Verslag van de vergadering nr. 2015-5 van het Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 17 juni 2015 FAVV
Kabinet
Herman Diricks (Voorzitter), Jean-Marie Dochy, Véronique Berthot, Vicky Lefevre, Yasmine Ghafir, Valérie Van Roy, Caroline Cromphout en Jacques Moës. Jean-François Heymans, adjunct-kabinetsdirecteur. Chris Boyen (secretaris). Jean-François Heymans, adjunct-kabinetsdirecteur.
Leden van het Raadgevend Comité EL PL
EL PL
Valérie Bastin/Sonnet Eric
0
Moureau Thomas/Velghe Jan
Bert Véronique /Ardies Luc
1
Braem Steve Carlos/Boghaert maarten
1
Mijten Erik/Mintiens Koen Nijs Katrien/Van Moeseke Wim/Lieve De Smit/ Pieter Van Ommeslaeghe 0
Cools Romain/David Marquenie
1
Nijs Wien/Bosmans Roger Nys Annelore/Verdonckt Freek/Pepijn 1 Snijder
Coulonval Daniel/Granados Ana
1
1 De 1
Debergh Renaat/De Wijngaert Lambert
0
Poriau Pierre/Nys Laurent
v
De Craene Ann/Appeltans Philippe
v
v Pottier Jean-Luc/Claeys Yvan
1
Dejaegher Yvan/Hoeven Erik
v
Schirvel Carole/Jacquinet Stéphanie
0
De Greve Nathalie/Janssens Bente
v
Segers Dina /Ogiers Luc
1
De Munck Paul/Lefevre Sarah
0
Semaille Marie-Laurence/Masure Alain
v
Diels Eve/ Sterckx Romain
1
Smagghe Thierry/Vandewynckel Anneleen
0
Fatzaum Chantal/Thomas Mireille
0
Tamigniaux Daphné/Kollmorgen Nadine
v
Fonck Myriam/Sophie Boval
1
Teughels Caroline/Loncke Peter
v
Hallaert Johan/De Lange Els
1
Vandamme Hendrik/De Swaef Peter
Hautekeur Ch./Tamellini Jean-Francois Henrotte Bénédicte/Fronik Bram Horion Benoit/De Boosere Isabel
v 0
Jaeken Peter/Persoons Davy
1
Van Damme Eddy/ Denoncin Albert
1
Lauryssen Sigrid/Maertens Gwendoline
1
Van de Meerssche Eric/Hendriks Erik
1
Kindt Thomas/Spenik Kathleen
0
1
Aanwezig
0
Afwezig
Vandenbosch Michel/De Greef Ann Vandenbroucke Joost/Van den Broeck A. 1 Vandevelde Renaat / Thise Sophie
1
v
v 0 1 0
1 v
Pagina 1 van 11
Verontschuldigd
Dagorde Goedkeuring van de dagorde en actualiteit: Producenten van rauwmelkse kaas en listeria Preview activiteitenverslag FAVV 2014 Eerste analyse van de voorstellen in het kader van administratieve vereenvoudiging Samenstelling en werking van het RC met het oog op de hernieuwing van de mandaten eind 2015: vervolg discussie Vereenvoudiging PAP-fiches / activiteitenboom Financiering Verslag van de laatste vergadering van het Opvolgingscomité Budgetrealisaties 2015: stand van zaken en voorstel budget 2016 Foodweb: geïntegreerde aangifte Aanpassing van het MB van 17 juni 2009 tot vaststelling van de auditreferentie-systemen Varia
1. 2. 3. 4. 5. 6. A. B. C. D. 7.
Punt 1. Goedkeuring van de dagorde en actualiteit 1. Volgende variapunten worden aan de dagorde toegevoegd: -
Op vraag van BB: spilvarkens in Gent (artikel Standaard).
2. De dagorde wordt goedgekeurd. 3. Actualiteit: -
Producenten van rauwmelkse kaas en listeria
4. Vicky Lefevre geeft een toelichting bij het incident dat zich heeft voorgedaan bij rauwmelkse hervekaas (zie PPT voor meer detail: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/Punt1_Listeria_NL_ RC_2015-06-17.pdf ). Listeria is een zoönose die wordt overgedragen op de mens via de voeding. Na besmetting veroorzaakt het gastro-enteritis bij gezonde personen. Maar bij kinderen, ouderen, personen met een verzwakt immuunsysteen, zwangere vrouwen, incl. foetus, kan het ernstige vormen aannemen, in 20 à 30 % met dodelijke afloop. De laatste jaren wordt een stijgend aantal listeriosegevallen in België en Europa vastgesteld: - in 2012 64 gevallen; - in 2013 73 gevallen; - in 2014 83 gevallen. Dit betreft enkel de gerapporteerde gevallen en het Agentschap gaat ervan uit dat dit een onderschatting is van het werkelijke aantal gevallen. Listeria komt zowel voor in voeding als in grondstoffen maar eveneens in verwerkte producten (door nabesmetting of onvoldoende verhitting). Listeria kan lang overleven in het milieu/procesomgeving. Listeria blijft groeien zelf in een koude omgeving (onder de 7°C). De kiem is tevens resistent tegen zure milieus en hoge zoutgehaltes. Listeria is belangrijk voor alle kant-en klare maaltijden die langer houdbaar zijn dan 5 dagen. Vervolgens worden de wettelijke criteria overlopen. Beleidsacties van het FAVV naar aanleiding van het incident met de hervekaas: de maatregelen op het terrein zijn genomen t.a.v. de besmette producten. Wat gebeurt er in de toekomst t.a.v. de rauwmelkse producenten? DG Controlebeleid heeft een overleg gepland tussen het Wetcom, sectororganisaties van hoeveproducenten en experten van het FAVV op 25 juni e.k. waarop de problematiek klaar en duidelijk zal worden uiteengezet. Het ligt in de bedoeling om een praktisch richtsnoer uit te werken voor de hoevezuivel m.b.t. gevaren en beheersing van Listeria en uitvoering van challengetesten. In eerste instantie moet gewerkt worden op preventie eerder dan op challengetesten. Er moet worden vermeden dat de kiem in de grondstof zit (in casu rauwe melk). Een aantal maatregelen kunnen worden genomen op dit vlak. Er moet voor gezorgd de worden dat listeria niet in de productieomgeving binnenkomt. In 2 instantie kan men nagaan voor welke producten, bewijs te leveren op basis van challengetests, er geen groei gaat zijn en dan kan er een zekere aanwezigheid getolereerd worden. Dit moet uiteraard door de producent gemonitored worden. De RUG heeft challengetesten uitgevoerd op een aantal hoevekazen maar heeft niet kunnen aantonen dat er voor deze kazen geen groei zou zijn boven de 100 kve/g. Dus voor die producten moest de norm afwezig in 25gr worden toegepast. Als producent moet men eerder werken op preventie.
Pagina 2 van 11
Na overleg met de sector en de wetenschap wordt bekeken wat de beste piste zal zijn. Er zal een richtsnoer worden opgemaakt dat vervolgens zal worden opgenomen in de betrokken sectorgidsen. 5. De Voorzitter refereert naar de persartikels in dit verband waarbij bepaalde mensen het gevaar van listeria onderschatten en negeren. Hij wenst te benadrukken en vraagt de leden van het RC om even kordaat te reageren indien men met sussende boodschappen komt aandraven indien het om listeria gaat. Dergelijke boodschappen zijn volledig misplaatst en kunnen consumenten in de problemen brengen door het gevaar van listeria te minimaliseren. Hij rekent erop dat de leden van het RC deze boodschap mee verspreiden. -
Symposium SciCom 27/11/2015: “Trend watching and food safety control” de
6. Xavier Van Huffel verschaft informatie over het 11 symposium van het Wetcom dat doorgaat op 27 november 2015 met als thema: “Trend watching and food safety control” (voor meer detail zie: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/SymposiumSciCom -RaCom16-06-2015-V2.pdf ). Doel: een stand van zaken te geven van trendobservatie en trendanalyse toegepast op de resultaten in de voedselketen. Door toepassing van deze technieken kan informatie worden gehaald uit beschikbare data. Vervolgens wordt nagegaan in welke mate deze kunnen worden toegepast ter verbetering van voedselveiligheidscontroles. Een uitnodiging volgt. Het Wetcom wil een algemene enquête organiseren met de hulp van de sectoren (op een anonieme manier) waarbij een aantal algemene vragen zullen worden gesteld, zoals bv.: - wordt trendanalyse toegepast? - hoe wordt ermee omgegaan? - is het nuttig gebleken? Zijn er specifieke problemen vastgesteld? Het ligt tevens in de bedoeling om de medewerking te vragen van de sectororganisaties voor het overmaken van een enquête aan hun leden met betrekking tot de toepassing van trendanalyse bij autocontrole. De resultaten van deze enquête zullen worden verwerkt en voorgesteld tijdens het vermelde symposium. 7. De Voorzitter resumeert als volgt: -
uitnodiging wordt verstuurd aan de leden van het RC;
-
via een enquête, uitgevoerd bij bedrijven in de voedselketen, een inzicht verwerven over hoe ze omgaan met trendanalyse;
-
deze vraag is gericht aan alle sectoren.
8. Johan Hallaert stelt dat Fevia wil meewerken aan het verspreiden van de enquête en het compileren van de resultaten. Hij vraagt hem vooraf een draft van de vragen toe te sturen zodat ze kunnen bekeken worden met de AC-werkgroep van Fevia vooraleer ze worden verspreid. De Voorzitter stelt voor dat Xavier Van Huffel een vergadering belegt met vertegenwoordigers uit de transformatie, de handel en de groothandel. Een algemene uitnodiging zal worden verstuurd. Hij vraagt dat de betrokken sectoren er de nodige aandacht aan besteden.
Punt 2. Preview activiteitenverslag FAVV 2014 9.
De Voorzitter benadrukt dat het RC zoals gewoonlijk een preview krijgt van het activiteitenverslag van het FAVV 2014, evenwel onder embargo. Dit activiteitenverslag zal op 30 juni aan de pers worden voorgesteld.
10. Yasmine Ghafir licht de grote lijnen van het jaarverslag (JVS) 2014 toe, meer in het bijzonder de trends t.a.v. 2013. Dit is een verkorte versie gezien bepaalde items reeds op het RC werden toegelicht (bv. resultaten van het meldpunt, het JVS van de ombudsdienst enz.). Volgende trends/verschilpunten t.o.v. 2013 worden aangehaald:
- het (grote) JVS zal enkel nog beschikbaar zijn in elektronische versie op onze website (zie link http://www.favv-afsca.be/activiteitenverslag/2014/default.asp ). Daarentegen, de klassieke “Feiten en cijfers” bestaat wel nog in papieren versie (in FR, NL, DE en EN). Verder zal het JVS 2 à 3 keer per jaar worden aangepast op de website voor wat betreft het gedeelte inspecties en analyses;
Pagina 3 van 11
- de slides 3 t/m zullen op de persconferentie worden toegelicht (het nieuwe business plan & de nieuwe waarden van het FAVV, publicatie van de inspectieresultaten, enz.); - het FAVV ten dienste van beroepssectoren: eind 2014 beschikten 22.163 inrichtingen over een gevalideerd autocontrolesysteem voor al hun activiteiten ( evolutie in stijgende lijn); de primaire productie heeft het hoogst aantal gevalideerde ACS; - kernopdracht van het FAVV= uitvoering van controles volgens het controleplan; voor de inhoud van het concept missie zie slides 4 &5; - aantal missies & CL’s: in 2014 werden er 58.671 inspecties uitgevoerd (= een stijging); een grote stijging (met 15%) van het aantal CL’s per controledomein (= 215.483); - resultaten van de missies (bezoeken operatoren): drie types van maatregelen kunnen worden genomen: geen maatregel/waarschuwing en andere/PV; in 4,5% van de missies werd met een PV opgemaakt (vaststelling major NC = een lichte ↑); in 26% van de missies werd een waarschuwing of een andere maatregel genomen; in 69,5% zijn geen maatregelen genomen. Voor elke sector wordt vervolgens een vergelijking gemaakt van de resultaten van de missies met 2013; voor PRI, TRA en groothandel wordt een quasi status quo resultaat geboekt; de resultaten van de missies voor horeca/grootkeukens en detailhandel zijn achteruit gegaan; - resultaten van de controles met CL’s & van de monsternemingen: globaal genomen hebben 87% van de controles een gunstig resultaat bekomen; bij de hercontroles = 85,4% gunstige hercontroles; 95,2% van de monsternemingen zijn gunstig; dit zijn gunstige resultaten die vergelijkbaar zijn met de voorgaande jaren; - resultaten van de CL’s per sector: worden geen echt grote verschillen opgetekend t.o.v. 2013; wel een toename van de gunstige resultaten bij de gemeenschapskeukens met 2,5%; - resultaten CL scope infrastructuur, inrichtingen & hygiëne: globaal genomen zijn 75,6% van de inspecties gunstig (= een lichte vermindering met 1%); bij de slachthuizen zijn de gunstige inspecties met 3,5% toegenomen en bij de gemeenschapskeukens met 1,5%; een vermindering van 3,1% gunstige resultaten bij horeca; - de inspectieresultaten (= missies zonder maatregelen) van de inrichtingen met een gevalideerd ACS zijn beduidend beter dan deze zonder ACS (cf. de aflopen jaren - zie slide 14); vervolgens wordt een vergelijking gemaakt van de resultaten van de missies met en zonder gevalideerd ACS voor de verschillende sectoren (zie slides 15 t/m 19); voor alle sectoren is het resultaat dat behaald wordt door operatoren met een ACS veel beter (= 89,7% geen maatregel); - meer in detail het resultaat van de scope infrastructuur, inrichtingen & hygiëne per type van inrichting bij horeca: bij de frituuruitbaters & de traiteurzaken wordt een lichte verbetering van 3% opgetekend; de resultaten bij de pitazaken evolueren traag in de goede richting; een daling van de resultaten van de kamers met ontbijt (- 1,5%) en tea-rooms (-2,4%); 11. M.b.t. de opmerking van Joost Vandenbroucke over het feit dat het totaal aantal gunstige inspecties horeca voor infrastructuur, inrichting en hygiëne in 2013 (= 58,8% in dia 13 en = 55,1% in dia 20) niet overeenkomt. Na verificatie blijkt dat niet altijd dezelfde categorieën zijn samengevoegd waardoor een verschillend percentage wordt bekomen. Het percentage conforme inspecties van de infrastructuur, inrichting en hygiëne in de horeca (met uitsluiting van de ambulante inrichtingen en de cafés) bedroeg 55,1% in 2013 en 55,7% in 2014. Het percentage conforme inspecties van de infrastructuur, inrichting en hygiëne in de horeca (met inbegrip van de ambulante inrichtingen en de cafés) bedroeg 58,8% in 2013 en 58,9% in 2014. - meer in detail het resultaat van de scope infrastructuur, inrichtingen & hygiëne per type van grootkeuken: algemene verbetering van de resultaten (72% = gunstige inspecties) behalve voor de schoolkantines en de ziekenhuiskeukens; de overige types van grootkeukens evolueren in de goede richting met een uitschieter voor wat de gevangeniskeukens betreft = een verbetering met 33% (globaal genomen is 56,3% conform nog altijd een beduidend laag percentage); - controles bij invoer (aantal zendingen): de resultaten van de controles zijn in analogie met de vorige jaren(0,5% terugzendingen); de
12. Romain Cools heeft een vraag over niet-Belgisch bij invoer, dient daar invoer 3 landen of andere EU-landen onder te worden verstaan. Yasmine Ghafir benadrukt dat het in casu steeds gaat de om invoer 3 landen. 13. Op de vraag Romain Cools of er een aparte statistiek van de “resultaten controles invoer andere EU-landen”, wordt ontkennend geantwoord. De Voorzitter stelt dat het Agentschap de
Pagina 4 van 11
producten controleert die zich op de markt bevinden. Het Agentschap maakt evenwel geen aparte statistieken op i.f.v. de oorsprong van de producten die gecontroleerd worden. 14. De opmerking heeft betrekking op “niet Belgische producten” terwijl men beter kan spreken van “niet EU-producten”, vervolgt Romain Cools. - gevolgen gegeven aan een NC: meer missies in 2014 resulteren in een proportionele toename van het aantal maatregelen bij NC; door een toename van het aantal PV’s is het bedrag van de administratieve boetes toegenomen; in 2014 werden meer dan 2500 ton producten in beslag genomen; - slide 24 geeft een synthese weer van de resultaten van de barometers; uit de vergelijking tussen 2013 en 2014 blijkt duidelijk dat de voedselveiligheidbarometer lichtjes is verbeterd (+ 0,2% door verhoging van het aantal notificaties, een toename van het aantal bedrijven met ACS en een hoge mate van conforme geanalyseerde producten; een sterke verbetering voor de plantengezondheidbarometer (+ 11,3%) en dierengezondheidbarometer (+ 12% door een verhoging van de meldingen van gevallen van verwerpingen en van dierenziektes, die worden geïnterpreteerd als een verbetering van de waakzaamheid) kan worden opgetekend; een gunstige evolutie t.o.v. het referentiejaar 2007 kan worden opgetekend voor deze barometers. 15. Waarop slaat verbetering van de voedselveiligheidbarometer met 25%, vraagt Joost Vandenbroucke. 16. In de beginperiode werden de barometers jaar per jaar vergeleken. Indien voor 2013 vermeld wordt “+5,6%” dan betekent dit dat er 5,6% betere resultaten zijn bekomen in vergelijking met 2012. de Men mag evenwel niet een som maken van deze percentages. De 2 grafiek geeft de evolutie weer t.o.v. het referentiejaar 2007 (= nuljaar). We proberen vooruitgang te meten en het niet in absolute cijfers uit te drukken, verduidelijkt de Voorzitter. - het risico verbonden aan de invoer van huisdieren wordt in herinnering gebracht (= het probleem van hondsdolheid). 17. Op de vraag van Eve Diels om de onduidelijkheid m.b.t. de horecacijfers te verbeteren, antwoordt de Voorzitter dat de juiste cijfers zullen worden opgenomen in het verslag en de PPT van de persconferentie. De Voorzitter herhaalt dat de definitieve presentatie van de persconferentie aan de leden zal worden overgemaakt (zie mail van 30 juni ll.). 18. Jean-Marie Dochy herhaalt dat het gevaarlijk is een vergelijking te maken van de resultaten jaar per jaar. In functie van de controlefrequenties van de sector worden operatoren om de x-aantal jaren gecontroleerd. Dit betekent dat men in bepaalde jaren “de betere operatoren” kan hebben gecontroleerd waardoor het percentage “gunstige resultaten” zal stijgen en in een ander jaar kunnen de minder goede operatoren aan de beurt zijn. Er moet tevens worden rekening gehouden met speciale acties die in een bepaald jaar worden ondernomen vb. zoals de inhaalbeweging in de sector horeca in 2014 (controle van operatoren die nog niet werden gecontroleerd). Deze acties kunnen natuurlijk de jaarlijkse kwalitatieve resultaten beïnvloeden. 19. Tot slot stelt de Voorzitter nogmaals dat het grote JVS enkel op de website zal worden gepubliceerd; “Feiten en cijfers” is enkel nog in papieren versie beschikbaar in het NL, FR, D en E. Dit is een preview, onder embargo. Het ligt in de bedoeling dat deze cijfers/resultaten worden aangekondigd tijdens de persconferentie.
Punt 3. Eerste analyse van de voorstellen in het kader van administratieve vereenvoudiging 20. Vicky Lefevre, directeur-generaal bij de diensten van controlebeleid, licht een eerste voorlopige analyse toe van de voorstellen tot administratieve vereenvoudiging die werden toegestuurd (voor meer detail zie PPT en overzichtsdocument:
http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/PUNT3_adm_v ereenv_NL_RC_2015-06-17.pdf + http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/reacties_reacti ons_Adm_vereenv_RC_CC_2015-06-17.pdf ). De globale analyse met actieplan zal worden voorgesteld op het RC van 28 oktober 2015. Ter de herinnering wordt aangehaald dat het hier gaat om een 3 campagne van administratieve
Pagina 5 van 11
vereenvoudiging. In totaliteit zijn 352 voorstellen ingediend (sommige werden evenwel in opeenvolgende campagnes door verschillende federaties opnieuw ingediend of naar voren verschoven). Er zal een grondige analyse worden doorgevoerd (bekijken welke voorstellen het Agentschap aanbelangen/welke extern moeten worden aangepakt) en acties worden voorgesteld (bv. aanpassing Belgische of Europese wetgeving/ omzendbrieven/ website enz.). Deze voorstellen zijn opgenomen in een tabel met aanduiding of ze al dan niet zijn weerhouden (+ de timing). Deze tabel zal op een volgende vergadering worden voorgelegd. Op geregelde tijdstippen zullen updates gegeven worden over de overzichtstabel “wetgeving diergezondheid”. De XLS-tabel heeft een grondige opkuis ondergaan enkel de voorstellen in het kader van administratieve vereenvoudiging zijn weerhouden. Sommige voorstellen werden verschillende keren ingediend omdat men geen bevredigend antwoord had bekomen. Het ligt niet in de bedoeling om deze voorstellen onder de noemer van administratieve vereenvoudiging onder te brengen. Relevante voorstellen uit de vorige ronde blijven behouden. Bepaalde voorstellen zijn ondertussen “Best practices” geworden en uit de tabel verwijderd. Aan deze voorstellen zullen concrete acties worden gekoppeld. Vervolgens wordt een eerste preliminaire analyse van de voorstellen overlopen. Vicky Lefevre benadrukt dat bepaalde voorstellen mogelijks nog van categorie kunnen veranderen (zie slides 13 t/m 16). Voor de suggesties/voorstellen op het vlak van administratieve vereenvoudiging wordt verwezen naar het overzichtsdocument (zie: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/reacties_reactions_Adm _vereenv_RC_CC_2015-06-17.pdf ). De verschillende categorieën worden kort overlopen. Na afronding van de analyse zal de XLS-tabel ter beschikking gesteld worden van het RC voor evt. commentaren. Vragen: 21. Jean-Luc Pottier heeft een vraagt i.v.m. de weging van allergenen in de CL. Er is sprake dat er een wijziging zou worden aangebracht op het vlak van vermelde weging (= verhoging van de weging van 3 naar 10). Vraag of er alternatieven kunnen worden toegepast bv. een weging tussen 3 en 5? 22. Jean-Marie Dochy is van oordeel dat er een misverstand bestaat m.b.t. de wegingen en over de betekenis van het cijfer 10. Er worden minor en major NC vastgesteld. Het cijfer 10 betekent dat een major NC is vastgesteld. In voorkomend geval bekomt de operator een verwittiging waarbij de NC onmiddellijk, zoniet binnen de vermelde termijn, moet worden rechtgezet. Hierop volgt een hercontrole (onmiddellijk = onmiddellijk in orde stellen met hercontrole ter plaatse of op een later tijdstip). Het cijfer 10 betekent dat de NC steeds moet worden gecorrigeerd omdat er een onmiddellijk gevaar bestaat voor de volksgezondheid of diergezondheid of plantengezondheid. Daarentegen een NC 3, is een NC die niet onmiddellijk een gevaar inhoudt op het vermelde vlak. Een verhoging van het aantal NC 3 betekent wel een gevaar voor volksgezondheid of diergezondheid of plantengezondheid. Het Agentschap werkt momenteel op deze manier met toepassing van een methodologie die ons toelaat om: a) te zorgen voor een geharmoniseerde en coherente opvolging in het kader van de inspecties; b) een rapportering van wat is vastgesteld en uitgevoerd. Na consultatie van de Controlediensten voegt hij eraan toe dat voor de weging voor allergenen in de CL het cijfer 3 wordt gehanteerd. Eind van van ’t jaar zal na consultatie van de sector worden nagegaan of de weging dient te worden verhoogd naar 10. 23. Het FAVV heeft een opleiding i.v.m. listeria voorzien voor de melksector. Jean-Luc Pottier is van oordeel dat deze ook nuttig is voor de vleessector gezien ze ook melkproducten verwerken. De Landsbond wenst dus ook geïnformeerd te worden. 24. Vicky Lefevre antwoordt dat voorrang werd verleend aan de melksector omdat er zich problemen hebben voorgedaan in de rauwmelkse sector. De omzendbrief in dit verband zal ook kunnen worden toegepast in andere sectoren. Maar in eerste instantie ligt de focus nu op de melksector en zal worden aangepast in dit verband. Dit neemt niet weg dat we in de gids vleesproducten eveneens een hoofdstuk zouden kunnen toevoegen. 25. Conclusie: eerst zullen de voorstellen in de sectorale vergaderingen worden besproken zodat alle technische modaliteiten kunnen worden uitgeklaard. Naderhand zal het definitief voorstel van ste XLS-tabel worden voorlegd op de 1 RC-vergadering van 2016.
Pagina 6 van 11
Punt 4. Samenstelling en werking van het RC met het oog op de hernieuwing van de mandaten eind 2015: vervolg discussie de
26. M.b.t. tot de samenstelling refereert de Voorzitter naar artikel 7, 2 lid van de wet van 4 februari 2000 en citeert:”Dat comité omvat in ieder geval vertegenwoordigers van de federale overheid, van de gewesten en gemeenschappen, van consumentenverenigingen en van de sectoren betrokken in de materies waarvoor het agentschap bevoegd is, evenals deskundigen.”. De Koning bepaalt de samenstelling en de werkwijze van het RC ( zie KB van 19 mei 2000). 27. Aan de leden van het RC werd gevraagd om hun mening mee te delen i.v.m. de toekomstige samenstelling van het RC (voor meer detail zie overzichtsdocument: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/overzicht_compterendu_ input_samenstelling_composition_CC_RC_2015-06-17.pdf ). 28.
Er bestaat een conscensus over : - het behoud van de huidige samenstelling van het RC; - vraag naar een soepelere manier voor de aanduiding van leden en plaatsvervangers van het RC.
29.
Voor wat betreft de consumentenvertegenwoordiging, wordt gewacht op een beslissing op het niveau van het OIVO. De Voorzitter hoopt snel feed back te bekomen over wat de mogelijkheden zullen zijn want een consumentenvertegenwoordiging is onontbeerlijk in het RC.
30.
Steve Braem legt uit dat het OIVO zal worden vervangen door een nieuwe structuur met minder middelen. Wellicht zal meer info beschikbaar zijn tegen eind juni. Hij zal het Agentschap onmiddellijk op de hoogte brengen in dat geval. Hij kan zich evenwel nog niet uitspreken of de nieuwe organisatie de huidige 2 mandaten zal wensen te behouden.
31.
Een aantal overheidsorganisaties stellen een halvering van het aantal mandaten voor. Daarnaast heeft de HRZKMO een mandaat gevraagd binnen het RC. De HRZKMO is een federale adviesraad van de FOD Economie. Vermelde FOD beschikt over 2 mandaten in het RC. Vandaar dat het Agentschap heeft suggereerd dat HRZKMO bv. mits intern overleg, één van deze twee mandaten zou kunnen opnemen.
32.
ABS heeft een vraag gesteld over het behoud van dierenrechtenorganisaties. Het antwoord op deze vraag zal voor een stuk afhangen van de evolutie van deze problematiek met de Gewesten. Er is een protocol opgemaakt met de Gewesten waarin is gesteld dat het Agentschap de nodige vaststellingen zal doen maar de gewestelijke diensten moeten optreden/maatregelen treffen. I.f.v. die discussie zullen de nodige beslissingen moeten worden genomen m.b.t. dat type van organisaties.
33.
34. 35.
Tot slot merkt de Voorzitter op dat: -
consensus bestaat over een vereenvoudinging van de procedure voor de aanduiding van de leden;
-
in globo de samenstelling van het RC behouden blijft; de wet schrijft niet voor welke verhoudingen dienen gerespecteerd; maar er zal gestreefd worden naar een volwaardige consumentenvertegenwoordiging.
Ana Granados merkt op dat de FWA zijn twee mandaten wenst te behouden. Actie: het ontwerp tot wijziging van het KB van 19 mei 2000 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het RC ingesteld bij het FAVV zal per mail worden toegestuurd voor schriftelijke goedkeuring.
Punt 5. Vereenvoudiging PAP-fiches / activiteitenboom 36.
De Voorzitter geeft het woord aan Valérie Van Roy die een uiteenzetting geeft over de FAVVactiviteiten meer in het bijzonder de tools ontwikkeld door de cel AER, en in het bijzonder de activiteitenfiches van het FAVV.
37.
Valérie Van Roy geeft een presentatie van de Cel AER die deel uitmaakt van de Controlediensten, directie van het Hoofdbestuur. Deze cel registreert de de actieve operatoren en verleent erkenningen en toelatingen die ze nodig hebben om sommige activiteiten te beoefenen.
Pagina 7 van 11
Het Agentschap heeft BOOD ontwikkeld in het kader van deze registratie. Het FAVV heeft een nomenclatuur ontwikkeld zodat deze gegevens op een uniforme manier in onze databank kunnen worden opgeslagen. Deze cel zorgt tevens voor de ondersteuning van de PCE’s, dit moet garanderen dat de verschillende PCE’s het beheer van de operatoren op een uniforme manier aanpakken. Daarnaast zorgt deze cel voor de afhandeling van klachten ingediend door operatoren m.b.t. retributies. De Cel AER onderhoudt relaties zowel met publieke als particuliere instanties (KBO, BTW, Gewesten enz.) om een up-to-date netwerk te kunnen uitbouwen met als doel de operatoren te kennen. Wat betreft de nomenclatuur wordt benadrukt dat NACE een Europees classificatiesysteem is van economische activiteiten (van toepassing sinds 1970). Ondertussen heeft België zijn intern systeem ontwikkeld (=NACE-BEL) dat beantwoordt aan de operationele behoeften van het FAVV (= sanitaire aspecten van activiteiten en vooral producten). Verschillende herzieningen waren noodzakelijk om het systeem aan te passen aan de economische en structurele wijzigingen, alsook nieuwe producten en technologieën. De belangrijkste herziening dateert van 02/01/2013 (vervanging boomstructuur & installatie van masterdata) en kadert in de administratieve vereenvoudiging met toepassing van een platte structuur (excel lijst) en een gewijzigde codificatie (minder actviteiten, standardisatie terminologie enz.). Er zijn hulpmiddelen ontwikkeld voor de operatoren om de opzoeking te verfijnen (zie slides 13 tot 17). De activiteitenfiche (= PAP-fiche) is een technische fiche die per activiteit wordt opgemaakt (= identiteitskaart); herverdeeld per sector en gebruikt worden door operatoren, agenten, OCI, ondernemingsloketten,…. De inhoud van een PAP-fiche wordt in detail omschreven in de slides 19 t/m 28. Feed back m.b.t. de fiches en hun inhoud is altijd welkom en kan via de sectororganisaties worden meegedeeld op de overlegvergaderingen van de Diensten van Controlebeleid. In de toekomst zal de inhoud van de fiches worden geïntegreerd in masterdata. Op het terrein met name in de PCE’s werken 40 FTE “BOOD experten” aan het up-to-date houden van de databank BOOD. Zij zorgen voor de registratie van operatoren en de aflevering van erkenningen /toelatingen/registratie. De door vemelde agenten aangebrachte wijzigingen zijn zichtbaar voor operatoren. Indien een operator zich registeert bij het FAVV, zal hij per brief zijn BOOD-fiche met erkenning/toelating/registratie ontvangen en toelatingsattest voor de sector distributie en horeca. 38.
De Voorzitter benadrukt dat het Agentschap veel werk heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van deze activiteiten-fiches. Hij hoopt dat de sectororganisaties, zoals gevraagd, de nodige feedback/suggesties zullen bezorgen of de nodige preciseringen zullen vragen. Deze fiches zijn beschikbaar op de FAVV-website.
39.
Ana Granados bedankt het Agentschap voor de uiteenzetting. De FWA zal zijn feedback bezorgen. Zij wijst erop dat bepaalde gegevens in de PCE (= in BOOD) niet altijd overeenkomen met deze in de KBO. Het probleem van de niet correct geregistreerde operatoren zal na de vergadering worden behandeld.
40.
Jean-Luc Pottier haalt aan dat er problemen bestaan met KBO. Voor het beroep van beenhouwer is er een toegang tot het beroep die verplicht is. Vaak schrijven operatoren zich echter in als kleinhandelszaak of algemene voedingszaak in de KBO en nadien oefenen ze het beroep van beenhouwer uit. Dat is een probleem dat eerder tot de bevoegdheid van de FOD Economie behoort. De kruispuntbank stelt niet genoeg eisen, in casu door de beroepseisen te vragen vooraleer te aanvaarden dat een operator zich inschrijft voor één of ander beroep. Uit deze uiteenzetting blijkt dat de Landsbond der Beenhouwers rechtstreeks moet tussenkomen bij FOD Economie om deze anomalie te laten rechtzetten.
41.
Jean-Marie Dochy antwoordt dat wanneer iemand (die geen beenhouwer is) zich bij de KBO bv. in de algemene voeding inschrijft, dit een valse verklaring is. De KBO controleert op papier en registreert wat op het niveau van de ondernemingsloketten wordt geregistreerd. Indien het Agentschap daarentegen vaststelt dat een operator het beroep van beenhouwer uitoefent, terwijl hij bij ons geen toelating als beenhouwer heeft, mag die operator zich niet uitgeven als beenhouwer indien hij de activiteit van beenhouwer niet heeft. Onrechtstreeks zal hij worden gestraft wanneer hij niet de correcte toelating heeft.
42.
Conclusie: de Voorzitter herhaalt dat suggesties/vragen kunnen worden voorgelegd op de overlegvergaderingen van de Diensten van Controlebeleid.
Pagina 8 van 11
Punt 6. Financiering A.
Foodweb: geïntegreerde aangifte
43.
Caroline Cromphout geeft uitleg bij FOODWEB ”geïntegreerde aangifte” (zie PPT voor meer http://www.favvdetail: afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/Punt6_NL_FOODWEB_geinte greerd_RC_2015-06-17.pdf ) . Door dit proces worden de administratieve gegevens geverifieerd en evt. aangepast en gevalideerd. Naderhand wordt de operator doorverwezen op basis van zijn hoofdactiviteit voor het invullen van de aangifte. Bij dit proces kan men beroep doen op de ondersteuning van het callcenter (voor het invullen van de aangifte of bijlage IV). Vervolgens worden de 5 stappen van het proces in detail toegelicht (zie slides 5-7). Wat zijn de voordelen van dit proces? De datakwaliteit van BOOD zal verhoogd worden want ieder jaar zullen de gegevens geverifieerd worden. Een operator krijgt correcte gegevens en kan ze aanpassen (administratieve vereenvoudiging). Het is een geïntegreerd proces waarbij de factuur oveeenstemt met de uitgeoefende activiteiten in BOOD. Het is een gebruiksvriendelijke applicatie. Gemakkelijke toegang zal verleend worden via Eid of paswoord (project USERMANAGEMENT). Paswoord kan gemakkelijk worden aangepast en rollen kunnen gedelegeerd worden aan bepaalde personen om de acties te doen bv. in de plaats van de zaakvoerder. Het systeem zal worden getest. Het eerste testpanel zal bestaan uit een beperkt aantal operatoren (= nagaan of de applicatie intuïtief en gebruiksvriendelijk is). Met een tweede testpanel (bestaande uit personeelsleden van het FAVV, kleine en grote operatoren) zal nagegaan worden of alle functionaliteiten werken.
44.
Planning: het proces verloopt over 3 fases (zie slide 10). Het ligt in de bedoeling dat de gïntegreerde aangifte geïmplementeerd is tegen 31/03/2017 (= aangifte 2017).
45.
De aangifte 2017 zal op een andere manier gebeuren. Het Agentschap wenst dat vanuit het RC door de sectororganisaties voldoende mensen worden afgevaardigd om hun medewerking te ste de verlenen aan het 1 en 2 testpanel. Uit de ervaring met Becert hebben we geleerd dat er eingenlijk in het begin veel te weinig feed back uit de sectoren kwam Dit gebeurde pas wanneer de toepassing life is gegaan waardoor er op dat moment veel aanpassingen moesten worden doorgevoerd. We willen dit in dit project vermijden. In de communicatie met het Agentschap wordt FOODWEB een essentiële tool voor de operator. Via FOODWEB kunnen zijn activiteiten worden geüpdated, zijn inspectieresultaten worden geconsulteerd, zijn analyseresultaten worden geverifieerd en zijn aangifte doen. Er wordt voor gezorgd dat het Usermanagement zo performant mogelijk dat operatoren effectief via FOODWEB het gestelde zullen doen. De operatoren van de B2C zullen de resultaten van de publicatie van de inspectieresultaten ook kunnen consulteren met een evt. bijkomende uitleg hoe men tot de classificatie is gekomen. Dus, FOODWEB wordt een belangrijk onderwerp voor de operatoren. De Voorzitter hoopt op een goede samenwerking met het RC zodat deze toepassing een echte toegevoegde waarde mag zijn voor de operatoren. We gaan er vanuit dat operatoren meer en meer gebruik maken van het internet want op termijn zal dit het belangrijkste medium worden voor de uitwisseling van gegevens.
46.
Conclusie: bij de opstart van de testen zullen de leden van het RC worden gevraagd om ste de personen aan te duiden voor het 1 en 2 testpanel.
B. Verslag van de laatste vergadering van het Opvolgingscomité 47.
Vertegenwoordigers afgevaardigd door het RC in het opvolgingscomité: -
G. Van Keerbergen (vervanger E. Mijten)
-
G. Delaminne de Bex
Caroline Cromphout deelt mee dat het opvolgingscomité heeft plaatsgevonden op 07/05/2015. De rekeningen zijn door de bedrijfsrevisor en door Minister Borsus goedgekeurd en vervolgens binnen termijn bij Financiën en het Rekenhof neergelegd. Er zijn geen specifieke opmerkingen geformuleerd door de deelnemers.
Pagina 9 van 11
C. Budgetrealisaties 2015: stand van zaken en voorstel budget 2016 48. Caroline Cromphout geeft een toelichting bij de budgetrealisaties 2014, het aangepast budget http://www.favv2015 en de voorstellen 2016 (zie PPT voor meer detail: afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/Punt6_NL_comite_de_suivi_RC_20 15-06-17_v2.pdf ). 49. Wat betreft de budgetrealisaties 2014 benadrukt ze dat een aantal uitgaven niet gerealiseerd zijn voor een bedrag van 9.219 kEur, waarvan 8.729 kEur zijn geblokkeerd door de FOD B&B. Daarnaast zijn er onderbenuttingen geweest van het budget o.a. voor 154 kEur bij de dienst publicatie en communicatie en voor 181kEur voor studies en onderzoek. 50. In casu gaat het om inspanningen die door de FOD B&B gevraagd worden in het kader van besparingen (blokkeringen op basis van regeringsbeslissingen), verduidelijkt de Voorzitter. 51. Op het vlak van de inkomsten wordt vastgesteld dat er voor 7.249kEur meer-ontvangsten (heffingen, andere inkomsten, interdepartementele provisie) zijn. Er wordt opgemerkt dat de dotatie werd verminderd met 354kEur wegens de besparingen en dat een rechtzetting is gebeurd van het blauwtongdossier van 2009 (overheveling gelden naar de FOD Volksgezondheid). 52. Wat betreft het aangepast budget 2015 zijn besparingen doorgevoerd: 4% personeel, 20% werkingskosten & investeringen, enz. Vanaf 2016 tot 2019 moeten de uitgaven ieder jaar achteruitgaan met 2% op het niveau van de personeelsenveloppe en de werkingskosten & investeringen. 53. Vervolgens overloopt zij de details van de ontvangsten en uitgaven. 54. De Voorzitter merkt op dat het budget 2016 nog niet is goedgekeurd. In voorliggend document worden enkel de budgetvoorstellen toegelicht. Zij dienen als “zeer voorlopig” te worden beschouwd. Momenteel is nog geweten of bijkomende besparingen zullen worden opgelegd aan het Agentschap.
D. Aanpassing van het MB van 17 juni 2009 tot vaststelling van de auditreferentie-systemen 55. Jacques Moës geeft toelichting bij het ontwerp van MB tot aanpassing van het MB van 17 juni 2009 tot vaststelling van de auditreferentiesystemen (voor meer detail zie PPT: http://www.favvafsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/Punt6_NL_Referentiels_daudit_RC _2015-06-17.pdf ). Doel: aanpassing aan de huidige situatie. Art. 1 - 1° en 2°: actualisatie van de gegevens (geen inhoudelijke wijziging) - 3° vervanging van ISO 22.000 door FSSC 22.000 De norm ISO 22 000 werd uitgewerkt door de International Standardization Organisation (ISO), met zetel aan de Ch. de la Voie Creuse 1, bte 56, 1211 Genève 20. Het auditreferentieel “Food Safety System Certification 22.000” (FSSC 22.000) werd ontwikkeld door de Foundation for Food Safety Certification, gevestigd te P.O. Box 693, 4200 AR Gorinchem, The Netherlands (dus adreswijziging). -
4° (GMP): binnenkort niet langer relevant wegens ingediend dossier m.b.t. equivalentie.
Art. 2.: niet langer relevant (was enkel van toepassing in 2009). Conclusie: het huidig MB zal vervangen worden door een nieuw MB met deze wijzigingen. 56. De Voorzitter merkt op dat het eerder gaat om administratieve dan inhoudelijke aanpassingen. De leden van het RC hebben geen bemerkingen bij voorliggend ontwerp van besluit.
Punt 7. Varia Spilvarkens in Gent 57. Koen Mintiens verwijst naar het artikel in de Standaard over spilvarkens. In casu, houden buurtbewoners samen enkele varkens op een verloren stuk ruimte in de stad. ‘Spilvarkens’, omdat ze
Pagina 10 van 11
leven van voedselafval uit naburige winkels en restaurants. Zij eten keukenafval. BB is bezorgd en wijst op de sanitaire gevaren (bestaande dreiging van Afrikaanse varkenspest). Het voederen van keukenafval is trouwens verboden tenzij het een hittebehandeling heeft ondergaan. 58.
De Voorzitter zal onderzoeken of het Agentschap specifieke acties moet ondernemen in Gent.
******************** De volgende vergadering van het RC vindt plaats op dinsdag 22 september 2015 om 9u30.
********************
Pagina 11 van 11