Projectplan
Opstart traject Onderwijs op Maat In het kader van Optimaal Speciaal
Clusius College Heerhugowaard Mei 2010
1
2
Inhoud: Aanleiding
4
Doel van het project
4
Proces
5
Indicaties
5
Profiel van de Onderwijs op Maat leerling
6
Protocol
7
Procedure
9
Samenstelling groep OoM
10
Uitgangspunten en randvoorwaarden
11
Begroting
12
3
Aanleiding Binnen het VMBO valt een steeds grotere groep leerlingen buiten de boot. Deze groep is niet in staat om in de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO zijn/haar talenten voldoende te benutten om een goede opleidingsloopbaan te volgen. Zij worden door diverse omstandigheden gehinderd om binnen de school te kunnen functioneren of zijn niet theorievaardig. Ze vallen of voortijdig uit het VMBO of aan het begin van het MBO en halen geen startkwalificatie. Daarnaast raken zij veelal gedemotiveerd door de schoolomgeving, die niet kan inspelen op hun (meer praktisch ingestelde) behoefte of zorgvraag. Door deze leerlingen een gerichte, praktische beroepenoriëntatie binnen de opleiding aan te bieden vergroot de kans dat deze leerlingen weer gemotiveerd raken en is doorstroom naar een niveau 2 opleiding weer haalbaar. Ze kunnen door de variëteit van projecten waar ze aan deel kunnen nemen kennis maken met en oriënteren op de verschillende sectoren waar ze in de toekomst werkzaam kunnen zijn en een keuze maken voor een beroep. Daarbij kunnen ze zowel aan hun sociale/communicatieve competenties als aan hun vakcompetenties werken. Uitstroomdoel is een smal VMBO diploma of als dat niet haalbaar blijkt een AKA diploma. De uitvoering van dit projectplan wordt vanuit de VSV maatregel ‘ Draagt Over’ en de Plusvoorziening bekostigd. De uitvoering van Onderwijs op Maat zal worden gerealiseerd met LGF middelen.
Doel Het binnen de school kunnen aanbieden van een alternatieve leerroute waarmee er mogelijkheden zijn voor alle leerlingen om hem/haar toe te kunnen leiden naar een vervolgopleiding dan wel werk en daarmee het voorkomen van voortijdige uitval binnen het VMBO.
4
Proces ontwikkeling Onderwijs op Maat Om dat te kunnen bereiken is het van belang dat er binnen de school goede indicaties kunnen worden gesteld en een procedure is om leerlingen naar de verschillende vormen van onderwijs toe te leiden. (regulier VMBO, en de alternatieve leerroute Onderwijs op maat met Basis op Maat). Alle leerlingen zijn ZAT geïndiceerd. In dit projectplan vindt u alle uitgangspunten en voorwaarden die de werkgroep gebruikt om te komen tot het Onderwijs op Maat. In het Plan van Aanpak staan de stappen en het tijdpad voor de ontwikkeling beschreven met in schema het raamplan en daarin het communicatieplan. Het doel is om in augustus 2010 met de uitvoering van het Onderwijs op Maat van start te gaan.
Indicaties voor Onderwijs op Maat De leerling functioneert niet in het reguliere onderwijs. Mogelijke oorzaken : Thuissituatie Problemen met omgang met anderen Het ontbreken van structuur/discipline Zichtbaar gedrag: Het niet willen/kunnen volgen van de lesstructuur Afwezigheid Indicatie voor de Rebound (Samenwerkingsverband) 1) Er is sprake van acute problemen waardoor de leerling een time-out nodig heeft om later terug te kunnen gaan naar de opleiding waar hij/zij deel van uitmaakt. Indicatie leerling geschikt voor Onderwijs op Maat A 1) 2) 3) 4)
Er is sprake van langdurige problematiek (sociaal /gedragsmatig) De leerling weet nog niet wat hij/zij wil De leerling is (nog) niet stagevaardig De leerling is in staat om Ne/ Eng/wiskunde te behalen maar wordt gehinderd door omstandigheden om dat in het reguliere schoolsysteem te laten zien 5) Beroepskeuze beantwoord niet aan de verwachtingen B
1) de leerling met indicatie Rec 4 wordt door de begeleider van het OoM begeleid binnen het reguliere onderwijs 2) de leerling met Rec 4 indicatie wordt in het OoM traject geplaatst (zie volgende blad)
5
Profiel deelnemer Onderwijs op Maat Het gaat om leerlingen waarbij gedurende het tweede leerjaar VMBO of in de loop van het derde leerjaar VMBO duidelijk wordt dat hij/zij door verschillende oorzaken niet in staat zal zijn een regulier VMBO-diploma te gaan halen. Om te voorkomen dat deze leerling gedemotiveerd raakt en uitvalt en daarmee uit het onderwijscircuit verdwijnt, is het van belang de leerling een mogelijkheid te bieden binnen Onderwijs op Maat. Deze groep leerlingen kan worden gekenschetst door de volgende beschrijvingen: 1) De niet-kunner Deze jongere heeft niet voldoende leervermogen om een startkwalificatie te kunnen behalen. De AKA opleiding is in feite het hoogst haalbare. Dit is niet een probleemjongere met allerlei gedrags- en sociaal-emotionele problemen. 2) De verhinderde Deze jongere heeft mogelijk wel de capaciteit voor een startkwalificatie maar wordt verhinderd zijn capaciteiten te benutten . Dit wordt veroorzaakt door vaak zware en complexe persoonlijke problemen. 3) De zoeker Deze jongere heeft mogelijk wel de capaciteit voor een startkwalificatie maar geen duidelijk beeld van de opleiding of het beroep dat hij/zij zou willen. Vaak heeft hij een keuze gemaakt voor een bepaalde richting maar is weer gestopt zonder te weten wat wel een juiste keuze is. De zoeker heeft niet veel motivatie meer en denkt erover te stoppen met school. Mocht een leerling voldoen aan een van de bovenstaande beschrijvingen is dat een indicatie om hem/haar in het Onderwijs op Maattraject te plaatsen.
6
Protocol intake Inleiding De leerlingen worden op diverse momenten gediagnosticeerd. Het doel hiervan is de leerling zo adequaat mogelijk te begeleiden bij het leerproces en in hun sociaal-emotioneel functioneren. De diagnose wordt zowel intern als extern gedaan. De school is verdere expertise aan het opbouwen. Onderwijs Eind Rapport basisschool (OER) Het voorwerk bij de testen, zoals bij dyslexie en faalangst, wordt gedaan door docenten (mentor, faalangsttrainer, dyslexiedocent, decaan, remedial teacher, enz.). Vanuit de diagnose komt de zorgvraag naar voren en vindt er een bespreking plaats in het zorgadviesteam om te zorgen dat de centrale vraagstelling van zorg concreet vertaald wordt naar een werkbare uitkomst voor een handelingsplan. Voor het testen en toetsen wordt gebruik gemaakt van een onderwijsservice bureau. Moet een leerling individueel worden getest, dan wordt de ”schoolpsycholoog “ingeschakeld. Er worden diverse instrumenten gebruikt. Informatie van de basisschool Instrument
Onderzoeker
Gebruiker
Intelligentie test
School en Onderwijs Service
Toelatingscommissie Ouder/verzorger
School en Onderwijs Service
Toelatingscommissie en mentor Ouder/verzorger
Prestatie Motivatie onderzoek School en Onderwijs Service
Toelatingscommissie en mentor Ouder/verzorger
Leervorderingen onderzoeken
Onderwijskundig Eindrapport Afleverende basisschool Toelatingscommissie Basisschool en mentor Ouder/verzorger Dyslexieonderzoek
School en Onderwijs Service
Alle betrokkenen
7
Intern: Instrument
Gebruiker
VAS toets (refentiekader Meijerink, toets klas 1)
Vakdocent wiskunde Vakdocent taal
Dyslexieonderzoek
Vakdocent Nederlands
Cito-determinatietoets klas 2
Loopbaanoriëntatie (op verzoek)
Decaan, mentor en teamleiders
Decaan
Werken met Individuele Handelings-Plannen Binnen de school is gekozen voor een digitaal leerlingvolgsysteem, verder te benoemen als SLB. (StudieLogBoek) In het SLB worden na de intake opgenomen: de persoonlijke gegevens van de leerling; de didactische gegevens, zoals ontvangen van de afleverende basisschool; bijzonderheden op didactisch en/of pedagogisch terrein (bv. dyslexieverklaring, ADHD, gedrag, enz.) Vanaf het moment dat de leerling op school start, worden alle relevante gegevens door de onderwijsgevenden genoteerd in het SLB. De leerling-gegevens zijn alleen toegankelijk voor bevoegden. Vertrouwelijke informatie wordt afgeschermd en is alleen toegankelijk voor coördinatoren en directieleden. De mentor gebruikt de gegevens om aan de start van het schooljaar (de eerste maand ) een groepshandelingsplan (GHP) te maken. De mentor gebruikt de gegevens in het SLB als signaleringsinstrument. Wanneer de gegevens in het SLB aanleiding vormen voor de mentor om een leerling in te brengen in de leerlingbespreking, verzoekt de mentor de betrokken docenten een observatieformulier in te vullen. (zie zorgplan) Op basis van deze gegevens formuleert de mentor de hulpvraag die besproken wordt in de leerlingbespreking.
8
Procedure Voorafgaande stappen: Stap 1. Bijzonderheden rond een leerling worden door docenten, mentoren en teamleiders genoteerd in het digitale leerlingvolgsysteem; SLB Mentoren en zorgdocenten signaleren problemen met een leerling doordat er melding van wordt gemaakt in SLB. Problemen wil zeggen; wanneer er meerder malen melding van is gemaakt. Als er helemaal niets vermeld staat over een leerling kan dit ook een reden tot zorg zijn. De mentor zorgt ervoor dat hij een compleet profiel van de leerling kan schetsen door gebruik te maken van de schijf van 7. ( zie map “Per”- mentoren) Dit heeft als doel om een zo compleet mogelijk beeld van de leerling te krijgen en daarmee inzicht te krijgen in de problematiek.. Stap 2. De mentor gaat met de leerling en/of betrokken docent en/of de ouders / verzorgers van de leerling in gesprek over de gesignaleerde problematiek.. De mentor doet verslag van dit gesprek in SLB. Stap 3. Als stap 2 niet binnen 2 weken het gewenste resultaat heeft, neemt de mentor contact op met de zorgdocent. Samen proberen zij de hulpvraag helder te krijgen en deze duidelijk te formuleren. De zorgdocent bespreekt de leerling binnen het ZAT-smal. Stap 4. De zorgdocent maakt in overleg met de mentor een IHP voor de leerling en licht de leerling , de ouders / verzorgers van de leerling, de zorgcoördinator en de teamleider in. Het IHP wordt uitgereikt aan de betrokken docenten; zij gaan volgens de richtlijnen van het IHP met de leerling aan het werk. Tijdens de leerlingbespreking: Stap 5. Tijdens de leerlingbespreking worden de IHP’s geevalueerd onder leiding van de zorgdocent. De betrokken mentor schetst een compleet profiel van de leerling met behulp van de schijf van 7, dit instrument geeft de vergadering inzicht in de totale leefomgeving van de leerling. De vergadering reageert op de inhoud van het IHP en wisselt ervaringen uit; is het IHP afdoende en levert het resultaat op? Indien nodig wordt het IHP naar behoefte aangevuld/ gewijzigd.
9
Na de leerlingbespreking: Stap 6. Wanneer het IHP niet de gewenste resultaten oplevert, legt de zorgdocent het probleem bij de zorgcoördinator. De zorgcoördinator brengt de leerling in bij het ZAT-breed, waar externe hulpverleners advies uit brengen over de te volgen zorgroute. Het ZAT-breed kan de leerling indiceren als kandidaat voor Onderwijs op Maat. Een meetinstrument dat kan worden ingezet om de indicatiestelling te verhelderen is de Schoolvragenlijst. Stap 7 Overleg met ouders/verzorgers Intake door de teamleider/zorgcoördinator Stap 8 In overleg met teamleider/zorgcoördinator vaststellen van geschikt opleidingstraject voor de betreffende leerling Overleg met ouders/verzorgers Stap 9 Start OoM
Samenstelling groep OoM De samenstelling van de groep die kan deelnemen aan deze voorziening ziet er als volgt uit: Jaar 1: LGF leerlingen worden indien nodig opgevangen en krijgen begeleidings- gesprekken van de begeleider OoM Jaar 2: LGF leerlingen worden indien nodig opgevangen en krijgen begeleidings- gesprekken van de begeleider OoM Jaar 3: a)LGF leerlingen worden indien nodig opgevangen en krijgen begeleidings- gesprekken van de begeleider OoM. Zij volgen het reguliere programma in de school. b)Er is een groep leerlingen, die na indicatie, het Basis op Maat ( BoM) traject volgt naar een smal VMBO diploma of een AKA niveau 1 diploma. Zij volgen een eigen traject en krijgen les en begeleiding van de begeleider OoM voor de algemene vakken. c) Er is een groep leerlingen, die na indicatie, de zorg en structuur en de veilige omgeving van de OoM begeleider krijgt maar een regulier programma volgt via de eigen studiewijzer. Dit kan voor bepaalde of onbepaalde tijd. Deze leerlingen halen in principe een VMBO diploma. Jaar 4: Idem
10
OoM voorziening Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3
LGF LGF LGF
Basis op Maat (BoM) Smal VMBO of AKA niveau 1
Onderwijs op Maat Regulier programma via studiewijzer in OoM omgeving met begeleiding Regulier VMBO diploma
Jaar 4
LGF
Basis op Maat (BoM) Smal VMBO of AKA niveau 1
Onderwijs op Maat Regulier programma via studiewijzer in OoM omgeving met begeleiding Regulier VMBO diploma
Uitgangspunten en randvoorwaarden Om de leerlingen, die dreigen uit te vallen en daarmee niet via de reguliere weg een diploma VMBO (breed toelaatbaar BBL) zullen behalen, grotendeels op te blijven vangen op het VMBO, zal ze binnen Onderwijs op Maat een alternatief traject worden aangeboden om ze toe te leiden naar een bewuste beroepskeuze en op het behalen van het diploma smal VMBO diploma waarmee ze binnen een vakgebied niveau 2 opleiding kunnen doen. Mocht dat te hoog gegrepen zijn kunnen ze met het op het VMBO opgebouwde portfolio overstappen naar het MBO om het AKA diploma te behalen (Arbeidsmarkt gekwalificeerd Assistent, MBO 1). De school draagt zorg voor een drempelloze doorstroom met warme overdracht naar een vervolgopleiding bij het Clusius MBO te Hoorn of Alkmaar of het Horizon College afhankelijk van de beroepskeuze. Om dit te kunnen realiseren is het van belang dat een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden door de directie van het uitvoerend VMBO worden onderschreven. Het gaat om de volgende punten: Uitgangspunten ontwikkeling 1) Scholing en excursies voor de leerlingbegeleiders en de uitvoerende docenten Uitgangspunten en randvoorwaarden bij de uitvoering 1) Er is 1 vast lokaal beschikbaar voor de deelnemers aan Onderwijs op Maat 11
2) Het team van docenten, dat betrokken is bij dit programma, is gelijkgestemd en steunt het initiatief (begeleider, AVO docent en docenten beroepsgerichte vakken) 3) De beschikbare middelen zijn op maat voor de doelgroep (extra financiering) 4) Stages worden pas gerealiseerd als deelnemers ‘stagevaardig’ zijn en worden in afstemming met de deelnemers bepaald 5) Er is flexibele instroom en uitstroom mogelijk 6) Er is een goede afstemming met het MBO over doorstroom van deze leerlingen en er vind een warme overdracht plaats bij de overgang van het VMBO-MBO 7) Er vindt een jaarlijkse evaluatie plaats inclusief een ZEK evaluatie
Begroting Uitvoering Onderwijs op Maat A
Model financieel verslag
Categorie
Subcategorie
Bedrag
Personeel
Leerkracht AVO, Ne, Eng, wisk.
€ 50.000
1 FTE
Materiaal Totaal
Intern medewerker LGF Coach rec 4
€
Lesmethoden en –materialen (Kr8)
€ 1.500,€51.500,-
12