Protocol uniforme overdracht Van voorschoolse voorziening naar het basisonderwijs Gemeente Overbetuwe
November 2015
Inleiding en achtergrond Binnen de gemeente Overbetuwe hebben voorschoolse voorzieningen en basisscholen in 2010, in opdracht van de gemeente, samen een uniforme overdracht ontwikkelt. Alle voorschoolse voorzieningen hebben hierin verklaard te gaan werken met het protocol en het bijbehorende overdrachtsformulier. Voor u ligt de herziene versie van het protocol uniforme overdracht met daarbij het aangepaste digitale overdrachtsformulier. Dit betreft de overdracht van de voorschoolse voorziening (peuteropvang / kinderopvang) naar de basisschool. Het doel van dit protocol en het overdrachtsformulier, met een toelichting voor het invullen van het formulier, worden in dit protocol beschreven. Een goede overdracht van gegevens van alle peuters, van voorschoolse voorzieningen naar het basisonderwijs door middel van een uniforme overdracht, maakt deel uit van het Voor- en Vroegschoolse Educatie beleid (VVE) in de gemeente Overbetuwe. Het overdrachtsprotocol is een onderdeel van afspraken binnen de voorschoolse voorziening over signalering van ontwikkelingsproblemen bij kinderen en bespreking hiervan met de ouders. Het mag niet zo zijn dat de ouders pas bij het vertrek van hun kind naar de basisschool geconfronteerd worden met gegevens over problemen in de ontwikkeling van hun kind, die al eerder gesignaleerd zijn.
Toelichting Ouders: wanneer wordt gesproken over ouders worden de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het kind bedoeld. Pedagogisch medewerker: wanneer gesproken wordt over pedagogisch medewerkers, worden pedagogisch medewerkers op het peutercentrum én kinderdagverblijf bedoeld.
2 van 6
Doel van het protocol overdracht Dit protocol is opgesteld om ervoor te zorgen dat de gegevens over de ontwikkeling van alle peuters bij de overgang van de voorschoolse voorziening naar het basisonderwijs zorgvuldig overgedragen worden. Het doel hierbij is de doorgaande lijn in de ontwikkeling van alle kinderen in de gemeente Overbetuwe te bevorderen. Dit wordt bereikt door eventuele problemen van individuele peuters in een vroeg stadium te signaleren, te registreren, te bespreken met ouders en te melden bij de overgang naar het basisonderwijs. Hiermee wordt de communicatie eenvoudiger en de aansluiting verbeterd tussen pedagogisch medewerkers van voorschoolse voorzieningen en leerkrachten van groep 1 en 2 in het basisonderwijs én de ouders van het kind.
Voor wie is de overdracht De overdracht is bedoeld voor alle peuters in de gemeente Overbetuwe van 3 jaar en 9 maanden dat van de voorschoolse voorziening naar de basisschool gaat.
Functie van de overdracht Slechts de gegevens over aspecten van de ontwikkeling van peuters die relevant zijn om over te dragen naar het basisonderwijs worden geregistreerd. Het gaat om feitelijke gegevens. Het gaat daarbij om wat je weet van een kind en niet om wat je vindt van een kind. De overdracht heeft een aantal functies. Het kan dienen als: 1. Instrument: om belangrijke informatie over de ontwikkeling van de peuter op eenduidige wijze door te kunnen geven van een voorschoolse voorziening naar de basisschool. De basisschool gebruikt de overdracht van het peutercentrum /kinderdagverblijf tijdens het intakegesprek met ouders. 2. Leidraad: voor een gesprek met ouders over de ontwikkeling van hun kind. Het is een hulpmiddel om op systematische wijze de persoonlijke kijk op een kind op papier te zetten. Het is ook een middel om collegiaal overleg tussen pedagogisch medewerkers onderling en tussen pedagogisch medewerkers en leerkrachten te vereenvoudigen. 3. Kind-volgsysteem: de voorschoolse voorzieningen gebruiken voor de overdracht van kinderen met een VVE-indicatie informatie uit het kindvolgsysteem dat zij hanteren om de ontwikkeling van kinderen te volgen.
De procedure Inlichten van de ouders Bij inschrijving op de voorschoolse voorziening worden ouders zowel mondeling als schriftelijk op de hoogte gebracht van de overdracht naar het basisonderwijs. Indien ouders dit wensen kunnen zij het (nog) lege formulier inzien en de inhoud met de pedagogisch medewerker bespreken. De informatieoverdracht dient in het belang van het kind te zijn, vooraf aantoonbaar en duidelijk aangekondigd naar ouders. Op het moment van de overdracht dient inzicht gegeven te worden welke informatie wordt overgedragen. De mening van ouders is hierin belangrijk. Tijdens de deelnemende periode worden ouders telkens geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Ouders kunnen aangeven of zij zich herkennen in de overdracht naar het basisonderwijs. Als ouders het niet eens zijn met één of meer gegevens op het formulier, dan is het belangrijk om hierover met ouders in gesprek te gaan en uit te leggen dat het niet gaat om een beoordeling maar om een beschrijving van het kind, het beste is om dit te illustreren met concrete voorbeelden. De ouders moeten de gelegenheid krijgen om precies uit te leggen wat zij bedoelen. Doorvragen is hierbij belangrijk. Het is goed mogelijk dat ouders thuis andere dingen van hun peuter zien. Registratie en omgang met gegevens De overdracht wordt ingevuld door de pedagogisch medewerkers. De overdrachtsgegevens zijn niet vrij ter inzage. Slechts de pedagogische medewerkers/ leerkrachten van het kind mogen de gegevens raadplegen, corrigeren of verwijderen. De basisschool neemt de gegevens op in het leerlingendossier en bespreekt met ouders de gegevens uit de overdracht tijdens het intake gesprek.
3 van 6
Tijdstip overdracht Als het kind 3 jaar en 9 maanden is wordt de overdracht door de pedagogisch medewerker ingevuld, met ouders besproken en naar de betreffende basisschool gestuurd. Voor ieder kind is de overdracht schriftelijk! VVE: kinderen met een VVE indicatie krijgen een warme overdracht. Een warme overdracht betekent een persoonlijke overdracht tussen de pedagogisch medewerker en de leerkracht, bij voorkeur met ouders. Zorgvraag: voor kinderen die geen VVE-indicatie hebben maar waar wel sprake is van zorg of een zorgvraag wordt een warme overdracht geadviseerd. Geen VVE of zorgvraag: voor kinderen zonder VVE indicatie of zorgvraag volstaat het om het ingevulde overdrachtsformulier digitaal naar de basisschool te sturen. Werkwijze De voorschoolse voorziening vult 3 maanden voordat het kind de leeftijd van 4 jaar bereikt het digitale formulier voor overdracht van de voorschoolse voorziening naar de basisschool in. Het door de pedagogische medewerker ingevulde formulier wordt doorgestuurd naar de ouders die daarmee de overdracht kunnen inzien en het deel voor ouders (digitaal) in het overdrachtsformulier kunnen invullen. Als ouders het ouderdeel van het overdrachtsformulier hebben ingevuld sturen zij het formulier retour naar de pedagogisch medewerker van de locatie. Op de locatie volgt een afspraak tussen de pedagogisch medewerker en de ouders waarin de gehele overdracht wordt besproken/ doorgenomen. Vervolgens vullen de ouders en de pedagogisch medewerker (handmatig) het toestemmingsformulier in en ondertekenen deze. Het toestemmingsformulier wordt bewaard bij de voorschoolse voorziening in de administratie van de kindgegevens. Belangrijk Alle kinderopvangorganisaties die geregistreerde VVE binnen Overbetuwe bieden zijn verantwoordelijk voor het implementeren van de warme overdracht. Hiermee dragen zij bij aan de doorgaande lijn. Het overdrachtsformulier Het overdrachtsformulier is bedoeld om op beknopte wijze de belangrijkste gegevens over een peuter over te dragen van voorschoolse voorzieningen naar de basisschool. Het overdrachtsformulier is niet bedoeld als observatie-instrument of als beoordeling. Het geeft een beschrijving, gebaseerd op de indrukken die een pedagogisch medewerker gedurende een langere periode heeft gekregen over de ontwikkelingsgegevens van een peuter. Het is in principe niet nodig dat een kind daarvoor speciaal wordt geobserveerd. Het kan zijn dat bij het invullen blijkt, dat pedagogisch medewerkers bij bepaalde vragen onvoldoende een beeld hebben van het kind. Dan kan het nodig zijn, om alsnog wat extra aandacht aan het kind te besteden en het formulier daarna aan te vullen. Indien er geen opvallende zaken of bijzonderheden zijn, volstaat een korte maar krachtige informatieoverdracht over het kind. Voor het invullen van het formulier is gekozen voor een open beschrijving van het gedrag van het kind per ontwikkelingsgebied. Hier is voor gekozen omdat zo een totaalbeeld van het kind ontstaat, voor de toekomstige leerkracht wordt duidelijk hoe het kind zich heeft ontwikkeld op de voorschool. Het overdrachtsformulier heeft een belangrijke rol bij vroegtijdige signalering van problemen in de ontwikkeling van kinderen. De aanleiding tot vragen, zorgen en twijfels over de ontwikkeling, kunnen vermeld worden onder ieder ontwikkelingsgebied. Het is soms moeilijk om deze twijfels op papier te zetten, omdat men bang is te snel een stempel te drukken op het kind. Het is belangrijk om al in een vroeg stadium (dus niet pas op het moment van het invullen van het overdrachtsformulier) met de ouders over zorgen en twijfels te praten. De gegevens kunnen dan bijdragen aan het zoeken naar antwoorden op vragen van ouders en pedagogisch medewerkers, zonder dat kostbare tijd verloren gaat. Hierbij kan het consultatiebureau worden ingeschakeld, soms is verdere verwijzing voor onderzoek nodig. Via het overdrachtsformulier kan voor een sluitende vervolgaanpak op de basisschool worden gekozen.
4 van 6
Toelichting bij het invullen Algemene kindgegevens Het formulier begint met achtergrondgegevens over het kind en het gezin, gevolgd door zaken die relevant kunnen zijn voor de overdracht van de peuteropvang en het kinderdagverblijf naar de basisschool. Voor de basisschool is op het voorblad direct al zichtbaar of een kind een VVE-indicatie heeft en of er onderzoeken door derden hebben plaatsgevonden. Deel 1: Eerste indruk van het kind bij 2 jaar en 9 maanden Het gaat erom een beeld te krijgen van het kind in een voor hem of haar nieuwe situatie, dit zal vooral bij de peuteropvang voorkomen omdat kinderen met 2,5 jaar instromen. Het kinderdagverblijf vormt een beeld van het kind wanneer het de leeftijd van 2,5 heeft bereikt. Deel 1 is bedoeld om een indruk te vormen van de ontwikkelingslijn die het kind heeft doorgemaakt op de voorschoolse voorziening.
Functioneren in de groep Voelt het kind zich op zijn/ haar gemak in de groep? Had het kind moeite met wennen? Hoe gaat het met de deelname aan activiteiten? Heeft het kind plezier in spel en andere activiteiten? Zijn er eigen initiatieven en contacten met andere kinderen en volwassenen?
Spraak- taalontwikkeling Spreekt het kind een aantal woorden in de Nederlandse taal? Heeft het kind aandacht voor non-verbale communicatie? Begrijpt het kind wat er gezegd wordt? Kan het kind duidelijk maken wat het wil? Vertelt het kind spontaan?
Motorische ontwikkeling Heeft het kind plezier in bewegen? Hoe is de grove en fijne motoriek?
Spelontwikkeling In welke fase bevindt het kind zich? Hoe gaat het met de ontwikkeling van het fantasiespel, constructiespel en creatieve activiteiten? Is er belangstelling voor nieuwe activiteiten en materialen, voor deelname aan het spel van anderen? Gebruikt het kind taal tijdens de spelactiviteiten?
Deel 2: Ontwikkelingsgegevens van het kind bij 3 jaar en 9 maanden
Algemene indruk Wat zijn kenmerkende karaktereigenschappen van het kind te denken valt aan vrolijk, eigenwijs, nieuwsgierig)
Functioneren in de groep Voelt het kind zich op zijn gemak in de groep? Kan het kind zich redden in een nieuwe groep? Kan het kind delen? Kan het kind zich houden aan de groepsregels?
Beginnende geletterdheid Beginnende geletterdheid is een vroege fase van schriftelijke taalverwerving. Heeft het kind aandacht voor samen (prenten)boeken lezen? Doet het kind aan “alsof” lezen en schrijven? Maakt het kind verschil tussen tekenen en “schrijven”? Vertelt het kind bij een tekening?
Motorische ontwikkeling Grove motoriek Heeft het kind plezier in bewegen? Beweegt het kind zich behendig en soepel? Kan het kind soepel lopen, rennen en springen? Vangt het kind een bal met beide handen? Fijne motoriek Heeft het kind plezier in fijne motorische activiteiten? Kan het kind goed met klein materiaal omgaan? Maakt het kind handbewegingen vanuit de pols? Pakt het kind een potlood met een pincetgreep vast?
Zelfredzaamheid/zelfstandigheid Hierbij valt te denken aan de fysieke en onafhankelijke redzaamheid, bijvoorbeeld zindelijk zijn en alleen een opdracht uitvoeren. Kan het kind zichzelf aan- en uitkleden? Is het kind zindelijk en helpt het zichzelf op de wc? Kan het kind kleine opdrachtjes uitvoeren? (bijv. opruimen) Drinkt en eet het kind zelfstandig?
5 van 6
Sociaal- emotionele ontwikkeling Hierbij valt te denken aan zelfvertrouwen, weerbaarheid, uiten van zijn of haar gevoelens en inleven in een ander, contact zoeken. Neemt het kind zelf initiatief in het contact met de pedagogisch medewerker/andere kinderen? Kan het kind verbaal en door lichaamshouding aangegeven wat het wel/niet wil? Heeft het kind zelfvertrouwen? Kan het kind zich aan afspraken houden?
Speel- werkgedrag: In dit onderdeel zijn cognitieve en creatieve aspecten van de ontwikkeling opgenomen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘betrokken bij’ kringactiviteiten en ‘actief meedoen’. Soms zijn kinderen verlegen en nemen daarom niet zo snel actief deel aan groepsactiviteiten, maar uit hun mimiek en houding kan blijken dat ze wel heel geïnteresseerd en betrokken zijn.
Aandachtspunten voor de basisschool Welke informatie moet de basisschool weten om de overstap voor het kind zo eenvoudig mogelijk te maken. Heeft het kind gebruik gemaakt van extra dagdelen in het kader van VVE? Wat was de reden hiervoor? Is er een handelingsaanpak of handelingsplan voor het kind? (indien aanwezig het handelingsplan meesturen met het overdrachtsformulier) Welke benaderingswijze past bij het kind? Wat werkt wel of wat werkt niet? Zijn er overige zaken die de leerkracht moet weten? Indien er onderzoek is uitgevoerd door externe betrokkenen, graag deze onderzoeksgegevens toevoegen.
Overdrachtsformulier voor ouders In dit onderdeel hebben de ouders de kans om een beschrijving te geven van hoe zij hun kind zien. Dit is van belang om zo het totaalbeeld van het kind compleet te maken.
6 van 6
Overdrachtsformulier van voorschoolse voorziening naar basisschool Gemeente Overbetuwe Gegevens voorschoolse voorziening of stempel plaatsen Naam locatie Straat en huisnummer Postcode en Plaats Naam contactpersoon Werkzaam op dagen
ma
di
Tel. nummer: wo do
vrij
Algemene kindgegevens Naam (voor- en achternaam) Straat en huisnummer Postcode en Woonplaats Telefoon Mailadres Geboortedatum Geboorteplaats In noodgevallen bellen: 1. 2. Naam huisarts
J
M
Telefoonnummer: Telefoonnummer: Telefoonnummer:
Kind kan worden opgehaald door a. Samenstelling gezin b. Plaats van het kind in het gezin c. Welke taal / talen spreekt moeder met het kind? d. Welke taal/ talen spreekt vader met het kind? e. Zijn er medische gegevens bekend? (medicijngebruik, gehoor/ zicht/ allergieën/ overige bijzonderheden)
f.
Maakt het kind of het gezin gebruik van extra voorzieningen? (logopedie, fysiotherapie,
Nee
Ja, namelijk
opvoedondersteuning etc.)
Gegevens over de voorschoolse periode van het kind g. Datum plaatsing op peutercentrum/ kinderdagverblijf h. Aantal dagdelen per week i. Bezoekt het kind (structureel) nog een andere opvangvoorzienig? (kinderdagverblijf, gastouder) j. k.
Heeft het kind een VVE-indicatie consultatiebureau? Wat was de indicatie voor VVE?
van
het
l.
Is er sprake geweest van onderzoek door externen?
(dd-mm-jjjj) Ja, namelijk: Nee Ja, verwijzingsdatum VVE: Nee Ja, welke? Nee
m. Eventuele bijzonderheden m.b.t. plaatsing (VVEindicatie, late start, wijzigingen dagdelen)
7 van 6
Deel 1: Eerste indruk van het kind bij leeftijd van 2 jaar en 9 maanden Invullen 3 maanden na de start op het peutercentrum, bij kinderdagverblijf op de leeftijd van 2,5 jaar. Voor kinderen die starten nadat zij 2,5 jaar zijn invullen drie maanden na startdatum. Ingevuld door Naam medewerker Datum Leeftijd kind Eerste indruk van het kind Algemene indruk Functioneren in de groep Spraak- Taalontwikkeling Motorische ontwikkeling Spelontwikkeling
Deel 2: Ontwikkelingsgegevens van het kind bij 3 jaar en 9 maanden Invullen 3 maanden voordat het kind start op de basisschool. Ingevuld door Naam medewerker Datum 0
Leeftijd kind Ontwikkeling van het kind Algemene indruk Functioneren in de groep Beginnende geletterdheid Motorische ontwikkeling Zelfredzaamheid/ zelfstandigheid Sociaal-emotionele ontwikkeling
8 van 6
Vervolg Ontwikkeling van het kind Spraak- taalontwikkeling
1 2 3
Het kind: - begrijpt wat er gezegd wordt - kan via taal duidelijk maken wat het wil vertellen - is goed verstaanbaar
1
-
Het kind spreekt in meerwoordszinnen: 3 jaar: 3 tot 5 woorden 4 jaar: meer dan 5 woorden
-
Het kind is in staat spontaan en vrijuit tegen de leidster te praten Het kind is in staat spontaan en vrijuit tegen andere kinderen te praten
-
De moedertaal van het kind is
Begint zich (langzaam) te ontwikkelen Nog in ontwikkeling Goed ontwikkeld 2
3
Nederlands Anders namelijk
Indien de moedertaal niet Nederlands is: Sinds wanneer is het kind in contact met de Nederlandse taal? Welke talen worden thuis gesproken? Toelichting spraaktaalontwikkeling: andere moedertaal dan Nederlands: (Begrijpt het kind goed wat er gezegd wordt in de moedertaal? Kan het kind in de moedertaal duidelijk maken wat het wil vertellen? Is het kind goed verstaanbaar in de moedertaal? Is het kind in staat spontaan en vrijuit tegen andere kinderen te praten in de moedertaal?) Eventuele toelichting/ aandachtspunten Speel- en werkgedrag
1 2 3
Het kind: - is betrokken bij liedjes en spelletjes in de kring - doet actief mee met liedjes en spelletjes in de kring - heeft plezier in de activiteit waar het mee bezig is - kiest zelfstandig activiteiten - heeft de wil tot ontdekken - kan aandacht vasthouden bij spel (5/10 min.) - kan een kleine opdracht afmaken - Er zit ontwikkeling in het spel (handelingen worden complexer) - kiest afwisselend - Speelt creatief
1
Begint zich (langzaam) te ontwikkelen Nog in ontwikkeling Goed ontwikkeld 2
3
9 van 6
-
Speelt met fantasie Pakt informatie snel op
Het favoriete speelgoed en de favorieten activiteit van het kind is Toelichting / Aandachtspunten
Aandachtspunten voor de basisschool
10 van 6
Overdrachtsformulier voor ouder(s) / verzorger(s) (van voorschoolse voorziening naar basisschool) Vragenlijst in te vullen door ouder(s)/ verzorger(s) Gegevens invuller (ouder/ verzorger) Naam Ingevuld op (datum) Kindgegevens Voor- en achternaam kind
J
M
Geboortedatum Omschrijving van uw kind Hoe is uw kind? Hoe is de relatie met broertje(s) en/of zusje(s)? Bijzondere gebeurtenissen in het gezin? Gegevens over eventuele vorige peutersopvang en/of kinderdagverblijf?
Vrije tijd Met welke spelletjes/ speelgoed speelt uw kind graag thuis? Neemt uw kind na het peutercentrum/ kinderdagverblijf deel aan activiteiten? Zo ja, welke?
Eventuele bijzonderheden / medische gegevens
Buitenschoolse opvang (BSO) Gaat uw kind gebruik maken van de BSO
ja
nee
Zo ja, welke BSO (naam en adres) Op welke dagen gaat uw kind naar de BSO
ma
di
wo
Op de locatie zal de overdracht met ouders worden besproken toestemmingsformulier voor de overdracht naar de basisschool.
do
en
vrij
tekenen
ouders
het
11 van 6
Toestemmingsformulier ouder(s) / verzorger(s) voor overdracht Dit formulier bewaren bij de kindgegevens in de administratie van de voorschoolse voorziening. In te vullen door pedagogisch medewerker en ouder(s) / verzorger(s).
Ingevuld door (naam medewerker) Datum besproken met ouder(s) of verzorger(s)
(dd-mm-jjjj)
Toestemmingsverklaring De ouder(s) / verzorger(s) geven hierbij toestemming voor: overdracht van dit formulier aan de toekomstige basisschool uitwisseling van informatie betreffende het kind tussen pedagogisch medewerker en de leerkracht overdracht van onderzoeksgegevens van externe betrokkenen Gegevens voorschoolse voorziening Naam kind Geboortedatum kind Naam peutercentrum/ kinderdagverblijf Plaats
Indien bekend: Naam toekomstige basisschool Plaats
Datum Handtekening ouder(s) / verzorger(s)
Handtekening pedagogisch medewerk(st)er
12 van 6