gestaan, tweeëneenhalf uur. Ik ga nu altijd kijken welke naam er bij het pad staat. Na een korte uitleg over wat je met een telefoon met GPS kunt valt de opmerking: Alleen contact maken met een mobieltje is denk ik niet goed genoeg, ik zou nu wel geholpen zijn met een mobiel met GPS systeem zodat je precies weet waar je bent. Ook op andere plekken wordt het gemak van een mobiele telefoon met internetverbinding gezien: Ik zie het wel bij andere mensen in de trein, waarbij mensen de dienstregeling bekijken, heel handig. Als duidelijk is, of gemaakt wordt, wat je met een mobiele telefoon met internet kunt, is er dus zeker behoefte bij ouderen aan zo’n mobiele telefoon met mogelijkheden. Wel zien ouderen op tegen de kosten en moet deze ‘smartphone’ voor ouderen zo eenvoudig mogelijk te bedienen zijn. Gevolgen voor sociaal contact Mensen merken dat een deel van het persoonlijke contact verloren gaat, als iedereen met de telefoon bezig is: Wat is er nou aan een verjaardag als iedereen achter de mobiele telefoon zit? MANTELZORG EN TELEFOONGEBRUIK Altijd bereikbaar zijn In het gesprek met mantelzorgers komt naar voren dat zij bijna altijd een (mobiele) telefoon meenemen om in geval van nood voor degene voor wie zij zorgen bereikbaar te zijn. Mantelzorgers voelen zich soms schuldig als ze niet bereikbaar zijn. Altijd neem ik een telefoon mee voor contact met mijn moeder. Ik voel me schuldig als ik twee weken op vakantie ga. Voor mantelzorgers is het prettig als buren gebeld kunnen worden als er iets aan de hand is, zodat ze er niet altijd zelf langs hoeven: De buurvrouw heeft de sleutel, het is heel fijn dat ze even kan kijken als er wat is. Het is ook een geruststelling voor de mantelzorger als ze weten dat degene voor wie zij mantelzorger zijn een telefoon bij zich hebben, dus bereikbaar zijn en ook zelf kunnen bellen. Van de andere kant bellen ouderen niet altijd op als er iets aan de hand is, omdat ze de mantelzorger niet willen belasten: Ze lag al heel lang ziek in bed, en toen pas belde ze mij op. Mijn moeder had eerder moeten bellen. Ze moest nu naar het ziekenhuis, terwijl ze anders misschien thuis had kunnen blijven. 2.4 DOMOTICA Bekendheid van domotica Voor veel ouderen is domotica een lastig en onbekend begrip. Een respondent merkt op: Domotica is niet bekend, dus mensen denken: dat is niet voor mij. Na enige uitleg weten mensen wel waar het over gaat, maar er wordt ook gezegd: Simpele dingen als bijvoorbeeld een wandelstok zijn net zo belangrijk als allerlei technische hulpmiddelen.
12
Personenalarmering Ondanks de onbekendheid met de term, maken veel respondenten op dit moment al gebruik van (eenvoudige) vormen van domotica. Het meest genoemd is het personenalarm: Alarm heb ik altijd bij me om de nek, ze zijn er dan altijd binnen vijf minuten, als je op de grond valt zetten ze je zo weer in de stoel en Personenalarmering draag ik thuis altijd onder handbereik vanwege een hartkwaal. Ik kan een aanval krijgen en ben dan niet meer in staat om de telefoon te pakken. Het alarm functioneert niet altijd goed: Alarm heb ik gehad, maar ik kreeg geen verbinding. Er is geen contact geweest van Avondlicht dat het alarm niet werkt. Ook zijn er opmerkingen over wie er bij een alarmering opgeroepen wordt: Alarm werkt, maar niet op de manier zoals het nu gaat. Vroeger kreeg je iemand van Avondlicht, nu familie, dat duurt soms te lang. Er zijn ook ouderen die wel een personenalarm hebben, maar het niet altijd aan hebben staan of meenemen. Lichtsensoren Een andere veelgebruikte vorm van domotica zijn lichtsensoren. Die worden gebruikt voor nachtverlichting naar bijvoorbeeld het toilet. We zoeken het vooral in de wat praktischere zaken, als er een lampje is kan hij het allemaal goed zien, dan helpt het bij voorkomen van slaapwandelen. We hebben kleine insteeklampjes. En het hoeft helemaal niet duur te zijn: Ik heb van Action sensorlampjes die automatisch aan- en uitgaan. Ik heb er een hekel aan als het helemaal donker is. Aangepaste woning Een aantal mensen woont in een huis dat al helemaal aangepast is en waar al technische voorzieningen zijn: We hebben het huis verkocht vanwege de trap en de tuin. We wonen nu in een mooi appartement, erg ruim en aangepast. Er is nu al een heleboel geregeld, als er bij ons wordt gebeld, dan gaat de telefoon over en zie je op de telefoon wie er staat en kan je via de telefoon open doen. Ook zijn er respondenten die vanwege een beperking meerdere aanpassingen in huis hebben: Ik heb een scootmobiel, een traplift, verhoogde toiletten (boven en beneden) en beugels op het toilet. En een ander geeft aan: Ik heb brede deuren in huis, een zitdouche en beugels, geen drempels in huis en de kranen zijn aangepast i.v.m. reuma. Vaak gaat het ook om niet-technische aanpassingen: De deur gaat naar binnen open en we hebben twee aparte bedden die van elkaar geschoven kunnen worden Veel mensen die nog geen aanpassingen in huis hebben geven aan dat ze wel een aanpassing aanvragen als de situatie daar om vraagt: Als ik niet meer kan lopen dan vraag ik een traplift op het moment dat het nodig is. MANTELZORG EN DOMOTI CA Onderdeel van personenalarm Mantelzorgers die dichtbij wonen maken soms deel uit van de groep mensen die ingeschakeld kunnen worden als een oudere op het alarm drukt: Vorige week drukte ze er per ongeluk op en toen werd er direct om hulp gevraagd. Ik kreeg toen eerst een belletje. Mantelzorgers valt wel op dat er
13
van het alarm niet altijd gebruik wordt gemaakt: Ze wil niet te snel op de alarmknop drukken, ze redt zich zelf wel. Aanvragen van voorzieningen Mantelzorgers helpen vaak bij het aanvragen van aangepaste voorzieningen in huis. Soms wordt daarbij veel bureaucratie ervaren: Toegankelijkheid om bepaalde dingen aan te vragen, de bureaucratie die er omheen zit: CIZ duurt zes weken. Deze ervaring heeft echter lang niet iedereen: Ik ken geen problemen met bureaucratie. Beugels in de douche gingen heel makkelijk. Ik dacht ook mee bij de aanschaf van een douchestoel, ook dat ging heel makkelijk. Geen plek in instelling Mantelzorgers zien het zorgaanbod verschralen en vrezen dat als degene voor wie zij zorgen niet meer thuis kan wonen er geen plaats is in een AWBZ instelling. De angst is dat er geen plek meer is, ze kan niet bij ons in komen wonen. Dat gaat niet werken. Wanneer ouderen door middel van technische aanpassingen langer zelfstandig kunnen blijven wonen, kan het deze angst verlichten.
14
3. ZELFREDZAAMHEID Nog niet mee bezig Veel respondenten redden zich nog prima en zijn nog niet bezig met speciale voorzieningen voor het moment dat ze minder zelfredzaam worden. Velen gaan ervan uit dat men zaken wel weet te vinden op het moment dat het nodig is: Ik weet dat er veel bestaat, en weet ook de weg. Ik heb ook al een taxikaart voor geval van nood. Ik denk er wel over na hoe het verder moet, maar je weet niet hoe het gaat. Je wilt zolang mogelijk genieten van de situatie waarin je zit. Je hebt er nog niet mee te maken, dus ik heb het nog niet nodig. Voor het behoud van zelfredzaamheid wordt door ouderen meestal niet direct aan technische oplossingen gedacht: Geen idee hoe techniek daarbij een rol zou kunnen spelen. Ouderen weten dan ook niet altijd wat de (technische) mogelijkheid is op het moment dat er echt iets aan de hand is. Lichamelijke gezondheid en wonen Toch zijn er bij ouderen wel zorgen over de lichamelijke gezondheid in de toekomst: Ik zie op tegen de toenemende lichamelijke zorg. We hebben nog niks nodig, maar hadden allang zover kunnen zijn. Ik moet er niet aan denken dat ik niet meer kan autorijden, of dat ik de nagels van mijn tenen niet meer kan knippen. De wil om thuis te blijven wonen is groot. Mijn ouders hebben altijd zelfstandig gewoond, ik zie hen als voorbeeld. Ik wil het verhuizen zo lang mogelijk uitstellen. Ik hoop zolang mogelijk te blijven wonen waar ik nu woon. Ik heb een grote tuin, als dat te veel wordt wil ik daarvoor extra hulp bij het [Olde]postkantoor inhuren. Ik heb nog geen hulp in huis, maar zou het nemen als ik het nodig heb. Als thuiswonen niet meer kan, zijn er zorgen over de eigen gezondheid, over bezuinigingen in de zorg en over de vraag of er in de toekomst nog plaats is in instellingen voor ouderenzorg. Je moet nu bijna dood zijn voordat je een verzorgingshuis in mag. Je komt er lastiger in. Naarmate je zorgvraag groter wordt, wordt het wel opgeschaald. Je mag er niet meer in, want ze gaan sluiten, dat is de toekomst. Anderen denken dat wel ruimte is in nieuw te bouwen appartementen: Als ik 90 wordt, dan moet ik overal personeel voor hebben, voor de tuin en een traplift. Daar zie ik wel tegenop. Dat zijn de belangrijkste bezwaren. Maar er wordt veel gebouwd hier, dus ik denk dat ik wel ergens terecht kan. En anderen wonen al in een huis waar zorg op afroep beschikbaar is: Ik red me nu goed, op termijn heeft mijn vrouw mogelijk hulp nodig. Ik woon in een zorgflat met hulp van Carinova, en er is ook een goede sociale controle in huis. Sociaal netwerk Voor de zelfredzaamheid is vaak ook het sociale netwerk belangrijk, al wordt dat netwerk vaak kleiner met het stijgen van de leeftijd: Als je ouder wordt vallen contacten weg, maar je hebt wel mensen nodig om je interesses met elkaar te kunnen delen. En: Persoonlijke contacten staan bovenaan. 15
Er wordt voor hulp vaak een beroep gedaan op de kinderen, maar: mijn kinderen wonen heel ver weg, dus ze komen niet zomaar langs. En als ze nog wel in de buurt wonen hebben ze niet altijd de tijd: de kinderen werken, ik zou er niet altijd op terug kunnen vallen. Ook van buren komt hulp. Veel contact met buren aan de overkant: als er eens wat is spreek je elkaar daarop aan. Je vergeet een keer de garagedeur dicht te doen, dan krijg je die avond een telefoontje. En: Ik heb aan beide kanten een buurvrouw met wie ik veel omga, dat is heel belangrijk. We hebben elkaars sleutels, dat geeft een goed gevoel. Mobiliteit Het nog zelfstandig auto kunnen rijden is in Dedemsvaart belangrijk. Men vreest voor het moment waarop dat niet meer zou kunnen. Als dat wegvalt dan heb je niks meer, je hebt hier geen openbaar vervoer. Mogelijkheden met regiovervoer zijn beperkt en duur. En Ik woon buiten het dorp en wil daar blijven wonen zolang ik auto kan blijven rijden. Inbraken en insluipers Recent zijn er veel inbraken geweest in Dedemsvaart. Dat leidt tot gevoelens van onveiligheid, vooral bij alleenstaanden en mensen in het buitengebied. Ik voel me onveilig als ik alleen ben. Het duurt wat langer voor ik bij de deur ben. Dus ik wil een sticker op de deur plakken met ‘pand is beveiligd’ of een nepcamera ophangen. Waarschijnlijk weten veel ouderen weinig over de mogelijkheden om hun huis te beveiligen, en zouden hier graag voorlichting over krijgen. Ik ben bang voor inbraken, net twee maanden geleden is er in een flat in buurt ingebroken. Er zitten nu extra sloten op de deur, ik zet de knip er ook op. Het gevoel van onveiligheid blijft bij veel mensen aanwezig, al zijn er ook mensen die zich niet bang laten maken: Ik woon in het buitengebied, er worden bij mij bloemen uit de tuin gestolen, maar ik blijf er wel wonen Toegankelijkheid Toegankelijkheid van algemene voorzieningen is voor het langer zelfstandig wonen ook van belang. Bijvoorbeeld voor mensen in een rolstoel: in Hardenberg is een gebouw van de Wmo (LOC gebouw) niet goed toegankelijk: de draaideur werkt niet goed, de lift werkt ook niet goed. In Dedemsvaart wordt de Julianastraat genoemd als lastig om over te steken. MANTELZORGERS EN ZEL FREDZAAMHEID Vervoer Vervoer is een belangrijke taak van mantelzorgers, zeker in Dedemsvaart waar weinig openbare vervoersmogelijkheden zijn. Als dit weg zou vallen, zeggen respondenten, kunnen veel ouderen niet meer zelfstandig wonen.
16
Klein groepje Het doen van mantelzorg komt soms op een heel klein groepje mensen neer. Schoonmoeder heeft heel veel kleinkinderen, ze komt uit een gezin van elf. Maar er zijn weinig kleinkinderen die ze kan bellen om te helpen. Soms is de zorg erg zwaar: Vraag is of je het fysiek vol kunt houden, die zorg. Als ik niet meer zou kunnen helpen, wat moet je dan? mijn man valt vaak, als hij valt dan hebben we de kat in de gordijnen. Het is prettig als er naast familie ook buren klaarstaan. Ik ben de jongste schoondochter. Voor mijn moeder zorg ik alleen. Ze hebben wel buren, die staan wel klaar, maar die zijn ook al oud. Winkelbezoek Boodschappen doen mantelzorgers vaak samen met de zorgvrager. Vooral bij slecht weer zijn ouderen hiervan afhankelijk. De mogelijkheid om boodschappen te kunnen doen via internet zou dan handig zijn: Ik heb nooit spullen gekocht via internet, maar als er sneeuw ligt ga ik de weg niet op. Mijn kinderen doen dan boodschappen. Maar het zou wel handig zijn als je zo een bestellijstje in de computer in zou kunnen voeren. Aan de andere kant is ook het sociale contact belangrijk. Ik ga altijd samen met mijn moeder boodschappen doen, ze heeft dan haar wekelijkse rondje, dat is echt de moeite waard. Je bent dat kwijt als je boodschappen via internet bestelt. Toegankelijkheid van zorg De toegang tot zorg is ook iets waar mantelzorgers mee te maken hebben, ze hebben vaak zelf geen plek om mensen op te vangen. Het tempo waarmee ze nu thuiszorg sluiten, dat kan gewoon niet. De hulp moet er wel komen als je het nodig hebt. En: De toegang tot de zorg wordt minder, daar ligt mijn angst. Ook is het voorval genoemd van een oudere die alleen thuis kwam zonder hulp: Ze kon ’s avonds weer naar huis, maar er was geen thuiszorg ’s avonds. Ze wist niet waar ze mensen vandaan moest halen om te helpen.
17
4. WENSEN AAN HULPMIDDELEN EN TECHNOLOGIE 4.1 COMPUTER EN ICT Eenvoudige computer/iPad of tablet Ouderen hebben behoefte aan een simpele en eenvoudig te bedienen computer, het liefst ook met grote knoppen: Ik heb trillende vingers, dus als ik kleine knopjes heb, dan kan ik dat niet altijd goed bedienen. Tijdens het gesprek raken verschillende ouderen enthousiast over de iPad maar de mogelijkheden ervan zijn nu nog vaak te onbekend: Als het heel simpel is, wil ik er best eens over nadenken over zo’n iPad, het lijkt me eigenlijk wel leuk. Wanneer mensen zien wat je ermee kunt doen raken meerdere ouderen enthousiast: Als je ziet hoe iets werkt, dan ga je wel over die drempel heen. In het gesprek met de mantelzorgers vertelde een schoonzoon dat zijn schoonmoeder heel enthousiast raakte van de in de focusgroep getoonde iPad: Dat is het! Ik moet twee iPads! Dan kan ik via dat ding contact houden. Anderen hebben er helemaal geen behoefte aan om op hun leeftijd nog van een computer gebruik te gaan maken: Mensen gaan met pensioen en hebben eindelijk rust, ze gaan de natuur in en kruipen niet meer achter de computer. Belangrijk is wel dat de kosten voor de aanschaf van een tablet door een oudere wel op te brengen moeten zijn. Lokaliseren via GPS De weg terugvinden met behulp van techniek is iets dat een aantal respondenten erg handig lijkt. Sommige ouderen gaan op pad en weten dan de weg niet meer terug te vinden. Het is handig als een telefoon of tablet dan kan aangeven waar je bent: Alleen contact met een mobieltje is niet goed genoeg, ik zou nu wel geholpen zijn met een mobiel met GPS systeem zodat je precies weet waar je bent. Enkele ouderen gaan er zeker gebruik van maken: GPS-systeem is wel handig, ik ga dat zeker gebruiken als ik het nodig heb! Beeldcontact/Skype Enthousiasme is er ook voor de mogelijkheden van beeldcontact. Een aantal ouderen kent het al en maakt er voor verre familieleden gebruik van. Voor het onderhouden van sociale contacten worden voordelen gezien: Het lijkt me fantastisch om gewoon zo aan de koffie met elkaar te praten en contact met familie en kennissen te hebben. En als je een vraag aan iemand hebt, is het persoonlijker als je iemand ook ziet. Maar ook voor contacten met hulpverleners kan het handig zijn: Ik zou wel gebruik willen maken van mogelijkheden om de huisarts te zien. Maar je moet met de hulpverlener dan ook wel ander contact hebben: Beeld erbij is wel goed, het moet én én zijn. Het kan wel veel tijd schelen, het is handig. Een ander is nog iets sceptischer: met de huisarts wil ik wel persoonlijk contact. Alleen als je mensen echt goed kent is het een aanvulling. Je wilt zeker zijn dat informatie op de juiste plaats terecht komt.
18
Apparaat om boeken op te lezen In een gesprek kwam naar voren dat iemand, om te kunnen lezen, graag wil kunnen beschikken over een hulpmiddel: Een apparaat om boeken op te lezen is ook erg handig, een apparaat dat makkelijk te bedienen is. De lettergrootte moet wel veranderd kunnen worden. Computercursus Sommige ouderen zijn geholpen door hun (klein)kinderen bij het leren computeren, anderen hebben nog wel behoefte aan een cursus: Eigenlijk zou je een cursus moeten volgen om het allemaal onder de knie te krijgen, maar dat heb ik nog niet gedaan. Ouderen die wel een computercursus gedaan hebben geven aan dat ze er niet altijd tevreden over zijn, omdat er te veel onderwerpen in één keer wordt behandeld: De cursus was te veel in één keer. Met de docent erbij lukte dat wel, maar toen ik thuis was, wist ik het niet meer. Die computercursus was weggegooid geld. Herhaling en regelmaat zijn belangrijk: Als ik een cursus heb gevolgd, moet ik het 20 of 30 keer herhalen voor ik het zelf kan. En: Als ik iets een half jaar niet meer heb gedaan, dan ben ik het kwijt. Boodschappen en bestellingen via internet Boodschappen doen via internet lijkt een aantal deelnemers handig: Online boodschappen doen zou ideaal zijn, want we wonen veraf. En: Ik heb wel mensen in de buurt die ik voor mijn boodschappen zou kunnen vragen, maar het zou heel handig zijn als ik zo mijn bestellijst in de computer in kon voeren. Deze mogelijkheid bestaat in Dedemsvaart nog niet: Ze kunnen het in Dedemsvaart nu niet samenstellen, maar alleen bezorgen. Het zou voor ons een uitkomst zijn als ze het voor ons zouden kunnen samenstellen én bezorgen. Medicijnen worden nu al regelmatig via internet besteld, maar dat is niet eenvoudig: Ik heb ervaring met de apotheek, maar je kunt maar één medicijn bestellen, en niet alle 14 medicijnen tegelijk bestellen. Dat is niet handig. 4.2 DOMOTICA Domotica blijkt voor veel ouderen een moeilijk en onbekend begrip. Ook is het voor ouderen lastig om in de toekomst te kijken en een mogelijke zorgvraag te ‘vertalen’ naar technische oplossingen: Geen idee hoe techniek daarbij een rol zou kunnen spelen. Mensen kunnen zich ook niet altijd een voorstelling maken van een oplossing als ze het niet ‘gezien’ (of ervaren) hebben. Wel vindt men het handig als men weet wat er allemaal mogelijk is voordat zich een probleem voordoet: Op het moment dat je het nodig hebt denk je: dat zou handig zijn geweest! Als je er mee geconfronteerd wordt, dan kom je het pas tegen. Je moet het eigenlijk voor zijn. Toch worden er, soms na enig doorvragen, wel wensen voor voorzieningen in huis genoemd. Veiligheid In verband met recente inbraken in Dedemsvaart is er op dit moment veel behoefte aan maatregelen die (het gevoel van) veiligheid kunnen vergroten: Een beeldtelefoon bij de deur, zodat je binnen kunt 19
zien wie er voor de deur staat. En: de videofoon is een uitvinding die meer verspreid kan worden. De voordeur gaat bij mij op slot na 9 uur ’s avonds, ik wil wel graag een beeldscherm bij de deur hebben, Verlichting wordt ook belangrijk gevonden: Niet alle kleine gangetjes zijn verlicht, dat zou meer gedaan kunnen worden. Een week of vier, vijf geleden is er nog ingebroken bij de buurman. En een personenalarm (of telefoon met alarmknop) waarbij je snel iemand te hulp kan roepen kan ook het gevoel van veiligheid vergroten. Tijdens de focusgroepen is het idee geopperd om de preventieve huisbezoeken die nu al bij ouderen gedaan worden te koppelen aan een gesprek over veiligheid, zowel over fysieke veiligheid (vallen) als sociale veiligheid (beveiliging voor inbraken). Vallen Informatie over valpreventie is zeer gewenst, maar ook: Valdetectie zou heel handig zijn, vallen is één van mijn grootste angsten. Vooral mensen die alleen thuis wonen willen er meer van weten: Val- en dwaaldetectie is handig als je alleen thuis woont. Je moet dan wel iemand in kunnen schakelen. Wel vragen mensen zich af hoe waterdicht zo’n systeem is: Je valt denk ik het meeste in de douche, dus wat doe je als je onder de douche staat? Je hebt dan een waterdicht systeem nodig. En ook als je uit bed valt willen mensen dat er een duidelijk signaal afgegeven kan worden. Signalen Ouderen kunnen steeds slechter horen, dus ze merken het niet altijd meer als de telefoon gaat of de voordeurbel: Mijn wens is dat ik mijn kan bel zien als die gaat. Ook voor mantelzorgers geeft dat een beter gevoel: Mijn vader is lang niet altijd bereikbaar, hij hoort het niet altijd goed. Een lamp die gaat branden als hij de telefoon niet hoort, zou wel iets zijn. Soms blijven deuren open staan zonder dat je dat doorhebt. Dan zou het handig zijn als dat aangegeven wordt: De koelkastdeur blijft, net als andere deuren, wel eens open staan. Ik zou wel een soort piepsysteem willen voor deuren die open blijven staan. Toegankelijkheid Er is behoefte aan brede deuren: Als je bejaardenwoningen gaat bouwen, moeten er bredere deuren in, en vooral bij de voor- en achterdeur geen drempels! Zodat je makkelijk in en uit kunt. Verder: Je zou deuren moeten hebben die naar binnen opengaan. Ook schuifdeuren zijn handig. En een knop op de voordeur om die automatisch open te kunnen maken. Afstandsbediening Het moeten gebruiken van verschillende afstandsbedieningen, voor meerder apparaten in huis, brengt mensen in verwarring: Een hele simpele afstandsbediening voor radio en tv zou echt ideaal zijn, een met weinig knoppen. Ik wil daar dan alle apparaten mee kunnen bedienen.
20
Automatische checklist Vaak zijn er veel dingen die dagelijks gedaan moeten worden, maar die zo’n routine zijn geworden dat je je afvraagt of je het inderdaad wel gedaan hebt. In één focusgroep kwam de behoefte aan een soort automatische checklist naar voren: Een domotica-systeem dat alle dingen kan combineren, een soort checklist of je alles gedaan hebt. Dat je niets vergeet en dat het eenvoudiger maakt. 4.3 OVERIG Begeleiding in huis Naast technologische hulpmiddelen blijft persoonlijke begeleiding belangrijk: Aanvullende hulp thuis en hulp in de huishouding is nodig. En: Je moet wel iemand dicht bij je in de buurt hebben. Zo één keer in de week een uurtje, dat werkt voor mij niet. Ik moet echt begeleiding hebben. Vervoer Je verplaatsen is, als je geen auto hebt, lastig en enkele deelnemers zeggen dat dat een reden kan zijn om niet meer zelfstandig te kunnen blijven wonen, maar: Een betaalbaar alternatief vervoer zou ook een oplossing kunnen zijn.
21
5. ONDER DE AANDACHT BRENGEN VAN ICT EN DOMOTICA
Als nevenvraag is In de focusgroepen aan de orde geweest: Hoe kunnen de onderwerpen ICT en domotica bij ouderen in Dedemsvaart onder de aandacht gebracht worden? De bespreking heeft ook ideeën opgeleverd voor het werven van 75 plussers voor het verdere verloop van het project.
Titel Het project draait om ‘Langer zelfstandig thuis blijven wonen’. Dit onderwerp spreekt ouderen aan. Termen als technologie, sociale media of computer zijn voor de groep minder uitnodigend. Zien en ervaren Respondenten vonden het moeilijk zich een voorstelling te maken van wat er allemaal met domotica en ICT mogelijk is. Tot er voorbeelden voorbijkwamen. Laat dus vooral praktische toepassingen die ouderen aanspreken. Als je ziet hoe iets werkt, dan ga je wel over die drempel heen Koppelen Sluit aan bij bestaande activiteiten van ouderen. Zo ben je verzekerd van voldoende deelnemers. Een respondent zei daarover: Je moet een gezellige activiteit hebben en daarbij aansluiten. Een goede maaltijd en iets leuks erbij helpt. Het helpt daarbij ook dat de locatie bekend is en er dus geen drempel is. Persoonlijk Nodig mensen zoveel mogelijk persoonlijk uit. Dat kost meer tijd, maar werkt het best. Hoe persoonlijker hoe meer kans je hebt. Vraag ook aan huidige deelnemers of ze bekenden willen meenemen naar een bijeenkomst. Als ze enthousiast worden gaan ze mogelijk ook deelnemen. Inschakelen van ouderenadviseurs Schakel bij de werving mensen in die bij ouderen thuiskomen, zoals medewerkers van de thuiszorg en de Welle, seniorenvoorlichters van het project 75+. Verbreden van de doelgroep Er is geopperd om het project niet te beperken tot 75+-ers maar te verbreden naar een doelgroep waarin ook ‘jongere’ ouderen betrokken worden. Kosten
De kosten van ICT en domotica spelen een rol bij de afweging om iets wel of niet aan te schaffen. Voor enkele deelnemers zijn de financiële mogelijkheden beperkt. Geopperd werd ook naar goedkope (maar wel functionele) oplossingen te zoeken. Ook werd een vorm van
22
kwantumkorting in de gesprekken genoemd: Zorg dat de groep groot genoeg is, dan kan je wellicht kortingen krijgen. Gezamenlijke inkoop levert wat op.
23
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN CONCLUSIES Zo lang mogelijk zelfstandig wonen is de wens van bijna alle ouderen. Toch houdt meer dan driekwart van de respondenten zich nog niet bezig met oplossingen voor het moment dat ze minder zelfredzaam worden, en al helemaal niet met technische oplossingen. De centrale onderzoeksvraag in dit project luidt: Hoe kan langer zelfstandig wonen van ouderen in Dedemsvaart gestimuleerd worden door middel van ICT en Domotica? De wens om langer zelfstandig te wonen is bij ouderen groot. Daarom is er veel belangstelling voor alle hulp en hulpmiddelen die het laten uitkomen van deze wens kunnen ondersteunen, ook voor techniek. Maar voordat er concrete vragen zijn, bijvoorbeeld vanwege een veranderende gezondheidstoestand, is er weinig interesse in de mogelijkheden van ICT en domotica. En ook zijn lang niet alle mogelijkheden voldoende bekend. De wens om gebruik te maken van ICT en domotica wordt duidelijk groter naarmate men meer bekend raakt met de voorbeelden. De grootste winst is dus te behalen door de bekendheid van de mogelijkheden van ICT en domotica te vergroten. De meest effectieve manier om dit te bereiken is door zoveel mogelijk de directe, vertrouwde omgeving van ouderen daarbij in te schakelen. Het is voor ouderen moeilijk om wensen rond zelfstandig wonen te vertalen naar nieuwe techniek en diensten. Wanneer mogelijkheden getoond worden is de interesse in meer informatie wel groot. In de beantwoording van de subvragen wordt de conclusie verder toegelicht. 1
Wat is het huidige gebruik van ICT en domotica door ouderen in Dedemsvaart?
Meer dan de helft van de respondenten maakt regelmatig gebruik van een computer. De frequentie van het gebruik wisselt. Iets minder dan de helft van de respondenten maakt weinig gebruik van een computer. Een klein aantal deelnemers bezit geen computer. Redenen om de computer niet of weinig te gebruiken zijn vooral dat het te ingewikkeld is, dat er geen vertrouwen is in de veiligheid en dat andere hobby’s of tijdsbestedingen interessanter zijn. Bijna 80% van de respondenten heeft een mobiele telefoon. Deze wordt vooral voor noodgevallen gebruikt. Het gebruik van een telefoon met internetverbinding is niet groot, maar er is wel veel interesse in de mogelijkheden. Het begrip domotica is bij ouderen onbekend. Toch maakt driekwart van de ouderen gebruik van (meestal eenvoudige) domoticavoorzieningen. Zo heeft meer dan de helft van de respondenten een sensor voor verlichting in huis. Ook de personenalarmering is bij een kwart van de respondenten populair, al blijkt dat de opvolging bij personenalarmering niet altijd goed functioneert. Enkele respondenten willen niet al te veel technische hulpmiddelen in huis en proberen zich zo lang mogelijk zonder te redden
24
Mantelzorgers helpen vaak bij het aanschaffen of ‘verwerven’ van een computer of telefoon en bij het ermee leren omgaan, al gaan instructies volgens respondenten nogal eens te snel. Voor mantelzorgers is het een geruststellend idee wanneer ze weten dat degene voor wie zij zorgen ook via een mobiele telefoon te bereiken is. Ook bij een aanvraag voor een voorziening zijn mantelzorgers vaak betrokken en zij maken meestal deel uit van het netwerk rond alarmering. 2
Hoe zelfredzaam zijn ouderen in Dedemsvaart?
De meeste respondenten redden zich goed zonder veel gebruik te hoeven maken van ondersteuning of hulpmiddelen. Er zijn wel zorgen over de mogelijke toename van lichamelijke beperkingen in de toekomst en de gevolgen daarvan voor zelfredzaamheid. Drie onderwerpen die hierbij voor ouderen een grote rol spelen zijn: mobiliteit, gevoelens van onveiligheid en de rol van het sociale netwerk. Mobiliteit is voor de respondenten, met name voor hen die in het buitengebied wonen, belangrijk. Men vreest het moment dat men niet meer zelf auto kan rijden. Wat een grote impact heeft op het gevoel van veiligheid, vooral bij alleenstaanden, is een recente golf van inbraken. Het sociale netwerk is belangrijk om lang zelfredzaam te kunnen blijven wonen. Vaak wordt hulp gevraagd bij het boodschappen doen en bij vervoer over langere afstand en ook is het belangrijk om een oogje in het zeil te houden. Mantelzorgers spelen een belangrijke rol bij het behoud van zelfredzaamheid van ouderen. Een ander hulp geven biedt mantelzorgers ook voldoening, maar soms, zeker wanneer er maar weinig anderen een helpende hand toesteken, wordt het ook zwaar gevonden. Mantelzorgers geven aan zich zorgen te maken over ontwikkelingen in de zorg. Zij vragen zich af of er in de toekomst, als dat nodig mocht zijn, plaats is in een zorginstelling is voor hun zorgvrager. 3
Welke wensen en behoeften aan ICT en domotica zijn er om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen?
Voor het behoud van zelfredzaamheid wordt door respondenten meestal niet direct aan technische oplossingen gedacht. Men oriënteert zich ook pas op mogelijkheden wanneer er een directe aanleiding is. Na het zien van voorbeelden neemt de interesse toe. Applicaties op de IPad roepen behoefte op naar elektronische diensten zoals boodschappen bestellen via internet en beeld-bellen met familie of de huisarts. Er is behoefte aan technologie in huis die de veiligheid kan vergroten, zoals een alarm, automatische verlichting, een systeem om te zien of een deur is open blijven staan en een mogelijkheid om een deur op afstand open te maken. Andere oplossingen die vaak genoemd worden zijn valdetectie en een lichtsignaal bij bel en telefoon. Er is interesse voor hulpmiddelen die het leven kunnen vereenvoudigen (gemaksdiensten) en die de zelfstandigheid kunnen bevorderen. Wel is de vrees voor hoge kosten door een aantal respondenten
25
uitgesproken en leeft bij sommigen de vraag of het gebruik maken van gemaksdiensten niet ten koste gaat van sociaal contact. De adviezen van de mantelzorger spelen een belangrijke rol. Voorzieningen worden vaak door hen aangevraagd. Ook bij voorlichting over ICT en domotica kunnen zij dus een belangrijke rol spelen. Het gebruik van thuistechnologie kan voor ontlasting van de mantelzorger zorgen. Denk bijvoorbeeld aan beeldbellen en boodschappen doen via internet. Maar voor beiden blijft het persoonlijk contact belangrijk. 4
Hoe kunnen de onderwerpen ICT en domotica bij ouderen in Dedemsvaart (beter) onder de aandacht gebracht worden?
De termen ICT en domotica zijn onbekend. Maar iedereen is geïnteresseerd in informatie over mogelijkheden om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Bij het onder de aandacht brengen van dit project zou dit dan ook benadrukt moeten worden. Voorlichting kan het best op een laagdrempelige locatie geboden worden. Het is verstandig aan te sluiten bij bestaande activiteiten van ouderen. Vooral praktische toepassingen spreken aan. Bij het onder de aandacht brengen van ICT en domotica kan gebruik gemaakt worden van ervaringen van ouderen zelf. En ook mantelzorgers kunnen een rol spelen. Beroepskrachten en vrijwilligers die bij mensen thuis komen, kunnen worden ingeschakeld bij werving en PR. AANBEVELINGEN PR De titel ‘Langer zelfstandig wonen’ (met ondersteuning van techniek) is een aansprekende. Termen als ICT, domotica en sociale media bepalen voor het project LLL Online de grenzen, maar zijn voor publicaties niet de meest aantrekkelijke woorden. Verder is duidelijk geworden dat mensen de mogelijkheden moeten zien en ervaren voordat ze er enthousiast over raken. Laat dus zien wat er mogelijk is, bijvoorbeeld door: ●
een domoticabus te laten rondrijden
●
een filmpje te maken en dit in groepen te tonen en online te zetten
●
gebruik te maken van alle media-uitingen van de meewerkende partners
●
gebruik te maken van een internetsite met voorbeelden, zoals www.langzultuwonen.nl
●
mantelzorgers bij voorlichting te betrekken
●
aansluiting te zoeken bij de leefwereld en activiteiten van ouderen
●
gebruik te maken van ambassadeurs: ouderen die hun ervaringen doorvertellen.
●
ambassadeurs ook te werven via sociale media
●
kleine bijeenkomsten te organiseren over één specifiek onderwerp zoals de IPad, de Smartphone of de PC 26
●
een grote beurs te organiseren, mogelijk ook met gewone hulpmiddelen, gericht op het thema ‘langer zelfstandig wonen’
●
de meerwaarde van technologie te laten zien voor het gemakkelijker en comfortabeler leven
●
mensen te betrekken die bij ouderen thuiskomen, zoals ouderenadviseurs en thuiszorgmedewerkers
●
vooral praktische toepassingen te laten zien, dus niet de tablet, maar de bruikbare applicatie
Thuistechnologie Doel van het project is het percentage ouderen dat gebruik maakt van ICT, domotica en sociale media te laten stijgen. Bestaande middelen zullen onder de aandacht worden gebracht en nieuwe zullen worden ontwikkeld, op basis van de vraag van ouderen. Onze aanbevelingen daarbij: ●
stel een eenvoudig veiligheid/domotica pakket samen, met simpele tips en oplossingen, mogelijk ook met een kleine voorziening, zoals een automatisch lampje erin
●
maak een programma voor huur- en koopwoningen. Biedt een keuze uit verschillende pakketten, zoals het op afstand kunnen bedienen van deuren en verlichting, het inschakelen van hulp, inbraakalarmering, branddetectie en videofoon (zoals Opplussen Nieuwe Stijl van Aedes-Actiz)
●
biedt een computercursus aan met een op ouderen aangepast tempo en frequentie, met een coach die individuele vragen, ook tussentijds, kan beantwoorden
●
zorg voor een draadloze internetverbinding op plekken waar ouderen bij elkaar komen, bijvoorbeeld in de ‘Buurtkamer’
●
gebruik een telefooncirkel (mogelijk via Skype) om ouderen wegwijs te maken met beeldbellen
●
maak via internet bestellen van boodschappen en medicijnen in Dedemsvaart mogelijk
●
zet een knoppendienst op om ouderen met ingewikkelde apparaten te leren werken
●
maak een digitaal platform zodat mensen via de computer contact met elkaar kunnen krijgen: interessant in het buitengebied, maar ook bij slecht weer en het geeft een gevoel van veiligheid
●
laat zien dat er ook goedkope oplossingen mogelijk zijn
27
VERVOLGSTAPPEN IN HET PROJECT LLL ONLINE 1. Toezenden van het rapport aan de focusgroep deelnemers en in een begeleidende brief uitleggen wat deelname aan het project ‘Langer zelfstandig wonen’ voor de oudere zelf kan opleveren. Aanmelden heel gemakkelijk maken. Idee: nabellen met de vraag of mensen mee willen doen. Alternatief idee: rapport presenteren aan de focusgroep deelnemers en andere ouderen en de bijeenkomst gebruiken voor werving voor het project. (Eerste twee weken van mei) 2. Presentatie van het rapport aan alle organisaties die bij ICT, domotica en sociale media voor ouderen zijn betrokken. Dus aanbieders van zorg en welzijn, maar ook winkeliers en ICT bedrijven. Doel: bekendheid genereren voor het project, medestanders zoeken en mogelijk partnerschappen aangaan. (mei) 3. Werven van deelnemers aan het project ‘LLL Online’ via 4 sporen: De brief of bijeenkomst, zoals beschreven bij stap 1 Bezoeken van bestaande ouderengroepen en hen op een eenvoudige wijze kennis laten maken met de mogelijkheden. Voorbeelden liefst ‘real life’ bijvoorbeeld een beroepskracht van de Stuw die in een groep ouderen uitleg geeft over ICT en middels de iPad contact legt met Bé Prenger om zo een medisch advies te vragen. (mei en juni) Pers: regelmatig stukjes in het huis-aan-huis blad, maar ook in uitgaven van deelnemende organisaties over ICT en domotica. Liefst individuele verhalen van mensen die vertellen wat het voor hen betekent. Voorbeelden genoeg van de deelnemers aan de focusgroepen. Maar misschien ook makkelijk leesbare stukjes door partnerorganisaties en de gemeente zelf. (Vanaf mei) Ouderen uitnodigen voor een beurs ‘langer zelfstandig wonen’ waar alle voorbeelden van domotica en ICT aanwezig zijn om te zien, te beleven en zelf uit te proberen. Ook hier uitleg geven over het project en de voordelen van deelname eraan.(Voor de zomervakantie) 4.
Vervolgstappen in het project plannen (na de zomervakantie): begeleiding van de pilotgroepen ontwikkeling van nieuwe producten, in samenspraak met gebruikers bekendheid van producten vergroten
5. Monitoren wat de effecten van de activiteiten zijn. Mogelijk ook buiten de deelnemersgroep. (najaar 2013)
28
BIJLAGE DRAAIBOEK IAGE FOCUSGROEPEN
29
30