OVERBETUWE CULTUREEL
Cultuurbeleid 2009-2015 Gemeente Overbetuwe Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling April 2009
Colofon Stuurgroep:
Frits Witjes Raymund Peters
Klankbordgroep:
Mortaza Amiri Margreet van den Burg Jos van Doorn Annelies Korten Peer van der Ven
Projectleider:
Paul Rooijackers
Foto’s:
Linelle Deunk Paul Rooijackers
De waarlijk waardevolle dingen ontstaan ondanks de overheid. Alle subsidies, regelingen, en de cultuurnota ten spijt”. (Luppo Klap, Nota bene (fragment), Reisgenoten op dit narrenschip, blz. 31) 2
5. Bibliotheek en media
Inhoudsopgave
28
Voorwoord
4
5.1 Bibliotheek
28
Inleiding
5
5.2 Media (Lokale omroep)
30
Cultuurbeleid in 10 visiepunten
6
1. Uitgangspunten en doelstellingen
7
1.1. Relatie tot de toekomstvisie+
7
1.2. Het belang van cultuur
7
1.3. Taakverdeling rijk, provincie en gemeente
8
1.4. Een analyse op hoofdlijnen
6. Ons cultureel erfgoed
31
6.1 Musea
31
6.2 Archeologische en bouwkundige monumenten
33
6.3 Archieven
34
7. Conclusies, aanbevelingen en financieel overzicht
35
10
1.4.1. Beschrijving van de gemeente
10
1.4.2. Ambitie en doelen
13
1.4.3. Doelgroepen
13
1.4.4. Rol van de gemeente
14
Bijlagen A. 10-puntenplan Rijksoverheid
37
B. Overzicht culturele instellingen
39
C. Verslag cultuurdebat
43
2. Cultuureducatie
15
D. Regio’s Gelderland Cultuurpact
47
3. De kunsten
19
E. Conclusies Cultuurpact
48
3.1. Beeldende kunst
20
3.2. Podiumkunsten
23
4. Evenementen en promotie
26
3
Voorwoord
Ik spreek de hoop en de verwachting uit dat veel inwoners zich aangesproken voelen deel te (gaan) nemen aan het culturele leven van Overbetuwe. Maar ook dat wij erin slagen onze jeugd hierbij te betrekken.
Voor u ligt de nota “ Overbetuwe Cultureel”. In deze nota kunt u lezen dat de gemeente Overbetuwe “bruist” van het culturele leven. Er is veel beweging met evenementen en activiteiten die in de 11 kernen van Overbetuwe plaatsvinden en waaraan iedereen passief of actief kan deelnemen. Velen genieten van muziek, dans, kunst en van ons cultureel erfgoed.
Ik zie de Overbetuwse culturele toekomst met heel veel vertrouwen tegemoet! Frits Witjes
Er is grote betrokkenheid van de vele culturele verenigingen, maar ook van individuele inwoners die ieder op hun eigen wijze invulling geven aan het culturele leven van Overbetuwe. Die betrokkenheid bleek ook uit de grote opkomst tijdens het cultuurdebat in januari vorig jaar. Ook werd daar zichtbaar dat er kansen zijn om het cultuurbeleid verder uit te bouwen en te ontwikkelen. Wat denkt u van de ambitie om onze regio in 2018 het culturele middelpunt van Europa te laten worden? Is dat veel te ambitieus? Misschien wel, maar ik vind dat wij zoveel mogelijk kansen moeten proberen te benutten. Het levert enthousiasme en inspiratie op bij onze inwoners en de bezoekers van Overbetuwe. Dat draagt allemaal bij aan een goed en voor iedereen toegankelijk Overbetuws cultureel leven. Deze cultuurnota poogt daartoe nieuwe impulsen te geven.
Wethouder Cultuur
Natuurlijk hebben wij deze nota niet alleen kunnen maken. Een speciaal woord van dank gaat uit naar de leden van de klankbordgroep die ons, tijdens het proces van de nota, inhoudelijk hebben geadviseerd. De cultuurvisie die wij nu hebben neergelegd is ambitieus. Of wij onze ambities waar kunnen maken hangt af van de keuze van de raad. Een globaal uitvoeringsprogramma (financieel overzicht), wat wij op onderdelen nog verder uitwerken, is daarom toegevoegd. 4
Inleiding
Samen met burgers Het college heeft deze visie ontwikkeld in direct samenspel met een klankbordgroep. Deze groep bestaat uit enkele betrokken inwoners die zelf actief zijn op cultureel gebied. Ook het cultuurdebat dat in januari 2008 heeft plaatsgevonden heeft een waardevolle bijdrage geleverd aan ‘het gesprek’ over cultuur in onze gemeente. Wij zijn enthousiast over deze werkwijze, die al in meerdere beleidsnota’s zijn meerwaarde heeft bewezen.
In het raads- en collegeprogramma hebben wij aangekondigd dat wij in samenspraak met het culturele veld cultuurbeleid gaan ontwikkelen. Wij willen antwoord geven op de vraag op welke wijze wij het culturele leven van Overbetuwe kunnen verrijken. In deze nota geven wij onze visie op cultuurbeleid. Bewust kiezen wij ervoor om geen uitvoerige financiële paragraaf in de nota op te nemen. Wij vinden het principieel en cruciaal om eerst het ambitieniveau van de gemeente Overbetuwe vast te stellen. Op basis daarvan -dus na vaststelling van de cultuurnota in de raad- stellen wij een concreet uitvoeringsprogramma op met een financiële onderbouwing en planning. Voor sommige onderdelen verzoeken wij u wel de middelen via deze nota beschikbaar te stellen. Deze onderdelen zijn opgenomen in hoofdstuk 7 “Financieel overzicht”. Deze cultuurnota is een integrale nota. Dat betekent dat wij de raakvlakken met andere beleidsterreinen in onze afwegingen hebben meegenomen. Wij noemen hierbij recreatie en toerisme, jeugd en jongerenbeleid, onderwijs en educatie, vrijwilligerswerk en thema’s als sociale samenhang en leefbaarheid.
5
Cultuurbeleid in 10 visiepunten
6.
Om amateurkunsten te stimuleren laten wij een cyclus van tentoonstellingen en festivals organiseren.
7.
De bibliotheek maakt mensen wegwijs in het informatietijdperk: door een goed aanbod aan informatie en door te helpen bij het zoeken. De bieb is ook een plek waar mensen kennis maken met diverse vormen van cultuur.
1.
Actief bezig zijn met cultuur, maar ook er passief van genieten, is heel belangrijk voor een gemeenschap. Ontmoeten, ontplooien en ontspannen: cultuur biedt mensen de kans van iets moois te genieten, zichzelf te ontwikkelen en de samenleving op een andere manier te bekijken.
2.
Wij zien een multifunctioneel theater in Elst als belangrijke culturele voorziening voor Overbetuwe.
8.
Wij geven musea geen geld om hen in stand te houden. Wel dragen wij bij aan educatieve projecten van de musea.
3.
Wij willen vooral jongeren vertrouwd maken met allerlei vormen van actieve en passieve kunstbeoefening. Ook mensen met een beperking zijn een belangrijke doelgroep van het cultuurbeleid. Zij kennen hoge drempels voor actieve cultuurbeoefening.
9.
Om kunst in de openbare ruimte te bevorderen, stellen wij de “regeling beeldende kunst” in.
4.
Wij zetten een combinatiefunctionaris in om jongeren mee te laten doen aan cultuur buiten schooltijd. Hij krijgt een budget van € 1.000 per school en werkt samen met het onderwijs, culturele instellingen en professionele kunstenaars.
5.
Bij het bouwen en verbouwen van accommodaties maken wij ook culturele functies mogelijk, waar dat nodig is. Denk aan exposities, kleinschalige optredens, debatten of oefenruimtes.
10. Samenhang en samenwerking binnen cultuur willen wij stimuleren. De weg in het culturele bos vinden is dan een eerste stap. Een cultuurwebsite met verwijzingen naar alle vormen van cultuur, organisaties en instellingen is daar een hulp bij. Wij doen mee aan Cultuurpact Gelderland. Wij geven daarmee een impuls aan regionale contacten en een cultureel netwerk.
6
Uitgangspunten en doelstellingen 1.1
in Overbetuwe. Die binding moet dan ook versterkt worden door goede mogelijkheden te bieden om elkaar te ontmoeten, te sporten of mee te doen aan een andere vorm van vrijetijdsbesteding. Dat kan om bebouwde voorzieningen gaan, maar ook om de inrichting van de openbare ruimte en het internet als digitale ontmoetingsruimte.
Relatie tot de Toekomstvisie+
‘Overbetuwe verbindt…’ is de titel die de toekomstvisie van de gemeente Overbetuwe heeft meegekregen. Het belang van de sociale samenhang binnen de kernen van de gemeente en de verbindingen tussen de mensen binnen onze gemeente loopt als een rode draad door de visie. Het draait altijd om onze inwoners: hoe zij met elkaar omgaan, elkaar opzoeken en vinden; hoe zij zich kunnen ontwikkelen en ontplooien.
1.2
Het belang van cultuur
Het versterken en stimuleren van cultuur is al zijn vormen sluit naadloos aan bij de opgaven in de toekomstvisie. Cultuur is van en voor iedereen. Of je nu naar theater gaat, zelf schildert, de kunstmarkt bezoekt, een museum binnenloopt of muziek maakt bij de harmonie: het is allemaal cultuur. Wat zou een samenleving zijn zonder theater, zonder muziek, zonder kunst? Cultuur in al zijn uitingen is een belangrijk onderdeel van de samenleving en draagt bij aan de kwaliteit van het leven. Het begrip cultuur wordt in deze nota breed opgevat: het heeft te maken met onze Overbetuwse identiteit, met de levenswijze in onze gemeenschap. Maar cultuur omvat vooral beeldende kunst, podiumkunsten, (pop)muziek, film, architectuur, archieven, (archeologisch) erfgoed, literatuur, bibliotheek, kunstzinnige vorming. Voor de gemeente maakt het daarbij niet uit of het om ‘hoge’ kunsten of cultuur gaat of om de populaire kunsten.
De kwaliteiten in de samenleving die Overbetuwe al heeft, wil de gemeente dan ook benutten en verder versterken: het kennen en gekend worden, het ontmoeten, de samenwerking tussen mensen en organisaties. Dat kan door ontmoeting te stimuleren, de maatschappelijke rol van verenigingen en bedrijfsleven verder in te vullen en de formele en informele netwerken er bij te betrekken. Ook stelt de visie als kernopgave om hulp te bieden aan degenen die belemmeringen tegenkomen om mee te kunnen doen aan de samenleving. Want meedoen van inwoners staat voorop. Om mee te kunnen blijven doen wil de gemeente aan alle inwoners, van jong tot oud, de mogelijkheden bieden om te leren en zich te ontwikkelen. In de uitwerking daarvan spelen netwerken een belangrijke rol. Zo kan een sportclub of vereniging een rol spelen bij de aanpak van maatschappelijke opgaven: het maatschappelijk verantwoord verenigingen.
Cultuur biedt schoonheid en het scheppen en ervaren van schoonheid verrijkt ons leven; biedt kansen voor ontmoetingen en integratie en bevordert sociale cohesie. Cultuur is een bindend element voor onze inwoners, ook omdat het uitdrukking geeft aan de eigenheid en authenciteit van Overbetuwe. Ook stimuleert cultuur toerisme en recreatie en breder gezien ook de economie,
Verder ziet de gemeente in de Toekomstvisie+ in het ontmoeten en de cultuur van onze gemeenschap een belangrijk bindend element 7
omdat cultuur mensen aantrekt. Kortom: cultuur maakt de samenleving mooier.
Een cultuurbeleid waarin wij de verrijkende en reflecterende rol van cultuur in al zijn verschijningsvormen zo veel mogelijk stimuleren is van cruciaal belang voor (de toekomst van) Overbetuwe.
Cultuur biedt ook reflectie. Op ons leven, op problemen in onze samenleving, op onze geschiedenis. We lezen een boek van Bernlef en kunnen ons verplaatsen in het leven met een dement iemand. We zien een film van Gore en worden geconfronteerd met de milieucrisis. We kijken naar een toneelstuk van Shakespeare en gaan daardoor nadenken over mechanismen van machtsuitoefening. Cultuuruitingen kunnen een belangrijke rol spelen bij maatschappelijke problemen als de milieucrisis, het alcoholmisbruik door jongeren, het isolement van mensen met beperkingen etc.
Kinderen staan daarin uiteraard centraal: zij zijn onze toekomst. Onze grootste inspanning is er daarom op gericht om kinderen zo uitgebreid mogelijk passief, maar vooral actief, kennis te laten maken met allerlei cultuuruitingen. 1.3
Taakverdeling rijk, provincie en gemeente
Het Rijk, de provincie en de gemeente hebben verschillende taken en verantwoordelijkheden op het gebied van cultuur. Het Rijk heeft belangijke taken in de kwaliteit en de bescherming van de kunsten en het erfgoed. De provincie heeft een meer ondersteunende en faciliterende taak. Gemeenten hebben een grote vrijheid om hun cultuurbeleid zelf vorm te geven.
Cultuur wordt steeds belangrijker, ook door algemene ontwikkelingen als de groeiende behoefte aan ruimte, rust en ontspanning. Toename van vrije tijd maakt beleving en verbeelding belangrijker. Ook stellen mensen meer eisen aan werk en persoonlijk leven, waarbij ‘streven naar geluk’ de richting bepaalt. Cultuur kan daar bij uitstek op aansluiten en invulling aan geven. Wij willen daarom zoveel mogelijk mensen stimuleren zelf met allerlei vormen van cultuur aan de slag te gaan. Daarbinnen willen wij ook promoten dat cultuuruitingen worden gebruikt om te reflecteren op problemen in en van onze Overbetuwse samenleving.
Rijksoverheid In de Wet tot behoud van cultuurbezit, de Wet op specifiek cultuurbeleid, de Monumentenwet, de Museumwet, de Archiefwet, de Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars (WIK), de Mediawet en het Auteursrecht zijn taken en bevoegdheden van overheden omschreven.
De wereld wordt ‘kleiner’. We leven in een globaliserende wereld waarin we met zeer vele en uiteenlopende cutluren te maken krijgen. Om daarmee goed te kunnen omgaan is het van levensbelang om iets te begrijpen van die andere samenlevingen. Cultuur kan daarin een grote rol spelen.
Het kabinet heeft in zijn regeerakkoord een stevige ambitie uitgesproken op het gebied van amateurkunst en cultuureducatie. De Minister van OC&W publiceerde in 2007 een hoofdlijnennotitie met als titel ‘Kunst van leven’. De notitie beschouwt een brede culturele basis als een voorwaarde voor de ontplooiing van talent.
8
Provincie Gelderland
In een 10-puntenplan cultuurparticipatie werkt de minister uit hoe hij de deelname aan cultuur wil vergroten en de basis gaat verbreden (zie bijlage A).
De uitvoering van het provinciale cultuurbeleid is vastgelegd in de nota “Verbindingen 2009-2012”. Cultuureducatie is en blijft de basis voor het provinciale beleid en behoudt de hoogste prioriteit.
Een van deze punten is dat het Rijk vanaf 2008 extra geld beschikbaar stelt voor combinatiefunctionarissen om het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod uit te breiden. De bedoeling is om jongeren tot 18 jaar vertrouwd te maken met sport, kunst en cultuur. In de volgende hoofdstukken geven wij aan hoe Overbetuwe daar gebruik van wil maken en hoe die functionarissen cultuurparticipatie en –educatie kunnen versterken.
De provincies zijn onder meer verantwoordelijk voor de steunfunctie-instellingen. Deze houden zich bezig met het ontwikkelen en begeleiden van projecten, netwerkvorming en advies en het bevorderen van deskundigheid in de regio. Wij noemen bijvoorbeeld Edu-Art (cultuureducatie), de Stichting Gelders Erfgoed, de Stichting Kunst en Cultuur Gelderland (KCG) en als nieuwste loot aan deze stam, het Centrum Beeldende Kunst Gelderland. De gemeente Overbetuwe benut de expertise van deze instellingen zelf of via derden, zoals de scholen.
Ook vindt het Rijk de relatie tussen cultuur en economie van groot belang. Cultuur en creativiteit zijn belangrijke factoren voor de moderne kenniseconomie. Cultuur heeft immers ook indirecte economische effecten: het culturele voorzieningenniveau draagt bij aan de aantrekkelijkheid en het vestigingsklimaat van de gemeente. De gemeente wil daar op inspringen door cultuur als een belangrijke pijler voor de identiteit van de gemeente in te zetten. Wij zien cultuur bovendien als een belangrijk element voor de promotie van Overbetuwe.
Het cultuurbeleid van de Provincie Gelderland is faciliterend en richt zich verder op het Cultuurpact Gelderland, ondersteuning van publieksbereik, participatie van jongeren en amateurs, vrijwilligers en een reeks bijzondere projecten, zoals culturele planologie, erfgoedsite, streektaal, manifestaties en festivals.
Het rijksbeleid sluit goed aan bij de visie van het college van B&W. Wij benutten de mogelijkheden die dit rijksbeleid biedt voor ondersteuning en versterking van ons beleid voor amateurkunst, cultuureducatie, brede scholen, erfgoed en de vernieuwing van de bibliotheekvoorziening in de gemeente.
9
Cultuurpact Gelderland
De projecten kunnen toegepast worden binnen de eigen gemeente en krijgen een lokale invulling als dat nodig is. Het Cultuurpact maakt het mogelijk om projecten te starten die de gemeente anders niet, of tegen hoge kosten, zou kunnen opzetten en uitvoeren. Voorbeelden uit andere regio’s van de afgelopen jaren zijn educatieve programma’s, dansuitvoeringen waarbij ook de educatieve kant belicht wordt, theatervoorstellingen van meerdere gezelschappen, beeldende kunst met de historie als thema, een integratieproject voor mensen met en zonder beperking, een literatuurfestival, brochures en boekwerken voor cultuurpromotie of samenwerkingsprojecten tussen musea.
Drie regio’s in de provincie Gelderland werken al enkele jaren samen op regionaal niveau om in het landelijk gebied kunst en cultuur een extra impuls te geven. Vanaf januari 2009 gebeurt dat onder de naam Cultuurpact Gelderland. De bedoeling is om die samenwerking ook op te zetten in de regio waar Overbetuwe bij hoort. De andere gemeenten van die regio zijn Duiven, Lingewaard, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Wageningen, Westervoort en Zevenaar. De provincie Gelderland is de initiatiefnemer van Cultuurpact en heeft ook de gemeente Overbetuwe gevraagd deel te nemen. Dat betekent dat de gemeente een financiële bijdrage levert van € 0,16 per inwoner, van 2009 tot en met 2012. Het geld is bestemd voor de organisatie en uitvoering van de projecten. De gemeente Overbetuwe heeft inmiddels de intentieovereenkomst ondertekend om hieraan deel te nemen.
1.4
Een analyse op hoofdlijnen
1.4.1 Beschrijving van de gemeente De gemeente met haar elf kernen telt ruim 45.000 inwoners. Overbetuwe heeft een relatief jonge bevolking: 31% is onder de 25 jaar. Er wonen veel gezinnen met jonge kinderen en in sommige kernen is de leeftijdsgroep van 0 tot 15 veel hoger dan gemiddeld. Ook telt Overbetuwe relatief weinig alleenstaanden: 21% tegen 34% landelijk.
Met het Cultuurpact Gelderland wordt geïnvesteerd in de samenwerking tussen gemeenten, instellingen en de provincie. Dat geeft een impuls aan het versterken van cultuurparticipatie en de culturele infrastructuur, regionaal en lokaal. Door het gezamenlijk optrekken is het bijvoorbeeld mogelijk om bij cultuureducatie grotere projecten te organiseren en aan (basis-) scholen aan te bieden. Omdat de projecten bovenlokaal in opzet en uitstraling zijn en de projecten meer “body” krijgen, bereiken zij ook een groter en nieuw publiek.
Overbetuwe is een oud gebied met een rijke historie, de intimiteit van een oer-Hollands rivierenlandschap en verschillende dorpen met een eigen geschiedenis. Deze is in enkele gevallen nog zichtbaar te herleiden tot de Romeinse tijd. Overbetuwe heeft tal van voorzieningen, maar door de samenstelling uit kleinere kernen zijn die meestal kleinschalig. De geografische ligging tussen de steden Arnhem en Nijmegen verbreedt de mogelijkheden voor actieve en passieve deelname
Bijkomend voordeel is dat door het opzetten van deze projecten ook netwerken kunnen ontstaan en dat wij verbindingen kunnen leggen tussen verschillende culturele instellingen. 10
aan culturele activiteiten, omdat stedelijke voorzieningen in de buurgemeenten, zoals theaters, schouwburgen, bioscopen en musea, voor onze inwoners goed bereikbaar zijn. Een referentiekader voor gemeenten om het niveau van het cultuuraanbod te bepalen, is het Ringenmodel van Wijn1, ontworpen door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dit laat zien welke voorzieningen gemeenten tot 30.000 inwoners, van 30.000 tot 90.000 en van 90.000 en daarboven, hebben. Overbetuwe zit qua inwoneraantal in de tweede ring. Het ontstijgt daarmee de eerste ring met ‘basis’-elementen als vormgeving van de openbare ruimte, monumentenzorg, archiefwerk, de bibliotheek en amateurkunst. In de tweede ring worden bijvoorbeeld een jazz- of poppodium, een multifunctionele accommodatie, een instituut voor kunstzinnige vorming en specifieke middelen voor beeldende kunst (percentageregeling, fonds, kunstuitleen) genoemd. In ons cultuurbeleid nemen wij het Ringenmodel ook als kader voor afwegingen over voorzieningen. Omdat Overbetuwe wel een middenpositie inneemt in die tweede ring, moet de behoefte vanuit de samenleving leidend zijn voor de keuzen, ook in relatie tot de regionale voorzieningen. In de volgende hoofdstukken worden de relevante onderdelen van de eerste en tweede ring benoemd. Op de volgende pagina vatten wij sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen voor de cultuur in Overbetuwe samen. Deze analyse is gebaseerd op de uitkomsten van de evaluatie van het subsidiebeleid die in 2007 is gehouden, de conclusies van het cultuurdebat uit januari 2008, de opmerkingen van de leden van de klankbordgroep en de uitvoeringspraktijk van ons huidige culturele leven. 1
Handleiding gemeentelijk cultuurbeleid, uitgeverij VNG, 2003.
11
SWOT-analyse Overbetuwe heeft…
Overbetuwe mist…
•
Een grote verscheidenheid aan cultuuruitingen zoals toneel, muziek, dans, • fotografie, amateur- (maar ook professionele) kunst én evenementen.
•
Een grote betrokkenheid van inwoners en inzet van vrijwilligers in het culturele veld.
•
Een goede culturele infrastructuur. Er is voldoende samenhang van activiteiten en samenwerking en overleg tussen de vele culturele organisaties en de gemeente. Voldoende accommodaties en podia voor culturele activiteiten.
•
Een rijke cultuurhistorie (de gemeente beschikt over veel archeologische en cultuurhistorische waardevolle elementen).
•
Een beleidskader voor kunst in de openbare ruimte.
•
Een aantrekkelijke ligging tussen twee steden (cultuur, toerisme en recreatie).
•
Goede promotie van cultureel Overbetuwe (duidelijker zichtbaar maken, beter communiceren).
•
Prachtige landschappen (de landgoederen/heerlijkheden, uiterwaarden, de Linge en de daarbij behorende vaak eeuwenoude bebouwing).
•
Effectieve samenwerking, verbinding en afstemming op regionaal niveau (b.v. provincie Gelderland, gemeente Lingewaard).
Overbetuwe kan inspelen op…
Overbetuwe moet alert zijn op…
•
De grote betrokkenheid van inwoners en vrijwilligers.
•
Behoud van vrijwilligers en toeloop van nieuwe vrijwilligers (“vinden en binden”, vergrijzing, gebrek aan bestuursleden) en andere ontwikkelingen binnen de culturele verenigingen.
•
Samenwerking tussen cultuur en onderwijs, bibliotheek en kunstenaars.
•
Culturele initiatieven vanuit verenigingen of inwoners.
•
De interesse in de eigen omgeving en de behoefte aan authenticiteit.
•
Subsidiemogelijkheden (Rijk, Provincie, Europa, steunfondsen).
•
De realisatie van Park Lingezegen, waarin mogelijkheden geboden gaan worden voor culturele uitingen.
•
De kwaliteit en duurzaamheid van de bestaande en de te realiseren voorzieningen en accommodaties (verenigingen en publiek verwachten steeds meer kwaliteit).
•
Het Cultuurpact Gelderland en het rijksbeleid.
12
1.4.2 Ambitie en doelen
subsidies aan instellingen en het stellen van subsidievoorwaarden die gericht zijn op deze doelgroepen verlagen we eventuele drempels om mee te doen en stimuleren wij een actieve deelname.
Wat is onze ambitie? De gemeente Overbetuwe kent een grote diversiteit aan cultuur. De gemeente wil dit gevarieerde cultuuraanbod in stand houden en alle kansen benutten om een nog rijker cultureel leven voor haar inwoners (en bezoekers) te realiseren en voor hen mogelijkheden te bieden voor ontmoeting, ontplooiing en ontdekking.
Jeugd Voor jongeren is het van belang om uitgebreid en in de breedte in aanraking te komen met cultuuruitingen, zelf daarin actief te worden en dit te ervaren als een middel om zich te ontwikkelen, zichzelf te verwerkelijken en te groeien naar volwassenheid. Cultuur kan hun vermogen tot zelfreflectie en reflectie op de samenleving versterken.
Cultuur moet voor een breed publiek toegankelijk zijn en de bevolking moet in de breedte mee kunnen doen aan cultuur. De gemeente richt zich op alle inwoners, maar speciale doelgroepen zijn daarbij jeugd en mensen met beperkingen.
Culturele creativiteit en energie van jeugd heeft ruimte nodig om te groeien. Wij zien een dringende behoefte aan – kleinschalige – podia en oefenruimten voor (pop)muziek, theater en andere creatieve vormgeving. Of zoals de nota Jeugdbeleid het zegt: “Sport en cultuur zijn bij uitstek manieren om contact te krijgen met jongeren en ze lekker en positief bezig te laten zijn. Oefenruimte is belangrijk, voor beide”.
Doelstellingen De gemeente Overbetuwe stelt zich met deze visie en ambitie het volgende ten doel: • Cultuureducatie stimuleren als belangrijke voorwaarde voor (toekomstige) cultuurdeelname; • het bieden van zoveel mogelijk mogelijkheden tot ontplooiing en zingeving; • het zichtbaar maken van alle culturele uitingen en het ontsluiten van ons cultureel erfgoed; • het stimuleren van culturele activiteiten en evenementen; • het organiseren van een goede culturele infrastructuur; • het zorgen voor voldoende podia en accommodaties voor cultuurbeoefening.
Mensen met beperkingen2 Mensen met verstandelijke, lichamelijke of psychische handicaps ervaren grote drempels om actief of zelfs maar passief aan het culturele leven deel te nemen. Tegelijk is voor hen het belang van deelname groter. Door hun beperking hebben ze vaak immers veel minder mogelijkheden om zichzelf te verwerkelijken. Wij willen daarom culturele instellingen (financiële) ondersteuning geven als zij in hun aanbod rekening houden met gehandicapten of andere WMO-doelgroepen.
1.4.3 Doelgroepen Zoals aangegeven is de jeugd een belangrijke doelgroep van het cultuurbeleid. Daarnaast besteden wij speciale aandacht aan mensen met een probleem of beperking. Door het toekennen van
2
Mensen met een lichamelijke danwel verstandelijke beperking of een chronisch psychisch probleem en mensen met een psycho-sociaal probleem (art. 1.1 WMO)
13
De gemeente levert graag een positieve bijdrage aan de realisering van aanbod voor deze doelgroepen of voor aanpassingen die het mogelijk maken dat zij gebruik kunnen maken van het reguliere aanbod. Bij de verschillende onderdelen doen we hiervoor voorstellen.
•
•
1.4.4 Rol van de gemeente Als gemeente hebben we maar een klein aantal verplichte wettelijke taken op het gebied van cultuurbeleid (voortvloeiend uit de Monumentenwet, de Archiefwet, de Mediawet en de WIK3). Voor het grootste deel kunnen wij zelf bepalen hoe wij onze taak op het gebied van cultuur zien én hoe wij deze invullen. In de taakverdeling tussen Rijk, provincie en gemeente hebben wij de zorg (dus niet de plicht) voor:
• •
•
• •
het financieren van die voorzieningen die wij voor de culturele infrastructuur noodzakelijk achten (musea, bibliotheek, lokale omroep en dergelijke); het subsidiëren van activiteiten op het gebied van onder meer beeldende kunst, amateurkunst en cultuureducatie; het in stand houden van podiumkunstaccommodaties.
•
Overbetuwe heeft veel verenigingen vanuit de cultuur, met veel activiteiten, waar ook vrijwilligers een belangrijke rol in spelen. Het blijkt echter moeilijk de continuïteit vast te houden. Ook in Overbetuwe blijken steeds minder mensen bereid zich langdurig en intensief te willen bezighouden met vrijwilligerswerk. De gemeente kan daarbij een rol spelen:
door samenwerking tussen al die organisaties te verbeteren (bijv. afstemming van voorstellingen, het samen aanpakken van gedeelde problemen); door informatie over cultuur te bundelen en centraal te ontsluiten. Daarvoor richten wij een website op die links bevat naar websites van culturele organisaties, verenigingen en instellingen die met cultuur in Overbetuwe te maken hebben. Daarbij valt te denken aan het concept van de ‘startpagina’. Wij stellen voor om die pagina binnen de gemeentelijke website op te bouwen, omdat de website ook nu al verwijst naar een aantal instellingen. Ook bezoekers van buiten de gemeente zoeken vaak op naam van de gemeente en dus via de gemeentelijke website; door via het Steunpunt Vrijwilligerswerk het gemeentelijke vrijwilligersbeleid te ontwikkelen; door het promoten van cultuuruitingen naar onze bewoners. Bijvoorbeeld door het initiëren en faciliteren van een (jaarlijkse) “Maak kennis met cultuur-markt” waarop alle culturele verenigingen in de gemeente zich kunnen presenteren. Ook het instellen van cultuurprijzen is daarvoor een middel; door deel te nemen aan het Cultuurpact Gelderland. Samenwerking op regionaal niveau versterkt immers de culturele infrastructuur en maakt projecten mogelijk, die een meerwaarde geven aan de cultuur in Overbetuwe.
In de volgende hoofdstukken gaan we in op de verschillende elementen van cultuur in Overbetuwe en de manier waarop wij die willen versterken om te komen tot de hierboven omschreven doelen.
3
WIK staat voor Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars, Arnhem voert deze regeling voor ons uit.
14
Cultuureducatie
2008 hebben 18 van de 22 scholen (82%) op verzoek een subsidiebijdrage ontvangen.
Eén van de belangrijkste doelen van het cultuurbeleid is om de Overbetuwse inwoners zo uitgebreid mogelijk kennis te laten maken met cultuur in al zijn verschijningsvormen. Cultuureducatie speelt daarin een centrale rol. Cultuureducatie omvat alle educatieve activiteiten die beogen vooral de jeugd in contact te brengen met cultuuruitingen. Om mee te doen, om die te beleven of erover na te denken.
De scholen in Overbetuwe maken in veel gevallen gebruik van de diensten van Edu-Art Gelderland. Edu-Art biedt de scholen een kunstmenu aan waardoor alle leerlingen tijdens hun schoolloopbaan met alle kunstdisciplines (beeldende vorming, drama/toneel, fotografie/audiovisuele vorming, dans, muziek en literatuur) in aanraking komen. Binnen het kunstmenu kunnen scholen kiezen voor een combinatie van passieve én actieve vormen van één van de kunstdisciplines. Op grond van provinciale besluitvorming gaat Edu-Art in plaats van een uitvoerende rol meer een intermediaire rol vervullen. Zij worden daarmee meer een adviesbureau dan een organisator van cultuureducatie. Er zijn echter meer aanbieders op de markt die vormen van kunstmenu’s aanbieden aan scholen. De gemeente gaat zich het komende jaar beraden op de rol die zij tussen scholen en aanbieders kan spelen. Scholen gebruiken niet alleen de diensten van Edu-Art en andere aanbieders, maar gaan ook zelf met leerlingen naar diverse musea, bioscoop en theater. Of zij maken zelf theatervoorstellingen of musicals op school en voeren projecten uit op het gebied van toneel, dans, fotografie, educatieve programma’s van de bibliotheek en zo meer. Al deze activiteiten komen in aanmerking voor de genoemde gemeentelijke subsidiebijdrage van ongeveer € 2,00 per leerling.
Hoe is het nu? Basisonderwijs Vanuit het Rijk hebben de scholen de opdracht om een aantal kerndoelen te behalen op het gebied van cultuureducatie. Hiervoor ontvangt het basisonderwijs van het Rijk per jaar een klein vast bedrag per school en € 3,82 per leerling voor culturele vorming (prijspeil 2008, wordt jaarlijks geïndexeerd). Sinds 2008 geldt een extra bedrag van € 10,90 per leerling per jaar voor alle basisscholen op grond van de “Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs”. Met dit rijksgeld kunnen scholen culturele voorstellingen bezoeken of zelf culturele activiteiten organiseren. Deze regeling geldt in elk geval nog tot en met schooljaar 2010-2011. De gemeente ondersteunt programma’s voor cultuureducatie door de basisscholen, op verzoek en onder voorwaarden, een maximale subsidie van 50% van de oorspronkelijke rijksbijdrage per leerling van € 3,82 per schooljaar te verstrekken. Dit is dus nog geen € 2,00 per leerling. De scholen vragen deze subsidie aan voor de culturele activiteiten die zij in een schooljaar hebben uitgevoerd. Dankzij een actieve oproep van onze kant vragen steeds meer scholen jaarlijks de subsidie voor cultuureducatie aan. Voor het schooljaar 2007-
Voortgezet onderwijs Met ingang van het schooljaar 2008-2009 krijgen alle jongeren in het voortgezet onderwijs een cultuurkaart met een ‘webbased’ tegoed van € 15,00 dat ze kunnen besteden aan culturele activiteiten. Ook geeft de kaart korting op culturele activiteiten. 15
Een docent kan bepalen of het tegoed individueel of collectief (klassikaal) wordt besteed. De nieuwe kaart is niet meer gekoppeld aan het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming. Per leerling is in het VO dus ongeveer evenveel geld beschikbaar als in het basisonderwijs.
Mensen met beperkingen Overbetuwse (jonge) inwoners met een beperking verdienen speciale aandacht om te zorgen dat zij actief kunnen deelnemen aan het culturele leven. In het programma Volwasseneneducatie 2009 geeft het Rijn IJssel College cursussen aan mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij is ook aandacht voor drama (in 2008 65 deelnemers). Daarnaast organiseert STUW een soos voor mensen met een verstandelijke handicap, aangevuld met korte culturele activiteitenblokken.
Volwassenen Cultuureducatie speelt ook een grote rol in de vrijetijdsbesteding van veel volwassen Nederlanders. Een groot deel van de amateurkunstenaars volgt scholing om hun kwaliteit te verbeteren. Actieve kunstbeoefening – zélf tekenen, dansen, schrijven, toneelspelen, filmen – in combinatie met passieve kunstbeoefening in de vorm van bezoeken aan theater, dans, film en tentoonstellingen én reflectie hierop is voor cultuureducatie een perfecte combinatie. Binnen de gemeente zijn vele mogelijkheden om cursussen te volgen. Daarnaast nemen onze inwoners ook deel aan het aanbod in Arnhem en Nijmegen en andere omliggende plaatsen.
Wij geven subsidie aan ‘De Klup’ voor activiteiten voor verstandelijk gehandicapten. Ook culturele activiteiten horen daar bij. Verenigingen kunnen ook een bedrag per gehandicapt lid krijgen. Met die subsidie stimuleert de gemeente dat zij mensen met een beperking opnemen in hun vereniging. Op dit moment zijn er geen culturele verenigingen die gebruik maken van deze subsidieregeling. Het speciaal onderwijs maakt gebruik van de middelen die de locatiegemeente beschikbaar stelt voor cultuureducatie. Op dit moment hebben wij niet in beeld wat er op deze scholen gebeurt en of dit toereikend is. De Vlinderboom in Lingewaard (met veel Overbetuwse leerlingen) meldde tevreden te zijn met het huidige aanbod dat zij via Edu-Art krijgen.
Culturele verenigingen Veel jeugd maakt kennis met cultuureducatie door lid te zijn van een culturele vereniging. Kinderen leren bijvoorbeeld dansen, zingen en toneelspelen op een van musicalverenigingen in de gemeente of ze leren kleien en tekenen bij een van de creatieve verenigingen. Om het aantal jeugdleden dat deelneemt aan deze activiteiten te stimuleren, krijgen deze verenigingen een subsidie per jeugdlid. Ook via deze weg proberen wij verenigingen te bewegen om zich in te zetten voor de jeugd en hen voldoende uitdaging aan te bieden op welk cultureel vlak dan ook.
16
Gemeentelijk beleid tot 2015 Basisonderwijs De gemeente vindt het belangrijk dat kinderen die de basisschool verlaten in elk geval kennis hebben van de kunstdisciplines beeldende vorming, drama/toneel, fotografie/audiovisuele vorming, dans, muziek en literatuur; maar vooral dat zij er actief mee in aanraking zijn gekomen. Wij handhaven het subsidiebedrag per leerling t.b.v. culturele vorming. Wij willen verder kijken naar nieuwe manieren om actieve cultuurdeelname door jongeren te stimuleren.
Het is dus redelijk om een van de vier functionarissen speciaal in te zetten voor de sector cultuur4. Wij passen daarbij de volgende randvoorwaarden toe: • de combinatiefunctionaris werkt samen met de culturele verenigingen, alle 22 basisscholen en de 3 scholen voor voortgezet onderwijs in onze gemeente; • per school stellen wij een budget beschikbaar van € 1.000. Dit budget zetten wij in om actieve vormen van cultuurbeoefening te stimuleren. Voorwaarde is dat de school een opgeleide interne cultuurcoördinator heeft, waar de combinatiefunctionaris mee kan samenwerken; • de combinatiefunctionaris betrekt waar mogelijk beroepskunstenaars bij het project; • de combinatiefunctionaris onderzoekt de mogelijkheden om kinderen die uit de betreffende kern naar het speciaal onderwijs gaan, bij projecten te betrekken. Na twee jaar bezien wij of de formatie toereikend is5.
Wij willen hierbij gebruik maken van de combinatiefunctionarissen. Deze moeten in samenwerking tussen school en culturele verenigingen actieve kunstbeoefening onder jongeren stimuleren. Hierbij kan ook een aanzet gegeven worden tot het ‘maatschappelijk verantwoord verenigen’: wij denken dat verenigingen meer betekenis voor onze samenleving krijgen, wanneer zij zich ook meer naar buiten richten. Contacten met onderwijsinstellingen, organisaties voor kinderopvang, welzijnsinstellingen, ouderenorganisaties, dragen bij aan het realiseren van de door ons beoogde effecten en dragen tegelijkertijd bij aan het versterken van de verenigingen. Overbetuwe kan rijksgelden voor vier combinatiefunctionarissen krijgen. Wij hebben niet goed in beeld hoeveel jongeren na schooltijd actief aan culturele activiteiten meedoen. Maar het zijn er waarschijnlijk veel minder dan de tachtig procent van de jongeren die in georganiseerd verband aan sport doen. Voor de ontplooiing van jongeren is actieve cultuurbeoefening zeker zo belangrijk als sportdeelname.
Voortgezet onderwijs In hun middelbare schooltijd maken jongeren een complexe ontwikkeling door en worden zij met veel problemen geconfronteerd. Wij vinden het belangrijk dat ook middelbare scholieren de kans krijgen daar op te reflecteren door actieve cultuurbeoefening. Wij willen daarom de combinatiefunctionaris ook voor het voortgezet onderwijs inschakelen.
4
Het Rijk vraagt bij de regeling om ‘rekening te houden’ met de herkomst van de budgetten voor de combinatiefunctionarissen. Dat zou betekenen 10% voor cultuur. Het is echter niet meer dan een richtlijn, waarvan we beredeneerd kunnen afwijken. 5 De functionaris heeft nu ruim een uur per week per school. Het hoeft geen betoog dat dit niet ruim bemeten is. Maar hij/zij hoeft natuurlijk niet voor elke school iets nieuws te verzinnen.
17
Op dit moment hebben wij geen volledig beeld van wat middelbare scholen aan actieve cultuurbeoefening doen en welke cursussen de jongeren op eigen initiatief volgen. In de eerste fase kan de combinatiefunctionaris dat beeld verbeteren. Volwassenen Cultuureducatie bij volwassenen vraagt ons inziens niet om een directe extra stimulans vanuit de gemeente. Daarmee borduren wij voort op ons huidige beleid, dat volwassenen in staat worden geacht hun eigen activiteiten te bekostigen. Indirect komt het stimuleren van ons cultuurklimaat natuurlijk ook de cultuureducatie bij volwassenen ten goede. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van festivals voor koren en toneelverenigingen en het investeren in goede accommodaties en podia. Culturele verenigingen Wij zetten het subsidiebeleid waarbij culturele verenigingen een bedrag per jeugdlid krijgen voort. Mensen met beperkingen Zoals aangegeven willen wij de combinatiefunctionaris ook een relatie laten leggen met het speciaal onderwijs, om te kijken of hun Overbetuwse leerlingen kunnen deelnemen aan de naschoolse activiteiten. Op basis van de ervaringen die we daarmee opdoen kunnen wij bezien of wij het cultuureducatieaanbod voor mensen met een beperking nog moeten uitbreiden. Wij stellen in het kader van de WMO een budget beschikbaar (ook voor het sportbeleid) waar verenigingen uit kunnen putten voor kosten die ze maken voor integratie van mensen met beperkingen. Daarbij valt te denken aan kadertraining, begeleiding vrijwilligers, aanpassing accommodatie en speciale benodigdheden.
Tielsestraat 136
18
De kunsten Wij hebben het begrip ‘kunsten’ ingedeeld in twee paragrafen, de beeldende kunsten en podiumkunsten. Bij de beeldende kunsten is verder een onderscheid gemaakt in amateurkunst en professionele kunst. Amateurkunst is belangrijk voor de samenleving. Bij verenigingen, maar ook door kunstbeoefening in lesverband en uitvoeringen, komen veel mensen bij elkaar om hun gedeelde passie of interesse te beoefenen. Amateurkunst draagt dus bij aan de sociale cohesie binnen de kern en is een goede manier voor ontmoeting en zelfontplooiing. Door het creëren van artistieke producten verrijkt het ook de samenleving. Er blijken, landelijk gezien, verrassend veel mensen bezig te zijn met een van de vormen van amateurkunst. Kunstfactor, het sectorinstituut voor amateurkunst, gaat uit van 5,5 miljoen amateurkunstenaars! Ook in Overbetuwe zijn duizenden inwoners met amateurkunst bezig, maar het grootste deel van deze kunstbeoefening is niet zichtbaar. De tentoonstelling in 2006 in de Werenfriduskerk in Elst geeft wel een indruk van de hoeveelheid mensen die bezig is met kunst: de kunstenaars stonden in de rij om hun kunstwerken te vertonen. Ook de grote belangstelling voor de kunstroutes in Zetten en Valburg en de kunstmarkt in Elst laat zien, dat kunst in Overbetuwe leeft. Een kunstenaar wil doen, leren en laten zien. Daarvoor zijn nodig: faciliteiten, begeleiding, educatie, een netwerk, informatie, publiek en subsidie. Voor alle kunsten geldt dan ook dat het beleid op deze aspecten bekeken moet worden en dat wij moeten bepalen welke rol de gemeente daarin speelt. 19
3.1 Beeldende kunst
Gemeentelijk beleid tot 2015 Wij willen stimuleren dat zoveel mogelijk mensen aan beeldende kunst doen, waarbij de nadruk op de jeugd ligt. Cultuurparticipatie staat daarbij voorop. Het gaat dus vooral om het meedoen en de binding, niet zozeer om het verhogen van de kwaliteit van de kunsten.
Onder beeldende kunsten verstaan wij het werken met verf, klei, steen, hout, glas, metaal en dergelijke, maar ook het werken met beelden (foto's, video). Wij onderscheiden amateuristische en professionele beeldende kunst. Amateuristische beeldende kunst
Jongeren moeten wij niet alleen benaderen in de traditionele vormen van beeldende kunst. De gemeente gaat inspelen op nieuwe kunstvormen die de jeugd aanspreekt en gebruikt, bijvoorbeeld nieuwe media als Internet, gamedesign en digitale audiovisuele technieken.
Hoe is het nu? In de beeldende kunst treffen wij volgens onderzoeksbureau Motivaction een individualistische groep, omdat 80% bij voorkeur alleen werkt. Iets moois maken, lekker bezig zijn en uitdrukken wat je bezighoudt zijn de belangrijkste motivaties. Doel is dan ook daaraan bij te dragen: mogelijkheden scheppen om te doen, te leren en te laten zien.
De gemeente stimuleert verbindingen tussen verschillende vormen van kunsten en benut kansen om die verbindingen te leggen. Amateurkunst leent zich goed om aan te haken bij het erfgoed van de gemeente. Zo kan de Open Monumentendag gekoppeld worden aan beeldende kunst, waarbij amateurkunstenaars items uit het erfgoed tot onderwerp van hun kunsten maken en exposeren in de monumenten.
Een goed cijfermatig zicht op de hoeveelheid mensen die deze kunstvorm beoefenen, ontbreekt. Er zijn twee creativiteitscentra, in Elst en in Zetten. Deze ontvangen jaarlijks een gemeentelijke subsidie op basis van het aantal jeugdcursisten. In 2008 waren er respectievelijk 23 en 28 jeugddeelnemers.
1. Faciliteiten De gemeente wil voldoende mogelijkheden bieden voor kunstenaars om hun kunsten te beoefenen, zich erin te bekwamen en te vertonen. De gemeente stimuleert en ondersteunt initiatieven daartoe.
Zowel in Zetten als in Valburg wordt elke twee jaar een kunstroute gehouden, waarbij amateur- en professionele kunstenaars hun huizen openstellen voor bezoekers en belangstellenden om hun werk te bekijken. In Elst vindt jaarlijks een kunstmarkt plaats. Kunstroutes en kunstmarkt ontvangen een gemeentelijke subsidie.
•
20
De gemeente gaat peilen of er behoefte is aan ateliers en werkruimten. Als die er is, willen wij ‘ruimte voor creatie’ scheppen door in bestaande ruimten rekening te houden met deze vraag.
•
•
•
•
De gemeente stimuleert het aanbod van podia waar mensen kunnen exposeren, juist ook in wijk of buurt. Waar multifunctioneel gebruik van ruimten mogelijk is, wil de gemeente ook cultuur een plek geven. Wij zoeken samenwerking met de bibliotheek, als drager van cultuur. Wij zoeken mogelijkheden in de huidige gemeentehuizen voor tijdelijke exposities; in het nieuwe ‘Huis der gemeente’ scheppen wij permanente gelegenheid voor het exposeren van kunstwerken. Wij nemen het initiatief om eenmaal in de twee jaar een gemeentelijke kunsttentoonstelling te laten organiseren afwisselend voor jeugd en voor volwassenen met een steeds wisselend thema. Thema’s kiezen wij zo dat zij bijdragen aan het uitdrukken van de identiteit van Overbetuwe. Ook aan deze tentoonstelling verbindt de gemeente een prijs. Wij willen dat de lokale amateurkunstuitleen met werk van lokale amateurkunstenaars uitgebreid wordt. Dat moet op meer plekken in Overbetuwe mogelijk zijn, op een laagdrempelige manier. Daarmee wordt kunst uitgewisseld en zichtbaar voor velen, terwijl ook de identiteit van Overbetuwe verder vorm gegeven wordt.
3. Subsidie • Het verlenen van subsidies moet gericht zijn op het vergroten van het bereik, zeker bij jongeren. Omdat beeldende kunsten minder in verenigingsverband uitgeoefend worden en omdat jongeren eerder de neiging hebben meer per project bezig te zijn, moeten ook eenmalige projectsubsidies tot de mogelijkheden gaan behoren. • Speciale aandacht is nodig voor het deelnemen aan creatieve cursussen door mensen met een beperking. Verenigingen of clubs waar gehandicapten deelnemen aan een cursus, kunnen een subsidie van € 62,40 per gehandicapte deelnemer ontvangen. Deze subsidie gaat ook voor de creatieve cursussen gelden. Waar dat nodig is, bieden wij docenten een scholing aan voor het omgaan met mensen met een beperking. 4. Centrale informatie • Informatie over en mogelijkheden voor beeldende kunsten sluiten aan bij een digitaal cultureel informatiepunt. De op te richten website zal ook deze informatie moeten bevatten.
2. Leren en Cultuureducatie • In cultuureducatie moeten ook de beeldende kunsten een rol spelen. Kennismaken en actief doen staan daarbij voorop. • De gemeente wil dat ook professionele kunstenaars een rol krijgen in die educatie. • In de cultuureducatie vervult de combinatiefunctionaris een grote rol. Ons beleid voor cultuureducatie is in hoofdstuk 2 uitgebreid beschreven.
21
Professionele beeldende kunst
De kunstadviescommissie speelt een grote rol in de kunst in de openbare ruimte. Wij vragen hen, binnen vooraf gestelde kaders, om advies, maar de commissie kan ook ongevraagd advies geven over kunst in de openbare ruimte.
Hoe is het nu? Naast een aantal professionele kunstenaars heeft de gemeente ook kunstgaleries/beeldentuinen binnen haar grenzen: De Sleedoorn in Zetten en Het Klaphek in Randwijk. Galerie De Sleedoorn heeft ook een kunstuitleen. Deze galeries ontvangen geen gemeentelijke ondersteuning. De groep kunstliefhebbers die bij een kunstuitleen terecht wil, kan ook terecht in Arnhem of Nijmegen, bij de kunstuitleen van het Centrum Beeldende Kunst Gelderland. Er is geen beleid voor professionele kunst in Overbetuwe en wij kennen dan ook geen financiële ondersteuningsmogelijkheden voor professionele kunstenaars. De rol van de gemeente op dit terrein is beperkt; de ondersteuning van professionele kunstenaars is namelijk vooral landelijk beleid.
Gemeentelijk beleid tot 2015 De gemeente wil stimuleren dat de inwoners meer in contact komen met professionele kunst. Kunst in openbare ruimte Het plaatsen van kunstwerken in de openbare ruimte moet daarom niet alleen gekoppeld worden aan bouwprojecten, maar gebeuren vanuit een visie op de spreiding van openbare kunst in de gemeente. Wij stellen daarvoor een ‘Masterplan Beeldende Kunst’ op.
De gemeente speelt wel een rol door het aankopen van kunstwerken voor de openbare ruimte. Beeldende kunst versterkt de kwaliteit van de openbare ruimte, brengt inwoners met kunst in contact en kan ook de identiteit van een buurt, wijk of kern mee bepalen. Daarom verstrekt de gemeente kunstopdrachten aan professionele kunstenaars waarbij wij de kunstadviescommissie om advies vragen. De bestaande kunst in de openbare ruimte, inclusief de monumenten, is geïnventariseerd.
De gemeente geeft minimaal één kunstopdracht per jaar. Bij het realiseren van kunstwerken willen wij bewoners en zo mogelijk ook jongeren betrekken. De Kunstadviescommissie kan de rol om ongevraagd advies te geven, nadrukkelijker op zich nemen. De gemeente wil de commissie een bredere rol geven en inzetten bij gemeentelijke vraagstukken die passen binnen dit kunstbeleid. Omdat de commissie op die manier een rol krijgt in de kwaliteit en waardering van de woon- en werkomgeving van onze inwoners, moet ook per (bouw-)project bekeken worden of wij de commissie niet in een eerder stadium kunnen betrekken bij de ontwikkeling. Daardoor wordt kunst meer een onderdeel van de omgeving en niet alleen een ‘verfraaiing’ van de ruimte achteraf.
Kunstadviescommissie Overbetuwe heeft een kunstadviescommissie, met als doelstelling: het adviseren over de aanschaf van kunstwerken, het bevorderen van het openbaar kunstbezit, het in contact brengen van de bevolking van de gemeente met kunst en het bevorderen van de relatie tussen beeldende kunst en de omgeving.
22
Hoe is het nu? Binnen de gemeente Overbetuwe zijn er veel initiatieven op het gebied van amateuristische podiumkunsten (zie bijlage B). Met een muziekvereniging in bijna elke kern, ruim 35 koren en zangverenigingen, meer dan 10 toneelgezelschappen, een streekballetschool, een volksdansgroep en diverse muziekopleidingsinstituten zijn alle vormen van podiumkunst in meer of mindere mate vertegenwoordigd. Veel beoefenaars van podiumkunsten zijn individueel of als groep thuis bezig, bijvoorbeeld bij popmuziek. Via het verenigingsleven wordt dus lang niet iedereen bereikt. Ook heeft juist de jeugd de neiging minder bij verenigingen aan te sluiten en meer op projecten gericht te zijn.
Regeling beeldende kunst Om kunst in de openbare ruimte te bekostigen verzoeken wij u een structureel budget ad € 50.000,- beschikbaar te stellen. Hiermee kunnen wij kunstprojecten in de openbare ruimte realiseren. Overigens willen wij deze regeling ook openstellen voor andere kunst- en cultuuruitingen zoals een opdracht voor het ontwikkelen van een balletvoorstelling, het componeren van een muziekstuk en/of het schrijven van een toneelstuk. Kunsteducatie Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 willen wij de samenwerking tussen professionele kunstenaars en het onderwijs versterken. Wij willen hen ook stimuleren om les te geven aan WMO-doelgroepen.
Subsidie Veel verenigingen op het gebied van amateurkunst ontvangen gemeentelijke steun in de vorm van een (jeugd-)subsidie. De streekballetschool ontvangt subsidie op basis van het aantal jeugdleden. De muziekverenigingen ontvangen een gemeentelijke subsidie gebaseerd op het aantal jeugdleden én het aantal jeugdleden dat muziekonderwijs volgt (143 leden), aangevuld met een basisbedrag.
Exposities Ook het exposeren van professionele kunst wil de gemeente stimuleren (bijvoorbeeld in het eigen gemeentehuis). De gemeente inventariseert of er geschikte ruimten te bieden zijn en welke partners daarbij nodig zijn. 3.2 De podiumkunsten Onder podiumkunsten verstaan wij acteren, toneelspelen, zingen, dansen en muziek maken. Lekker bezig zijn en gezelligheid zijn de motieven die de beoefenaars het meest noemen. Podiumkunst in verenigings- of groepsverband zorgt voor een sterke samenhang tussen burgers en is van grote betekenis voor de passieve of actieve cultuurdeelname van de bevolking. De gemeente richt zich dan ook op het ontmoeten en zich kunnen ontplooien.
Koren, zang- en toneelverenigingen kunnen, onder voorwaarden, subsidie ontvangen, maar de kleine financiële bijdrage moet niet gezien worden als een substantiële bijdrage in de kosten van een optreden. In 2008 is € 2704,- subsidie gegeven voor 26 theater- en kooroptredens. Deze “blijk van waardering” wordt wel op prijs gesteld. Wat ontbreekt? Volgens de SWOT-analyse ontbreekt een goede culturele infrastructuur in Overbetuwe. Dat wil zeggen in samenhang en in 23
samenwerking, maar ook fysiek, omdat er niet voldoende accommodaties en podia zijn voor culturele activiteiten. Volgens het Ringenmodel zou er een poppodium aanwezig mogen zijn in een gemeente van onze grootte. Met de Nota Jeugdbeleid 2008-2011”It takes a village to raise a child” is al vastgesteld dat er behoefte is aan culturele ruimten: podia en oefenruimte. Deze ruimten hoeven natuurlijk niet tot de jeugd beperkt te blijven, maar moeten wel voor die leeftijdsgroep geschikt zijn.
1. Theater • De gemeente heeft behoefte aan een theater: voor actieve en passieve cultuurparticipatie, voor amateurkunst en als theater met een professioneel programma (met een aanbod dat niet in de grote schouwburgen in Arnhem en Nijmegen komt). Zo’n theater moet een brede functie hebben: behalve het aanbod aan professionele voorstellingen biedt het een podium aan amateurkunst uit de eigen gemeente. Verder moet het theater mogelijkheden bieden voor groepen binnen onze gemeente om te oefenen. Ook willen wij dat het theater een rol speelt in cultuureducatie, bijvoorbeeld door een koppeling te leggen met kinder- en jeugdtheater. Op die manier is het theater niet zomaar een podium voor voorstellingen, maar wordt het een centrum voor podiumkunsten, een verzamelgebouw voor kunst.
De gemeente Overbetuwe heeft geen theatervoorziening. Voorstellingen van dans, toneel en muziek vinden plaats in zalen van horeca-ondernemers, gemeenschapshuizen, sociaal-culturele centra of incidenteel op plaatsen waar een podium aanwezig is, bijvoorbeeld in (brede) scholen.
2. Andere faciliteiten • De gemeente wil in elke kern een basisvoorziening culturele ruimten, waar nadrukkelijk ook de jeugd terecht kan. Waar mogelijk zoeken wij combinaties met andere functies of met bijvoorbeeld de culturele vorming op (brede) scholen. • De gemeente bevordert dat amateurgezelschappen kunnen beschikken over kwalitatief goede kleinschalige podia en voldoende repetitie- en oefenruimten. Dit betekent een gemeentelijke investering in geschikte accommodaties of het benutten van bestaande. Bij de ontwikkelingen van de accommodaties in de verschillende kernen speelt de gemeente in op de gebruiksmogelijkheden voor de podiumkunsten. Daarbij nemen wij ook de wensen van de jeugd in plannen op. In de nota accommodatiebeleid werken wij dit verder uit. • Ook bij de podiumkunsten, stimuleert het spelen op festivals of concerten kunstenaars. Daarom stellen wij voor een cyclus van
Gemeentelijk beleid tot 2015 “Overbetuwe laat van zich horen”. Overbetuwe moet een gemeente zijn waar juist de jeugd gelegenheid krijgt om zich in muziek en dans te uiten en zich te laten horen en zien. In onze gemeente moet een jeugdcultuur ontstaan, die zich richt op specifieke podiumkunsten die jeugd aanspreken, een combinatie van kunstvormen en multidisciplinaire uitingen. Wij vinden dat wij theater ook heel goed kunnen inzetten voor het bespreekbaar maken van problemen waar jongeren mee worstelen. Op die manier bereiken wij dat het dagelijkse leven van jeugd ook met cultuur verweven wordt. Ook bij de podiumkunsten kijken wij weer naar de verschillende vormen van ondersteuning die een kunstenaar nodig kan hebben. De gemeente kan daarin het volgende betekenen:
24
festivals te initiëren: van muziek, toneel en een themafestival. Wij verbinden hier ook een prijs aan. Verder ondersteunen wij de jeugd in het zelf organiseren van optredens, festivals en dergelijke. De gemeente staat positief tegenover initiatieven hiervoor en wil die met subsidies ondersteunen. 3. Begeleiding bij het leren De gemeentelijke subsidie aan verenigingen is deels verbonden aan muziekonderwijs voor de jeugd. Hoewel de situatie nog niet formeel is geëvalueerd, is de indruk dat deze aanpak goed werkt. Voor de gemeente is er geen aanleiding om de gekozen variant te wijzigen. De gemeente wil cultuurdeelname stimuleren door ook naar mogelijkheden voor educatie op het gebied van jeugdtheater te zoeken. Hierbij kan aangesloten worden bij bestaande organisaties die ook op scholen actief zijn. 4. Subsidies Met subsidies kunnen wij cultuurparticipatie stimuleren. De gemeente geeft subsidie, maar gaat wel monitoren welke vorm het meeste effect heeft om de doelstellingen van het cultuurbeleid te verwezenlijken. Om cultuur een stimulans te geven, moeten ook substantiële bijdragen aan activiteiten en projecten mogelijk worden, als die activiteiten beantwoorden aan de doelen van cultuurparticipatie. 5. Centrale informatie Ook bij de podiumkunsten geldt dat informatie en promotie de deelname aan podiumkunsten kan versterken. Om de toegankelijkheid en vindbaarheid te verbeteren nemen wij deze informatie op in de te ontwikkelen website.
25
Evenementen Festivals, culturele evenementen en activiteiten versterken het culturele klimaat, zijn voor iedereen toegankelijk en dus laagdrempelig. Het zijn bij uitstek de gelegenheden waar de identiteit van de gemeente tot uitdrukking komt en versterkt wordt. Evenementen hebben een bindende factor, ook omdat inwoners elkaar ontmoeten in een sfeer die de eigenheid van de gemeente weerspiegelt. Grotere evenementen hebben daarnaast ook een rol in de promotie van de gemeente naar bezoekers van buiten de gemeente. Hoe is het nu? Veel activiteiten zijn het initiatief van verenigingen en collectieven binnen de eigen dorpskern. De gemeente neemt deze activiteiten op in haar publiciteitscampagnes, op de gemeentelijke website en in de evenementenkalender. Het is onmogelijk alle culturele activiteiten volledig in kaart te brengen. Veel activiteiten spelen zich af binnen de dorpskernen zonder veel publiciteit. Grote evenementen zoals de Elster Paardenmarkt en de doortocht van de Nijmeegse Vierdaagse hebben een regionale of zelfs een nationale uitstraling. Een aantal evenementen ontvangt een jaarlijkse subsidie, zoals de Oranjemarkten: een niet weg te denken festiviteit rond Koninginnedag. Voor vernieuwende en eenmalige initiatieven is een jaarlijks budget beschikbaar vanuit de regeling voor eenmalige subsidies. In 2008 is € 11.000,- verstrekt voor 17 evenementen.
26
Gemeentelijk beleid tot 2015 Juist evenementen dragen bij aan het zichtbaar maken van cultuur. Ook cultuurparticipatie wordt er door gestimuleerd: kunstenaars zelf kunnen er actief mee bezig zijn en worden geprikkeld en uitgedaagd; voor publiek hebben evenementen een ontmoetingsfunctie. Evenementen kunnen ook het doel hebben om de kernen onderling meer te verbinden en te bezoeken. Er gebeurt veel in Overbetuwe, veelal kleinschalig en beperkt tot het niveau van de kernen. Overbetuwe streeft echter naar meer binding en samenhang en wil daarom ook evenementen stimuleren die interessant zijn voor meerdere kernen en inwoners uit de hele gemeente trekken. Ook ondersteunt de gemeente evenementen waarbij jeugd betrokken is, juist ook in de organisatie ervan.
Ook met promotie van cultuur willen wij Overbetuwe meer ‘op de kaart’ zetten. Cultuur zal daarbij een onderdeel zijn van de marketing die wij de komende jaren gaan opzetten vanuit communicatie. Doelen daarbij zijn: het binden van de eigen inwoners, maar ook het trekken van bezoekers. Omdat internet steeds meer het zoekmedium wordt voor veel mensen en zeker de jongeren, wil de gemeente op haar eigen website de cultuur benadrukken en een pagina starten, die ook links aangeeft naar de vele activiteiten op het gebied van cultuur.
Met het verstrekken van subsidies wil de gemeente dan ook juist grotere evenementen stimuleren, als cultuur daar een substantieel deel van uitmaakt. Het jaar 2011 biedt mogelijkheden om nieuwe ideeën tot uitvoer te brengen: Overbetuwe bestaat dan tien jaar. Het kan een start bieden voor het opzetten van nieuwe activiteiten. Daarbij is het de bedoeling dat initiatieven vanuit de samenleving zelf ontstaan die de gemeente vervolgens ondersteunt en faciliteert. Denk aan een Pleinfeest, waar bijvoorbeeld ook lokale jeugdbands optreden. Promotie Om cultuur te stimuleren moeten activiteiten en evenementen wel onder de aandacht gebracht worden van een breed publiek. De culturele instellingen zelf zijn daar verantwoordelijk voor. ‘De cultuur’ komt daardoor op een versnipperde manier tot het publiek en biedt geen compleet overzicht. 27
Bibliotheek en media
Hoe is het nu? In februari 2005 besloot de raad het zogenaamde 3+ scenario in te voeren. Dat houdt in: een servicebibliotheek in Elst, kleine maar volwaardige vestigingen in Heteren en Zetten en een bibliobusvoorziening in de kleinste kernen. Hiermee voldoet de bibliotheek aan de landelijke richtlijnen voor een basisbibliotheek. Op 1 januari 2006 is de Overbetuwse bibliotheek gefuseerd met de Nijmeegse bibliotheek en onderdeel van de Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid. De openbare bibliotheek ontvangt een structurele subsidie op basis van het aantal inwoners, aangevuld met subsidiëring van de kosten van huisvesting. Wij streven naar een uitvoeringsovereenkomst voor vier jaar met de bibliotheek. Vanaf 2009 heeft de raad € 1,00 per inwoner extra beschikbaar gesteld voor uitbreiding van het aanbod van culturele en educatieve activiteiten in de gemeente Overbetuwe.
5.1 Bibliotheek Boeken, en meer in het algemeen informatie, zijn een belangrijke vorm van de doelen van cultuur: genieten van schoonheid en reflecteren op de samenleving, het verleden, andere culturen, enzovoorts. De bibliotheek is een duurzame voorziening. De meeste mensen lezen boeken immers maar één keer en het ligt dus voor de hand het bezit van boeken te ‘delen’. Door tegen een bescheiden bedrag boeken en andere media beschikbaar te stellen kunnen leden bovendien heel gemakkelijk van alles uitproberen. Onze samenleving is een informatiesamenleving. Om volwaardig te kunnen deelnemen is het steeds belangrijker om veel informatie snel te kunnen hanteren. Het internet speelt daarbij een steeds belangrijker rol. De bibliotheek is bij uitstek de plek waar veel informatie beschikbaar is en waar mensen geholpen kunnen worden om in de oceaan van beschikbare informatie hun weg te vinden.
Voorschoolse periode In de voorschoolse periode voert de bibliotheek het programma ‘Het Voortouw’ uit. Dit is gericht op ouders en medewerkers van peuterspeelzalen, waarbij het belang en het plezier van voorlezen centraal staat. Door voorlezen ontdekken kinderen het plezier van boeken. Voorlezen vergroot de woordenschat van kinderen enorm. Dat is van groot belang voor een goede taalstart in het basisonderwijs.
De bibliotheek is een basisvoorziening en de drukst bezochte en meest laagdrempelige culturele instelling in de gemeente. In 2008 had de bibliotheek 10.333 leden in Overbetuwe, waarvan 6.403 leden jonger dan 17 jaar. Na de middelbare schooltijd verliezen mensen de bibliotheek vaak uit het oog, om daar terug te komen als zij kinderen hebben. Driekwart van de bezoekers zijn vrouwen.
Basisschool In het basisonderwijs voert de bibliotheek het leesbevorderingsprogramma ‘De Rode Draad’ uit. Dit programma sluit aan op ‘Het Voortouw’. Er is structureel een goede samenwerking met het basisonderwijs. In de lessen speelt informatie via internet natuurlijk een rol, maar de scholen hebben onvoldoende tijd om de leerlingen
Landelijk zijn als kernfuncties van de bibliotheek aangegeven: Kennis- en informatievoorziening, Educatie, Cultuur, Lezen & Literatuur en Ontmoeting & Debat. Met name de laatste twee functies moeten lokaal hun vorm krijgen. 28
een goed internetzoekgedrag bij te brengen. Daarbij schakelen zij de bibliotheek in. Daarnaast richt de bibliotheek een ‘Makkelijk lezen plein’ in, in de vestigingen in Elst en Zetten. Dat is een speciaal ingerichte ruimte in de bibliotheek voor kinderen die lezen moeilijk en daarom meestal niet leuk vinden.
bezoekersstroom, waardoor het voor andere activiteiten vaak slim is om die daarom te organiseren in een bibliotheek. Soms wordt daarom een spreekuur in een bibliotheek gehouden. Het is immers een drempelloze plek; mensen generen zich niet om er te komen. De bibliotheek biedt ook van oudsher ruimte voor kunstexposities, met name lokale. In sommige vestigingen vinden ook kleinschalige optredens plaats. Op dit moment zijn de vestigingen in Elst en Zetten daar echter nauwelijks voor geschikt. Hun inrichting is al heel lang niet meer aangepast. Na de in 2009 geplande restyling is meer mogelijk. Dan kan de bibliotheek ook literaire activiteiten organiseren die aansluiten bij ‘Nederland leest’ en de Boekenweek. In Elst werkt de bibliotheek ook met themapresentaties van de collectie, zodat snuffelaars goed aan hun trekken komen. Als blijkt dat er behoefte aan is, bestaat de mogelijkheid in een van de drie vestigingspunten in overleg met de Historische Kringen een informatiepunt over de geschiedenis van Overbetuwe te vestigen.
Voortgezet Onderwijs De bibliotheek legt contacten met het voortgezet onderwijs om tot structurele samenwerking te komen rond informatieverwerking door leerlingen. Met name in het VMBO blijkt dat leerlingen heel moeilijk systematisch informatie op het internet kunnen zoeken en beoordelen. Daarnaast is het bevorderen van mediawijsheid belangrijk: hoe ga je om met nieuwe ontwikkelingen op het net (zoals Hyves) en met het zetten van informatie over jezelf op het net. Volwassenen Veel volwassenen en met name ouderen vinden de computer nog een lastig apparaat (knoppenangst). Ze zijn niet vaak op het internet en vinden er moeizaam een weg. Cursussen van de bibliotheek voor basisfuncties (zoals mediaeducatie) zitten altijd vol. Het is logisch om bij deze cursussen goed samen te werken met STUW, die computercursussen voor ouderen organiseert, en het Rijn IJssel College. Voor volwassenen zijn andere functies van de bibliotheek van belang. Vooral in kleinere kernen kan de bibliotheek een plek zijn waar je even kunt zitten, een kop koffie drinkt, in een tijdschrift bladert of iemand ontmoet. Een goede synergie met andere functies is vaak mogelijk. De bibliotheek heeft baat bij vestiging op een plek waar veel mensen komen. De bibliotheek zelf genereert echter ook een flinke
Gemeentelijk beleid tot 2015 Wij beschouwen de openbare bibliotheek als een basisvoorziening. De basisfunctie van de bibliotheek blijft natuurlijk het bevorderen dat alle leeftijdsgroepen kennis hebben van een breed scala aan informatiedragers en daarin hun weg kunnen vinden. De bibliotheek werkt daarbij samen met alle relevante partners zoals peuterspeelzalen, basis- en voortgezet onderwijs, het Rijn IJssel College. Dit jaar willen wij als pilot de gemeentelijke informatiezuil die nu in het gemeentehuis van Elst staat, in de bibliotheek van Zetten plaatsen. Zodra duidelijk is in hoeverre deze voorziening gebruikt wordt, gaan we de mogelijkheden onderzoeken of deze voorziening ook in de bibliotheek van Heteren geplaatst kan worden. 29
In alle kernen kijken wij naar de beste manier om ontmoeting, een podiumfunctie, een bibliotheekfunctie en andere zaken te combineren. Wij moeten daarbij anticiperen op de mogelijkheid dat de provinciale vergoeding voor de bibliobus wegvalt. In alle leeftijdsfases blijft de bibliotheek alert op het ondersteunen van mensen bij het gebruik van het internet.
Bovendien hebben wij de omroep voorlopig een ruimte van het gemeentehuis beschikbaar gesteld van waaruit uitzendingen kunnen worden voorbereid en gedaan. Als onderdeel van het publieke omroepbestel heeft de lokale omroep volgens de Mediawet de plicht vijftig procent van de zendtijd te vullen met informatieve, culturele en educatieve programma’s (ICE-norm). De omroep kan dus een waardevolle functie hebben in het brengen van ook de cultuur; zeker gezien het feit dat vijftig procent van de inwoners het liefst via de lokale tv geïnformeerd wil worden (uit een communicatie-onderzoek, in 2008 gehouden).
5.2 Media (Lokale omroep) Hoe is het nu? Cultuur komt ook via de media tot de mensen. Een speciale positie neemt de lokale omroep in. Onder het mediabeleid vallen o.a. concrete zaken zoals het adviseren van het Commissariaat van de Media over zendmachtiging van de lokale omroep en deelname aan de Programmaraad Gelderland Zuid. Dit is een onafhankelijk orgaan dat advies geeft aan UPC over de radio- en televisiezenders op de kabel. De gemeenten Overbetuwe en Lingewaard zijn samen met één lid vertegenwoordigd in deze raad. In de Mediawet staat dat er per gemeente slechts aan één lokale omroepinstelling zendtijd kan worden toegewezen. In Overbetuwe is deze zendtijd toegewezen aan de Stichting Omroep Overbetuwe.
Gemeentelijk beleid tot 2015 De lokale omroep heeft meerdere functies, bijvoorbeeld in de communicatie over gemeente en politiek, maar kan zeker ook een grote rol spelen in de publiciteit over en promotie van cultuur. Met de lokale tv kunnen wij een breed publiek bereiken. Wij stellen voor om de subsidie aan de lokale omroep te continueren, in afwachting van het al dan niet aannemen van het wetsvoorstel om geld rechtstreeks vanuit het Rijk uit te keren aan de lokale omroepen. Aan de subsidie verbinden wij wel de voorwaarde om voldoende zendtijd aan cultuur te wijden.
Tot 2008 ontving de Stichting Omroep Overbetuwe geen structurele subsidie. In juni 2008 heeft de raad besloten de lokale omroep voor 2008 en 2009 een bedrag toe te kennen van € 18.000 per jaar: het geld dat de gemeente ontvangt vanuit het gemeentefonds ten behoeve van de lokale omroep (niet geoormerkt). De subsidie is voor deze jaren vastgesteld, omdat het Rijk zelf het bedrag per inwoner voor de lokale omroep rechtstreeks aan de omroep wil gaan uitkeren. Een wetsvoorstel daarvoor is in procedure gebracht.
30
Ons cultureel erfgoed
Het Betuws oorlogsmuseum “The Island” 1944-1945 in Heteren is een particulier initiatief en is gevestigd in en nabij een privéwoonhuis. Naast algemene informatie verstrekt het museum ook veel informatie over de operatie Market Garden. De collectie van het museum geeft een overzicht van de jaren 1944-1945 van het gebied tussen Arnhem en Nijmegen door onder andere originele geallieerde en Duitse uniformen, fotomateriaal, stafkaarten en wapens te presenteren. Een groot deel van deze voorwerpen is afkomstig van de veteranen en inwoners uit dit gebied.
De herinnering van Overbetuwe ligt behalve in de literatuur ook opgeslagen in landkaarten, brieven, documenten en foto’s. Ook de monumenten, rivierenlandschappen en archeologische vondsten geven een beeld van ons verleden. Het geheel van voorwerpen en ideeën noemen wij cultureel erfgoed: het gaat hier om de fysieke dragers van de historie van onze gemeentelijke identiteit. Het cultureel erfgoed draagt bij aan het versterken van de sociale samenhang en aan het bepalen van de culturele identiteit van de inwoners van Overbetuwe. Het bewust worden van de gezamenlijke geschiedenis schept een onderlinge band. Daarom vinden wij het van groot belang dit kostbare erfgoed te behouden en onderhouden. Bovendien willen wij het gebruik ervan stimuleren.
Het Kerkmuseum in de Grote Kerk te Elst maakt onderdeel uit van de protestantse kerk. In deze gotische kerk, gebouwd op de (te bezichtigen) fundamenten van een Romeinse tempel, bevindt zich onder andere een crypte, een uniek archeologisch monument. Museumboerderij De Tip (Stichting Falburcmarca) in Herveld richt zich op het verwerven, behouden en restaureren van goederen van oudheidkundige of historische waarde uit de Midden-Betuwe. Het museum verhaalt over het alledaagse leven vanaf ongeveer de 19e eeuw en herbergt daarover zeer veel authentieke voorwerpen. In het naast de boerderij gelegen bakhuis is ook een authentieke bakkerij annex winkel te bezichtigen.
6.1 Musea Een museum is een permanente instelling die ten dienste staat van de gemeenschap en haar ontwikkeling. Een museum is toegankelijk voor publiek, is niet gericht op het maken van winst maar probeert de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving bij elkaar te brengen en te behouden. Ook doet een museum (wetenschappelijk) onderzoek en presenteert en informeert inwoners hierover vanuit het oogpunt van studie, educatie en plezier.
Het Florence Nightingale Instituut (voorheen: Museum Verpleging en Verzorging) is het expertisecentrum voor de geschiedenis van verpleging en verzorging. De naam Florence Nightingale is gekozen als eerbetoon aan de visionaire grondlegster van de verpleegkunde. Zij formuleerde de basisprincipes van verplegen en verzorgen en legde die vast in het nog steeds actuele boekje ‘Notes on Nursing’. Om educatieve programma’s mogelijk te maken, museale presentaties inhoudelijk te voeden en de geschiedenis van verpleging en verzorging wetenschappelijk te onderbouwen, is
Hoe is het nu? In onze gemeente zijn een oorlogsmuseum, een museumboerderij, het kerkmuseum, het Florence Nightingale Instituut en het Smalspoormuseum gevestigd. Daarnaast is de Kasteeltuin in Hemmen een waardevolle plek in de gemeente Overbetuwe. 31
historisch onderzoek vereist. Het Florence Nightingale Instituut bevordert daarom historisch onderzoek naar een breed scala aan thema’s over de verpleging en verzorging.
Wij zien de musea groeien naar laagdrempelige instanties die in staat zijn het cultuurhistorisch erfgoed te tonen en over te dragen. Daarom hebben de musea een belangrijk aandeel in het pakket van educatieve activiteiten voor het onderwijs.
Het Smalspoormuseum is nog maar korte tijd in Randwijk op een authentieke locatie gevestigd bij de Steenbakkerij Randwijk. De steenbakkerij is een rijksmonument waar stenen nog op de “ouderwetse” manier gebakken kunnen worden met een kolengestookte ringoven. De stichting Smalspoormuseum heeft als doelstelling het in stand houden van de historie en de kennis van het smalspoor. Het museum houdt een collectie locs in stand en laat deze tijdens rijdagen aan het publiek zien. Het museum zoekt naar mogelijkheden om de bestaande rails uit te breiden.
Wij gaan uit van het principe dat de musea zelf verantwoordelijk zijn voor de inhoud en de kwaliteit van het gebodene. Ook vinden wij dat de musea actief moeten streven naar een zo zelfstandig mogelijke exploitatie. Opname in het museumregister moet vanuit dit perspectief dan een vanzelfsprekende doelstelling zijn. Opname in het museumregister stelt immers eisen aan kwaliteit, maar maakt tegelijk financiële bijdragen vanuit het Rijk en/of provincie mogelijk. Daarom willen wij de musea geen instandhoudingssubsidie verstrekken. Incidenteel kunnen specifieke activiteiten op het gebied van cultuureducatie en op toerisme gerichte projecten in aanmerking komen voor een eenmalige subsidie. Daarbij maken wij prestatieafspraken over de kwalitatieve ontwikkeling van musea.
Voor liefhebbers van bloemen en planten is de Kasteeltuin te Hemmen een ideale plek. Vrijwilligers onderhouden de meer dan 500 soorten en cultivars van hoofdzakelijk vaste planten. Door de gerestaureerde muren, het gebouwde tuinhuis en opnieuw aangelegde paden komen de planten en markante bomen goed tot hun recht. In 1995 is aan Hemmen voor deze kasteeltuin het predicaat “Kern met Pit” toegekend door de toenmalige Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij.
Andere (incidentele) vragen om een eenmalige bijdrage aan herinrichting of verbouwing komen alleen in aanmerking voor een eenmalige subsidie, als een museum vooraf afdoende aantoont dat het een educatief programma voor het onderwijs aanbiedt en/of exposities ontwikkelt die bijdragen aan een aantrekkelijk aanbod voor toeristen.
Gemeentelijk beleid tot 2015 Wij zien onze musea als een zeer waardevol component in ons cultuurhistorisch erfgoed. Bovendien dragen de musea bij aan de aantrekkelijkheid van onze gemeente, wat een positief effect heeft op zowel onze inwoners als het toerisme. Het museumbeleid van de gemeente Overbetuwe is dan ook gericht op de continuïteit van de musea en de ontwikkeling van haar collecties
Tenslotte willen wij het aanbod dat de gemeente Overbetuwe op het gebied van musea kent meer ‘naar buiten toe’ vertalen. Daarom ondersteunen en stimuleren wij deelname aan landelijke evenementen als het nationaal museumweekend, de open monumentendag en de wetenschapsdag.
32
6.2 Archeologische en bouwkundige monumenten
monumenten binnen onze gemeente zijn bijvoorbeeld de molen in Valburg, de Grote Kerk in Elst en Tielsestraat 136.
Gebouwen gaan in de loop van de tijd deel uitmaken van ons collectieve geheugen. Om die reden kunnen Rijk of gemeente een bouwwerk tot een monument verklaren. Het college van burgemeester en wethouders wijst dan zaken als gemeentelijk beschermd monument aan conform de Monumentenverordening (2006). Voor het Rijk berust die bevoegdheid bij de Minster van OC&W op basis van de Monumentenwet 1988. De Monumentenwet heeft als doel – vanuit het oogpunt van hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde – rijksmonumenten als gebouwen en terreinen, opgravingen en vondsten wettelijk te beschermen. De monumentenwet merkt vervaardigde onroerende zaken en terreinen als rijksmonument aan als deze van algemeen belang zijn en bovendien ten minste vijftig jaar oud zijn. Onder dat laatste vallen ook de talrijke archeologische monumenten in onze gemeente.
Erfgoedplan In het erfgoedplan is het cultuurhistorisch erfgoed van onze gemeente beschreven en hebben wij voorstellen gedaan tot behoud van archeologische sites, het zichtbaar maken van archeologische elementen en het promoten van Overbetuwe als toeristische bestemming met behulp van haar erfgoed (in samenwerking met RBT-KAN). Doel van het erfgoedplan is het geven van een integraal kader met beleidsvoornemens om het cultuurhistorische erfgoed – vooral de archeologie – beter te verankeren in de ruimtelijke planvorming en beter zichtbaar te maken in onze gemeente. Hierdoor verhogen wij de educatieve en recreatieve waarde ervan. Of zoals in het Erfgoedplan verwoord staat: “Het Erfgoedplan is de sleutel waarmee de gemeentelijke schatkist vol parels en kroonjuwelen wordt ontsloten.”
Hoe is het nu? De archeologische vindplaatsen dateren voornamelijk uit de IJzertijd en Romeinse Tijd. Ook uit de Middeleeuwen zijn nog waardevolle restanten aanwezig. Op de oeverwallen tussen Arnhem en Nijmegen en rond (voormalige) kasteelterreinen op lager gelegen gebieden is de trefkans voor archeologische waarden het grootst. Daarnaast zijn er twee historische buitenplaatsen (Hemmen en Loenen) en 119 archeologische terreinen waarvan er 14 wettelijk zijn beschermd, waaronder het archeologische monument in Westeraam.
Gemeentelijk beleid tot 2015 Het gemeentelijke beleid ten aanzien van archeologische en bouwkundige monumenten is gericht op het behoud van onze cultuurhistorische waarden. Het sluit aan bij het Erfgoedplan en het huidige gemeentelijke monumentenbeleid. Binnen dit beleid gaat het er om ‘de trots van het verleden’ te verbinden met vernieuwing. Wij willen naast aandacht voor de objectgerichte, conserverende benadering ook aandacht voor een omgevingsgerichte en ontwikkelende benadering. Daarmee krijgt het monument meer maatschappelijke betekenis.
Overbetuwe is trots op zijn monumenten. In 2008 tellen wij 76 rijksen 200 gemeentelijke monumenten. Duidelijke voorbeelden van
Voor het cultuurhistorisch erfgoed bevat het erfgoedplan complete actieplannen. Enkele voorbeelden zijn: een Bataafs-Romeinse wandel- en fietsroute, een reconstructie van een tempel en het 33
ontwikkelen van historische lesprogramma’s voor de scholen. Wij vinden dat het voor de hand ligt om per grotere kern – of tenminste in Elst – een Historisch Informatie Punt te vestigen waar fysieke informatie met betrekking tot het cultureel erfgoed te vinden is, maar waar ook digitale bestanden (foto’s, kaarten, documenten) opvraagbaar zijn.
Instituut met een jaarlijkse subsidie als waardering voor hun inspanningen om de historische gegevens van Overbetuwe in kaart te brengen en te bewaren. Gemeentelijk beleid tot 2015 De gemeente Overbetuwe heeft door de samenwerking met het Gelders Archief een belangrijke stap gezet voor het behoud en beheer van archivalia. Dit beleid willen wij voortzetten. Het landelijke beleid over de toekomst van het archiefbestel heeft als belangrijke prioriteit om het archief dichter bij de burger te brengen. Hierop aansluitend willen wij de samenwerkingsverbanden tussen archieven, bibliotheken, scholen en musea stimuleren en ondersteunen. In het verlengde hiervan vinden wij de waarde van de archiefbestanden verder uitdragen via promotionele activiteiten en lezingen. Hiermee hopen wij de toegankelijkheid voor het publiek en de laagdrempeligheid te verbeteren.
Wij hebben daarnaast de ambitie om de komende jaren de cultuurhistorische waarden richtinggevend te laten zijn in de ruimtelijke processen. Ook willen wij de economische potentie, die dit erfgoed heeft in recreatieve en toeristische zin, meer benutten. Daarom is het van belang dat wij ons Cultureel Erfgoed voor meer doelgroepen toegankelijk maken en houden. Bovendien willen wij dit onderdeel van cultuur meer betrekken bij de cultuureducatieprogramma’s en inburgeringscursussen voor allochtonen. 6.3 Archieven Ook schriftelijke stukken maken onderdeel uit van het cultureel erfgoed. Wij vinden die van belang voor de eigen identiteit van de gemeente Overbetuwe. De Archiefwet vereist dat wij de te bewaren archiefbestanden, ouder dan 20 jaar, overdragen aan een archiefbewaarplaats. Bovendien dienen de stukken voor een ieder openbaar te zijn, wat ook betekent dat onze inwoners deze stukken kosteloos moeten kunnen inzien. Hoe is het nu? In 2007 is een begin gemaakt met de overdracht van de Overbetuwse historische archieven naar het Gelders Archief te Arnhem. De gemeente Overbetuwe ondersteunt daarnaast de Historische Kring Oosterhout/Slijk-Ewijk en het Arend Datema 34
Conclusies, aanbevelingen en financieel overzicht
Dit betekent dat voor sommige voorstellen op een later tijdstip een besluit wordt gevraagd met betrekking tot een eventuele uitvoering, de tijdsperiode waarin deze moet plaatsvinden en de kosten die hiermee gemoeid zijn.
Er gebeurt op cultureel gebied erg veel in onze gemeente. Wij willen hier op voortborduren en met deze nota hieraan een impuls geven.
Voor sommige voorstellen vragen wij de raad om nu de middelen beschikbaar te stellen. Deze voorstellen zijn opgenomen in het “Financieel overzicht” en verwerkt in de financiële paragraaf van het raadsvoorstel.
De vorenstaande Overbetuwse visie op cultuur beschrijft concreet welke rol wij als gemeente op ons willen nemen in de periode van 2009-2015. Het beleid is tot stand gekomen in samenspraak met de culturele instellingen, de gesubsidieerde verenigingen en een klankbordgroep en gebaseerd op de praktijk. Het grootste deel van de beleidsvoorstellen is dan ook vraaggericht. Dit betekent dat wij in het vernieuwde cultuurbeleid voor de komende periode kunnen investeren in ons antwoord op de vragen van onze inwoners. Wij bevelen dan ook van harte aan om alle punten die beschreven staan onder “het gemeentelijk beleid tot 2015” in uitvoering te nemen. De beschreven aanbevelingen getuigen van een hoog ambitieniveau. Op alle vlakken, in alle disciplines willen wij graag de vragen van onze inwoners beantwoorden en hiermee het culturele leven in Overbetuwe ondersteunen. Deze hoge ambitie vraagt ook om een investering. Een investering in enthousiasme, samenwerking, tijd en natuurlijk ook geld. Als de raad onze aanbeveling overneemt en met alle punten aan de slag wil gaan, maken wij in de komende jaren voor de verschillende deelprojecten een specifiek uitvoeringsvoorstel.
35
FINANCIEEL OVERZICHT ONDERWERP CULTUUREDUCATIE
PROJECT/THEMA Subsidies cultuureducatie Cultuurpact Gelderland Cultuurprijs Combinatiefunctie Stimuleren actieve cultuurbeoefening
DE KUNSTEN Beeldende kunst
Podiumkunsten EVENEMENTEN
BIBLIOTHEEK, MEDIA EN INFORMATIE Bibliotheek Lokale omroep Informatie & Communicatie CULTUREEL ERFGOED Musea Archeologische en bouwkundige monumenten
Archieven
Onderhoud kunstwerken Kunsttentoonstelling Tentoonstelling Kunst in de openbare ruimte Onderhoudsplan kunst en monumenten Kunst in de openbare ruimte Subsidies cultuur Muziekonderwijs Evenementenbudget w.o. paardenmarkt en taptoe PWA Culturele markt
VOORSTEL Bestaand beleid Budget in 2008 en 2009 eenmalig toegekend Jaarlijks instellen Salaris + werkplekkosten 1 functionaris* Af: rijksbijdrage combinatiefunctie* € 1.000,-- per basisschool en 3 voortgezet onderwijs Bestaand beleid Tweejaarlijks gem. Kunsttentoonstelling In de hal van beide gemeentehuizen Opmaken van een masterplan Opstellen van een onderhoudsplan Cultuurbudget Bestaand beleid Bestaand beleid Bestaand beleid
50.000 -45.000
9.700
2010** Structureel 8.000 7.000 2.500 50.000 -18.000 25.000
9.700 5.000 PM 7.500 PM 50.000 55.412 20.000 13.400
Jaarlijks instellen
6.000
Bestaand beleid Budget in 2008 en 2009 eenmalig toegekend Aanvullen met "cultuur"
Musea en educatie Tempelcomplexen Historisch en cult. Infopunt Leskisten
Musea openstellen voor het onderwijs Zichtbaar maken d.m.v. reconstructies Inrichten van een HIP en een CIP Ontwikkelen leskisten en informatie materiaal tbv onderwijs Afronden Valburg en plaatsen op web. Starten fotoproject Elst en Heteren
Totalen * Salariskosten combinatiefunctionaris: Werkplekkosten combinatiefunctionaris: Totaal
2010 Incidenteel
55.412 20.000 13.400
Subsidie bibliotheek Subsidie Lokale omroep Gemeentelijke website
Fotoproject
2009 begroting 8.000 7.000
856.705 18.000 5.000
PM
988.217 45.000 5.000 50.000
Rijksbijdrage 1e jaar: 100% van de salariskosten Rijksbijdrage vanaf 2e jaar en volgende: 40% van de salariskosten ** De kosten van de combinatiefunctie bedragen in 2010 per saldo € 5.000. Vanaf 2011 bedragen de jaarlijkse lasten van deze functie per saldo € 32.000 Financieel Cultuurnota april 2009
36
856.705 18.000
PM 6.000 5.000
2.000 1.000
5.000
PM
33.500
1.111.717
3.
Bijlage A 10-puntenplan en programmafonds cultuurparticipatie (uit de nota: “Kunst van leven”, hoofdlijnen cultuurbeleid 22 juni 2007 van het Ministerie OCW). Iedere jongere tot 18 jaar dient, actief of passief, vertrouwd te raken met één of meer kunstvormen. Elke Nederlander moet gebruik kunnen maken van goede voorzieningen op het gebied van kunst- en cultuurbeoefening: op school, rondom school en daarbuiten. Daarvoor wil ik een breed programma cultuurparticipatie uitvoeren. Dit bestaat uit tien punten.
Het vergroten van de mogelijkheden voor cultuureducatie op de lerarenopleidingen voor het primair en voortgezet onderwijs en de nascholing van docenten. Dit doe ik door de verdere uitrol van de succesvolle cursus Interne Coördinator Cultuureducatie (ICC) en met programma’s voor versterking van de kwaliteit van opleidingen. Ik bouw hierbij voort op wat in de afgelopen jaren in het kader van Cultuur en School is opgebouwd.
Rondom het onderwijs: de brede school Verbindingen tussen cultuurlessen op school en buitenschoolse kunsteducatie en amateurkunst kunnen ervoor zorgen dat wie op school enthousiast is geworden voor kunst en cultuur daar zijn leven lang mee verder gaat. Samen met gemeenten en provincies zal ik een onderzoek laten verrichten naar de vraag waaruit de door de raad gewenste veranderingen in de buitenschoolse kunsteducatie zouden moeten bestaan. Daarbij wil ik ook de landelijke ondersteuningsstructuur betrekken. De brede school kan de schakel zijn tussen school, bibliotheek, toneelvereniging, museum en muziekschool. Daarom wil ik de mogelijkheden vergroten om via brede scholen aan kunst- en cultuurbeoefening te doen. Ik doe dit door: 4. Het stimuleren van samenwerking tussen culturele instellingen en brede scholen. In het beleidsprogramma heeft het kabinet aangegeven prioriteit te verlenen aan brede scholen in probleemwijken . Met de staatssecretarissen van VWS en onderwijs wil ik investeren in het aanbod van sport en cultuur binnen deze scholen.
Binnen het onderwijs Binnen het onderwijs wil ik de randvoorwaarden voor scholen verbeteren om te voldoen aan de kerndoelen en eindtermen op het gebied van kunst en cultuur door: 1. De mogelijkheid en wenselijkheid van een cultuurkaart te onderzoeken voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Het gaat om een opvolger van de huidige CKV-bonnen. Op deze kaart wordt een jaarlijks tegoed gestort, dat zowel individueel als collectief kan worden besteed. Hiermee komen middelen beschikbaar om in alle leerjaren culturele activiteiten te ondernemen en verbindingen te leggen tussen bijvoorbeeld kunst, cultuur, aardrijkskunde en (literatuur)geschiedenis. Bovendien wordt een doorlopende leerlijn gestimuleerd. 2. Scholen te ondersteunen bij de invoering van de Canon van Nederland. De canon is waardevol voor het versterken van de historische kennis binnen het onderwijs. Ik zal aan het programmafonds cultuurparticipatie middelen ter beschikking stellen, zodat culturele instellingen de vijftig vensters van de canon op aantrekkelijke en inspirerende wijze kunnen presenteren aan het onderwijs. Door digitaal aanbod rond de canon kan een nieuwe groep op een nieuwe manier worden bereikt.
Buiten het onderwijs Cultureel burgerschap staat of valt met de mogelijkheden van burgers om zich te verdiepen in hun verleden of zich te uiten in een kunstdiscipline. 37
Om ervoor te zorgen dat burgers ook buiten het onderwijs gebruik kunnen maken van culturele voorzieningen die op hun behoeften zijn toegesneden kies ik voor gerichte ondersteuning door: 5. Meer geld voor amateurkunst en volkscultuur door de uitbreiding van het huidige budget van het Actieplan Cultuurbereik. Ik zal dit onderbrengen onder het programmafonds cultuurparticipatie. Amateurkunst speelt een belangrijke rol in de samenleving. Ik zal dan ook investeren in de ondersteuning van talentvolle amateurs en vrijwilligers. Ook zal ik publieksactiviteiten stimuleren die erop gericht zijn burgers kennis te laten maken met cultureel erfgoed. 6. Ik zal de rijksgesubsidieerde musea gratis toegankelijk maken voor kinderen tot en met twaalf jaar. Bovendien wil ik ernaar streven dat ook alle andere, ca. 440 geregistreerde musea, gratis toegankelijk worden voor deze leeftijdscategorie. Zo wil ik bevorderen dat in het gehele land museumbezoek voor het basisonderwijs aantrekkelijk wordt. Gratis toegang voor de jeugd is, zoals ook de Raad voor Cultuur onderschrijft, een ‘uitstekende manier om musea en onderwijs dichter bij elkaar te brengen’.Tegelijk verwacht ik dat dit ook buiten het onderwijs een effect zal hebben op de cultuurdeelname, vooral in gezinsverband. Hiermee geef ik mijn invulling aan de wens van de Kamer in de vorige periode om musea gratis toegankelijk te maken. 7. Het uitvoeren van een programma leesbevordering. Ik deel de opvatting van de raad dat vaardigheid in het lezen van literaire teksten bijdraagt aan de ontwikkeling van cultureel burgerschap. Ook draagt leesbevordering bij aan de strijd tegen laaggeletterdheid. Met recht constateert de raad dan ook dat het literaire lezen verband houdt met het beleid gericht op lees- en schrijfonderwijs. Lezen en geletterdheid zijn essentieel voor de ontwikkeling van mediawijsheid. In het
programma zal een belangrijke rol zijn weggelegd voor openbare bibliotheken. 8. De inrichting van een netwerkorganisatie mediawijsheid, in overleg met organisaties die zich nu bezig houden met mediawijsheid. Zoals in het coalitieakkoord staat, is het van belang dat kinderen, ouders, docenten en anderen worden ondersteund in het leren omgaan met media-uitingen. Bij mediawijsheid gaat het om de gewenste vaardigheden, kennis en houding om vanuit ten minste drie perspectieven goed met media om te kunnen gaan: functioneel (als voorwaarde voor participatie en ontwikkeling), inspirerend (om nieuwe kansen en mogelijkheden te ontdekken) en alert (het met een kritisch oog omgaan met de media). 9. Het Nationaal Historisch Museum. Zoals aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer van 25 april jl. heb ik drie gemeenten gevraagd om plannen te ontwikkelen voor een Nationaal Historisch Museum, te weten Amsterdam, Arnhem en Den Haag. Een Nationaal Historisch Museum moet een breed publiek een overzicht bieden van de geschiedenis van Nederland, op basis van de canon. Voor het zomerreces maak ik bekend in welke stad het Nationaal Historisch Museum een plaats krijgt. Het publieksbereik van het nieuwe museum kan door digitaal aanbod worden vergroot. 10. Structureel geld voor kunst- en cultuurprojecten die een meer divers publiek bereiken en de culturele dialoog in grootstedelijke gebieden aanjagen. Hierin is een rol weggelegd voor Kosmopolis. Op deze manier geef ik invulling aan het advies van de Commissie Cultuurbereik om aandacht aan diversiteit te besteden. Zoals hierboven aangeven gaat het programmafonds cultuurparticipatie een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van bovenstaande punten. Zo krijgt dit fonds een taak bij de versterking van amateurkunst en volkscultuur, maar ook bij de invoering van de canon en het versterken van erfgoededucatie.
38
Bijlage B
Lokale media Dorpskrant Herveld-Andelst Dorpskrant Valburg-Homoet-Eimeren Dorpsgeluiden, mededelingenblad voor Oosterhout, Slijk-Ewijk en Loenen INZET, dorpskrant voor Zetten en Hemmen
Culturele instellingen/betrokkenen/accommodaties Overbetuwe 2008 Dorpsraden en wijkplatforms Stichting Dorpsraad “Driels Belang” Stichting Wijkplatform Elst-Noord Stichting Wijkplatform Elst-Oost Elst-Oost: Westeraam Stichting Wijkplatform Elst-Zuid Stichting Dorpsbelangen Herveld-Andelst Stichting Dorpsraad Heteren Vereniging Dorpsraad Oosterhout Stichting Dorpsraad Randwijk Stichting Dorpsraad Slijk-Ewijk/Loenen Stichting Dorpsraad Valburg Stichting Dorpsraad Zetten-Hemmen
Omroepen Radio en TV Gelderland Stichting Omroep Overbetuwe Bibliotheek Stichting Openbare Bibliotheken in de gemeente Overbetuwe (Elst, Heteren, Zetten, Bibliobus) Muziekverenigingen Muziekvereniging Prins Willem Alexander Elst Muziekvereniging Crescendo Zetten Muziekvereniging Con Amore Oosterhout Muziekvereniging Con Anima Valburg R.K. Muziekvereniging “ St. Willibrordus” Herveld/Andelst Muziekvereniging “Concordia” Driel Muziekvereniging “Amicitia” Randwijk Stichting Scouting Zetten Band
Buurtverenigingen Brienenshof Elst De Boterhof Heteren De Eshof Elst De Kist Elst De Meulensteen Elst De Wuurde Elst De Wuurdse Plas Elst Elst 1250 Indoornik Kampwei Elst Vosbergen ’99 Elst Odeon Elst Werkgroep Samenwerkende Buurtverenigingen
Zangverenigingen Barbershop Vrouwenkoor Between Two Rivers Chr. Gemengde Zangvereniging “De Lofstem” Heteren Elster Mannenkoor Gemengd Koor St. Caecilia Elst R.K. Jeugdkoor Werenfried Elst St. Maartenskerkkoor Elst Gemengd Koor Eigen Wijs Elst 39
Popkoor 200 Stichting Koorschool Elst Chr. Gemengde Zangvereniging “De Lofstem” Elst Chr. Zangkoor (Gospelkoor Impuls) Popkoor Akkoord Driel Koor Couleur Locale Heteren N.H. Jeugdkoor De Peperbusjes Heteren R.K. Gemengdkoor Indoornik, Kerkoor van de parochie H. Johannes de Doper Indoornik-Randwijk R.K. Jeugdkoor Driel R.K. Jeugdkoor Heteren R.K. Koor Future Heteren R.K. Koor Ubi Caritas Heteren R.K. Zangkoor Cantorije – Driel Seniorenkoor Liefkenshoek Chr. Gem. Zangvereniging Nieuw Leven Andelst Dames- en Herenkoor St. Leonardusparochie, Oosterhout R.K. Dameskoor Valburg R.K. Parochieel Gemengd Zangkoor St. Cecilia R.K. Jongerenkoor Herveld-Andelst R.K. Kerkkoor Valburg R.K. Koor Chaveriem Valburg Kamerkoor En Suite Valburg Koor Animato Zetten Zettens Gemengd Koor Zangvereniging Together Christelijk Jeugdkoor Jedaja Zetten Popkerkkoor Enjoy Driel Seniorenkoor Een Toontje Lager
Toneelvereniging KV (vh. Kunst Verheft) Elst Toneel- en amusementsvereniging Expansie Heteren Toneelclub C.V.C. Andelst Toneelvereniging Aktiva Oosterhout Toneelvereniging Boemerang Zetten Toneelvereniging De Vriendenkring Andelst Toneelgroep Hemmen Toneelvereniging Slijk-Ewijk Toneelvereniging St. Genesius Driel Foto/videoclubs Fotoclub Focel Elst Video Film Club Waalclip 2000 Oosterhout Videoteam Hoge Hof/Loohof Videoteam Liefkenshoek Videovereniging Arnhem e.o. Historie Historische Kring Oosterhout, Slijk-Ewijk e.o. Arend Datema Instituut Historische Kring Kesteren e.o. Historische Vereniging Marithaime Musea Museumboerderij De Tip (Stichting Falburcmarca) Kerkmuseum Elst Betuws oorlogsmuseum “The Island” 1944-1945 Florence Nightingale Instituut Monumenten Stichting Monumentenherstel Valburg Stichting Monumenten Valburg
Toneelverenigingen Toneelgroep Kunst en Vermaak Elst Toneelvereniging Pierrot Elst 40
Oranjeverenigingen Oranjevereniging Elst Oranje Comité Heteren Oranje Comité Driel Stichting Oranje Comité Randwijk Oranje Vereniging Zetten-Hemmen Oranjestichting Valburg Oranjevereniging Herveld, Andelst, Wolferen en Loenen Oranjecomité Oosterhout Oranjevereniging Beatrix, Slijk-Ewijk en Loenen
Comités Comité Werenfridusconcerten Stichting Baratok Romania Stichting Driel-Polen Stichting Overbetuwe helpt Marginimea Sibiului
Creativiteit en kunst Stichting De Makerij Stichting Creatief Centrum Elst Vrije academie voor holistische kunst ’t Pad Kunstenaars Collectief Valburg Stichting Raamwerk/Kunstenaars Collectief Het Venster
Dorpsverenigingen Dorpsvereniging Driel Dorpsvereniging Hemmen Hart van Elst Stichting Overlegorgaan Valburg
Culturele organisaties Stichting Elst 1250 Stichting Elster Cultuur Platform Stichting Heteren Cultureel
Dweilorkesten Bats Mar Deur De Borrelnootjes
Galerie/kunstuitleen De Sleedoorn Zetten Het Klaphek Randwijk
Evenementen Stichting Zomerfeesten Valburg
Carnavalsverengingen De Batsers Elst De Deurdouwers Herveld/Andelst De Torenuulen Driel De Waalkanters Slijk-Ewijk De Wielewoalers Oosterhout ’t Blauwe Striekske Valburg Zet ‘m Op Elst Vereniging Elster Karnavalsoptocht VEKO
Muziekscholen Muziekpedagogisch Adviesbureau Het Hoornviooltje Elst Muziekschool All Music Driel Praktijk voor Muziek Elst Schotten Muziekopleidingen Herveld Ballet Stichting Streekballetschool Over-Betuwe 41
Volksdansen Volksdansgroep Ide Elst Recreatie Stichting tot het behoud van een open Betuwe BV Recreatiemaatschappij Rivierengebied Stichting Platform Recreatie En Toerisme Het Regionaal Bureau voor Toerisme Knooppunt Arnhem-Nijmegen (RBT-KAN) Stichting Overbetuwe Groen Natuurlijk Culturele centra Bowling-, sport, party- en vergadercentrum De Wanmolen Zetten Cultuur- en activiteitencentrum De Wieken Elst Ontmoetingscentrum Onder de Toren Elst Sociaal-Cultureel Centrum Nieuwenhof Driel Zalencentrum De Bongerd Heteren Dorpshuizen C.V.C.-gebouw Herveld Dorpshuis Beatrix Slijk-Ewijk Dorpshuis De Oude School Hemmen Stichting Het Dorpshuis Oosterhout ’t Kriekske Valburg
42
Verslag van het Cultuurdebat op maandag 28 januari 2008 De Hoendrik Herveld.
Bijlage C
Ongeveer 75 personen waren bij het cultuurdebat aanwezig waaronder 8 raadsleden. De avond werd muzikaal begeleid door het regionaal accordeonorkest Overbetuwe. Foto’s van het culturele leven in Herveld door Linelle Deunk konden bekeken worden.
Aanleiding De raad van de gemeente Overbetuwe heeft in het raadsprogramma aangekondigd cultuurbeleid te willen maken. De in 2005 uitgevoerde inventarisatie van alle activiteiten, knelpunten en wensen op het gebied van kunst en cultuur is de basis voor het ontwikkelen van dit beleid. Het college heeft opdracht gegeven aan adviesbureau ACTA om dit beleid op schrift te stellen onder voorwaarde dat er interactief met betrokken organisaties en/of personen wordt gewerkt. Op basis hiervan is bij het opstellen van de nota gebruik gemaakt van een zgn. klankbordgroep waarin enkele inwoners zitting hadden die actief zijn bij verschillende culturele activiteiten. Naast dit overleg heeft op 28 januari ook een cultuurdebat plaatsgevonden waarin een breed veld van betrokkenen is uitgenodigd.
Ook het Steunpunt Vrijwilligerswerk was aanwezig voor informatie. De avond was als volgt: • opening door de wethouder • presentatie door ACTA van het conceptrapport • discussie op basis van stellingen • terugkoppeling van de groepen en discussie Opening door wethouder Frits Witjes De wethouder heet iedereen welkom op dit eerste Overbetuwse cultuurdebat en wil zeker de leden van de klankbordgroep bedanken voor hun inzet. Hij vraagt iedereen de verstrekte enquête “ wat vindt u van het culturele leven in Overbetuwe en geef het een cijfer” in te vullen. Hij wil graag weten wat de aanwezigen van cultuur vinden en wat de gemeente daarin kan betekenen. Nieuwe ideeën zijn erg belangrijk De gemeente wil een visie ontwikkelen en wil daar o.a. deze avond daarvoor benutten. Een financiële paragraaf is nog niet aan de orde.
Aanwezigen cultuurdebat Voor dit cultuurdebat zijn ongeveer 110 organisaties en de raadsleden en commissieleden uitgenodigd. De organisaties komen uit de volgende stromingen: • dorpsraden’ • lokale media en omroepen • bibliotheek • zang-, toneel- en muziekverenigingen • foto- en videoclubs • historische kringen en musea • oranjeverenigingen • creativiteit en kunst/galeries/uitleen • carnavalsverenigingen
Presentatie door ACTA van de conceptnota Een hand-out van de presentatie is als bijlage bijgevoegd bij dit verslag. 43
Enquête onder de aanwezigen Meer dan 50 personen hebben hun enquêteformulier ingeleverd. Voor het culturele leven in Overbetuwe heeft dit een gemiddeld cijfer opgeleverd van 6,4. Cijfers werden gegeven van een 2 tot een 9. Op de ingeleverde formulieren werd ook nog gevraagd om eventuele opmerkingen. In de bijlage zijn alle opmerkingen opgenomen.
Resultaten van de discussie over de 3 stellingen De aanwezigen werden verdeeld over 4 tafels met een eigen voorzitter en met het verzoek om op flip-overs de resultaten van de discussie te vermelden die dan plenair worden besproken. In de groepen zijn de navolgende punten aangereikt op basis van de voorgelegde stellingen:
Discussie over 3 stellingen De 3 stellingen waren:
•
•
•
•
• •
De gemeente moet het bestaande beleid niet wijzigen en zich beperken tot initiatieven vanuit burgers, verenigingen en instellingen. Er gebeurt genoeg. Belangrijke speerpunten in de komende jaren zijn: 1. bevorderen dat kinderen en senioren actief zijn in het culturele leven en er gebruik van maken. 2. steunen van besturen van verenigingen in hun werk zorgen dat kinderen in educatieve programma’s kennismaken met cultuuruitingen. 3. zorgen voor behoud, organisatie en promotie van erfgoed, zoals musea, monumenten en archieven. De gemeente moet vaker overleggen met vertegenwoordigers van culturele verenigingen en instellingen.
• •
•
•
•
44
Bij cultuureducatie moet er sprake zijn van een samenwerking met professionals. Naast jeugd en ouderen ook de “ middengroep” niet vergeten. Indien er sprake is van een gericht jeugdbeleid moet de accommodatie beter aansluiten bij o.a. de Brede School. De Brede School moet een taak krijgen in cultuureducatie. Vanuit de gemeente moeten de (culturele) verenigingen concreet ondersteund worden. Minder rompslomp bij het aanvragen van vergunningen, subsidies e.d.. Beperken regelgeving! Dit stimuleren. Mogelijkheden onderzoeken voor een clustering van soortgelijke verenigingen richting gemeente. Een verenigingsloket voor alle culturele verenigingen als een ontmoetingsplaats.
• • • • • • • • • •
•
Gemeente moet problemen onderkennen van verenigingen m.b.t. vrijwilligers. Er zijn onvoldoende vrijwilligers en hoe behouden we ze. Omdat er weinig opvolgers zijn vindt er geen verjonging plaats van besturen, terwijl dat wel positief voor de vereniging werkt. Meer onderlinge samenwerking tussen verenigingen, maar wel zoveel mogelijk de “eigenheid” bewaren. Gemeente moet hierin het initiatief nemen. Meer gemeentelijke initiatieven o.a. het organiseren van een “uitmarkt”, meer scholen (o.a. bij cultuureducatie). Er is onvoldoende (gemeentelijke) accommodatie (bibliotheek kan soms oplossing bieden!). Gemeente: “zorg dat er meer te doen is”. Gemeente: “er moet meer gebeuren”. Ander geluid was ook dat er voldoende gebeurt. Doublures proberen te voorkomen en het organiseren van activiteiten betaalbaar houden. Gemeente moet daar een rol in spelen o.a. facilitair. Denk hierbij ook aan de Brede School en het coördineren van een informatiepunt t.b.v. de verenigingen. Gemeente mag geen onderscheid maken tussen verenigingen.
• • • • •
•
• • • • • • •
45
Meer publiciteit voor het Steunpunt Vrijwilligerswerk. De gemeente moet voorwaardenscheppend zijn. Cultuur is niet alleen afhankelijk van senioren. Cultuur is meer dan alleen de verenigingen!! Het is noodzakelijk dat de verenigingen overleg gaan voeren op welke wijze is niet belangrijk. Gemeente hierin het initiatief nemen en een faciliterende rol spelen. Nadien overlaten aan de verenigingen. Zet de culturele agenda ook op de gemeentelijke website. Stimuleer cultuur en maak het (voor iedereen) toegankelijk. Doelstellingen in de conceptnota zijn te mager, te algemeen. Maak beeldende kunst en cultureel erfgoed tot speerpunten van beleid. Ontwikkel visie en formuleer ambitie. Relatie leggen met het woonkernenbeleid, wat zijn de overeenkomsten, wat de verschillen. Overleg draagt bij aan visievorming en zorgt dat de visie wordt uitgevoerd.
Enkele schriftelijke reacties na het cultuurdebat: • • • • • • • •
• • • • • • •
Sluiting van het eerste cultuurdebat in de gemeente Overbetuwe Wethouder Witjes bedankt alle aanwezigen voor hun inbreng. Aan de gemeente is het nu om alle adviezen, op- en aanmerkingen en reacties te gaan onderzoeken op welke wijze deze meegenomen kunnen worden in een cultuurbeleid voor de komende jaren. In ieder geval wordt het verslag van deze avond met alle reacties e.d. onverkort opgenomen in de aan de raad voor te leggen cultuurnota. Alle aanwezige, maar ook niet aanwezige culturele organisaties en verenigingen en bij cultuur betrokken personen ontvangen zo spoedig mogelijk een verslag van dit cultuurdebat.
Het bevorderen van kunst- en cultuurparticipatie in het (basis) onderwijs is een belangrijke taak van de gemeente. De evenementenkalender is nu nog te onbekend. Een kunst/cultuurloket krijgt een belangrijke functie binnen het culturele leven. Er zijn koppelingen te maken met Stichting PRET en RBT-KAN v.w.b. evenementen. Dit is een belangrijke oriënterende avond geweest voor contacten, ideeën en mensen erbij te betrekken. “Eerst zien dan geloven”. Hoop bestaat dat de gemeente nu met duidelijkheid en concrete invulling punten gaan oppakken. Is het zinnig om ook voor de politieke partijen nog en debat te organiseren? Openliggende vragen en “voorlopige” standpunten kunnen dan nog worden voorgelegd. Concretere actie- en aanknopingspunten. Groepsgewijs onderhouden van contacten tussen gemeente en culturele “stromingen”. Clustering. Behouden van cultuuropvattingen of samen cultuur gaan maken. Cultuur als groepsproces in groeps- of verenigingsverband. Samenwerking met gemeente bevorderen en wat is ons doel (profilering en ambities ofwel prioriteiten). Doelgroepen: er zijn ook andere onderscheidingen te maken zoals, man/vrouw, diverse etniciteiten, sociale achtergronden e.d. Hieruit vernieuwende activiteiten organiseren (samenbrengen, overbruggen en mengen) Dit is sociale cohesie bevorderend.
46
Bijlage D
47
Bijlage E
Doelgroepen
Samenvatting kansen voor Cultuurpact Rond Arnhem 2009-2012
De meerderheid van de gemeenten geeft aan in 2009-2012 in te willen zetten op de volgende doelgroepen (in volgorde van prioriteit): 1. Jongeren (13-24) 2. Toeristen 3. Jeugd (6-12)
Vragenlijst In december hebben alle tien gemeenten die (willen gaan) samenwerken binnen Cultuurpact Rond Arnhem, een vragenlijst ingevuld om de kansen voor regionale samenwerking in de periode 2009-2012 in beeld te brengen. De informatie uit de vragenlijsten levert de eerste bouwstenen aan om te komen tot themakeuzes voor het nieuwe ‘Regionaal Cultuurprogramma (RC) 20092012’.Hieronder leest u een vertaling van de uitkomsten.
De doelgroep jongeren sluit aan bij de thema’s Amateurkunst en Cultuureducatie en bij het beleidsterrein Welzijn. De doelgroep jeugd sluit aan bij Cultuureducatie binnenschools. De doelgroep toeristen sluit prima aan bij het thema Cultuurtoerisme en het beleidsterrein EZ/Toerisme.
Gewenste inzet op thema’s, beleidsterreinen en kansrijke combinaties
Inzet regionale infrastructuur
De meerderheid van de gemeenten geeft aan met Cultuurpact 2009-2012 in te willen zetten op de volgende thema’s (in volgorde van prioriteit): 1. Amateurkunst 2. Cultureel Erfgoed 3. Cultuureducatie binnenschools (primair en voortgezet) 4. Cultuurtoerisme
Cultuurpact realiseert bovenlokale projecten in nauwe samenwerking met de in Rond Arnhem aanwezige (culturele) infrastructuur. In volgorde van prioriteit worden door de gemeenten als gewenste samenwerkingspartners genoemd: Op de eerste plaats: steunpunt cultuureducatie, centra voor de kunsten, podia, basisbibliotheken Op de tweede plaats: musea, filmhuis, evenementen/festivals, servicepunt amateurkunst, regionaal archief
Als meest kansrijke combinatie tussen thema’s en beleidsterreinen zijn achtereenvolgens genoemd (in volgorde van prioriteit): 1. Amateurkunst & Welzijn 2. Cultuureducatie binnenschools & Welzijn 3. Cultuurtoerisme & EZ/Toerisme
Conclusies Alle gemeenten geven aan het stimuleren van samenwerking en het slaan van bruggen naar andere beleidsterreinen belangrijk te vinden.
Cultureel Erfgoed en het beleidsterrein Ruimtelijke Ordening wordt bovendien redelijk kansrijk geacht. 48
Op basis van de gegevens uit de vragenlijsten, zijn de volgende combinaties van thema’s, beleidsterreinen en doelgroepen voor 2009-2012 kansrijk: 1.
2.
3.
Amateurkunst (= buiten school), Welzijn en Jongeren (voorkeur) of Jeugd Te denken valt aan het gezamenlijk werken aan een muziek, dans, toneel of theatervoorstelling, aansluiting bij De Kunstbende of een project als danslokaal (het project dans op de Veluwe). Voorbeeld projecten voor jongeren: Cult4you op de Veluwe en Bflex in Rivierenland. Een wedstrijdelement werkt vaak goed voor jongeren.
Cultuurtoerisme, EZ en Toeristen, inclusief Cultureel Erfgoed Hoewel Erfgoed nog boven Cultuurtoerisme staat in de uitkomsten van de analyse, lijkt het verstandig in te zetten op Cultuurtoerisme. En wel om de volgende redenen: Cultuurtoerisme is zeer breed inzetbaar, te combineren met EZ en Ruimtelijke ordening, onlosmakelijk verboden met de gekozen doelgroep ‘toeristen’ en bovendien prima te verenigingen met het thema Erfgoed.
Te denken valt aan een cultureel (zomer)project waarbij aansluiting kan worden gezocht bij de toeristische sector (bijvoorbeeld middels het promotioneel aansluiten bij de toeristische markt etc). Kunst en cultuur kan voor toeristen toegankelijker worden gemaakt door erfgoed in te zetten. Zo is een kasteel voor toeristen zeer aantrekkelijk. Wanneer daar een theatervoorstelling of expositie te zien is, wordt zowel het kasteel als de voorstelling/ expositie toegankelijker gemaakt voor de bezoekende toerist. Ook aansluiting bij festivals of andere evenementen kan voor toeristische aantrekkelijkheid zorgen en voor een culturele impuls.
Cultuureducatie (= binnen school), Welzijn en Jeugd (voorkeur) of Jongeren Te denken valt aan een fotografieproject o.l.v. een professioneel fotograaf of een bk-project op school waarbij jeugd zelf kunst maakt o.l.v. een professioneel kunstenaar. Met de resultaten kan een tentoonstelling of expositie worden neergezet in school (zie project Mijn Rivierenland) Of een museumdag (i.s.m. musea), een bk-fietsroute of een schrijfwedstrijd, waar leerlingen aan deel kunnen nemen. Dit kan worden georganiseerd door bijvoorbeeld musea, centrum voor de kunsten, bibliotheek etc. (zie project Het verhaal van in de Achterhoek). Motiveer culturele instellingen hun aanbod beter af te stemmen op de vraag vanuit scholen!
49