Kader dyslexie Clusius College
Vastgesteld door de Directieraad Datum: 16-06-2014
Kader dyslexie juni 2014
Inleiding Het Clusius College heeft te maken met een grote groep leerlingen die op het gebied van taal problemen heeft, zowel op het vmbo als op het mbo ligt het percentage dyslectische leerlingen gemiddeld rond de 20% (landelijk is 1 tot 3 leerlingen op een groep van 30 leerlingen dyslectisch). In onze onderwijskundige visie hebben wij ons tot doel gesteld dat er voor iedere leerling een kwalitatief hoogwaardige leeromgeving wordt geboden die inspireert, stimuleert en veilig is, met aansluiting op vervolgopleiding of beroepspraktijk. Binnen het Clusius College zijn we ons ervan bewust dat het aanbieden van ondersteuning en faciliteiten voor leerlingen met dyslexie een belangrijke bijdrage levert in het realiseren van dit doel. Naast onze eigen onderwijskundige visie geeft het wettelijk kader richtlijnen waaraan onderwijs moet voldoen. In Artikel 6c wvo is aangegeven dat het onderwijs zodanig moet worden ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. De zorgplicht1 stelt dat scholen binnen redelijke grenzen belemmeringen dienen weg te nemen die een leerling ondervindt in onderwijs, toetsing en examinering. Dyslexie wordt door het Ministerie van Onderwijs gezien als een belemmering waarvoor het is toegestaan om op basis van art. 55 Eindexamenbesluit een aangepast examen toe te wijzen. Ook in het mbo wordt vastgehouden aan het idee dat dyslexie voor een student geen belemmering mag zijn tijdens onderwijs, toetsing en examinering. Binnen het Clusius College is er voor gekozen om dezelfde uitgangspunten te hanteren voor ondersteuning aan leerlingen met dyslexie in het vmbo en mbo. Met dit Kader dyslexie geven we duidelijkheid op basis van welke uitgangspunten, ondersteuning aan leerlingen met dyslexie kan worden gegeven. Hierbij worden de richtlijnen vanuit de landelijk opgestelde protocollen dyslexie2 zoveel mogelijk gevolgd. Met het Kader dyslexie wordt beoogd dat voor iedere betrokkene duidelijk is wat er binnen de vestigingen van het Clusius College aan dyslectische leerlingen kan worden aangeboden aan ondersteuning en faciliteiten zodat ondersteuning gedurende de hele schoolloopbaan gerealiseerd kan worden. In een vestigingsspecifiek deel en een mbo protocol wordt vervolgens concreet aangegeven hoe de ondersteuning binnen de vestiging en het mbo is ingericht. Het Kader dyslexie Clusius College is te vinden op de website onder het kopje publicaties onder onderwijsdocumenten. De vestigingsprotocollen dyslexie voor het vmbo en het mbo protocol zijn te vinden op mijn.clusius bij de betreffende vestiging. Daar waar leerling staat kan ook student worden gelezen.
Wat is dyslexie? Dyslexie betekent letterlijk beperkt lezen. De Stichting Dyslexie Nederland omschrijft dyslexie als volgt: “Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau” (Stichting Dyslexie Nederland 2008).
1 2
De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte . Protocol dyslexie vo 2013 en het protocol dyslexie mbo in opdracht van Masterplan Dyslexie
1
Kader dyslexie juni 2014 Voor veel leerlingen vormt dyslexie een belangrijke belemmering om onderwijs op hun eigen niveau te kunnen volgen. Dyslexie heeft niets te maken met luiheid of intelligentie van een leerling. Het rendement van extra inspanning is vaak laag, wat kan leiden tot gebrek aan zelfvertrouwen of een inadequate werkhouding. Dyslexie heeft niet alleen consequenties voor de taalvakken, maar voor alle vakken die een beroep doen op functioneel lezen en schrijven. Het is daarom belangrijk dat de school aan de leerling met dyslexie tijdens de schoolloopbaan die ondersteuning biedt die noodzakelijk is.
De uitgangspunten van ondersteuning Bij het inrichten van de ondersteuning streven we binnen het Clusius College de volgende doelen na: • • •
Dyslectische leerlingen kunnen die opleiding volgen waartoe ze op basis van hun cognitieve capaciteiten in staat zijn. Ze kunnen omgaan met hun dyslexie. Ze vergroten hun functionele lees- en schrijfvaardigheid, zo nodig met hulpmiddelen.
Met behulp van onderstaande uitgangspunten voor ondersteuning wordt beoogd deze doelen te kunnen realiseren. 1. De leerling staat centraal Belangrijke vragen zijn: Wat heeft déze leerling nodig? Heeft hij voldoende aan begrip, goed onderwijs en de algemene afspraken die op school gelden voor dyslexie? Of heeft hij daarnaast ook nog individuele ondersteuning en/of extra hulpmiddelen nodig? Deze vragen moet een school allereerst aan de leerling zelf voorleggen om vervolgens vanuit de hulpvraag van de leerling ondersteuning te bieden. Bij het bieden van ondersteuning wordt dus uitgegaan van de hulpvraag, dyslexie is zo individueel gebonden dat niet elke dyslectische leerling alles nodig heeft. Ondersteuning heeft kans van slagen als de leerling medezeggenschap heeft. De ondersteuning moet aansluiten bij zijn eigen doelstellingen en behoeften. De leerling is medeverantwoordelijk voor het welslagen van de ondersteuning. Belangrijk is dat de leerling zelf gemotiveerd is. Dit betekent in de praktijk dat de school samen met een leerling en de ouders nagaat, wat hij nodig heeft om zo min mogelijk hinder te ondervinden van zijn dyslexie. Hierbij zal de school aangeven welke ondersteuning en faciliteiten wel of niet mogelijk zijn.
2. De ondersteuning vereist een geïntegreerde aanpak; Een dyslectische leerling heeft ondersteuning nodig daar waar de gevolgen van dyslexie hem belemmeren: bij het volgen van lessen, tijdens toetsen en examens en bij het maken van huiswerk. Dit vraagt om een geïntegreerde aanpak. Dit betekent dat docenten zoveel mogelijk binnen de lessen leerlingen begeleiden; dat er een goede afstemming is tussen leerling, ouders en school. Ondersteuning in de lessen richt zich op effectieve instructie, extra instructie, efficiënt klassenmanagement, sociaal-emotionele ondersteuning en planmatig handelen bij problemen. Specifieke maatregelen ter compensatie bij toetsing is meer tijd bij een proefwerk (maximaal 30 minuten) en/of het gebruik van een computer met tekst-naar spraaksoftware. In het ondersteuningstraject worden de afspraken met betrekking tot dyslexie beschreven in het (klasse)handelingsplan. Zo worden de afspraken van de ondersteuning geborgd. De afspraken over ondersteuning zijn opgenomen in het leerlingvolgsysteem.
2
Kader dyslexie juni 2014
Facilitering vindt plaats gedurende de hele schoolloopbaan. Het doel van de ondersteuning is dat de leerling steeds zelfstandiger wordt in het aanpakken van de leerstof. Van de extra tijd bij toetsen en examens kan de leerling tot en met de centrale examinering gebruikmaken. Auditieve ondersteuning kan alleen worden toegekend indien dit in de dyslexieverklaring staat aangegeven.
3. De ondersteuning gaat uit van wat werkt bij de leerling en wat een zo groot mogelijk effect heeft. Ondersteuning moet gericht zijn op maximaal resultaat voor de leerling met een minimale extra inspanning. Resultaat betekent voor een dyslectische leerling: een voldoende halen voor een vak, overgaan naar een volgende klas, een examen halen of voldoende voorbereid zijn op een vervolgopleiding of beroep. Ondersteuning richt zich dus niet op kennis en vaardigheden die geen of weinig effect hebben op de doelen die de dyslectische leerling zich gesteld heeft. De leerling kan mogelijk veel baat hebben bij bijvoorbeeld het leren typen en efficiënt leren omgaan met spellingcontrole. Om economisch te werk te gaan, moet in de brugklas informatie aanwezig zijn met betrekking tot de geboden extra ondersteuning in het basisonderwijs. Herhaling van dezelfde hulp moet worden voorkomen. De geboden hulp moet efficiënt zijn. Dit houdt in dat een leerling die in het basisonderwijs lange tijd goede hulp gehad heeft voor spellen en bij wie is vastgesteld dat de investering niet opweegt tegen het resultaat (hardnekkigheid), in het voortgezet onderwijs niet opnieuw extra ondersteuning moet krijgen voor spelling (dit levert te weinig rendement op). Elke vestiging streeft er naar de hier genoemde uitgangspunten voor ondersteuning te hanteren binnen het uit te voeren dyslexiebeleid op de vestiging. In de vestigingsdelen kan gelezen worden hoe de specifieke ondersteuning binnen de vmbo scholen is geregeld. In het mbo protocol is aangegeven hoe de ondersteuning binnen de mbo scholen is geregeld.
Toekennen van faciliteiten Dyslexie moet middels een psychodiagnostisch onderzoek zijn vastgesteld door een externe deskundige. Een onderzoeksrapport hoort bij de deskundigenverklaring te worden verstrekt aan de school. Een dyslexieverklaring mag alleen worden afgegeven door een daartoe bevoegde deskundige en niet door de school. De deskundige moet in ieder geval een GZ psycholoog of orthopedagoog zijn. Een remedial teacher of logopedist is niet bevoegd om een dyslexieverklaring af te geven. Een dyslexieverklaring is onbeperkt geldig. De dyslexieverklaring geeft de mogelijkheid gebruik te maken van verschillende faciliteiten in het onderwijs. Het toekennen van (maximaal 30 minuten) extra tijd bij toetsen en examinering is altijd op basis van een deskundigenverklaring toegestaan. Voor de toekenning van auditieve ondersteuning bij het schoolexamen of het centraal examen, geldt als voorwaarde dat dit expliciet moet zijn genoemd in de dyslexieverklaring. In het leerlingvolgsysteem wordt door de school bij de leerling geregistreerd dat er een dyslexieverklaring aanwezig is. Voor iedere docent moet het duidelijk zijn welke leerling een dyslexieverklaring heeft en over welke extra faciliteiten hij op basis hiervan mag beschikken. Afspraken wie over de toekenning van faciliteiten gaat en de communicatie hiervan naar docenten en leerling worden vastgelegd in het vestigingsprotocol. De VEC (vestigingsexamencommissie) beslist op grond van de dyslexieverklaring welke faciliteiten zijn toegestaan tijdens het centraal examen. De VEC houdt tevens toezicht op de aanmelding bij Inspectie voor onderwijs volgens de art. 55 procedure. Deze aanmelding maakt het voor de leerling mogelijk om tijdens het centraal examen vmbo gebruik te mogen 3
Kader dyslexie juni 2014 maken van bepaalde faciliteiten. In het mbo beslist de VEC of de aangevraagde faciliteiten worden toegestaan tijdens het examen. Hierbij raadpleegt de VEC de zorgcoördinator en docent/coach. Melding bij inspectie is niet nodig. Faciliteiten gedurende de schoolperiode (vmbo) Bij het toekennen van faciliteiten gedurende de schoolperiode geldt als uitgangspunt dat de leerling zo goed mogelijk wordt voorbereid op het Centraal Examen. Dit betekent dat moet worden afgewogen op welke wijze de belemmeringen bij leerlingen kunnen worden gecompenseerd tijdens het volgen van onderwijs. Van belang is daarbij de werking van de aanpassing. Een doeltreffende aanpassing compenseert de belemmering, waardoor de kandidaat in staat wordt gesteld te laten zien dat hij aan de eisen voldoet. De aanpassing neemt niet de eisen als zodanig weg (art. 55 Eindexamenbesluit vo). Bepaalde faciliteiten kunnen voor de leerling van belang zijn in leerjaar 1 en 2, maar mogen niet worden aangeboden tijdens het schoolexamen en het centraal examen. Gewenning aan een faciliteit moet worden voorkomen en afspraken over de afbouw van het gebruik van een faciliteit moet worden afgestemd met de leerling en de ouders. Van belang is dat de leerling geïnformeerd is over de toegestane faciliteiten bij het schoolexamen en het centraal examen en hier zo goed mogelijk op wordt voorbereid. Verantwoordelijkheid van de leerling De leerling heeft een eigen verantwoordelijkheid in hoe hij omgaat met zijn dyslexie. Tips voor tijdens de lessen en voor de wijze van het maken van huiswerk en toetsen worden met de leerling besproken. Een overzicht van tips aan leerlingen is in een bijlage opgenomen. Overzicht toekenning van faciliteiten in het vmbo. Voorwaarde voor toekenning van faciliteiten is een dyslexieverklaring. Faciliteiten tijdens de les kunnen zijn: □ Gebruikmaken van een computer met spellingscontrole. □ Auditieve ondersteuning. Het gebruikmaken van voorleessoftware (L2S). □ Voorbereiden leesbeurten. □ Het gebruik van een spellingskaart. □ Het gebruik van een (digitaal) woordenboek. Tijdens toetsen in leerjaar 1 en leerjaar 2: □ Extra tijd (maximaal 30 minuten in verhouding tot het gevraagde leeswerk). □ Lettertype toets in Arial 12 punts. □ Gebruikmaken van een computer met spellingscontrole. □ Auditieve ondersteuning bij toetsen. Het gebruikmaken van voorleessoftware (L2S) of het laten voorlezen van teksten. □ Het gebruik van een spellingskaart. □ Het gebruik van een (digitaal) woordenboek. □ Aangepaste beoordeling van een toets (met name spelling). Tijdens het schoolexamen en het centraal examen: □ Extra tijd (maximaal 30 minuten in verhouding tot het gevraagde leeswerk). □ Examen aanbieden in Arial 12 punts. □ Auditieve ondersteuning bij het schoolexamen of centraal examen. Verklanking van een schoolexamen of het centraal examen kan alleen als dit expliciet is vermeld in de dyslexieverklaring. 4
Kader dyslexie juni 2014 Let op! Indien het centraal examen op papier wordt gemaakt en de leerling hierbij gebruik maakt van de computer dan hoeft de spellingscontrole niet te worden uitgezet. Dit geldt voor iedere leerling, dus niet alleen voor leerlingen met een dyslexieverklaring. Bij digitale Centrale examens kan echter geen gebruik worden gemaakt van een spellingscontrole, dit wordt niet door het programma waarin de examens worden aangeboden gefaciliteerd. Het gebruik van een spellingscontrole tijdens het Centraal examen is derhalve geen recht dat aan een leerling kan worden toegekend. Niet toegestaan tijdens schoolexamen en het centraal examen: Hulpmiddelen als spellingskaarten en een digitaal woordenboek. Aangepaste beoordeling van examenonderdelen (bijv. spelling )voor dyslectische leerlingen. Dyslexie - Toetsing en examinering mbo3 Voor toetsing en examinering is het voor studenten met dyslexie mogelijk om in aanmerking te komen voor extra faciliteiten/aanpassingen. Uitgangspunten bij examinering4 1. Een officieel erkende dyslexieverklaring is een voorwaarde om recht te hebben op extra en/of aangepaste faciliteiten. 2. De student dient altijd zelf aan te geven dat hij dyslexie heeft. Een kopie van de dyslexieverklaring moet aanwezig zijn in het dossier. 3. De student vraagt bij de zorgcoördinator aan welke extra en/of aangepaste faciliteiten hij nodig heeft. De aanvraag bevat een schriftelijke motivatie. 4. Verklanking van een examen kan alleen als dit expliciet is vermeld op de dyslexieverklaring. 5. De VEC (vestigingsexamencommissie) beslist of de aangevraagde faciliteiten worden toegestaan tijdens het examen. Hierbij raadpleegt de VEC de zorgcoördinator en docent/coach. 6. Indien er tijdens het reguliere onderwijs niet is gewerkt met extra en/of aangepaste faciliteiten, dan ook niet tijdens een examen. (M.a.w. er dient een ‘voorgeschiedenis’ te zijn.) Vermelding in EduArte De zorgcoördinator vermeldt in EduArte, zorgvierkant, of een student dyslectisch is. Deze vermelding wordt gemaakt op basis van een officieel erkende dyslexieverklaring. Op basis hiervan wordt altijd 30 minuten extra examentijd toegekend door het examenbureau bij taalen rekenexamens. De surveillant wordt op de hoogte gebracht van de extra tijd door het examenbureau. Taalexamens Voor talen wordt geëxamineerd op sub vaardigheid. Een taal bestaat uit 5 sub vaardigheden; Lezen, luisteren, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Nederlands en Engels lezen en luisteren wordt geëxamineerd met digitale examens. Dit kan een Creta examen zijn of een centraal ontwikkeld examen. De overige sub vaardigheden en alle examens Duits worden geëxamineerd met Deviant/ICE of instellingsexamens. De mogelijke toegestane faciliteiten per examen zijn als volgt;
3 4
Vastgesteld door de Centrale Examencommissie mbo op 16 december 2013. Op basis van OER en het examenreglement.
5
Kader dyslexie juni 2014 Let op: Het is mogelijk dat alleen één van de genoemde faciliteiten wordt toegekend.
Creta examens (lezen en luisteren) Mogelijke toegestane faciliteiten voor dyslectische studenten tijdens een Creta examen: Recht op examentijd verlenging van 30 minuten. Auditieve ondersteuning; de toets wordt voorgelezen door een aangewezen persoon. Centraal ontwikkeld examen In het centraal ontwikkeld examen worden de Nederlandse vaardigheden lezen en luisteren in één examen geëxamineerd. Mogelijke toegestane faciliteiten voor dyslectische studenten tijdens het centraal ontwikkeld examen: Het maken van de dyslexie-versie van het examen met auditieve ondersteuning. In deze d-versie kan de tekst van zowel de opgave als de antwoordmogelijkheden worden voorgelezen. Recht op examentijd verlenging met ten hoogste 30 minuten. Deviant en instellingsexamens lezen, luisteren en schrijven Mogelijke toegestane faciliteiten voor deze examens zijn: Recht op examentijd verlenging van 30 minuten. Auditieve ondersteuning; de vragen van de toets worden voorgelezen door een aangewezen persoon. Vergroting van de opgaven. Proeve van bekwaamheid Tijdens de Proeve van Bekwaamheid kan het voorkomen dat er teksten gelezen moeten worden. Ook hiervoor kan de student een aanvraag doen voor extra en/of aangepaste faciliteiten die hij nodig heeft voor het uitvoeren van de PvB. Als algemeen criterium geldt dat het examen moet voldoen aan toets technische eisen van validiteit en betrouwbaarheid en dat het niveau en de doelstelling van de afwijkende examenvorm niet afwijkt van de reguliere doelstellingen en het niveau van het reguliere examen. Uitzonderingen Uitzonderingen worden te allen tijde voorgelegd aan de VEC.
6
Kader dyslexie juni 2014 Bijlage Tips voor de leerling Tijdens de les: - Zorg voor goede aantekeningen of kopieer aantekeningen van een andere leerling. - Schrijf het huiswerk goed op. - Vraag om hulp. - Zoek een plaats in de klas zodanig dat je je goed kunt concentreren. Huiswerk: - Plan je huiswerk. - Verdeel je tijd, leer als het kan niet twee talen op dezelfde dag. - Vraag om software die bij de methode horen. - Maak gebruik van WRTS voor het leren van woordjes. - Lees de tekst opnieuw als je niet weet wat er staat, gebruik een leesvenster. - Maak gebruik van schema’s, aantekeningen tijdens het huiswerk. Bij toetsing: - Neem de tijd. - Lees rustig. - Controleer je werk.
7