1
promoot het recht op spel voor alle kinderen over de hele wereld.
2
doelgroep:
Begeleiders van kinderen (9 tot 12 jaar) in een jeugdvereniging
een uitgave van: auteurs:
Plan België – Speelgoedmuseum Mechelen vzw
Dorien Clycq – Sara De Potter – Mieke Dumont – Anthony Vanoverschelde
taalcorrectie: eindredactie: vormgeving:
Filip Polfliet
Dorien Clycq Diane Aerts – hetvliegendhert
jaar van uitgave:
2015
aantekeningen :
TIP
OPGELET/AANDACHT
ACHTERGRONDINFORMATIE
Woord vooraf Beste begeleider, Als begeleider heeft u een onmisbare sleutelfunctie om kinderen te laten opgroeien tot zelfstandige, ruimdenkende jongeren. U zet hun recht om zich te verenigen om in leuke activiteiten. Daarnaast hebben alle kinderen recht op spel. Spelen mag. Spelen kan. Spelen moét! Of je nu in België of in het Afrikaanse Togo woont, jongen of meisje, rijk of arm bent. Jammer genoeg is dit, zowel bij ons als voor kinderen in minder ontwikkelde landen, niet altijd even vanzelfsprekend. Voor honderdduizenden kinderen uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika is spelplezier ook anno 2015 nog altijd een ongekende luxe. Dat is het fundament voor Project Speelvogel, een gezamenlijk initiatief van Speelgoedmuseum Mechelen en Plan België, een ngo voor ontwikkelingssamenwerking.
Een speelvogel koestert het spelplezier. Hij laat zich geen GAS-boetes opleggen, noemt zijn gesnater alles behalve geluidsoverlast en vraagt tijd en aandacht voor het spel. Niet alleen omdat hij er plezier uit haalt, maar ook omdat hij via het spel veel leert. Al spelend krijgt hij meer zelfvertrouwen, ontwikkelt hij sociale vaardigheden, laat hij zijn verbeelding werken,... Kortom; geeft hij vorm aan zijn identiteit. Een speelvogel vliegt over alle continenten heen en heeft vanuit zijn luchtpositie een prima zicht op hoe kinderen overal ter wereld spelen. Zo stelt de vogel vast dat er naast verschillen, veel gelijkenissen in het spel zijn. Hij vliegt voorbij stereotypes en ziet meisjes voetballen en jongens met poppen spelen. Het valt hem op hoe creatief kinderen zijn, met en zonder speelgoed. Wereldwijd stelt hij bovendien vast dat jongens en meisjes zich zowel met moderne als traditionele spel vormen amuseren.
Dat u met dit pakket aan de slag gaat, betekent dat ook u het belang van spel inziet en wilt verdedigen. Hiervoor, uit naam van ons en vele kinderen wereldwijd, van harte bedankt. Wij hopen u met dit project te mogen inspireren om dagelijks aandacht te besteden aan kinderrechten in de vereniging. Alvast veel leer- én spelplezier gewenst! Plan België Speelgoedmuseum Mechelen
Vragen of opmerkingen? Contacteer Dorien Clycq via dorien.clycq@planbelgië.be of via 015 55 70 75
3
Inhoudsopgave 1. Project Speelvogel in een notendop 2. Link naar de digitale enquête 3. Speelse opdrachten om het museumbezoek voor te bereiden 4. Achtergrondinformatie 4.1 Kinderrechteneducatie en het Kinderrechtenverdrag 4.2 Gender en spel 4.3 Toy stories: multicultureel spelerfgoed 4.4 Plan België – Speelgoedmuseum Mechelen 4.5 Interessante links
4 5 6 7 19 20 25 27 28 30
Project Speelvogel in een notendop VOOR WIE? Kinderen van 9 tot 12 jaar en hun begeleiders Allerlei jeugdverenigingen zoals Chiro, Scouts, KSJ, Grabbelpas, buitenschoolse kinderopvang,...
WAT WILLEN WE BEREIKEN? Project Speelvogel staat voor... —— een laagdrempelig en interactief project over (recht op) spel —— een realistisch beeld rond spel en speelgoed, overal ter wereld —— het in vraag stellen van spelstereotypes, onder meer op sociaal-cultureel vlak en wat betreft gender Voorbeeld: ‘In Afrika zijn er geen videospelletjes.’ ‘Jongens mogen niet met Barbies spelen. HOE PAKKEN WE DAT AAN? Project Speelvogel laat kinderen... —— stilstaan bij hun eigen spelgewoonten —— nadenken over wat ze (denken te) weten over spelgewoonten in andere culturen —— kennismaken met spel en speelgoed uit andere culturen —— op een creatieve manier aan de slag gaan met hun indrukken, in de vereniging en tijdens een workshop in het Speelgoedmuseum
HET TRAJECT IN 2 EENVOUDIGE STAPPEN 1. Verkennende opdrachten in de jeugdvereniging Aan de hand van dit educatieve pakket kan je in je jeugdvereniging aan de slag met de kinderen. 2. Het museumbezoek, bestaande uit twee delen: 2.1: Bezoek met gids aan de tentoonstelling ‘Toy stories: multicultureel spelerfgoed’ 2.2: Begeleide workshop in een atelierruimte
5
Link naar de digitale enquête We willen je vragen om een korte online enquête in te vullen. De enquête gaat na in welke mate jij en de kinderen momenteel vertrouwd zijn met het thema. Deze neemt maximum vijf minuten in beslag. Gelieve de enquête in te vullen alvorens met de voorbereiding te starten. Bedankt! https://nl.surveymonkey.com/r/speelvogelvoorjeugdverenigingen
6
7
Speelse opdrachten om het museumbezoek voor te bereiden
Aandachtspunt De basis voor Project Speelvogel is het internationale Kinderrechtenverdrag. Het recht op spel is vanzelfsprekend het grootste aanknopingspunt uit het verdrag, maar ook andere essentiële kinderrechten komen in beeld. Denk bijvoorbeeld aan het recht op participatie, het recht om zich te verenigen en het recht om ideeën te uiten. Zien de kinderen of jijzelf nog rechtstreekse of onrechtstreekse verbanden met andere kinderrechten? Neem een kijkje bij het gedeelte met achtergrondinformatie voor een volledig overzicht van alle kinderrechten in kindertaal. Geef dit overzicht gerust een zichtbaar plekje in het lokaal! Vier basisprincipes vormen de rode draad doorheen de interpretatie en uitvoering van het Kinderrechtenverdrag: Non-discriminatie: het verdrag geldt voor alle kinderen jonger dan 18 jaar en vraagt speciale aandacht voor kwetsbare groepen. Recht op (over)leven & ontwikkeling: elk kind heeft recht op een mens waardig leven en het recht om zich te ontwikkelen. Recht op participatie: elk kind heeft een eigen mening. In alles wat kinderen aanbelangt, mogen ze hun mening uiten en dient er ook naar die mening geluisterd te worden. Het belang van het kind: in alle acties moet er rekening gehouden worden met het belang van het kind. We willen dan ook vragen om tijdens het Speelvogel-traject samen met de kinderen toe te zien op het naleven van deze vier principes. Enkele vragen die je in dit verband kan stellen: —— Vraagt – en luistert – iedereen naar elkaars mening? —— Hebben we respect voor verschillende meningen? —— Geven we iedereen de kans om hun verhaal af te maken? —— Sluiten we niemand uit? —— Wat doen we met pestgedrag? —— Wat doen we als iemand valsspeelt? —— ... Op deze manier werk je aan een open en respectvolle omgeving voor alle kinderen!
8
Speelse opdrachten om het museumbezoek voor te bereiden Aan de hand van onderstaande opdrachten kan je het museumbezoek in je jeugdvereniging voorbereiden. We willen je vragen om deze voorbereiding, in de mate van het mogelijke, uit te voeren. Op deze manier hebben de kinderen al een eerste introductie tot het thema ‘wereldwijd recht op spel’ gekregen en zal het museumbezoek vlotter verlopen. De voorbereiding bestaat uit drie onderdelen: >> Intro: wat als... we niet meer mogen spelen? >> Groepsgesprek: wat is Project Speelvogel? >> Spelen rond de wereld!
Intro: wat als... we niet meer mogen spelen?
Doel: De kinderen beseffen dat het recht op spel een kinderrecht is, over de hele wereld. Vertel de groep dat je spijtig nieuws hebt: we mogen in onze vereniging niet meer spelen. Het is te gevaarlijk. Op straat rijden er veel te veel auto’s en als we bij een spel als ‘zakdoek leggen’ te luid zingen, krijgen we misschien een klacht over geluidsoverlast. Het is beter om voor andere activiteiten te kiezen. Wat zijn de reacties? Ongetwijfeld reageert een meerderheid verontwaardigd. Vraag de kinderen waarom ze het belangrijk vinden om te spelen (zich uitleven, leren samenspelen, ...). Vertel dat het recht op spel één van de kinderrechten is en dat de vereniging het, net als zij, belangrijk vindt dat kinderen dit recht kunnen uitoefenen. Geen paniek dus, we gaan niet stoppen met spelen! Bovendien zou het niet mooi zijn om deze beslissing te nemen zonder de kinderen inspraak te geven (= recht op participatie). Vraag de kinderen vervolgens of het recht op spel volgens hen ook in andere landen geldt. Vertel dat er sinds 20 november 1989 een Kinderrechtenverdrag bestaat. In dit document staat een opsomming van alle rechten die je als kind hebt. Alle landen in de wereld (met uitzondering van Zuid-Soedan en de VS) ondertekenden het verdrag. Dit betekent dat alle landen ervoor moeten zorgen dat het nageleefd wordt. Jammer genoeg lukt dit niet altijd. Vraag eventueel naar andere voorbeelden van kinderrechten (recht om zich te verenigen, recht op een naam, recht op bescherming, ... ).
9
Groepsgesprek: wat is Project Speelvogel?
Doel: De kinderen weten waaraan ze zich met Project Speelvogel mogen verwachten. Benodigdheden: foto’s Plan België – Speelgoedmuseum Mechelen Houd een kort voorbereidend gesprek met de kinderen. Zet je hiervoor indien mogelijk eventjes in een kring. Hieronder vind je ondersteunende informatie:
Project Speelvogel.................................................................................. Project Speelvogel is een initiatief van Plan België en Speelgoedmuseum Mechelen. Deze twee organisaties doen er alles aan om kinderen te laten spelen. Binnenkort brengen we een bezoek aan de tentoonstelling ‘Toy stories: multicultureel spelerfgoed’ in het Speelgoedmuseum. Een gids van het museum zal ons een rondleiding geven. ‘Toy stories’ is Engels voor ‘verhalen over speelgoed’. Om de tentoonstelling op te bouwen, werden onder andere interviews afgenomen met mensen die ergens anders opgroeiden. Zij komen niet uit België, maar uit een ander land – soms heel ver weg. Zo spraken medewerkers van het Speelgoedmuseum met mensen uit China, Peru, Burundi, ... Al deze mensen vertelden wat hun lievelingsspel of lievelingsspeelgoed is, waar en wanneer zij er mee spe(e)lden, ... Sommige mensen schonken zelfs een stuk speelgoed aan het museum! Na het bezoek aan de tentoonstelling volgen we een workshop in het atelier. Wat deze workshop precies inhoudt, blijft nog eventjes een verrassing...
10
Plan België............................................................................................... Plan België ijvert voor kinderrechten in 50 van de armste landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika.
Voorbeeld: In Togo (een land in West-Afrika) startte Plan een ‘Voetbal voor meisjes’- initiatief. Met dit initiatief promoot de organisatie voetbal voor meisjes. Dat liep niet van een leien dakje. In Togo worden meisjes niet aangemoedigd om te sporten en al zeker niet om te voetballen. Van meisjes wordt verwacht dat ze zich voorbereiden op hun toekomstige rol als echtgenote, moeder en huisvrouw. Toch beleven de meisjes heel veel plezier aan voetbal. Toen de mensen in het dorp dat met eigen ogen zagen, veranderde hun houding. Voetbal maakt meisjes sterker, mondiger en geeft ze meer zelfvertrouwen.
Voetbal... ook voor meisjes! ‘Sinds ik in het Plan-team voor meisjes speel, heb ik veel nieuwe vrienden gemaakt. Ik voel me beter in mijn vel nu, durf sneller zeggen wat ik denk. Het helpt me ook in mijn studies, het helpt me om kritisch na te denken. Dankzij het voetbal zie ik de toekomst rooskleurig tegemoet.’ (Kmbana, één van de speelsters uit Togo) 'Ik had nooit gedacht dat meisjes voetbal kunnen spelen, net als jongens. Dankzij het voetbalproject staat mijn dochter steviger in haar schoenen. Ze is een stuk minder verlegen nu.’ (Tchadouwa, mama van één van de speelsters uit Togo) ‘Nu wil mijn broer samen met mij voetballen. Vroeger vond hij voetbal absoluut niets voor meisjes.’ (Sara, één van de meisjes die deelneemt aan een voetbalproject in Brazilië)
In ons land focust Plan België onder andere op kinderrechteneducatie. Op die manier leren kinderen in België hun rechten kennen. Tegelijk leren ze opkomen voor hun eigen rechten én voor de rechten van leeftijdsgenoten in het Zuiden.
11
12
Plan België – Voetbal... ook voor meisjes! (voetbalproject in Brazilië) Foto: Katrijn Van Giel
Speelgoedmuseum Mechelen.................................................................. 1. Wat is een museum? Een museum is een plaats waar een verzameling wordt bewaard en tentoongesteld. + Wie heeft er thuis een verzameling? + Zou je jouw verzameling graag eens tentoonstellen? 2. Wie is al eens naar een museum geweest? + Wat voor een museum heb je bezocht? (kunst, natuur, sport, speelgoed, ...) + Wat was er te zien in het museum? (schilderijen, foto’s, videofragmenten, ...) + Waar was het museum? (in welke stad, binnen of in openlucht, ...) + Was het een groot of een klein museum? (aantal verdiepingen, aantal zalen,...) 3. Wie is al eens naar het Speelgoedmuseum in Mechelen geweest? 4. Wat denk je dat in het museum tentoongesteld wordt? (allerlei speelgoed: poppen, speelgoedautootjes, gezelschapsspellen, ...) Bekijk aandachtig de foto van het Speelgoedmuseum. Op de gevel staan speelgoedillustraties. Wat herken je? 5. Het Speelgoedmuseum ziet speelgoed als ‘een spiegel van de grote wereld’. Wat bedoelt het museum hier volgens jou mee? Spel en speelgoed zijn van alle tijden en van alle mensen. Speelgoed vertelt veel over evoluties in de samenleving en over de leefwereld van mensen. Voorbeeld: Het interieur van een Playmobil-poppenhuis uit 2015 verraadt veel over het interieur van echte huizen in 2015: er staat een computer in het bureau, een vaatwas machine in de keuken, ... Dit maakt dat poppenhuizen een ‘spiegel van het dagelijks leven’ zijn. Zo komt het dat het Speelgoedmuseum zijn volledige collectie onderbracht in verschillende spiegels. +Is het Speelgoedmuseum volgens jou een groot museum? Ja, het museum heeft drie verdiepingen. Wij bezoeken de tentoonstelling op de derde verdieping. Deze heeft een oppervlakte van maar liefst 480 vierkante meter.
Museumregels......................................................................................... Al naargelang de groep is het nuttig op voorhand even stil te staan bij de museumregels. Vraag de kinderen of ze denken dat onderstaande zaken wel of niet mogen in een museum. Wie bedenkt een alternatief voor iets wat niet mag? —— lopen (alternatief: rustig wandelen) —— roepen (alternatief: rustig praten) —— door elkaar praten (alternatief: je vinger opsteken en je beurt afwachten) —— museumobjecten/vitrinekasten aanraken (alternatief: aandachtig kijken) —— interactieve elementen aanraken, zoals bijvoorbeeld drukknoppen (dit mag, deze elementen zijn hier speciaal voor ontworpen) —— vragen stellen (uiteraard mag dit, de gids beantwoordt ze graag) Het helpt om de kinderen te laten vertellen waarom iets niet mag. Je mag bijvoorbeeld niet lopen omdat je dan andere bezoekers stoort, je raakt geen vitrinekasten aan omdat ze dan vuil worden of kapot gaan, ... Vlak voor het museumbezoek kan je de museumregels nog eens opfrissen.
13
14
Speelgoedmuseum Mechelen – gevel Speelgoedmuseum Foto: Joke De Schoenmaeker
Spelen rond de wereld!
Doel: De kinderen maken kennis met spellen uit andere landen. De kinderen ervaren gelijkenissen en verschillen tussen deze en bekende spellen. Hieronder vind je een aantal voorbeelden van spellen uit andere landen. Je zal merken dat er verschillen, maar ook gelijkenissen zijn met spellen die wij in België kennen. Speel één – of meerdere – van de spellen om de kinderen helemaal warm te maken voor het thema. In het museum spelen we gewoon verder!
Gajah-orang-semut uit Indonesië............................................................. Benodigdheden: /
Voorbereiding: Vraag de groep wie het spel ‘blad-steen-schaar’ kent. Hoe speel je dit? Vertel dat je een variant van het spel gaat spelen, afkomstig uit Indonesië. Indonesië is een land in Zuidoost-Azië. Nodig de kinderen uit om samen met jou op reis te gaan. ‘Jammer genoeg kunnen we geen echt vliegtuig nemen. Geen probleem, want de mooiste reizen maak je vanuit je verbeelding. We stappen met z’n allen op een denkbeeldig vliegtuig en stijgen op... Ons vliegtuig landt in Indonesië.’ In Indonesië spreken de mensen Malay. Leer de groep drie woorden: gajah = olifant orang = mens semut = mier Net als bij ‘blad-steen-schaar’ heeft elk woord een symbool: olifant = duim mens = wijsvinger mier = pink Speelwijze: Laat de kinderen in twee rijen tegenover elkaar staan: Ploeg 1: X X X X X
Ploeg 2: X X X X X Alle kinderen houden hun handen achter hun rug. Ze zeggen luidop ‘olifant-mens-mier’ en tonen vlak nadien één van de drie symbolen (ze tonen dus hun duim, wijsvinger of pink). Een olifant wint van een mens, omdat olifanten mensen gemakkelijk kunnen vertrappelen met hun grote poten. Om dezelfde reden wint een mens van een mier. Een mier wint om een wel heel bijzondere reden van een olifant: hij kruipt in het oor van de olifant en kietelt de olifant zo hard dat hij zich dood lacht... EXTRA: Met creativiteit kom je ver! Kunnen jullie zelf een variant van een bestaand spel verzinnen? Test het zeker en vast eens uit!
15
Het endé spel uit Afrika.......................................................................... Benodigdheden: krijt, 3 steentjes
Voorbereiding: Teken met krijt vijf kringen op de grond. Dit is het speelveld. In Afrika tekent men de kringen met een stokje in het zand. Zoek drie steentjes (of andere kleine objecten die in je handpalm passen). Verdeel de groep in twee gelijke ploegen. De ploegen stellen zich op in twee rijen tegenover elkaar, met het speelveld tussen hen in. Leg aan beide buitenkanten van het speelveld een steentje: Ploeg 1: A B C D E
Ploeg 2: A B C D E
Speelwijze: Geef persoon A van ploeg 1 het derde steentje. A verstopt dit achter zijn rug in zijn linkerof rechtervuist. Als het steentje in een vuist verstopt is, toont A van ploeg 1 beide vuisten aan A van ploeg 2. A van ploeg 2 raadt in welke vuist het steentje verstopt zit. Om discussie te vermijden, laat je hem een rustig tikje op één van de twee vuisten geven. Goed geraden? Het steentje van ploeg 2 mag één kring naar binnen verplaatst worden. Fout geraden? Het steentje van ploeg 1 mag één kring naar binnen verplaatst worden. Wissel af. Nu verstopt persoon B van ploeg 2 het steentje en raadt persoon B van ploeg 1. Het spel gaat door tot één van beide steentjes de kring in het midden bereikt. De ploeg van wie dit steentje is, wint het spel! EXTRA: Heb je noodzakelijk veel materiaal nodig om te spelen? Wie bedenkt een spel waarvoor je het materiaal helemaal zelf in elkaar kan steken?
16
Ti ta to uit Hawaï..................................................................................... Benodigdheden: krijt, 3 grote witte pionnen, 3 grote zwarte pionnen
Naargelang de grootte van het spelbord kunnen jullie in plaats van pionnen voor een gebruiksvoorwerp kiezen (schoenen, emmers, … ). Voorbereiding Teken het spelbord zoals op onderstaande tekening:
Speelwijze Verdeel de groep in twee ploegen. Elke ploeg krijgt drie pionnen van dezelfde kleur. Om de beurt legt elke ploeg een pion op één van de kruispunten van het spelbord. Dit doen beide ploegen tot alle pionnen op het spelbord liggen. Daarna verplaatst elke ploeg om de beurt een pion. De bedoeling van het spel is om alle pionnen op één lijn te plaatsen. Telkens wanneer je dit lukt, verdien je een punt. Welke ploeg verzamelt de meeste punten? Je mag niet over andere pionnen en kruispunten springen. Per beurt mag je maar één punt verder gaan en er mogen geen twee pionnen op hetzelfde kruispunt staan.
Jalpari uit India........................................................................................ Benodigdheden: krijt
Voorbereiding Teken met krijt in het midden van het terrein een rechthoek over de gehele breedte van het terrein. Deze rechthoek stelt de rivier voor. Speelwijze In de rivier gaat één speler staan. De andere spelers gaan allemaal aan dezelfde zijde van het terrein staan. Wanneer de persoon in de rivier een teken geeft, probeert iedereen de rivier over te steken. De persoon in de rivier probeert de andere spelers te tikken. Wie getikt wordt, komt mee in de rivier staan. Hoe meer tikkers, hoe moeilijker het wordt om over te steken. Wie houdt het langst het hoofd boven water?
17
18
Un millón limones uit Peru....................................................................... Benodigdheden: /
Voorbereiding Geef iedereen een nummer. Speelwijze Alle spelers zitten in een kring. Speler nummer 1 start met volgende zin: “Eén limoen, halve limoen, 15 limoenen.” Speler nummer 15 reageert: “Eén limoen, halve limoen, 3 limoenen.” Speler nummer 3 reageert: “één limoen, halve limoen, ...” Wie spreekt als eerste de woorden verkeerd uit? EXTRA: Ken je nog voorbeelden van woorden of zinnen waar je tong gemakkelijk over struikelt als je ze snel uitspreekt? Probeer ze eens uit!
Oproep: foto’s! Het zou leuk zijn mochten jullie enkele sfeerfoto’s nemen van al deze activiteiten rond spel en speelgoed in je jeugdvereniging. Deze foto’s kan je uploaden in het fotogedeelte van ‘www.projectspeelvogel.be’ (met een maximum van 5 foto’s per vereniging). Dankzij de foto’s krijgt elke vereniging de kans om het resultaat te delen. Bovendien kan je ook andere begeleiders en kinderen inspireren! Tenslotte krijgen we een beter beeld over hoe jullie concreet aan de slag gingen met dit educatieve pakket. De leukste foto’s krijgen een speciale plaats in het Speelgoedmuseum!
19
ACHTERGROND INFORMATIE
Kinderrechteneducatie het Kinderrechtenverdrag Wat is kinderrechteneducatie?................................................................ Kinderrechteneducatie is kinderen... 1. … informeren over hun eigen rechten. Kinderrechteneducatie begint bij het kennismaken met de eigen rechten. Kinderen in België op een aangepaste manier informeren over het bestaan van hun eigen rechten, is de eerste stap. Op die manier ontmoeten we kinderen en jongeren in hun eigen leefwereld. 2. … leren om hun rechten te verdedigen. Wanneer kinderen het belang inzien van hun eigen rechten, zullen ze er ook voor opkomen. We leren hen competenties om hun rechten op een respectvolle manier te verdedigen. 3. … stimuleren om de rechten van kinderen in het Zuiden te verdedigen. Deze stap legt de link naar het Zuiden en maakt inherent deel uit van kinderrechteneducatie. Kinderrechten zijn immers universeel. Kinderen beseffen dat de rechten die ze zelf hebben, gelden voor alle kinderen op de wereld. Kinderen en jongeren krijgen de nodige competenties om hier wereldwijd voor op te komen en zo uit te groeien tot solidaire wereldburgers.
Waarom aan kinderrechteneducatie doen?............................................. Uit bovenstaande definitie blijkt dat wie aan kinderrechteneducatie doet, zorgt voor het informeren van kinderen over hun rechten en het ontwikkelen van bepaalde waarden, houdingen en vaardigheden. Op basis van het Kinderrechtenverdrag laat je kinderen nadenken over allerlei zaken. Niet zomaar over één specifiek recht, zoals het recht op spel, maar ook over respect voor zichzelf én voor anderen, preventie tegen geweld en pesten, inspraak, participatie, ... Je werkt aan het creëren van een kinderrechtenklimaat en vormt kinderen tot solidaire wereldburgers die zich niet alleen bewust zijn van de eigen situatie, maar ook van die van hun leeftijdsgenoten in het Zuiden.
Wat is het Kinderrechtenverdrag precies?.............................................. Op 20 november 1989 wordt het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) of het Kinderrechtenverdrag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het Kinderrechtenverdrag volgt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) en de Verklaring van de Rechten van het Kind (1959) en is bindend voor alle lidstaten die het verdrag ratificeren. Het verdrag bestaat uit 54 artikels, specifiek van toepassing op minderjarigen. Het Kinderrechtenverdrag werd ondertekend door alle landen ter wereld, exclusief Zuid-Soedanen de VS. België ratificeerde het Kinderrechtenverdrag op 16 de cember 1991, en het trad in werking op 15 januari 1992. Alle landen die het ver-
20
drag ratificeerden, engageren zich om toe te zien op de naleving van alle rechten uit het verdrag. Minstens één keer om de vijf jaar moet elk land voor het Comité van Genève een verslag opstellen over de uitvoering en de vooruitgang omtrent de bepalingen in het Kinderrechtenverdrag. Dit Comité heeft als taak om toe te zien of het Verdrag wereldwijd gerespecteerd wordt. Tenslotte geeft het de verschillende landen aanbevelingen en advies om bepaalde punten te verbeteren. Het Kinderrechtenverdrag in kindertaal Hierna vind je alle kinderrechten – in kindertaal - op een rijtje gezet.
21
Art. 1. Art. 2. Art. 3. Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Art. 8. Art. 9. Art. 10. Art. 11. Art. 12. Art. 13. Art. 14. Art. 15. Art. 16. Art. 17. Art. 18. Art. 19. Art. 20. Art. 21. Art. 22. Art. 23. Art. 24. Art. 25. Art. 26. Art. 27. Art. 28. Art. 29. Art. 30. Art. 31. Art. 32. Art. 33. Art. 34. Art. 35. Art. 36. Art. 37. Art. 38. Art. 39. Art. 40. Art. 41.
Als je nog geen 18 jaar bent, ben je een kind. Alle kinderen ter wereld hebben dezelfde rechten. Je hebt het recht op welzijn. Je hebt het recht je rechten uit te oefenen. Je hebt het recht om geholpen te worden bij het leren. Je hebt het recht op het leven. Je hebt het recht op een naam en een nationaliteit. Je hebt het recht om je identiteit te behouden. Je hebt het recht om bij je ouders te leven. Je hebt het recht om je met je familie te herenigen. Niemand mag je onrechtmatig naar het buitenland meenemen. Je hebt het recht om gehoord te worden. Je hebt recht op vrije meningsuiting. Je hebt recht om te denken wat je wilt en een eigen religie te kiezen. Je hebt het recht om samen te komen met andere kinderen. Je hebt recht op privacy. Je hebt recht op informatie om je te kunnen ontwikkelen. Je ouders zijn verantwoordelijk voor je. Je hebt het recht beschermd te zijn tegen alle vormen van misbruik. Je hebt het recht op bescherming als je geen familie meer hebt. Je kan geadopteerd worden als aan de juiste regels werd voldaan. Je hebt recht op bescherming als je vluchteling bent. Je hebt recht op aangepaste zorg als je een handicap hebt. Je hebt recht op gezondheidszorg. Indien je geplaatst bent, heb je recht op controle van de instelling. Je hebt recht op bescherming tegen armoede. Je hebt het recht je te ontwikkelen in goede omstandigheden. Je hebt recht op onderwijs. De school moet je stimuleren om op een goede manier te ontwikkelen. Je hebt recht op bescherming als je deel bent van een minderheid. Je hebt het recht om te spelen, op vrije tijd en rust. Je hebt recht op bescherming tegen kinderarbeid. Je hebt het recht om beschermd te worden tegen drugs. Je hebt recht op bescherming tegen seksuele uitbuiting of misbruik. Niemand mag je ontvoeren, verkopen of gebruiken voor geld. Je hebt recht op bescherming tegen elke vorm van uitbuiting. Niemand mag je folteren, levenslang opsluiten of doden. Je hebt het recht op bescherming tegen oorlog. Je hebt recht op hulp indien je slachtoffer bent geweest. Je hebt het recht veroordeeld te worden als een kind. Je hebt het recht te worden beschermd door de wetten van je land.
22
Het Kinderrechtenverdrag verder toegelicht.......................................... We maken het Kinderrechtenverdrag bevattelijk aan de hand van onderstaande afbeelding.
23
Deze afbeelding illustreert het Kinderrechtenverdrag. Kinderrechten zijn universeel. Daarom vind je in het midden een wereldbol met een jongen en een meisje. De rechten uit het verdrag gelden namelijk voor alle kinderen, over de hele wereld. Ook in België moeten we alles op alles zetten om het verdrag in de praktijk te brengen. De jongen en het meisje verwijzen naar een belangrijk basisprincipe van het Kinderrechtenverdrag, namelijk ‘het belang van het kind’. In de uitvoering van het Kinderrechtenverdrag moeten we steeds rekening houden met wat het beste is voor het kind. Het boompje staat symbool voor duurzaamheid. Elk initiatief moet garanderen dat kinderen kunnen (blijven) genieten van hun rechten, nu en in de toekomst.
Kinderrechten zijn er voor alle kinderen tot 18 jaar, voor alle nationaliteiten of culturen, rijk of arm, met of zonder handicap, klein of groot, meisje of jongen,... Speciale aandacht gaat naar kwetsbare kinderen, die het moeilijker hebben om hun rechten te laten gelden Elk kind heeft recht op een eigen mening, die zij/hij ook mag uitspreken. In onderwerpen die kinderen aanbelangen, moet de mening van kinderen serieus genomen worden.
24
Elk kind heeft het recht om ‘iemand’ te zijn. Zo heeft elk kind het recht op een naam, nationaliteit en een gezin.
Elk kind heeft recht op gratis, kwaliteitsvol basisonderwijs. Dat betekent dat alle kinderen kunnen rekenen op onderwijs dat hun persoonlijkheid en capaciteiten helpt ontwikkelen. Leren over kinderrechten hoort daar zeker en vast bij! Elk kind heeft het recht om op te groeien in een gezin. Liefst thuis, bij de ouders. Als dat niet mogelijk is, moet het maximale gedaan worden om rekening te houden met het belang en de wensen van het kind. Elk kind heeft recht op vrije tijd, rust, spel en ontspanning. Dat is nodig om een optimale ontwikkeling mogelijk te maken. Bovendien heeft elk kind ook recht op culturele activiteiten. Elk kind heeft recht op een leven dat kansen biedt op een goede geestelijke, lichamelijke, sociale, verstandelijke en morele ontwikkeling. Daartoe heb je tenminste een dak boven je hoofd nodig, kleren, genoeg te eten en drinken,... Elk kind heeft recht op privacy: niemand mag zich ongevraagd inmengen in het leven van een kind. En iedereen wil soms eens alleen zijn. Tegelijk heeft elk kind het recht om andere kinderen te ontmoeten, of samen tijd te spenderen, bijvoorbeeld in een jeugdbeweging Elk kind heeft het recht op bescherming tegen lichamelijk, geestelijk of emotioneel geweld. Dat geldt ook voor het recht op bescherming tegen economische of seksuele uitbuiting en andere schadelijke zaken, zoals drugs. Als een kind vindt dat een recht geschonden of in gevaar is, moet zij/hij ergens terecht kunnen. Aan zo’n klacht moet gevolg gegeven worden. Bovendien moeten we ons te allen tijde kunnen verantwoorden over het kinderrechtenbeleid dat we voeren. Drie acties zijn cruciaal in de uitvoering van het Kinderrechtenverdrag:
Zelf de kinderrechten toepassen.
Ervoor zorgen dat andere mensen kinderrechten respecteren.
Initiatieven opzetten of middelen voorzien die de rechten van kinderen promoten en bevorderen.
Gender en spel Wat is het probleem?.............................................................................. Meisjes en vrouwen hebben het moeilijker om het leven te leiden dat ze zelf willen. Over de hele wereld worden ze onevenredig getroffen door armoede, onrecht, geweld en discriminatie, ook in wetgeving.
Enkele voorbeelden................................................................................. >>
Vrouwen werken veel meer dan mannen: ze besteden minstens twee keer zoveel tijd als mannen aan huishoudelijk en onbetaald werk >> Ondanks een stijging van 14 % in het jaar 2000, zijn vrouwen nog slechts goed voor 20,4 % van de parlementsleden wereldwijd >> Minder dan 20 % van de grondbezitters in de wereld zijn vrouwen omdat ze veel minder rechten hebben om land te erven van hun ouders >> Van de 572 miljoen ‘werkende armen’ in de wereld zijn 60% vrouw: zij worden dus slecht betaald >> De meeste kinderen die niet naar school kunnen gaan zijn meisjes: 55 % van niet schoolgaande kinderen in Zuid-Azië, 65 % in West-Azië en 79 % in Noord-Afrika >> Wereldwijd ervaren 35 % van de vrouwen fysiek en / of seksueel partnergeweld >> Als de huidige trends doorzetten, zullen meer dan 140 miljoen meisjes trouwen als minderjarige >> Complicaties bij zwangerschap en bevalling zijn de belangrijkste doodsoorzaak voor meisjes van 15 tot 19 jaar in ontwikkelingslanden Deze voorbeelden laten zien dat genderongelijkheid onlosmakelijk verbonden is als een oorzaak en gevolg van armoede en uitsluiting. Dit wordt versterkt in tijden van economische crisis, klimaatverandering, conflicten en rampen, die vrouwen en meisjes onevenredig beïnvloeden.
Wat is gender?........................................................................................
Het concept van gender verwijst naar wat het betekent om ‘jongen’ of ‘meisje’ te zijn. De normen, verwachtingen en overtuigingen over de rollen, relaties en waarden toegekend aan meisjes en jongens, vrouwen en mannen. Deze normen zijn niet ‘van nature’ uit ontstaan: ze zijn sociaal geconstrueerd, ze zijn niet onveranderlijk noch worden ze biologisch bepaald. Ze veranderen in de tijd. Ze worden geleerd van ouders, familie en vrienden, in scholen en gemeenschappen, en van de media, de overheid en soms ook religieuze organisaties.
Wat is gendergelijkheid en waarom is dat belangrijk? ...........................
Gendergelijkheid betekent dat vrouwen en mannen, meisjes en jongens dezelfde status genieten in de maatschappij; dat ze dezelfde mensenrechten hebben; dat ze genieten van dezelfde mate van respect in de samenleving; dat ze kunnen profiteren van dezelfde mogelijkheden om keuzes te maken over hun leven; en dat ze net zoals mannen zelf keuzes kunnen maken over wat ze met hun leven willen doen. Meer gendergelijkheid is goed voor iedereen: het biedt grotere kansen tot verantwoorde economische groei, en die groei wordt eerlijker verdeeld wanneer niet enkel de mannen er zeggenschap over hebben.
25
26
De betrokken partijen: ook jongens erbij betrekken.............................. Om iets te kunnen veranderen aan die ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen hebben we geleerd dat het erg belangrijk is om hieraan te werken samen met jongens. Als mannen tijdens hun jeugd en adolescentie geconfronteerd werden met trainingen en vormingen over manieren om meer gelijkheid na te streven dan blijkt dat ze minder discriminerende meningen en gedrag vertonen tegenover vrouwen. Er zijn verschillende manieren om ‘jongen of meisje’ te zijn. Als we kinderen de vrijheid geven om die invulling naar eigen goeddunken in te kleuren dan biedt dat de beste kansen op ontplooiing.
Vroeg begonnen is half gewonnen..........................................................
Het werken aan gendergelijkheid moet dus starten op jonge leeftijd en gebeurt in aanwezigheid van jongens en meisjes die samen leren hoe genderproblemen ontstaan en wat er de gevolgen van zijn. Toch zie je nog vaak dat speelgoed de typische traditionele rollen van vrouwen en mannen benadrukt. Denk maar aan speelgoed waarmee jonge meisjes hun rol als toekomstige huishoudster kunnen oefenen met strijkplank, was- en naaimachine in de aanslag. En omgekeerd, stoere games en speelgoed voor jongens dat hen aanleert voor zichzelf op te komen, de andere niet te sparen en desnoods ten koste van iemands anders welzijn de kortste weg naar succes te kiezen. Gelukkig kan je als begeleider veel doen om roldoorbrekend te werken. Je kan spelen met de lokaalindeling, zorgen voor het gebruik van niet stereotype beeldvorming in materiaalgebruik, actief proberen te streven naar gelijke behandeling, ... Wanneer je als begeleider het goede voorbeeld geeft van hoe het ook anders kan, en dat er geen redenen zijn om de huidige rollen en verwachtingen voor meisjes en jongens niet te veranderen, dan wordt een basis gelegd voor een meer gelijke en rechtvaardige samenleving in de toekomst.
Toy stories: multicultureel spelerfgoed Inhoud De tentoonstelling ‘Toy stories: multicultureel spelerfgoed’ toont spelerfgoed uit andere culturen. De collectiestukken en oneliners uit interviews schetsen de kindertijd van volwassenen. Filmpjes en foto’s geven een beeld van de huidige spelsituatie. Rode draad De tentoonstelling is gestart vanuit interviews die we afnamen bij mensen uit verschillende culturen. We kwamen tot de ontdekking dat er naast een aantal verschillen eigenlijk veel gelijkenissen zijn tussen spel en speelgoed overal ter wereld. Dit wordt dan ook tot uiting gebracht in de tentoonstelling zelf. We kiezen niet voor een klassieke indeling per werelddeel, maar voor een indeling per thema waardoor de gelijkenissen heel sterk naar voor komen. Thema’s —— Dagelijks leven (poppen, fornuisjes, potjes en pannetjes, …) —— Mobiliteit (auto’s, vliegtuigen, …) —— Creativiteit (muziekinstrumenten, knutselwerken, …) —— Samen zijn (gezelschapsspellen, speelplaatsspellen, …) Belang van de tentoonstelling De samenleving van vandaag is multicultureel. Misschien zitten er in je vereniging kinderen uit Marokko, Turkije, Congo,… Iedereen neemt een stukje van zijn cultuur met zich mee. Als Speelgoedmuseum is het onze taak om in de huidige samenleving niet enkel het spelerfgoed van Vlaanderen, maar ook dat van andere culturen te bewaren en tentoon te stellen.
27
Plan België – Speelgoedmuseum Mechelen Plan België vzw Plan België is een onafhankelijke niet-gouvermentele organisatie, lid van de internationale Plan-koepel, die actief is in 69 landen, waarvan 50 van de armste landen van Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Sinds 1983 werken we met en voor de meest kwetsbare kinderen en hun gemeenschap in het Zuiden en gaan we de strijd aan met armoede, onrecht en on gelijkheid. Samen met onze lokale partners ontwikkelen we kwaliteitsvolle programma’s die een grote impact genereren en voor kinderen, zowel meisjes als jongens, een verschil maken op gebied van: —— een goede start in het leven —— toegang tot drinkbaar water en sanitaire voorzieningen —— kwaliteitsvol onderwijs —— bescherming tegen misbruik en geweld —— seksuele gezondheid en preventie tegen hiv/aids —— inspraak in beslissingen die hen aanbelangen —— voorbereiding op noodsituaties —— een behoorlijk inkomen In België sensibiliseren we het grote publiek, werven we fondsen en zetten we kinder rechten op de agenda van scholen, media en politici.
28
Speelgoedmuseum Mechelen vzw ALGEMEEN Het Speelgoedmuseum verwerft, behoudt, onderzoekt en presenteert een uniek samengestelde collectie speelgoed als volwaardig erfgoed en als spiegel van de grote wereld. Speelgoed vertelt heel veel over de maatschappij. Aan de hand van speelgoed kan je heel veel leren over (de geschiedenis van) onze maatschappij en die van andere culturen. Speelgoed is heel herkenbaar en sluit nauw aan bij de leefwereld van het kind. We gebruiken speelgoed als communicatiemiddel en als leermiddel om diverse thema’s aan te kaarten. SPIEGELS De vaste collectie is tentoongesteld op 3 verdiepingen en is opgedeeld in 7 spiegels. - - - - - - -
Spiegel van het dagelijks leven (poppen, soldaatjes, miniaturen, …) Spiegel van fauna en flora (knuffeldieren, miniatuurboerderijen, …) Spiegel van mobiliteit (speelgoedauto’s, -treinen, -vliegtuigen, schepen, …) Spiegel van creativiteit (puzzels, hersenbrekers, creatief speelgoed, …) Spiegel van wetenschap en techniek (constructiespeelgoed, optisch speelgoed, …) Spiegel van het samen zijn (gezelschapsspellen, buitenspelen, …) Spiegel van de interculturele wereld (speelgoed uit Afrika, Azië, Oceanië, Amerika en het Midden Oosten)
In de huidige opstelling zijn er tal van interactieve elementen waardoor ook onze jonge bezoekers het museum op een speelse manier kunnen ontdekken. GROEPSBEZOEK Raadpleeg onze website (www.speelgoedmuseum.be), je vindt er meer info over onze faciliteiten in het museum en ons aanbod voor groepen om het bezoek zo leuk mogelijk te maken.
29
Interessante links WEBSITES —— www.projectspeelvogel.be (site van het project) —— www.planbelgie.be (site van Plan België) —— www.speelgoedmuseum.be (site van Speelgoedmuseum Mechelen) —— http://mondial.mechelen.be (site van Mechelen Mondiaal) —— www.kinderrechtencommissariaat.be (site van het Kinderrechtencommissariaat) —— www.kinderrechten.be (site van de Klachtenlijn van het Kinderrechtencommissariaat) —— www.kinderrechteneducatie.be (overzicht van educatief materiaal rond kinderrechten) —— www.kinderrechtswinkel.be (informatie rond kinderrechten in België) —— www.vormen.org (educatief materiaal rond kinder- en mensenrechteneducatie) —— www.rosadoc.be (RoSa vzw, bibliotheek, documentatiecentrum en archief voor gelijke kansen m/v, feminisme en gender)
30