1 PVDA+ Sint-Niklaas Verkiezingsprogramma 2012 Inleiding Twee visies op de stad staan vandaag lijnrecht tegenover elkaar. Enerzijds een commerciële visie, die vertrekt van beton en privé, en die zijn ellebogen zet om de concurrentie met andere steden aan te gaan. Anderzijds een publieke visie op de stad, die vertrekt van de bevolking en streeft naar een stad op mensenmaat. Een stadsbestuur dat in een commerciële of een publieke richting fietst: wat is de beste stadsvisie voor de 21ste eeuw? Dat is de enige echte inzet van de verkiezingen, niet de vraag hoeveel stemmen N-VA haalt of wie er straks op de burgemeesterstroon zit. Voor PVDA+ is de keuze duidelijk: de markt kan de enorme problemen van de 21ste eeuw niet oplossen. Niet in de huisvesting, niet in de gezondheidszorg, niet op de arbeidsmarkt. Wij hebben geen tunnelvisie nodig die – ondanks de crisis – de marktlogica in steeds meer domeinen binnenbrengt. Wij hebben opnieuw een publieke visie nodig. Dat is ook de rode draad in het verkiezingsprogramma van PVDA+ dat voor u ligt. U vindt er onze standpunten over en voorstellen voor wonen, gezondheidszorg, werk, financiën, buurtleven, energie, diversiteit, mobiliteit, ecologie, armoedebestrijding, onderwijs, voedsel en landbouw, cultuur, en jeugd voor de stad Sint-Niklaas. Overzicht: p. 2 Betaalbaar wonen p. 6 Toegankelijke, betaalbare en integrale gezondheidszorg p. 9 Degelijk en volwaardig werk p. 12 Gezonde financiën p. 14 Mondige burgers en dynamische buurten p. 17 Betaalbare energie p. 20 Een diverse samenleving p. 23 Voor een sterke openbare dienstverlening p. 25 Mobiliteit en stadsplanning p. 27 Ecologie p. 29 Armoedebestrijding p. 31 Onderwijs p. 33 Voedsel en landbouw p. 35 Voor een toegankelijker cultuuraanbod p. 37 Kinderen en Jeugd
1
2 Betaalbaar wonen Het recht om menswaardig te wonen is een universeel basisrecht. Maar veel SintNiklazenaren zien hun kosten voor huisvesting jaar na jaar toenemen. 17% van de gezinnen geeft er meer dan 40% van zijn inkomen aan uit. Ook voor energie betalen we ons blauw. Het onvoldoende aanbod sociale woningen drijft veel mensen naar de private huurmarkt. Daar komen ze vaak terecht in een woning van mindere kwaliteit, met alle negatieve gevolgen van dien voor gezondheid, voor de prestaties van hun kinderen op school en voor de relaties binnen het gezin. Kwaliteit en betaalbaarheid: dat accordeert maar zelden. Uithuiszettingen en thuisloosheid loeren dan al vlug om de hoek. Er bestaan tal van initiatieven om het recht op wonen te realiseren, maar die zijn momenteel ontoereikend en worden onvoldoende gebruikt. Enkele cijfers tonen hoe acuut de woonnood in Sint-Niklaas is: Sociale woningen: Eind 2010 telde de Sint-Niklase Maatschappij voor Huisvesting 1.723 dossiers van kandidaathuurders. Met een gemiddelde van 3 personen per dossier betekent dat: meer dan 5.000 Sint-Niklazenaren die wachten op een sociale woning! De gemiddelde wachttijd voor een sociale woning in Sint-Niklaas bedroeg in 2010 53 maanden voor een woning met 1 slaapkamer, 43 maanden voor een huis met twee slaapkamers en 55 maanden voor een met 3 slaapkamers. Mensen moeten gemiddeld 4 jaar wachten op een sociale woning. Van alle huizen in Sint-Niklaas is 5,7% een sociale woning. Dat brengt het totale aantal op 1.665. Waarmee Sint-Niklaas bijzonder zwak scoort opzichten vergelijking met buurgemeentes als Lokeren (9,7%), Temse (10,77%) en Beveren (6,54%) en andere centrumsteden als Genk (13,46%) en Mechelen (9,47%).1 Door het sociale huurbesluit van de Vlaamse overheid, van kracht sinds 2008, zagen heel wat mensen hun huur stijgen. Belangrijkste oorzaak is de introductie van het begrip “marktwaarde” voor het bepalen van de huurprijs: de huisvestingsmaatschappij vergelijkt elke woning met een gelijkwaardige woning op de private markt. Hiermee holt ze het begrip ‘sociale huisvesting” volledig uit. Organisaties van sociale huurders willen dat dit huurbesluit wordt herzien, het begrip “marktwaarde”verdwijnt. Voor de berekening van de reële huurprijs moet men van objectieve criteria (kwaliteit, energiezuinigheid…) vertrekken en daarop de inkomenscorrecties toepassen. Naast de huurprijs zorgen ook de huurlasten voor een flinke hap uit het beschikbare inkomen van sociale huurders. Huurlasten zijn de kosten voor gemeenschappelijke diensten als onderhoud, herstellingen. De kwaliteit van de sociale woningen in Sint-Niklaas laat soms nog te wensen over. Vele woningen voldoen niet aan de hedendaagse normen. Er is nood aan een doorgedreven 1
Sprekende cijfers die worden aangehaald in de Stadsmonitor van de Vlaamse Overheid en in het stedelijk woonplan.
2
3 renovatie- en isolatieproject, waardoor bewoners op hun energiefactuur kunnen besparen. Hiervoor krijgen de huisvestingsmaatschappijen onvoldoende middelen van de Vlaamse Gemeenschap, en worden ze genoodzaakt sociale woningen te verkopen om renovaties te financieren. Zoals in het Engeland van Iron Lady Tatcher gebeurde. Wie niet het geluk heeft aan een sociale woning te geraken, moet een beroep doen op de private huurmarkt met hoge huurprijzen en een bedenkelijke woningkwaliteit. Om hierop in te grijpen ijvert PVDA+ voor een “huurwet” naar Nederlands model, waarbij alle huurprijzen, ook op in de private markt, worden geplafonneerd op basis van objectieve kwaliteitscriteria. Sociale verhuurkantoren (SVK’s) opereren op de private huurmarkt, en zijn zeer waardevol. Maar ze kampen met wachtlijsten, veel bureaucratische regelgeving, en een onderbezetting van personeel. Bovendien zijn er veel oudere eigenaars, die naast hun eigen woning één andere kleine woning bezitten, niet op de hoogte van het bestaan van sociale verhuurkantoren. Vaak verkopen ze hun huis te verkopen om van de last van af te zijn. Gevolg: de huurmarkt krimpt nog, en de prijzen stijgen nog. Meer eenoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen, echtscheidingen, de zogenaamde “gezinsverdunning”, verscherpen het probleem. 2 Onder de 400 EUR vind je in Sint-Niklaas geen enkele woning, tenzij een kleine kamer bij een huisjesmelker. Vindt men al een woning dan volgt een trage procedure bij het OCMW voor een (uitsluitend schriftelijke) huurwaarborg, een installatiepremie. Over die installatiepremie doen ze vaak moeilijk, terwijl mensen er recht op hebben. Kandidaat-huurders wordt subtiel of minder subtiel naar vast werk gevraagd. Eigenaars willen een loonstrook. Jongeren krijgen het steeds moeilijker om op eigen been te staan en worden genoodzaakt van langer bij mama en papa te blijven wonen. Huren ze samen met maten een woning, dan loert het gevaar om de hoek van stedenbouwkundige pesterijen en het gevaar van vermindering op hun uitkering als ze werkloos worden. Ook wie uit financiële noodzaak of bewust een huis met anderen deelt staat wat te wachten: men wordt beschouwd als één gezin met gevolgen voor bureaucratische reacties vanuit de diensten ruimtelijke ordening, bevolking, politie. En serieuze consequenties qua uitkering. Zo wordt solidariteit bestraft in plaats van aangemoedigd! Elke week heeft 1 gezin in Sint-Niklaas te maken met uitdrijving door een deurwaarder. Zij worden letterlijk met hun meubels en huisraad op straat gezet. Waarom wordt iemand uitgedreven? Omdat hij niet tijdig de huur betaalt wegens schulden, ziekte, werkloosheid. Een preventief beleid terzake is zeer op zijn plaats.
2
Zie ook de brochure “Ieders Stem telt” van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen, afdeling Waasland, waarvoor dank.
3
4 De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake wonen: 1. Minstens 1.000 extra sociale woningen in Sint-Niklaas Om de druk op de huurmarkt te verkleinen zijn er tijdens de volgende bestuursperiode minstens 1.000 extra sociale woningen nodig, bij voorkeur via inbreiding, en met diverse woontypologieën: woningen voor grote gezinnen, groepswoningen met gemeenschappelijke delen zoals tuin, hobbyruimte,… Het begrip “marktwaarde” moet uit het sociale huurbesluit verdwijnen en vervangen worden door objectieve kwaliteitscriteria. De huurlasten mogen niet meer dan 10% van de huurprijs bedragen en in alle transparantie worden verantwoord. Sociale huisvesting moet opnieuw toegankelijk worden voor een bredere laag van mensen met een gemiddeld en bescheiden inkomen. Daarom moeten, parallel met de uitbreiding van het patrimonium, de inkomensgrenzen worden opgetrokken. Als meer mensen met een gemiddeld inkomen toegang tot sociale woningen krijgen stijgen ook de inkomsten van de huisvestingsmaatschappij. De huisvestingsmaatschappij moet in een open geest met de bewoners communiceren en haar beleid aan democratische controle onderwerpen. 2. De woonkost (huur, huurlasten en energie) mag nooit meer bedragen dan 30% van het beschikbare inkomen. 3. Huursubsidie voor de huurders op de private markt: a) Op Vlaams niveau: een huursubsidie voor wie aangewezen is op de private huurmarkt en wiens inkomen hiervoor ontoereikend is. Dit gekoppeld aan een objectieve huurprijs voor die bepaalde woning, zodat de huisbazen niet profiteren van de huursubsidie. b) Voor Sint-Niklaas: een stedelijke huursubsidie voor wie twee jaar op de wachtlijst staat van de Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting (zoals in Beveren). Dit betekent een aanvulling van de Vlaamse huursubsidie waarop je 5 jaar moet wachten. 4. Inzetten op kwaliteit van de huurwoningen: -
Middelen geven aan de sociale huisvestingsmaatschappijen voor renovatie van hun patrimonium, hierbij gebruik maken van sociale economieprojecten. Premies geven aan huurders om verbeteringen te doen aan de woningen of verhuurders hiertoe stimuleren met verbod op verhoging van de huurprijs.
5. Toepassing van het sociaal beheersrecht, voorzien in de Vlaamse Wooncode. De PVDA+ wil het voorbeeld volgen van de burgemeester van Elsene, Willy Decourty: leegstaande woningen opeisen of het uitoefenen van het recht op voorkoop door de stad, het OCMW, een huisvestingsmaatschappij of intercommunale. 6. Stimuleren en ondersteunen van groepswonen en “solidair wonen” (voor mensen in een kwetsbare situatie) 4
5
Het wonen in grotere woningen met meerdere bewoners heeft veel voordelen. Het drukt de prijs, is een middel tegen vereenzaming en betekent een herbestemming van te grote woningen in de binnenstad. Hierdoor hoeven geen extra gronden te worden aangesneden in het randgebied. Voorstellen: - Het geven van een label aan solidaire woningen, met garantie voor eventuele uitkeringen, stedenbouwkundig statuut en inschrijving in de bevolkingsregisters als dusdanig; - overleg met andere geledingen (Vlaams, federaal, ander centrumsteden rond deze opportuniteit); - het ondersteunen van “proefprojecten” met expertise en financiële middelen. 7. Het sociale verhuurkantoor meer middelen en personeel geven Om zijn taak naar behoren te vervullen heeft het sociaal verhuurkantoor meer middelen en personeel nodig. Zij moeten meer woontypologieën aanbieden, ook solidaire woningen. Ze dienen kleine verhuurders te koesteren en te begeleiden om hun huurwoningen op te markt te houden. Aandacht voor prijs/kwaliteit van de woningen. 8. Een echte garantie voor het bekomen van een huurwaarborg Banken geven geen huurwaarborg, de huurwaarborg van het OCMW duurt lang en is alleen schriftelijk. PVDA+pleit voor een effectieve en anonieme huurwaarborg door het OCMW, of voor een Waas Huurwaarborgfonds naar het model van Brussel. 9. Uitbouw van de woonwinkel als laagdrempelig aanspreekpunt voor huurders en kleine verhuurders, als draaischijf voor energieaanpassingen en subsidies De woonwinkel vervult een scharnierfunctie in het realiseren van energiebesparing. De woonwinkel helpt bij de keuze van de energieleveranciers, met de aanvraag van offertes, met de afstemming tussen de maatregelen voor energiesnoeiers, voortgezette energiescans, uitvoering isolatiemaatregelen. De woonwinkel stroomlijnt de verschillende stappen en zorgt voor afstemming. Als model willen we verwijzen naar vzw ReGENT, een stedelijke vzw die Gentenaars helpt om minder gas, elektriciteit en water te verbruiken. De woonwinkel maakt burgers actief wegwijs bij de aanvraag van premies van netbeheerders en van stedelijke, provinciale, Vlaamse en federale overheden. 10. Personen met een beperking krijgen informatie over de mogelijkheden tot aanpassing van het woning, via de woonwinkel.
5
6 Toegankelijke, betaalbare en integrale gezondheidszorg Alle Belgen zijn gelijk voor de wet. Zijn ze dat ook voor hun gezondheid? Neen. Drie eenvoudige feiten maken dit concreet. Een laaggeschoolde sterft drie tot vijf jaar vroeger dan een hooggeschoolde en heeft zelfs 18 tot 25 minder gezonde jaren te verwachten dan een hooggeschoolde. Een laaggeschoolde man sterft vijf jaar vroeger en heeft 18 gezonde jaren minder te verwachten. Een laaggeschoolde vrouw sterft drie jaar vroeger en heeft 25 gezonde jaren minder te verwachten. In de laagste sociaal-economische groepen blijkt maar 60 % van de mensen in goede gezondheid te zijn, tegenover 87 % in de hoogste groepen. De gezondheid is dus niet gelijk verdeeld over de Belgen. Ze is zelfs zeer ongelijk verdeeld. En die verdeling is ook systematisch in het nadeel van de lagere sociale groepen: ze volgt netjes die van de verdeling van geld, opleiding en sociale status in de maatschappij, laag per laag, klasse per klasse. Er is dus een echt systematisch verband tussen opleiding en sociale status enerzijds, en gezondheid anderzijds. Het aantal gezonde levensjaren (gezonde levensverwachting) van lager opgeleide mensen vermindert vooral door volgende ziekten: artritis, rugklachten, hartziekten, beroerte, astma en chronische obstructieve longziekte. De verminderde levensverwachting tout court is voornamelijk te wijten aan doodsoorzaken waarop preventie een belangrijke invloed heeft, zoals levercirrose, darmkanker, zelfmoord en ongevallen. Zo hebben lager opgeleide mannen in de leeftijdscategorie 40 tot 49 jaar ongeveer twee keer meer kans op overlijden door longkanker dan hoger opgeleide mannen. Er sterven in de meest achtergestelde buurten ruim tweemaal meer mensen door levercirrose dan in de meest bevoordeelde buurten. De levensverwachting is niet alleen verbonden aan de opleidingsgraad, maar evenzeer aan de leefbuurt, het beroep, enzovoort. Die grote ongelijkheid inzake gezondheid verbaast. Een toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg is de vlag die we altijd op de Belgische gezondheidszorg geplaatst hebben en waarmee België zich onderscheidde van de andere landen, zo dachten we toch. Een toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg voor iedereen is al decennia het motto van alle regeringen, van alle partijen en van alle groepen die bij het beheer van de gezondheidszorg betrokken zijn. Voor de mensen met lage inkomens zijn er veel speciale regelingen ingesteld zoals de verhoogde terugbetaling van het Omnio-statuut, en de maximumfactuur die zorgt dat de ziektekosten over een heel jaar gerekend, niet te hoog oplopen. Die inspanningen zijn groot. Het budget dat we daaraan besteden ook. Bereiken die het beoogde doel dan niet? Ons zo geroemd Belgisch gezondheidszorgsysteem garandeert inderdaad een ruim aanbod van artsen en ziekenhuizen, van hoge kwaliteit, zonder wachtlijsten, niet te duur als je het vergelijkt met het buitenland, met zelfs vele speciale regelingen voor lage inkomensgroepen. Maar ons gezondheidszorgsysteem slaagt er niet in ongelijkheid in gezondheid te reduceren tot aanvaardbare proporties. Is ons gezondheidssysteem misschien te veel gericht op het 6
7 behandelen van ziekten en te weinig op het voorkomen ervan? Is die preventie te weinig gericht op bepaalde groepen? Specifiek voor Sint-Niklaas zijn er nog de volgende problemen: 1. Een totaal tekort aan sociale tandartsen, dat wil zeggen tandartsen die willen werken aan het derdebetalerstarief. Na de sluiting van de poliklinieken van de Bond Moyson en CM is dit een schrijnend probleem. 2. Het aantal huisartsen zal binnen de twee jaar dalen door het pensioen van een aantal zestigers. Vaak verkiezen jonge artsen zich te specialiseren in plaats van huisarts te worden. De overblijvende artsen blijven hardnekkig solo werken. Gevolg: zeer drukke praktijken, weinig ruimte voor preventieve zorg, en ook weinig ruimte voor een gezinsleven. De beslissing tot oprichting van een centrale huisartsenpost blijft in de lucht hangen. 3. Het Wijkgezondheidscentrum De Vlier levert prima werk, is laagdrempelig en multidisciplinair. Jammer genoeg is 90 % van de patiënten kansarm met een grote zorgnood. Zijn andere huisartsen blij dat zij van deze moeilijke groep vanaf zijn ? Wij vermoeden het. De PVDA+wil geen geneeskunde met twee snelheden. Praktijken zoals Geneeskunde voor het Volk, het netwerk van groepspraktijken van PVDA+, en De Vlier zouden, zoals in Gent, een doorsnee publiek van patiënten moeten hebben, een sociale mix. 4. Mensen zonder papieren kunnen in principe terecht bij alle huisartsen. Het OCMW betaalt de medische prestaties terug. Maar de achterstallen in betaling lopen op tot 10 maanden ! Het wijkgezondheidscentrum heeft minstens 300 patiënten zonder papieren. Reken uit! Sommige andere zorgverstrekkers (huisartsen- tandartsen-apothekers) staan door die laattijdige betaling door het OCMW weigerachtig om deze patiënten te behandelen. 5. De fusie van de twee ziekenhuizen, het openbare (de stadskliniek) en de private vzw Maria-Middelares is géén succesverhaal. De meeste klachten gaan over een gebrek aan informatie voor patiënten en bezoekers, onduidelijkheid in tarieven, opleg, honoraria, facturen. De PVDA+ vindt dat een ziekenhuis in openbare beheer meer garantie biedt op toegankelijkheid. Verder zijn er klachten over de onderbemanning van de spoeddienst, en de privatisering van de dienst 100. 6. Inzake geestelijke gezondheidszorg is er een absoluut tekort aan aanbod in de eerstelijnsen tweedelijnszorg. Slechts wie voldoende geld heeft kan zich wenden tot een psycholoog. Deze prestaties worden immers niet terugbetaald door het ziekenfonds. Wie niet zo bemiddeld is komt terecht op een wachtlijsten bij het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg of krijgt antidepressiva voorgeschreven zonder verdere therapie. 7. Preventie, het voorkomen van ziekte, is cruciaal: we moeten met z’n allen gezonder gaan eten (minder vlees, meer fruit en groenten) , stoppen met roken, meer bewegen, minder alcohol, suikers gebruiken enz. De stad kan hierbij een sensibiliserende rol spelen.
7
8 De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake gezondheidszorg: 1. Bevorderen van multidisciplinaire groepspraktijken met huisarts, verpleging, kinesitherapie, tandarts, diëtiste, rookstopbegeleider, psycholoog. 2. Voldoende en betaalbare geestelijke gezondheidszorg, niet alleen in SintHiëronymus en Sint-Lucia, maar ook ambulant bij psychologen en in groepspraktijken. 3. Ondersteunen van een centrale huisartsenwachtpost 4. IJveren voor een betere bezetting van de spoeddienst 5. De dienst 100 komt opnieuw in publieke handen. 6. AZ Nikolaas komt opnieuw in publieke handen. 7. AZ Nikolaas is toegankelijk, krijgt een heldere bewegwijzering, geeft meer en duidelijke informatie aan patiënten over het reilen en zeilen. 8. AZ Nikolaas doet meer moeite voor patiënten van een andere origine. 9. Derdebetalersregeling in AZ Nikolaas voor raadplegingen bij specialisten. 10. Voldoende uren voor raadpleging van specialisten in AZ Nikolaas 11. Helderheid in tarieven en opleg in AZ Nikolaas. 12. Derderbetalersregeling ook bij huisartsen en tandartsen stimuleren 13. Voldoende en betaalbare tandzorg: opstarten van een intermutualistische polikliniek voor tandzorg. 14. Stimuleren van sportbeoefening: onder andere: In de zomer: collectief turnen in parken onder begeleiding. 15. Sint-Niklaas is ambassadeur van “Donderdag Veggiedag” en koppelt daar ook echte acties aan tot het bevorderen van eten van groenten en fruit, en minstens één vleesloze dag per week.
8
9 Degelijk en volwaardig werk Werk is een middel tot het verwerven van een inkomen, tot zelfverwerkelijking, tot het hebben van sociale contacten, tot structurering van een dag. Werk of een andere vorm van zinnige tijdsbesteding is belangrijk. De stad Sint-Niklaas en het OCMW zijn samen de grootste werkgever in de stad. Hun personeel staat borg voor een goede dienstverlening aan de burgers. Gezien de vergrijzing is de druk op de verzorging steeds groter. Verpleegsters, verzorgenden en poetshulpen moeten keihard werken en zijn met veel te weinig. Hierin zitten zeker mogelijkheden voor uitbreiding van tewerkstelling aan correcte lonen, gezien het zware werk en de moeilijke werkuren. De PVDA+ pleit voor het opnemen van zorgtaken door de overheid of door niet-commerciële gesubsidieerde vzw’s, niet door de commerciële sector van interim-bureaus of rusthuizen. Voor het overige heeft een stadsbestuur thans veel te weinig impact op de tewerkstelling in een kapitalistische context. Maar ze kan wél positieve randvoorwaarden scheppen: - bedrijven aantrekken met veel tewerkstellingsplaatsen, - zorgen voor voldoende en kwalitatieve kinderopvang, - voor voldoende openbaar vervoer binnen de stad, - ijveren voor goed, snel en betaalbaar openbaar vervoer voor wie aangewezen is op pendelen naar Antwerpen of Brussel, of van de omgeving naar Sint-Niklaas; De stad kan ook de sociale economie bevorderen voor die diensten waar de privésector onvoldoende winst vermoedt of waar meer begeleiding voor kansengroepen nodig is. De stad moet bij de hogere overheden bepleiten dat mensen zonder al te grote weerslag op hun later pensioen deeltijds kunnen werken voor een betere combinatie van werk en gezin. Vooral vrouwen zijn nu het slachtoffer van de nieuwe federale pensioenregelingen doordat hun loopbaan wegens zorg voor kinderen nooit volledig is. En dan knelpuntberoepen: Het merendeel van de knelpuntenberoepen (jobs waarvoor men geen kandidaten vindt) situeert zich in de bouw en in de verzorging. Laat dat nu net de sectoren zijn waar er mogelijk geïnteresseerden zijn en nog opleidingsverstrekkers ook. Hierin kan de stad een bemiddelings- of regisseursfunctie vervullen: de partijen bij elkaar brengen en samenwerken. Bij de analyse van de werkloosheidscijfers in de Stadsmonitor 2011 voor Sint-Niklaas zien we een oververtegenwoordiging van vijftigplussers, laaggeschoolden, en jonge allochtonen zonder diploma. Naast “betaalde arbeid” bestaat ook “vrijwilligerswerk”. Dat wordt gedefinieerd als een regelmatige en vrijwillige prestatie niet voor zichzelf, voor vrienden of familie. Voor “de anderen”. Vrijwilligerswerk is in principe onbezoldigd, hoewel een onkostenvergoeding mogelijk is tot 1.000 euro per jaar. Vrijwilligerswerk is een sociaal engagement, geeft een hoger zelfbeeld, zorgt voor solidariteit en zingeving. Het kan een opstap zijn naar werk, maar 9
10 mag niet in de plaats komen van betaalde arbeid. Het vrijwilligerswerk is ontzettend divers in Sint-Niklaas: het gaat over leden van een cultuurraad, sportclub, wereldwinkeliers, vrijwilligers in het vluchtelingenwerk, in een rusthuis, bibliotheek, leiding van een scouts- of chirogroep, leden van een oudercomité, kookmama’s op kamp, tappers in een buurthuis. Kortom, vrijwilligerswerk is de zuurstof in een samenleving, het verhoogt het democratisch gehalte en de solidariteit tussen generaties, etnisch-culturele groepen, tussen stadsgenoten. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake werk: 1. Geen afbouw van de tewerkstelling van de Stad: De stad moet het huidige niveau van tewerkstelling in de eigen stadsdiensten op peil houden en niet tot privatiseringen overgaan. 2. De stad en het OCMW nemen initiatief tot het opnemen van zorgtaken die uit de vergrijzing voortvloeien. Bij voorkeur met eigen personeel of in samenspraak met niet-commerciële gesubsidieerde vzw’s. 3. De stad dient de randvoorwaarden voor tewerkstelling te ondersteunen op het vlak van kinderopvang en duurzaam vervoer: - Betaalbare kinderopvang: een nieuwe stedelijk kinderdagverblijf en nieuwe buurtgerichte kleinschalige crèches, voldoende buitenschoolse opvang; -
Intern openbaar vervoer, voldoende en veilige fietsenstallingen;
-
IJveren voor een goed uitgerust, stipt en betaalbaar treinvervoer voor pendelaars;
4. De stad moet sociale economie-initiatieven ondersteunen in nieuwe sectoren die onvervulde maatschappelijke behoeften (die de privé niet interessant vindt) invullen. Dat is ook een kans om kansengroepen tewerk te stellen. Bijvoorbeeld: stadslandbouw, bouw van sociale woningen, uitvoering van energie-ingrepen aan de woning, een fietsvervoersdienst, een boodschappendienst voor minder mobielen. 5. De stad ondersteunt alle initiatieven gericht op het bijscholen en op het versterken van competenties van lager geschoolde stadsgenoten, zodat zij meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Ook Nederlands op de werkvloer of in een voortraject wordt sterk gepromoot. 6. Het opstarten, samen met de VDAB, van een competentiecentrum voor het Waasland, waarbij de kundigheden van mensen naar waarde worden geschat en recht op een certificaat geven. En zo hun toegang op de arbeidsmarkt vergemakkelijkt. Mogelijke vestigingplaatsen zijn er zeker wel. 7. De stad volgt mee nauwlettend de misbruiken op in de sector van de interimkantoren op het vlak van arbeidswetgeving, racisme, onzorgvuldige administratie, enz. 8. De stad ondersteunt het vrijwilligerswerk in de stad, door: a) Het opstarten van een algemeen Vrijwilligerspunt in het stadhuis; 10
11 b) Door een match van vraag en aanbod (door een vacaturebank in coördinatie met de vacaturebank van de provincie).
11
12 Gezonde financiën maar niet op de kap van de belastingbetaler! In heel België zal 56 % van de gemeenten (327 van de 589) dit jaar in het rood eindigen: 70 % van de Vlaamse gemeenten, 47 % van de Brusselse en 39 % van de Waalse. De Vlaamse gemeenten hebben een iets grotere reserve uit de vorige jaren. Maar de gemeentelijke financiën evolueren in de drie gewesten naar een kritieke toestand. De PVDA+ maakte daarom een uitgebreide analyse van de gemeentelijke financies. 3 Het is duidelijk dat de federale en de Vlaamse regering de financiële problemen op de gemeenten afwentelen. Daarom is onze eerste eis dat de hogere overheden het Gemeentefonds herfinancieren en alle negatieve effecten van de fiscale hervormingen en liberaliseringen op de gemeentelijke belastingen inkomsten ook effectief compenseren. De noodzakelijke middelen hiervoor moeten uit het pakket maatregelen voor een meer rechtvaardige fiscaliteit komen dat de PVDA+ voorstelt: 1. De invoering van een miljonairstaks (jaarlijkse opbrengst: 8 miljard euro). 2. De afschaffing van de aftrek van de notionele interest (opbrengst: 2 miljard). 3. Effectieve strijd tegen de grote fiscale fraude (opbrengst: 3 miljard). 4. De invoering van het kiwimodel voor goedkope geneesmiddelen (opbrengst: 2 miljard); 5. Een crisisbelasting op de banken (opbrengst: 1 miljard) 6. De invoering van een Electrabeltaks voor recuperatie van de extra winst op de al afgeschreven kerncentrales (opbrengst: 1 miljard). Hoe zit de situatie in onze stad? Sint-Niklaas is niet de beste leerling van de klas: In 2009 pompte Sint-Niklaas nog meer dan een miljoen euro in de bodemloze put van de Gemeentelijke Holding. Dexia had vers geld nodig en deed een beroep op de gemeenten voor een kapitaalsverhoging. Om ze over te streep te halen, beloofde de Holding jaarlijks een dividend van 13% uit te keren. Toen al voorspelden de zestien PVDA-gemeenteraadsleden in dit land dat de burger voor dit boerenbedrog zou opdraaien. Vandaag zit onze stad met ruim 138.000 waardeloze aandelen. Dexia gokte op de beurs, de gemeenten betaalden. De cross border leasing is een ingewikkelde constructie die het stadsbestuur afsloot met een aantal Amerikaanse bedrijven. Kort samengevat verkocht de stad zijn riolen aan Amerikaanse bedrijven om ze vervolgens terug te huren. Doel: via belastingontwijking een financiele win-win situatie te creëren. Helaas pindakaas. De economische crisis deed de constructie ontsporen. In 2009 moest Sint-Niklaas een waarborg bij de Vlaamse overheid aanvragen. Daarvoor moest ze een premie van 600.000 euro betalen. De premie voor de staatswaarborg en de kosten voor advocaten en experts maken dat er van het geraamde fiscale voordeel weinig overblijft. En als de stad de waarborg daadwerkelijk opneemt, zal ze die moeten terugbetalen. Twintig jaar lang zal dan een deel van haar aandeel uit het Gemeentefonds worden ingehouden. Riolen zijn geen casino’s. De Sint-Niklazenaar betaalt 8,5 % aanvullende gemeentebelastingen.
3
Zie Koen Hostyn en Kris Merckx http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2012/05/02/crisis-bedreigt-ookgemeentekas
12
13 Het niet de rol van de stad om commercieel te gaan beleggen. Zeker nu de vroegere huisbankier Dexia totaal onbetrouwbaar blijkt. We moeten ethisch beleggen in lokale duurzame projecten, Bijvoorbeeld via de Triodosbank of via Netwerk Rentevrij CVBA. Een commerciële visie op de stad vergroot de bestaande tegenstellingen en vergroot bovendien de strijd tussen steden om dat ene gegeerde prestigeproject toch maar niet te missen. Dit vaak ten koste van verlies van andere diensten aan de bevolking. PVDA+ stimuleert stadsvernieuwing en herwaardering. Maar dan wel vanuit een publieke logica. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake financiën: 1. Federale en gewestelijke overheden dienen voldoende middelen te voorzien voor de stad via het Gemeentefonds en andere subsidies en fondsen. 2. Veilig en ethisch verantwoord beleggen en sparen, bijvoorbeeld bij Triodosbank. 3. De belasting op drijfkracht wordt vervangen door een belastingsbeleid dat aanzet tot zuinig energiegebruik en een lagere uitstoot van broeikasgassen. 4. Gemeenten kunnen retributies opleggen als vergoeding voor reëel gemaakte kosten. Retributies voor diensten waar een burger verplicht en niet uit vrije keuze gebruik van maken (bijvoorbeeld afgifte van identiteitskaarten) worden afgeschaft. 5. Het voorzien van wijkbudgetten voor buurten, bij indiening van een goed wijkproject. 6. De stad onderzoekt op korte termijn de introductie van een lokale gemeenschapsmunt, als middel ter versterking van de lokale economie.
13
14 Mondige burgers en dynamische buurten Tot nog toe bestond het inspraakbeleid van de stad uit sporadische hoorzittingen, soms op het stadhuis, soms in lokalen in de buurten zelf, uit adviezen van adviesraden, uit enquêtes via de stadskroniek. Dit is participatie van boven naar beneden. Maar: de burger wordt mondiger, en wil zélf en op eigen initiatief dingen aangeven. Het wordt tijd voor een actieve en directe deelname aan het beleid door de burger, en niet door een keer in de zes jaar een bolletje te kleuren! De dorpsraden uit de deelgemeenten hebben al lang de nood aangevoeld om zélf zaken op de agenda te zetten. De dorpsraad van Sinaai heeft daarbij de langste traditie. Burgers kunnen als individu ideeën aanreiken, maar ook zich verenigingen als buurt, als belangengroep, de gemeenteraad bijwonen, actie voeren, petities indienen, met een boodschap de openbare ruimte innemen … Het is zaak de signalen van onderuit tijdig op te pakken en samen te zitten met de betrokkenen. PVDA+ wil deze handschoen opnemen. Burgers en verenigingen zijn geen vervelende “zagen”, maar kunnen écht meedenken rond ideeën en oplossingen. Het wettelijk kader van het gemeentedecreet biedt heel wat handvaten om dit waar te maken! Denken we maar aan wijkbudgetten, het recht om punten op de gemeenteraad te brengen, enz. De tijd van angst voor de burger en burgerinitiatieven is voorbij. Wij willen evolueren naar samenwerking en inspiratie van onderuit. Burgerinitiatieven, wijkcomités, actiegroepen, verenigingen allerhande, allochtonen, autochtonen. Vaak hebben mensen hierbij nood aan ondersteuning. Soms financieel maar vaak eerder logistiek: een lokaal, ondersteuning bij administratieve dossiers, projectsubsidies, een aanspreekpunt bij de stad. De PVDA+ wil dat daarin wordt geïnvesteerd zonder dat de stad schoonmoeder moet spelen. Participatie is een gedeelde verantwoordelijkheid. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake democratie en inspraak: 1. Eén Verenigingenhuis: We denken aan lokalen die thans vrij komen, vrij staan of onbenut zijn en die kunnen worden gedeeld, met een gebruiksdag per week, met een gemeenschappelijke cafetaria, een individuele kleine bergplaats voor elke vereniging enz.. Een schoolrefter, een lege pastorij (Nieuwkerken), een kerk onttrokken aan de eredienst, een ontruimd rusthuis (Sinaai)… Het openen en sluiten van de ruimtes kan worden toevertrouwd via “sleutelbeheer” aan de sociale economie of aan actieve vrijwilligers tegen een beperkte vrijwilligersvergoeding. 2. Wijkbudgetten voor actieve burgers of verenigingen: Momenteel heeft de stad een beleid van wijkpremies van 100 EUR voor projecten in wijken. Dit is prima, maar onvoldoende. De mogelijkheid die het gemeentedecreet biedt, kan 14
15 worden geactiveerd via een systeem (zoals in Leuven) waarbij wijken twee maal per jaar een voorstel kunnen indienen voor een cultureel project, een project sociale cohesie of een project voor werkelijke ingrepen in de buurt (banken, speelpleinen, volkstuin, geveltuinen, buurtbarbecue-toestellen, gezamenlijke stockeerplaats). 3. Eén lokaal dienstencentrum per deelgemeente: Momenteel is het dienstencentrum “De Wilg” (in de Lamstraat) het enige dienstencentrum in Sint-Niklaas. Het werkt goed, maar bereikt in de praktijk te veel dezelfde mensen. Allochtonen voelen zich er niet thuis. Wij pleiten voor meerdere dienstencentra, zeker één in elke deelgemeente, met mogelijkheid tot het nuttigen van een lekkere, voedzame en betaalbare maaltijd (vgl. sociaal restaurant De Variant) met mogelijkheid tot het nemen van een douche, pedicure enz... Elk lokaal dienstencentrum kan een stek worden voor een nietcommercieel ingebed Postpunt. 4. “De Nieuwkerkenwerker, de Sinaaiwerker, de Belselewerker”: Kent u ze ? Elke deelgemeente verdient een opbouwwerker, een aanspreekfiguur die daar ook zijn stek heeft. Het is een systeem om gebiedsgericht te werken, met een vertrouwenspersoon. Hierbij wordt een deelgemeente beschouwd als een specifiek gebied binnen Sint-Niklaas. Deze werkers hebben een vertrouwensrelatie met de verenigingen ter plaatse, met de burgers, en vormen een link met de andere stadsdiensten. Zij zijn de “ambassadeurs” van de deelgemeenten. 5. De openbare ruimte is van iedereen: gebruik ze, het is niet verboden ! Wij roepen alle burgers, families, en verenigingen op om actief gebruiken te maken van de openbare ruimte voor: een babbel, uw boterhammen op te eten, een familiepicknick, een akoestisch optreden, zonnen, het schrijven van een gedicht, samen turnen, tai chi. De massale picknick op de Grote Markt onder het motto “De markt is van iedereen” was een goed voorbeeld hiervan. Een volkskeuken of gelegenheidsterrassen in zelfbeheer kunnen overal mits ruimte, vrijwilligers en de nodige vergunningen: Fabiolapark, Peter Benoitpark, Sint-Jansplein, … Suggesties van plaatsen: de Grote markt, Dries Sinaai, kiosk in het park, groenvlaktes aan Fabiolapark, Sint-Jansplein, in Nieuwkerken: rond academie, bib, gemeentehuis Stilteplekken: op parkbegraafplaatsen Tereken, Nieuwkerken, Sinaai, Belsele De stad hoeft niet alles doen, het initiatief komt van de burgers. De stad kan eventueel ondersteunen door verhuring van materiaal of door suggesties van geschikte veilige plaatsen. 6. Uitbreiding publieke ruimte in en om de stad De PVDA+ is doordrongen van de noodzaak en de urgentie van verandering. De traditionele partijen vertolken geen fundamenteel antwoord op de ecologische problemen waar we mee 15
16 worstelen en nog minder op de problemen die op ons afkomen. Dat komt omdat zij de markt niet in vraag stellen. Noch op internationaal niveau, waar regelgeving die broodnodig is wordt tegengehouden door de lobbygroepen van de grote bedrijven. Regelgeving over het kappen van bos voor palmolie en mais, of voor bloemen te kweken of koeien te laten grazen, om er maar enkele te noemen. En als er al regelgeving komt vinden ze wel een manier om ze te omzeilen. Noch op nationaal niveau waar kerncentrale’s tien jaar na vervaldatum open worden gehouden in één van de dichtsbevolkte landen van de wereld. Waar natuurgebieden verdwijnen onder de kaasschaafmethode, waar met jachtvergunningen gegooid wordt en waar de trotse bossen die Vlaanderen nog had zachtjes veranderen in villawijken. Noch op plaatselijk gebied, waar bomen verdwijnen omdat ze het zicht belemmeren. Met een Grote Markt die je zo een immodium zou willen geven om van de autoconstipatie af te raken. Onze open ruimten moeten heroverd worden. Zowel binnen de stad als daarbuiten. In plaats van te leven op ons appartementje en op het terras moeten we een stad creëren waarin je ook nog thuis bent als je naar buiten gaat. Een stad waarin je weet dat alles wat van de stad ook van jou is.
16
17 Betaalbare energie: Vandaag investeren in betaalbare stroom voor morgen. Energie is levensnoodzakelijk. Toch betalen we in België 21% btw op gas en elektriciteit. Dat is het tarief voor luxeproducten als kaviaar! De PVDA+ wil de btw op energie verlagen naar 6 %, zoals in Luxemburg. Op kosten van Electrabel. Energie is geen luxe. In België bestaat een verlaagd btw-tarief van 6% voor kraantjeswater, groenten en fruit, geneesmiddelen en voeding. Omdat het “levensnoodzakelijke goederen en diensten” zijn. Maar verwarming en verlichting zijn evengoed levensnoodzakelijk. Of zijn verwarming en verlichting luxe, in de ogen van de regering? PVDA+ verzamelde al 200.000 handtekeningen onder de eis: 6% btw voor gas en elektriciteit. Het zou een gemiddeld gezin 260 euro per jaar korting opleveren. Mooi meegenomen als je weet dat de energiefactuur met 30% gestegen is op één jaar tijd. Het btw-tarief in België behoort bij de duurste van heel Europa. Door een btw-verlaging naar 6% krijgt de overheid uiteraard minder inkomsten. De PVDA+ wil dat Electrabel en andere energiebedrijven dat geld bijpassen. Door de hoge energieprijzen maakt Electrabel woekerwinsten van meer dan 2 miljard euro per jaar. Dat is omgerekend 500 euro per gezin! Dure prijzen doen de armoede groeien. Alleen al in Vlaanderen waren er vorig jaar 75.369 mensen die hun gas- en elektriciteitsrekening niet op tijd konden betalen en dus niet meer welkom zijn bij hun commerciële leverancier. In het energiedossier boekte PVDA overigens al een belangrijke overwinning. Het succes van de zonnepanelen joeg vorig jaar de kostprijs van de groenestroomcertificaten omhoog. Distributienetbeheerder Eandis rekende de stijgende subsidiekost door aan de consument. Een Antwerps gezin betaalde zo vorig jaar 56 euro extra, in het Waasland loopt de factuur zelfs op tot 148 euro! Dat enorme verschil bleek te herleiden tot één man : Fernand Huts, de CEO van Katoen Natie. Huts liet vorig jaar 20 gigantische zonnedaken aanleggen op de loodsen van Katoen Natie in de Waaslandhaven, een oppervlakte van 160 voetbalvelden groot, goed voor een totaal vermogen van exact 24.056 kw. Dat is vergelijkbaar met de zonnepanelen van 6.000 gezinnen. En omdat de zonnepanelen van mijnheer Huts zich concentreren in de Waaslandhaven zijn het de consumenten uit de streek van Aalst en SintNiklaas die de factuur betalen. Als de wereld op zijn kop staat moet je hem terug op zijn voeten zetten. De PVDA, onder andere in persoon van energiespecialist Tom De Meester maar ook Sint-Niklaas lijsttrekker Jan Vandeputte, stapte naar de rechter. Die gaf ons in juni 2012 inhoudelijk en juridisch over de hele lijn gelijk in de zaak die de partij aanspande tegen de verhoging van de distributienettarieven. Het Hof van Beroep oordeelt dat de beslissing over de prijsverhoging die vorig jaar is doorgevoerd, moet worden geannuleerd. Het zegt wel dat het misschien niet bevoegd is om de prijsverhoging zelf terug te draaien. Om daarover uitsluitsel te geven, stelt het Hof van Beroep een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof, alvorens een definitieve uitspraak te doen. Het is dus nog even wachten om te zien of en wanneer iedereen zijn geld kan terugvragen. Ook op lokaal vlak willen we de bakens verzetten. Omdat energiebesparing vooral op de private huisvestingsmarkt een zeer acuut probleem is, is het absoluut nodig dat de stad een dienstverlening aanbiedt zowel gericht op energiebesparing als op verbetering van de structurele woonkwaliteit. 17
18 Want wat baat een goedkopere leverancier als je huis totaal niet geïsoleerd is en de warmte langs kieren, ramen en dak naar buiten vliegt? We kunnen op een aantal manieren besparen op energie: - Door beïnvloeding van de marktprijs - Door eigen gedrag: korter douchen, niet onnodig licht laten branden, wassen vanaf 21 uur enz. - Meer aandacht voor isolatie- en besparende ingrepen in de eigen of huurwoning. Verder zijn er nog twee cruciale punten: - ecologische noodzaak noopt ons als gemeenschap tot overschakeling op groene energie. - Alle Sint-Niklazenaars moeten een basisrecht krijgen op energie: verwarming, water, energie voor koken. “De goedkoopste energie is deze die bespaard wordt.” De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake energiebeleid: 1. Oprichting van een stedelijk energiebedrijf: In een eerste fase koopt de stad energie aan voor haar burgers en verdeelt die. Voor elektriciteit kan de stad bijvoorbeeld een joint-venture met Wase Wind, of in Ecopower. Dit energiebedrijf kan eventueel aansluiten bij de groepsaankopen van de Provincie voor groene energie, gas en stookolie. Dit stedelijk energiebedrijf dient ook te bestuderen op welke manier de stad best zelf energie kan produceren. Windmolens hebben weliswaar een hoge investeringskost maar zeer lage exploitatiekosten doordat de productieprijs eenvoudig te voorspellen valt. Rapporten van de Europese Commissie tonen immers aan dat windenergie sedert 2010 de goedkoopste energie op ons net is. 2. De stad voert mee actie om het BTW-tarief op elektriciteit en gas te laten zakken van 21% naar 6%. Energie is immers een basisbehoefte. 3. Aanstelling van een schepen voor energie. 4. Een masterplan waarin teams via derde-betalers-regeling in de volkswijken huizen isoleren. Heel wat huizen zijn slecht geïsoleerd. Drie op de tien huizen in België hebben nog geen dubbel glas, vier op de tien hebben helemaal geen dakisolatie en zes op de tien geen muurisolatie.4 Heel wat huizen zijn nog niet uitgerust met een hoogrendementsketel voor de verwarming. Er is dus nog veel ruimte om te besparen op energie. De meeste mensen zouden met plezier investeren in energiebesparende maatregelen, maar hebben daar niet de middelen voor. Ze moeten daarom geld kunnen lenen zonder interest, het zogenaamde derdebetalersysteem. De terugbetaling van die lening gebeurt op basis van de effectief gerealiseerde energiebesparing. Doordat een gezin energie bespaart, daalt de energiefactuur. Met die besparing kan de lening terugbetaald worden. 4
Cijfers 2010
18
19
5. Geen afsluitingen van gas, water of elektriciteit. Personen in armoede hebben recht op budgetbegeleiding op het vlak van energiebesparing. Derde-betalers financiering kan hierbij ingezet worden beleidsinstrument om “energiearmoede” te bestrijden. 6. Vrijstelling van de gemeentelijke bijdrage voor waterzuivering voor mensen met de verhoogde tegemoetkoming. 7. De stad heeft een voorbeeldfunctie en moet er voor zorgen dat de eigen openbare gebouw duurzaam worden uitgerust. Stadsgebouwen die slecht zijn geïsoleerd worden niet verkocht voor een éénmalige opbrengst, maar worden geïsoleerd, of afgebroken en vervangen door een energiezuinige nieuwbouw met een gemeenschapsfunctie. 8. Lokale afvalstromen recycleren en valoriseren: afvalstoffen en reststromen kunnen gebruikt worden voor energieopwekking en grondstoffenrecyclage. Dit is niet alleen een besparing voor de begroting van de stad maar het versterkt tevens de lokale economie. De stad bouwt de materiaalketen mee uit tot een echte kringloop en probeert die ook te sluiten. 9. Sint-Niklaas: een klimaatneutrale gemeente! Op termijn moet onze stad er naar streven een klimaatneutrale gemeente te worden. Dit betekent evenveel broeikasgassen wegnemen als je uitstoot. Hulpmiddelen daarbij kunnen zijn: het aanplanten van meer bomen, sluiten van materiaalkringlopen, efficiënte openbare verlichting (goede inplanting ervan en met LED-technologie), bewuster omspringen met verlichting ’s avonds en ’s nachts en met reclameverlichting. 10. De stad moedigt investeringen in kleinschalige decentrale energieopwekking aan. Informatierondes dragen er toe bij dat de burgers blijvend op de hoogte worden gebracht van mogelijke projecten. 11. Het mogelijke veiligheidsrisico met Doel (3) geniet onze grootste aandacht. De PVDA+ volgt dit permanent op. Nucleaire veiligheid is immers een prioritair en een nationaal gedragen thema van PVDA+.
19
20 Een diverse samenleving
Sociale netwerken brokkelen af, solidariteit vermindert. Het maakt dat er nieuwe en voortdurende inspanningen van burgers en de lokale overheden nodig zijn. Het is een kerntaak van de stad om actief burgerschap te bevorderen. De essentie van diversiteit is het samenleven van mensen. Diverse soorten mensen: mensen met een beperking, oudere mensen, jonge mensen, mannen, vrouwen, volslanke dames, magere mannen, hetero’s, holebi’s, mensen met een andere etnische afkomst. Daarbij dient de stad aandacht te hebben voor specifieke maatregelen die nodig zijn voor alle minderheidsgroepen in de stad en haar randgemeenten. Stijgende migratie en de opvang van vluchtelingen zorgt voor een steeds toenemende etnisch-culturele diversiteit die de lokale overheden voor grote maatschappelijke en beleidsmatige uitdagingen plaatst. Hierbij zijn een sterke lokale dynamiek, bijvoorbeeld het middenveld en actieve burgerinitiatieven, van niet te onderkennen belang. Zij versterken immers de mogelijkheden van een bestuur. Een zichtbaarheid van de minderheidsgroepen, zeker in stadspublicaties, is essentieel. Een rolstoelpatiënt, oudere, holebi, een vluchteling op de cover van de stadskroniek: het moet vanzelfsprekend zijn. PVDA+ wil inzetten op een actief beleid voor vrijwilligers om hun rol maximaal te kunnen spelen. Want burgers en de lokale overheid bouwen samen aan hun stad. Hierbij zijn een sterke lokale dynamiek, bijvoorbeeld het middenveld (vakbonden, socio-culturele verenigingen en actieve burgerinitiatieven), van niet te onderkennen belang. Zij werpen een dam op tegen de verzuring en het racisme. Waar mensen samenleven zijn er af en toe conflicten. PVDA+ pleit ervoor om bij burengeschillen aan de betrokkenen een geschoolde buurtbemiddelaar voor te stellen, die moet proberen de lont uit het vuur te halen. Dit zal een ontlasting betekenen voor de politie en het samenleven van buurtbewoners ten goede komen. Het systeem werkt in vele andere Vlaamse steden. Niet iedereen klapt “Sinnekloases”. Bij de analyse van de situatie in Sint-Niklaas willen wij het volgende aanstippen: De meeste stadsgenoten met een van de ouders geboren buiten de EU zijn Marokkanen en Turken. De Marokkanen zijn afkomstig uit de streek van Al Hoceima, in het noorden van Marokko, en zijn Berbers. Met deze stad wordt nu, onder impuls van de zelforganisatie Hidaya , een stedenband opgebouwd. De meeste Turken zijn afkomstig uit de rozenstad Isparta, vlabij Antalya. Met deze stad eveneens een stedenband ontwikkelen zou fijn zijn, en het wederzijds begrip tussen oorspronkelijke Sint-Niklazenaars en Turken versterken. In Sint-Niklaas woont een vrij grote Roma-gemeenschap, afkomstig uit Kosovo, met bijzondere noden aan huisvesting, opvolging inzake gezondheid, onderwijs, strikte scheiding man/vrouw enz. Een doortastend sociaal beleid met brug- en vertrouwensfiguren is nodig.
20
21 De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake diversiteit: 1. Iedereen die in de stad of haar randgemeenten woont maakt volwaardig deel uit van de samenleving. 2. Het stadsbestuur waakt er over dat de diversiteit ten volle tot uiting komt in de beeldvorming, in publicaties van de stad (bijvoorbeeld De Stadskroniek), in de samenstelling van examenjury’s, in het rekruteren van personeelsleden voor zichtbare functies bij de stad., enz. 3. De stad heeft aandacht voor gezinsvriendelijke vergadermomenten, activiteiten, hoorzittingen enz… 4. Sociale mix als middel om de sociale cohesie te bevorderen. Het lokaal bestuur creëert de randvoorwaarden om sociale verdringing van de zwakste bevolkingsgroepen tegen te gaan en om hun leefbaarheid te garanderen. 5. De stad start met een systeem van onafhankelijke bemiddeling als alternatieve manier van conflictoplossing, bijvoorbeeld bij burengeschillen. 6. Nieuwe inwoners worden actief onthaald en meteen in contact gebracht met de diensten en het verenigingsleven in hun stad of gemeente. 7. Versterken van het aanbod om nieuwe inwoners actief te onthalen. 8. Rolverdeling tussen stad en OCMW verbeteren. 9. Verenigingen van etnisch-culturele minderheden actief betrekken en hen als lokaal bestuur beschouwen als volwaardige gesprekspartners. 10. Door middel van een progressief diversiteitsbeleid streven naar een weerspiegeling van de diverse samenleving in het personeelsbestand van de stad. (bijvoorbeeldmeer allochtone werknemers en personen met een beperking) 11. De algemene vrijheid om geloofs- of levensbeschouwelijke tekenen te mogen dragen in openbare diensten. 12. Diplomavereisten die irrelevant zijn worden vervangen door erkenning van werkervaring en erkenning van buitenlandse diploma’s. 13. De stad bouwt de stedenband met El Hoceima verder uit, gaat een stedenband aan met een Waalse stad, met de Turkse stad Isparta en met een Palestijnse stad. 14. Aandacht voor de realiteit van mensen zonder wettig verblijf en hen een aantal basisrechten garanderen zoals het recht op dringende medische hulpverlening en op onderwijs (ook voor volwassenen) en opvang. 15. Lokale bevolking sensibiliseren over de vluchtelingenproblematiek zodat het beeld van vluchtelingen wordt bijgesteld. 16. Geen heksenjacht op mensen zonder papieren. 17. Actieve ondersteuning van acties van verenigingen die mensen zonder papieren steunen. 18. Essentiële rol toebedelen aan de scholen om actief te werken rond thema’s als diversiteit en interculturaliteit. 19. Sensibiliseringscampagne opzetten tegen racisme, discriminatie, homofobie, enz… 20. De stad en OCMW besteden positief aandacht aan de problematiek van de Roma in onze stad via het inzetten van brug- en vertrouwensfiguren 21. De stad zet volop in op de ruimtelijke toegankelijkheid van gebouwen, publieke ruimten en straten voor minder mobielen (ouderen , mensen met een beperking:, ouders met kinderwagens ): wegwerken van niveauverschillen in de looproute, voldoende brede of obstakelvrije voetpaden.
21
22 Verbetering van de toegankelijkheid van het stadhuis, de woonwinkel, de Salons voor Schone Kunsten. 22. De stad zet in op een andere vorm va toegankelijkheid voor alle burgers: een begijpbare taal in brieven en documenten, begrijpelijke pictogrammen bij bewegwijzering. 23. Het actief opsporen en bestrijden van armoede. 24. Het vervangen van straatnamen met een beledigend karakter, zoals bijvoorbeeld de Leopold II Laan en de Baron Dhanisstraat, genoemd naar twee heren met een bedenkelijk verleden in Kongo.
22
23 Voor een sterke openbare dienstverlening PVDA+ komt op voor een sterke en degelijke openbare dienstverlening. Een goede openbare dienst versterkt de band tussen de stad en de burgers. Als de openbare dienstverlening werkt als een goed geoliede machine, dan kunnen de problemen van iedereen veel beter aangepakt worden. Als je dat niet doet, kan dreigen Amerikaanse toestanden. De Stad heeft ook een belangrijke rol te spelen op het vlak van de tewerkstelling. Vandaag is de Stad Sint-Niklaas de grootste werkgever van de stad. Niet minder dan 1.500 gezinnen hebben hierdoor een job en een degelijk inkomen. De diverse stadsdiensten functioneren goed vandaag en PVDA+ wil dat ook zo houden en waar nodig verbeteren. Het huidige stadsbestuur heeft de voorbije jaren een andere weg gevolgd, namelijk die van de privatiseringen en de afbouw van de openbare dienstverlening. Privatisering heeft vaak als gevolg: een slechtere dienstverlening voor de bevolking, hogere prijzen en slechtere loon- en arbeidsomstandigheden voor het betrokken personeel. Het ziekenhuis is uitverkocht aan de privé, met als gevolg: een doolhof, een slechtere dienstverlening en een slecht werkende 100-dienst. De watermaatschappij is doorverkocht aan de Vlaamse overheid die ze wellicht binnenkort zal doorschuiven naar het Franse Suez. Gevolg: een hogere waterfactuur. De cross board leasing, de verkoop van onze riolen aan de Amerikanen, is met een kater geëindigd. PVDA+ komt op voor de verbetering en uitbreiding van de dienstverlening naar de bevolking. Wij zijn dan ook voor de uitbreiding van het stadspersoneel. Meer taken vraagt meer manof vrouwkracht. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake openbare dienstverlening: 1. Geen afbouw van de tewerkstelling van de Stad, integendeel. Waar nodig moeten de stadsdiensten versterkt worden. Het spreekt voor zich dat wij tegen elke privatisering zijn. 2. Geen besparingen op de rug van het stadspersoneel, want dit heeft een direct negatief gevolg op de openbare dienstverlening. Stadspersoneel zou zoveel mogelijk statutair moeten worden. Dat is verre van onmogelijk, bij UZ Gent zijn ze er in geslaagd heel het personeel te statutarisen. Dat is niet alleen voor de mensen zelf een goede zaak, maar ook voor de sociale zekerheid. 3. oprichting van een stedelijk energiebedrijf (zie hoofdstuk energie) 4. De vroegere stadskliniek moet opnieuw onder openbaar beheer komen (zie hoofdstuk gezondheidszorg). 5. de 100-dienst terug onderbrengen onder het beheer van de Stad en niet langer in privé-handen (zie hoofdstuk gezondheidszorg). 6. een nieuwe stedelijk kinderdagverblijf en nieuwe publieke buurtgerichte crèches 7. Verdere uitbouw van de dienstencentra en voorzieningen voor senioren door de stad/OCMW, om aan de noden op het vlak van de vergrijzing te kunnen beantwoorden. 8. Geen verkoop van stadsgebouwen maar renovatie of afbraak/nieuwbouw voor buurtgerichte gemeenschapsfuncties. 23
24 9. Oprichting van een sociaal stadsontwikkelingsbedrijf, met een actief grond-en pandenbeleid, en aandacht voor de neveneffecten van verdringing van sommige zwakke groepen (zie wonen). 10. Bouw van extra sociale woningen, onder regie van de stad (zie wonen).
24
25 Mobiliteit en stadsplanning We weten ondertussen allemaal dat we kampen met beperkte ruimte en dat we rekening moeten houden met de beperkte draagkracht en veerkracht van mens en natuur. Door het probleem van onder andere de klimaatverandering is het ons gaandeweg duidelijk geworden dat we onze mobiliteit radicaler moeten herorganiseren. Dit is een noodzakelijke transitie die op lokaal niveau in de praktijk moet worden omgezet. PVDA+ wil de automobiliteit terugdringen en resoluut kiezen voor andere vormen van vervoer en het openbaar vervoer om zich te verplaatsen. Het gemeentelijk mobiliteitsplan en een duurzaam mobiliteitsbeleid moet tevens maximaal gekoppeld worden aan het ruimtelijk beleid. Een veilige verkeersomgeving impliceert uiteraard ook meer aandacht voor de zwakke weggebruikers. De autodruk moet worden verlaagd met meer autoloze straten en pleinen en toegankelijke speel- en fietsstraten en woonwijken. We zien dit als een participatief proces met bijzondere aandacht voor de inspraak van de burgers en in het bijzonder van fietsers en jongeren (bijvoorbeeld via een mobiliteitsraad). De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake mobiliteit: 1. Oprichting van een mobiliteitsraad en een overlegorgaan verkeersveiligheid. 2. PVDA+ betuigt ten volle zijn steun aan het memorandum 2012 van de fietsersbond; en onderschrijft hun S.T.O.P.-principe: eerst voorrang aan de Stappers en Trappers, daarna het Openbaar vervoer, gevolgd door het Privévervoer. 3. De kortste route altijd voor voetgangers en fietsers, de langste voor de auto. 4. Afstanden verkleinen door kernversterking van de centra en inbreiding in de bestaande dorpskernen aan te moedigen. Met andere woorden: wonen, werken en winkelen op fietsafstand mogelijk maken. 5. Aandacht voor looproutes en toegankelijkheid van de openbare ruimte voor ouderen en mensen met een beperking. 6. Dienstverlening aan huis (mobiele winkel): bijvoorbeeld boodschappendienst, uitbreiding bib aan huis, verdeelpunten van diverse aard in de buurt. 7. Uitbreiden autodelen: meer plaatsen voor het Cambioproject en ondersteuning van particulier autodelen, bijvoorbeeld door specifieke parkeerplaatsen voor autodelers. De stad ondersteunt dit organiseert informatierondes en brengt geïnteresseerden samen. 8. Verhuring van stadsfietsen. 9. Verkeersvrije Stationsstraat 10. P&R parkings aan de rand van de stad moedigen de bezoekers aan om met het openbaar vervoer naar het centrum te komen. 11. Een lokaal fietsparkeerbeleid (fietsstallingen, fietskluizen,…) rekening houdend met nieuwe fietsvormen zoals bakfietsen, fietskarren, elektrische fietsen. 12. Betere richtlijnen inzake de aanleg van nieuwe fietsinfrastructuur; bijvoorbeeld minimumbreedte fietspaden rekening houdend met de nieuwe fietsvormen zoals vermeld in vorig punt. 13. Sensibilisering zoals bijvoorbeeld een fietsrijbewijs voor kinderen, fietseducatie voor nieuwe Belgen. 14. Openbaar vervoer dat betaalbaar en beschikbaar moet zijn voor iedereen. 25
26 15. Busaanbod beter afstemmen op het aanbod van de NMBS en nauwer betrekken van DE LIJN bij het uitwerken van het gemeentelijk mobiliteitsplan. 16. Betere en frequentere laatavond –en weekend busverbindingen van en naar de deelgemeenten. 17. Nachtvervoer DE LIJN bij evenementen. 18. Rechtstreekse treinverbinding met onze hoofdstad Brussel (bovenlokale beslissing) 19. Openbare ruimte aangenaam en veilig inrichten zodat mensen er optimaal van kunnen genieten (bankjes, terrassen, groen, speeltuigen). Dit komt tevens ten goede van de sociale cohesie en van de lokale middenstand en horeca. 20. De Grote Markt teruggeven aan de burger. De stad stimuleert het gebruik ervan door middel van bijvoorbeeld inrichten picknickplaatsen, groen, kinderspeeltuigen enz…
26
27 Ecologie Tegenwoordig heeft elk partij wel een reeks groene programmapunten. Maar op wat stoelen ze? Bij PVDA+ hoort ecologie tot het DNA. Al tientallen jaren klagen de artsen en patiënten van Geneeskunde voor het Volk, bijvoorbeeld in Hoboken en Zelzate, de vervuiling van hun leefwereld aan en eisen ze dat de verantwoordelijke fabrieken betalen voor de opkuis en de medische kosten. “Jobs of milieu”, “fabriek of wijk”: aan dat soort chantage doet PVDA+ niet mee. In zijn boek Hoe durven ze? vat PVDA-voorzitter Peter Mertens dat zo samen: “De welvaart heeft een vader en een moeder, namelijk arbeid en natuur. Het kapitalisme met zijn onstilbare honger naar winstmaximalisatie is die twee bronnen in een rotvaart aan het uitputten.” Hoe kunnen we in Sint-Niklaas een aanzet tot een solidaire klimaatpolitiek geven? Hoe kunnen we een maatschappij opbouwen die sociaal rechtvaardig, ecologisch en radicaal democratisch is? PVDA+ wil dat Sint-Niklaas een transitiestad wordt. Het Europese voorbeeld bij uitstek is het Duitse Freiburg. In een transitiestad gaan groepen enthousiaste burgers samen aan de slag om hun manier van wonen, werken en leven minder olie-afhankelijk, meer duurzaam en meer sociaal te maken. Transitiesteden dragen met een overvloed aan praktische, sociale en betaalbare oplossingen bij aan de omschakeling naar een volledig duurzame wereld. Ze laten het daarbij niet afhangen van overheid of bedrijfsleven, want transitie is geen proces van punt A naar B, geen kwestie van goed bestuur of management en van allemaal samen rond de tafel zitten. Het is een kwestie van politiseren van het debat. Transitiesteden herstellen ecologische veerkracht, waardoor mens en natuur in tijden van crisis, de klappen beter kan verwerken. Onze grootste uitdaging de komende decennia is, om de overgang naar een wereld met minder energie en minder spullen, zowel haalbaar, als aantrekkelijk als op tijd uit te voeren. Transiesteden investeren en geloven daarvoor in de kracht van de lokale gemeenschap. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake ecologie: 1. Sint-Niklaas wordt officieel “een transitiestad.” 2. De kringwinkels van Den Azalee worden verder uitgebouwd, echter met een dubbel tarief: een normaal tarief en een lager tarief voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming. 3. De stad en het OCMW ondersteunen verder de LETS-werking , als middel tot sociale cohesie, hergebruik van spullen, wederzijdse dienstverlening zonder geld, het samenbrengen van mensen uit diverse sociale milieus. 4. De stad ondersteunt en faciliteert “ruilinitiatieven” van burgers: zoals het boekenruilrek in de bibliotheek. Ruilinitiatieven zoals swapping (kleding) De ondersteuning kan erin bestaan een openbaar lokaal ter beschikking te stellen, promotie te voeren, via een website. 5. De stad en het OCMW start een reparatiewinkel op: hier kunnen burgers hun kapotte spullen laten herstellen tegen een zacht prijsje. Vrijwilligers worden opgeleid om spullen te leren herstellen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van talenten van ouderen, vluchtelingen en middenstanders (bijvoorbeeld Fietsenherstellers) 27
28 6. De stad en het OCMW ondersteunen initiatieven in de stadslandbouw zoals pluktuinen, kruidengeveltuinen, volkskeuken, enz. 7. De stad ondersteunt en promoot mee de werking van de Voedselteams, waarbij burgers een abonnement nemen op de afname van biologische landbouwproducten van boeren die in de onmiddellijke omgeving wonen. (korte keten-principe) 8. De stad onderzoekt op korte termijn de introductie van een lokale gemeenschapsmunt, als middel ter versterking van de lokale economie. 9. De duurzaamheidcel bij de stad Sint-Niklaas wordt versterkt met drie personeelsleden. 10. De stad doet verdere inspanningen voor een vergroening van de openbare verlichting (bijvoorbeeld gebruik van LED-lampen in verkeerslichten) 11. De stad voert een campagne bij zijn burgers voor aankoop van streekproducten, en groenten of fruit gekweekt in België. 12. De stad promoot toerisme in eigen land en streek . Dit is o.a. een mogelijkheid voor boeren tot een aanvullend inkomen uit hoevetoerisme, kinderboerderij enz. 13. Een eigen gemeentelijk energiebedrijf 14. Uitbreiding van het aantal volkstuintjes. En meer ondersteuning van de vzw Jomi. Die vzw doet aan biologische groenteteelt en werkt met laaggeschoolden. 15. Ecologische verwildering van bermen is een mooi initiatief maar verwildering hoort eerder buiten de stad. Stadsgroen mag functioneel groen zijn, bijvoorbeeld: fruitbomen bessenstruiken.
28
29 Armoedebestrijding Armoede is een onrecht. Ondanks alle welvaart blijft armoede in België een groot probleem, bijna 15% leeft onder de armoedegrens. Meer zelfs. Door de crisis dreigen steeds meer gezinnen in armoede te vervallen. Vooral eenoudergezinnen, alleenstaanden, ouderen en allochtonen zijn kwetsbaar. 28,5% van de gezinnen in België stelt uitgaven voor gezondheidszorg uit om financiële redenen. Zelfs een job biedt geen garantie tegen armoede: 4,6% van de werkende bevolking leeft in armoede. Dit cijfer neemt toe door de toename van precaire jobs. De indexering van de lonen heeft toe hier toe in België deze evolutie afgeremd. Maar momenteel staat dit systeem onder druk vanuit Europa. Europa trekt ook de kaart van de flexibilisering, wat het aantal precaire jobs alleen maar zal doen toenemen. De armoedegrens voor een alleenstaande is 973 euro, 2044 voor een gezin van 2 ouders en 2 kinderen. Het leefloon voor een alleenstaande bedraagt slecht 785,61 euro. Armoede is natuurlijk ook niet enkel een kwestie van inkomen. Armoede betekent uitsluiting op verschillende levensdomeinen die intens met elkaar verweven zijn: onderwijs, werk, vrijetijdsbesteding, huisvestiging en onderwijs... In Sint-Niklaas merken we een toename van de dossiers in de sociale dienstverlening van het OCMW. Het aantal beslissingen van het bijzonder comité van de sociale dienst steeg van 6.081 in 2005 naar 12.467 in 2010. Dat is meer dan een verdubbeling. Vele mensen zien in de wirwar van regels, papieren en formuleren het bos door de bomen niet meer. Bijzonder kwetsbaar zijn mensen in armoede, mensen met een beperking en laaggeschoolde anderstaligen. De PVDA+ pleit voor de oprichting van een laagdrempelig loket “sociale dienstverlening” in de schoot van de stad, in afstemming met het OCMW, de vakbonden en de ziekenfondsen. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake armoedebestrijding: Op lokaal vlak pleiten we voor volgende concrete maatregelen: 1. Een aanvullende steun die door het OCMW wordt toegekend voor alle mensen met uitkering onder de armoedegrens. 2. Het pro-actief toekennen van rechten. Al te vaak komen mensen bij sociale diensten terecht en kennen ze hun rechten niet, de sociale diensten vergeten soms mensen te wijzen op deze rechten. Via het gebruik van de kruispuntbank zouden mensen automatisch zaken moeten krijgen waar ze recht op hebben zonder dat er zelf op zoek naar moeten gaan. 3. De oprichting van een loket “sociale dienstverlening” in de schoot van de stad. 4. De solidariteit onder mensen in armoede moet worden gestimuleerd. Al te vaak wordt deze nu tegengewerkt. Als je bijvoorbeeld iemand die dakloos is in huis neemt kan je daar financieel bestraft voor worden door een vermindering in je uitkering. We moeten dit omkeren door solidair wonen aan te moedigen. 29
30 5. “Vindplaatsgericht werken”: Maatschappelijk werkers worden op dit moment vaak bedolven onder de dossiers en de administratie. Ze zouden opnieuw meer tijd moeten kunnen uittrekken om te luisteren naar de mens die voor hun zit. Zij zouden ook meer leefwereld van mensen moeten leren kennen. Ze moeten de straat op, weg van achter hun bureau. Het spreekt voor zich dat ze hier ook de ruimte en tijd voor moeten krijgen. 6. De stad zorgt voor meer basisvoorzieningen bij voorkeur in inloopcentra of lokale dienstencentra: douches, kans om te wassen en te strijken aan goedkoop tarief.
30
31 Onderwijs Onderwijs is een basisrecht voor elk kind. Maar de ongelijkheid die bestaat in de samenleving vertaalt zich ook naar het onderwijs. 15% van de jongeren verlaat de school zonder diploma of attest. Jongeren die daarna weinig kans maken op de arbeidsmarkt. Veel van hen moeten het dan stellen met precaire baantjes of komen terecht in het uitkeringsstelsel. Vaak gaat het over jongeren wiens ouders ook laaggeschoold zijn. Hun kansen in het onderwijs zijn veel kleiner dan kinderen van ouders met een universitair diploma. Deze onrechtvaardigheid kunnen we niet alleen op lokaal vlak oplossen. Bijvoorbeeld de nood aan kleinere klassen waar leerkrachten meer aandacht kunnen geven aan het kind moeten we op Vlaams en federaal niveau aanpakken. Toch heeft de stad een aantal hefbomen om de ongelijkheid aan te pakken. Zo bestaan ook in Sint-Niklaas concentratiescholen. De stad zou ouders moeten stimuleren om hun kind in de buurtschool onderwijs te laten volgen. Zo krijgen we een betere sociale mix waar kwetsbare leerlingen meer baat bij hebben. Naschoolse begeleiding en huistaakbegeleiding bestaat alleen maar in het lager onderwijs in Sint-Niklaas. Maar ook in het secundair onderwijs zitten kinderen wiens ouders niet weten hoe ze het moeten aanpakken. Ook zij hebben recht op de nodige ondersteuning, de stad moet deze begeleiding uit bouwen in samenwerking met de reeds bestaande initiatieven. Naar school gaan is duur. Met de uitbouw van het participatiefonds deed de stad een aantal noodzakelijke stappen. Dit zou verder ontwikkeld moeten worden. Ook het gebruik van de kansenpas in het onderwijs zou een goede zaak zijn. Zodat ieder kind het nodige schoolmateriaal krijgt en mee kan doen aan schooluitstappen. Dit moeten we kunnen realiseren zonder dat het kind een stempel krijgt van kansarme die financiële hulp krijgt. Een goede relatie tussen ouders en de school is in het belang van het kind. Via het brugfiguren project zijn de eerste stappen gezet. Zij ondersteunen het contact tussen ouders en school. Maar dit is slechts een tijdelijk project en slechts beperkt tot enkele scholen. Het zou uitgebreid moeten worden naar andere scholen. Vele laaggeschoolde jongeren willen op latere leeftijd als nog hun diploma behalen. De stad en het OCMW moeten daarom voorzien in de nodige randvoorwaarden. We denken aan kinderopvang, financiële ondersteuning, tweedekansonderwijs. Minister Pascal Smet schafte de mogelijkheid af voor mensen zonder papieren om lessen Nederlands of andere vakken te volgen in het volwassenenonderwijs (de LBC en in Leerpunt Waasland). Deze mensen toelaten les te volgen gaf zogezegd een verkeerd signaal voor hen die toch niet konden blijven! Door Nederlands te volgen konden ze intussen wel communiceren met hun buren, met de leerkrachten van hun kinderen op school…Van kortzichtigheid gesproken. Voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake onderwijs: 1. De stad stimuleert scholen tot het voeren van een multicultureel beleid met aandacht voor de kansen van elkeen. Geen “witte” scholen, geen “zwarte” scholen, maar toffe stimulerende scholen. 2. De stad stimuleert scholen tot het hanteren van de kansenpas als middel tot differentiatie van prijzen voor schoolmateriaal, uitstappen enz. 3. De stad ondersteunt naschoolse begeleiding en huistaakbegeleiding voor leerlingen van de basisschool en van de secundaire scholen die daaraan nood hebben. 31
32 4. De stad werkt nauw samen met KaHO Sint-Lieven en Samenlevingsopbouw OostVlaanderen voor gerichte projecten rond kansarmoede en onderwijsopbouwwerk. 5. De stad investeert verder in meer “brugfiguren” in basisscholen, die de brug vormen tussen ouders en de school. 6. De stad ijvert voor een ruim tweedekansonderwijs voor mensen die vroeger uit de boot vielen in het onderwijs of schoolmoe waren. 7. De stad financiert of organiseert lessen Nederlands voor mensen zonder papieren. 8. De stad organiseert en ondersteunt verder de eigen OKAN-klas in de Droomballon in Nieuwkerken en de OKAN –klas in Technisch Berkenboom. 9. De stad investeert verder in projecten deeltijds onderwijs, in het Time-Outproject.
32
33 Voedsel en landbouw Kwaliteitsvol, betaalbaar en veilig voedsel zou iets vanzelfsprekend moeten zijn. Vandaag zijn we voor ons voedsel voor een belangrijk deel afhankelijk van een handvol grote multinationals. Zo controleren 5 multinationals 90% van de internationale graanhandel. Voor grote multinationals tellen niet de mensen wel de winst. Pesticiden, GGO’s, dioxines, hormonen,… we horen er de dag van vandaag veel van maar weinigen weten echt wat ze op hun bord krijgen. Biologisch voedsel zou een alternatief kunnen zijn maar is vaak zeer duur en niet haalbaar voor veel gezinnen. Voedsel produceren voor 7 miljard mensen zou niet mogen afhangen van enkele multinationals. Het gevolg daarvan is dat wereldwijd een miljard mensen chronisch honger heeft en 2 miljard is ondervoed. Honger lijkt voor mensen van hier een ver mijn bed show. Maar toch. In Griekenland is door de crisis het aantal ondervoede mensen serieus toegenomen. En hier zien we de voedselprijzen alsmaar stijgen, denk maar aan de prijs van een brood. Het is geen toeval dat steeds meer mensen bij de voedselbedeling aankloppen, ook hier in Sint-Niklaas. Wat een wereldwijd probleem is kunnen we hier in Sint-Niklaas voor een stuk aanpakken. Aan de basis zijn er hier al heel wat bewegingen actief. Zoals bijvoorbeeld de Volxkeuken of lokale voedselteams. De Volxkeuken biedt mensen aan een betaalbare prijs een lekkere maaltijd aan. De lokale voedselteams die regionale producten aan de man brengen en de band tussen boer en consument zo klein mogelijk houden. Alternatieven die ook de sociale dimensie van eten benadrukken door mensen in de buurten bij elkaar te brengen. Zo’n initiatieven moeten verder gestimuleerd worden. Er moet ook meer ruimte gegeven worden aan volkstuintjes in de stad waar mensen die geen eigen tuin hebben voor een goedkope prijs een moestuintje kun huren. Momenteel is dit veel te beperkt. En waarom zouden we geen boerenmarkten kunnen stimuleren waar boeren hun lokale producten aan de man kunnen brengen? Zo brengen we de verbruiker dichter bij de producent zonder alle tussenschakels aan wiens vingers veel geld blijft hangen. Ook kleinschalige bio-landbouw moet gestimuleerd worden. In ons land is dat amper leefbaar omdat hier de kaart getrokken wordt van de intensieve veeteelt die onze gronden verzuurt met mest en de ongelijke voedselverdeling in de wereld nog versterkt door elders landbouwareaal te reserveren voor veevoeder. Dit alles kadert ook in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Het transporteren van voedsel naar België is een enorme verspilling van energie die wordt doorgerekend aan de producenten in het zuiden. Hoe meer groenten we in onze buurt produceren, hoe gezonder we worden en hoe weerbaarder we zullen zijn voor de grote energieproblemen die op ons afkomen. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake voedsel en landbouw: 1. Ondersteunen van lokale initiatieven zoals Volxkeuken en voedselteams, o.a. op het vlak van logistiek. 2. Extra ruimte scheppen voor meerdere volkstuintjes in de stad en in de deelgemeentes. Percelen die enige jaren braak liggen voor projecten moeten kunnen omgevormd worden tot volkstuintjes en buurtmoestuintjes. 3. Stimuleren van lokale boerenmarkten 4. Landbouwareaal rond Sint-Niklaas reserveren voor kleinschalige biologische landbouw 33
34 5. Ondersteuning van de biologische landbouw door: a. Ondersteuning van de distributie b. Het in dienst nemen van een expert biologische landbouw om gratis advies te geven aan tuinders c. gezamenlijke aankoop van biologisch en zaadvast zaadgoed 6. Uitbreiding publieke ruimte in en om de stad 7. Stimuleren van lokale energieproductie stimuleren
34
35 Voor een toegankelijker cultuuraanbod Kunst en cultuur zijn voor de mens even noodzakelijk als eten en drinken. Cultuur brengt mensen in vervoering en doet mensen nadenken. Cultuur is het tegengestelde van de natuur waarbij de wet van de sterkste geldt. Toch wordt cultuuraanbod vaak afhankelijk van het aantal bezoekers gemaakt, van de winst (financieel en in stemmen), de uitstraling naar buiten toe. Terwijl cultuur belangrijk is omdat het het kwetsbare verdedigt, het niet renderende op korte termijn, het fragiele van voorzichtige uitingen, de taal van minderheden en door de maatschappij miskende groepen. Cultuur is er ook om deze mensen te beschermen, het recht op stilte en geborgenheid, het recht op zuivere lucht, het creëren van een omgeving die leefbaar is. Op al deze punten faalde het bestuur van Sint-Niklaas. Wat betreft de urbanisatie en stedenbouw werd geen rekening gehouden met de maat van de mensen. Het is gericht op grootsheid, commercie en het belang van de industrie. De gevolgen zijn manifest. Geen enkele vergelijkbare stad is er zo mensonvriendelijk, zo oncultureel. Cultuur is meer dan het inrichten van activiteiten, zoiets als het dessert na de maaltijd. Het is nodig dat mensen uit deze sector ook inspraak hebben bij alle plannen van de stad. En architectuur beschouwen we nog altijd als de moeder van de kunsten. Het cultuuraanbod in de “cultuurtempels” in Sint-Niklaas is voldoende uitgebouwd. Dit moet zeker behouden blijven. Maar er moeten meer initiatieven worden ontwikkeld om de cultuur zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen. Een project zoals “Sprakeloos in de buurt” is een geslaagd voorbeeld van het verbinden van schitterende cultuur met het leven in een volksbuurt. Mits een betere omkadering moet het mogelijk zijn om gelijkaardige initiatieven tot leven te brengen in andere buurten. Misschien kan er uit al deze initiatieven een “parade” groeien zoals bijvoorbeeld de Zinnekesparade in Brussel, waarbij groepen uit de verschillende buurten van Sint-Niklaas om de twee jaar hun kunnen demonstreren en in stoet optrekken naar de Markt. Cultuur moet ook van onderuit kunnen groeien. Boeken en lezen is van een wezenlijk belang in de ontwikkeling van kinderen. Daarom is het belangrijk om boeken zo breed mogelijk beschikbaar te houden, bibliotheken in de verschillende deelgemeenten en buurten te behouden en de band tussen de bibliotheken en de scholen zo goed mogelijk te verzorgen. De voorstellen van PVDA+ Sint-Niklaas inzake cultuur: 1. Verderzetten van een diverse programmering inzake podiumkunsten (toneel, muziek, kinderprogrammering). Met meer matinee-voorstellingen voor ouderen en mensen met kinderlast. Extra promotie voor het gebruik van de kansenpas. 2. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven, sociaal-artistieke producties verspreid over de verschillende wijken en deelgemeenten, niet alleen met geld, maar ook met voorstellen en logistiek met inbreng van de buurtbewoners. Door een betere omkadering bouwen aan een tweejaarlijkse lokale cultuurparade (cfr. Zinnekesparade in Brussel)
35
36 3. Samenwerking met sociaal-artistieke projecten in andere steden om ervaringen op dit vlak uit te wisselen. 4. Samenwerken met bestaande instellingen, jeugdbewegingen, werknemers van firma’s, wijken, parochies, organisaties allerlei, scholen, academies. 5. Ondersteunen van niet-commerciële private initiatieven - zonder te veel regels of inmenging - zoals bijvoorbeeld Vzw De Casino, ’t EY in Belsele (de tofste folkclub in ons land), festival “Statie West” (in de Westerbuurt) enz.. 6. Cultuurraad: het principe van de erkenningen van nieuwe culturele verenigingen moet worden herbekeken, zodat allochtone verenigingen, of verenigingen die niet binnen het strakke kader passen er toch deel van kunnen uitmaken. 7. Een verenigingenhuis in elke deelgemeente (zie mondige burgers en dynamische buurten) met vergaderaccommodatie en met een secretariaat voor verenigingen. 8. Behoud van alle filialen van de bibliotheek. Verdere uitbreiding van de bibliotheek-aanhuis dienst. Oprichting van een bibliotheekfiliaal in het Station, zodat pendelaars makkelijker boeken kunnen uitlenen bij het vertrek en aankomst van de trein. 9. Versterken van de banden tussen de bibliotheek en de lokale boekhandels. Onder andere door de aankoop van de boeken bij de lokale boekhandel, het integreren van een boekhandel in de nieuwe bibliotheek enz… 10. Een betere promotie en actieve toeleiding voor de alternatieve, niet commerciële films die nu worden aangeboden door het Cultureel Centrum in de Siniscoop. 11. Het nagaan van de elementen die belangrijk zijn voor de leefbaarheid van de stad. Volksraadplegingen daarover, informatie ook, en het vergelijken met de activiteiten in steden met dezelfde omgang en mogelijkheden. 12. Minder passieve de cultuurbeoefening propageren en meer het eigen werk van de mensen in de kijker stellen en de werking aanmoedigen. 13. Inzien dat de wereld multicultureel is en dat zonder betutteling in het cultuurbeleid inbouwen.
36
37 Kinderen en Jeugd Visie: Bijna 25% van de totale bevolking van Sint-Niklaas is jonger dan 25 jaar. Kinderen en jongeren zijn de toekomst van onze stad, voor hen in het bijzonder is het belangrijk dat iedereen mee is. Kinderen en jongeren zijn overal thuis in de stad. Dat betekent onder meer genoeg scholen en kinderopvang in elke wijk, maar ook aangename buurten met genoeg speelruimte voor gezinnen met jonge kinderen. Ruimte is voor kinderen en jongeren cruciaal. Kinderen moeten we “ kind” laten zijn, jongeren moeten de ruimte krijgen om jong te zijn en zo de stad te ontdekken en te experimenteren. We moeten veel meer inzetten op groen om te spelen, speelweefsel, veilige fietspaden,… Spelende kinderen kùnnen geen overlast betekenen. Jongeren hebben ruimte nodig om hun ding te doen. Kinderen en jongeren hebben een plaats in de stad. Naast het aspect van “ruimte” is er ook het aspect van geborgenheid, veiligheid, stimulering binnen “het gezin.” De diversiteit aan gezinsvormen is groot: eenoudergezinnen, klassieke gezinnen, grote gezinnen, nieuw samengestelde gezinnen, 2 papa’s, 2 mama’s, verblijfscoöuderschap, gezinsvervangende tehuizen. Het punt is dat kinderen ongeacht de gezinsvorm kunnen opgroeien tot evenwichtige, gezonde, verantwoordelijke volwassenen, zonder “kwetsuren.” Een hoofdstuk over jeugd gaat derhalve over méér dan over jeugdwerk: jeugdbewegingen, speelpleinen of jeugdhuizen. Het gaat ook over woningen, gezondheid, welzijn, kansen op werk, opvoedingsondersteuning, over open stimulerende scholen. Toegankelijkheid: het jeugdwerk blijft vaak nog een zaak van de blanke middenklasse, ondanks een actief kansenpasbeleid en de 20/80 regeling via het participatiefonds van het OCMW. Allochtone jongeren of jongeren uit kansarme gezinnen vallen vaak nog uit de boot. Krampachtig toeleiden naar het reguliere jeugdwerk of naar sportclubs blijkt niet te werken. Er zou meer ruimte moeten komen voor experimenten die van onderuit komen. Aangepaste lokalen die de stad verhuurt tegen een lage prijs zijn handig voor opstartende experimenten. Jeugddienst Appelsien en de scoutsvereniging AKABE voor jongeren met een beperking slaan wel aan. Misschien moet het oprichten of ondersteunen van een allochtone jeugdbeweging worden onderzocht ? De voorstellen van PVDA+ inzake kinderen en jongeren: 1. We evolueren verder van een jeugdwerkbeleid naar een geïntegreerd jeugdbeleid. Dwarsverbindingen maken tussen jeugd en cultuur en sport is logisch, maar ook met onderwijs, welzijn, mobiliteit, werk en andere bevoegdheden wordt dit in beeld gebracht.
37
38 a) Voldoende, betaalbare, nabije kinderopvang en naschoolse opvang. b) Aandacht voor de nieuwe types van gezinsvormen bij woningtoewijzing, op school, in het jeugdwerk. c) Het aanbod van betaalbare vakantiekampen voor kinderen en jongeren tijdens de vakanties wordt nog verder uitgebreid. d) Aandacht voor discriminatie van jongeren in het uitgangsleven
2. Ruimte voor kinderen en jongeren. a) Elke herinrichting van het openbaar domein gebeurt kindvriendelijk. Te beginnen met de woonstraten en met groene en open ruimten. Kinderen moeten op een veilige manier met de fiets of te voet op school, de sportclub of de jeugdvereniging kunnen geraken. b) Het speelweefselplan wordt versneld uitgevoerd. In elke buurt is er nood aan speel- en spelinfrastructuur voor elke leeftijdsgroep onder de kinderen. Het centrum van de stad biedt meer groen en speelruimte. c) Er wordt verder gewerkt aan formules zoals “brede scholen” die scholen (ruimtes of speelplaatsen) ook na de schooluren en in de weekends toegankelijk maken voor kinderen en jongeren Eventueel gekoppeld aan cultuureducatie na de schooluren. d) Het experiment van “Open Stadion” met de voetbalclubs wordt verder gezet. (laagdrempelige en betaalbare sport en spelactiviteiten) 3. “Vroeg geleerd is oud gedaan”: a) Het aanbod van opvoedingsondersteuning aan ouders in het Huis van het Kind wordt verder ondersteund. b) De speel-o-theek in de Kazernestraat wordt opgenomen in de nieuwe bibliotheek. c) In de stedelijke academies voor schone kunsten en in de academie voor muziek, woord en dans, en in de Vrije ateliers wordt gezorgd voor een betaalbaar aanbod voor kinderen en jongeren. Desgevallend wordt voorzien in voor- en na opvang, voor kinderen van werkende ouders. 4. Diversiteit in het jeugdwerk: a) Verdere ondersteuning van de kansenpaswerking met korting op lidgelden en uniformen voor kinderen van minder begoede ouders. b) Onderzoek , samen met de zelforganisaties naar de oprichting van een jeugdbeweging voor kinderen met een anders – etnische achtergrond c) Verdere ondersteuning van de holebi-vereniging derUIT! d) Verdere ondersteuning van de taalklassen Nederlands voor anderstalige jongeren 38
39
5. Het klassieke jeugdwerk wordt verder ondersteund. a) De subsidiereglementen voor jeugdbewegingen, jeugdhuizen en speelpleinwerkingen worden verfijnd. b) De stad zet in op een kwalitatieve en correct betaalde monitorenwerking, zodat dit een waardig alternatief voor een vakantiejob vormt voor jongeren . c) De site “Blij en Trouw” (naast De VIDTS) wordt zo snel mogelijk ontwikkeld tot site voor naschoolse kinderopvang en voor jeugdbewegingswerk. 6. Faciliteiten voor de jeugd: a) Er worden voldoende, betaalbare en veilige ruimtes voorzien om elkaar te ontmoeten en zorgeloos feestjes en fuiven te organiseren – ook in de deelgemeenten. Er wordt extra ingezet op ‘sfeerbeheer’, met de nodige begeleiding en opleiding hiervoor. Deze ontmoetingsplaatsen zijn op een veilige manier bereikbaar, en jongeren kunnen ’s nachts met het openbaar vervoer of met de fiets op een veilige manier thuis geraken. b) Het gebruik van Heywijck wordt geëvalueerd. Er wordt onderzoek gedaan naar de oprichting van een camping naast Heywijck, en naar een jeugdherberg of jeugdhotel in de binnenstad.
39