Protocol ‘Agressie en geweld’.
Rkbs St. Willibrordus Coevorden
Protocol ‘ Agressie en geweld’
Inhoudsopgave
Inleiding Agressie van ouders tegen school Preventie Wanneer en welke agressie kun je tegenkomen. Wat te doen als er een klacht binnen komt
Protocol ‘ Agressie en geweld’
Inleiding
Agressie en geweld op school is niet nieuw. Het kwam ook vroeger voor dat ouders een conflict met de school met geweld wilden vereffenen. Door verandering van de maatschappij is de drempel voor bedreiging, helaas, lager geworden. Middels dit protocol willen we meer achtergrondinformatie geven over dit probleem en hoe je daar als school mee om kunt gaan en tegen kunt beschermen. Iedereen in school zal zich veilig moeten voelen om optimaal te kunnen presteren.
Protocol ‘ Agressie en geweld’
Agressie en geweld van ouders tegen school Geen nieuw verschijnsel Agressie van ouders tegen leraren of schoolleiders is niet nieuw. Het kwam ook vroeger voor dat ouders een conflict met de school met geweld voortzetten. Doordat ouders tegenwoordig mondiger zijn, minder ontzag hebben voor autoriteiten en de school zelf aan autoriteit heeft verloren, is de drempel voor bedreiging van onderwijspersoneel nu misschien wat lager geworden. Maar of het tegenwoordig echt veel vaker voorkomt dat ouders geweld gebruiken tegen school, is niet precies bekend. Wat we wel zeker weten is dat de gevallen die zich nu voordoen sneller landelijk bekend worden. Dat komt enerzijds doordat pers en media er veel meer aandacht aan besteden dan vroeger, en anderzijds doordat zulk soort geweld tegenwoordig veel meer publieke verontwaardiging oproept. Zinloos geweld is iets wat we tegenwoordig terecht niet meer pikken.
Gebruik van geweld is fout Gebruik van bedreigingen en geweld is zonder meer af te keuren. En het is goed dat scholen zich nu vaker dan vroeger serieus afvragen hoe je je tegen dat soort agressie kan beschermen. Het beroep van leraar is niet eenvoudiger geworden en angst voor bedreiging en geweld van leerlingen of ouders, kan voor individuen de druppel zijn die de emmer doet overlopen. Om goed les te geven en de kinderen goed te begeleiden moet je je als leraar in school veilig kunnen voelen. Gevallen van geweld van ouders tegen school schokken niet alleen het slachtoffer en zijn/haar directe collega's, de schokgolven ervan zijn vaak ook in andere scholen merkbaar.
Risicogroepen en effecten Leerkrachten op basisscholen vormen hier een risicogroep. Onderwijzend personeel doorlopen, als gevolg van geweld, psychologisch verwerkingsproces, de zogenaamde ‘schokverwerking’ dat onder andere gepaard gaat met verminderde interesse, teruggetrokkenheid, depressieve of achterdochtige indruk leidend naar gevoelens van angst, woede, neerslachtigheid, zelfverwijt en schuld- en schaamtegevoelens. Daarnaast gaat dit ook gepaard met verhoogde prikkelbaarheid, overmatige waakzaamheid, slaap- en concentratiestoornissen. Uiteindelijk kan het vormen aannemen van posttraumatische stress stoornis (PTSS), een depressie of andere psychische stoornissen. Het aantal risicogroepen voor het aspect seksuele intimidatie zijn divers. Het betreft eigenlijk iedereen die binnen het onderwijs werkzaam is. Sinds 31 oktober 1994 bestaat er een wettelijke verplichting voor schoolbestuurders om seksuele intimidatie te voorkomen en te bestrijden.
Protocol ‘ Agressie en geweld’
Leraren uit het voortgezet (beroeps) onderwijs lopen het risico op burnout als gevolg van ordeverstoringen van leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat ordeverstorend gedrag van leerlingen een positief effect heeft op de mate van burnout onder leraren in het voorgezet (beroeps) onderwijs en dat binnen dit effect het oordeel dat leraren hebben over hun competentie inzake het in goede banen leiden van dit gedrag een mediërende rol speelt. Voorts is gebleken dat het construct persoonlijke bekwaamheid dat behoort tot het burnoutconcept niet alleen indirect, via ervaren ordeverstorend gedrag, de eigen competentie van leraren beïnvloedt. Persoonlijke bekwaamheid blijkt voornamelijk een direct positief effect op de eigen competentie van leraren te hebben.
Zorg voor veiligheid van het personeel is noodzakelijk Leraren en personeelsleden die te maken krijgen met de agressie van ouders of leerlingen dienen onvoorwaardelijk steun te krijgen van collega's, directie, bestuur, politie en hulpverlening. En als daarover in convenanten van scholen met gemeente, politie en hulpverlening goede afspraken worden gemaakt, dan valt dat alleen maar toe te juichen. In iedere school behoren protocollen te zijn voor het omgaan met calamiteiten (waarvan omgaan met agressie van ouders er één kan zijn). Ook het aanbieden van anti-agressie en weerbaarheidstrainingen en het afsluiten van duidelijke en bindende contracten met leerlingen en ouders zijn middelen om het veiligheidsgevoel van personeel te vergroten. Je kunt er in een aantal gevallen escalatie van de problematiek, opwekken van agressie en het gebruik van geweld, mee voorkomen.
Je kunt ongewild zelf agressie opwekken Het is belangrijk in school tijd vrij te maken voor goede nagesprekken met de betrokkenen. In de eerste plaats als nazorg: 'Hoe voelen ze zich nu?', 'Welke taken kunnen ze weer op zich nemen?', 'Welke ondersteuning is daarbij nodig?'. De slachtoffers en de collega’s die zich geraakt voelen, hebben recht op die zorg. Maar uit de praktijk weet ik ook dat bijna elk geval van agressie van ouders of leerlingen tegen personeel van school achteraf bezien minder toevallig en plotseling is als het op het eerste gezicht leek. Als je na verloop van tijd samen met de direct betrokkenen 'de film' nog een keer terugdraait, dan vind je vaak diepere en eerdere oorzaken dan de directe aanleiding. Je ziet dat er in een vroeger stadium andere beslissingen mogelijk waren. Dat kan inzichten opleveren waarmee je in voorkomende gevallen eerder signaleert en daardoor vroeger de noodzakelijke stappen kunt nemen: als individu en als team.
Preventie vraagt systematische aanpak Vergelijking van verschillende gevallen van agressie tegen personeel van scholen levert een aantal gemeenschappelijke kenmerken op: slecht nieuws wordt door leerling en ouders vaak als een persoonlijke aanval of een trap onder de gordel opgevat; ze voelen zich niet serieus genomen of als persoon afgewezen; er is geen duidelijke afspraak over het vervolgmoment;
Protocol ‘ Agressie en geweld’
in de voorafgaande gesprekken kwamen de school en de leerling/ouders tegenover elkaar te staan. Dat betekent dat je systematisch aandacht kunt geven aan die punten en dat je er naar kunt streven zulke wrijvingen te voorkomen.
Punten waarop je kunt letten Daaruit kun je als school de conclusie trekken dat je op die punten - waar dat kan - in houding, gedrag en woorden andere keuzen zou kunnen maken: Zorg dat je elkaar goed kent en dat er wederzijds vertrouwen is: het 'slecht-nieuws'-gesprek mag nooit het eerste echte gesprek zijn. Zorg dat het 'eigenaarschap' van het gesprek evenwichtig verdeeld is: als je als school zelf aanleiding, tijdstip, plek en agenda bepaalt en zelf het meest aan het woord bent (in een taal die misschien niet eens helemaal begrijpelijk is) en je geeft jouw oplossing als de enig mogelijke, dan verstoor je zelf ongewild al de machtsbalans. Maak duidelijk dat je naast de ouders staat: we houden allemaal van dit kind, maar hoe krijgen we het als volwassenen samen voor elkaar dat ...? Geef de ouders ruimte voor hun emoties, hun vragen of suggesties en deel met elkaar de zorg. Heb begrip voor een verdedigende houding: dat ouders voor hun kind opkomen en negatieve kritiek in eerste instantie afwijzen, is een vorm van 'nestbescherming' die ook positief aan te wenden is. Laat de ouders merken dat je hen serieus neemt en dat kritiek op het gedrag van hun kind geen kritiek op de persoon van het kind of de persoon van de ouder is. Maak als dat enigszins kan een afspraak voor een vervolggesprek. Als je merkt dat een gesprek met jou niet vlot en dat er wederzijds irritatie ontstaat, maak dan een afspraak voor een vervolggesprek waarbij van de zijde van de ouders een vertrouwenspersoon aanwezig kan zijn, of stel zelf voor dat een collega of iemand van de directie erbij komt om te bemiddelen. Stel de betrokkenen op de hoogte van hun rechten en van de mogelijkheden om tegen een beslissing in beroep te gaan en biedt hulp aan om van die regelingen gebruik te maken. Zorg dat zulke gesprekken op een centrale plek in de school plaatsvinden, met een zo open mogelijke verbinding naar andere aanwezigen in het gebouw. Voer zulke gesprekken nooit staande, maar nodig de betrokkenen uit hun jas uit te doen, plaats te nemen en biedt eventueel thee of koffie aan. Las tijdig time-outs in bijvoorbeeld door samen even koffie te nemen en even het tempo van een escalerend gesprek af te remmen.
Tot slot In deze trant zijn er veel punten te noemen waar je als school op kunt letten. In trainingen zou je een aantal de-escalerende gespreksvaardigheden en minder agressie opwekkende houdingen en gedragingen kunnen oefenen. Hanteer in de schoolpraktijk altijd als norm: 'Hoe zou je het zelf vinden als je over je eigen kind zo benaderd zou worden?'. Agressie ontstaat bij de meeste mensen niet zomaar. Het gebruik van geweld is echter altijd fout. Maar als je het gebruik van geweld door bewust handelen kunt voorkomen, dan bescherm je niet alleen jezelf en je collega's, je bewijst er ook de ouders en de leerlingen een goede dienst mee. Want uiteindelijk is het uit de hand lopen van een conflict voor beide partijen schadelijk.
Protocol ‘ Agressie en geweld’
De praktijk
Wanneer en welke agressie van ouders tegen personeel kun je in de praktijk tegenkomen en hoe wordt de intensiteit daarvan ervaren. Lastigvallen en/of Lastigvallen Fysiek Verbaal bedreigen en volgen geweld Bedreiging geweld per op straat zonder telefoon/ (stalken) letsel sms/e-mail
Fysiek geweld met letsel
Bij brengen / halen in klas Bij brengen / halen in school of bij school Bij oudergesprek Speciaal daarvoor de school of de klas binnendringend Buiten school Bij de leerkracht thuis
= = = = =
n.v.t. Licht mate Matig Ernstig Zeer heftig
Gebruik van geweld (groot of klein) is niet toegestaan en je moet een klacht of een hulpvraag daarover altijd serieus nemen. De suggesties hieronder hebben vooral betrekking op de twee zwaarste categorieën uit het schema, maar een deel ervan heeft ook betrekking op de iets minder zware gevallen.
Protocol ‘ Agressie en geweld’
Een klacht, wat dan?
Wat doe je als er een klacht over agressie van ouders binnen komt? Opvang: Leerkracht / personeelslid bespreekt zoiets altijd met de directie of maakt er tenminste melding van. Directie zorgt voor opvang van de leerkracht / het personeelslid, eventueel (tijdelijke) opvang van de klas of de lessen (of de taken) en voor nazorg later op de dag, de volgende dag en daarna. Als dat nodig is wordt medische opvang ingeschakeld en de zorg van psychische hulpverlening of een bureau slachtofferhulp aangeboden. Aanpak: Zonodig wordt in overleg met betrokkene door de directie contact opgenomen met de ouder. Zonodig wordt er melding van gemaakt bij de politie of wordt er aangifte gedaan. Als dat veilig kan, neemt directie contact op met de ouder om zijn/haar kant van het verhaal ook te horen. Waar dat mogelijk is wordt geprobeerd via een bemiddelingsgesprek (al dan niet met een professionele bemiddelaar) weer tot een werkbare oplossing te komen. Bij ernstiger gevallen kan dat ook via een zogenaamde ‘echt recht’ procedure. Verantwoording: Directie maakt van ernstiger gevallen ook melding van het incident bij het bestuur.
Wat doe je met de kinderen? Indammen: Het betrokken kind: Als de ouder zich ten opzichte van de leerkracht, een personeelslid of de school misdraagt, mag het kind daar niet de dupe van worden.
Als het kind er bij was of als het er van gehoord heeft, kun je vragen hoe het zich nu voelt, waar het misschien bang voor is e.d. Je kunt het duidelijk maken dat iedereen gewoon tegen hem/haar blijft doen en daar span je je ook voor in. Als het thuisgehouden wordt, kun je via een vertrouwde persoon proberen de deur van de school voor dat kind open te zetten.
Protocol ‘ Agressie en geweld’
Indammen en informeren De andere kinderen van de klas: Maar je moet er ook voor zorgen dat de zaak niet groter wordt via angst, geruchten enzovoort.
Als kinderen van de groep/klas het gezien of gemerkt hebben, is het goed daarover even met hun te praten (de juf/meester zelf, samen met de directie of als dat beter is de directie alleen met de invallende leerkracht). Als andere kinderen het gezien en gehoord hebben (of als je vermoedt dat het gerucht zich gaat verspreiden) dan kun je ook een rondje langs de andere klassen maken.
Wat doe je met de collega’s? Indammen en informeren
Kies afhankelijk van de ernst van de zaak zo snel mogelijk een rustig moment om de anderen te informeren en te briefen (hoe gaan we ermee om tegenover de kinderen, de ouders enz.) Als dat nodig is geef je een korte instructie over het praten met de kinderen over het gebeurde. Als de pers en de media zich ermee gaan bemoeien, zorg je ervoor dat ieder personeelslid ook weet hoe de contacten met de pers verlopen. Je maakt een afspraak over melding van derden die voor de co????? Je maakt een afspraak voor een volgend moment waarop informatie volgt, ervaringen worden uitgewisseld en afspraken worden gemaakt.
Wat doe je met de ouders? Indammen en informeren De ouders van de klas:
Afhankelijk van de ernst van de situatie kun je besluiten alle kinderen een briefje mee te geven met daarin kort wat er gebeurd is, wat er aan gedaan wordt en hoe, waar, wanneer en bij wie ouders vragen kunnen stellen.
De ouders van de school:
Als het een grote zaak is (die eventueel ook via de pers bekend kan raken) is het goed voor alle ouders een brief mee te geven met daarin kort wat er gebeurd is, wat er aan gedaan wordt en hoe, waar, wanneer en bij wie ouders vragen kunnen stellen.
Protocol ‘ Agressie en geweld’
Wat doe je met de buren en de media? Indammen en informeren Als de zaak buiten school heeft plaatsgevonden met omstanders/buren als getuige of wanneer de pers en de media zich ermee gaan bemoeien, is het belangrijk ook de berichtgeving aan derden serieus te nemen. Als de zaak in handen is van de politie kun je de berichtgeving ook met de politie bespreken en de berichtgeving afstemmen.
De omstanders / buren:
Als je weet wie er getuige van was en er in de buurt ook over gaat praten, kan het belangrijk zijn ervoor te zorgen dat die personen persoonlijk op de hoogte worden gesteld.
De pers en de media:
Als je weet of vermoedt dat de pers en de media zich erop zullen werpen, dan kun je het beste zorgen voor een persbericht waarin je de zaken op een rijtje zet: wat is er gebeurd, hoe gaat de school er mee om, wie heeft de zaak nu in handen en wie is de contactpersoon voor pers/media en hoe is die te bereiken. Houd in de gaten of er pers/media bij de school arriveren en zorg ervoor dat ze niet lukraak leerlingen of collega’s gaan interviewen, maar nodig ze uit binnen te komen en laat de contactpersoon het woord doen.
Protocol ‘ Agressie en geweld’