PROVINCIAAL ONDERWIJS VLAANDEREN
LEERPLAN ONDERWIJS VOOR SOCIALE PROMOTIE
BANK, BEURS EN FINANCIEN HOKTSP
Copyright © Provinciaal Onderwijs Vlaanderen
BBF/04/HOKTSP/M/G
1. Structuurschema Categorie economisch - Opleiding bank- beurs en financiën - EcHOKTSP (gemeenschappelijk deel)
A Algemene bedrijfskennis 755 A1 Macro-economie 40 lt - TV 4887
A2 Algemeen boekhouden 60 lt - TV 4888
A3 Burgerlijk- en handelsrecht 40 lt TV 4889
A4 Sociale wetgeving 40 lt - TV 4890
A5 Zakelijke communicatie 40 lt - TV 4891
B Kredieten 756
C Sparen en beleggen 757
B1 Kredietverlening aan particlieren 40 lt - TV 4893
C1 Financiële algebra 40 lt TV 4896
B2 Financiële en balansanalyse 60 lt - TV 4894
C2 Roerende waarden 80 lt - TV 4897
B3 Kredietverlening aan bedrijven en zekerhedeneconomie 80 lt TV 4895
C3 Financiële economie 40 lt TV 4898
C4 Fiscaliteit 40 lt - TV 4899
D Verzekeringen 758
D1 Inleiding tot het verzekeringswezen 40 lt TV 4900
E Binnen - en buitenlands betalingsverkeer 759 E1 Binnenlands betalingsverkeer 40 lt - TV 4905
D2 Verzekeringsrecht 40 lt - TV 4901
E2 Buitenlands betlaingsverkeer en documenten bij buitenlandse handel 60 lt - TV 4906
D3 De levensverzekering 40 lt - TV 4902
E3 Betalings- en financieringstechnieken buitenlandse handel 60 lt - TV 4907
D4 Aansprakelijkheidsverzekeringen 40 lt - TV 4903
32890
F Projectwerk 760
F1 Projectwerk 4908 80 lt - TV
gooedgekeurd op 31 mei 2002 namens de Vlaamse minsiter bevoegd voor onderwijs de gemachtigde ambtenaar
D5 Zaakverzekering en bijstandsverzekering 60 lt - TV 4904
2
A6 Bedrijfseconomische informatieverwerking 40 lt - TV 4892
Deelcertificaat Algemene bedrijfskennis
Patrick Weckesser adjunct van de directeur
Deelcertificaat Kredieten
Deelcertificaat Sparen en beleggen
Deelcertificaat Verzekeringen
Deelcertificaat Binnen- en buitenlands betalingsverkeer
Deelcertificaat Projectwerk
Categorie economisch - Opleiding bank- beurs en financiën - EcHOKTSP (opties)
o G Optie financieel management 761
G1 Communicatieve en persoonlijke vaardigheden 60 lt - TV 4909
G2 Basis 4910 investeringsanalyse, consolidatietechnieken en bedrijfsopvolging 60 lt TV
o H Optie adviseur sparen en beleggen 762
H1 Opties
40 lt TV 4913
H2 Beleggingsadvies en portefeuillebeheer 80 lt - TV 4914
o
o
I Optie adviseur verzekeringen 763
J Optie export management 764
I1 Transport- en bedrijfsverzekeringen 80 lt - TV 4917
J1 Internationaal recht 60 lt - TV 4920
I2 Specifieke levensverzekeringscontracten 60 lt - TV 4918
J2 Risico-indekking politieke en commerciële risco's 60 lt TV 4921 gooedgekeurd op 31
3
G3 Beleggingsadvies en portefeuillebeheer TV 4911
60 lt -
G4 Commerciële uitdieping van de buitenlandse handel 40 lt - TV 4912
H3 Beleggigsfondsen van A tot Z 80 lt - TV 4915
H4 = I3 = J5 verkoop
I3 = H4 = J5 Advies en verkoop 40 lt - TV 4919
Advies en 40 lt - TV
J3 MLT-financiering en-exportsteun op MLT 40 lt - TV 4922
J4 Speciale betalings-technieken en de wissel-reglementering 40 lt - TV 4923
4916
J5 = H4 = I3 verkoop
Deelcertificaat Optie financieel management
Deelcertificaat Optie adviseur sparen & beleggen
mei 2002 namens de Vlaamse minsiter bevoegd voor onderwijs de gemachtigde ambtenaar
Deelcertificaat Optie adviseur verzekeringen
Advies en 40 lt - TV 4924
Patrick Weckesser adjunct van de directeur
Deelcertificaat Optie export management
Diploma Bank, beurs en financiën - optie financieel management : A+B+C+D+E+F+G 1360 lt Diploma Bank, beurs en financiën - optieadviseur sparen en beleggen : A+B+C+D+E+F+H 1340 lt Diploma Bank, beurs en financiën - optie fadviseur verzekeringen : A+B+C+D+E+F+I 1280 lt Diploma Bank, beurs en financiën - optie export managementt : A+B+C+D+E+F+J 1340 lt
4
2. Inleiding en situering Dit leerplan is tot stand gekomen door de krachten van verschillende centra te bundelen. Ervaring leert dat zo’n bundeling efficiënter werkt en de productiviteit ruimschoots verhoogt. Door dit werk gezamenlijk aan te pakken, zijn we er niet alleen in geslaagd om een gemeenschappelijk product af te leveren, maar bovendien hebben onze samenkomsten gezorgd voor een stroom van informatie-uitwisseling tussen de collega’s van de verschillende centra. Jarenlange leservaring heeft zo zijn beslag gekregen in dit leerplan.
5
3. Beginsituatie 1.
Om toegelaten te worden tot de opleiding moet de cursist ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van een module gegeven zijn.
2.
Van de cursisten die de opleiding aanvatten wordt verwacht dat ze kunnen omgaan met een computer en basiskennis hebben van een officepakket.
3.
De cursist moet bovendien houder zijn van één van de hiernavolgende studiebewijzen : a. diploma van secundair onderwijs; b. diploma van een aanvullend secundair beroepsonderwijs c. een getuigschrift of diploma van hogere secundaire technische leergangen; d. een buitenlands diploma of getuigschrift dat op grond van gelijkwaardigheid met het niveau hoger secundair onderwijs gelijkwaardig verklaard kan worden.
4.
Indien de cursist niet voldoet aan de diplomavereisten kan de cursist de opleiding aanvatten na het afleggen van een toelatingsproef slechts indien de cursist 21 jaar wordt in het jaar waarin de cursist de cursus aanvat.
5.
Cursisten die de opleiding aanvatten kunnen starten in modules die geen voorafgaande kennis vereisen.
6.
Cursisten kunnen vervolgmodules aanvatten indien ze met succes verplicht voorafgaande modules afgewerkt hebben of indien ze door een vrijstellingsproef bewezen hebben aan de doelstellingen van verplicht voorafgaande modules te voldoen.
6
4. Doelgroepen In de eerste plaats is de opleiding bedoeld voor de mensen die tewerkgesteld zijn of willen worden in de financiële sector. Door de branchevervaging die zich sinds de jaren 80 steeds verder doorzet in deze sector, worden de verzekeringen, het bankieren en het beleggen als een globale dienstverlening naar de cliënt toe beschouwd. Al de producten van de verschillende deelmarkten worden meer en meer in dezelfde groep (fusiegolf) aangeboden. Hierdoor zijn deze werknemers in de financiële sector meer en meer verplicht voldoende gespecialiseerde kennis te hebben over de drie deelmarkten en hun werking door en door te beheersen. Zij moeten zich minder bezig houden met zuiver uitvoerende taken maar meer en meer adviseren en begeleiden ze hun klanten. Vandaar dat een aantal van deze werknemers (zoals zelfstandige kantoorhouders maar ook bedienden) door het volgen van deze opleiding hopen voldoende gespecialiseerde kennis te verwerven om hun taak in de toekomst te kunnen blijven uitvoeren. Bovendien worden door het nijpende tekort aan voldoende gespecialiseerd personeel op de arbeidsmarkt mensen aangetrokken die alleen maar beschikken over een algemeen secundair diploma of die eventueel hoger onderwijs gericht op een volledig ander beroepsprofiel hebben gevolgd. Om op termijn te kunnen blijven functioneren worden zij aangemaand een opleiding gericht op de financiële sector te volgen. Deze cursisten wensen hun gespecialiseerde kennis over de financiële sector verder uit te bouwen en uit te diepen.. Een tweede belangrijke groep cursisten zijn zij die dit volgen als een tweede kans onderwijs. (Dus onderwijs voor sociale promotie) Het zijn cursisten die na het beëindigen van hun secundaire studies om uiteenlopende redenen hoger onderwijs hebben moeten staken of niet konden starten in het hoger onderwijs. Hierdoor hebben deze mensen – soms met een vrije hoge intelligentie – de kans gemist om in de sector tewerkgesteld te worden. Zij kunnen dan via deze opleiding hun promotiekansen of hun tewerkstellingskansen binnen de financiële sector sterk verhogen. Vooral deze groep is enorm dankbaar dat hen via OSP deze kans geboden wordt om hoger op de sociale ladder te komen. Deze groep cursisten moet meestal ook nog een grondige basis meekrijgen van de financiële sector en moeten een aantal fundamentele basisprincipes van boekhouden, juridische wereld en de financiële sector eigen gemaakt worden.
7
5. Algemene doelstelling Alle cursisten die de opleiding Bank, Beurs en Financiën hebben gevolgd, moeten over deze kennis en vaardigheden beschikken die hen in staat stellen met de grootst mogelijke professionaliteit zelfstandig te functioneren als medewerker binnen een bank- en verzekeringskantoor, bij een zelfstandige verzekeraar, bij een thesauriebeheerder of beleggingsadviseur. Daarnaast moeten alle cursisten in staat zijn de diverse aspecten binnen de financiële functie van een bedrijf uit te voeren en te ondersteunen; algemene bedrijfskennis, binnen- en buitenlands betalingsverkeer, verzekeringen, kredieten en beleggingen. Daarenboven moeten de cursisten die de optie Adviseur Sparen en Beleggen hebben gevolgd, over de gespecialiseerde vakkennis en specifieke vaardigheden beschikken om als specialist de hem toevertrouwde verantwoordelijkheden binnen dit vakdomein te op te nemen en in te vullen. Daarenboven moeten de cursisten die de optie Adviseur Verzekeringen hebben gevolgd, over de gespecialiseerde vakkennis en specifieke vaardigheden beschikken om als specialist de hem toevertrouwde verantwoordelijkheden binnen dit vakdomein op te nemen en in te vullen. Daarenboven moeten de cursisten die de optie Exportmanagement hebben gevolgd, over de gespecialiseerde vakkennis en specifieke vaardigheden beschikken om als specialist de hem toevertrouwde verantwoordelijkheden binnen dit vakdomein op te nemen en in te vullen. Daarenboven moeten de cursisten die de optie Financieel Management hebben gevolgd, over de gespecialiseerde vakkennis en vaardigheden beschikken om als leidinggevende of als coördinerende persoon de hem opgedragen verantwoordelijkheden op financieel vlak te dragen en de vooropgestelde doelstellingen te realiseren.
8
6. Specifieke leerinhouden en doelstellingen en algemene methodologische wenken
1. Specifieke doelstellingen: deze worden per module toegelicht 2. Algemene methodologische wenken. •
Meer dan tot nu toe wordt het belangrijk gevonden de competentie te ontwikkelen om zelfstandig te leren uit boeken, artikels en papers, meer dan het leren via presentaties van docenten. Het ontwikkelen van methodische manieren van probleem oplossen en het leren van communicatieve vaardigheden krijgen ook feitelijk meer aandacht en inzet in het onderwijs. Vakinhoudelijke onderwerpen zijn belangrijk maar worden eerder gezien als gereedschap om te gebruiken in productieve taken, waarbij de vorm en inhoud van die taken sterk afhankelijk is van het vakgebied en de latere beroepsperspectieven.
•
Er treedt een verschuiving op van doceren naar leren. In het ontwerp van dit leerplan wordt meer het leerproces van de cursist als uitgangspunt genomen voor de opzet van het studieprogramma en de indeling van de studieactiviteiten. De rol en taak van de docent verandert meer en meer in de richting van de coach van het leerproces, in plaats van degene die vakinhoud aanreikt. Reflectie op het leren vanuit eigen ervaring in opdrachten, problemen en projecten worden als zeer belangrijk gezien.
9
A. Algemene bedrijfskennis
A.1. Macro Economie , TV (40 lt) A.2. Algemeen boekhouden, TV (60 lt) A.3. Burgerlijk- en handelsrecht, TV (40 lt) A.4. Sociale wetgeving, TV (40 lt) A.5. Zakelijke communicatie, TV (40 lt) A.6. Bedrijfseconomische informatieverwerking, TV (40 lt)
10
Macro-economie Module: A1
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist
Algemene doelstellingen : De cursist kent de basisbegrippen van macro-economie. De cursist kan het ondernemingsgebeuren in een globaal economisch kader plaatsen en kan deelnemen aan economische en matschappelijke discussies en de inhoud transponeren naar zijn eigen werkomgeving. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Totale vraag, totaal aanbod, marktevenwicht, multiplicator, accelerator Werkgelegenheid, werkloosheid, loonkostenproblematiek, … Vraageconomie, aanbodeconomie, Laffer, … België als kleine open economie: wereldeconomie, internationale handel, protectionisme, betalingsbalans, beleid in een open economie, … De conjunctuurcyclus en de samenhang met rente, inflatie, investeringsklimaat en beleggingsklimaat.
11
Doelstellingen
Leerinhouden
Methodologische wenken
De cursist • kan een omschrijving geven van het begrip economie en de doelstelling van de economische wetenschap, waaronder als centraal thema het belang van het begrip welvaart – welzijn voor iedereen. • kan de verschillende spelers in het economisch gebeuren situeren en hun rol definiëren (voornamelijk deze van de ondernemingen ) • kan de economische terminologie (zoals macro- micro- en meso-economie) definiëren
Basisbegrippen in de economie
De cursisten kopen een handboek aan waarin aandacht besteed wordt aan de basisprincipes, definities, schema’s en opgaven.
De cursist • Kan de transacties tussen de huishoudingen toelichten • Kan de betekenis van de nationale rekeningen uitleggen • Kan de evolutie van de Belgische economie interpreteren De cursist • Kan de macro-economisch consumptie en spaarfunctie opstellen evenals de
Behoefte Schaarste Ceteris paribus clausule Nationaal Product Nationaal Inkomen Economische groei Tewerkstelling De productiefactoren … Welvaart Welzijn Economie als wetenschap en als beleidsinstrument Actoren in de economische activiteit en hun rol : Gezinnen – Consumeren/Sparen Bedrijven – Produceren/ Investeren De overheid Het buitenland Hoogte van het nationaal inkomen
Tijdens de lessen is het de bedoeling dat elke cursist artikels aanbrengt ter aanvulling van het handboek met actualiteit. Concreet zoekt de cursist per deelgebied in de economie naar specifieke studiedomeinen, problematieken, maatregelen, … De cursisten een vergelijking laten zoeken met de huidige politieke strekkingen in ons land
Oefeningen worden door de cursist onder begeleiding gemaakt
12
Doelstellingen investeringsfunctie • Kan wijzigingen in het evenwichtsinkomen interpreteren • Kan de investeringsmultiplicator en de accelerator toelichten • Kan de link leggen tussen de hoogte van het nationaal inkomen en de tewerkstelling • Kan de soorten en oorzaken van werkloosheid bespreken • Kan de evolutie van de werkloosheid interpreteren • Kan de bestrijding van de werkloosheid uitleggen De cursist • moet kunnen vertellen hoe het geld ontstaan is. • moet de determinanten van vraag en aanbod van geld kunnen verklaren • kent het inflatieverschijnsel • kan de inflatie berekenen en de oorzaken aanbrengen • kan de gevolgen en de bestrijding van inflatie verklaren
Leerinhouden
Methodologische wenken
Geldwezen
De cursisten krijgen nota’s en vullen zelf aan op basis van de mondelinge uiteenzetting. Artikels vullen deze lessen aan. Via internet zoeken de cursisten cijfermateriaal op ivm de geldhoeveelheid, inflatie,…
De cursist moet een algemeen inzicht krijgen in de factoren die het geldverkeer beïnvloeden Het ontstaan, de rol en de kenmerken van het geld (giraal geld, fiduciair geld, …) Geldschepping en geldvernietiging Vraag en aanbod van geld HET AANBOD VAN GELD De rol van de commerciële banken in de geldcreatie De kasreservecoëfficiënt De rol van de monetaire autoriteiten in de geldschepping Schuldvorderingen op het buitenland Schuldvorderingen op de binnenlandse privésector Schuldvorderingen op de overheid
13
Doelstellingen
Leerinhouden
Methodologische wenken
De rol van de Staat in de geldschepping DE VRAAG NAAR GELD De transactievraag naar geld – de vergelijking van Fisher De speculatieve vraag naar geld De voorzorgsvraag naar geld Inflatieverschijnsel
De cursist • Kan De cursist moet de begrippen wisselkoers, termijnkoers, opties op vreemde valuta kunnen verklaren • Kan de determinanten van de wisselkoers verklaren • moet de indeling van de BB kunnen weergeven • kan evenwichtsherstellende maatregelen van de BB verklaren
Begrip Oorzaken Gevolgen Bestrijding De inflatie over de periode 1995 – 2001 De inflatie berekenen Het mechanisme van internationale betalingen DE WISSELMARKTEN EN DE BETALINGSBALANS
Naast het maken van oefeningen wordt er samen met de cursisten gezocht naar actuele voorbeelden, waar de besproken theorie kan worden toegepast.
Begrippen : wisselmarkt, wisselkoers, termijnkoers De rol van de commerciële banken De prijsvorming op de wisselmarkt Determinanten van de wisselkoers Het prijsniveau in binnen-buitenland De intrestvoeten in binnen-buitenland Speculatieve elementen De consumentenvoorkeuren in binnen-buitenland De productiviteit in binnen- en buitenland Wisselkoerssystemen Vaste wisselkoerssystemen
14
Doelstellingen
Leerinhouden
Methodologische wenken
Vlottende wisselkoerssystemen Historiek van wisselkoersmechanismen De betalingsbalans De lopende rekening De kapitaalrekening Bewegingen in de officiële reserves Evenwichtsherstel van de betalingsbalans Devaluatie van de munt Managed floating Deflatoir monetair beleid Handels-en kapitaalcontroles De cursist • Kan een betekenis en een beschrijving geven van het Belgisch handelsverkeer • Kan de werking van het systeem van vrij internationaal handelsverkeer toelichten • Kan de handelspolitiek bespreken De cursist • Kan het begrip conjunctuur uitleggen • Kan de gebruikte terminologie inzake conjunctuurcyclus hanteren • Kan een verklaring formuleren voor de bewegingen van de conjunctuur • Kan de determinanten en de voor- en nadelen van de economische groei schetsen Macro-economische politiek De cursist • Kan de doelstellingen van de economische Monetaire - en fiscale politiek politiek verklaren Inkomens - en prijspolitiek • Kan de vormen van economische politiek toelichten
De cursisten werken een opgave samen met de docent uit.
Deze thema’s worden ook gekoppeld aan de actualiteit.
Er wordt samen met de cursisten naar actuele voorbeelden gezocht.waar de besproken theorie kan worden op toegepast
15
Doelstellingen •
Leerinhouden
Methodologische wenken
Kan de overheidsfinanciën interpreteren
16
Algemeen boekhouden Module: A2
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist.
Algemene doelstellingen : De cursist kent de basisprincipes en basisbegrippen van het algemeen dubbel boekhouden. De cursist kan de geziene principes toepassen en kan de samenhang en logica van boekhoudkundige gegevens begrijpen. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: • Grondbeginselen van het dubbel boekhouden (balans en resultatenrekening) → Studie van de voornaamste verrichtingen / boekingen, m.a.w. eigen vermogen en resultaat, beschikbaar, handelsgoederen en BTW, vorderingen en schulden, vastliggend. → Centralisatie en de belangrijkste boekhoudkundige methoden. • Vennootschapsboekhouden → Oprichting → Wijzigen van kapitaal → Resultaatverdeling → Ontbinding → Afsluiten boekhouding eindejaar
17
Doelstellingen
Leerinhouden
Methodologische wenken
De cursist • kan de gebruikte vaktermen omschrijven en interpreteren • kent de juridische aspecten van de boekhouding • kent de basisbegrippen en – technieken van het dubbel boekhouden en kan de boekingsregels toepassen • kan werken in grootboek en journaal • kan een balans en een proef- en saldibalans opstellen • kan commerciële en financiële verrichtingen boeken, gebruik makende van het MAR • kent de centralisatie van verrichtingen • kent de balansrubrieken, alsook de rubrieken van de resultatenrekening • kan enkele eindejaarsverrichtingen boeken • kan de opgaven nauwgezet analyseren en oplossen • kan verzorgd werk afleveren
Systeem van het dubbel boekhouden: basisbegrippen en –technieken • balans • grootboek en journaal • boekingsregels • rekeningenstelsel • inventaris • proef- en saldibalans
Gebruik van een cursus of een boek is aangewezen.
Registratie van commerciële en financiële verrichtingen • aankoop en verkoop • creditnota • kortingen • transacties in vreemde valuta • voorraden • wissels
Tijdens de les worden voldoende oefeningen gemaakt, zodat de studenten zich de basisprincipes van het dubbel boekhouden kunnen eigen maken. Oefeningen gebeuren individueel en in groep en worden nadien klassikaal besproken.
Centralisatiemethode • principe • nut • toepassing Studie van enkele balans- en resultatenrekeningen • studie van de activa • studie van de passiva • studie van de kosten • studie van de opbrengsten
Gebruik van het MAR is noodzakelijk. Via een onderwijsleergesprek worden de basisprincipes van het dubbel boekhouden besproken. Theoretische basiskennis wordt best schematisch verduidelijkt naar de cursist.
Het gebruik van een rekenmachine is aangewezen. Als didactische hulpmiddelen worden bord, krijt, cursus, rekenmachine en slides gebruikt. Een actief klassengesprek rond interpretatie van boekhoudkundige gegevens vormt een meerwaarde voor de cursus.
De eindejaarsverrichtingen (basisbegrippen) Vennootschapsboekhouden (basisbegrippen)
18
Burgerlijk- en handelsrecht Module: A3
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist.
Algemene doelstellingen : De cursist kent de werking van de rechtbanken en hun bevoegdheden. De cursist kent de rechten en de plichten van zowel gehuwden als samenwonenden. De cursist kent de verschillende scenario’s van echtscheiding en de gevolgen. De cursist kan de verdeling van de goederen binnen het huwelijk uitleggen. De cursist kan eenvoudige erfregelingen oplossen. De cursist kan de belangrijkste koop- en huurovereenkomsten uitleggen. De cursist kent de werkwijze die gevolgd moet worden bij faillissementen. De cursist kent de belangrijkste vennootschapsvormen, kan deze onderling vergelijken en de keuze voor de ene of andere vennootschapsvormen maken. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: • Personenrecht Recht van natuurlijke personen (rechten en plichten van gehuwden en van samenwonenden, het statuut van goederen en eigendommen, huwelijkscontracten, echtscheidingsproblematiek en scheidingsformules, erfrecht en successie) • Zakelijk recht Contracten (huren of kopen: wettelijke bepalingen, vergelijkende basis, huurcontracten, verkoopovereenkomsten) Faillissementen • Vennootschapsrecht Elementaire begrippen (kenmerken, oprichting, omzetting, fusie en splitsing, inbreng, duur en vereffening) Kapitaalvennootschappen (NV en CVA) Personenvennootschappen (VOF, GCV en BVBA) Coöperatieve vennootschappen • De verschillende rechtbanken
19
Doelstellingen
Leerinhouden
Methodologische wenken
De cursist •
20
Sociale wetgeving Module: A4
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist.
Algemene doelstellingen : De cursist kent specifieke begrippen van de sociale wetgeving. De cursist kan de sociale situatie van personen of bedrijven analyseren en interpreteren. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: - Situering van het arbeidsrecht t.a.v. burgerlijk en handelsrecht - De arbeidsovereenkomst Bepaling en afbakening t.a.v. aannemingsovereenkomst Kenmerken en geldigheidsvereisten Soorten Rechten en plichten der contractanten Ontstaan en einde - Het arbeidscontract voor arbeiders en bedienden Ontstaan, onderbreking en einde - Contract voor handelsvertegenwoordiging, handelsagent, dealer en gerant - Het arbeidscontract en arbeidsreglement - Het arbeidscontract en het faillissement, concordaat - De af te sluiten verzekering bij het arbeidscontract - Het arbeidsongeval en de beroepsziekte - De verjaring, de arbeidsrechtbank, de dading, het delcrederebeding en het concurrentiebeding
21
Doelstellingen
De cursist • kent de soorten individuele arbeidsovereenkomsten, heeft noties van CAO ‘s en overlegorganen tussen werkgevers en werknemers, kan de voornaamste elementen uit het individuele arbeidsrecht verklaren (proefbeding, schorsingsgronden, einde), kent de loonberekeningen, het begrip “loon” en een samenvatting van de wet op de bescherming van het loon (loon in natura, beslag, overdracht en delegatie van loon), kent de vrije en verplichte verzekeringen inzake personeel, kan de structuur van de sociale zekerheid werknemers en zelfstandigen weergeven, krijgt inzicht in de diverse sectoren van de sociale zekerheid aan de hand van cijfermateriaal, kan op het einde van de cursus praktische casussen en oefeningen oplossen.
Leerinhouden
1.
Algemene beginselen : grondbeginselen, kenmerken, totstandkoming van het arbeidsen sociaal zekerheidsrecht
2. Individueel Arbeidsrecht : de arbeidsovereenkomst Afsluiten van de arbeidsovereenkomst (omschrijving en duur van de overeenkomst, soorten, beeindiging) Uitvoering van de arbeidsovereenkomst (proefbeding, verplichtingen en aansprakelijkheid) Schorsing van de arbeidsovereenkomst (algemene begrippen, ziekte en ongeval, kort verzuim, arbeidsongeval, zwangerschap en bevalling, jaarlijkse vakantie) Einde van de arbeidsovereenkomst (oorzaken, opzegging, schadevergoeding voor contractbreuk, ontslag ten onrechte, ontslag wegens zwaarwichtige redenen, bijzondere bescherming tegen ontslag, sluiting van ondernemingen, collectief ontslag) Arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordigers (loon, concurrentiebeding, delcrederebeding, uitwinningsvergoeding) 3. Collectief Arbeidsrecht De collectieve arbeidsbetrekkingen op nationaal niveau (nationalearbeidsraad, paritair comité, collectieve overeenkomsten, vakbonden, werkgeversorganisaties)
Methodologische wenken
Hoorcolleges geactiveerd door uitwerking van toepassingen en berekeningen, analyse wetgeving, artikels tijdschriften en kranten (oa Trends, Bizz, FET). Praktische cases Interactieve gesprekken met de studenten aan de hand van studiemateriaal en cases. Door het bijwonen en actief volgen van de colleges verwerft de student de basiskennis waarbij het aangewezen is dat de student daartoe een cursus of handboek ter beschikking wordt gesteld, die aangevuld kan worden met persoonlijke notities uit de colleges. Tijdens de cursus wordt ook verwezen naar interessante en relevante, maar niet verplichte lectuur en internetsites. Door het doornemen van deze lectuur kan de student de basiskennis toetsen en aanvullen, gebruik makend van contracten, loonfiches, documenten (C4,…)
22
De collectieve arbeidsbetrekkingen in de onderneming ( vakbondsdelegatie, comité voor preventie en bescherming ; ondernemingsraad, sociale verkiezingen) 4. Arbeidsreglementering: arbeidsduur, bescherming van het loon, beslag, overdracht van loon, loondelegatie) 5. Sociale zekerheid: Algemeenheden (inhoudingen op het loon, patronale bijdragen, RSZ aangiften, structuur sociale zekerheid) Sociale zekerheid loontrekkenden: bespreking diverse sectoren Sociaal statuut zelfstandigen: bespreking diverse sectoren 6. procedure: verjaring, arbeidsgerechten, dading.
23
Zakelijke communicatie Module: A.5 Lestijden: 40 lestijden Vereiste voorkennis : : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist. Algemene doelstellingen : De cursist kan zowel mondeling als schriftelijk in correct Nederlands vlot communiceren met cliënteel, medewerkers en oversten.
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: - Oefeningen in het begrijpen van gedetailleerde lezingen en teksten. - Oefeningen in het meedelen van complexe informatie, zowel geschreven als mondeling, waarbij een volkomen duidelijke verwoording van gedachten in een onberispelijke taal geëist wordt. - Uitspraakoefeningen (afzonderlijke spraakklanken, klemtoon en intonatie) - Spelling (voorstelling van de spraakklanken, aaneenschrijving en afbreking, woord- en leestekens) - Woordenschat (bestrijding provincialismen en barbarismen, problematiek van de vaktaal, studie van de vergadertaal) - Spraakkunst (moeilijkheden bij zinsbouw en woordsoorten)
24
Doelstellingen De cursist • kan de communicatie efficiënt plannen
•
•
•
•
Leerinhouden • Opdrachtanalyse: o thema en centrale vraag o doel en doelgroep o communicatievorm en randvoorwaarden • Tekstanalyse: kan informatieve en betogende lezingen en o de structuur van teksten met behulp van vragenschema’s (ev. mind map) teksten analyseren, samenvatten en kritisch o de structuur van de alinea becommentariëren o de argumentatiestructuur van een betoog met behulp van het model van Toulmin • Brieven en mededelingen: kan in een vlotte, lezergerichte stijl informatieve o de structuur van brieven met goed of en persuasieve brieven en (e-mail)berichten neutraal nieuws, slecht nieuws (o.a. de klachtenbrief) en persuasieve schrijven met een strategisch gekozen (commerciële) brieven (o.a. de briefstructuur verkoopbrief) o de kenmerken van een vlotte, lezergerichte briefstijl o ev. de BIN-normen voor brieven • Professionele tweegesprekken: kan klantvriendelijke telefoon- en o de principes van klantvriendelijk en efficiënt telefoneren baliegesprekken en efficiënte werkgesprekken o actief luisteren voeren, en daarbij de gepaste gesprekstechnieken o de basistechnieken gespreksvoering toepassen o klachtenbehandeling en omgaan met lastige klanten o basisbeginselen van het verkoopgesprek • Presentatietechnieken: kan een informatieve of persuasieve mondelinge o openings- en afsluitingstechnieken o goede innerlijke en uiterlijke structuur presentatie houden o stem- en taalgebruik o lichaamstaal (oogcontact, houding en gebaren)
Methodologische wenken
Speciale aandacht voor spelling, woordgebruik en zinsbouw
Speciale aandacht voor uitspraak, klemtoon en intonatie
25
o o •
kan efficiënt vergaderen en notuleren
•
•
kan correct Nederlands hanteren
•
gepast gebruik van visuele hulpmiddelen (ev. PowerPoint) goed gebruik van een spreekschema
Vergaderen en notuleren: o de structuur en de kenmerken van de verschillende types vergaderingen o de taken van de voorzitter, de deelnemers en de notulist voor, tijdens en na de vergadering o de functies en de kenmerken van de verschillende soorten notulen Correct Nederlands: o uitspraak o spelling o woordgebruik o zinsbouw
Remediëring van de tekorten die worden vastgesteld na screening via een instaptoets
26
Bedrijfseconomische informatieverwerking Module: A6
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist
Algemene doelstellingen : De cursist kent meest courante softwarepakketten binnen de kantooromgeving. De cursist kan deze pakketten gebruiken met het oog op prospectie, beheer van cliëntengegevens en dataverwerking betreffende financiële en verzekeringsgegevens. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Windows: Kennismaking met Windows Bestandsbeheer Computerbeheer Gegevens uitwisselen tussen verschillende programma’s Word: Alle basisfuncties van de balken in het eerste venster Excel: Het verwerken van cijfergegevens, het maken van grafieken, draaitabellen en draaigrafieken
27
Doelstellingen De cursist • Kan de basistechnieken onder Windows uitvoeren • Kan bestanden en mappen aanmaken, knippen, kopiëren, plakken en wissen • Kan problemen inzake computerbeheer identificeren • Kan gegevens uitwisselen tussen verschillende programma’s • Kan toepassingen oplossen onder Windows • De cursist • Kan de basisfuncties van Word uitvoeren • Kan toepassingen oplossen in Word
Leerinhouden Basistechnieken van Windows Bestandsbeheer Computerbeheer Gegevens uitwisselen tussen verschillende programma’s
Methodologische wenken De basistechnieken van Windows worden het best aangeleerd via leergesprek op basis van lesbestanden op de computer.
Basisfuncties van Word
De basisfuncties van Word worden het best aangeleerd via leergesprek op basis van lesbestanden op de computer.
Daarna worden geleide en individuele oefeningen op de computer gemaakt.
Daarna worden geleide en individuele oefeningen op de computer gemaakt. De cursist • Kan de basishandelingen van Excel uitvoeren • Kan werken met relatieve, absolute en gemengde adressen • Kan eenvoudige functies opbouwen • Kan grafieken maken •
Basisfuncties van Excel Relatieve, absolute en gemengde adressen Eenvoudige functies Grafieken
De basishandelingen van Excel worden het best aangeleerd via leergesprek op basis van lesbestanden op de computer. Daarna worden geleide en individuele oefeningen op de computer gemaakt.
28
B Kredieten
B.1. Kredietverlening aan particulieren, TV (40 lt) B.2. Financiële en balansanalyse, TV (60 lt) B.3. Kredietverlening aan bedrijven en zekerhedeneconomie, TV (80 lt)
29
Kredietverlening particulieren Module: B 1
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist
Algemene doelstellingen : de cursist kent de basisprincipes van de kredietverlening in het algemeen en kan de verschillende kredietvormen aan particulieren bespreken. De cursist kan het doel, risico, kostprijs en fiscale en juridische gevolgen van deze kredietvormen bepalen en bespreken. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Het consumentenkrediet Î wettelijke bepalingen Î risicobepaling Î kredietvormen (lening op afbetaling, verkoop op afbetaling, overbruggingskrediet, kredieten in rekening courant…) + kostprijs Î specifieke zekerheden bij het consumentenkrediet Het hypothecair krediet Î wettelijke bepalingen Î risicobepaling Î soorten : kostprijs, fiscale en juridische gevolgen Î specifieke zekerheden bij het hypothecair krediet
30
Doelstellingen De cursist • Kan het risico bepalen bij een kredietaanvraag door een particulier en bijgevolg de aangepaste zekerheden negotiëren • Kan een aangepast krediet voorstellen naargelang het doel van de aanvraag • Kan handelen volgens de wettelijke bepalingen die de wet op het consumentenkrediet voorschrijft • Kan de kostprijs van de kredieten berekenen De cursist • Kan het risico inschatten bij een kredietaanvraag en bijgevolg de aangepaste zekerheden negotiëren • Kan de beste formule voorstellen in functie van het doel en de gezinssituatie • Kan de kostprijs van de verschillende soorten berekenen • Kan handelen volgens de wettelijke bepalingen die de wet op het hypothecair krediet voorschrijft • Kan de fiscale en de juridische gevolgen van de verschillende formules bepalen • Kan de juridische gevolgen van de verschillende zekerheden bepalen
Leerinhouden Consumentenkrediet Î wettelijke bepalingen Î risicobepaling Î kredietvormen + kostprijs Î specifieke zekerheden bij het consumentenkrediet
Het hypothecair krediet Î wettelijke bepalingen Î risicobepaling Î soorten : kostprijs, fiscale en juridische gevolgen Î specifieke zekerheden bij het hypothecair krediet
Methodologische wenken Aan de hand van voorbeelden, cases en oefeningen zal de theorie verduidelijkt worden
Aan de hand van voorbeelden, cases en oefeningen zal de theorie verduidelijkt worden Aan de hand van voorbeelden, cases en oefeningen zal de theorie verduidelijkt worden
31
Financiële en balansanalyse Module: B2
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis : De cursist moet de eenheid algemeen boekhouden gevolgd hebben
Algemene doelstellingen : De cursist kan een complexe jaarrekening correct lezen en interpreteren in functie van de kredietwaardigheid van een bedrijf. Hij kan de cashflow berekenen. Hij kan aan de hand van de ratioanalyse de toekomstige kredietrisico’s inschatten. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: De financieringsstructuur van een onderneming Vast actief en vlottend actief Eigen middelen en vreemde middelen Liquiditeit Bedrijfskapitaal Solvabiliteit
Verlies en winstrekeningen
Componenten van het ondernemingsresultaat
Resultaat en rentabiliteit
Rentabiliteit van het eigen vermogen Economische rentabiliteit Bedrijfsrentabiliteit
Resultaat en cashflow
Het begrip cashflow Cashflow en investeringsanalyse Cashflow t.o.v. solvabiliteit en rentabiliteit
32
Doelstellingen De cursist • Kan een actief of passief op de balans situeren • Kan voorbeelden geven en toepassingen oplossen van elke actief- en passiefpost • Kan de balans herwerken voor financiële analyse • Kan de balans horizontaal en verticaal analyseren en interpreteren • Kan het nettobedrijfskapitaal berekenen en interpreteren • Kan de toelichting mbt de balansposten interpreteren
Leerinhouden Vast actief en vlottend actief Eigen middelen en vreemde middelen Toelichting bij de balans Nettobedrijfskapitaal
Methodologische wenken De theoretische kennis wordt best verduidelijkt door concrete voorbeelden en toepassingen Tijdens de les wordt bovendien een jaarrekening van een bedrijf klassikaal besproken. Daarnaast bespreekt de cursist ook een eigen jaarrekening naar eigen voorkeur. Hierover kan de cursist op geregelde tijdstippen vragen stellen.
De cursist • Kan een kost of een opbrengst op de resultatenrekening situeren • Kan voorbeelden geven en toepassingen oplossen van elke kosten- of opbrengstenrekening • Kan de resultatenrekening en resultaatverwerking herwerken voor financiële analyse • Kan de resultatenrekening en resultaatverwerking horizontaal en verticaal analyseren en interpreteren • Kan de cashflow bereken en interpreteren Kan de toelichting mbt de resultatenrekening en de sociale balans interpreteren De cursist • Kan de ratio’s die gebruikt worden door de nationale bank berekenen en interpreteren: • Kan een bedrijf op het vlak van toegevoegde waarde, liquiditeit, rentabiliteit, solvabiliteit en investering beoordelen • Kan een bedrijf positioneren binnen de sector
Kosten en opbrengsten Resultaatverwerking Toelichting bij de resultatenrekening Sociale balans Cashflow
De theoretische kennis wordt best verduidelijkt door concrete voorbeelden en toepassingen Tijdens de les wordt bovendien een jaarrekening van een bedrijf klassikaal besproken. Daarnaast bespreekt de cursist ook een eigen jaarrekening naar eigen voorkeur. Hierover kan de cursist op geregelde tijdstippen vragen stellen.
Ratio’s: - Exploitatievoorwaarden - Rentabiliteitsratio’s - Liquiditeitsratio’s - Solvabiliteitsratio’s - Ratio’s mbt investeringen Sectorgegevens
De theoretische kennis wordt best verduidelijkt door concrete voorbeelden en toepassingen Tijdens de les wordt bovendien een jaarrekening van een bedrijf klassikaal besproken en vergeleken met de sectorgegevens. Daarnaast bespreekt de cursist ook een eigen jaarrekening naar eigen voorkeur. Hierover kan de cursist op geregelde tijdstippen vragen stellen.
33
Kredietverlening aan bedrijven en zekerhedeneconomie Module: B3
Lestijden: 80 lestijden
Vereiste voorkennis : de cursist moet vooraf de eenheid B2 Financiële en Balansanalyse gevolgd hebben
Algemene doelstellingen : De cursist kan de verschillende kredietvormen aan de bedrijven bespreken en kan het doel, de kostprijs en de risico’s bepalen. De cursist kan de verschillende soorten zekerheden bespreken en de juridische gevolgen bepalen. Hij kan voor praktische kredietaanvragen (case-studies) de juiste kredietvorm voorstellen , de risico’s en de kostprijs bepalen. Hij kan een dossier met een volledige kredietanalyse opstellen.
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Kredieten: Kaskrediet Straight loan Discontokrediet Investeringskrediet Leasing Kredieten in verband met de buitenlandse handel Zekerheden: Zakelijke zekerheden Persoonlijke zekerheden Gemengde zekerheden
34
Doelstellingen De cursist • Kan de kredietwaardigheid van het bedrijf analyseren, zowal kwantitatief als kwalitatief • Kan het risico bepalen bij een kredietaanvraag door een bedrijf en bijgevolg de aangepaste zekerheden negotiëren • Kan een aangepast krediet voorstellen naargelang de concrete uitgangssituatie van het bedrijf • Kan de voor- en nadelen van de verschillende kredietvormen bepalen en de kostprijs berekenen • Kan de diverse soorten zekerheden onderscheiden en het risico inschatten en de juridische gevolgen bepalen • Kan een volledige kredietanalyse opstellen
Leerinhouden Kredietwaardigheid van het bedrijf Î kwantitatieve en kwalitatieve analyse Î risicobepaling Î het kredietdossier
Methodologische wenken Aan de hand van voorbeelden, cases en oefeningen zal de theorie verduidelijkt worden
Kredieten : Î kredieten op korte termijn Î kredieten op lange termijn Î inleiding kredieten buitenlandse handel Î kredieten op handtekening Zekerheden : Î Persoonlijke zekerheden Î Zakelijke zekerheden Î Morele zekerheden
35
C. Sparen en beleggen
C.1. Financiële algebra, TV (40 lt) C.2. Roerende waarden, TV (80 lt) C.3. Financiële economie, TV (40 lt) C.4. Fiscaliteit, TV (40 lt)
36
Financiële algebra Module: C1 Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist
Algemene doelstellingen : Na de opleiding Financiële algebra kan de cursist een berekening maken van enkelvoudige en samengestelde intrest en kan hij binnen het kader van leningen en annuïteiten, aflossingen, vervaldagen, slotwaardes en rentevoeten berekenen. Wiskundige formules leert men gebruiken in diverse financiële situaties. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van een zakrekenmachine en verwezen naar de verwerking met een rekenblad. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Intrestrekenen Enkelvoudige intrestrekening Samengestelde intrestrekening Gelijkwaardige rentevoeten Discontoberekening Het delgen van schulden (vervaldagberekeningen)
Annuïteiten
Algemeenheden over annuïteiten Vraagstukken ivm annuïteiten Kapitalisatieformule Bepaalde vervaldag en gemiddelde vervaldag
Leningen
Aflossingsplan Lening op vaste termijn met enige rentebetaling Lening op vaste termijn met periodieke rentebetaling Constante annuïteitlening Lening met constante aflossing
37
Doelstellingen De cursist • Kan werken met een rekenmachine voor het uitvoeren van de financiële berekeningen • Kan oefeningen oplossen op enkelvoudige en samengestelde intrest • Kan de intrestberekeningen toepassen bij het berekenen van het maandelijks lastenpercentage, een kasbon,… • Kan de gelijkwaardige intrestvoet bepalen • Kan discontoberekeningen uitvoeren • Kan de gemiddelde en bepaalde vervaldag berekenen
Leerinhouden Studie van de enkelvoudige intrest (met als variante het maandelijks lastenpercentage), de samengestelde intrest met gelijkwaardige rentevoeten, disconto, bepaalde en gemiddelde vervaldag
De cursist • Kan annuïteiten berekenen • Kan de afgeleide formules (de termijn, de intrestvoet en de looptijd) uitrekenen
Rekenkundige - en meetkundige rijen en reeksen, na kennismaking met de terminologie, als inleiding op het hoofdstuk van annuïteiten Na de studie van de diverse soorten annuïteiten (o.a. de postnumerando en prenumerando annuïteit , de dadelijk ingaande en uitgestelde annuïteit, de tijdelijke en eeuwigdurende annuïteit en de constante en veranderende annuïteit) wordt de afgeleide formules bestudeerd. Veranderende postnumerando en prenumerando annuïteiten komen tevens aan bod.
Inzicht in de opbouw van de financiële formules is van essentieel belang met het oog op het praktisch gebruik ervan in toepassingen
Terugbetalingsvormen van leningen en het opstellen van aflossingstabellen met de consequenties op vlak van fiscaliteit
Inzicht in de opbouw van een aflossingstabel is van essentieel belang
De cursist • Kan aflossingstabellen opstellen + aflossingstabellen vergelijken en interpreteren • Kan de diverse soorten leningen onderscheiden •
Methodologische wenken De theoretische basiskennis wordt best schematisch verduidelijkt naar de cursist Tijdens de les worden voldoende oefeningen gemaakt om de basisprincipes van financiële wiskunde eigen te maken; Voor cursisten is het aangewezen extra oefeningen te voorzien. Het gebruik van een rekenmachine is aangewezen. In de cursus wordt verwezen naar de verwerking van de voorbeelden met behulp van een rekenblad.
Als didactische hulpmiddelen worden bord, cursus en een (wetenschappelijke) handrekenmachine gebruikt Waar mogelijk wordt verwijzing gemaakt naar financiële formules in computersoftware (Excel)
Als didactische hulpmiddelen worden bord, cursus, en een (wetenschappelijke) handrekenmachine gebruikt Waar mogelijk wordt verwijzing gemaakt naar financiële formules in computersoftware (Excel)
38
Roerende waarden Module: C.2 Lestijden: 80 lestijden Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Roerende waarden”: heeft de cursist een algemeen zicht op Sparen en Beleggen en de verschillende beleggingsvormen hij kan ze onderling vergelijken, op technisch en commercieel vlak, hij kan ze adviseren aan cliënten in een cliëntengesprek, weet hij wat hij mag verwachten van de functie Adviseur Sparen en Beleggen en kan hij efficiënt de juiste informatiekanalen gebruiken voor het oplossen van courante problemen hij kan tenslotte ook van elk beleggingsproduct het belang voor de bank inschatten en inbouwen in een cliëntengesprek hij kan correct handelen in het kader van het bankgeheim, bijzondere mechanismen, successie en nalatenschappen hij kan de deontologische codes respecteren en toepassen in zijn dagdagelijkse praktijk (witwasoperaties, cliënten en fiscale fraude…).
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: In de inleiding tot de roerende waarden maakt de cursist in algemene termen kennis met: 1. Het uitzicht, de omschrijving, de soorten, beleggingskenmerken, risico, return en commercialiteit van alle roerende waarden. De fiscaliteit van roerende waarden (basis, overzicht) 2. Schuldvorderingen (obligaties) en andere vastrentende waarden (termijnproducten) Aandelen Afgeleide producten (korte inleiding) Equity linked obligaties Vastgoedcertificaten Instellingen voor collectieve beleggingen (beleggingsfondsen) 3. Aspecten van een beleggingsstrategie De functie van de adviseur sparen en beleggen Informatiekanalen bij Sparen en Beleggen 4. Deontologie Plichtenleer : Beroepskennis Beroepsvorming
39
Steekpenningen Beroepsgeheim Commerciële operaties Financiële operaties
40
Doelstellingen De cursist heeft een algemeen zicht op sparen en beleggen en de verschillende beleggingsvormen
Leerinhouden Uitzicht, omschrijving, soorten beleggingsvormen Beleggingscriteria: return, risico, liquiditeit, fiscaliteit en kosten
Methodologische wenken Gebruik van cursustekst van docent is aangewezen. Gebruik van actuele artikels Gebruik van FET en bijlagen Bespreking van voorbeelden uit de praktijk Gebruik van websites van financiële instellingen, beurzen en andere financiële websites Verwijzing naar kanaal Z en CNBC en de financiële teletekstbladzijden
41
De cursist heeft een algemeen zicht op de verschillende beleggingsvormen en hij kan ze onderling vergelijken zowel technisch als commercieel. Hij kan ze adviseren aan cliënten in een cliëntengesprek. Hij weet wat hij mag verwachten van de functie Adviseur Sparen en Beleggen. Hij kan de juiste informatiekanalen gebruiken en hij kan deze informatie interpreteren en kritisch beoordelen.
Hij kan van elk beleggingsproduct zowel het belang van de cliënt als van de bank inschatten en inbouwen in een cliëntengesprek.
Overzicht van de financiële beleggingen 1. Deposito’s Spaardeposito’s Tak-21 spaarrekeningen Termijndeposito’s 2. Schuldvorderingen (obligaties) en andere vastrentende waarden Omschrijving Soorten obligaties Kasbons, verzekeringsbons en staatsbons Notering Return, risico, liquiditeit, fiscaliteit en kosten 3. Aandelen Soorten IPO en uitgifte van aandelen bij kapitaalsverhoging Waardebepaling van aandelen Beursratio’s Return, risico, liquiditeit, fiscaliteit en kosten 4. Afgeleide producten (korte inleiding) Opties Warrants Equity linked obligaties (converteerbare obligaties en reverse converteerbare schuldinstrumenten) 6. Vastgoedcertificaten 7. Instellingen voor collectieve beleggingen (beleggingsfondsen) Soorten Inventariswaarde en beurskoers Risicoklassen Beleggingscriteria Enkele principes bij het opbouwen van een portefeuille Risicoprofiel van cliënt: behoeften en beleggingshorizon Macro-economische context en beursklimaat Beleggingspiramide
42
De cursist kan correct handelen in het kader van het bankgeheim, bijzondere mechanismen, successie en nalatenschappen kan de deontologische codes respecteren en toepassen in zijn dagdagelijkse praktijk (witwasoperaties, cliënten en fiscale fraude…).
Deontologie Plichtenleer : Beroepskennis Beroepsvorming Steekpenningen Beroepsgeheim Commerciële operaties Financiële operaties
43
Financiële economie Module: C3 Lestijden: 40 lestijden Vereiste voorkennis : het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist Algemene doelstellingen : na de opleiding financiële economie: • weet de cursist hoe de conjunctuurcyclus evolueert, wat de relatie is met rente, inflatie en de keuze voor de ene of andere beleggingsvorm en kan hij deze toelichten in commerciële gesprekken; • beheerst de cursist de belangrijkste economische basisbegrippen die van belang zijn voor het begrijpen van de beleggingsstrategie en typeportefeuilles en kan hij deze toelichten in commerciële gesprekken; • kan de cursist weergeven hoe de prijsvorming en de verschillende financiële activa tot stand komt • kan de cursist de courante financieel-economische berichtgeving begrijpen en interpreteren, met het oog op portefeuillebeheer en het geven van beleggingsadvies Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Inleiding: van model naar praktijk • de conjunctuurcyclus • de rente en zijn determinanten • de wisselkoersen De prijsvorming van de financiële activa • kortlopend • obligaties : de vorming van de marktrente • Aandelen • Beleggingsfondsen in zijn verschillende vormen • Vastgoed • Goud • Beleggen in deviezen
44
Doelstellingen De cursist • Kan de invloed die de conjunctuur, de rente en het monetair beleid hebben op de financiële economie omschrijven
De cursist • Kan de verschillende soorten kortlopende beleggingen omschrijven en situeren • Kan de vorming en het belang van de korte termijn rente omschrijven • Kan de indeling van de obligatiemarkten omschrijven • Kan de vorming van de lange termijnrente omschrijven • Kan de koersvorming van de obligaties omschrijven
De cursist • Kan de verschillende soorten beurzen situeren en omschrijven De cursist • Kan de beleggingsfondsen, vastgoedcertificaten en beleggingen in deviezen omschrijven; voordelen, nadelen begrijpen • Kan de principes van een optie omschrijven De cursist • Kan de actualiteit opvolgen en de financiële berichtgeving interpreteren
Leerinhouden A. Inleiding 1.De conjunctuurcyclus 2.De rente en zijn determinanten 3.Het monetair beleid 4.De wisselkoersen B.Financiële markten en prijsvorming van de financiële activa 1.Kortlopende beleggingen: -deposito’s -commercial paper -schatkistcertificaten -korte termijn rente 2.Obligatiemarkten -primaire en secundaire markten -lange termijnrente en koersvorming van obligaties -rating -duration 3.Aandelenmarkten -de beurzen, indexen
Methodologische wenken De onderwijsmethode bestaat uit een hoorcollege (er wordt een actuele cursus gebruikt) met behulp waarvan de nieuwe begrippen worden uitgelegd. De theoretische aspecten worden verduidelijkt met voorbeelden, documentatie en oefeningen. Door middel van krantenartikels / internetpublicaties / de website van de Fod Financiën en de websites van de beurzen, ratingbureaus, ... wordt de financiële actualiteit verduidelijkt. Naast bord en krijt kan worden gebruik gemaakt van internet. Gebruik maken van de contacten die de cursisten hebben met de eigen werkervaring Verbindingen proberen te leggen met andere vakken (vooral de fiscaliteit).
4.Beleggingsfondsen, vastgoedcertificaten, beleggingen in deviezen 5.Inleiding derivaten: call- en putopties Berichtgeving Financiële kranten overlopen
Verbanden leggen tussen actualiteit en de geziene leerstof
45
Fiscaliteit Module: C 4
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : de cursist moet vooraf geen eenheid gevolgd hebben
Algemene doelstellingen : na de opleiding heeft de cursist: • een inzicht in een reeks belangrijke basisbegrippen rond fiscaliteit, sparen en beleggen die frequent aan bod komen • een inzicht in de fiscale behandeling van de diverse spaar-en beleggingsvormen voor particulieren, vennootschappen, rechtspersonen en spaarders niet-inwoners en kan hij ze toepassen in concrete beleggingsdossiers en in commerciële gesprekken
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: • • • • •
fiscaliteit de roerende voorheffing voor particulieren, bedrijven, rechtspersonen en niet-ingezetenen op de diverse beleggingsintrumenten fiscale behandeling bij successie, erfrecht en overname bij particulieren, bedrijven en rechtspersonen dubbel belastingverdragen controleorganismen: Commissie voor Bank- en Financiewezen (wordt CBFA)
46
• Doelstellingen
Leerinhouden
Methodologische wenken
De cursist kan de materiële en de formele bepalingen (wettelijke en reglementaire) beheersen van de roerende voorheffing en deze ook in de praktijk kunnen toepassen.
Algemeen
De onderwijsmethode bestaat uit een hoorcollege (er wordt een actuele cursus van de administratie – roerende voorheffing - en privé publicaties – personenbelasting -gebruikt) met behulp waarvan de wettelijke en reglementaire bepalingen worden uitgelegd. De theoretische aspecten worden verduidelijkt met voorbeelden en oefeningen.
De cursist moet in staat zijn de wijzigingen in de roerende voorheffing en de roerende inkomsten (personenbelasting) te kunnen opvolgen en deze wijzigingen te kunnen inpassen in de verworven kennis.
Organisatiestructuur van de Belgische Federale Overheidsdienst Financiën Situering van de roerende voorheffing en de personenbelasting binnen het geheel van de belastingen en van de inkomstenbelastingen in het bijzonder Controleorganismen: CBFA A. Bepalingen inzake aan de roerende voorheffing onderworpen inkomsten inkomsten van roerende goederen en kapitalen diverse inkomsten inkomsten toegerekend op uitkomsten Belgische inrichtingen inkomsten van Belgische of buitenlandse oorsprong dubbelbelastingsverdragen Bijzonderheden • schuldenaars van de roer. voorheffing • verschuldigd zijn van de RV • berekening en aangifte van de RV • inkomsten toegekend aan internationale instellingen
De cursist kent de verschillende soorten inkomsten waarop de RV verschuldigd is.
Door middel van krantenartikels / internetpublicaties / de website van de Fod Financiën en andere websites wordt de fiscale actualiteit verduidelijkt. Naast bord en krijt kan worden gebruik gemaakt van internet (fiscale sites). Gebruik maken van de contacten die de cursisten hebben met de fiscus (eigen werkervaring, roerende inkomsten, aangifteformulier, attest pensioensparen, enz..). Verbindingen proberen te leggen met andere vakken (bank- en beursproducten). Ruimte inbouwen voor een filosofische discussie over de hoogte van de belastingdruk, Geleide oefeningen
1. Inkomsten van roerende goederen en kapitalen 1.1. dividenden
47
Doelstellingen
Leerinhouden
De cursist kan de aangifte personenbelasting invullen m.b.t. roerende inkomsten; belastbaar roerend inkomen berekenen en de fiscale weerslag berekenen
1.2. interesten 1.3. royalty’s 1.4. lijfrenten of tijdelijke renten
Methodologische wenken
2. Diverse inkomsten van roerende aard 2.1. onderverhuring of overdracht van huur 2.2. reclamedragers 2.3. loten van effecten van leningen 2.4. jacht-, vis- en vogelvangstrecht De volgende onderdelen worden (indien van toepassing) besproken: • bedoelde inkomsten • tarief • niet als roer. inkomsten belastbare inkomsten • vrijstellingen • verzakingen • buitenlandse oorsprong
Geleide oefeningen De cursist kan omschrijven hoe de fiscale behandeling gebeurt van successie, erfrecht en overname bij particulieren, bedrijven en rechtspersonen
C. Fiscale behandeling successie, erfrecht en overname bij particulieren, bedrijven en rechtspersonen
De cursist kan de fiscale terminologie voldoende beheersen, zodat hij eigenhandig fiscale documentatie Fiscale documentatie / documenten kan analyseren.
48
D. Verzekeringen
D1. Inleiding tot het verzekeringswezen, TV (40 lt) D.2. Verzekeringsrecht, TV (40 lt) D.3. De levensverzekering, TV (40 lt) D.4. De aansprakelijkheidsverzekeringen, TV (40 lt) D.5. Zaakverzekering en bijstandsverzekering, TV (60 lt)
49
Inleiding tot het verzekeringswezen Module: D1
Lestijden: 40 lestijden Vereiste voorkennis : Er moeten geen voorafgaande eenheden gevolgd zijn.
Algemene doelstellingen : De cursist kan het algemene kader van het verzekeringswezen schetsen en kent de gebruikte terminologie van de verzekeringssector. Hij kent de basisprincipes van de aansprakelijkheid en de wet op de landverzekeringsovereenkomsten Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Terminologie Algemeen juridisch kader van het verzekeringswezen Algemene indeling van de verzekeringen risicodetectie Basisprincipes aansprakelijkheid
50
Doelstellingen De cursist • Kent de terminologie
De cursist • Heeft inzicht in het algemeen juridische kader ven het verzekeringswezen
Leerinhouden De verzekeringsovereenkomst - bestanddelen - totstandkoming - soorten - bewijs Drie pijlers : - de wet op de landsverzekeringsovereenkomst - de controlewet - de wet op de tussenpersoon
De cursist • heeft inzicht in de algemene indeling van de verzekeringen
De schadeverzekeringen
De cursist • Kent de principes van risicodetectie
Omschrijving van het risico
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een eigen cursus of handboek. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk. Diverse voorbeelden uit de praktijk zullen de theorie verduidelijken.
De persoonsverzekeringen
Risicoverzwaring De cursist • Kent de basisprincipes van aansprakelijkheid
Driehoek schuld-schade-oorzakelijk verband Omschrijving van schuld Overzicht van de soorten aansprakelijkheid
De cursist • Heeft inzicht in het verzekeringscontract
Uitvoering van de verzekeringsovereenkomst : - verplichtingen van de verzekeringnemer - verplichting van de verzekeraar Einde van de verzekeringsovereenkomst Regels eigen aan schadeverzekeringen Regels eigen aan zaakverzekeringen Regels eigen aan aansprakelijkheidsverzekeringen Regels eigen aan persoonsverzekeringen
51
Verzekeringsrecht Module: D2
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : Er dienen geen voorafgaande eenheden te zijn gevolgd Algemene doelstellingen : De cursist kent de juridische basisprincipes van het privaat verzekeringsrecht (wet op verzekeringsovereenkomsten) en van het publiek verzekeringsrecht (o.a. de controle op de verzekeringen) en het europees verzekeringsrecht.
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Het verzekeringscontract Wetgeving op de verzekeringsovereenkomsten met betrekking tot − Burgerlijke aansprakelijkheid − Familiale polis − Motorrijtuigenverzekeringen − Brandverzekeringen − Bijstandsverzekeringen − Levensverzekeringen
52
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in de wetgeving op de verzekeringsovereenkomsten met betrekking tot: • Burgerlijke aansprakelijkheid • Familiale polis • Motorrijtuigenverzekeringen • Brandverzekeringen • Bijstandsverzekeringen • Levensverzekeringen
Leerinhouden Privaat Verzekeringsrecht ( bijzonder gereglementeerde verzekeringscontracten ) Brandverzekering : - KB 24 dec. 1992 - zaakverzekering - aansprakelijkheidsverzekering - objectieve aansprakelijkheid
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een eigen cursus of handboek. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk.
Gezinsaansprakelijkheidsverzekering : - KB 12 jan. 1984 - art. 1382 tot 1386bis B.W. Verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen : - wet 21 nov. 1989 - KB 14 dec. 1992 : de modelovereenkomst Levensverzekering : - KB Leven 17 dec. 1992 - de partijen : verzekeringnemer, verzekerde, begunstigde Rechtsbijstand : - KB 12 okt. 1990 Publiek Verzekeringsrecht
Diverse voorbeelden uit de praktijk zullen de theorie verduidelijken.
Controlewet van 9 juli 1975 : - doelstellingen - toepassingsgebied - praktische invloed voor de verzekeringsconsumenten Europees Verzekeringsrecht De coördinatierichtlijnen
53
De levensverzekering Module: D3
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis :
De cursist moet vooraf de eenheid inleiding tot het verzekeringswezen gevolgd hebben.
Algemene doelstellingen : De cursist kan de verschillende mogelijkheden inzake levensverzekering bespreken en kan de juridische en financiële gevolgen van deze verzekeringsproducten bepalen en toelichten. De cursist kan voor elke behoefte de meest geschikte levensverzekering voorstellen en motiveren.
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Algemeenheden en begrippen in verband met levensverzekeringen technische grondslagen van een levensverzekering De voornaamste soorten levensverzekeringen Tak 21 Tak 23
54
Doelstellingen De cursist • Heeft een inzicht in de algemeenheden en begrippen in verband met levensverzekeringen •
Leerinhouden Wettelijk kader Kenmerken Betrokken partijen
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een eigen cursus of handboek. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk.
De cursist • Heeft inzicht in de technische grondslagen van een levensverzekering
Basistechniek van de levensverzekering : - risico - kapitalisatie - lasten
Diverse voorbeelden uit de praktijk zullen de theorie verduidelijken.
De cursist • Kent de voornaamste soorten levensverzekeringen: • Tak 21 • Tak 23
Basiscombinaties : - zuiver overlijden * tijdelijke met vast kapitaal * tijdelijke met afnemend kapitaal - zuiver leven * ukzt * lijfrente - gemengde combinaties Aanvullende waarborgen De fiscaliteit en de individuele levensverzekering De spaar- en beleggingsproducten : tak 21 : formules met gewaarborgd rendement tak 23 : formules met kapitalen uitgedrukt in eenheden
55
Aansprakelijkheidsverzekering Module: D4
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : De cursist moet vooraf de eenheid inleiding tot het verzekeringswezen gevolgd hebben.
Algemene doelstellingen : De cursist kan de verschillende mogelijkheden inzake aansprakelijkheidsverzekering bespreken en kan de juridische en financiële gevolgen van elke aansprakelijkheidsverzekeringen bepalen en toelichten. De cursist kan voor elke behoefte de meest geschikte aansprakelijkheidsverzekering voorstellen en kan een duidelijk antwoord op alle mogelijke vragen in verband met deze verzekeringsvorm formuleren
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering Rechtsbijstandverzekeringen Lichamelijke ongevallenverzekeringen Verkeersongevallen Ongevallen privé-leven Verkeersongevallen en ongevallen privé-leven Schuldsaldoverzekeringen
56
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in het begrip “Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering”
Leerinhouden Aansprakelijkheid : overzicht en bestanddelen Schuld : criteria, graden, aard Art. 1382 tot 1386bis B.W Aansprakelijkheid zonder fout ( art. 544 B.W. ) Objectieve aansprakelijkheid
De cursist • Kent de rechtsbijstandverzekeringen
Waarborgen : - strafrechterlijke verdediging - burgerrechterlijke verdediging - burgerrechterlijk verhaal Prestaties Procedure
De cursist • Kent de lichamelijke ongevallenverzekeringen (verkeersongevallen, ongevallen privé leven)
Onderscheid fysiologische en economische invaliditeit ( OBSI schaal )
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een eigen cursus of handboek. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk.
Diverse voorbeelden uit de praktijk zullen de theorie verduidelijken.
Persoonlijke ongevallenpolis : overlijden, blijvende invaliditeit, tijdelijke ongeschiktheid, medische kosten Gewaarborgd inkomen : - bepaling rente - tariefinvloeden ( leeftijd, beroep, sporten, … ) Begrippen : wachttijd, eigen risico termijn
De cursist • Kent de schuldsaldoverzekering
??? Is besproken in levensverzekering en heeft geen verband met aansprakelijkheidsverzekeringen ???
57
De zaakverzekering en bijstandsverzekering Module: D5
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis : De cursist moet vooraf de eenheid inleiding tot het verzekeringswezen gevolgd hebben. Algemene doelstellingen : De cursist kan de verschillende mogelijkheden inzake woningpolis en motorrijtuigenverzekering bespreken en kan de juridische en financiële gevolgen van deze verzekeringsproducten bepalen en toelichten. De cursist kan voor elke behoefte de meest geschikte verzekeringsvorm voorstellen en kan een duidelijk antwoord op alle mogelijke vragen in verband met deze verzekeringen formuleren De cursist kent de verschillende mogelijkheden in verband met de bijstandsverzekeringen en heeft voldoende producttechnische kennis om de juridische en financiële gevolgen van deze verzekering duidelijk af te lijnen.
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Brandverzekering Motorrijtuigenverzekering Omniumverzekering Bijstandsverzekeringen In de verschillende verzekeringspolissen Gekoppeld aan de debet- en creditkaarten
58
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in de werking van de brandverzekering
De cursist • Heeft inzicht in de werking van de motorrijtuigenverzekering
De cursist • Heeft inzicht in de werking van de omniumverzekering
De cursist • Heeft inzicht in de werking van een bijstandsverzekering
Leerinhouden Gedekte gevaren Bepaling risico ( gebouw, inhoud, … ) Hoedanigheid verzekeringnemer Evaluatieroosters en evenredigheidsregel Afhandeling van schade
Wie zijn de verzekerden ? Tariefbepalende elementen : leeftijd, BM, schadestatistiek, vermogen voertuig Schaderegeling : europees aanrijdingsformulier RDR-regeling
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een eigen cursus of handboek. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk.
Diverse voorbeelden uit de praktijk zullen de theorie verduidelijken.
Te verzekeren waarde : cataloguswaarde, opties, toebehoren Gedekte gevaren : eigen schade, brand, diefstal, glasbreuk, natuurkrachten Bepaling schadevergoeding : aangenomen waarde, werkelijke waarde Bijstand aan personen : medische bijstand reisbijstand Bijstand aan voertuigen : technische bijstand Bijstand bij woning
De cursist • Kent de verschillende verzekeringspolissen gekoppeld aan de debet- en creditkaarten
Reisbijstandsverzekering Reisongevallenverzekeringen
59
E. Binnen- en buitenlands betalingsverkeer
E.1. Binnenlands betalingsverkeer, TV (40 lt) E.2. Buitenlands betalingsverkeer en documenten bij buitenlandse handel, TV (60 lt) E.3. Betalings- en financieringstechnieken buitenlandse handel, TV (60 lt)
60
Binnenlands betalingsverkeer Module: E1
Lestijden: 40 lestijden Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Binnenlands betalingsverkeer” heeft de cursist een inzicht in de belangrijkste betalingstechnieken die aangewend kunnen worden in het binnenlands betalingsverkeer. Hij kan ze onderling vergelijken (voor- en nadelen), hij kan de belangrijkste risico’s inschatten, hij kan ze kaderen in de beleidsvoering van de onderneming en hij kan ze commercieel aanwenden in een verkoopsgesprek en de cliënt het best adviseren. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Kasverrichtingen Zichtrekeningen Overschrijvingen Domicilieringen Cheques Kaarten Kredietkaarten Debetkaarten Andere betaalmiddelen
61
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in de kasverrichtingen
De cursist • Kent de principes van de overschrijving en kan ze toepassen. De cursist • Kent de principes van de domiciliering.
De cursist • Kent de kenmerken en de toepassingen van de cheque.
De cursist • Kent de eigenschappen en toepassingen van de diverse debet- en kredietkaarten.
Leerinhouden Algemene inleiding: de intermediairfunctie van de financiële instelling: Betekenis, structuur van de balans van een financiële instelling werkmiddelen van een financiële instelling Overzicht van diverse documenten ivm kasverrichtingen: De factuur Debet- en creditnota Overzicht van diverse betalingsmethoden: Geschiedenis van het geld, soorten geld, betaling door tussenkomst van financiële instellingen. Soorten overschrijvingen, kenmerken, toepassingen, kosten, voor- en nadelen voor de consument en de bank
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een cursus. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk (toepassingen bij diverse banken). Er wordt vooral gewerkt met klasgesprek en coaching
Soorten domicilieringen, eigenschappen, toepassingen, kosten, voor- en nadelen voor de consument en de bank
Wettelijke vereisten van een cheque Soorten cheques Overdracht van een cheque De betaling van een cheque Kosten van een cheque
De bankkaart: soorten, eigenschappen, commerciële toepassingen De kredietkaart: soorten, eigenschappen, verzekering, gebruik, commerciële toepassingen
62
De cursist • Kent nog andere betaalmiddelen.
De wisselbrief: begrippen, kenmerken, gebruik Documentair incasso: inleidende begrippen Inleidende begrippen bij kredietvormen als betalingsmiddel: inleidende begrippen Diverse zekerheden, waarborgen: inleidende begrippen Interbancaire betalingssystemen (UCV, SWIFT, DOM80, Isabel) Het moderne betalingsverkeer: nieuw gebruik van kaarten via internet, home- en phone-banking, toekomstperspectieven.
63
Buitenlands betalingsverkeer en documenten bij buitenlandse handel Module: E2
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Buitenlands betalingsverkeer en documenten bij buitenlandse handel” heeft de cursist een inzicht in de verschillende aspecten van de buitenlandse handel, het belang van de buitenlandse handel voor België en Europa, de positie van een importeur en een exporteur, kan hij de risico’s in de buitenlandse handel inschatten, weet hij hoe hij die moet indekken en kan hij ze kaderen in het bedrijfsgebeuren, weet hij welke de belangrijkste documenten zijn, kan hij ze gebruiken, invullen en adviseren in commerciële gesprekken, kan hij de incoterms inschatten en kan hij afwegen welke incoterm het best wordt gebruikt, kan hij inschatten welke verzekeringen moeten aangewend worden en hoe en kan hij in het totale export- en importgebeuren BTW en Accijnzen integreren en kan hij de belangrijkste formaliteiten rond BTW en Accijnzen voldoen. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Belang van de buitenlandse handel voor België De risico’s en indekkingtechnieken bij de buitenlandse handel: commercieel, politiek, transportrisico, … De belangrijkste documenten in de buitenlandse handel (commercieel contract, handelsdocumenten, financiële documenten, transportdocumenten, verzekeringsdocumenten) De belangrijkste incoterms Exportverzekeringen Accijnzen en BTW-systemen in de buitenlandse handel (intracommunautair en internationaal)
64
Doelstellingen De cursist • Kent het belang van de buitenlandse handel voor België.
Leerinhouden België als exportland Voornaamste afzetmarkten en evoluties Rol van importeur en exporteur (rechten en plichten)
De cursist • Kent de diverse risico’s en indekkingtechnieken bij de buitenlandse handel.
Soorten risico’s: Commercieel: transportrisico, betalingsrisico Politiek Wisselkoersrisico tijdens de offerteperiode, tijdens de uitvoeringsperiode, op tijdstip van betaling. Inleiding tot risico indekking van wisselrisico: valutatermijncontracten, optie valutafuturecontract, financiering in deviezen, valutaswap. Risico indekking politieke en commerciële risico’s: Advance payment bond, bid bond, performance bond, retention money bond, payment bond, risicobeperking. - Commercieel contract: partijen, voorwerp, bedrag, betalingsvoorwaarden, uitvoeringstermijn, garanties, verzekering, ontbindende voorwaarden, sancties, dienst na verkoop - Handelsdocumenten: factuur, certificaat - Financiële documenten: cheque, wisselbrief, bankaccept - Transportdocumenten: vormen, soorten betalingsclausules - Verzekeringsdocumenten: transportverzekering, verzekeringscertificaat
De cursist • Kent de toepassingen van de belangrijkste documenten in de buitenlandse handel.
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een cursus. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk (toepassingen bij diverse banken). Er wordt vooral gewerkt met klasgesprek en coaching
65
De cursist • Kent de belangrijkste incoterms
De cursist • Heeft een inzicht in basisprincipes van de exportverzekeringen
De cursist • Heeft een inzicht in basisprincipes van accijnzen en BTW-systemen in de buitenlandse handel
-Doel -Voornaamste incoterms: -Ex-works, -Free on Board, -Free carrier, -Cost and freight, -Cost insurance freight, -Delivery duty paid Exportverzekeringen: soorten, basisprincipes, theoretische achtergrond, praktische toepassingen Risico indekking door derden: exportkredietverzekering: wat, werking, maatschappijen in België. De publieke kredietverzekeraar: soorten polissen, verzekering van investeringen in het buitenland, verzekerde risico’s, verzekeringsvoorwaarden. Basisprincipes van BTW en accijnzen: -verschillen tussen handelspartners bij buitenlandse handel, -manier van berekening en verwerking bij buitenlandse handel, -formaliteiten die te vervullen zijn bij buitenlandse handel
66
Betaling- en financieringstechnieken Buitenlandse handel Module: E3 Lestijden: 60 lestijden Vereiste voorkennis : Het volgen van een eerdere eenheid is niet vereist. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Betalingstechnieken Buitenlandse Handel” heeft de cursist een inzicht in de belangrijkste betalingstechnieken en financieringstechnieken die in het kader van de buitenlandse handel worden gebruikt, hij kan ze onderling vergelijken, hij kan ze kaderen en toepassen in het globaal ondernemingsgebeuren en hij kan ze aan bod brengen in een commercieel gesprek.
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Overschrijving van of naar het buitenland (transfer) Incasso Incassocheque Financieel incasso Documentair incasso Incasso : aanbiedingsvormen Documents against Payment (D/P) Documents against Acceptance (D/A) Financiering op korte termijn Kaskrediet en varianten Directe creditering Discontokrediet Acceptkrediet Documentair krediet Forfaiting Factoring Financiering tegen variabele waarborgen
67
Doelstellingen De cursist • Kent de principes van de diverse betalingstechnieken bij buitenlandse handel en hun toepassingen
Leerinhouden De overschrijving van en naar het buitenland: Principe en mogelijkheden manier van werken, voor- en nadelen kosten Europese richtlijnen inzake internationale overschrijvingen Rekeningstandaarden Het incasso principe en de toepassingen: Incassocheque financieel incasso documentair incasso aanbiedingsvormen: Documents against payment (D/P) of documents against acceptance (D/A). Wissel Speciale betalingstechnieken: LRC: kenmerken, vormvereisten, werkwijze, voordelen. Buitenlandse netwerken van banken: openen van buitenlandse rekeningen, werking.
De cursist • Kent grondig de principes van de diverse financieringsmogelijkheden op korte termijn en hun toepassingen bij buitenlandse handel.
Kaskrediet en varianten Directe creditering Discontokrediet Acceptkrediet Documentair krediet Forfaiting Factoring Financiering tegen variabele waarborgen
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een cursus. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk (toepassingen bij diverse banken). Er wordt vooral gewerkt met klasgesprek en coaching
68
•
Kent grondig de diverse risico’s en indekkingtechnieken bij de buitenlandse handel.
Soorten risico’s: Commercieel: transportrisico, betalingsrisico Politiek Wisselkoersrisico tijdens de offerteperiode, tijdens de uitvoeringsperiode, op tijdstip van betaling. Grondige bespreking van indekking van wisselrisico: valutatermijncontracten, valutaopties valutafutures, financiering in deviezen, valutaswap.
69
F. Projectwerk
F.1. Projectwerk, TV (80 lt)
70
Projectwerk Module: F1 Lestijden: 80 lestijden Vereiste voorkennis : De cursist start het projectwerk als hij alle basismodules heeft doorlopen. Algemene doelstellingen : De cursist dient bij het realiseren van het projectwerk evidentie te geven van het feit dat hij al het geleerde van de voorbije modules zelfstandig integreert tot een vakoverstijgend en kritisch project met een duidelijke probleemstelling, een eigen standpuntbepaling, de uitwerkingargumentering en een conclusie. Dit dient te gebeuren onder de vorm van een eindwerk dat neergeschreven wordt of onder de vorm van een stage. De cursist krijgt als voorbereiding op het projectwerk een inzicht in een aantal sleutelvaardigheden op basis waarvan hij niet alleen een beter projectwerk kan maken en basis waarvan hij beter kan functioneren in het algemeen (leren leren, sociale vaardigheden, creativiteit…). Door deze diverse vaardigheden kan de cursist zelfstandig en succesvol de studies doorlopen, een eindwerk maken en ook beter functioneren in de maatschappij in het algemeen. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Leren leren Time management en planning Leren lezen Creativiteit; denken in kleuren Structureren; mindmapping en metaplan Presentatietechnieken (summiere herhaling kort voor de eindwerkverdediging) Deze vaardigheden worden geoefend in het kader van regelmatig georganiseerde workshops en gebeuren onder leiding van de monitoraatverantwoordelijke van het Hoger Onderwijs.
71
G. Optie Financieel management
G.1. Communicatieve en persoonlijke vaardigheden, TV (60 lt) G.2. Basis investeringsanalyse, consolidatietechnieken en bedrijfsopvolging, TV (60lt) G.3.Beleggingsadvies en portefeuillebeheer, TV (80 lt) G.4. Commerciële uitdieping van de buitenlandse handel, TV (60 lt)
72
Communicatieve en persoonlijke vaardigheden Module: G1 Lestijden: 60 lestijden Vereiste voorkennis : Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de basismodules van Bank, Beurs en Financiën Algemene doelstellingen : De cursist kan een boeiende presentatie ontwerpen, voorbereiden en geven. De cursist kan zich met de beheersing van de communicatieve vaardigheden en de kennis van de basiswetten van de communicatie opstellen als een volwaardige gesprekspartner van cliënt en specialisten uit de verschillende branches. De cursist kan helder, gestructureerd en publiekgericht schrijven. De cursist kan snel en overzichtelijk complexe thematieken op papier in kaart brengen. De cursist kan een vergadering organiseren, leiden, notuleren en opvolgen. De cursist kan een overzicht behouden op de verschillende processen. De cursist kan een efficiënt werkschema, gericht op korte en lange termijn, opstellen en bespreken. Daarbij kan de cursist de nodige taken efficiënt delegeren. De cursist kan een project uitwerken en zorgen voor een resultaatgerichte samenwerking zowel binnen de projectgroep als met de rest van het bedrijf. De cursist kan de eigen zwakheden en die van de personeelsleden herkennen, formuleren en analyseren. De cursist kan de verschillende vormen van leidinggeven vergelijken en afwegen naargelang de concrete situatie. De cursist kan een waardeschaal opstellen en gebruiken om de werknemers te quoteren en kan op basis daarvan de werknemers bijsturen. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Boeiend presenteren Communiceren met inzicht en effect Mindmaping Time- en stressmanagement Doelgericht vergaderen Projectmatig werken Leidinggeven Evalueren en bijsturen
73
Doelstellingen De cursist • Kan een boeiende presentatie geven
De cursist • Kent de basisprincipes van communicatie en kan ze ook toepassen.
Leerinhouden Ontwerpen en voorbereiden van een presentatie Presentatie geven Gebruik van visuele hulpmiddelen optimaal inschakelen
De basiswetten bij communicatie Taalgebruik Basisvaardigheden van een goede luisteraar Eigenschappen en principes van de non-verbale communicatie Spelregels voor het geven, krijgen en vragen van feedback
Methodologische wenken Deze vaardigheid kan best ook in de praktijk uitgetest worden door de cursisten een eigen presentatie te laten voorbereiden, geven en evalueren.
Ook hier wordt de theoretische basis best zoveel mogelijk geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk van de cursisten. Rollenspel kan hierbij aangewezen zijn.
De cursist • Kent de principes van het structureren of mindmapping en kan ze ook toepassen
De theorie kan telkens met praktische voorbeelden ingeoefend worden. Elke toepassing van mindmapping Werking van de hersenen kunnen de cursisten inoefenen. Hoe overzichtelijk noteren? Diverse toepassingen van mindmapping: noteren, voorbereiding van gesprekken, informatieverwerking,…
De cursist • Heeft inzicht in de principes van time- en stressmanagement.
Algemene principes Hoe kan men omgaan met positieve en negatieve stress Analyse van tijdsgebruik en tips om tijd beter aan te wenden (zelforganisatie).
De cursist • Kent de principes van efficiënt vergaderen en leert ze ook toepassen.
Wanneer en hoe vergaderen? Soorten vergaderingen De diverse rollen tijdens een vergadering Praktische organisatie (agenda, timing en werkvormen) Voorbereiding van de vergadering Het vergaderproces Groepsgesprek modereren
De cursist zijn eigen situatie laten analyseren en voorstellen laten formuleren om efficiënter te werken. De voorstellen laten uittesten.
74
De cursist • Kent de principes van projectmatig werken.
Kenmerken van projectmatig werken Projectstructuur, -fasen en –beheer Wanneer wel/niet projectmatig werken
De cursist • Kent de principes van leidinggeven.
Leiderschapsstijlen en de omgeving Taken van de peoplemanager Omgaan met veranderingen en de begeleiding van personeel daarbij
De cursist • Kent de principes van evaluatie en bijsturing
Principes van functioneringsgesprekken Begrippen en methodes inzake het voeren van een evaluatiegesprek. Hoe bijsturen na een evaluatie?
75
Basis investeringsanalyse, consolidatietechnieken en bedrijfsopvolging Module: G2
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis : Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de basismodules van Bank, Beurs en Financiën. Algemene doelstellingen : De cursist kan investeringsprojecten op hun financiële consequenties op lange termijn inschatten, met elkaar vergelijken en beoordelen op hun financiële haalbaarheid. De cursist kan een geconsolideerde jaarrekening interpreteren. De cursist kan de winst voor en na belasting berekenen. De cursist kan de fiscale en de juridische implicaties bij oprichting of stopzetting van een handelszaak of een vennootschap inschatten. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: -
-
-
Investeringsanalyse Beoordelingsmethodes van investeringsprojecten Bepalen van de behoefte aan netto-bedrijfskapitaal Hefboomwerking van een investering Consolidatietechnieken Basisbegrippen Diverse methodes Interpretatie van typische consolidatieposten bij de bepaling van het eigen vermogen Vennootschapsbelasting Stopzetting en overdracht particuliere handelszaak Oprichting, overdracht en stopzetting van een vennootschap Opvolgingsproblematiek
76
Doelstellingen De cursist • Kent de principes van investeringsanalyse en kan ze toepassen.
De cursist • Kent de consolidatietechnieken
De cursist • Kent de basisprincipes van vennootschapsbelasting
Leerinhouden
Methodologische wenken
Beoordelingsmethodes van investeringsprojecten Bepalen van de behoefte aan netto-bedrijfskapitaal Hefboomwerking van een investering
Praktijkvoorbeelden zullen de cursisten inzicht geven in de diverse mogelijkheden en de voor- en nadelen van de verschillende beoordelingsmethoden om de winsgevendheid van investeringen in te schatten en te vergelijken
Basisbegrippen Diverse methodes Interpretatie van typische consolidatieposten bij de bepaling van het eigen vermogen
Er kan gewerkt worden met een eigen cursus. Diverse oefeningen en cases zullen de materie duidelijk moeten maken.
Stopzetting en overdracht particuliere handelszaak Oprichting, overdracht en stopzetting van een vennootschap Opvolgingsproblematiek
Ook hier kan de theorie aangebracht worden vanuit voorbeelden uit de praktijk.
77
Beleggingsadvies en portefeuillebeheer Module: G3
Lestijden: 80 lestijden
Vereiste voorkennis :
Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de basismodules van Bank, Beurs en Financiën. Algemene doelstellingen : De cursist kan cliëntgericht advies geven daarbij rekeninghoudend met de rendabiliteit van de belegging voor de cliënt en voor de financiële instelling. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: -
Samenhang van conjunctuur-, rente- en beleggingscyclus Risico’s: soorten en hun vergoeding Individuele beleggingsvormen en de beleggingscyclus Portefeuillespreiding en beleggingshorizon De beleggingsstrategie van de cliënt Fundamentele versus technische analyse en andere ratio’s De plaatsing van doelportefeuilles op de schaal aan risico en verwacht rendement De globale aanwending en vastlegging van het spaaroverschot Het feitelijke beleggingsadvies en portefeuillebeheer Assetallocatie bij de respectievelijke beleggingsprofielen Beleggingsfondsen en beleggingsprofielen
78
Doelstellingen De cursist Kan risicoprofiel van cliënt opmaken en beoordelen Kan voorlopende conjunctuurindicatoren terugvinden en interpreteren
De cursist Kan return en risico van de beleggingsvormen beoordelen en hiermee rekening houden bij het samenstellen van een portefeuille Kan aandelen selecteren op basis van fundamentele en technische analyse, beursratio’s en beursprestaties Kan resultaten van kwantitatieve modellen interpreteren
De cursist Kan een spreiding inbouwen in de portefeuille rekening houdend met het profiel en de beleggingsstrategie van de belegger en het risico/return profiel van de beleggingsvormen en de fase van de conjunctuur en rentecyclus Kan beleggingsfondsen en afgeleide producten plaatsen binnen een portefeuille
Leerinhouden 1. Risicoprofiel van de belegger 2. Samenhang van conjunctuur, rente- en beleggingscyclus Belang van de voorlopende conjunctuurindicatoren Korte en langetermijnrentevoet Impact van de conjunctuur op de economische sectoren 3. Marktsentiment 4. Risico’s: soorten en hun vergoeding Risicovrije rente en risicopremie Volatiliteit van de obligatiekoersen Volatiliteit van de aandelenkoersen Bèta van aandelen Debiteurenrisico Sharpe-ratio van beleggingsfondsen 5. Individuele beleggingen en hun vergoeding 6. Fundamentele analyse, technische analyse, analyse van beursratio’s, interpretatie van kwantitatieve modellen
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van teksten van de docent en artikels uit de actualiteit
7. De plaatsing van doelportefeuilles op de schaal aan risico en verwacht rendement 8. Het feitelijke beleggingsadvies en portefeuillebeheer 9. Assetallocatie bij de respectievelijke beleggingsprofielen 10. Beleggingsfondsen en beleggingsprofielen 11. Afdekken van portefeuilles met opties en en futures 12. Het genereren van extra rendement met opties
Er wordt verwezen naar Kanaal Z en CNBC.
Er wordt gewerkt met FET en bijlagen Publicaties van de Conjunctuur researchinstellingen (o.a; NBB, IFO, ISM, Conference Board, OESO, EU, Federgon, enz.) Jaarrekeningen van beursgenoteerde bedrijven Publicaties en websites van beurzen en financiële instellingen, Koersgrafieken en websites voor technische analyse Gepubliceerde sectoren- en aandelenanalyses Publicaties van de grote ratinghuizen
De cursisten volgen elk een aantal aandelen. Op die manier zij veel sterker bij de cursus betrokken en leren zij alert zijn en een feeling krijgen voor de markt.
79
Commerciële uitdieping van de buitenlandse handel Module: G4
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis : Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de basismodules van Bank, Beurs en Financiën. Algemene doelstellingen : De cursist kan een globaal import-exportdossier van een bedrijf correct opstellen en beheren. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Een all-in case waarbij de cursist, vertrekkende vanuit een geschetste beginsituatie, de verschillende stappen van het dossier zal moeten opbouwen en onderbouwen. Een aantal fundamentele beslissingen zal moeten genomen worden betreffend: het uitwerken van het commercieel contract, het inschatten van risico’s en de indekking van wisselrisico’s, het uitwerken van de noodzakelijke documenten, de betalingstechnieken, eventuele financieringstechnieken, exportsubsidies en Europese subsidieregelingen.
80
Doelstellingen De cursist • Kent grondig de principes van het uitwerken van een commercieel contract.
Leerinhouden Specifieke kenmerken van het commerciële contract bij buitenlandse handel. Praktijkvoorbeelden van diverse contracten
Methodologische wenken Door de vergevorderde specialisatie binnen die module is het vooral de praktijkvoorbeelden en de actuele wijzigingen (meest recente evoluties) binnen de buitenlandse handel die zullen aan bod komen.
De cursist • Kent grondig alle risico’s bij buitenlandse handel en kan ze ook concreet inschatten in diverse omstandigheden.
De diverse ricico’s bij buitenlandse voor exporteur en importeur. Diverse methodes om de risico’s in te schatten en te vermijden. Praktijkvoorbeelden en actuele situatie op de internationale markten.
Er kan daardoor best gewerkt worden met een eigen cursus, aangevuld met diverse artikels uit de actualiteit. Cases en praktijkvoorbeelden zullen ook zeker deel uitmaken van deze module.
De cursist • Kent grondig alle principes van alle documenten die betrokken zijn bij buitenlandse handel, de betalingstechnieken en de financieringstechnieken
Documenten en diverse verplichtingen die moeten vervuld zijn bij buitenlandse transacties. Mogelijkheden om buitenlandse transacties te betalen en/of te financieren. Praktijkvoorbeelden en actuele situatie.
De cursist • Kent de mogelijkheden van exportsubsidies en de Europese subsidieregelingen.
Formaliteiten, mogelijkheden om subsidies aan te vragen bij internationale transacties. Diverse soorten subsidies. Praktijkvoorbeelden en actuele situatie.
81
H. Optie Adviseur sparen en beleggen
H.1. Opties, TV (40 lt) H.2. Beleggingsadvies en portefeuillebeheer, TV (80 lt) H.3. Beleggingsfondsen van A tot Z, TV (80 lt) H.4. Advies en verkoop, TV (40 lt)
82
Opties Module: H.1 Lestijden: 40 lestijden Vereiste voorkennis : Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de modules Sparen en Beleggen en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Opties” heeft de cursist een inzicht in: • de basisbegrippen i.v.m. opties en optiestrategieën • de diverse optiestrategieën • de diverse instructies • de dekkingsvereisten. De cursist kan tevens: • een optie kopen of een optie schrijven • beoordelen of een optie in-the-money, at-the-money of out-of-the-money is • een aantal basisstrategieën opzetten, rekening houdend met de instructies van de cliënten in het kader van een commercieel gesprek. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Historiek en soorten opties Standaardisatie Optiepremie & prijsvorming Positie van de optiebelegger • De koper • De schrijver Optiestrategieën • Het kopen van calls • Het kopen van puts • Het gedekt schrijven van calls • Het gedekt schrijven van puts • Gecombineerde optieorders Dekkingsvereisten
83
Doelstellingen De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in basisbegrippen van opties kan de koersen aflezen en kent de betekenis ervan Kan dekkingsvereisten begrijpen
De cursist • Kan de winst of het verlies berekenen bij diverse optiestrategieën • Kan diverse instructies geven
De cursist • Kan diverse optiestrategieën toepassen: kopen en schrijven van calls en puts, openen en sluiten van posities • Kan de prijsvorming van opties begrijpen en beoordelen • Kan een aantal basisstrategieën opzetten • Kan optieorders doorgeven zowel enkelvoudige als gecombineerde orders • Kan opties gebruiken in een commercieel gesprek met cliënten
Leerinhouden 1. Historiek van de opties begrippen van opties Call en putopties Aandelen-, index- en valuta-opties Opties Amerikaanse en Europese stijl 2. Positie van de optiebelegger Koper en schrijver 3. Optiemarkten Gereglementeerde markten Over-the-countermarkten 4. Standaardisatie van opties op Euronext 5. Optiepremie en optiekoersen 6. Orderboek 7. Marginverplichtingen 8. Open interest en volume als maatstaf van liquiditeit 9. Soorten orders 10. Winst en verliesprofiel van opties (winst en verlies van koper, gedekte schrijver en ongedekte schrijver) 11. Openen en sluiten van posities 12. Uitoefening van opties: levering en cash settlement 13. In-the-money, at-the-money en out-of-the-money opties 14. Factoren die de intrinsieke waarde van opties bepalen (koers van het onderliggend en uitoefenprijs) 15. Factoren die de verwachtingswaarde van opties bepalen (at-the-money opties, resterende looptijd, volatiliteit onderliggende waarde, rente-evolutie, dividenduitkering, Amerikaanse of Europese stijl) 16. Optie als instrument van belegging of speculatie, optie als indekkingsmiddel, optie als instrument om extra rendement te genereren
Methodologische wenken De theoretische basiskennis wordt best schematisch verduidelijkt naar de cursist Tijdens de les worden voldoende oefeningen gemaakt om de basisprincipes van opties eigen te maken; Voor cursisten is het aangewezen extra oefeningen te voorzien. Als didactische hulpmiddelen worden bord, cursustekst, FET, optiekoersen alsook het orderboek van Euronext gebruikt Waar mogelijk wordt een verwijzing gemaakt naar financiële websites
84
Beleggingsadvies en Portefeuillebeheer Module: H.2
Lestijden: 80 lestijden
Vereiste voorkennis : Deze opleiding is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de module Sparen en Beleggen en van Algemene Bedrijfskennis
Algemene doelstellingen : De cursist kan cliëntgericht advies geven daarbij rekeninghoudend met de rendabiliteit van de belegging voor de cliënt en voor de financiële instelling. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: - Samenhang van conjunctuur-, rente- en beleggingscyclus - Risico’s: soorten en hun vergoeding - Individuele beleggingsvormen en de beleggingscyclus - Portefeuillespreiding en beleggingshorizon - De beleggingsstrategie van de cliënt - Fundamentele versus technische analyse en andere ratio’s - De plaatsing van doelportefeuilles op de schaal aan risico en verwacht rendement - De globale aanwending en vastlegging van het spaaroverschot - Het feitelijke beleggingsadvies en portefeuillebeheer - Assetallocatie bij de respectievelijke beleggingsprofielen - Beleggingsfondsen en beleggingsprofielen
85
Doelstellingen De cursist Kan risicoprofiel van cliënt opmaken en beoordelen Kan voorlopende conjunctuurindicatoren terugvinden en interpreteren
De cursist Kan return en risico van de beleggingsvormen beoordelen en hiermee rekening houden bij het samenstellen van een portefeuille Kan aandelen selecteren op basis van fundamentele en technische analyse, beursratio’s en beursprestaties Kan resultaten van kwantitatieve modellen interpreteren
De cursist Kan een spreiding inbouwen in de portefeuille rekening houdend met het profiel en de beleggingsstrategie van de belegger en het risico/return profiel van de beleggingsvormen en de fase van de conjunctuur en rentecyclus Kan beleggingsfondsen en afgeleide producten plaatsen binnen een portefeuille
Leerinhouden Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van teksten van de docent 13. Risicoprofiel van de belegger en artikels uit de actualiteit 14. Samenhang van conjunctuur, rente- en beleggingscyclus Belang van de voorlopende conjunctuurindicatoren Er wordt gewerkt met FET en bijlagen Korte en langetermijnrentevoet Publicaties van de Conjunctuur Impact van de conjunctuur op de economische researchinstellingen (o.a; NBB, IFO, ISM, Conference sectoren Board, OESO, EU, Federgon, enz.) 15. Marktsentiment Jaarrekeningen van beursgenoteerde bedrijven 16. Risico’s: soorten en hun vergoeding Publicaties en websites van beurzen en financiële Risicovrije rente en risicopremie instellingen, Volatiliteit van de obligatiekoersen Koersgrafieken en websites voor technische Volatiliteit van de aandelenkoersen analyse Bèta van aandelen Gepubliceerde sectoren- en aandelenanalyses Debiteurenrisico Publicaties van de grote ratinghuizen Sharpe-ratio van beleggingsfondsen 17. Individuele beleggingen en hun vergoeding 18. Fundamentele analyse, technische analyse, analyse Er wordt verwezen naar Kanaal Z en CNBC. van beursratio’s, interpretatie van kwantitatieve De cursisten volgen elk een aantal aandelen. Op die modellen manier zij veel sterker bij de cursus betrokken en 19. De plaatsing van doelportefeuilles op de schaal leren zij alert zijn en een feeling krijgen voor de aan risico en verwacht rendement markt. 20. Het feitelijke beleggingsadvies en portefeuillebeheer 21. Assetallocatie bij de respectievelijke beleggingsprofielen 22. Beleggingsfondsen en beleggingsprofielen 23. Afdekken van portefeuilles met opties en en futures 24. Het genereren van extra rendement met opties
86
Beleggingsfondsen van A tot Z Module: H.3 Lestijden: 80 lestijden
Vereiste voorkennis : Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de module Sparen en Beleggen en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen Na de opleiding “Beleggingsfondsen” heeft de cursist een inzicht in wat een beleggingsfonds is, kan hij een vergelijking maken met de andere beleggingsvormen, kan hij een duidelijke indeling maken van de fondsen en kan hij beleggingsfondsen betrekken in commerciële gesprekken en adviseren in beleggingsportefeuilles. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Beleggingsfondsen : algemene kenmerken (fondsenvermogen, inventariswaarde,…) Soorten beleggingsfondsen Volgens juridische structuur (contractuele beleggingsfondsen,...) Volgens bestemming van opbrengst (uitkering of kapitalisatie) Volgens gevoerde beleggingspolitiek Fondsen zonder eindvervaldag (kortetermijn, short-medium-fondsen...) Fondsen met een eindvervaldag (fondsen met kapitaalbescherming) Fondsen met een levensverzekeringskarakter (“tak 21” en “tak 23”) Beleggingsfondsen en andere beleggingsvormen Fiscaliteit en beleggingsfondsen Commercieel omgaan met beleggingsfondsen Beleggingsfondsen in beleggingsportefeuilles
87
Doelstellingen De cursist • Kan de beleggingsfondsen indelen op basis van verschillende criteria
Leerinhouden Algemene kenmerken van beleggingsfondsen Fondsvermogen Inventariswaarde Betrokken instellingen (beheerder, bewaarder, ) Soorten beleggingsfondsen Volgens juridische structuur Volgens bestemming van opbrengst (distributie en kapitalisatiefondsen) Volgens variabiliteit van het kapitaal (open en gesloten fondsen) Volgens samenstelling van het fonds (monetaire fondsen, obligatiefondsen en soorten, aandelenfondsen en soorten, gemengde fondsen, vastgoedbevaks, privaks, dakfondsen, ) Volgens type beheer actief en passief beheerde fondsen indexgebonden fondsen of Trackers Fondsen met en zonder vervaldag (o.a; fondsen met kapitaalbescherming) Tak 23 fondsen Pensioenspaarfondsen
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een cursustekst van de docent, artikels uit de actualiteit, artikels van BVICB en CBF, artikels uit FET en bijlagen, artikels en studies van Morningstar, koerstabellen Studenten volgen en bestuderen elk een concreet fonds uit de verschillende types van fondsen.
Fondsbeheerders: nationaal en internationaal Verspreiding van fondsen (Europese Richtlijnen inzake beleggingsfondsen)
88
De cursist • Kan beleggingsfondsen beoordelen op de prestaties van het fonds gezien het risico • Kan beleggingsfondsen vergelijken met andere beleggingsvormen • Kan de beleggingsfondsen betrekken in commerciële gesprekken en ze adviseren in beleggingsportefeuilles
Return en risico van fondsen Return in vergelijking met gekozen benchmark Risicoklassen Sharpe-ratio Beleggingsfondsen doorheen de conjunctuur en rentecyclus Problematiek van de duration van een obligatiefonds Samenstelling van de fondsen met kapitaalbescherming Vergelijking van beleggingsfondsen met andere beleggingsvormen Fiscaliteit van de beleggingsfondsen Transparantie van fondsen inzake samenstelling en kosten
89
Advies en verkoop Module: H.4 en I.3 en J.5 Lestijden: 40 lestijden Vereiste voorkennis : Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de modules respectievelijk Sparen en Beleggen, Verzekeringen of Binnenlands en Buitenlands Betalingsverkeer en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Advies en verkoop” kan de cursist aan een cliënt geïntegreerd advies geven (afspraken maken, introductiegesprekken voeren, informatie opvragen, adviesgesprekken voeren, afsluiten, een verkoop realiseren). De cursist kan eveneens: • gericht en adequaat peilen naar de behoeften van de cliënt • doelmatig argumenteren tegenover de cliënt bij het aanbieden van een product/advies • correct omgaan met de bezwaren van de cliënt • koopsignalen aanvoelen en een verkoop af te sluiten • de verschillende personen die de beslissingen van een bedrijf beïnvloeden, onderscheiden en manipuleren • omgaan met crisismomenten in de relatie met het bedrijf • opportuniteiten leren zien voor doorverwijs van niet-standaardproducten • correcte, klantgerichte telefoongesprekken voeren. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Basisprincipes Marketing: de vier P’s Na de theoretische basis wordt geoefend met reële verkoopsgesprekken: Hoe maak ik een afspraak met een cliënt? Het introductiegesprek voeren, inclusief kadering van het verzekeringsadvies, en bevraging van de cliënt Voorbereiding adviesgesprek: hoe verkoop ik mijn geïntegreerd advies dat ik heb uitgewerkt op basis van een behoeftedetectie Het adviesgesprek voeren
90
Het realiseren van een verkoop en afsluiten van het gesprek Het opvolgen van gemaakte afspraken Tevens wordt praktisch geoefend op telefoonvaardigheden: • bekomen en verschaffen van inlichtingen • klachtenbehandeling • plaatsen en vergroten van orders • telefonische afspraken en telefonisch onthaal.
91
Doelstellingen De cursist kan aan een cliënt geïntegreerd advies geven (afspraken maken, introductiegesprekken voeren, informatie opvragen, adviesgesprekken voeren, afsluiten, een verkoop realiseren).
Leerinhouden Verkooptechnieken: uitgangspunten ken jezelf Enkele persoonsvaardigheden zoals assertiviteit, luisterbereidheid, contactvaardigheid ken je markt Analyse van de markt: waar zit groeipotentieel De cursist kan eveneens: ken je product gericht en adequaat peilen naar de behoeften van producteigenschappen omzetten in verkoopde cliënt argumenten doelmatig argumenteren tegenover de cliënt bij ken je klant het aanbieden van een product/advies detectie en analyse van de klantenbehoeften correct omgaan met de bezwaren van de cliënt koopsignalen aanvoelen en een verkoop af te Verkooptechnieken: opbouw verkoopgesprek sluiten de verschillende personen die de beslissingen van een bedrijf beïnvloeden, onderscheiden en manipuleren omgaan met crisismomenten in de relatie met het bedrijf opportuniteiten leren zien voor doorverwijs van niet-standaardproducten correcte, klantgerichte telefoongesprekken voeren.
het
Methodologische wenken Cursustekst aangevuld met praktische oefeningen, opdrachten en rollenspel
rond hierboven vermelde elementen contacten leggen vragen stellen om zo behoeften te kennen argumenteren en omgaan met bezwaren realiseren van een verkoop en het afsluiten van gesprek opvolging van gemaakte afspraken
Praktische oefeningen op telefoonvaardigheden: bekomen en verschaffen van inlichtingen klachtenbehandeling plaatsen en vergroten van orders telefonische afspraken en telefonisch onthaal.
92
I. Optie Adviseur verzekeringen
I.1. Transport- en bedrijfsverzekeringen, TV (80 lt) I2. Specifieke levensverzekeringscontracten, TV (60 lt) I.3.Advies en verkoop, TV (40 lt)
93
Transport- en bedrijfsverzekeringen Module: I1
Lestijden: 80 lestijden
Vereiste voorkennis : De cursist moet de verschillende eenheden van de module Verzekeringen en Algemene Bedrijfskennis doorlopen hebben Algemene doelstellingen : De cursist kent de producttechnische kennis van de standaardproducten van transport en bedrijf. De cursist kan de diverse verzekerbare risico’s detecteren vanuit de invalshoek riskanalyse met betrekking tot aansprakelijkheden, eigendommen en risico’s. De cursist kan voor elke bedrijfsbehoefte de meest geschikte verzekeringsvorm voorstellen en kan een duidelijk antwoord op alle mogelijke vragen en problemen in verband met verzekeren formuleren Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Bedrijfsverzekeringen − Arbeidsongevallenverzekering − De bedrijfsleiderverzekering Transportverzekeringen
94
Doelstellingen De cursist • Heeft een grondig inzicht in de soorten bedrijfsverzekeringen.
Leerinhouden Ba-uitbating - aansprakelijkheid tov derden - toevertrouwd voorwerp
Methodologische wenken Er kan gewerkt worden met een eigen cursus. Diverse oefeningen en cases zullen de materie duidelijk moeten maken.
Ba Na Levering - wet van 25 feb 1991 betreffende de productaansprakelijkheid Machinebreuk Alle Risico’s Electronica Bedrijfsschade - onderdelen van het te verzekeren bedrag ( vaste kosten – loonkosten, … ) - vergoedingsperiode De cursist • Heeft inzicht in de arbeidsongevallenverzekering
De arbeidsongevallenwet van 10.04.1971 Begrip ‘arbeidsongeval’ Begrip ‘arbeidswegongeval’ De wettelijke vergoeding
Diverse praktijkvoorbeelden zullen de theorie illustreren.
De cursist • Heeft inzicht in de bedrijfsleiderverzekering
Voorwaarden contract De pensioenovereenkomst Fiscale aspecten bij - contract - pensioenovereenkomst Zeeverzekeringspolis van Antwerpen Aansprakelijkheid van de vervoerder Vervoerde goederen Vervoermiddelen Plaats en tijdstip van de risico’s ( FOB, ea ) Soorten averijen
Diverse praktijkvoorbeelden zullen de theorie illustreren.
De cursist • Kent de transportverzekeringen
Diverse praktijkvoorbeelden zullen de theorie illustreren.
95
Specifieke levensverzekeringencontracten Module: I2 Lestijden: 60 lestijden Vereiste voorkennis : De cursist moet de verschillende eenheden van de module Verzekeringen en Algemene Bedrijfskennis doorlopen hebben Algemene doelstellingen : De cursist kent de juridische, fiscale en technische aspecten van de verschillende spaar- en beleggingsverzekeringen. Hij kan voor een specifieke situatie de meest geschikte verzekeringsvorm voorstellen en de financiële gevolgen ervan berekenen. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Verschillende specifieke levensverzekeringscontracten − De groepsverzekering − De bedrijfsleiderverzekering − Levensverzekeringen met variabele premies − Levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen − De verzekeringsbon − hospitalisatieverzekeringen − Aanvullende verzekeringen voor het risico ongeval en invaliditeit − Het Belgisch pensioensysteem Wiskundige benadering van de levensverzekering
96
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in de verschillende specifieke levensverzekeringscontracten: • De groepsverzekering • De bedrijfsleiderverzekering • Levensverzekeringen met variabele premies • Levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen • De verzekeringsbon • Hospitalisatieverzekeringen • Aanvullende verzekeringen voor het risico ongeval en invaliditeit
De cursist • Heeft inzicht in het Belgisch pensioenstelsel
Leerinhouden
Methodologische wenken
Groepsverzekering : - beschrijving van het plan - financiering van het plan - fiscale aspecten - aftrekbaarheid van de premies - vaste lasten & te bereiken doel systeem Bedrijfsleiderverzekering : - voorwaarden contract - pensioenovereenkomst - fiscale aspecten van contract en pensioenovereenkomst Levensverzekeringen met variabele premies : - tak 21 van het universal life type ( oeps : opeenvolgende éénmalige premiestortingen ) - tak 23 : opbouw- of investeringsformule formule met opvragingen Verzekeringsbon - de overlijdensdekking aan 130 % Hospitalisatieverzekering - vergoedingssysteem ( kosten- of dagvergoeding ) - welke kosten en welke opnamen Aanvullende verzekeringen : - AVRO ( enkel of dubbel ) - AVRIP(remie ) - AVRIR(ente)
Er kan gewerkt worden met een eigen cursus. Diverse oefeningen en cases zullen de materie duidelijk moeten maken. Diverse praktijkvoorbeelden zullen de theorie illustreren.
De drie pijlers : - wettelijk pensioenstelsel - onderneming ( 2de pijler ) - individueel ( 3de pijler )
97
De cursist •
Kent de wiskundige benadering van de levensverzekering
Gebruik van sterftetafels Kapitalisatie ( samengestelde intrest ) Toegepast op TVK, TAK of SSV ( genivelleerde premie of premie voor 2/3 looptijd ) Levenslange UKZT UKMT UKMTR Gemengde combinaties
TVK ( tijdelijke met vast kapitaal ) TAK ( tijdelijke met afnemend kapitaal ) SSV ( schuldsaldoverzekering ) UKZT ( uitgesteld kapitaal zonder tegenverzekering ) UKMT ( uitgesteld kapitaal met tegenverzekering ) UKMTR ( uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserve )
98
Advies en verkoop Module: I3
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis :
Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de modules respectievelijk Sparen en Beleggen, Verzekeringen of Binnenlands en Buitenlands Betalingsverkeer en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Advies en verkoop” kan de cursist aan een cliënt geïntegreerd advies geven (afspraken maken, introductiegesprekken voeren, informatie opvragen, adviesgesprekken voeren, afsluiten, een verkoop realiseren). De cursist kan eveneens: • gericht en adequaat peilen naar de behoeften van de cliënt • doelmatig argumenteren tegenover de cliënt bij het aanbieden van een product/advies • correct omgaan met de bezwaren van de cliënt • koopsignalen aanvoelen en een verkoop af te sluiten • de verschillende personen die de beslissingen van een bedrijf beïnvloeden, onderscheiden en manipuleren • omgaan met crisismomenten in de relatie met het bedrijf • opportuniteiten leren zien voor doorverwijs van niet-standaardproducten • correcte, klantgerichte telefoongesprekken voeren.
99
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Basisprincipes Marketing: de vier P’s Na de theoretische basis wordt geoefend met reële verkoopsgesprekken: Hoe maak ik een afspraak met een cliënt? Het introductiegesprek voeren, inclusief kadering van het verzekeringsadvies, en bevraging van de cliënt Voorbereiding adviesgesprek: hoe verkoop ik mijn geïntegreerd advies dat ik heb uitgewerkt op basis van een behoeftedetectie Het adviesgesprek voeren Het realiseren van een verkoop en afsluiten van het gesprek Het opvolgen van gemaakte afspraken Tevens wordt praktisch geoefend op telefoonvaardigheden: • bekomen en verschaffen van inlichtingen • klachtenbehandeling • plaatsen en vergroten van orders • telefonische afspraken en telefonisch onthaal.
100
Doelstellingen De cursist kan aan een cliënt geïntegreerd advies geven (afspraken maken, introductiegesprekken voeren, informatie opvragen, adviesgesprekken voeren, afsluiten, een verkoop realiseren).
Leerinhouden Verkooptechnieken: uitgangspunten ken jezelf Enkele persoonsvaardigheden zoals assertiviteit, luisterbereidheid, contactvaardigheid ken je markt Analyse van de markt: waar zit groeipotentieel ken je product De cursist kan eveneens: gericht en adequaat peilen naar de behoeften van producteigenschappen omzetten in verkoopargumenten de cliënt ken je klant doelmatig argumenteren tegenover de cliënt bij detectie en analyse van de klantenbehoeften het aanbieden van een product/advies correct omgaan met de bezwaren van de cliënt Verkooptechnieken: opbouw verkoopgesprek koopsignalen aanvoelen en een verkoop af te rond hierboven vermelde elementen sluiten contacten leggen de verschillende personen die de beslissingen van vragen stellen om zo behoeften te kennen een bedrijf beïnvloeden, onderscheiden en argumenteren en omgaan met bezwaren manipuleren realiseren van een verkoop en het afsluiten van omgaan met crisismomenten in de relatie met het het gesprek bedrijf opvolging van gemaakte afspraken opportuniteiten leren zien voor doorverwijs van niet-standaardproducten Praktische oefeningen op telefoonvaardigheden: correcte, klantgerichte telefoongesprekken bekomen en verschaffen van inlichtingen voeren. klachtenbehandeling plaatsen en vergroten van orders telefonische afspraken en telefonisch onthaal.
Methodologische wenken Cursustekst aangevuld met praktische oefeningen, opdrachten en rollenspel
101
J. Optie Export management
J.1. Internationaal recht, TV (60 lt) J.2. Risico- indekking politieke en commerciële risico’s, TV (60 lt) J.3. MLT financiering en exportsteun op MLT, TV (40 lt) J.4. Speciale betalingstechnieken en de wisselreglementering, TV (40 lt) J.5. Advies en verkoop, TV (40 lt)
102
Internationaal recht Module: J1
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis : Deze opleiding is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de module Binnenlands en Buitenlands Betalingsverkeer en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : Na deze opleiding te hebben gevolgd, heeft de cursist een globaal inzicht in het totale spectrum van het internationaal recht. Hij kan deze algemene principes aftoetsten in concrete import- en exporttransacties, de reikwijdte van deze principes inschatten en toelichten in commerciële adviesgesprekken. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: -
Algemene principes van het internationale handelsrecht Introductie op het vergelijkend internationaal recht Introductie op het Europese recht vigerend bij de internationale handel Commerciële contracten in de internationale handel binnen de EU Commerciële contracten in het buitenland buiten de EU Dubbele belastingsverdragen Aansprakelijkheidsregeling Informatiekanalen die leiden naar het Internationaal Recht
103
Doelstellingen De cursist • Kent de algemene principes van het internationale handelsrecht
De cursist • Kent de basisprincipes van het vergelijkend internationaal recht
De cursist • Kent de basisprincipes van het Europese recht vigerend bij de internationale handel
De cursist • Kent de commerciële contracten in de internationale handel binnen de EU en buiten de EU.
De cursist • Kent de dubbele belastingverdragen
De cursist • Kent de aansprakelijkheidsregeling
De cursist • Kent de informatiekanalen die leiden naar het Internationaal Recht
Leerinhouden
Methodologische wenken
Basisprincipes van het internationaal handelsrecht
De onderwijsmethode bestaat uit een hoorcollege waarin de wettelijke en reglementaire bepalingen worden uitgelegd.
Basisprincipes van het vergelijkend internationaal recht met betrekking tot de internationale handel.
De theoretische aspecten worden verduidelijkt met voorbeelden en oefeningen.
Basisprincipes van het Europese recht met betrekking Ook recente publicaties uit de pers of tot de internationale handel internetpublicaties kunnen delen van de leerinhouden verduidelijken of actualiseren.
Commercieel contract in de internationale handel: partijen, voorwerp, bedrag, betalingsvoorwaarden, uitvoeringstermijn, garanties, verzekering, ontbindende voorwaarden, sancties, dienst na verkoop
Dubbelbelastingverdragen
De aansprakelijkheidsregeling in de internationale handel
Diverse informatiekanalen in het Internationaal Recht, betrokken instanties en instituten.
104
Risico-indekking politieke en commerciële risico’s Module: J2
Lestijden: 60 lestijden
Vereiste voorkennis :
Deze opleiding is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de module Binnenlands en Buitenlands Betalingsverkeer en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : De cursist beschikt na afloop van de opleiding over een inzicht in de politieke en commerciële risico’s verbonden aan buitenlandse handel en weet hij op welke manier die risico’s ingedekt kunnen worden en hij kan deze risico’s tevens aan bod brengen en adviseren in commerciële gesprekken. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Problemen en risico’s De verzekeringspolis en de belangrijkste clausules De publieke kredietverzekeraar De private kredietverzekeraars Bonds
105
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in de begrippen problemen en risico’s bij internationale handel
De cursist • Kent de verzekeringspolis en de belangrijkste clausules.
De cursist • Kent de publieke kredietverzekeraar
De cursist • Kent de private kredietverzekeraars.
De cursist • Kent de principes van bonds.
Leerinhouden Soorten risico’s: Commercieel: transportrisico, betalingsrisico Politiek Wisselkoersrisico tijdens de offerteperiode, tijdens de uitvoeringsperiode, op tijdstip van betaling. Risico indekking van wisselrisico: valutatermijncontracten, optie valutafuturecontract, financiering in deviezen, valutaswap. Risico indekking politieke en commerciële risico’s: Advance payment bond, bid bond, performance bond, retention money bond, payment bond, risicobeperking Grondige uitwerking van exportverzekeringen: soorten, principes, theoretische achtergrond, praktische toepassingen
Methodologische wenken Er wordt gebruik gemaakt van een cursus. De docent zal deze aanvullen met artikels uit de actualiteit en met voorbeelden uit de praktijk (toepassingen bij diverse banken). Er wordt vooral gewerkt met klasgesprek en coaching
Grondige uitwerking van risico indekking door derden: exportkrediet-verzekering: wat, werking, maatschappijen in België. De publieke kredietverzekeraar: soorten polissen, verzekering van investeringen in het buitenland, verzekerde risico’s, verzekeringsvoorwaarden. De private kredietverzekeraar: soorten polissen, verzekering van investeringen in het buitenland, verzekerde risico’s, verzekeringsvoorwaarden
Grondige uitwerking van de werking en principes van bonds.
106
Middellange termijnfinanciering en exportsteun op middellange termijn Module: J3 Lestijden: 40 lestijden Vereiste voorkennis : Deze opleiding is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de module Binnenlands en Buitenlands Betalingsverkeer en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : De cursist beschikt na afloop van de opleiding over een inzicht in hoe exporteren op MLT en LT kan worden gefinancierd en kan hij tevens het product op zich in commerciële gesprekken aan bod brengen, kaderen in de algemene bedrijfsstrategie en verkopen. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Financiering voor levering Financiering van productiekosten Fabricagekrediet Progress payment krediet Financiering van het voorschot Voorschotfinanciering Gemengd krediet Financiering na de levering Individuele kredieten Leverancierskrediet Leverancierskrediet zonder verhaal Koperskrediet Bank-tot-bankkrediet Kaderakkoorden
107
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in de financiering voor levering: • Financiering van productiekosten
•
Financiering van het voorschot
De cursist • Heeft inzicht in de financiering na levering: • Individuele kredieten
•
Kaderakkoorden
Leerinhouden
Methodologische wenken
Fabricagekrediet Progress-paymentkrediet
De theoretische mogelijkheden worden telkens geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk. De cursisten kunnen diverse cases uitwerken.
Voorschotfinanciering Gemengd krediet
Leverancierskrediet Leverancierskrediet zonder verhaal Bank tot bankkrediet
Ook hier zal men, gezien de doorgedreven specialiteit, kan men de theorie best vanuit praktijkvoorbeelden toelichten.
Kaderakkoorden tussen diverse financiële instellingen: Eigenschappen, voordelen, werking. Kaderkrediet
108
Speciale betalingstechnieken en de wisselreglementering Module: J4 Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis : Deze opleiding is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de module Binnenlands en Buitenlands Betalingsverkeer en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : De cursist krijgt met het volgen van deze opleiding een duidelijk inzicht in, en complementair aan de reeds opgedane knowhow, zeer specifieke betalingstechnieken (die in principe ook eigen zijn aan een land of een regio) en op de impact die uitgaat van de wisselreglementering op de (al dan niet) toegelaten betalingstechnieken. Hij kan deze informatie aan bod brengen in commerciële gesprekken, hij kan ze kaderen in de algemene bedrijfsstrategie en verkopen. Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Speciale actuele betalingstechnieken Organismen en Organisaties De Wisselreglementering Evolutie van de wisselcontrole in de Bleu Statistische verplichtingen van de ingezetenen
109
Doelstellingen De cursist • Heeft inzicht in de speciale actuele betalingstechnieken: • Organismen en organisaties
De • • •
cursist Heeft inzicht in de wisselreglementering: Evolutie van de wisselcontrole in de Bleu Statistische verplichtingen van de ingezetenen.
Leerinhouden Actuele betalingstechnieken: - Exportkrediet Nationale exportinstanties Finexpo Staat-tot-staatkredieten Multilaterale financieringsvormen De wereldbankgroep Het multilaterale investerings- en garantieagentschap (MIGA) International Finance Corporation Europese Bank van wederopbouw en ontwikkeling Asian development bank Interamerikaanse ontwikkelingsbank Kreditanstalt fur wiederaufbau
Methodologische wenken Door de vergevorderde specialisatie binnen die module is het vooral de praktijkvoorbeelden en de actuele wijzigingen (meest recente evoluties) binnen de buitenlandse handel die zullen aan bod komen. Er kan daardoor best gewerkt worden met een eigen cursus, aangevuld met diverse artikels uit de actualiteit. Cases en praktijkvoorbeelden zullen ook zeker deel uitmaken van deze module.
De wisselreglementering De wisselcontrole in de Bleu Statistische verplichtingen van de ingezetenen
110
Advies en verkoop Module: J5
Lestijden: 40 lestijden
Vereiste voorkennis :
Deze eenheid is bestemd voor iedereen die minimaal alle eenheden heeft gevolgd van de modules respectievelijk Sparen en Beleggen, Verzekeringen of Binnenlands en Buitenlands Betalingsverkeer en Algemene Bedrijfskennis. Algemene doelstellingen : Na de opleiding “Advies en verkoop” kan de cursist aan een cliënt geïntegreerd advies geven (afspraken maken, introductiegesprekken voeren, informatie opvragen, adviesgesprekken voeren, afsluiten, een verkoop realiseren). De cursist kan eveneens: • gericht en adequaat peilen naar de behoeften van de cliënt • doelmatig argumenteren tegenover de cliënt bij het aanbieden van een product/advies • correct omgaan met de bezwaren van de cliënt • koopsignalen aanvoelen en een verkoop af te sluiten • de verschillende personen die de beslissingen van een bedrijf beïnvloeden, onderscheiden en manipuleren • omgaan met crisismomenten in de relatie met het bedrijf • opportuniteiten leren zien voor doorverwijs van niet-standaardproducten • correcte, klantgerichte telefoongesprekken voeren.
111
Minimale leerinhouden De cursist heeft na afloop van de eenheid een inzicht in: Basisprincipes Marketing: de vier P’s Na de theoretische basis wordt geoefend met reële verkoopsgesprekken: Hoe maak ik een afspraak met een cliënt? Het introductiegesprek voeren, inclusief kadering van het verzekeringsadvies, en bevraging van de cliënt Voorbereiding adviesgesprek: hoe verkoop ik mijn geïntegreerd advies dat ik heb uitgewerkt op basis van een behoeftedetectie Het adviesgesprek voeren Het realiseren van een verkoop en afsluiten van het gesprek Het opvolgen van gemaakte afspraken Tevens wordt praktisch geoefend op telefoonvaardigheden: • bekomen en verschaffen van inlichtingen • klachtenbehandeling • plaatsen en vergroten van orders • telefonische afspraken en telefonisch onthaal.
112
Doelstellingen De cursist kan aan een cliënt geïntegreerd advies geven (afspraken maken, introductiegesprekken voeren, informatie opvragen, adviesgesprekken voeren, afsluiten, een verkoop realiseren).
Leerinhouden Verkooptechnieken: uitgangspunten ken jezelf Enkele persoonsvaardigheden zoals assertiviteit, luisterbereidheid, contactvaardigheid ken je markt Analyse van de markt: waar zit groeipotentieel ken je product De cursist kan eveneens: gericht en adequaat peilen naar de behoeften van producteigenschappen omzetten in verkoopargumenten de cliënt ken je klant doelmatig argumenteren tegenover de cliënt bij detectie en analyse van de klantenbehoeften het aanbieden van een product/advies correct omgaan met de bezwaren van de cliënt Verkooptechnieken: opbouw verkoopgesprek koopsignalen aanvoelen en een verkoop af te rond hierboven vermelde elementen sluiten contacten leggen de verschillende personen die de beslissingen van vragen stellen om zo behoeften te kennen een bedrijf beïnvloeden, onderscheiden en argumenteren en omgaan met bezwaren manipuleren realiseren van een verkoop en het afsluiten van omgaan met crisismomenten in de relatie met het het gesprek bedrijf opvolging van gemaakte afspraken opportuniteiten leren zien voor doorverwijs van niet-standaardproducten Praktische oefeningen op telefoonvaardigheden: correcte, klantgerichte telefoongesprekken bekomen en verschaffen van inlichtingen voeren. klachtenbehandeling plaatsen en vergroten van orders telefonische afspraken en telefonisch onthaal.
Methodologische wenken Cursustekst aangevuld met praktische oefeningen, opdrachten en rollenspel
113
7.
Evaluatie
Beoordelingen spelen een belangrijke rol in de sturing van leerprocessen en in de onderwijsactiviteiten van docenten. Voor optimale leerresultaten is regelmatige beoordeling nodig teneinde cursisten feedback te geven op hun leeractiviteiten. Formatieve beoordelingen kunnen deze feedback geven. Voor het afsluiten van elke module voorziet de leerkracht een evaluatie. Deze kan samengesteld zijn uit: • Een permanente evaluatie • Een studieopdracht • Een mondeling examen • Een schriftelijk examen • Of een combinatie van deze Differentiatie in het aanbod van de evaluatie van een module moet gewaarborgd worden, aangezien de inhoud van alle modules niet geschikt is om op dezelfde manier geëvalueerd te worden. De toets die moet uitmaken of de cursist de doelstellingen van de modules bereikt heeft, moet evenwichtig samengesteld zijn en zowel het cognitieve aspect als de vaardigheden en de attitudes aan bod laten komen. Permanente evaluatie moet de leerkracht toestaan om de vordering van het leerproces bij de cursisten te kunnen meten. Deze evaluatie kan bestaan uit: • Het voorbrengen van een persoonlijk werk • Het afwerken van een oefening aan de computer • Het gezamenlijk oplossen van oefeningen op het bord • Het afsluiten van een deel van de leerstof m.b.v. een geïntegreerde oefening • Een groepswerk voorbrengen • Door interactie met de cursisten nagaan in welke mate zij de aangeleerde kennis geassimileerd hebben. Vaardigheden die in de evaluatie aan bod moeten komen zijn o.a. : • Doorzettingsvermogen • Doelgerichte werken • Samenwerking • Nauwkeurigheid • Orde • … Evaluatie mag niet gezien worden als een doel op zich, maar is een noodzakelijk onderdeel van het didactische proces dat geïndividualiseerde begeleiding moet mogelijk maken. Elke leerkracht bepaalt voor zijn module de specifieke evaluatiemethoden die bij aanvang van de module aan de cursisten meegedeeld worden. De gekozen evaluatiemethode moet afgestemd worden op specifieke leerdoelstellingen.
114
8.
Bibliografie
• VAN HAUTE, L., Budgettering, MIM 1996 ● Fiscaal Memento 2002, versie oktober 2002. Met het Fiscaal Memento biedt de Studie- en Documentatiedienst van het Ministerie van Financiën een overzicht van de actuele Belgische fiscale regelgeving ● Fiscaal vademecum, Ministerie van Economische Zaken, http://mineco.fgov.be/enterprises/vademecum/TocIb_nl.htm ● FISCONET, Fiscale gegevensbank on-line van het Ministerie van Financiën,http://www.fisconet.fgov.be/, permanente update ● Investeringsaftrek, uitgave 2002, Ministerie van Financiën ● Onroerende voorheffing,Vlaamse Gemeenschap, http://www2.cipal.be/onroerendevoorheffing ● Roerende voorheffing, Cursussen voor beroepsvorming van de sector van de directe belastingen van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit ● Wegwijs in de fiscaliteit van de eigen woning, uitgave 2002 bijgewerkt, Ministerie van Financiën ● Wegwijs in de fiscaliteit van uw personenauto, uitgave 2002, Ministerie van Financiën ● DECOEN, A., (1998) Organisatieleer, Standaard Uitgeverij-MIM, Antwerpen. ● DAWSON, S., (1995) Organisaties analyseren, Academic Service, Schoonhoven. ● CUYVERS, G. & MERTENS, J., (1995), Organisatiekunde. Praktijktheorie voor non-profit organisaties, Wolters, Leuven. ● JEGERS, M., MOENAERT, R. & VERBEKE, A., (1994), Begrippen van Management. Strategische Planning en Organisatie, VUBPRESS, Brussel. ● HOUTHOOFD (1998), Bedrijfsmanagement - Strategie, structuur en strijd, Academia Press, Gent. ● BUTENEERS, P., COELMONT, B., FREDERIX, R., MERTENS, N., MEYERS, J., SMETS, I., VANAKEN, F., VAN KERKHOVEN, J.P., (1995) Gids voor management en organisatie, MIM, Deurne.
115
● DAFT, R.L., (2001) Organisatietheorie en -ontwerp, Academic Service, Schoonhoven (uit het Engels vertaald). ● BRICKLEY, J.A., SMITH, C.W. & ZIMMERMAN, J.L., (2001) Managerial Economics and Organizational Architecture, McGraw-Hill Higher Education, Boston. ● ROBBINS, P., (1997) Gedrag in organisaties. De essentie, Academic Service, Schoonhoven. ● MCSHANE, S.L. & VON GLINOW, M.A., (2000) Organizational Behavior. Emerging realities for the workplace revolution, McGraw-Hill Higher Education, Boston. ● PAEMELEIRE, R. & UYTTERSCHAUT, L., (1987) Bedrijfsorganisatie. Een algemene verkenning, MIM, Deurne.
● OOGHE, H., VAN WYMEERSCH, C., Financiële analyse van de onderneming. Theorie en toepassing op de jaarrekening, Kluwer ced.samsom ● DE LEMBRE, E., DRIES, R., Financiële Audit Casestudy’s .Theoretische beschouwingen bij de financiële audit, Wolters Plantyn •
VAN VLAENDEREN D., Accountantscontrole in de praktijk, De Boeck Antwerpen •
VAN LIEDEKERKE C., WALRAEVENS G., Algemeen boekhouden nu1, De Boeck Antwerpen
•
CHIAU A., VAN DEN BOSSCHE J., Algemeen boekhouden nu2, De Boeck Antwerpen
•
RUYSSCHAERT S., DE VROE R., Facturering en doorfacturering,De Boeck Antwerpen
•
ROMBAUT C., Consolidatie, De Boeck Antwerpen
•
JORISSEN A., ROODHOOFT F., VAN LIEDEKERKE C., Cost Accounting,De Boeck Antwerpen
•
JORISSEN A., LYBAERT N., REYNS C., Financial accounting, De Boeck Antwerpen
•
JORISSEN A.,ROODHOOFT F., Management accounting, De Boeck Antwerpen
•
LIMERE A., Financiële analyse – een statische analyse van de Belgische jaarrekeningen, De Boeck Antwerpen
•
VAN POECK A., MOESEN W., DE BORGER B.,Algemene economie, De Boeck Antwerpen
116
•
GEERAERT E., Ondernemingseconomie,De Boeck Antwerpen
•
BONGAERTS I., Conceptualisering, sociale tewerkstelling en buurtdiensten,De Boeck Antwerpen
•
KAPLAN R.S., COOPER R., Kosten en resultaat, Asdu International NV
•
NICAISE I., De actieve welvaartsstaat en de werkers van het elfde uur, De Boeck Antwerpen
•
DOMBRECHT M., HEREMANS D., PLASSCHAERT S., Geld en financiewezen – België in het eurogebied, De Boeck Antwerpen
•
VAN ALPHEN K., Financieel management, Asdu International NV Mechelen
•
VAN DEN BORRE L., SELLESLAGH K., VERBRAEKEN K., Veilig en performant beleggen met opties, http://het.beleggers.net/shopping.asp
•
DE SPIEGELEER J.,Opties, futures en warranten,http://het.beleggers.net/shopping.asp
•
WELLENS G., De 100 beste aandelen ter wereld, http://het.beleggers.net/shopping.asp
•
HAGSTROM R.G., Warren Buffett’s beursgeheimen, http://het.beleggers.net/shopping.asp
117
9.
Inhoud
1. Structuurschema
2
2. Inleiding en situering
5
3. Beginsituatie
6
4. Doelgroepen
7
5. Algemene doelstelling
8
6. Specifieke leerinhouden en doelstellingen en algemene methodologische wenken
9
7. Evaluatie
114
8. Bibliografie
115
9. Inhoud
118
118