R O M A Een paar ideetjes voor bezoeken en wandelingen
1
INFO Gidsen en Transport ROME – o.a. Capitoolreisgidsen SPQR – Anekdotische reisgids voor Rome – Luc Verhuyck Zuid-Italië + Rome TROTTER / Lannoo Kaart Michelin 1038 ROMA ROMA METRO-BUS PLAN (te koop in kiosken) onmisbaar!
Foto’s – 2 mooie collecties http://www.giovannirinaldi.it/rome.htm http://www2.siba.fi/~kkoskim/rooma/pages/MAIN.HTM
Info op internet http://www.catacombe.roma.it/indice_nl.html http://www.greatbuildings.com/places/rome.html http://www.vatican.va/phome_en.htm http://www.realm-of-shade.com/sweetlady/villa/index.html http://wings.buffalo.edu/AandL/Maecenas/general_contents.html http://members.aol.com/pilgrimjon/private/LEX/ROME.html (wetgeving) http://www.romeartlover.it/index.html
De afstanden tussen de belangrijkste monumenten in Roma zijn niet extreem groot. Een beetje geoefend wandelaar heeft het openbaar vervoer niet dikwijls nodig wanneer het hotel centraal gelegen is. Je wint er wel tijd mee, maar je ziet ook minder van de stad. Verdeel Rome in een paar sectoren en werk er elke dag eentje af.
De links naar webpages kunnen je doorverwijzen door Ctrl in te drukken en op met de muis op de link te klikken. Indien dit niet lukt doe je een copy en paste in je internetbrowser. Het loont de moeite.
2
Overzicht I. HET OUDE CENTRUM *** Coloseo *** Forum Romanum (Boog van Titus - De Curia (Senaat) - Boog van Septimius Severus - ... ) eventueel gevolgd door een bezoek aan de Palatijn *** De boog van Constantijn *** Circus Maximus ** Thermen van keizer Caracalla
II.ENKELE PRACHTIGE MUSEA ** Capitolijnse musea ** Museo Massimo ** Museum Villa Borghese
III. K E R K E N *** Sint Pieters - ** crypte - ** De koepel ** S.Jan in Lateranen ** Santa Maria Maggiore *** Het Pantheon
IV. ANDERE INTERESSANTE BEZIENSWAARDIGHEDEN *** Catacomben van San Calisto *** De Trevifontein *** Piazza Navona ** Piazza della Bocca della Verità ** De Via Appia Antica ** Ostia Antica
V. RESERVEBEZOEKEN Kerken * San Clemente * Sint Paulus Buiten de Muren ! * Santa Maria della Concezione Markten, thermen, grafmonumenten, … * Palatijnheuvel (Palatino) * Markt van Trajanus ! * Thermen van Diocletianus ! + Santa Maria Degli Angeli * Domus Aurea (paleis van Nero) ! * Castel Sant Angelo * Monument koning Victor Emmanuel I Musea * Museum Villa Giulia ! * Vaticaans museum !! Wandelingen * Langs de Tiber * De Trastevere-wijk *** **
*
= Zou ik tijdens de eerste reis absoluut bezoeken. Dit zijn de standaardbezoeken van de doorsneetoerist die 3 dagen in Roma verblijft. = Mijn aanvullende persoonlijk beste keuze uit de mooiste andere bezoeken. Denk je maar 1 maal naar Roma te gaan, en heb je tijd over na de standaardbezoeken, probeer dan zoveel mogelijk deze zaken te bezoeken. De foto’s kunnen je helpen bij jouw persoonlijke keuze. = reservebezoeken
3
I.HET I.HET OUDE CENTRUM Volgende 6 antieke monumenten liggen dicht bijeen en kan je dus ineens afwerken maar dat is dan wel een serieuze overdosis aan antieke gebouwen ☺
*** Coloseo (1 uur of minder) Betalend – Zelfde toegangskaartje voor de Palatijnheuvel – de wachtrij is veel korter aan de kassa van de Palatijn ! 2008 Wijziging ZIE p.36 !! (Palatino). (Kaart = N13)
Kassa ligt aan de westkant van dit gebouw. Als je een verfrissing wenst, koop dan iets aan de bar binnen het metrostation, juist aan de uitgang. (De kraampjes langs de weg, zonder prijsaanduidingen ... pfff ... even erg als een gewapende overval.) Of beter nog ... er staat een fontein (sarcofaag) rechts op een dertigtal meter tegen de muur van het metrostation bij het buitengaan. Lekker fris en gratis.
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romacolosseo/index.htm
4
*** Forum Romanum
(1 uur) 2008 Wijziging ZIE p.36 !! (Kaart = N13 – M12)
** Toegang via de Via dei Fori Imperiali, de 30 m brede weg tussen het Colosseo en het monument van Victor Emanuel I OF ter hoogte van de westkant het colosseum en de boog van Constantijn. Zorg dat je een plattegrond bij je hebt, want al die ruïnes zijn nogal verwarrend. Daarom hieronder een paar foto’s van enkele monumenten met een kleine beschrijving. Detailinfo in de reisgids. Zoals overal in Rome werden bijna alle oude gebouwen gebruikt als “steengroeve” en dikwijls bijna volledig ontmanteld, zodat wat er overblijft slechts een schim is van de vroegere pracht. Dikwijls ziet men alleen nog maar de bakstenen basismuren, …Fresco’s, marmeren bedekking, prachtige beelden, enorme zuilen en mozaïeken verdwenen of werden hergebruikt, tenzij … een oudromeins gebouw werd omgevormd tot kerk.
Boog van keizer Titus die in 70 na Chr. Jeruzalem heeft geplunderd en platgelegd Afbeeldingen hiervan kan je zien op de platen op de boog (de zevenarmige kandelaar).
5
De Curia (Senaat) van Rome. De Curia was omgevormd tot een kerk tot 1937 ! Dit is niet de plaats waar Gaius Julius Caesar vermoord werd. De Curia werd toen hersteld en de senaatszittingen werden elders in de stad gehouden. In het midden van het forum is wel de plaats aangeduid waar Julius Caesar nadien werd verbrand. De originele (groene) poorten kan je nu zien op een andere plaats in Rome, nl. de hoofddeur van Sint Jan in Lateranen!
Boog van Septimius Severus
Deze boog herdenkt de overwinningen van keizer Septimius Severus in Irak en Iran. Ook zijn 2 zonen Caracalla en Geta, die toen met hem meevochten, worden hierop vermeld. Deze boog staat links van de Curia.
6
Verder nog de restanten van oude tempels en basilieken (=godsdienst, handel, rechtszaken, ...)
De Tempel van Saturnus Gebouwd in 17 v.Chr. Fungeerde als schatkamer. Hier werden ook de dekreten van de senaat bewaard Te herkennen aan zijn 8 zuilen.
De Basiliek van Maxentius of Constantijn de
Gebouwd in de 4
eeuw. Bevatte rechtshoven.
De tempel van Antoninus en Faustina Het best bewaarde gebouwd op het Forum. Keizer Antonius Pius liet het bouwen na het overlijden van zijn vrouw Faustina in 141. In de middeleeuwen werd deze tempel een kerk, de “San Lorenzo in Miranda”.
De tempel van Vesta (Vestaalse maagden)
http://www2.siba.fi/~kkoskim/rooma/pages/FAVESTAE.HTM http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romaforo/index.htm
7
8
* Palatijnheuvel
(1 ½ uur) Betalend – Zelfde toegangskaartje voor het Coloseo ! 2008 Toegang is veranderd. Nu in de grote laan tussen Coliseo en Circus Maximus. 2008 Wijziging ZIE p.36
Restanten van keizerlijke paleizen. Het begin van het steile pad naar de Palatijnheuvel ligt binnen het Forum ter hoogte van de kleinste van de twee triomfbogen, nl. deze van Titus (Kaart = N12 – N13) Ook een klein museum. http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romapalatino/index.htm http://www2.siba.fi/~kkoskim/rooma/pages/FPALATIU.HTM
*** De boog van Constantijn (10 min.) Ligt naast het Colosseo. De afbeeldingen op dit monument zijn van voor de tijd van keizer Constantijn en werden van de triomfboog van een andere keizer gepikt. (Kaart = N13)
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romacostantino/index.htm
9
*** Circus Maximus
(15 min) (Gratis) Kan je ook zien vanop de Palatijn heuvel (2 vliegen in 1 klap ☺ ) (Kaart = P12)
Nog enkele restanten van de oude gebouwen te zien. Maar 95% is verdwenen.Je kan nog goed de vorm zien van deze oude paardenrenbaan, die ook wel voor andere “activiteiten” werd gebruikt. Dit is slechts 1 van de ‘circussen’ in de stad. Zo lag er o.a.ook een links van de Sint Pieters, een waar nu de Piazza Navona ligt, een langs de Via Appia Antica (Maxentius).
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romacircomassimo/index.htm http://www2.siba.fi/~kkoskim/rooma/pages/CIRCUSMA.HTM
** Thermen van keizer Caracalla (1 uur) (Betalend)
Badplaats, bibliotheek, … . Zoals vele oudromeinse gebouwen bijna volledig ontmanteld. Dus alle marmeren muurbekledingen, beelden, versieringen, ... meegenomen om andere paleizen mee te bouwen. (Kaart= R13) http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romaterme/index.htm
10
II.ENKELE PRACHTIGE MUSEA ** Capitolijnse musea
op het Campidoglio (2 uur) (Betalend)
Niet ver van het Coloseo en het Forum Romanum! Ze liggen aan de westkant van het forum (Kaart = M12) Twee musea (1 ticket!!) gelegen op het “Campidoglio” … boven aan een mooie brede trap. http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/campidoglio/index.htm
1 toegangsbiljet geeft toegang tot de 2 musea elk aan een zijde van het pleintje gelegen, waar je in het midden het ruiterstandbeeld van keizer Marcus Aurelius ziet staan. Veel oude bustes, de Romeinse wolvin, enz… mooi http://www.museicapitolini.org/en/index_net.htm http://wings.buffalo.edu/AandL/Maecenas/rome/capitoline/thumbnails_contents.html
11
** Museo Massimo !
( 3 uur ) (Museo Nazionale Massimo) (Betalend)
Piazza dei Cinquecento, 67 - Dichtbij het Stazione Termini (Kaart = K14)
Aircontitioning !!! Niet ver van het centraal station. Zeer mooi museum. Men zal je bij het kopen van het ticket zeggen wanneer je “in groep” binnen kunt in de gesloten afdeling met een bewaakster/gids. Je kan eerst de een of andere verdieping bezoeken en op het afgesproken uur moet je dan op een bepaalde plaats samenkomen. Onderin het museum bevindt zich een enorme collectie eeuwenoude munten !!! Zelfs van voor Christus. Zelfde ticket 3 dagen geldig voor museo Massimo , de “Terme di Diocleziano” dat aan de andere zijde van het plein ligt en het Palazzo Altemps http://www.giovannirinaldi.it/page/museum/massimo/
12
*** Museum Villa Borghese!! ( 1 ½ uur) (Betalend)
Je kan hier (dikwijls) niet onmiddellijk naar binnen. Je vraagt aan de kassa wanneer je naar binnen kan. Als het nog te lang zou duren, dan kan je ticketten vragen voor ’s anderendaags. Als je maar een uurtje of zo moet wachten, dan maak je een wandeling door het mooie park. Er zijn 2 gedeeltes in deze villa. Het gelijkvloers = Oudromeinse kunst … prachtig. De bovenverdieping = schilderijen (Kaart = G13)
“Reservation is mandatory Reservations can be made, as long as ticket availability lasts. It is compulsory to collect reserved tickets 30 minutes before your time slot. Failure to purchase the tickets one half hour before your scheduled admittance time may result in the loss of your reservation. Tickets may also be purchased the days before ( not monday )” TIME SLOTS Entrance - Exit = 09 a.m. - 11 a.m. / 11 a.m. - 01 p.m. / 01 p.m. - 03 p.m. / 03 p.m. - 05 p.m. / 05 p.m. - 07 p.m. http://www.ticketeria.it/ticketeria/borghese-ita.asp http://www.ticketeria.it/villaborghese-eng.html
13
III. K E R K E N *** Sint Pieters
(1 uur) (Gratis)
Met de metro tot in de omgeving, dan 10 min wandelen. Of aan station Termini bus 64 nemen … maar, opgelet , dit is de gauwdievenbus !! Niet instappen indien de bus al zeer vol zit. Desnoods een andere lijn nemen en een beetje wandelen. (Kaart =K8)
Het plein oversteken en aan de rechterkant tussen de zuilen aanschuiven voor de controle. Eens binnen zie je rechts in een van de eerste zijkapellen de Piëta van Michelangelo. Vooraan rechts ligt het gebalsemde lichaam van Johannes XXXIII achter glas.De gedraaide bronzen baldakijnzuilen op de vier hoeken van het hoofdaltaar zijn een werk van Bernini. Prachtig ook het plafond van de koepel… en nog veel andere zaken. Toegang vrij. Je kan hier nog 3 zaken bezichtigen. - ** De crypte, met de graven van een massa pausen. Vrije toegang. - ** De koepel, ofwel met de trap (ik denk links IN de kerk) “coppola” , ofwel met de lift, maar die moet je buiten rechts gaan zoeken. Betalend. - De Tesauro = de schatkamer met eeuwenoude religieuze voorwerpen, als dat je interesseert. Betalend.
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/sanpietro/index.htm
14
** S.Jan in Lateranen (1/2 uur) (Gratis) (San Giovanni in Laterano)
Gebouwd op de plaats waar het paleis stond van de vrouw van keizer Constantijn. Vroeger de woonplaats van de pausen (dus niet Vaticaanstad !) en nu nog altijd de bisschopskerk van de bisschop van Rome = de paus.De zeer grote middendeur stond oorspronkelijk op het Forum Romanum in het senaatsgebouw = de Curia. Rechts van de kerk staat er een zeer oude doopkapel. Gesloten over de middag! Tot 3 uur, denk ik.Zie gids. En dan neem je er ook maar de San Clemente bij. Die ligt in de straat tussen de San Giovanni in Laterano en het Colosseo. (Kaart = P15)
** Santa Maria Maggiore (1/4 uur) (Gratis) Niet ver van het centraal station.
Zeer mooie kerk (plafond = belegd met het eerste goud dat C. Colombus uit Amerika heeft meegebracht) (Kaart = L14)
*** Het Pantheon (10 min) (Gratis) Het best bewaarde antieke gebouw in Roma. Indrukwekkende koepel! (Kaart = L11)
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/pantheon/index.htm
15
IV. IV. ANDERE INTERESSANTE BEZIENSWAARDIGHEDEN *** Catacomben van San Calisto ( 1 uur + wachttijd) (Betalend)
Buiten de stad langs de Via Appia Antica. Vraag aan de buschauffeur “San Calisto?” , die zal je “misschien” wel teken doen, maar reken er niet teveel op. Beste is om aan de een of andere Italiaanse te vragen. Die zal je dan wel zeggen waar af te stappen. Kaartjes kopen en wachten tot je met een groepje naar beneden kunt gaan. Er is ook nederlandstalige begeleiding voorzien. Maar soms moet je dan wel iets langer wachten. Eventueel kan je ook met een engelstalige of franstalige groep meegaan. Let op bij het uitstappen… schuin tegenover deze catacombe ligt er nog een andere catacombe. Na het uitstappen moet je de straat oversteken. San Calisto ligt dus links aan de Via Ardeatina! (Op onderstaand kaartje ligt Roma-centrum links) (Kaart = W16)
Praktische informatie, bussen, plan http://www.catacombe.roma.it/nl/info2.html Zie ook = wandeling langs de Via Appia Antica - Je kan die twee zaken combineren, liefst op zondag, want dan is de Via Appia verkeersvrij ! http://www.catacombe.roma.it/nl/dettaglio.html http://www.catacombe.roma.it/indice_nl.html
16
*** De Trevifontein
10 min (gratis) (Kaart = K12)
Mooie fontein, zowel overdag of ’s avonds. Dikwijls zeer veel volk. Opletten dus !
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romatrevi/index.htm
*** Piazza Navona
(1/2 uur) (Kaart = L10)
Op de plaats waar vroeger het stadion (circus) van keizer Domtianus lag, vandaar zijn langwerpige vorm van een paardenrenbaan. Aan de noordelijke smalle zijde kan je nog restanten daarvan zien. Kunstenaars, soms animatie door straatkunstenaars.
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/piazzanavona/index.htm
17
** Piazza della Bocca della Verità
Tempel van Vesta
(½
uur) (Kaart = N12)
Santa Maria in Cosmedin
** De Via Appia Antica ( 3 à 4 uur)
Bocca della Verità
(Kaart = T15 – W16)
met de Tombe van Caecilia Metella (Betalend) en een relatief goed bewaard *Circus van Maxentius (Betalend) (beter bewaard dan het circus maximus) en Neem een bus en stap aan het begin van de Via Appia Antica (Op zondag is deze weg gesloten voor het autoverkeer. )Ideaal dus !!) Zorg dat je water bij hebt ! Er is wel een bar na een 2-tal kilometer. En goede stapschoenen want die Via Appia Antica is al een beetje versleten hé ☺ Op zondag kan je dit bezoek het best combineren met het bezoek aan de catacomben van San Calisto. Je verlaat het catacombendomein langs de noordoostelijke kant en je bent onmiddellijk op de Via Appia Antica.! Dan ga je naar rechts (oosten). Ofwel keer je dan na een tijdje terug … ofwel zie je op de kaart waar je bent en of er bussen lopen naar het centrum. Te lezen = http://www.parcoappiaantica.org/ !! http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/appia/index.htm “(Circo di Massenzio e Tomba di Romolo, 309) Set in its magnificent brick-wall perimeter, the round tomb of Emperor Maxentius' beloved son Romulus is partially hidden by a medieval farmhouse. Next to it is Maxentius' private circus for chariot racing. The public entrance to this complex is 100 yards further along. Unfortunately nothing remains of Maxentius' Villa, considered extraordinary by his contemporaries. The Circus, nearly as big (520 yards/meters long and 92 wide) as the Circus Maximus, is worth taking time to visit since far more of the grandstand is visible than at the Circus Maximus. Although most of the tiers of seats have collapsed, the supporting structure is plainly apparent. Here 18,000 spectators once cheered the charioteers -or at least their favorite - in hopes he would win the 7- lap race and they would go home rich. The long brick centerline "spina" divided the racetrack, dominated by the obelisk of Diocletian, now in Piazza Navona.”
18
** Ostia Antica
20 km van Roma = metro( 4 uur of meer + 2x ¾ uur H en T) (Betalend)
19
Met de metro tot metrostation “Piramide” . Met hetzelfde ticket van lijn veranderen, een soort treintje. Kijk in de wagon hoeveel haltes te moet doen, want het station van Ostia staat niet goed aangegeven. Probeer aan de een of andere Italiaan(se) te vragen om het je te zeggen. Je stapt buiten het station en dan moet je via een voetgangersbrug de grote baan oversteken. Toiletten aan de ingang en in het cafetaria bijna op het einde van de oude stad. Je kan daar ook iets eten. Met de heen- en terugreis erbij ben je gemakkelijk 6 à 7 uur zoet. http://www.ostia-antica.org/ http://www.ostiaantica.net/gallery.php
20
V. Reservebezoeken KERKEN
* San Clemente (1/2 uur) (Betalend)
(Kaart = N14)
Over de middag gesloten ! (Zie gids) Drie heiligdommen boven elkaar. Twee oude kerken, 1 bovengronds, 1 onder de grond en gans onderin kom je in het heiligdom/tempel van de god Mithras terecht. http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/sanclemente/index.htm
* Sint Paulus Buiten de Muren
(1/4 uur) (Gratis) (Kaart = W11)
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/sanpaolo/index.htm
21
* Santa Maria della Concezione /
Chiesa dei Cappuccini
(15 min) (kleine gift gevraagd (?) door een norse oude pater met een dwingend vingertje ☺ ) Decoratie met schedels en beenderen. = Via Veneto aan de Piazza Barberini (Kaart = J13-K13) http://www.stuardtclarkesrome.com/capuchin.html
22
MARKTEN – THERMEN – GRAFMOMUMENTEN - PALEIZEN ...
* Markt van Trajanus
(Mercati) 1 uur (Betalend) (Kaart = L12- M12)
Foto’s http://wings.buffalo.edu/AandL/Maecenas/rome/trajan_market/thumbnails_contents.html
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romaterme/index.htm
23
* Thermen van Diocletianus (Betalend) + Santa Maria Degli Angeli Toegang = recht tegenover het Stazione Termini aan de overkant van het plein.(Kaart = K14) Zelfde ticket 3 dagen geldig voor Museo Massimo , de “Terme di Diocleziano” dat aan de andere zijde van het plein ligt en het Palazzo Altemps
Bij ons laatste bezoek was alleen het museumgedeelte open ! De eigenlijke thermen waren dicht wegens ..? Dus eerst even checken aan de kassa.
* Santa Maria Degli Angeli (Gratis)
(Kaart = K14) Links van de thermen van Diocletianus, in feite een deel van deze thermen dat zeer goed bewaard is! Nu een kerk.
http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/mariaangeli/index.htm
24
* Domus Aurea (paleis van Nero)
(1 uur ) (Betalend) Best vooraf reserveren ter plaatse , want de toegang is beperkt!! (Kaart = M14)
* Castel Sant Angelo - Mausoleum van keizer Hadrianus
( 1 ½ uur) (Betalend)
Alleen van buiten bezichtigen bij het eerste bezoek aan Roma … (anders betalend)
Werd in de loop van de eeuwen veranderd in versterkte burcht waar de pausen zich terugtrokken wanneer het voor de zoveelste keer boel was in Rome. (Kaart = K9) http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/romaangelo/index.htm
25
* Monument koning Victor Emmanuel I, het Altare della Patria (Kaart = M12 = staat vermeld als Vittoriano)
Terras boven op momument met prachtig uitzicht – Opgelet …De rekening van een consumptie op dat terras kan je suicidale neigingen opleveren ☺ Ook een museum mbt de Italiaanse vrijheidsstrijd.
MUSEA
* Museum Villa Giulia 1 ½ uur (betalend) (Etruskische voorwerpen) Piazzale di Villa Giulia, 9 - (Park Villa Borghese ) (Kaart = F11 – G11) Je moet hier niet reserveren. Allerhande gebruiks- en kunstvoorwerpen, sommige bijna 3000 jaar oud.
http://web.tiscali.it/romaonlineguide/Pages/eng/rantica/sAHy3.htm
* Vaticaans museum
(Betalend) (min. 3 à 4 uur) (Kaart = J8) Dikwijls zeer lange wachtrijen. Zeer groot en …vermoeiend. Enkele zeer mooie zalen. Sixtijnse kapel en de Stanzen (kamers) van Rafaël. Ook veel lange gangen! Maar dat is (misschien ?) voor een volgend bezoek aan Roma. Maar als je maar enkele dagen blijft, dan moet je keuzes maken. EN … zo heb je altijd een reden om nog eens terug te gaan ☺ http://mv.vatican.va/3_EN/pages/MV_Musei.html
Toegang via de noordzijde in de Viale Vaticano ! http://mv.vatican.va/3_EN/pages/z-Info/MV_Info_Trasporti_02.html --> Kaart toegang en metro-bus
26
27
WANDELINGEN
* Wandeling langs de Tiber
(De Cloaca Maxima –Hoofdriool) http://www.giovannirinaldi.it/page/rome/tevere/index.htm
* Wandeling in de Trastevere-wijk (Kaart = N10) De oude volkse wijk van Rome aan de overkant van de Tiber. Leuk om eens in rond te slenteren. Andere voorstellen vind je in de kapitool-reisgids. Daar staan enkele thema/stadsdeel-wandelingen in.
Kopen of (meestal enkel) kijken =Modewinkels in de Via Condotti (Armani, Gucci, Bulgari, Cartier, Ferragamo, Max Mara and Campanile, ...) Onze favoriete winkelstraat = De Via del Corso en de vele zijstraatjes.Winkelen is niet mijn geliefkoosde bezigheid/specialiteit … daarom is dit lijstje wel erg kort!
☺
En nog veel veel andere zaken in Roma … Zo heb ik bvb voor een eerste bezoek aan Roma de Vaticaanse musea, de Sixtijnse kapel, de Stanzen van Rafaël, San Pietro in Vincoli en nog een massa andere interessante en zeer mooie zaken niet op bovenstaande hoofdlijst geplaatst. Maar ja, een mens moet keuzes kunnen maken. Af en toe eens door een of andere wijk van Roma ronddolen (bvb. De wijk Trastevere), slenteren langs de Tiber (Tevere,) een lekkere ijs bestellen of een heerlijke capucino, winkels bekijken in de Via del Corso (tussen piazza Venezia en de piazza del Popolo), of met een glimlachje de prijzen bekijken in de etalages van Armani en konsoorten in de via Condotti …dat moet toch ook af en toe op het programma staan. De rest van de bezoeken doe je dan maar de tweede, derde, … keer dat je naar Rome zal trekken! ☺ Je kan nog altijd schilderijen en beelden gaan bekijken in Parijs, Madrid en Londen, … maar ‘ Roma’ … kan je alleen maar … in Roma zien ☺ In Roma kan je in 1 week niet alles zien, laat staan in drie dagen. Het best kan je op de kaart van Roma aanduiden wat je absoluut zou willen zien en dan groepeer je zoveel mogelijk bezienswaardigheden die je in 1 voormiddag of namiddag kan bezoeken . Dit bespaart je veel verplaatsingstijd. Jakker je niet af (zoals ik de eerste maal zelf in Roma gedaan heb ☺) Geniet van je eerste keer … en ga , wanneer het je bevalt … nog eens terug !
28
… en in de wijde omgeving ! bvb VILLA ADRIANA (in Tivoli) Eerder een kleine stad dan een villa http://sights.seindal.dk/sight/901_Hadrians_Villa.html
VILLA D’ESTE mooie tuin en een massa fonteinen (In Tivoli)
http://www.villadestetivoli.info/indexe.htm
Frascati
MAAR DAT IS VOOR EEN VOLGENDE KEER.
29
En nu een beetje praktische info Aankomst luchthaven ‘Leonardo da Vinci’ Na het uitstappen wandel je een paar honderd meter naar de ruimte waar je de bagage van een ‘lopende band’ kan halen. Er zijn verschillende ‘banden’. Erboven staat telkens vermeld om welke vlucht(en) het gaat. Dan kom je in de aankomsthall, ga niet naar buiten. Ga naar rechts en volg de tekens FS (spoorwegen) een paar honderd meter. Rechts van de perrons in de vertrekhall zie je een viertal loketten. Je vraagt “due biglietti per Roma Termini”. Je ticket moet je valideren in de kleine gele toestelletjes die aan het begin van het perron staan. (kaartje gans links in de gleuf steken) Deze rechtstreekse trein noemt “de Leonardo Express”. Kost ongeveer 10 €. De rit duurt een half uurtje. Aankomst in ‘Stazione Termini’ Je komt aan op het uiterst linkse perron, tamelijk ver van de vertrekhall. Zeker een drie à vierhonderd meter. Eens in de hall (let op je portefeuille, handtas … zelfs voor kinderen van nog geen 10 jaar oud!) zie je onmiddellijk rechts een krantenwinkel. Daar kan je metroticketten aanschaffen EN ook je kaartjes om terug naar Fiumicino (Leonardo da Vinci luchthaven) te gaan de laatste dag !! Dit vermijdt het aanschuiven aan de loketten (op niveau -1). (due biglietti per Fiumicino) . Hier kan je SOMS ook postzegels kopen … niet altijd. Postzegels vinden in Roma is een dik probleem. Metro(politana) Er zijn 2 plaatsen waar ik mijn metroticketten koop. De krantenwinkel in het station Termini en de krantenwinkel in het metrostation Coloseo (juist links in de hoek wanneer je boven komt aan de uitgang) Er zijn drie soorten metroticketten. Geldig op bus-metro-tram 1/De BIT = 75 min. geldig – 1€ (?). 2/ Dan heb je de BIG – ganse dag geldig. 3/ En tenslotte is er de kaart voor 7 dagen de BIS. Deze 2 laatste ticketten moet je slechts EEN keer in de stempelautomaat steken. – maar niet vergeten er je naam en geboortedatum op te noteren Vanaf ongeveer 3 ritten per dag is het handiger en iets goedkoper om een BIG te nemen in plaats van telkens een BIT. Met een BIG heb je een week lang geen problemen meer. … want soms werkt de ticketautomaat niet … soms zijn er geen ticketten meer in de winkeltjes.
30
Er zijn 2 metrolijnen = de linea A (rood) en de linea B (blauw)
Voor een bezoek aan de Sint Pieter neem je metro "linea A" richting Battistini. Afstappen = Ottaviano/S.Pietro en dan nog een dikke tien min. wandelen. Terugkeer = neem de richting Anagnani Je kan op het grote plein voor het station ook de bus 64 nemen ... maar wel goed op je zaken letten. Dat is het gauwdievenbusje. Indien er teveel volk opzit , dan wacht je maar op een volgende, er rijden er veel. Deze bus stopt wel vlak voor de Sint Pieter !! De ticketten voor de metro en de bus of tram zijn dezelfde !!! Met een BIG mag je zowel op de ene als op de andere springen in de loop van de dag. Voor een bezoekje aan het colosseum neem je de linea B, richting Je stapt af aan "Colosseo" - Terug richting Rebibbia.
31
Laurentina.
Terugvlucht Koop je treinticketten in de krantenkiosk die ik bij de aankomst beschreven heb. De treinen rijden ongeveer 10 voor het uur en 10 voor het halfuur. Maar ik heb hem nooit echt op tijd weten vertrekken. Soms heb je geluk en kan je veel vroeger vertrekken omdat … de vorige trein veel te laat is binnengekomen en dus ook weer veel later kan vertrekken. Openingsdagen Raadpleeg de reisgids. Veel zaken zijn de maandag dicht, sommige de dinsdag. Pickpockets Neem niets waardevols mee tijdens de uitstappen! Geen grote sommen geld en verspreid het over verschillende tassen en zakken. Let vooral op in tjokvolle stadsbussen (bvb lijn 64 naar St. Pieters), in de metrowagons, en overal waar je tussen veel volk staat, bvb aan de Trevi-fontein. Mijn creditcards verberg ik altijd in mijn koffers die in het hotel staan evenals mijn identiteitskaart.De laatste 2 jaar heb ik er minder gezien … zigeunerkinderen … soms met, soms zonder moeder, in groepjes of alleen. Wees op je hoede !! Zeker als ze rond je komen staan. Soms staan ze met een kartonnen bord dicht bij je staan. Jouw aandacht is op dat kereltje/meisje gericht met het kartonnen bord en … ondertussen staan er anderen achter jou je zaken te pikken. Laat ze gewoonweg niet dicht bij je komen ! Ze zijn op dat vlak slimmer dan jij !!! Onthoud de uitdrukking die van pas kan komen = VAI VIA (rot op, ga weg)Dames dragen hun tas best over de schouder, maar niet langs de kant van de straat! Toegangsprijzen musea De toegangsprijzen zijn tamelijk fors … dikwijls rond de 10€ ! Wanneer je per dag een paar bezoekjes aflegt en dan nog ’s avonds eens lekker wilt eten en drinken … dan mag je om de drie dagen gaan tanken aan de bankautomaten ☺ Shoppen Via del Corso = onder andere bvb ‘La Rinascente’ (mooie winkel In de Via del Corso ter hoogte van de Piazza Colonna) , Zara, ... Ga ook eens wandelen in de zijstraatjes.Straatjes rond de Campo dei Fiori Eten en drinken Roma is een dure stad. Zeker in het toeristisch centrum. Daar kan een lekkere koffie je wel 3,5 € kosten. In de zijstraatjes even voorbij Sint Jan in Lateranen is de prijs meer dan gehalveerd. De kraampjes die je aan bijna alle toeristische plaatsen ziet staan zijn ook te mijden. Nergens staan de prijzen vermeld, … uit pure schaamte ? ☺ . Een paar jaar geleden vroeg een kerel aan het Coloseo me 3€ voor een klein flesje mineraalwater. Ik ben dan maar naar het fonteintje gelopen naast de metro-uitgang, gratis en even lekker. Je kan goedkoop eten in de ‘Autogrill’-self-restaurants (voorheen ‘Ciao’) halfweg de Via del Corso (nr. 181), in de stazione Termini, op de luchthaven Fiumicino, Terminal B .. Eentje dat we ook regelmatig bezoeken = Trattoria Taverna dei Quaranta in de Via Claudia 24, een straat die uitgeeft op het Colosseo (aan de oostkant) – Er zitten veel meer Italianen dan toeristen … altijd een goed teken ☺ Terrasjes Als je op een terrasje gaat zitten is de consumptie een dik pak duurder dan wanneer je iets bestelt aan de bar zelf … maar dan moet je daar dan ook blijven staan. Je zal onder je voeten krijgen wanneer je een consumptie bestelt aan de bar en die dan meeneemt om op het terrasje te gaan zitten.
A.D. 2004
“Rare jongens die Romeinen !” ☺
32
De belangrijkste buslijnen
33
34
Aanvulling en weetjes 2009 2008 Nieuwe regeling Forum Romanum – Coliseo - Palatino http://spqr.web-log.nl/spqr/2008/03/nieuwe-regels-o.html Wie recent in Rome was, heeft het wellicht zelf al gemerkt: sinds begin deze maand is de toegang tot het Forum Romanum betalend geworden. Nu, dat is niets nieuw. Een aantal jaren geleden was dat ook het geval en het is eigenlijk altijd nogal vreemd geweest dat een dergelijke archeologische site vrij toegankelijk was voor elke bezoeker, terwijl je voor een wandeling op de Palatijnse heuvel bijvoorbeeld wél moest betalen. Vanaf nu moet je 11 euro (volle prijs) neertellen voor een bezoek aan het Forum Romanum. In die prijs is echter je ticket voor het Palatijn en een bezoek aan het Colosseum inbegrepen. Het toegangsbewijs is na ontwaarding 48 uren geldig. Je hebt dus de tijd om alle sites rustig te bezoeken. Een bonus is zelfs dat er in het Colosseum tegenwoordig altijd wel een extra tentoonstelling te bezoeken is. En op de Palatino is sinds kort het Casa di Augusto te bezoeken (zie Nieuwsbrief van 11 december 2007). Allemaal de moeite waard en over de prijs valt dan ook niet te klagen. Over de praktische organisatie valt wel een boekje open te doen. Een belangrijke wijziging die je meteen moet noteren is dat de ingang naar het Forum Romanum via de Piazza di Campodoglio niet meer kan worden gebruikt. Die vroegere toegang fungeert nu nog enkel als uitgang, je mag hier niet langs binnen, ook niet als je al een kaartje hebt. Een klassiek truukje om de files aan de kassa's van het Colosseum te vermijden was je toegangskaartje te kopen aan de officiële hoofdingang van de Palatijnse heuvel, aan de Via di San Gregorio. Daarmee kon je nadien ook het Colosseum binnen. Dat kan vandaag nog altijd, meer zelfs, het kaartje dat je hier koopt geeft je meteen ook toegang tot het Forum Romanum. Maar het recent opengestelde Casa di Augusto lokt nu al, een paar weken na de opening, zoveel extra volk naar de Palatino dat je ook hier al geluk moet hebben om geen al te lange file wachtenden voor je te hebben. De officiële ingang voor het Forum Romanum bevindt zich langs de Via dei Fori Imperiali, waar tot dusver slechts twee kassa's zijn opengesteld. Dat is te weinig. We kunnen alleen maar angstig afwachten wat hier zal gebeuren zodra er grotere groepen en echt veel bezoekers zullen opdagen. De wachtrijen zijn nu nog niet groot maar het gaat vandaag al niet echt vlot vooruit en de ambtenaren aan de kassa zitten er nog onwennig bij. Een voordeel is in ieder geval ook dat de Palatijnse heuvel nu naadloos aansluit op het Forum en je op eigen tempo het hele gebied kan verkennen. Wie daarin oprecht geïnteresseerd is en wat documentatie binnen handbereik heeft, kan zich daar ongetwijfeld een hele tijd mee bezighouden. Hou er alleszins ook rekening mee dat de toegangsuren gewijzigd zijn. Voortaan gaat het Forum 's avonds veel vlugger dicht.
35
Fresco's Huis van Augustus te bezoeken publiek vanaf 2 maart 2008 Er lijkt de jongste weken geen einde te komen aan de spectaculaire ontdekkingen, nieuwe musea en onverwachte openingen. Francesco Rutelli, de Italiaanse minister van Cultuur, maakte gisteren bekend dat op 2 maart 2008 voor de eerste keer één van de vier fraaie kamers in het voormalige huis van keizer Augustus worden opengesteld voor het publiek. De overige ruimtes volgen daarna geleidelijk en zullen aanvankelijk slechts in groepjes van tien personen mogen worden bezocht. Deze kamers bevinden zich in de oostelijke vleugel van Augustus' verblijf op de Palatijnse heuvel en zijn versierd met fantastische, zeer goed bewaarde fresco's. Ze zijn nog nooit toegankelijk geweest voor het publiek. Zelden was de oudheid zo tastbaar, nooit eerder, ook niet in Nero's Gouden Huis, was de geest van een Romeinse keizer zo nabij. De overige kamers bevinden zich een verdieping lager en behoorden - zo vermoeden de archeologen - tot de meer bescheiden woning waar Augustus verbleef voordat hij keizer werd. Minister Rutelli benadrukt de uitzonderlijke waarde van deze opening die het resultaat is van tientallen jaren werk. De eerste opgravingen en de restauratie van 'la Casa di Augusto' begonnen immers al in de jaren '70. Augustus bleef tot zijn dood wonen in dit eerder eenvoudige huis op de Palatino. Een gedeelte van de woning werd, na een verwoestende blikseminslag, omgebouwd tot tempel voor Apollo. De kamers zijn bedekt met fresco's waarvan grote delen na al die eeuwen intact zijn gebleven. De waarheidsgetrouwe friezen en portretten zijn hoofdzakelijk vervaardigd in de kleuren vermiljoen, oker en smaragdgroen. Het restaureren van de fresco's en de met zuilengangen omgeven tuin heeft tot nog toe zo'n 12 miljoen euro gekost. De werkzaamheden aan het Domus Augustana zijn overigens nog niet afgelopen. En de Palatijnse heuvel vormt een ware archeologische schatkamer. Toekomstige ontdekkingen en verrassingen zijn allerminst uitgesloten en zelfs heel waarschijnlijk. Gaius Julius Caesar Octavianus in het Latijn gespeld als GAIVS IVLIVS CAESAR OCTAVIANVS, bekend geworden als keizer Augustus (Rome, 23 september 63 v. Chr. - Nola, 19 augustus 14 n. Chr.), was de eerste princeps van 27 v. Chr. tot 14 n. Chr. Zijn moeder was een nicht van Gaius Julius Caesar. Na het overlijden van Octavianus' vader hield Caesar zich bezig met de opvoeding van het kind. Julius Caesar adopteerde Octavianus bij testament als zoon en maakte hem tot hoofderfgenaam. De oorspronkelijke naam Gaius Octavius Thurinus werd na zijn adoptie Gaius Julius Caesar (Octavianus). Na de moord op Julius Caesar door Brutus en Cassius in 44 v. Chr., ontbrandde in Rome een hevige machtsstrijd tussen Marcus Antonius (magister equitum - rechterhand - van Caesar), legeraanvoerder Marcus Aemilius Lepidus en de toen 18-jarige Gaius Julius Caesar Octavianus. Zij besloten Rome vijf jaar lang gezamenlijk te leiden als het zogenaamde Tweede Triumviraat. Hierdoor zetten ze in feite de senaat buiten spel. Augustus wilde oorlog en onrust in het Romeinse Rijk vermijden. Hij deed dit ondermeer door wegen aan te leggen waardoor het Romeinse leger snel kon oprukken om opstanden de kop in te drukken. De handelsvloot werd beschermd tegen piraten door Augustus' vloot. Deze vredige periode, die 300 jaar zou duren, werd de Pax Augusta genoemd, naar analogie met de Pax Romana die naar absolute vrede streefde. Augustus vond dat er alleen maar vrede kon heersen in een behoorlijk begrensd rijk dat ten dienste moest staan van een schitterende economische en culturele ontwikkeling. De handel, de industrie en de landbouw namen in deze periode een bijzonder hoge vlucht rond de Middellandse Zee. Keizer Augustus stierf in 14 n. Chr. tijdens een reis naar Campanië. Hij was 76 jaar oud en had 45 jaar geregeerd. Een zelfgeschreven overzicht van zijn daden (Res Gestae divi Augusti) werd als inscriptie voor zijn mausoleum en op andere plaatsen in het Romeinse Rijk aangebracht. Onze maand augustus werd naar deze keizer genoemd. Ook het woord 'oogst' is afgeleid van augustus. Voordat de maand naar keizer Augustus genoemd werd, droeg ze de naam Sextilis, de "zesde maand". 36
Huis van Augustus open voor publiek maar niet geschikt voor het ontvangen van de grote massa In 1961 ontdekten archeologen op de Palatijnse heuvel de eerste resten van wat later het woonhuis van keizer Augustus zou blijken te zijn. Aan de hele site en vooral aan de fresco’s van keizer Augustus’ voormalige villa werd de voorbije drie decennia flink gepuzzeld en geknutseld. Sinds begin deze maand is het Casa di Augusto toegankelijk voor het publiek. Zelden was de oudheid zo tastbaar, nooit eerder, ook niet in Nero's Gouden Huis, was de geest van een Romeinse keizer zo nabij. Augustus bleef tot zijn dood wonen in dit eerder eenvoudige huis op de Palatino. Een gedeelte van de woning werd, na een verwoestende blikseminslag in het jaar 3, omgebouwd tot tempel voor Apollo. De kamers zijn bedekt met fresco's waarvan grote delen na al die eeuwen intact zijn gebleven. De waarheidsgetrouwe friezen en portretten zijn hoofdzakelijk vervaardigd in de kleuren vermiljoen, oker en smaragdgroen. Maar wie deze archeologische parel wil bezoeken, moet wel enkele hindernissen overwinnen. De keizerlijke woning bevindt zich op de Palatijnse Heuvel, in wat nu het archeologisch gebied is tussen het Forum Romanum en het Circus Maximus. In 42 voor Christus kocht Augustus, die toen nog Octavianus heette, op die plek een huis van de patriciër Quintus Hortensius. De door Julius Caesar aangenomen zoon was toen nog geen keizer. Toen hij Caesar opvolgde kocht hij ook de aanliggende panden en maakte van het geheel zijn officiële residentie, waar hij tegelijk woonde en werkte. De nu geopende vertrekken bleven zijn privé-kamers. Het complex is alles samen zo'n 12.000 vierkante meter groot en telt twee verdiepingen. Bij de eerste opgravingen in 1961 werd snel duidelijk dat het ging om de Domus Augusti, waarvan Suetonius melding maakt, al zou het duren tot de jaren zeventig vooraleer men de omvang van de ontdekking begreep. Het uitgraven van de vondst duurde erg lang, omdat in het jaar 3 het huis zwaar beschadigd werd door brand. De latere keizer Domitianus bouwde er een nieuw paleis bovenop. De woonvertrekken van Augustus lagen verborgen onder een flinke laag puin. Drie decennia is er gegraven, gestut en gepuzzeld om de verbrokkelde fresco’s van Augustus' huis weer op hun juiste plaats te krijgen. Het resultaat is adembenemend met tweeduizend jaar oude kleuren die zo helder zijn alsof ze gisteren zijn aangebracht: diep Pompeïaans rood, okergeel en kobaltblauw. Na het trotseren van een - tot nog toe beperkte - file voor het betreden van de Palatijnse heuvel of het Forum Romanum (zoals je recent las moet je sinds kort ook voor deze laatste archeologische park betalen) kan je bij het begin van de Palatijnse heuvel best de geïmproviseerde (lasergeprinte) bordjes volgen. Niemand heeft blijkbaar al tijd gehad om deftige bewegwijzering te voorzien, maar goed. In de Romeinse tijdrekening betekent drie weken helemaal niets. Voor wie zich op de Palatino niet goed kan oriënteren vormen de bordjes in ieder geval een onmisbaar hulpmiddel. In een uithoek van de Palatijnse heuvel word je tegengehouden door een vriendelijke maar kordate wacht: vanaf hier krijg je slechts met kleine groepjes toegang tot de site. Als dat na een kwartiertje lukt (er waren amper 10 wachtenden voor ons) bots je al gauw weer op een tweede beambte. "Slechts vijf mensen per keer signore". Opnieuw wachten dus, tot het eerdere bezoekers belieft zich terug naar de uitgang te begeven. Na nog eens 20 minuten mogen we verder. Het archeologische heiligdom nadert. Maar om je eerste passen in de met mozaiëken en nog steeds zeer kleurrijke tegels versierde kamers te zetten, moet je weeral wachten. Al sta je niet op een saaie plek. Augustus wist waar hij bouwde. Zoals bekend is het uitzicht op Rome vanop de Palatijnse heuvel adembenemend. Je kan je meteen levendig voorstellen hoe Augustus vanuit zijn huis de wagenrennen op het Circus Maximus kon volgen. Het huis staat overigens precies boven de Lupercale, de recent aangetroffen grot waar Romulus en Remus door de wolvin zouden zijn gezoogd. Sinds de presentatie van deze wereldvondst maken Romeinse archeologen onderling ruzie over de vraag of het wel echt de mythische plek is. Feit is dat Augustus zijn huis bouwde op de plaats waar de Romeinen jarenlang de stichter van hun stad Romulus hebben 37
aanbeden. Dat is geen toeval. Augustus deed dat, omdat hij zichzelf, in navolging van Romulus, als de nieuwe stichter van Rome beschouwde: de man die aan de wieg stond van de Pax Romana, de periode van vrede en rust in het Romeinse rijk, die uiteindelijk tweehonderd jaar zou duren. Dan is het grote moment aangebroken. Terwijl je stond te wachten heb je al een paar borden met uitleg kunnen lezen of al eens binnengekeken in één van de kamers die zich achter een dikke glasplaat aan de buitenwereld toont. Als je eindelijk de eerste stappen zet in het Casa di Augusto is dat natuurlijk een openbaring. De eeuwen vallen letterlijk op je neer. Fotograferen is toegelaten als je geen flitslicht gebruikt. Er is niemand die zijn of haar fototoestel niet bovenhaalt. Wat direct opvalt aan de woning is de bescheiden omvang van de vier ruimten. Volgens archeologen past dit in het beeld dat bestaat van de keizer die protserigheid en praal in zijn persoonlijke leven vermeed. De bezoeker betreedt het huis via een hal waarachter zich ooit ook een trap bevond. Naast deze ruimte is de ontvangstkamer die weer geflankeerd wordt door de slaapkamer. De hal heeft een tongewelf dat helemaal opnieuw is nagemaakt en waarop vele fragmenten van de verbrokkelde fresco’s na lang puzzelen zijn teruggeplaatst. In de ontvangst- en eetkamer is het rood van een verpletterende helderheid. In de slaapkamer dansen de nimfen op de muren. Via een metalen buitentrap komt de bezoeker terecht bij de studeerkamer van Augustus. De keizer koos de hoogste kamer met het mooiste uitzicht als zijn studeerplek. Suetonius omschrijft die als een geïsoleerd vertrek op de bovenste verdieping, dat Augustus zijn ‘atelier’ noemde en waar hij zijn toevlucht nam ‘wanneer hij eens rustig wilde werken zonder lastiggevallen te worden’. Na de restauratie heeft dit vertrek weer min of meer zijn oorspronkelijke karakter terug, met helder beschilderde wanden en een booggewelf waarin de overgebleven resten van de plafondschilderingen zijn aangebracht. Recht daaronder ligt een kubusvormige ruimte met wandschilderingen die bijna volledig intact zijn gebleven. Ook hier zijn heel fijn geschilderde ornamenten, vazen, kransen en afbeeldingen van dieren te zien, waaronder zwanen in pastelkleuren. De elegantie waarmee vrouwenfiguren zijn neergezet is ongekend. Het is moeilijk te geloven dat dit vakwerk reeds tweeduizend jaar geleden werd verwezenlijkt. De schilderingen getuigen van het grote kunstenaarschap van de Romeinse artiesten. Een vakmanschap dat later helemaal verloren zou gaan. Pas met de vondst van de vroegere Romeinse villa’s zou deze kunst in de Renaissance weer herleven. Gaius Julius Caesar Octavianus in het Latijn gespeld als GAIVS IVLIVS CAESAR OCTAVIANVS, bekend geworden als keizer Augustus (Rome, 23 september 63 v. Chr. - Nola, 19 augustus 14 n. Chr.), was de eerste princeps van 27 v. Chr. tot 14 n. Chr. Zijn moeder was een nicht van Gaius Julius Caesar. Na het overlijden van Octavianus' vader hield Caesar zich bezig met de opvoeding van het kind. Julius Caesar adopteerde Octavianus bij testament als zoon en maakte hem tot hoofderfgenaam. De oorspronkelijke naam Gaius Octavius Thurinus werd na zijn adoptie Gaius Julius Caesar (Octavianus). Na de moord op Julius Caesar door Brutus en Cassius in 44 v. Chr., ontbrandde in Rome een hevige machtsstrijd tussen Marcus Antonius (magister equitum rechterhand - van Caesar), legeraanvoerder Marcus Aemilius Lepidus en de toen 18-jarige Gaius Julius Caesar Octavianus. Zij besloten Rome vijf jaar lang gezamenlijk te leiden als het zogenaamde Tweede Triumviraat. Hierdoor zetten ze in feite de senaat buiten spel. Augustus wilde oorlog en onrust in het Romeinse Rijk vermijden. Hij deed dit ondermeer door wegen aan te leggen waardoor het Romeinse leger snel kon oprukken om opstanden de kop in te drukken. De handelsvloot werd beschermd tegen piraten door Augustus' vloot. Deze vredige periode, die 300 jaar zou duren, werd de Pax Augusta genoemd, naar analogie met de Pax Romana die naar absolute vrede streefde. Augustus vond dat er alleen maar vrede kon heersen in een behoorlijk begrensd rijk dat ten dienste moest staan van een schitterende economische en culturele ontwikkeling. De handel, de industrie en de landbouw namen in deze periode een bijzonder hoge vlucht rond de Middellandse Zee.
38
Keizer Augustus stierf in 14 n. Chr. tijdens een reis naar Campanië. Hij was 76 jaar oud en had 45 jaar geregeerd. Een zelfgeschreven overzicht van zijn daden (Res Gestae divi Augusti) werd als inscriptie voor zijn mausoleum en op andere plaatsen in het Romeinse Rijk aangebracht. Onze maand augustus werd naar deze keizer genoemd. Ook het woord 'oogst' is afgeleid van augustus. Voordat de maand naar keizer Augustus genoemd werd, droeg ze de naam Sextilis, de "zesde maand". Maar terug naar de Palatijnse heuvel. Uit respect voor de wachtenden, van wie je weet dat ze verderop geduldig staan aan te schuiven, maak je een bezoek aan de vroegere woning van Augustus niet te lang. Hoe interessant dit bezoek ook was, we vrezen de dag dat hier echt grote groepen komen opdagen. De al bij al toch vrij lange wachttijd in drie etappes, zelfs half maart in een relatief kalme periode, en de beperkte toegang tot de Casa di Augusto zullen er helaas voor zorgen dat veel mensen hier op hun honger zullen blijven zitten. Zoals tegenwoordig in Rome steeds vaker het geval is (Sint-Pietersbasiliek, Vaticaanse Musea, belangrijke tentoonstellingen, Colosseum...), geldt ook hier voorlopig slechts één remedie: kom vroeg, heel vroeg. Meer zelfs, probeer bij de eersten te zijn die zich toegang tot het Forum verschaffen en zet meteen koers naar je bestemming. Je ticket (kostprijs: 11 euro) is 48 uur geldig en tegelijk ook goed voor een toegang tot het Colosseum en de Palatino. Rondwandelen kan je dus nog lang genoeg en in deze omgeving is echt te veel te zien om je kostbare tijd zomaar te verprutsen door in lange wachtrijen te staan. Ook al is het dan voor één van de meest opzienbarende Romeinse vondsten in lange tijd.
Michelangelo's ontwerp van koepel San Pietro teruggevonden in de Vaticaanse archieven In de archieven van het Vaticaan is een onuitgegeven tekening van Michelangelo over de constructie van de befaamde koepel van de Sint-Pietersbasiliek in Rome teruggevonden. Dat meldt de avondkrant van het Vaticaan, de Osservatore Romano. In 1546 werd Michelangelo, die toen 72 was, en faam had verworven met talrijke fraaie beelden en de frescoschilderingen in de Sixtijnse Kapel, aangesteld als architect van de basiliek. Hij leidde ook een deel van de bouw van de koepel. De tekening is gemaakt met rood krijt en toont het gedeeltelijke plan van de koepel van de San Pietro. De schets werd gevonden in het archiefgedeelte van het Vaticaan dat gewijd is aan de constructie van de basiliek, en diende om aanwijzingen te geven aan de steenkappers. Dit plan van Michelangelo, die veel tekeningen verscheurd heeft, zou na zijn dood terug zijn opgevist om uiteindelijk dan toch te worden uitgevoerd door de arbeiders. Waarschijnlijk is de één van de laatste, zoniet de laatste, tekening die Michelangelo heeft gemaakt. De eerste steen van de basiliek werd gelegd op 18 april 1506 door paus Julius II. In 1626 was het immense gebouw klaar om ingewijd te worden. In 1505 werd de Florentijn Michelangelo door paus Julius II naar Rome ontboden. Die vroeg, de toen al beroemde beeldhouwer van de Pietá en de David, een reusachtige graftombe voor hem te ontwerpen. De opdracht voor zo'n megalomaan monument was Michelangelo uit het hart gegrepen. De kunstenaar trok spoorslags voor acht maanden naar Carrara om persoonlijk toe te zien op de marmerwinning en liet zo'n honderd ton naar Rome verslepen, een titanenkarwei in die dagen. Maar de humeurige Julius II, ook wel il papa terribile genoemd, veranderde van mening. De graftombe had plotseling geen haast meer - Rome moest eerst in de oude glorie herrijzen - en hij weigerde Michelangelo's vervoerskosten te betalen. De kunstenaar was zo opgefokt dat hij prompt een paard huurde en Rome uitvluchtte. Hij werd achternagezeten door vijf pauselijke ruiters, maar hij was hen te slim af. Michelangelo zwoer nooit nog één voet in het decadente Rome te zetten. Aan een vriend schreef hij dat "anders mijn graftombe eerder zou worden vervaardigd dan die van de paus". Julius II, een man voor wie zelfs kardinalen op hun benen trilden, dreigde met banvloeken, stuurde Michelangelo's vrienden naar Firenze om hem te paaien, en protesteerde bij de Florentijnse 39
republiek, die hem zwaar onder druk zette - "We laten ons niet vanwege u een oorlog in slepen en zetten om u niet de hele staat op het spel. Besluit terug te keren naar Rome" - maar Michelangelo trok er zich niets van aan. Julius II liet het er niet bij. Toen de oorlogszuchtige paus Bologna had heroverd, vroeg hij Michelangelo om op dit neutralere terrein een immens bronzen beeld van hem op te trekken. Michelangelo ging daarop in, tenslotte was Bologna Rome niet, en hij hoopte stiekem dat hij zo alsnog zijn droom, de graftombe, zou mogen realiseren. Michelangelo's beeld van Julius II was ruim vier meter hoog, niet toevallig precies zo hoog als het klassieke ruiterstandbeeld van keizer Marcus Aurelius (Capitool), de norm voor alle bronzen beelden in het zestiende-eeuwse Italië. Michelangelo was amper teruggekeerd naar zijn geliefde Firenze, of hij vond een nieuwe brief van Julius II, nu met het verzoek om het gewelf van de Sixtijnse kapel in Rome met fresco's te beschilderen. Rome mocht dan wel de hoofdstad van het christendom zijn, op het Capitool zwierven in die tijd geiten rond, op het Forum Romanum graasden koeien en op het Circus Maximus werden groenten geteeld. Julius II had het megalomane plan opgevat om Rome weer prestige te geven en had daar heel veel voor over. Hij bood Michelangelo 3.000 dukaten aan, drie keer meer dan het loon voor het bronzen monument. Michelangelo trok niet alleen voor dat geld naar Rome, hij was ook mateloos ambitieus. Donato Bramante, de opperbouwmeester van het Vaticaan en een verklaarde vijand van Michelangelo, had de paus tijdens een diner openlijk ontraden om de plafondschildering van de Sixtijnse kapel aan Michelangelo uit te besteden - hij zag dat liever door zijn vriendjes gebeuren. Die roddel was Michelangelo ter ore gekomen, dus wilde hij bewijzen dat hij het wel kon. Vreemd genoeg, want Michelangelo voelde zich veeleer beeldhouwer dan schilder en het was inmiddels twintig jaar geleden dat hij zich nog - experimenteel - aan een fresco had gewaagd (hij was toen dertien jaar). Frescoschilderen was in die dagen een vak apart en een competitiesport. Het kwam op veel techniek én snelheid van uitvoering aan. Er werd eerst verse pleisterkalk op muren of plafonds aangebracht en die moest meteen nat beschilderd worden. Sommige frescoschilders werkten daarom met beide handen tegelijk. De plafonds van de Sixtijnse kapel gaven bovendien extra problemen: er moest een ingewikkelde steiger voor worden ontworpen - het voorstel van architect Bramante veegde Michelangelo van tafel - en de perspectief op gewelfde muren vroeg een andere aanpak dan op platte muren. Michelangelo had met geen van beide ervaring. Door de vereiste snelheid was frescoschilderen meestal groepswerk, terwijl Michelangelo een verstokte, nurkse individualist was. Voor Michelangelo was alles dus gloednieuw. De kans dat hij zou mislukken was dus immens groot. Vier jaar lang zou Michelangelo met de Sixtijnse kapel worstelen. Tegelijk probeerde hij zijn vader en zijn (luie) broers in Firenze te onderhouden en maakte hij voortdurend ruzie met zijn assistenten of met de paus - die ranselde hem een keer af met een stok, omdat Michelangelo niet snel genoeg opschoot. Ik leid een ellendig bestaan, jammerde de kunstenaar tegen zijn vader, die hem bovendien bestolen had, "ik word afgemat door reusachtig gezwoeg en duizend bekommernissen. En zo leef ik nu al zo'n vijftien jaar, en nooit heb ik een gelukkig uur gekend''. Waar of niet, tot vandaag genieten we nog altijd van Michelangelo's fraaie, kunstzinnige nalatenschap. Alleen al zijn werk maakt een reisje naar Rome reeds meer dan de moeite waard.
40
Oude Rome komt virtueel tot leven op nieuwe website 'Rome Reborn' Experts uit alle hoeken van de wereld hebben deze week de meest uitgebreide en complete simulatie van een oude stad voorgesteld en laat die herleven zoals de stad was op het hoogtepunt van haar macht. Het gaat natuurlijk om Rome! Dankzij dit initiatief van de universiteit van Virginia herleeft het Oude Rome in al zijn glorie nu virtueel op het internet. Rome Reborn of het herboren Rome, is het geesteskind van professor Bernard Frischer. De gloednieuwe site toont de stad Rome op het hoogtepunt van haar macht in het jaar 320 na Christus toen de stad onder Keizer Constantijn was uitgegroeid tot een metropool met rond de 1 miljoen inwoners. Ze reconstrueert 7.000 gebouwen van een levendige, kosmopolitische stad van ongeveer één miljoen inwoners. De simulatie 'Rome reborn' kostte 1,5 miljoen euro. Er werd tien jaar aan gewerkt door een internationaal team van archeologen, architecten en computerspecialisten van de Universiteiten van Virginia en California, in samenwerking met onderzoeksinstituten uit Italië, Duitsland en Groot-Brittannië. Het model van Frischer is gebaseerd op antieke kaarten, en gedetailleerde gegevens over gebouwen waaronder herbergen, privéhuizen, pakhuizen, appartementsgebouwen, bakkerijen, en zelfs bordelen in allerlei literatuur. Maar er is ook gebruik gemaakt van foto’s van maquettes, zoals de bekende Plastico di Roma Antica, het levenswerk van de Fransman Paul Bigot, die het Oude Rome uitvoerde in een maquette van pleisterwerk van 16 bij 17 meter. In het Museo della Civiltà Romana in Rome (EUR) bevindt zich een andere maquette, van de hand van de Italiaanse architect Italo Gismondi. Deze laatste maquette is bijgewerkt tot ca. 1970, terwijl de maquette van Paul Bigot - die in Brussel tot stand kwam omstreeks 1940, - sindsien nooit meer werd bijgewerkt is nogal wat fundamentele fouten heeft, o.a. Circus Flaminius, Crypta Balbi, Saepta Iulia, Porticus Aemilia enz. De posters die je in de Romeinse souvenirwinkels kan kopen, tonen (delen van) de maquette van Gismondi. Het bezoeken van het virtuele Oude Rome zou er volgens Frischer moeten toe bijdragen dat toeristen die nu een kijkje nemen bij het Colosseum, het Forum Romanum en die nog allerlei andere ruïnes in de stad bezoeken een veel beter begrip hebben van hoe een stad als Rome in elkaar stak en hoe het leven in die stad toen verliep. Bezoekers die op stap gaan in het virtuele Rome, kunnen zelfs meer dan de oude Romeinen. Ze kunnen door de ingewanden van het Colosseum kruipen, tussen de leeuwenkooien sluipen en primitieve liften gebruiken. Of ze kunnen naar de top van een triomfboog vliegen om er in detail de basreliëfs te bekijken. Dankzij laserscans van het huidige Rome en advies van archeologen, hebben experts bijna de volledige stad herbouwd. Daarvoor hebben ze dezelfde computerprogramma's gebruikt waarop architecten een beroep doen om nieuwe ontwerpen te maken. De simulatie reconstrueert het interieur van zo'n dertig gebouwen, waaronder de Senaat, het Colosseum en de basilica die door keizer Maxentius werd gebouwd. Met alles erop en eraan, inclusief fresco's en versiering. Op basis van het advies van een team archeologen konden de experts de beelden en monumenten voorstellen zoals ze er zouden uitzien zonder de donkere vlekken veroorzaakt door de vervuiling. Ze slaagden er ook in 'met grote waarschijnlijkheid' gebouwen te reconstrueren die nu ruïnes zijn. Onder meer ook de tempel van Venus en Roma. Het programma leent zich tot wetenschappelijke experimenten, bijvoorbeeld om de bezoekerscapaciteit van de oude gebouwen vast te stellen. Het wordt ook een nieuwsoortige databank waarop telkens aanvullingen geregistreerd worden over Romes antieke wonderen. Bovendien kan het van pas komen voor toeristen en studenten die de stad bezoeken. "Dit is de eerste stap in de creatie van een virtuele tijdsmachine", verklaart Frischer. "Onze kinderen en kleinkinderen zullen die gebruiken om de geschiedenis van Rome te bestuderen, en van veel andere grote steden over de hele wereld". Delen van de simulatie kunnen op het internet geraadpleegd worden. Frischer zegt dat er gesprekken lopen om de volledige simulatie beschikbaar te stellen via Second Life.
41
“Dankzij deze website zijn we in staat om mensen mee te nemen naar de kelders onder het Colosseum, en kunnen we hen bijvoorbeeld laten zien hoe ze destijds de wilde dieren met een soort liften naar boven brachten”, aldus nog Frischer. Omdat het project Rome Reborn 1.0 werd gedoopt, is de kans groot dat de website in de toekomst nog zal worden uitgebreid en dat er bij een tweede versie nog meer fraais te verwachten valt. In april volgend jaar zal een groep privé-ondernemers een theater openen nabij het Colosseum, waar interactieve 3D-animaties te zien zullen zijn op basis van de simulatie. In die animaties zullen, anders dan in het origineel, duizenden personages figureren. De informatie waarop die personages gebaseerd zijn, werd gehaald uit skeletten en andere archeologische vondsten in Rome en Italië. www.romereborn.virginia.edu
Nieuwe metrolijn C - Auditorium van keizer Hadrianus ontdekt De bouw en de voorbereiding van Metrolijn C in Rome is al enkele jaren volop aan de gang. Op vele plaatsen in de stad (er zijn meer dan dertig nieuwe haltes voorzien) gebeuren archeologische steekproeven maar de vondsten zijn zo talrijk dat nu al vast staat dat de metrorealisatie veel vertraging zal oplopen. Het aantal kunst- en gebruiksvoorwerpen dat inmiddels al werd opgegraven is haast niet meer te tellen, en nu werd onder Piazza Venezia ook het auditorium van keizer Hadrianus ontdekt. De identificatie van het ontdekte gebouw is volgens de archeologen "een meer dan waarschijnlijke hypothese", gezien de specifieke structuur van het complex en de verwijzingen ernaar in oude teksten. De bovenste verdiepingen zijn wel afgebrokkeld, waarschijnlijk tijdens een aardbeving. De nieuwe metrolijn loopt dwars door de stad en met haltes zoals Chiesa Nuova en Venezia is dat om archeologische moeilijkheden vragen. De voorziene halte op de Largo di Torre Argentina is al afgevoerd omdat al van bij letterlijk de eerste spadesteken de hoeveelheid archeoligische vondsten gewoon te groot was. Bovendien zou men er teveel ondergrondse structuren beschadigen. De volledig nieuwe route zal een aanzienlijk deel van de stad ook per metro bereikbaar maken, wat de verkeersdrukte bovengronds moet doen afnemen. Het is de lijn waar heel Rome al jarenlang naar smacht. Sinds de Romeinse metro in 1955 werd aangelegd, heeft niemand het tot nog toe aangedurfd om de bekende A- en B-route uit te breiden, hoewel het drukke Rome dat best wel kon gebruiken. De reden van het jarenlange uitstel is duidelijk: geen enkele aannemer durfde beginnen aan nieuwe projecten uit schrik voor het onvermijdelijk stilleggen van de werken wegens archeologische vondsten. Dat probleem is gedeeltelijk opgelost doordat de bouwtechnologie tegenwoordig toelaat dieper te graven dan de Oudheid reikt. Maar er zijn natuurlijk haltes, wat betekent dat je regelmatig bovengronds moet komen. Met haltes zoals Chiesa Nuova en Venezia weet je als archeoloog wel wat je dan te wachten staat. Voor metrolijn A is er destijds een sleuf dwars door de stad gegraven waarbij alles wat zich op het traject bevond, gewoon werd vernield. Lijn B is al niet veel subtieler aangelegd. Maar voor lijn C zal de stad niet worden afgegraven. Van noord tot zuid zal de metro op een diepte van twintig tot dertig meter worden geboord, onder de archeologische bodemlagen door die meestal niet veel dieper dan vijftien meter reiken. Alleen daar waar metrostations moeten komen en de passagiers bovengronds zullen komen, moet men door de resten van de oude stad omhoog en zal er schade worden aangericht. De archeologische onderzoeken zijn dus enkel nodig voor de trappenhuizen van de metro en de luchtkanalen. Maar in Rome ligt op haast elk niveau een archeologische verrassing te wachten. Het aanleggen van een metrolijn in een historische stad zoals Rome mag voor een aannemer dan een nachtmerrie zijn, voor een archeoloog is geen mooiere locatie denkbaar. Op de toekomstige haltes van de nieuwe metrolijn, op de geplande in- en uitgangen, zijn er al drie jaar archeologische 42
peilingen bezig. Die leverden al veel spectaculaire vondsten op. Er zijn al vele honderden boxen gevuld met kostbaar archeoligisch materiaal en dat moet nu allemaal gecatalogeerd en omschreven worden. Een immens werk, waar voorlopig geen einde aan zal komen. Neem nu Piazza Venezia. Vlakbij bevindt zich het Forum Romanum en het Palatijn, met de resten van de Romeinse paleizen. Uit archiefonderzoek is al gebleken dat zich onder de Piazza Venezia nog een heel netwerk aan oude Romeinse straten bevindt die absoluut moeten worden vermeden door de graafmachines. Men hoopt dat dit lukt door de metro-uitgang vlak bij het Vittoriano te plaatsen, omdat bij de constructie van dit monument voor koning Victor Emanuel II alles onder de grond toch al werd vernietigd. Nadat eerder centraal op Piazza Venezia met succes werd gegraven, is men momenteel bezig aan de rand van het plein. Daar is nu het auditorium of de school van Hadrianus ontdekt. Tijdens een eerste proefboring, in april 2008, ter hoogte van de Santa Maria di Loreto, werd al duidelijk dat hier iets spectaculairs verborgen zat. Men dacht meteen aan de ingang van een openbaar gebouw uit de keizertijd. Inmiddels werd duidelijk dat het om de befaamde "universiteit" van Hadrianus ging, die hij in 133 liet bouwen, met de bedoeling wetenschappers, filosofen, dichters, politici met elkaar te laten debatteren en om sprekers hun visie te laten geven op bepaalde actuele onderwerpen. Een soort school of club voor de bevordering van kunst en cultuur als het ware. De eerste sporen, een dubbele trap, bevonden zich niet dieper dan vijf meter in de grond. Waarschijnlijk gaat het om de zitbanken. Vanop het Vittoriano zie je duidelijk de vorm van de rechthoekige kamer. In het midden, waar de sprekers zich vermoedelijk bevonden, bevinden zich gele strips op de granieten vloer. Het gaat overigens om dezelfde vloer die Hadrianus liet gebruiken voor de bouw van zijn bibliotheken aan weerszijden van de zuil van Trajanus, op zowat vijftig meter afstand van het nu ontdekte auditorium. De vloeren bevonden zich allemaal op hetzelfde niveau. Het auditorium van Hadrianus stond bekend als het Athenaeum, genoemd naar de stad Athene, die op dat moment werd beschouwd als het centrum van cultuur. Deskundigen menen dat de zaal geschikt was voor zowat 200 personen. Hadrianus wilde met zijn initiatief opnieuw de traditie van openbare spreekbeurten, conferenties en poëziewedstrijden lanceren, net zoals dat eerder gebeurde in het oude Griekenland. Reeds gedurende zijn opleiding als jongeman in Rome, had Hadrianus een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Hij sprak liever Grieks dan Latijn en was goed vertrouwd met de Griekse filosofie. Het is nog niet duidelijk wat er met de ontdekking zal gebeuren. Het is mogelijk dat ze geïntegreerd wordt in de metrohalte ofwel wordt het meteen onderdeel van een nieuw archeologisch museum, zoals er ook ter hoogte van het Colosseum al eentje gepland is. Sommigen pleiten ervoor de metrohaltes allemaal in te richten als 'museumportalen', waar men aan het publiek de oorspronkelijke muren en atria kan tonen, samen met de vondsten die er werden gedaan. Op die manier leg je ook de link met de moderne stad, menen voorstanders van dit idee. Anderen willen enkele nieuwe archeolgische musea openen. Alleen al met de vondsten van de jongste paar jaren zijn die moeiteloos te vullen. Tot de grotere ontdekkingen als gevolg van de metrowerken behoren diverse Romeinse woningen en tavernes, een oud paleis, het gymnasium van Nero, de bedding van een kanaal dat de Campo Marzio kruiste en verbonden was met de Tiber en een tot dusver onbekend deel van de Aurealiaanse muur. Er werden ook bewijzen gevonden van menselijke aanwezigheid tijdens het vroege Bronzen Tijdperk (3000-2000 voor Chr.). De talrijke vondsten zullen het in gebruik nemen van de nieuwe metrolijn onvermijdelijk vertragen. Het eerste gedeelte van de nieuwe ondergrondse, tussen Pantano en Parco di Centocelle, zou tegen het einde van 2010 moeten klaar zijn, het gedeelte tussen Centocelle en San Giovanni in 2013. Het stuk Amba Aradam en de halte Colosseum is voorzien in 2014. Het zou al erg mooi zijn indien die termijnen worden gehaald. Maar wat de verbinding vanaf het Colosseum, richting Mazzini, nog aan verrassingen zal opleveren, is een vraag die momenteel niemand in Rome durft beantwoorden. En dan spreken we nog niet van Lijn D, die het noordoosten van de stad moet verbinden met de EURwijk, een route van zowat 22 km lang, goed voor 22 stations. De Romeinse archeologen mogen in de toekomst nog een tandje bijsteken. 43
De Metropolitana di Roma bestaat momenteel uit slechts twee lijnen: A en B, die, hoewel ze niet tot in het stadshart doordringen, toch veel bezienswaardigheden in Rome vlot bereikbaar maken. Het is alleszins de snelste manier om van de ene kant naar de andere kant van de stad te reizen. Het enige kruispunt van deze beide lijnen is Stazione Termini . De metrostations zijn herkenbaar aan een vierkant, rood bord met een witte 'M'. In 1942 zou de wereldtentoonstelling worden gehouden in Rome. Om de bezoekers snel te vervoeren, besloot de Italiaanse regering een metrolijn te bouwen van Stazione Termini naar de geplande expositieterreinen in het zuiden van de stad. In 1938 werd begonnen met de bouw. Door de politieke situatie en de daaropvolgende Tweede Wereldoorlog kwam er zowel van de tentoonstelling als de metro niets terecht. De werken werden uitgesteld en pas op 10 februari 1955 werd metrolijn B geopend tussen Stazione Termini en Laurentina, in de huidige wijk EUR (Esposizione Universale di Roma). De opening gebeurde door Luigi Einaudi. Het gedeelte Termini-Rebibbia is geopend op 8 december 1990.
Google laat het Oude Rome in 3D herleven De bekende webserviceprovider Google presenteert zeer binnenkort een fantastisch project. Iedere echte Romeliefhebber (m/v) heeft er ongetwijfeld al eens van gedroomd een blik te kunnen werpen in de oudheid. Dankzij een gloednieuw project van Google Earth komt die droom weer een stukje dichterbij. Met het gratis programma Google Earth, zoals we dat nu kennen, kan je elke plaats op aarde bekijken via satellietbeelden, kaarten en 3D-gebouwen. Je kan tegenwoordig zelfs de sterrenstelsels in het heelal verkennen. Je kan gedetailleerde geografische inhoud bekijken, de plaatsen die je hebt bezocht opslaan en die delen met andere gebruikers. Maar binnen enkele dagen komt er nu een erg interessant onderdeel bij. Dankzij een samenwerking met het project Rome Reborn (zie ons bericht van juni 2007) kan je binnenkort over en doorheen het Rome uit de Oudheid zweven, binnenwandelen in beroemde gebouwen en talrijke locaties in 3D bezoeken, waaronder het Forum Romanum, het Colosseum, enz. Daar komt nog bij dat je bij het aanklikken van de gebouwen en locaties ook meer uitleg krijgt over wat je ziet. Het is een droomprogramma dat het Oude Rome opnieuw tot leven brengt en enigszins bevattelijk maakt. Rome is de eerste stad die Google op deze manier onder handen neemt. Meer dan een jaar geleden maakten we reeds melding van het 'Rome Reborn Project', dat toen pas gelanceerd was. Het gaat om een initiatief van de universiteit van Virginia en het project is het geesteskind van professor Bernard Frischer. De bedoeling was een reconstructie te maken van de stad Rome op het hoogtepunt van haar macht in het jaar 320 na Christus toen de stad onder Keizer Constantijn was uitgegroeid tot een metropool met zowat 1 miljoen inwoners. Het basismodel van Frischer is gebaseerd op antieke kaarten, en gedetailleerde gegevens over gebouwen waaronder herbergen, privéhuizen, pakhuizen, appartementsgebouwen, bakkerijen, en zelfs bordelen in allerlei literatuur. Maar er werd ook gebruik gemaakt van foto’s van de bekende maquette die je kan bekijken in het Museo della Civiltà Romana in Rome in de wijk EUR. Die maquette werd gemaakt door de Italiaanse architect Italo Gismondi en bijgewerkt tot ongeveer 1970. Afdrukken ervan zie je vaak op posters en prentkaarten in de Romeinse souvenirwinkeltjes. Het bezoeken van het virtuele Oude Rome zou er volgens Frischer moeten toe bijdragen dat toeristen die nu een kijkje nemen bij het Colosseum, het Forum Romanum en die nog allerlei andere ruïnes in de stad bezoeken, een veel beter begrip krijgen van hoe een stad als Rome in elkaar stak en hoe het leven toen in die stad verliep. Was de universitaire versie 1.0 van het Reborn-project al best aardig, dan wordt de combinatie van versie 2.0 en de technologie van Google Earth pas echt leuk om te zien en te gebruiken. Rome is de eerste antieke stad die door Google driedimensionaal zichtbaar wordt gemaakt. Veel hedendaagse steden zoals Miami, Boston en München zijn via Google Earth reeds driedimensionaal te bekijken, 44
maar de Italiaanse hoofdstad is de eerste historische representatie die in 3D te zien is. De stad is als laag bovenop de beelden van Google Earth gezet. Meer dan zesduizend (!) originele gebouwen zijn nagemaakt en te bekijken alsof je door het Rome van de oudheid loopt. De gebouwen zijn uiteraard duidelijk digitaal nagemaakt, maar geven toch een indrukwekkend en realistisch beeld van het oude Rome. Elf gebouwen zijn ook van de binnenzijde te bekijken, zoals de tempel van Venus en de gladiatorenschool Ludus Magnus. Sommige interieurs zijn zeer gedetailleerd weergegeven. De gebouwen zijn in twee klassen verdeeld. Van de klasse 1 gebouwen (een veertigtal) is bij wetenschappers erg veel bekend. Ze zijn in Google Ancient Rome dan ook zeer gedetailleerd weergegeven, bij sommige zie je zelfs de marmeren vloeren. Je kan bijvoorbeeld ook een kijkje nemen in de kelders onder het Colosseum en zien hoe de Romeinen destijds de wilde dieren met een soort lift naar boven brachten. Het Colosseum is uiteraard het grootste bouwwerk dat je kan bezoeken. Van de bouwwerken uit klasse 2 is veel minder geweten en soms moet er een beetje worden geraden hoe ze er precies hebben uitgezien. Ook heel knap is dat je tijdens je zwerftocht door Rome op tal van raakpunten venstertjes kan openen met historische informatie over wat je ziet. Er zijn nu al meer dan 250 plaatsen in de stad waar je extra info kan oproepen. Een eerste klik geeft eenvoudige basisinformatie, een tweede klik toont uitgebreidere informatie, waaronder een topografische encyclopedie, oude literaire bronnen en detailkennis over gebouwen. Maar opgepast: net als Vasi's Grand Tour (http://vasi.uoregon.edu/index.htm) waarover we enkele weken geleden hebben bericht, is ook Google Ancient Rome een webtoepassing waarmee je vele uren kan bezig zijn. Voor een Romeliefhebber is dit dus ongetwijfeld gevaarlijk en verslavend materiaal. U bent dus gewaarschuwd! Download hier gratis Google Earth. Heel binnenkort zal de extra applicatielaag 'Het Oude Rome in 3D' beschikbaar zijn. Na het downloaden dient u het programma nog te installeren op uw pc. http://earth.google.com/intl/nl/rome/ (op bovenstaande site kan je alvast ook een filmpje bekijken dat bondig toont wat de mogelijkheden zoal zijn) www.archart.it (de maquette)
December 2005 - Instortingsgevaar dreigt voor de Domus Aurea De Domus Aurea of het Gouden Huis, de resten van het prestigieuze paleis van de Romeinse keizer Nero in Rome, werd gesloten omdat men vreest dat ze zal instorten. Het plafond en de muren van het ondergrondse Gouden Huis zijn fel beschadigd door de vele regenbuien van de afgelopen weken. Eerder dreigde zelfs de Tiber voor het eerst in ruim vijftig jaar boven de hoge dammuren de stad in te stromen (zie Nieuwsbrief van 30 november). Het Italiaanse ministerie van Cultuur raamt de noodreparatie van Nero's voormalige paleis op zo'n vijf miljoen euro, maar archeologen vrezen dat er minstens 130 miljoen euro nodig is. De vroegere keizerswoning telt in totaal zo'n 200 kamers, waarvan vele zijn versierd met waardevolle fresco's. Het Gouden Huis stond vlakbij de plaats waar nu het Colosseum staat, aan de 45
Via della Domus Aurea - Giardini di Colle Oppio. De Domus Aurea (Latijn voor Gouden Huis) werd gebouwd voor de Romeinse keizer Nero tussen 64 en 68 na Christus. Nero liet het paleis bouwen na de grote brand in 64, waarvan het overigens vrij onzeker is dat hij die zelf heeft laten aansteken. Sommigen beweren dat dit gebeurde om de stad te ontdoen van bepaalde, ongezonde wijken, zodat op die manier plaats werd gemaakt voor nieuwbouw. Anderen houden het op een gewoon ongeluk. In de dichtbevolkte stad van die tijd ontstonden wel vaker branden en brandjes. Het paleis, gebouwd van baksteen (en niet van marmer, zoals weleens wordt beweerd) werd versierd met bladgoud, waar het geheel zijn naam aan dankt. De Domus Aurea bestond eigenlijk uit een hele reeks villa's en paviljoenen, waartussen kunstmatig gecreëerde bossen en velden lagen. In het centrum van het complex lag een groot meer. Het terrein werd ook wel rus in urbe (platteland in de stad) genoemd. Nero liet door Zenodorus, een Griekse beeldhouwer, een 37 meter hoog standbeeld van hemzelf maken, gekleed als de zonnegod Apollo (de Colossus Neronis), en plaatste het vlakbij de hoofdingang van het paleis. Daaraan zou dan weer het Colosseum zijn naam te danken hebben. De Domus Aurea werd waarschijnlijk alleen gebruikt voor feesten en orgieën, want tussen de kamers van het complex werden tot nog toe geen slaapkamers ontdekt. Na Nero's zelfmoord in 68 werd het paleis binnen een decennium ontdaan van het bladgoud, het marmer en ivoor. De keizer had zich niet geliefd gemaakt en onderging na zijn dood de damnatio memoriae, waarbij de Romeinen probeerden de herinnering aan een bepaald persoon compleet uit te wissen. De Domus Aurea werd onder een heuvel puin bedekt. Uiteindelijk werden de thermen van Titus in 79 over het complex heen gebouwd. De Domus Aurea bleef verborgen tot de 15de eeuw, toen een Italiaan per ongeluk door een spleet in de Aventijnse Heuvel in de ondergrondse gangen terechtkwam. De Domus Aurea ligt in de nabijheid van het Colosseum, dat destijds een kunstmatig meer was, waarop Nero toen uitzicht had. Het Domus Aurea werd voor het eerst gedeeltelijk opengesteld voor het publiek op 23 juni 1999. Dat werd gevierd met een vertoning van de film Quo Vadis op een zeer groot scherm op de Piazza del Popolo. Dat gebeurde in aanwezigheid van Nero-vertolker Peter Ustinov. Van de 200 kamers in het huis zijn er zo'n 150 blootgelegd. 32 daarvan waren tot nu met een gids in kleine groepjes en uitsluitend na reservatie te bezoeken. De architecten van het Gouden Huis waren Severus en Celer. Het huis was een stuk groter dan de oppervlakte van het huidige Vaticaanstad en omringd door kilometerslange zuilengalerij. Toen Nero erin kwam zei hij: eindelijk een fatsoenlijk huis om in te wonen! Overigens had Nero grootheidswaan en heeft hij Rome ooit nog willen omdopen tot Neropolis. Lang heeft hij echter niet genoten van zijn nieuwe Gouden Huis: in 68 pleegde Nero zelfmoord, daarbij geholpen door zijn slaaf Epafroditus. Op het terrein lagen ook nog vijvers, wijngaarden, tuinen en bossen met exotische dieren. Op vijvers werden drijvende banketten gehouden, aan de oevers lagen in bordelen jonge vrouwen en knapen. De volledige gevel was met goud bekleed. Binnenin was alles versierd met goud, ivoor, parelmoer en edelstenen. De eetzaal (de Sala Ottagonale) had een plafond van gesneden ivoor dat meedraaide met de stand van de zon en van waaruit bloemen en parfum over de gasten konden worden verstoven. Keizer Vespasianus liet na Nero's dood op de plek van één van de vijvers het Colosseum oprichten. Zijn zoon Titus bouwde later thermen op het terrein en woonde in een gedeelte van het huis. Na een brand in 104 liet Trajanus op de resten zijn eigen thermen bouwen door Apollodorus van Damascus, die ook al het Forum van Trajanus bouwde. In 1998 werden in de Thermen van Trajanus nog een aantal onbekende fresco's en mozaïeken ontdekt die eveneens afkomstig zijn uit Nero's vroegere Gouden Huis. En nog recenter, in 2004, legde men bij opgravingen een groot mozaïek bloot. Dit stelt een tafereel voor, dat met de wijnoogst heeft te maken. PS Herstellingswerken zijn voorbij . Domus Aurea is opnieuw te bezichtigen.
46
Legendarische eetkamer van keizer Nero ontdekt Archeologen hebben in Rome meer dan waarschijnlijk de beroemde en in de oudheid vaak geciteerde eetkamer van keizer Nero ontdekt. Die kamer, door verhalen en schrijvers uit de oudheid overgeleverd als een ingenieuze plek die 24 uur per dag zeer precies mee bewoog met de omwenteling van de aarde en die op het plafondgewelf vermoedelijk ook bepaalde sterrenstelsels en astronomische symbolen toonde, werd gesitueerd in de Domus Aurea, het enorme Gouden Paleis van Nero. De ontdekking gebeurde echter op de Palatijnse heuvel, waarmee meteen een enkele theorieën overhoop worden gegooid. Tot dusver werd immers aangenomen dat deze fameuze eetkamer zich situeerde in het - tot nog toe gekende - gedeelte van de Domus Aurea, aan de Colle Oppio. Het zou met name de Sala Ottagonale, de achthoekige kamer, geweest zijn waar Nero's fameuze banketten zich hadden afgespeeld. Niet dus, want nu blijkt dat keizer Nero ook op de Palatijnse heuvel grote sier hield in een luxueuze eetruimte. Het is best mogelijk dat hij voor de locatie van zijn etentjes een onderscheid maakte tussen staatsbanketten en privédiners maar de Domus Aurea is allicht nog groter en luxueuzer geweest dan vermoed. De plaats waar nu het Colosseum en de Boog van Constantijn staan behoorden in ieder geval tot het paleizencomplex (Nero had er een vijver laten aanleggen), dat dus doorliep tot op de Palatijnse heuvel. Het gaat in ieder geval om een van de grootste archeologische ontdekkingen van de jongste jaren. Rome heeft nog lang niet alle geheimen uit het verleden prijsgegeven. De archeologen waren al vier maanden aan het werk in de Vigna Barberini op de Palatino, toen ze eigenlijk per toeval, de fundamenten ontdekten van een ronde kamer van zowat 16 meter doorsnee. De totale ruimte bleek echter veel groter. De ruimte is misleidend omdat de wanden zeer dik zijn, tot twee meter, op sommige plaatsen zelfs meer. De kamer wordt ondersteund door een reusachtige pijler van vier meter doorsnede. Daarop moet zich de houten constructie, een wiel van ongeveer 12 meter, hebben bevonden die de zaal deed ronddraaien. De vloer kon door middel van kogellagers roteren. De buitenmuren van het gebouw zijn verbonden door twee overlappende bogen, voor respectievelijk de eerste verdieping - die momenteel nog wordt uitgegraven - en een tweede laag. De structuur dateert alleszins van na de beruchte grote brand in 64, liep naar boven door en eindigde in een torengebouw van waarop Nero uitzicht had over de hele omgeving. Nero werd zodanig gehaat dat, na zijn zelfmoord in 68, zijn naam uit de geschiedenisboeken werd gewist. Het Gouden Paleis werd onder tonnen grond bedolven om alle sporen van Nero te laten verdwijnen. Precies door die handeling zijn waarschijnlijk aanzienlijke delen van de Domus Aurea bewaard gebleven, al moet er nog veel worden opgegraven. Ongetwijfeld liggen er nog heel wat mooie zaken op ontdekking te wachten. Volgens de overgeleverde verhalen was Nero's eetkamer inderdaad gebouwd op een draaiend houten platform, dat de beweging van de roterende aarde kon nabootsen. Het moet op technisch vlak een juweeltje geweest zijn, een speeltje waarmee Nero zijn gasten tijdens banketten en feesten steevast kon verbluffen. Het staat nu ook vrijwel vast dat de beroemde 'coenatio rotunda', die door wetenschappers altijd werd gesitueerd in de Domus Aurea, in feite gelegen was op de Palatijnse heuvel. Archeologen zijn alleszins wild enthousiast en spreken van "een wonder uit het verleden" en "een ontdekking zonder weerga in de Romeinse architectuur". Hun enthousiasme is begrijpelijk want er zal nog heel wat geld nodig zijn om het ondergrondse onderzoek in de omgeving voort te zetten. De eetzaal was voor de rijke Romeinen meestal de allerfraaiste kamer van het huis. Er lagen vaak marmeren mozaïekvloeren en de wanden waren zodanig mooi ingelegd met exotische marmersoorten dat het schilderijen leken. De eetzalen waren toen reeds voorzien van doorgeefluikjes en het was niet ongewoon dat bijvoorbeeld het plafond zich tijdens een feestmaal opende om een nieuw gedekte tafel neer te laten of om een regen van bloemen uit te strooien. Bij Nero moest het natuurlijk allemaal nog wat meer en beter zijn. De keizer bezat, volgens ondermeer Suetonius, zelfs een draaiende 47
eetzaal die mee bewoog met de rotering van de aarde. Het is waarschijnlijk deze kamer die nu werd ontdekt. De komende maanden gaan we er ongetwijfeld meer van horen.
Bloemen voor de held van Rome Wie het komende weekend in Rome rondloopt kan, behalve de jaarlijkse marathon doorheen de vrijwel hermetisch afgesloten binnenstad op zondag 16 maart, een dagje eerder ook de korte herdenkingsceremonie meemaken van de sterfdag van Julius Caesar. Inderdaad, het lijkt ongelooflijk, maar meer dan tweeduizend jaar na datum, wordt op de plek waar destijds het lijk van Caesar werd verbrand, nog steeds jaarlijks een bloemenhulde gebracht. Het zijn van die momenten dat er over het hele Forum een bijzondere sfeer hangt. Overigens beperken de bloemenhuldes zich niet tot 15 maart. In de ruïnes van de Tempel van Caesar, in 29 v. Chr. door Octavianus (de latere keizer Augustus) gebouwd, markeert een nis met een ronde onderbouw de precieze verbrandingsplaats. Haast altijd liggen er wel enkele tuiltjes bloemen. Van bewonderaars allicht, van mensen die beseffen dat Rome zonder de acties van Julius Caesar vandaag niet de stad zou zijn die ze is, of louter uit eeuwenlange gewoonte of nostalgie? Wie zal het zeggen... Feit is dat we durven wedden dat geen enkel hedendaags idool, popzanger of voetballer, ooit een dergelijke langdurige bewondering zal afdwingen. Julius Caesar is een van de weinige figuren uit de oudheid die ook vandaag iedereen nog kent. Tot op heden inspireert hij schrijvers en generaals. Op 15 maart, in het jaar 44 voor Christus, werd Julius Caesar vermoord. De tempel van Caesar, die door keizer Augustus op het Forum Romanum als herdenking werd gebouwd op de plaats waar Caesar's lijk werd verbrand, houdt die gebeurtenis tot op heden levendig. Want ook in de 21ste eeuw, worden hier op de sterfdag van Caesar nog steeds bloemen of lauwerkransen neergelegd. Een aantal bloemen worden gedeponeerd aan het standbeeld van Julius Caesar langs de Via dei Fori Imperiali, andere op het Forum zelf, meer bepaald in de uitholling waar een altaar heeft gestaan dat de precieze verbrandingsplaats aanduidt. De moord op Julius Caesar gebeurde tijdens de senaatszitting in het theater van Pompeius, dat zich situeerde tussen de achterbouw van de huidige kerk Sant' Andrea della Valle en de Largo di Torre Argentina. De huizen aan de huidige Via del Sudario, waar zich ook de San Giuliano dei Fiamminghi bevindt, zijn waarschijnlijk allemaal gebouwd op de vroegere fundamenten van het theater van Pompeius. Normaal hadden de senaatsvergaderingen plaats in de Curia op het Forum Romanum, maar dat was omwille van verbouwingswerken na een brand tijdelijk niet mogelijk. Toen Caesar op 15 maart het theater van Pompeius binnenkwam, stonden alle senatoren op als teken van respect. Enkele mannen gaan achter de stoel van Caesar staan terwijl de rest naar hem toeloopt. imber trekt met beide handen de mantel van Caesars rug waarbij Caesar uitroept: "Vanwaar dit geweld", waarna Casca zijn dolk trekt en Caesar in de nek probeert te steken. Caesar kan zich echter nog net omdraaien zodat hij alleen een ondiepe snee oploopt. Caesar steekt Casca echter met zijn griffel waarbij hij de arm van Casca doorboort. Geen van de senatoren en toeschouwers die dit zien durven iets te doen en allen deinzen geschrokken achteruit. Ze durven niet weg te lopen maar evenmin proberen ze Caesar te helpen. Vervolgens trekken alle samenzweerders hun wapens en duwen ze Caesar heen en weer terwijl ze hem met hun messen en zwaarden steek- en snijwonden toebrengen. Brutus steekt Caesar in zijn kruis. Als Caesar het gezicht van Brutus ziet, zijn vriend die hij altijd door en door had vertrouwd, roept hij in het Latijn Et tu Brute, tu quoque fili mi? (Ook gij, Brutus, mijn zoon?). Sommige bronnen beweren dat Caesar deze beroemde woorden in het Grieks sprak: kai su, teknon?. Hierna trekt hij zijn mantel over zijn hoofd zodat niemand hem zou zien sterven en stort 48
op de grond. De moordenaars rapen hem op en duwen hem tegen het standbeeld van zijn oude vijand Pompeius. Ze proberen hem zo vaak mogelijk te raken en lopen hierbij ook zelf verwondingen op. Uiteindelijk loopt Caesar 23 dolksteken op. De moordenaars hadden echter een fout gemaakt: ze lieten Marcus Antonius leven, omdat het volgens Brutus fout zou zijn geweest hem ook te doden; het was tenslotte alleen hun bedoeling te voorkomen dat Caesar koning werd. Marcus Antonius zette een wraakactie op touw om de moordenaars te straffen, maar die waren allemaal gevlucht voor de woede van het Romeinse volk dat alles behalve blij was met de moord op Caesar. Brutus sloeg de hand aan zichzelf toen hij twee jaar later, in 42 v. Chr., door Marcus Antonius bij de stad Philippi in Griekenland werd verslagen. Caesar liet bijna al zijn rijkdommen na aan zijn achterneef en aangenomen zoon Octavianus. Na nog een aantal jaren van burgeroorlogen wist Octavianus zijn meeste tegenstanders uit te schakelen en verleende de senaat hem in 27 v. Chr. de eretitel Augustus (de verhevene). Verder kende de senaat Augustus een aantal bevoegdheden toe waardoor hij als keizer kon regeren en de rust in het rijk herstellen. Zo werd de jonge Octavianus de alleenheerser die Caesar had willen zijn en kreeg het Romeinse volk alsnog één grote almachtige leider. Octavianus was de eerste in een lange reeks Romeinse keizers. Julius Caesar is een van de weinige figuren uit de oudheid die ook vandaag iedereen nog kent. Tot op heden inspireert hij schrijvers en generaals. Zijn familienaam werd een symbool voor het hoogste wettige gezag. Tot in het begin van de twintigste eeuw werden twee grote wereldmachten geleid door een 'kaiser' en een 'tsar' - verbasteringen van de naam Caesar. Maar wat was er dan zo bijzonder aan deze man? Aan gaven ontbrak het Caesar alvast niet. Hij was een van de kundigste generaals aller tijden. De verslagen die hij van zijn veldtochten naliet, zijn van een literaire kwaliteit die in dit genre zelden of nooit geëvenaard is. Hij was een begenadigd redenaar. Als politicus en staatsman wist hij de hoogste macht in de Romeinse republiek naar zich toe te trekken. Bovendien bezat hij een grote charme, waarmee hij niet alleen de harten van zijn onderdanen won, maar ook die van de vele vrouwen die hij verleidde. Lastiger is het antwoord op de vraag of Caesar ook een goed mens was. Hij was geen Hitler of Stalin, maar niettemin sneuvelde volgens één bron tijdens zijn veldtochten meer dan een miljoen van zijn vijanden. Caesar was bij tijd en wijle meedogenloos. Hij gaf opdracht tot massaslachtingen en executies, en bij één gelegenheid tot het massaal verminken van gevangenen. Caesar was al evenmin een moreel hoogstaand mens. Eén voorbeeld is het feit dat hij zijn vele minnaressen en echtgenotes voortdurend ontrouw was. Bovendien was hij een erg ijdel man, die volledig doordrongen was van zijn eigen superioriteit. Mogelijk was hij net als Napoleon zo onder de indruk van zichzelf dat hij daardoor gemakkelijker anderen in zijn ban kreeg, vermoedt Adrian Goldsworthy, de schrijver van een uitstekende biografie over Julius Caesar. Wanneer we Caesar in zijn eigen tijd plaatsen, is hij nochtans niet meedogenlozer of wreder dan andere heersers. Als hij wreed was, was dat vooral om pragmatische redenen. Wat hem vooral onderscheidt, is dat hij altijd het belang van de staat voor ogen hield. Zijn maatregelen konden wreed zijn zijn maar waren er altijd op gericht het welzijn van een veel groter deel van de samenleving te vergroten. Zijn heerschappij had geen repressief karakter. Als feitelijk dictator maakte Caesar zelf geen misbruik van zijn macht. Maar hij zette de deur naar wantoestanden wel wijd open voor zijn opvolgers. Denken we maar aan Nero en Caligula. Helaas is slechts een fractie van de geschriften uit de oudheid bewaard gebleven. Ook wat Julius Caesar persoonlijk betreft, zijn er nog steeds grote witte vlekken op de kaart. Over zijn intieme relaties met familie, echtgenoten, geliefden en vrienden is bijvoorbeeld erg weinig bekend. Over de opvattingen van Caesar op het vlak van religie is al helemaal niets geweten. Het feit dat Caesar zo moeilijk te doorgronden is, en dat vele mysteries rondom hem nog niet opgehelderd zijn, maakt het 49
niet gemakkelijk om de man vandaag nog enigszins te leren begrijpen. Maar tegelijk maakt juist dat Caesar als figuur zo aantrekkelijk. In de 56 jaar van zijn bestaan was Gaius Julius Caesar afwisselend voortvluchtige, gevangene, veelbelovend politicus, legeraanvoerder, jurist, rebel, dictator - bijna god - en daarnaast ook echtgenoot, vader, minnaar en overspelige. f romanheld doet hem dat na.
De dag van Julius Caesar Elke vier jaar hebben we in februari het plezier van een extra dag, 29 februari. Morgen dus. De zogenaamde schrikkeldag kwam voor het eerst voor op de Juliaanse kalender, die werd bedacht door de beroemdste Romein aller tijden, Julius Caesar. Hij probeerde een kalender te maken die zoveel mogelijk klopte met een 'tropisch jaar', de periode die de aarde erover doet om rond de zon te draaien. De kalender van Caesar bestond uit 365 dagen, verdeeld over twaalf maanden. Februari was de laatste maand van het jaar en telde 28 dagen, terwijl alle andere maanden 30 of 31 dagen hadden, net als nu. Een tropisch jaar is in werkelijkheid ongeveer 365 en een kwart dag lang, dus kwam er eens in de vier jaar een extra dag bij aan het eind van het jaar, op 29 februari. Voor het ontstaan van onze schrikkeldag moeten we dus al meer dan tweeduizend jaar teruggaan in de tijd. De term "schrikkeljaar" komt overigens van het Middelnederlandse scricken, wat oorspronkelijk "met grote passen lopen" en ook "springen" betekende, en dat ook terug te vinden is in het Hasseltse woord schrikschoen (schaats). De Juliaanse kalender werd vervolgens gebruikt in het grootste deel van de christelijke wereld. Hij werd in de loop van de 16de tot de 20e eeuw geleidelijk aan verdrongen door de Gregoriaanse kalender, die eigenlijk niet meer dan een correctie is van de Juliaanse. De Juliaanse kalender is genoemd naar Julius Caesar, die hem, in zijn hoedanigheid van pontifex maximus (hoofd van de Romeinse eredienst) op 1 januari 45 v. Chr. (ofwel het jaar 709 Ab Urbe condita) invoerde als finale correctie op de Romeinse versie van de Egyptische kalender. Die was eerder reeds door Alexander de Grote onder invloed van het Hellenisme over het hele Middellandse Zeegebied verspreid geraakt. Op advies van de Alexandrijnse astronoom Sosigenes legde Caesar een jaar van 365 dagen vast, zoals dat vanouds reeds in de Egyptische was bepaald. Maar om de vier jaar werd een extra dag aan het jaar toegevoegd. Dat geeft een jaar van gemiddeld 365,25 dagen, een vrij goede benadering van het tropische jaar (het jaar gebaseerd op het verloop van de seizoenen), hoewel in Caesars tijd al een meer nauwkeurige waarde bekend was. De Juliaanse kalender is totaal 11 minuten langer dan het tropische jaar. Daardoor loopt de kalender op duizend jaar tijd 7,8 dagen achter op de zon. De schrikkeldag werd na 23 februari ingevoegd in de Juliaanse kalender, waardoor de maand februari in een schrikkeljaar 29 dagen kreeg. Maar de nummering van de dagen in februari eindigde niettemin ook op 28, want de schrikkeldag was een 'nummerloze' dag, aanvankelijk ingelast tussen de 23ste en de 24ste februari. Een 'bis'dag dus, zoals ook uit de oude Latijnse aanduiding blijkt: ante diem bis sextus Kalendas Martii (in het Frans heet een schrikkeljaar nog steeds une année bissextile). Later stapte men van deze nummerloze dag af en laste die in na 28 februari en kreeg als zodanig het nummer 29. In de loop van de daaropvolgende eeuwen kwam er weer een verschil in het jaar. Dat bracht paus Gregorius XIII ertoe om in 1582 een nieuwe, verbeterde kalender in te voeren. Die (later zo geheten Gregoriaanse) kalender gebruiken we nog steeds. De pausen beschouwden zich op hun beurt als ‘pontifex maximus’ en dus verantwoordelijk voor de kalender. Dit gezag werd echter niet overal erkend. Daarom duurde het bijvoorbeeld tot 1918 voordat Rusland deze kalender accepteerde en Griekenland pas in 1923. Volgens de Gregoriaanse kalender, die we tegenwoordig hanteren, zijn alle jaren die deelbaar zijn door vier schrikkeljaren, met uitzondering van de eeuwjaren (jaren die deelbaar zijn door 100). Eeuwjaren die deelbaar zijn door 400 zijn echter ook schrikkeljaren. Dus 1900 en 2100 zijn geen 50
schrikkeljaren, 2000 (wat deelbaar is door 400) is wel een schrikkeljaar. In de Juliaanse kalender waren er geen uitzonderingen op de regel "deelbaar door vier = schrikkeljaar". Doordat de Juliaanse kalender minder nauwkeurig aansloot bij de werkelijke astronomische lengte van een jaar (365,2421875 dagen) liep het kalenderjaar achter op het zonnejaar. Toen de Gregoriaanse kalender ingevoerd werd te Rome in 1582, maakte men de gecumuleerde achterstand in één keer goed door van 4 oktober 1582 meteen naar 15 oktober 1582 te springen (waarmee dus 10 dagen werden overgeslagen). Bent u nog mee? In de oude Romeinse kalender begon het jaar op 1 Martius. Dit is nog steeds merkbaar aan de namen van de maanden september ('septem' = zeven), oktober ('octo' = acht), november ('novem' = negen) en december ('decem' = tien). Bij de Juliaanse kalender werden de maanden van de oude kalender behouden, maar hun duur werd aangepast en bovendien begon het jaar voortaan op 1 januari. Ook verdween de schrikkelmaand van de oude kalender. Caesar bepaalde dat het jaar AUC 708 (het jaar der verwarring = 46 v. Chr.) 455 dagen zou tellen. 1 Ianuarius zou zo weer samenvallen met het begin van de winter. Ter ere van de invoering van deze kalender werd de maand Quintilis veranderd in Iulius. Later werd de naam van de maand Sextilis gewijzigd in Augustus. In 1820 verscheen voor het eerst in de Encyclopedia Britannica het door Johannes de Sacrobosco in de wereld gebrachte fabeltje dat, omdat keizer Augustus niet voor zijn voorganger wilde onderdoen, het aantal dagen van die maand van 30 op 31 werd gebracht (net zoveel als Julius). Daarbij zouden die extra dagen van Februarius zijn afgehaald. Dat laatste is eenvoudig te weerleggen, want reeds onder Numa Pompilius (715-672 v. Chr.) telde februari 28 dagen. In Sacrobosco's theorie was dus Augustus' kalender de definitieve, en had Julius Caesar de kalender anders in gedachten.
De volkstellingen bij de Romeinen In het Romeinse keizerrijk werden bij volkstellingen ook vrouwen en kinderen geteld. Dat verraden begraven en weer teruggevonden muntstukken. In cultureel opzicht was de eerste eeuw voor Christus een briljante periode voor het Romeinse Rijk. Het was de tijd van Cicero, Caesar, Vergilius, Horatius en andere reuzen uit de Romeinse letteren. Hoewel uit hun geschriften veel te leren valt over de manier waarop de Romeinen hun land bestierden, met de buren oorlog voerden en aan landjepik deden, hebben ze in hun beschrijving van de klassieke Romeinse oudheid ook veel zaken onbelicht gelaten. De bevolkingsgroei op het eind van de Romeinse republiek, bijvoorbeeld, een periode die werd gekenmerkt door burgeroorlog en de moord op Julius Caesar, is nog steeds grotendeels in nevelen gehuld. De Romeinen organiseerden weliswaar om de paar jaar volkstellingen en hielden de resultaten daarvan zorgvuldig bij, maar onbekend is of ze bij hun censussen telkens alleen volwassen mannen telden (zoals onder de republiek gebruikelijk was) dan wel of ze vanaf de overgang naar het keizerrijk, ten tijde van de eerste keizer Augustus (28 voor Christus), ook vrouwen en kinderen gingen meerekenen. Afhankelijk van het antwoord op die vraag zou de bevolking in de eerste eeuw voor onze jaartelling ofwel flink zijn ingekrompen dan wel zowat verdubbeld - voor de interpretatie van de geschiedenis geen onbeduidend verschil. Keizer Augustus beschikte in 28 voor Christus over vijf miljoen Romeinse onderdanen, zowat tien keer meer dan zijn voorgangers een eeuw tevoren. Ongeveer een derde van die toename valt te verklaren uit het toekennen van het Romeinse burgerschap aan buitenlandse geallieerden: voor de rest zijn er slechts twee verklaringen mogelijk: een bevolkingsexplosie of het meetellen van vrouwen en kinderen — in het laatste geval zou de bevolking zijn gekrompen tijdens de eerste eeuw. 51
In een verhaal dat in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences verscheen, werpt een bioloog van de universiteit van Connecticut nieuw licht op de zaak. Samen met historicus Walter Scheidel (Stanford) probeert Peter Turchin het bevolkingsverloop te schatten aan de hand van de hoeveelheid begraven munten die uit de periode zijn teruggevonden. Bij gebrek aan banken was geld begraven de manier waarop de Romein in de straat zijn bezit probeerde veilig te stellen in perioden van politieke en economische onrust. De spaarpotjes werden zo gauw de kust weer veilig was, weer opgegraven, tenzij de eigenaar ervan bij de onlusten was gedood of verdreven. Gewapend met metaaldetectoren, hebben Italiaanse amateurarcheologen de voorbije decennia honderden begraven kleien potten met daarin denariën uit het Romeinse Rijk opgedolven. Volgens Turchin en Scheidel geeft de spreiding in de tijd van dergelijke door de eigenaar onopgehaalde muntenverzamelingen een idee van de heftigheid van onrusten en conflicten, en kan hij tevens als maat voor de bevolkingsevolutie dienen: hoe meer spaarpotten onopgehaald bleven, hoe meer doden er vielen of bannelingen werden gemaakt. De twee bedachten een eenvoudig wiskundig model om teruggevonden muntenverzamelingen in bevolkingsaantallen om te zetten. Ze ijkten het aan (betrouwbaar geachte) Romeinse bevolkingsgegevens uit de derde en tweede eeuw voor Christus. Feilloos voorspelde het model de kortdurende bevolkingspiek in de aanloop naar de Tweede Punische Oorlog, de bevolkingsafname tijdens die oorlog en vervolgens het demografische herstel na afloop ervan. Vervolgens lieten de onderzoekers het model los op de teruggevonden muntenverzamelingen uit de eerste eeuw voor Christus. Het resultaat wijst op een krimpende bevolking - de burgeroorlog zou 100.000 mensen het leven hebben gekost - en niet op een bevolkingsexplosie. Kennelijk namen de Romeinse keizers dus ook vrouwen en kinderen mee in hun tellingen. Te oordelen aan het aantal teruggevonden munten uit de eerste eeuw voor Christus, was het in die periode twee keer flink raak. Het moeten even zware tijden zijn geweest als tijdens de oorlog tegen Hannibal. Je kunt je moeilijk voorstellen dat een bevolking in aantal zou verdubbelen net als er zoveel geweld en onrust heerste. (Bron: De Standaard)
Liefde toont toeristen de weg naar de Ponte Milvio De hangslotjesrage woekert in alle hevigheid voort op de Ponte Milvio maar heeft alvast één positief effect: steeds meer toeristen ontdekken deze historische Romeinse brug, al is het dan om de verkeerde reden. Waarover gaat het? Een paartje dat elkaar eeuwige trouw belooft moet, volgens een traditie die enkele jaren geleden plots in alle hevigheid opdook, op de Ponte Milvio in Rome een hangslot bevestigen. Op het slotje schrijven ze hun namen en soms ook een wens. Op die manier is het koppeltje volgens het verhaal dan voor eeuwig en altijd met elkaar verbonden. De Ponte Milvio is wellicht de beroemdste brug van Rome maar lokte nooit grote massa's toeristen, ook al omdat ze een stukje buiten het historische centrum gelegen is. Maar de hangslotjes hebben daarin verandering gebracht, want sinds enige tijd komen zelfs Japanners een kijkje nemen. Al is het dan meestal slechts om foto's te maken van de hangsloten of, met wat geluk, van een koppeltje dat er eentje aan de brug bevestigt. Het stadsbestuur zendt regelmatig een technische ploeg uit om nog maar eens de duizenden hangsloten te verwijderen maar na enkele weken kreunt ieder vrij plekje op de brug alweer onder de tientallen kilo's ijzer. Tegenwoordig gaat het al zover dat ook de Afrikaanse straatverkopers zich op de brug hebben geïnstalleerd. Ditmaal niet met namaakhandtassen, broekriemen of zonnebrillen maar uitsluitend met... jawel, hangsloten. Te koop in alle formaten, inclusief twee sleuteltjes, al hebben de gebruikers er meestal slechts eentje nodig. De slotjes vormen tegenwoordig een nieuwe toeristische attractie die heel wat mensen naar de brug lokt, niet zozeer om er zelf een hangslot te bevestigen, dan wel om het fenomeen eens van naderbij te bekijken. Daar is niets mis mee, maar helaas gaan de 52
bezoekers meestal wel voorbij aan de roemruchte geschiedenis van deze plek. Veel mensen hebben geen flauw idee van wat zich hier heeft afgespeeld. In het jaar 312 trok keizer Constantijn Italië binnen om Maxentius af te zetten. Op 27 oktober kwam het tot de befaamde slag bij de Milvische brug, een treffen dat uiteindelijk door Constantijn werd gewonnen. Waarom Maxentius Constantijn precies daar aanviel, is niet bekend. Waarschijnlijk hadden zijn priesters positieve voortekenen waargenomen op die dag. Maxentius had nochtans een een ruim numeriek overwicht aan manschappen. Constantijn zou aan de vooravond van de veldslag echter een lichtend kruis hebben gezien aan de hemel, met de tekst "in hoc signo vinces" (in dit teken zult gij overwinnen). Volgens de legende liet Constantijn daarna zijn mannen het teken op hun schilden aanbrengen en tegen de verwachtingen in werd het gevecht door Constantijn gewonnen. Het voorval inspireerde Constantijn om christen te worden, waarmee hij de basis legde voor de opkomst en groei van het christendom en de heidense cultussen en Romeinse goden uiteindelijk volledig verdwenen. Na de slag vluchtte Maxentius met de restanten van zijn leger. In de verwarring zou hij in de Tiber gevallen zijn en verdronken. Als aandenken aan de slag op de Ponte Milvio werd drie jaar later, in 315, een zowat 22 meter brede en 15 meter hoge triomfboog opgericht, de zogenaamde boog van Constantijn, die je nog steeds naast het Colosseum kan zien staan. In deze triomfboog werden delen verwerkt van oudere bouwsels uit de tijd van de keizers Hadrianus, Trajanus en Marcus Aurelius. Op die boog stonden destijds ook vier grote bronzen paarden, die eerder op de (verdwenen) triomfboog van Nero hadden gestaan. De paarden hebben overigens de tijd overleefd, ze bevinden zich nu op de San Marco in Venetië.
Archeologen onderzoeken graf van Paulus Tijdens werken die in 2002 en 2003 plaatsvonden in de basiliek van Sint.-Paulus-Buiten-de-Muren, in het zuiden van Rome, werd ondermeer een sarcofaag ontdekt. De ontdekking werd een tijdlang stil gehouden maar geleerden dachten dat ze het vermoedelijke graf van de apostel Paulus hadden ontdekt. Een aantal geleerden en archeologen hebben de voorbije maanden de sarcofaag en de vindplaats nauwkeurig onderzocht. Dat onderzoek kwam er half mei 2007 op nadrukkelijke vraag van paus Benedictus XVI, ondermeer ook naar aanleiding van het Paulusjaar dat momenteel aan de gang is. De Vaticaanse archeoloog Giorgio Filippi slaagde er de voorbije maanden in zich via een tastopgraving door het zware tongewelf te wurmen tot bij de volledig intact gebleven sarcofaag. In de stenen sarcofaag, in de middenas van de basiliek, bevonden zich geen documenten, maar wel beenderen. Paus Benedictus XVI gaf op vraag van een toenemend aantal pelgrims en bezoekers de onderzoekers de opdracht na te gaan of de beenderen ook daadwerkelijk van de historische Paulus zouden kunnen zijn. Echt uitsluitsel is er nog steeds niet, al is de kans erg groot dat gezien de centrale ligging van de vindplaats het effectief om de apostel zou kunnen gaan. Het Paulusjaar eindigt op 29 juni 2009, op het feest van de heiligen Petrus en Paulus. Beide apostelen stierven in Rome de marteldood tijdens de christenvervolging onder keizer Nero. Petrus werd gekruisigd en Paulus werd onthoofd. De immense basiliek buiten de oude stadsmuren van Rome is gebouwd op de plaats waar de heilige in 64 of 67 na Christus na zijn executie is begraven. De SintPaulus buiten de Muren (San Paolo fuori le Mura) werd in opdracht van keizer Constantijn als een kleine basiliek boven het graf van Paulus gebouwd. De oud-christelijke basiliek werd ingewijd op 18 november 324, tegelijk met de eerste Sint-Pietersbasiliek. De kleine gedachtenisbasiliek werd vervangen door een grote, die in 395 werd voltooid. Na beschadiging door een aardbeving herstelde men de kerk in 440-461. Later kwamen nog verschillende veranderingen, onder meer aan het dak en bijgebouwen. Paus Gregorius II heeft van de basiliek tevens de kerk van een benedictijnerabdij gemaakt. Hildebrand, de latere Paus Gregorius VII, was er monnik. 53
Het baldakijn, een parel van gotische kunst, is in 1285 gebeeldhouwd door Arnolfo di Cambio. De Ouadriporticus (vierkante portiek) bestaat uit 150 zuilen met een standbeeld van Sint-Paulus ervoor in het midden. De voortgevel heeft onder andere gouden mozaïeken. De bronzen deur is van Maraini. De enorme basiliek bestaat uit een schip en vijf gangpaden met rijen pilaren. Binnen in de kerk zijn uitsparingen voor ronde mozaïeken met afbeeldingen van alle pausen, van Petrus tot en met paus Benedictus XVI. De legende zegt dat als alle uitsparingen gevuld zijn, de Dag des oordeels aanbreekt. Er is nog plaats voor 27 afbeeldingen... Tijdens de nacht van 15 op 16 juli 1823 vernielde een grote brand de basiliek bijna volledig; de absis en het graf van Paulus bleven gespaard. De kerk werd herbouwd in neoclassicistische stijl en ingewijd in 1854. De kerk heeft zijn zuivere basilicavorm behouden met inbegrip van een atrium. In 1962 opende Paus Johannes XXIII het Tweede Vaticaans Concilie in deze basiliek. De kerk behoort met de Sint-Jan van Lateranen, de Sint-Pietersbasiliek en de Maria de Meerdere tot de vier grote basilieken van Rome. Alle vier bezitten ze een zogenaamde 'Heilige Deur' die enkel in een Heilig Jaar wordt geopend. Paulus had vermoedelijk een joodse moeder en een Romeinse vader. Hij overleed in Rome, in het jaar 64 of 67. Paulus was voor zijn bekering een tentenmaker die behoorde tot de Farizeeën, een streng joodse groep. In elk geval had hij het Romeins staatsburgerschap, een status waarschijnlijk via zijn ouders verkregen. Fanatiek vervolgde hij de christenen, totdat hij zich op weg naar Damascus tot Jezus bekeerde. Hij groeide uit tot één van de vroege leiders van de christelijke kerk en speelt een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van het christendom in de landen rond de Middellandse Zee, in het bijzonder in wat nu Turkije en Griekenland is. Velen menen dat Paulus voor zijn bekering tot het christendom Saulus of Saul heette. Het is ook mogelijk dat hij in Griekstalige kringen de Romeinse naam Paulus droeg en in joodse kringen de joodse naam Saulus of Saul. Een groot deel van de Bijbelteksten uit het Nieuwe Testament wordt aan hem toegeschreven. Hij wordt over het algemeen Paulus de Apostel genoemd alhoewel hij niet tot de oorspronkelijke twaalf Apostelen van Jezus behoorde. In het jaar 60 zou Paulus op het eiland Malta schipbreuk hebben geleden, op een klein eilandje in bij wat nu St. Paul’s Bay heet. Paulus verdween uit beeld toen hij naar Rome ging om daar berecht te worden door Nero. De keizer liet hem onthoofden. Op de plaats van zijn graf staat nu dus de Sint-Paulus buiten de Muren. Volgens de overlevering vonden op de plaats van zijn onthoofding al heel wat wonderen plaats. http://rome.arounder.com/san_paolo_fuori_le_mura/index.html http://www.vrmag.org/dynamo/display.t?media=?media http://www.annopaolino.org/ http://spqr.web-log.nl/spqr/2005/02/graf_van_aposte.html
Armste Romeinen aten veel riviervis De armste Romeinen, met name de Romeinse christenen, aten in de derde en vierde eeuw hoogstwaarschijnlijk veel riviervis, typisch voedsel voor de armen in die tijd.Dat blijkt uit onderzoek aan botten uit 22 willekeurig gekozen graven uit de catacomben van San Callisto. Het onderzoek werd geleid door catacombenkenner en historicus Leonard Rutgers van de Universiteit Utrecht en wordt gepubliceerd in het Journal of Archaeological Science. Het nieuwe inzicht in het dieet van de vroege christenen werpt een onverwacht licht op de dominantie van vis in vroegchristelijke afbeeldingen in de catacomben. Die vissen worden gezien als symbool voor Jezus Christus, op grond 54
van het Griekse woord voor vis, ichtus. In het Grieks, de taal van het Nieuwe Testament, is dat woord ook een acronym voor 'Jezus Christus, zoon van God de redder' (Iesous CHristos THeou Uios Soter). Het anagram is een christelijke vondst uit de tweede eeuw, waarover kerkvader Clemens van Alexandrië al rond het jaar 200 schrijft. Aan de spirituele betekenis van de vissenafbeeldingen in de catacomben hoeft dus niet te worden getwijfeld, maar uit het onderzoek van Rutgers en drie Nederlandse en Belgische collega's blijkt wel dat voor de vroege Romeinse christenen vis vooral ook een heel praktische realiteit was. Waarschijnlijk heeft die realiteit de gevoeligheid voor het symbool versterkt. Individuele vissoorten kunnen op de schilderingen niet worden geïdentificeerd, maar het lijken eerder riviervissen dan zeevissen. Uit isotopenonderzoek op de beendeern kwamen relatief hoge 1N-waarden en relatief lage 13C-waarden, een duidelijke aanwijzing voor de langdurige consumptie van riviervis. Naar schatting bestond 20 tot 40 procent van het voedsel van de christenen uit riviervis. Die waarden werden bij alle onderzochte botten gevonden, zowel uit de armste als de rijkere graven - op één na: de botten van een tweejarig kind dat waarschijnlijk nog borstvoeding kreeg, hetgeen leidt tot afwijkende waarden. Het is zeker niet zo dat de vroege christenen riviervis aten omdat dat een symbool van Christus was. Riviervis werd in deze tijd in Rome beschouwd als het absolute armeluisvoedsel, in tegenstelling overigens tot zeevis. Wie een hengel uitwierp in de Tiber kon vrij gemakkelijk zelf voldoende vis vangen. De christenen waren dus in de derde en vierde eeuw nog vooral eenvoudige mensen, zo schrijft Rutgers. Waarschijnlijk vormde het christendom voor hen een sterk eigen sociaal systeem, een belangrijke bron voor het succes van deze nieuwe godsdienst. Een tijd geleden raakte ook bekend dat de Romeinse grenswachters in het uiterste noorden van het Romeinse rijk hun rantsoen vlees aanvulden door te vissen op brasem, voorn, baars en vooral op snoek. Ook werd er gejaagd op waterwild: in ieder geval aten de soldaten eend, smient en taling gegeten. Op de een of andere manier wisten zij zelfs aan porties zoutwater mosselen en alikruiken te komen die uit het Nederlandse kustgebied moeten zijn aangevoerd. Maar er zijn ook resten van zoetwater mosselen gevonden, met name de Bataafse stroommossel, die minder smakelijk waren en in het verleden, voor zover bekend, alleen in tijden van grote voedselschaarste werden gegeten.
55
Burgemeester wil Ara Pacis-gebouw afbreken De recent verkozen Romeinse burgemeester Gianni Alemanno wil "de vitrinekast" zoals hij de recent voltooide behuizing van de Ara Pacis noemt, weg uit de historische binnenstad. De Ara Pacis, het Vredesaltaar van keizer Augustus, is een beroemd monument uit de klassieke oudheid, dat door zijn voorganger, burgemeester Walter Veltroni, van een zeer moderne jas werd voorzien. Alemanno wil de moderne architectuur echter weg uit het centro storico. Het felwitte gebouw is heel wat Romeinen eveneens een doorn in het oog. Vooral uit rechts-extremistische zijde, waarmee de nieuwe burgemeester sympathiseert, klinkt luide kritiek en Alemanno speelt daar handig op in. Critici hekelen vooral de torenhoge projectkosten en het feit dat een buitenlandse architect voor de Ara Pacis werd aangesteld. De behuizing van de Ara Pacis, die met haar twee grote vleugels behoorlijk wat ruimte inneemt, is echter ook door kenners bekritiseerd. The New York Times bijvoorbeeld, beoordeelde het gebouw twee jaar geleden als " belachelijk groot" en omschreef het als "een ramp". De keiharde commentaren konden echter niet verhinderen dat de nieuwe Ara Pacis bij bezoekers aan Rome is uitgegroeid tot een grote hit. Vorig jaar kwamen er meer mensen op bezoek dan in welk ander monument ook, het Colosseum en de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad uitgezonderd. Burgemeester Alemanno wil het gebouw, dat 40 miljoen euro heeft gekost, naar een buitenwijk verplaatsen. Het Vredesaltaar zelf moet volgens hem in de binnenstad blijven. Hoe dat dan moet gebeuren vertelt hij er niet bij. Ook de nieuwe futuristische buitenlift van het Vittoriano, vlakbij het Forum Romanum, krijgt kritiek. De lift die bezoekers langs de buitenzijde van het Vittoriano tot op een hooggelegen panoramisch punt brengt heeft 1,2 miljoen euro gekost en is nog geen jaar in bedrijf. De lift is uitgevoerd in groen transparant glas en voert naar het dak van het Vittoriano. De glazen koker is zichtbaar vanaf de Capitolino en vanop bepaalde plekken op het Forum zelf. De nieuwe directeur-generaal van het ministerie van Cultuur vindt dat de Vittoriano-lift moet worden afgebroken. Tegenover het Mausoleum van Augustus, tussen de Via di Ripetta en de Lungotevere in Augusta, werd de Ara Pacis Augustae, één van de kostbaarste monumenten uit de vroegere keizertijd, al vele jaren beschermd door een immense hal met een groot glasoppervlak tegen de uitlaatgassen en andere geneugten van het Romeinse verkeer. Architect Richard Meier ontwierp een nieuw glazen, felwit omhulsel voor het vredesaltaar van keizer Augustus, vlak naast het mausoleum van Augustus. Vooral de invloed op de directe omgeving en de twee nabijgelegen kerken, de San Rocco en de San Girolamo, worden gehekeld. Critici vinden het nieuwe gebouw een smet op de oude stad. Al zes decennia zijn Rome en moderne architectuur elkaar uitsluitende werelden. Sinds Benito Mussolini er de scepter zwaaide, is er nooit meer een modern gebouw in het stadscentrum neergezet. Het beschermen van de oude architectonische topstukken werd altijd belangrijker gevonden. Maar daaraan kwam met burgemeester Veltroni dus een einde. Het grootste pijnpunt voor veel Romeinen is dat het eerste moderne bouwwerk sinds lang in de eeuwige stad werd ontworpen door een Amerikaan, een vertegenwoordiger van de huidige wereldmacht: de Verenigde Staten van Amerika. Meiers creatie is een omhulsel van glas, geflankeerd door stenen vleugels. Het beschermt de kostbare Ara Pacis Augustae, een monument in waarde vergelijkbaar met de zuil van Trajanus en de triomfboog van Constantijn. Nicolai Ourousoff, architectuurcriticus van The New York Times, schreef bij de opening van het gebouw dat het nieuwe onderkomen van de Ara Pacis een regelrechte mislukking was. Architect Richard Meier heeft volgens Ouroussoff een gebouw neergezet dat net zo weinig met zijn omgeving heeft te maken als de gebouwen in fascistische stijl die in de jaren dertig van de twintigste eeuw op het aangrenzende plein zijn ingeplant. In een uiterst kritisch stuk schreef hij onder meer: "Meiers gebouw is een eigentijdse weergave van wat er kan gebeuren als een architect zijn eigen stijl 56
verafgoodt uit een drang tot zelfvergroting. De omvang gaat alle proporties te buiten en het gebouw lijkt zich niets aan te trekken van de naakte schoonheid van de dichte en fijnmazige stad eromheen". Ourousoff eindigde zijn beschouwing met de vaststelling dat het na dit gebouw misschien wel een halve eeuw kon duren vooraleer de Romeinse autoriteiten weer eens een modern gebouw zouden durven neerzetten in de binnenstad. Het 'Altaar van de Vrede' werd in het jaar 9 voor Christus door keizer Augustus geopend, verdween twee eeuwen later voor zo'n 1700 jaar onder de grond, en werd pas in 1938 weer opgericht. De bouw van een nieuwe beschermkap was hoe dan ook nodig omdat de oude, uit de tijd van Mussolini, geen bescherming meer bood tegen luchtverontreiniging, zon en vocht. Deden de oude Romeinen er destijds 3,5 jaar over om de Ara Pacis te beeldhouwen, hun nakomelingen hebben er door alle discussies ruim tien jaar voor nodig gehad om het omhulsel te realiseren. Zelfs bij de officiële opening was het gebouw nog niet af. De bouw werd vier keer volledig stilgelegd en de aanvankelijke kosten verdrievoudigden. Een ex-staatssecretaris van Cultuur ging zelfs in hongerstaking om de bouw definitief te stoppen. Architecten stuurden al tijdens de werken een open brief naar de krant Corriere della Sera, waarin ze protesteerden tegen de 'invasie van buitenlandse architecten in Italië'. Andere critici vergeleken Meiers creatie met een benzinestation en spraken van de Los Angelisatie van Rome. Ook over de grootte van het gebouw was en is er discussie. Waarom is het een gebouw geworden waar de originele Ara Pacis wel tien keer in kan? We zijn niet tegen moderne architectuur, maar wel als die op deze plaats wordt neergezet, verklaarden Giorgio Muratore, hoogleraar architectuurgeschiedenis, en Antonio Tamburino, docent stedenbouw. Het gebouw blokkeert het uitzicht op de Tiber op de plek waar ooit de oude haven was. Het zou veel mooier zijn geweest die haven op te graven, en het contact tussen stad en rivier te herstellen. Nu is er beton gestort en zullen we de haven nooit meer zien. Men heeft de slechtst mogelijke ingreep gedaan, zo klinkt het. Natuurlijk moet men ook niet overdrijven. Het Ara Pacis-gebouw doet vandaag haast permanent dienst als locatie voor de meest uiteenlopende tijdelijke tentoonstellingen, er worden recepties en voorstellingen gehouden, kortom het is praktisch en bruikbaar. Of het ook mooi en passend kan worden genoemd, is een andere discussie. Maar wie in Rome naar de toekomst kijkt, moet het altijd opnemen tegen het verleden. Dat is een strijd die niet te winnen valt. Het feit dat het eerste moderne gebouw in jaren, enkel en alleen dienst doet ter bescherming van een monument uit de oudheid, illustreert dat uitstekend. Meiers omhulsel ontketende niet alleen ruzie tussen Italiaanse en buitenlandse architecten, maar ook tussen links en rechts; tussen de postfascisten die het erfgoed van Mussolini willen bewaren, en de linkse stadsbestuurders die toevallig precies op de door Mussolini ingerichte plekken, Rome willen moderniseren. Die discussie klinkt vandaag, mede door het gestook van Alemanno, nog luider. Hoeveel eenvoudiger ging het er tweeduizend jaar geleden aan toe, bij de bouw van het monument zelf. In die dagen had één man het voor het zeggen. De opdracht voor een Altaar van de Vrede gaf Augustus, de eerste Romeinse keizer, in 13 voor Christus. De Ara Pacis Augustae werd eigenlijk opgericht als gevolg van de veilige terugkeer van keizer Augustus (31 v. Chr.- 14 n. Chr.) naar Rome, dit na de burgeroorlogen onder Marius en Sulla (12070 v. Chr.), tussen Caesar en Pompeius (70-44 v. Chr.) en tussen Marcus Antonius en Octavianus (44-31 v.Chr. - zoals bekend nam Octavianus de naam Augustus aan toen hij keizer werd) en tenslotte de oorlogen in Gallië en Spanje. In 17 v. Chr. riep Augustus de wereldvrede uit, de zogenaamde Pax Augusta. Daarvoor werd in 9 v. Chr. het vredesmonument opgericht en sindsdien werd ieder jaar de vrede herdacht met een offerritueel in het Ara Pacis. Twee eeuwen later moest het wijken voor nieuwe bouwwerken van andere keizers met andere grootse plannen. Pas in 1568 werden de eerste brokstukken teruggevonden. Ze kwamen in het Uffizi57
museum in Firenze terecht. Een ander deel ging naar het Louvre in Parijs en ligt daar nog altijd. In 1937 slaagden archeologen er dankzij een nieuwe techniek in om heel veel stukken op te graven. Mussolini gaf opdracht om met de puzzelstukken een nieuwe, gereconstrueerde Ara Pacis op te richten. Niet bij de Campo Marzio, maar een halve kilometer verderop, waar hij net een hele stadswijk met de grond gelijk had gemaakt om er de Piazza Augusto Imperatore te laten verrijzen in de modernistische fascistische bouwstijl. Midden op het plein lag het mausoleum van Augustus, een ronde en tot vandaag nogal verwaarloosde grafheuvel, waar Mussolini zelf begraven had willen worden. Aan de oever van de Tiber verrees dus de nieuwe Ara Pacis, een combinatie van originele brokstukken en gips, overkapt door een glazen constructie met stenen zuilen. Het complex, dat op 23 september 1938 en dus tweeduizend jaar na de geboorte van Augustus werd geopend, moest het centrum worden van het nieuwe fascistische keizerrijk. Het altaar van de vrede is 11,65 m lang, 10,62 m breed en ongeveer vijf meter hoog. Het bestaat uit een rechthoekige marmeren buitenmuur op een podium met twee deuren in elkaars verlengde met elk een trap. Daarbinnen staat het rijk versierde altaar. De muren, waardoor het altaar omsloten wordt, zijn gemaakt van Carrara-marmer en laten vrij eenvoudige versieringen zien aan de binnenkant. In het onderste deel van de wand zijn diepe cannelures aangebracht en in het bovenste deel ziet men bloemen- en vruchtenguirlandes en ossekoppen. Jarenlang diende de Ara Pacis als het ceremonieel centrum van Rome, waar men dankte voor de vrede, het goede bestuur en de welvaart die Augustus bracht. Ook de muren aan de buitenkant zijn zeer uitbundig versierd. Op de onderste strook, om het gehele altaar heen, is een sierlijk patroon gemaakt dat zich herhaalt in de vorm van acanthusbladeren met zwanen en andere diersoorten. En op de bovenste strook, van de vier muren direct naast de deuren, zijn vier mythologische taferelen afgebeeld. Op de muren staan afbeeldingen van de optocht bij de ontvangst van keizer Augustus terug in Rome. De reliëfs, eveneens in Carrarisch marmer, zijn van zeer goede kwaliteit. Op de linkerzijde zijn priesters, magistraten, de Pontifex Maximus (hogepriester) en een stoet van vertegenwoordigers van de Senaat afgebeeld in een 'eeuwigdurende offerhandeling' die de vrede en het welzijn van het Romeinse Rijk garanderen. De rechterzijde bevat een scène van de processie van de ceremoniële wijding van het altaar. Deze processie heeft werkelijk plaatsgevonden op 4 juli in het jaar 13 v. Chr. Archeologen zijn er zelfs in geslaagd verschillende leden van Augustus' familie te identificeren. Als eerste komen de twaalf lictoren gevolgd door Augustus (hij is langer afgebeeld dan de rest) en de vier flamines, de priesters die als taak hebben de ceremoniële vuren te ontsteken. Achter hen aan lopen Augustus' schoonzoon, Agrippa, zijn vrouw Livia, zijn nicht Antonia, zijn dochter Julia en haar man Tiberius. Naast hen lopen de broers Germanicus en Claudius. Germanicus was getrouwd met de dochter van Julia. Tenslotte volgen er een aantal vrienden. Eén van de mythologische taferelen op de muren met de ingangen is de afbeelding van Tellus, een vrouwelijk wezen die de aarde verpersoonlijkt en die het symbool van Italië is. Aan haar voeten zitten een os en een schaap en ze wordt omgeven door twee nimfen die de lucht en het water symboliseren. De eerste zit op een zwaan en de ander op een zeemonster. Op haar schoot zitten twee jongetjes die Romulus en Remus zouden kunnen uitbeelden. Ze grijpen naar de borst van de godin en naar de vruchten op haar schoot. Andere mythologische scènes die de geschiedenis van het ontstaan van Rome uitbeelden, zijn afbeeldingen van de Lupercalia, het feest van Pan en Aeneas die aan de penaten, de huisgoden, offert. Aan de buitenkant, op de basis van het altaar, is de tekst weergegeven van de Res Gestae Divi Augusti. Dit is een opsomming van de belangrijkste daden van Augustus. De negen steenblokken die de optocht uitbeelden heeft men pas in 1658 ontdekt onder het toenmalige Palazzo Peretti (nu Amalgia) aan de Piazza San Lorenzo in Lucina. Twee ervan werden door de familie De' Medici gekocht en kwamen terecht in Firenze. Nog andere blokken verhuisden naar het Thermenmuseum, het Vaticaan en het Louvre. Toen men in de buurt steeds maar nieuwe 58
fragmenten bleef vinden, kwamen archeologen in 1879 tot het besef dat men te doen had met het legendarische Ara Pacis. De plaats waar de Ara Pacis Augustae nu staat, is niet de oorspronkelijke. De huidige plek is zoals verteld het idee van Mussolini (dezelfde kerel die zowat het halve Forum Romanum heeft verwoest door er een monsterlijke weg dwars overheen te leggen...) die het monument op 23 september 1938 liet openstellen voor het publiek. Tijdens de opbouw van het altaar, heeft men in 1937 tijdens nieuwe opgravingen nog meer delen gevonden, waardoor het gebouw grotendeels kon gereconstreerd worden. Jammer genoeg bevinden enkele originele steenblokken zich nog steeds in Firenze en ook Parijs weigert de originele stenen terug te geven. Het Vaticaan gaf de oorspronkelijke steenblokken wel terug, zij het pas in 1954 en na lang aandringen. De delen die nu nog in Firenze en Parijs liggen, zijn in Rome vervangen door afgietsels. Met behulp van die afgietsels en de talrijke delen die inmiddels zijn teruggevonden is het Vredesaltaar grotendeels in de vroegere luister hersteld. Hoewel keizer Augustus, de man die naar verluidt Rome aantrof als een stad van baksteen en ze achterliet als een stad van marmer, volgens ons toch zijn bedenkingen zou hebben gehad met het plaasteren oplapwerk van zijn Vredesaltaar... www.arapacis.it
Vijfhonderd jaar Via Giulia in Rome Eén van de mooiste straten van Rome, de Via Giulia, viert haar vijfhonderdjarig bestaan. Dat gebeurt met een hele reeks uiteenlopende evenementen, gaande van concerten, lezingen, tentoonstellingen tot begeleide wandelingen en lichtshows en die nog voortduren tot februari volgend jaar. Het programma wordt regelmatig bijgewerkt en je kan het raadplegen via de onderstaande gelegenheidswebsite. Het is in ieder geval het ideale moment om eens nader kennis te maken met plekjes zoals het Piazza dell'Oro, de kerken Santa Maria dei Senesi, Sant'Eligio degli Orefici en de Santo Spirito dei Napoletani of het Palazzo Sacchetti. Hier is immers veel te zien en deze kleine opsomming verzinkt in het niets tegenover al het fraais dat deze straat en de nabije omgeving te bieden heeft. De Via Giulia loopt ongeveer parallel met de Tiber en werd van 1503 tot 1508 aangelegd door Donato Bramante op bevel van paus Julius II die de straat ook zijn naam gaf. Op de westelijke oever van de Tiber bevonden zich aanvankelijk slechts twee stadswijken, de Città Leonina, met de SintPieter, het Vaticaan en de Borghi, en Trastevere, gelegen aan de voet van de Monte Gianicolo. Het was ook onder Julius II dat in een rechte lijn, op enige afstand van de Tiber, de Lungara werd aangelegd, dit als antwoord op de Via Giulia aan de andere zijde van de rivier. Aan de Via Giulia ontstonden diverse renaissancepaleizen; de bebouwing van de Lungara zou zich voornamelijk beperken tot kleinere kloosters en burgerhuizen. Beide straten moesten vooral de toenmalige volksbuurten saneren: de Via Giulia doorsneed de Regola, een wirwar van smalle pittoreske straatjes, waarvan er nog heel wat bestaan. Vijfhonderd jaar betekent in Rome eigenlijk niet zoveel. Vergeleken met sommige andere straten werd de Via Giulia zelfs vrij laat aangelegd. De bedoeling was, tegelijk met de sanering van de wijk, vooral ook een snelle toegangsweg naar het Vaticaan te verwezenlijken voor de vele duizenden pelgrims die naar Rome kwamen. Voordat de straat werd aangelegd, konden de bedevaarders het Vaticaan vanuit deze richting enkel bereiken door de smalle Via del Pellegrino en de Via dei Banchi Vecchi. Deze steegjes, die tot vandaag hun charme hebben behouden, waren destijds berucht wegens de grote aantallen zakkenrollers die in deze straatjes hun werkgebied hadden. Je kan het zo'n beetje vergelijken met de beruchte bus 64 van vandaag, waarop argeloze en onoplettende toeristen eveneens regelmatig wat lichter worden gemaakt. 59
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de architect Bramante ook alle gebouwen in de straat zou ontwerpen, dit om een architectonisch geheel te creëren. Dat plan ging echter niet door. Toen de straat voltooid was, waren de huizen er nog goedkoop en veel artiesten, waaronder de schilder Rafaël en architect da Sangallo, kwamen in de Via Giulia wonen. De gebouwen aan de westzijde hadden toen nog tuinen die tot vlak aan de Tiber reikten. De Via Giulia werd al gauw één van de meest exclusieve straten van Rome. Dat is vandaag nog zo. Het is één van de weinige (bijna) autovrije straten van Rome, waar je leuke winkeltjes, kunstgalerijen, antiekzaken maar ook diverse regeringskantoren aantreft. Ook de anti-maffiabrigade van Rome is gehuisvest in deze straat, net als het Museo Criminologico, in het Palazzo del Gonfalone. Zowat de hele straat is zoals gezegd het bezichtigen meer dan waard, maar neem vooral een kijkje in de kerk van San Giovanni dei Fiorentini (ter hoogte van het Piazza dell’Oro). Hoewel minder rijkelijk dan de Santa Maria sopra Minerva (de oorspronkelijke Florentijnse kerk) aan de gelijknamelige Piazza, zijn vrijwel alle grote kunstenaars uit de Renaissance en de barok op een of andere manier met deze kerk verbonden. De gevel is van Allessandro Galilei. Jacopo Sansovino tekende voor het eigenlijke ontwerp van de kerk. Na zijn dood werd het werk voorgezet door Antonio da Sangallo de Jongere. Giacomo della Porta voltooide het gebouw en Carlo Maderno bouwde de koepel. Het koor en het roodmarmeren altaar is van Pietro da Cortona en Borromini, verfraaid met beelden van Bernini. Zowel Maderno als Borromini liggen overigens in deze kerk begraven. Filippo Neri, de patroonheilige van Rome, was de eerste priester van deze kerk. Wie de moeite doet hier wat rond te kijken zal nog meer grote namen aantreffen. Opmerkelijk is dat in deze kerk dieren binnen mogen. Vroeger waren er hier weleens dierenwijdingen, vandaag beperkt dit oude gebruik zich tot een schaarse bezoeker die eens een hond meeneemt in de kerk. Ook zeker de moeite van het bekijken waard in de Via Giulia: het Palazzetto (op nummer 79), het Palazzo Sacchetti (nr. 66), de Chiesa di San Biagio della Pagnotta (ter hoogte van de Via dei Bresciani), het Palazzo Ricci (Via Giulia 146), het Palazzo Cisterna (nr. 163), de kerk van Santa Caterina da Siena (ter hoogte van de Via dell’Armata), het Palazzo Falconieri (Via Giulia 1), de Fontana del Mascherone (ter hoogte van de Via del Mascherone) en de Arco dei Farnesi uit 1603 aan de achterzijde van het Palazzo Farnese. Het was ooit de bedoeling om dit gebouw te verbinden met de Villa Farnese aan de overzijde van de Tiber, maar meer dan de boog over de Via Giulia is er nooit gebouwd. De Farneseboog heeft geen enkele functie, maar geeft, ook al omwille van de mooie plantengroei, de straat toch een fijn extraatje. Een beetje luguber buitenbeentje is de Chiesa di Santa Maria dell’Orazione e Morte (op nr. 261). Op de deuren en ramen zijn gevleugelde schedels te zien. Naast de deur bevindt zich een geraamte met een zandloper en een skelet dat naar de tekst 'Hodie mihi, cras tibi' wijst (heden ik, morgen gij). In de 16de en 17de eeuw werden hier meer dan 8.500 niet geïdentificeerde doden begraven (meestal drenkelingen of onbekende slachtoffers van moordende overvallen). Die ongelukkigen kregen hier toch nog een christelijke begrafenis. Maar in de crypte van de kerk werden later met hun botten bizarre versieringen en patronen gevormd, zoals kruisbeelden van schedels, lampen van wervels, enz. Het is een beetje vergelijkbaar met de ruimte in de Kapucijnenkerk Santa Maria della Concezione aan de Via Veneto, al is die laatste veel kleiner. De crypte van de Santa Maria dell’Orazione e Morte is niet vrij toegankelijk. Je kan ze wel bezoeken mits aanvraag bij de priester en enkel na de kerkelijke dienst. www.viagiulia500.net
60
Een kijkje bij de jonge Rubens in Rome Een absolute must voor iedere Vlaming en kunstliefhebber die Rome bezoekt, is een kijkje nemen bij enkele buitengewone schilderijen die Pieter Paul Rubens maakte toen hij nog piepjong was. De kleuren van de doeken zien er buitengewoon fris en helder uit alsof ze pas gisteren werden geschilderd. Het was ondermeer door deze prestaties in Rome dat Rubens gaandeweg steeds meer opdrachten kreeg van koningshuizen, de hoge adel en de kerkelijke overheid. Het Romeinse werk van Rubens maakte de kunstenaar wereldberoemd. Op de Piazza della Chiesa Nuova zie je de Santa Maria in Vallicella, ook wel de Chiesa Nuova geheten (de nieuwe kerk). Helemaal vooraan, zowel boven als aan de beide zijjden, zie je het werk van de jonge Vlaming Rubens, gemaakt in de periode 1606-1608. Het waren zijn eerste grote officiële opdrachten in Rome. Op het plein voor de kerk zie je de Fontana della Terrina (ze lijkt inderdaad wat op een reusachtige ouderwetse soepterrine) van Giacomo della Porta. Het deksel werd er later op geplaatst, omdat de marktkramers het bekken gebruikten als afvalbak. Deze fontein stond vroeger immers op de Campo de' Fiori en fungeerde daar als gemakkelijke afvalbak. Er kwam dus een heus deksel op maar dat hield de sluikstorters niet tegen en uiteindelijk werd de hele fontein dan maar verplaatst. In dezelfde Chiesa Nuova, waar nog een heleboel andere bijzonder fraaie kunstwerken te zien zijn, ondermeer een aantal fresco's van Pietro da Cortona, en dus een bezoek meer dan waard is, bevindt zich ook een ampul met bloed van San Pantaleo. Op 27 juli, de dag van zijn martelaarschap, wordt dit bloed vloeibaar. De ampul is meermaals onderzocht door wetenschappers maar die vinden daarvoor geen verklaring. De patroonheilige van Rome, Filippo Neri, wordt hier ook vereerd (het is de kapel links vooraan in de kerk, waar je bijna altijd mensen aantreft die in stilte een verzoek richten tot Filippo Neri aan wie zeer veel wonderen en mirakels worden toegeschreven. De heilige Filippus Neri(us) (eigenlijk: Filippo Romolo Neri) was een katholieke priester die meewerkte aan de Contrareformatie. Men noemde hem de apostel van Rome. Hij is de stichter van de orde der Oratorianen. Neri werd opgeleid door de Dominicanen van het Florentijnse San Marcoklooster. Hij zou in de zaak van zijn oom Romolo in San Germano komen als koopman, maar verliet deze plaats om naar Rome te gaan. In Rome meldde hij zich na een tijd als kluizenaar geleefd te hebben bij de Augustijnen. Hij hield zich vooral op bij de armen en zieken, en bezocht regelmatig de catacomben. In 1551 werd hij tot priester gewijd en sloot zich aan bij de broederschap San Girolamo della Carità. Neri nam veel mensen de biecht af. Hij organiseerde 's avonds met deze broederschap bijeenkomsten van gebed, zang en gesprekken; qua vorm waren het vespers met aansluitende ontmoeting. Al in 1567 sloot de latere kardinaal Caesar Baronius zich bij hem aan. In 1564 nam Neri de zielzorg over in de nieuwe parochie San Giovanni dei Fiorentini. In 1575 gaf de paus de broederschap de status van een congregatie waarin zowel religieuzen als leken werden opgenomen. In 1577 werd de herbouwde Santa Maria in Vallicella aan hen toegewezen. De kerk heette al spoedig Chiesa Nuova. De vieringen vonden voortaan plaats in het oratorio, een kapel van de Chiesa Nuova. Deze vorm van religieus samenzijn en vieren ligt aan de basis van het oratorium als muzikaal genre. Pas in 1584 ging Neri - tegen zijn zin - zelf ook bij de Chiesa Nuova wonen. Spoedig volgde soortgelijke stichtingen elders in Italië. Zij waren geheel autonoom in de keuze van hun statuten en verdere reglementen. Neri weigerde zich te gedragen als een generaal-overste die uniformiteit oplegt. Over Filippus Neri's onconventionele optreden doen veel verhalen de ronde. Hij was een vrolijk, sportief en vooral praktisch man. Neri verstond de kunst om met iedereen goed om te gaan. Hij was 61
met veel mensen bevriend, onder wie voormannen van de Contrareformatie als Ignatius van Loyola, Carolus Borromeus, Franciscus van Sales en Felix van Cantalice. Vrij spoedig na zijn dood in 1595 volgden de zaligverklaring (1600) en de heiligverklaring door paus Gregorius XV in 1622. De kerkelijke feestdag van Filippus Neri is 26 mei.
De necropolis van Santa Rosa De necropolis van Santa Rosa, die deel uitmaakt van de Romeinse necropolis van de Via Triumphalis, is een oud-Romeinse begraafplaats die in 2003 werd ontdekt in Vaticaanstad tijdens de aanleg van het parkeerterrein Santa Rosa. Bouwvakkers stootten toen op een oude necropolis uit de Romeinse keizertijd, waarvan de oudste waardevolle graven dateren uit de periode van keizer Augustus. Een dergelijke vondst, intacte graven die bijna tweeduizend jaar onaangetast zijn gebleven, is zeer uitzonderlijk. Dat is mede te danken aan een aardverschuiving in de tweede eeuw na Chr., waardoor een gedeelte van de site volledig bedekt raakte en letterlijk werd afgesloten van de buitenwereld. De graven dateren uit de tijd van keizer Augustus (27 v. Chr.- 14 na Chr.) tot de tijd van keizer Constantijn (4de eeuw na Chr.). De opgravingen werden uitgevoerd door archeologen van de Vaticaanse Musea en brachten een veertigtal tombes en ruim tweehonderd individuele graven op meerdere niveaus aan het licht, bijna allemaal in uitstekende staat, met inbegrip van de sarcofaag van Publius Caesilius Victorinus (270-290), gebeeldhouwd in bas-reliëf en de grafkamer van Passieni. Door de inscripties op de gedenkstenen, vazen, altaren en terracotta urnen, vaak met met vermelding van het beroep of de plaats waarvan de overledenen vandaan kwamen, hebben de archeologen bijzonder veel informatie kunnen achterhalen. De vondsten zijn over het algemeen in vrij goede staat. Onderzoekers spreken weleens enthousiast van 'klein Pompeji', al is dat misschien wel iets teveel eer. Via speciaal gebouwd loopbruggen kunnen bezoekers de site bereiken. Op 12 oktober 2006 werd deze nieuwe sector van de Vaticaanse necropolis aan de Via Triumphalis officieel geopend. In feite is het de voortzetting van het gedeelte dat reeds in de jaren vijftig werd ontdekt en waar toen ook het graf van de apostel Petrus werd teruggevonden. Op de Vaticaanse heuvel lagen in de Oudheid immers enkele van de belangrijkste begraafplaatsen van het oude Rome. Het gebied veranderde van karakter door het feit dat Petrus, tevens de eerste paus van Rome, er begraven was. In de vierde eeuw na Christus, toen keizer Constantijn het christendom toestond, werd de heuvel geschikt gemaakt voor de bouw van een enorme basiliek, de voorloper van de huidige Sint-Pieterskerk. Beide oud-Romeinse begraafplaatsen behoren vandaag tot de meest complete en gedocumenteerde uit de oudheid. De eerste is bereikbaar via de opgraving onder de basiliek, de andere langs de Via Triumphalis. Dat gebied staat bekend als de Necropoli dell'Autoparco, omdat ook toen graafwerken verricht voor een Vaticaanse parkeergarage. De twee begraafplaatsen, samen met de nabijgelegen afdelingen van de Galea en de Annona, maken deel uit van een veel grotere begraafplaats die zich langs de oude Via Triumphalis bevond. Dat was de weg die traditioneel werd gevolgd door de overwinnende Romeinse legers bij hun terugkeer naar Rome. Archeologen spreken van één van de meest volledige en best gedocumenteerde verzamelingen van het Romeinse keizerrijk. Vele graven zijn versierd met fresco's en mozaïeken en sommige zijn uitzonderlijk goed bewaard. Je ontdekt veel over het verleden en de afkomst van de personen die hier begraven liggen. Bijzonder is dat graven van burgers uit de laagste klassen en die uit de middenklasse hier door elkaar liggen. Sommige graven bevatten eenvoudige urnen met de as er nog in, andere hebben rijk versierde sarcofagen. In een aantal gevallen is door grafinscripties meer bekend over de doden. Zo zijn er een hortator (trainer van paarden voor het circus) en een tabellarius (postbode). De grafsteen van Publius 62
Caesilius Victorinus (270-290) verraadt zijn liefde voor de jacht. Deze tombe wordt door de onderzoekers als zeer belangrijk bestempeld. De grafsteen van keizer Nero’s slaaf Alcimus laat zien dat hij onder meer decors maakte voor het Theater van Pompeius. Zijn gereedschap kreeg hij mee in zijn graf. In totaal gaat het om zo’n 500 tot 600 doden die zijn begraven in ongeveer veertig verschillende graftombes. Het archeologische gebied is nu ingesloten in de structuur van de parkeerplaats. De opgravingen zijn nog altijd aan de gang maar de archeologische site is wel toegankelijk, op vrijdag en zaterdag, voor groepen van maximaal 25 personen. Vooraf reserveren bij het Ufficio Visite Speciali is verplicht. Goedkoop is het niet. De standaardprijs voor een bezoek aan de site bedraagt 150 euro, ook als je met slechts een paar of enkele personen komt opdagen. Het Vaticaan levert desgwenst een gids. Die kost nog eens 150 euro. De Edizioni d'Arte De Luca publiceerde over de site een boek met als titel La necropoli Vaticana Lungo la Via Trionfale, met teksten van Paolo Liverani en Giandomenico Spinola. Musei Vaticani - Ufficio Visite Speciali Tel. 06 6988.4947 - fax 06 6988.1573 E-mail:
[email protected]
Kerkers Engelenburcht na vele jaren opnieuw open voor publiek Je kan vanaf nu opnieuw de kerkers bezoeken van de befaamde historische Engelenburcht aan de oevers van de Tiber in Rome, waar in het verleden de gevangenen van de paus werden opgesloten. Je kan er alleen in als je jezelf aansluit bij een groepje (of er zelf eentje vormt) en de rondleidingen gebeuren enkel ’s nachts en met een gids. Naar verluidt is dat de ideale sfeer om de verhalen te vertellen van enkele van de bekendste gevangenen van de kerkers die ook inspiratie leverden voor kunstenaars als Puccini of Dumas. De Engelenburcht zelf, blijft uiteraard gewoon te bezoeken als museum. Het immense gebouw is bij operaliefhebbers ook bekend als één van de decors van Tosca. Na een restauratie van ruim tien jaar werden de kerkers van de Engelenburcht in Rome recent opnieuw opengesteld voor het publiek. De historische burcht aan de oevers van de Tiber, oorspronkelijk het mausoleum van keizer Hadrianus, heeft voor heel wat zaken dienst gedaan, maar is lange tijd ook een streng beveiligde gevangenis geweest voor vijanden van de paus. De naam Engelenburcht (Castel Sant' Angelo) verwijst naar de aartsengel Michaël, die bovenop het voormalige mausoleum verschenen zou zijn. De Engelenburcht werd oorspronkelijk het Moles Hadriani (het gevaarte van Hadrianus) geheten, en vormde het reusachtige praalgraf van keizer Hadrianus. Het werd gebouwd tussen 135 en 139 onder leiding van de architect Demetrianus. Later werden hier ook de keizers Marcus Aurelius, Septimius Severus en Caracalla bijgezet. De burcht heeft vijf verdiepingen en is zo'n 50 meter hoog. De Engelenburcht heeft zijn naam te danken aan een legende. Op kerstdag 590 hield paus Gregorius I een grote plechtige kerkelijke optocht om God te smeken een einde te maken aan de pestepidemie. Bovenop het mausoleum verscheen plots de aartsengel Michael. De engel stak zijn zwaard in de schede, wat betekende dat Gregorius' bede was verhoord en de strijd tegen de pestepidemie voorbij was. Paus Pius II liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn neergestreken een kapel bouwen. Het beeld van de aartsengel Michaël (1752) bovenop de burcht, is in de loop der eeuwen divese keren vervangen. De jongste versie, die je nu nog steeds ziet, is gemaakt door de Gentenaar Pieter Antoon Verschaffelt. Zelfs in de oudheid leek het mausoleum al snel niet meer op een grafmonument. Het gebouw begon steeds meer op een burcht of kasteel te lijken. De pausen en de adel streden, nadat de Gothen een aantal kunstwerken en beelden hadden geroofd, al gauw om het bezit van de burcht. De Kerk liet de 63
Engelenburcht verbouwen tot een sterke vesting die het Vaticaan moest beschermen tegen invallers, maar ook tegen de middeleeuwse Romeinse adel en burgerij. Voor de veiligheid liet paus Nicolaas III in 1277 de Engelenburcht en de Sint-Pieter verbinden met een gang. Paus Alexander VI liet zo'n twee eeuwen later, bovenop de muur naar de burcht, een 1600 meter lange vluchtgang aanleggen, de befaamde passetto of doorgang, ook wel de corridoio (corridor) genoemd. Dit was een verbindingsbrug tussen het Vaticaan en de veilige burcht. Nu kon de paus, wanneer er gevaar dreigde, met zijn schatten wegvluchten achter de dikke muren van de Engelenburcht. Nog veel later, omstreeks 1630, werd deze gang in opdracht van Urbanus VIII overdekt. De gangen bestaan nog altijd en de bovengrondse is tegenwoordig - na reservatie en begeleid door een gids eveneens te bezoeken. Het Vaticaanse gedeelte van de passetto, dat begint aan de Porta Sant'Anna, is verboden terrein voor bezoekers. Waar de passetto in het Vaticaan precies eindigt is niet helemaal duidelijk. Verschillende bronnen spreken elkaar tegen en zelf hebben we het nooit gezien. In zijn befaamd/beruchte fictieboek 'Het Bernini Mysterie' beweert thrillerauteur Dan Brown dat de passetto eindigt in de pauselijke appartementen. Later werd de Engelenburcht ook een tijdlang als pauselijke schatkamer gebruikt. Tot en met de 16de eeuw werden de verdedigingswerken verbeterd en de zalen steeds mooier versierd. Zo liet paus Paulus III de burcht comfortabeler inrichten voor het geval een van de pausen voor langere tijd in de burcht zou moeten verblijven. Nadien deed de burcht nog dienst als kanonnengieterij en dus ook als gevangenis. Pas na september 1870, toen het Vaticaan de Engelenburcht overdroeg aan het Italiaanse leger, kreeg het voormalige mausoleum een wat rustiger functie. In de burcht werd een museum geopend dat in 58 zalen de geschiedenis van de burcht toont. De jongste jaren is er veel aan gedaan om de burcht een beter aanzien te geven. Een deel van het vestingwerk is nu hersteld en een park geworden. Er hebben ook regelmatig thematische tentoonstellingen plaats en het gebouw is nu uitgegroeid tot één van de grotere en betere trekpleisters van Rome. Het uitzicht vanaf de hoogste verdieping is beter en meer gevarieerd dan dit vanop de koepel van de Sint-Pietersbasiliek. De Engelenburcht wordt met de andere oever van de Tiber verbonden door de Ponte Sant' Angelo (de Engelenbrug), de oorspronkelijke Pons Aelius (vernoemd naar keizer Hadrianus, wiens volledige naam Publius Aelius Hadrianus was), die gelijktijdig met het mausoleum is gebouwd. De drie middelste bogen van de brug zijn nog de oorspronkelijke uit de oudheid. Ook deze brug kreeg zijn huidige naam in de 15de eeuw. Wanneer je de brug oversteekt zie je aan beide zijde tien engelen, die er in 1669 bij de restauratie van de brug op zijn gezet. De engelen zijn gemaakt door Gian Lorenzo Bernini en zijn leerlingen. De kunstenaar was toen al 70 jaar. Na al die eeuwen blijft elk beeld apart een waar juweel om naar te kijken én nogmaals te vereeuwigen op foto. Over deze brug wandelen zonder een digitale camera te zien is dan ook bijna niet mogelijk. www.castelsantangelo.com
64