Project: Onderwerp: Datum:
Woonzorgappartementen Jutphaas onderbouwing afdelingen 3.2 tot en met 3.5 van het Bouwbesluit 24-06-2011
Naar aanleiding van de ingediende omgevingsvergunning voor 52 Appartementen met maatschappelijke plint heeft de gemeente Nieuwegein verzocht om een onderbouwing van de afdelingen 3.2 tot en met 3.5 van het Bouwbesluit inzake geluid van installaties, galm en geluidwering. In onderstaande artikelen wordt per afdeling van het bouwbesluit een onderbouwing gegeven: Afdeling 3.2: Bescherming tegen geluid van installaties Het karakteristieke geluidniveau van installaties, in naastgelegen woningen, mag ten hoogste 30 dB(A) bedragen: Alle horizontale afvoerleidingen worden ingestort in de constructieve vloeren met een massa van 805 kg/m2 (280mm beton met 70mm zandcement afwerkvloer). Uit akoestisch oogpunt is de geluidisolatie van deze vloeren zodanig dat de geluiduitstraling van deze leidingen niet meer zal bedragen dan 30 dB(A). De verticale afvoerleidingen worden ondergebracht in bouwkundige schachten, opgebouwd uit 100mm Ytong cellenbeton elementen met gewichtsklasse G5/800. De schachten grenzen gedeeltelijk aan verblijfsruimten van onderliggende appartementen. Het Bouwbesluit schrijft met betrekking tot leidingkokers (schachtwanden) bij gestapelde woningbouw het volgende voor: tussen verblijfsgebieden dient het installatiegeluiddrukniveau (LI,A;k) kleiner te zijn dan 30 dB(A) en de luchtgeluidsisolatie (Ilu;k) via de schacht dient 0 dB te zijn. In de NPR 5075 wordt een schachtwand met een massa van 150 kg/m2 aanbevolen. Xella Nederland b.v. heeft door bureau Kupers & Niggebrugge een gelijkwaardigheidrapport laten opstellen waaruit blijkt dat ook aan de eisen kan worden voldaan met cellenbetonwanden van circa 70 kg/m2 (zie bijlage 1 Xella: Geluidsisolatie met lichte scheidingswanden). Een schachtwand van 100mm cellenbeton met gewichtsklasse G5/800 heeft een massa van 72 kg/m2. Bij de bouw moet rekening worden gehouden met de volgende aandachtspunten: de standleiding moet aan zware bouwdelen vrij van de schachtwanden worden bevestigd (leidingwerk beugelen aan de vloeren), mag niet worden versleept en de schachtwanden moeten flexibel op de bouwmuur worden aangesloten. geadviseerd wordt de schachten ter hoogte van de verdiepingsvloeren dicht te zetten door de ruimte rondom het leiding- / kanaalwerk vol te proppen met minerale wol. Eventuele waterslag in de leidingen door het snel sluiten van kranen kan worden beperkt door het beperken van de voordruk, het toepassen van draaikranen met rubber afdichting, het aanbrengen van flexibele tussenstukken nabij appendages en het verlagen van de stroomsnelheid door het toepassen van grotere leidingdiameters. Het geheel voorkomen van waterslag is mogelijk door het toepassen van warm- en koudwaterleidingen van kunststof. De liftschacht is opgebouwd uit 200mm beton. Tussen de liftschacht en de woning is steeds een met minerale wol geïsoleerde spouwconstructie aanwezig waardoor de liftschacht conform NPR 5073 akoestisch wordt ontkoppeld van de woningen.
Afdeling 3.3: Geluidswering tussen verblijfruimten van dezelfde gebruiksfunctie Voor de geluidsisolatie tussen verblijfsruimten binnen één woning is minimaal een karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid én een isolatie-index voor contactgeluid van -20 dB vereist. De eis binnen de woning is niet van toepassing tussen verblijfsruimten die op dezelfde verdieping liggen én in open verbinding met elkaar staan of middels een (schuif)deur met elkaar verbonden zijn. De niet dragende binnenwanden worden in cellenbeton elementen uitgevoerd. Tussen verblijfsruimten worden lOOmm Ytong G5/800 elementen toegepast met een Ilu;k van -19 dB. De overige wanden zullen uit lOOmm Ytong G5/600 elementen bestaan met een Ilu;k van -21 dB. De aansluiting op de woningscheiding wordt met behulp van U-profielen gerealiseerd. Afdeling 3.4: Beperking van galm De eis is gesteld aan de geluidabsorptie in een besloten gemeenschappelijke ruimte. Uit praktische overwegingen is de eis beperkt tot vier octaven, namelijk 250, 500, 1.000 en 2.000 Hz. De totale geluidabsorptie in een ruimte, uitgedrukt in de enigszins bijzondere eenheid 'm2 open raam', moet ten minste gelijk zijn aan 1/8 van het volume van de ruimte in m3. Voor de genoemde octaven komt dit neer op een nagalmtijd van ten hoogste 1,4 sec. Voor het beperken van de nagalmtijd hebben wij ons gebaseerd op de nagalmtijdberekeningen van de gemeenschappelijke verkeersruimten (hal en trappenhuis) van het voorgaande geannuleerde bouwplan op deze locatie (zie bijlage). Dit uitgangspunt is gehanteerd gezien de afmetingen en materialiseringen van de gemeenschappelijke ruimten nagenoeg gelijk zijn. Uit deze berekeningen blijkt dat er aan de norm wordt voldaan als er Herakustik Fine 15 platen met een oplage van 30mm minerale wol (of gelijkwaardig) onder de plafonds en de bordessen van de trappenhuizen en de verkeersruimten worden aangebracht. Afdeling 3.5: Geluidswering tussen ruimten van verschillende gebruiksfunctie Er wordt onderscheid gemaakt tussen lucht- en contactgeluid. Daarnaast wordt ook onderscheidgemaakt naar de soort ruimte. In onderstaande tabel zijn de prestatie-eisen voor verblijfsgebieden in een woonfunctie weergegeven. Van
Naar
Prestatie-eis (dB)
Ilu;K
besloten ruimte
verbbjfsgebied (VG)
>0
Ico
besloten ruimte
verbbjfsgebied (VG)
> +5
Ilu;K
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
> -5
Ico
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
>0
Tabel: Geluidswering tussen ruimten van verschillende gebruiksfunctie
In de NPR 5070 wordt voor woningscheidende vloeren een minimale massa van 800 kg/m2 voorgeschreven. Om aan de matrixcombinatie voor woongebouwen met een Ilu;k > 0 dB en Ico > =+5 dB te voldoen dient een enkelvoudige woningscheidende wand van minimaal 525 kg/m2 te worden toegepast. De woningscheidende vloer zal worden uitgevoerd in 280mm beton met 70mm zandcement afwerkvloer. Dit resulteert in een vloermassa van 805 kg/m2. De woningscheidende wand zal worden uitgevoerd in 250mm beton met een massa van 600 kg/m2. Hiermee voldoet de woningscheidende vloer/wandcombinatie aan de keuzematrix 2 en B van NPR 5070. De aansluitende gevels en wanden voldoen aan bijbehorende NPR 5070 aansluittypen G3, G5, G8, D6, V2 en B2. De NPR 5070 schrijft voor de geluidsisolatie tussen gemeenschappelijke verkeersruimten en verblijfsgebieden een Ilu;k > 0 dB en Ico > =+5 dB voor. Met bovengenoemde uitgangspunten voor de woningscheidende wanden- en vloeren zal aan deze eis worden voldaan. Bij situaties waarin het verblijfsgebied slechts door een hal en een voordeur van de gemeenschappelijke verkeersruimte worden gescheiden zoals bij woningtype 03 zullen de volgende maatregelen moeten worden genomen: Massa woningtoegangsdeur ten minste 25 kg/m2 met rondom enkelvoudige kierdichting door kaderprofïelen met doorgelaste hoeken. De invering van de kierdichting moet ten minste 4mm bedragen. Ter plaatse van de onderdorpel moet een automatische valdorpel worden toegepast of kan een kierdichting worden aangebracht tussen de voordeur en de dorpel. De kierdichting van de dorpel moet dan aansluiten op de kierdichting in de sponning. De deur moet worden voorzien van een knevelende driepuntsluiting over een diepte van tenmiste 4mm. De glasstrook naast de voordeur dient te worden voorzien van glas met een minimale geluidsisolatie Ra van 34 dB(A). De binnendeur tussen de hal en de verblijfsruimte kan worden uitgevoerd in een standaard opdekdeur die is voorzien van kierdichting in de sponning van het kozijn. Een eventueel bovenlicht behoort te bestaan uit 4mm glas die kierdicht en afgekit moet worden aangebracht. Onder de binnendeur mag een spleet van 10mm aanwezig zijn. In onderstaande tabel zijn de prestatie-eisen voor verblijfsgebieden in een ntbb gebruiksfunctie weergegeven. Van
Naar
Prestatie-eis (dB)
Ilu;K
besloten ruimte
verblijfsgebied (VG)
>0
Ico
besloten ruimte
verblijfsgebied (VG)
>0
Ilu;K
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
> -5
Ico
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
> -5
Tabel: Geluidswering tussen ruimten van verschillende gebruiksfunctie
Voor geluid tussen een besloten ruimte van de ntbb gebruiksfuncties op de begane grond (bijeenkomstfunctie, gezondheidszorgfunctie en kantoorfunctie) en een verblijfsgebied van de woonfunctie geldt een Ilu;k > 0 dB en Ico > 0 dB. De vloer tussen de ntbb gebruiksfuncties en de woonfuncties dient daarom een minimale massa van 800 kg/m2 te bezitten. De woningscheidende vloer wordt uitgevoerd in 280mm beton met 70mm zandcement afwerkvloer. Dit resulteert in een vloermassa van 805 kg/m2. De massieve wanden tussen de ntbb gebruiksfuncties onderling dienen een minimale massa van 525 kg/m2 te bezitten teneinde aan een Ilu;k > 0 dB te voldoen. De massieve wanden worden uitgevoerd in 250mm beton met een massa van 600 kg/m2 of 300mm kalkzandsteen met een massa van 525 kg/m2. De lichte scheidingswanden tussen ntbb gebruiksfuncties onderling worden uitgevoerd als metal studwanden met een Ilu;k > 0 dB. De begane grondvloer wordt uitgevoerd in geïsoleerde kanaalplaatvloeren die inclusief 70mm zandcement afwerkvloer met een totale massa van 436 kg/m2 voldoet aan een minimale massa van 350 kg/m2.
BIJLAGE 1 Xella: Geluidsisolatie met lichte scheidingswanden
/el la
Geluidisolatie met lichte schachtwanden
fella
Inhoudsopgave:
•
Geluidisolatie met lichte schachtwanden
blz. 3
•
Voorschriften en richtlijnen
blz. 3
•
Praktijkonderzoek
blz. 4
» Resultaten
blz. 7
•
Verantwoording
blz. 12
•
Verklarende begrippen
blz. 13
•
Tabellen meetresultaten
blz. 14
« Basisrichtlijnen bouwkundige maatregelen
blz. 15
(Gild
Geluidisolatie met lichte schachtwanden Schachtwanden rondom standleidingen worden vaak zwaarder uitgevoerd dan de overige, niet dragende binnenwanden, in de NPR 5075 voor sanitairgeluid wordt een richtlijn van 150 kg/m2 als wandmassa aangegeven. Dit is veel zwaarder dan de gebruikelijke binnenwanden van cellenbeton. Gebruik van twee verschillende soorten binnenwanden leidt zowel logistiek als in de planning tot problemen. Praktijkervaringen leren dat met 'lichte' schachtwanden aan de eisen in het Bouwbesluit kan worden voldaan. Het voorgaande vormt meer dan genoeg reden voor een nader onderzoek. Sanitaire installaties behoren in gestapelde woningbouw tot de belangrijkste bronnen van geluidhinder. Met name gebruiksgeluiden van een toilet en in mindere mate van een bad zijn de veroorzakers van geluidhinder. In dit artikel wordt hoofdzakelijk ingegaan op de invloed van de massa van de schachtwand rondom standleidingen op de geluidisolatie van sanitairgeluiden en de huidige eisen en richtlijnen die bestaan voor de geluidisolatie. Daarnaast wordt het effect van andere geluidisolerende maatregelen besproken. Aan de hand van een drietal onderzochte praktijksituaties met 'lichte' en 'zware' schachtwanden wordt de rol van de massa van de schachtwand aangegeven. Voorschriften en richtlijnen Het Bouwbesluit stelt onder andere eisen aan de lucht- en contactgeluidisolatie tussen woningen, ruimtes binnen woningen onderling en het toelaatbare geluidniveau ten gevolge van het gebruik van installaties. De rol van schachtwanden bij de lucht en contactgeluidisolatie wordt toegelicht in het eerste kader. De eisen aan installatiegeluid zijn te vinden in art. 23,195 en 277 van het Bouwbesluit. Deze eisen een karakteristiek A-gewogen installatiegeluidniveau, L|Ak van ten hoogste 30 dB(A) in niet tot de woning behorende verblijfsgebieden als gevolg van gebruik van installaties. In logiesverblijven en -gebouwen is maximaal 35 dB(A) toegestaan. De metingen aan installatiegeluid zijn beschreven in de norm NEN 5077, geluidwering in gebouwen. Voor de praktijk zijn richtlijnen opgesteld die wat betreft uitvoeringen en voorzieningen zodanig zijn dat naar verwachting wordt voldaan aan de vereiste prestatie. Voor sanitaire toestellen en installaties is de NPR 5075 opgesteld. Op het gebied van installatietechniek wordt de NEN 3215, binnenriolering in woningen en woongebouwen aangestuurd door het Bouwbesluit. Aanwijzingen bij de uitvoering van binnenriolering worden gegeven in NPR 3216. Om spoelgeluiden in een standleiding voldoende te isoleren, wordt in de NPR 5075 een schachtwand met een massa van 150 kg/m2 aanbevolen. Daarnaast wordt in een aantal gevallen aanbevolen de toiletpot trillingisolerend op te stellen, al dan niet in combinatie met een trillingisolerende doorvoer van de achteruitlaat door de schachtwand.
el la
Elk van deze maatregelen brengt praktische problemen met zich mee. Een massa van 150 kg/m2 betekent logistiek meerwerk (levering en opslag van materiaal) en maakt het plannen moeilijker omdat coördinatie tussen meerdere werkploegen nodig is. Het effect van een trillingisolerende opstelling of doorvoer staat of valt met de nauwkeurigheid waarmee de maatregel wordt uitgevoerd. Eén enkele koppeling kan het effect van de maatregel teniet doen.
Praktijkonderzoek Invloeden van geluidisolerende maatregelen aan schachtwanden komen het best naar voren in de praktijk. Daarom zijn in drie projecten onderzoeksmaatregelen getroffen en beproefd. De resultaten van het laatste en meest uitgebreide onderzoek worden hierna besproken en toegelicht. De onderzoeken zijn voornamelijk gericht op de geluidafstraling van de standleiding via de schacht en schachtwanden en de geluidafstraling van aansluitende binnenwanden. Bij het meetonderzoek is de toiletpot in de bovenliggende woning als bron gebruikt. Dit heeft tot gevolg dat er moeilijk onderscheid is te maken tussen het geluid tengevolge van trillingen in de toiletpot en trillingen in de standleiding. De trillingen in de toiletpot worden niet alleen rechtstreeks aan de vloer doorgegeven maar ook via de achteruitlaat aan de standleiding en de schachtwand achter de toiletpot. Daar staat tegenover dat de resultaten niet meer naar de praktijk vertaald hoeven te worden. Situatie Figuur 1 geeft de schematische doorsnede over het woongebouw waarin bij twee verschillende woningtypes het onderzoek heeft plaatsgevonden. Figuur 2 en 3 geven de plattegronden van de indeling. Het gebouw heeft een hoofddraagconstructie van beton. De binnenwanden zijn vervaardigd van gipsbetonblokken. Standaard zijn de schachten vervaardigd van 10 cm kalkzandsteen, maar speciaal voor het onderzoek is een deel van de schachten vervaardigd van cellenbeton.
Cella
© ® ® © © 0© '/// / / / /
Sehaeh brand van eslifinlMrton
® <§> © @ s - V W Scü saihtefflid van X X x S kssewndstfeisi Figuur 1: schema doorsnede woongebouw
■H-fï W217
Plattegrond woningtype A
Figuur 2
(61 lei
Plattegrond woningtype D Figuur 3
V » l tL€sl
Resultaten De uitgebreide metingen hebben onder meer de volgende resultaten opgeleverd. Verdiepingvloer In verband met eisen aan de WBDBO (brand) wordt de verdiepingvloer meestal doorgestort in de schacht. Dit is als standaarduitvoering aangenomen. De leidingen worden dan door mantelbuizen geleid. De overblijvende spleet kan met glas- of steenwol worden afgedicht. Het gewicht van de verdiepingvloer speelt een belangrijke rol in de trillingisolatie van de toiletpot en doorgifte van trillingen vanuit de schachtwand achter deze bron. De massa van de vloeren in het proefproject is circa 550 kg/m2. Bij een zwaardere vloer mag een verbetering van de trillingisolatie van het toilet worden verwacht. Standleiding De metingen zijn steeds uitgevoerd aan enkelwandige PE-buizen, een materiaal dat tegenwoordig veruit het meest wordt toegepast. In verband met het risico van mechanische contacten in de uitvoering is het zinvol bij het plaatsen van de schachtwand de standleiding met een mantel van wol en folie te bekleden wanneer de ruimte tussen de schachtwand en buis minder is dan 5 cm. In het beschreven project is dit steeds gebeurd. Uitvoeringstechnisch is het een nuttige maatregel, maar er blijkt geen akoestische noodzaak te bestaan voor deze bekleding (zie verderop in dit artikel). Dit is in tegenstelling tot de aanbeveling uit de NPR.
fotol
Gila
De standleiding vormt een cruciale rol in het voldoen aan de geluideisen. Vanuit de praktijk is bekend dat het verslepen van de standleiding in de schacht akoestisch grote problemen kan veroorzaken. Het verslepen moet dus zoveel mogelijk worden vermeden. In de meeste gebouwen is het verslepen van de standleiding onder de laagste woning naar de gevel onvermijdelijk. Bij een zware verdiepingvloer (boven winkels bijvoorbeeld) zijn in recente metingen geen problemen naar voren gekomen. Met de lichtere begane grondvloeren (woning inflatop de begane grond) zijn echter problemen bekend. Het is niet raadzaam de standleiding aan de begane grondvloer van een woning op te hangen (de funderingsbalk is wel mogelijk). Niet nieuw maar wel erg belangrijk is, dat de standleidingen niet aan de schachtwand worden bevestigd, of hiermee contact maken. Dit geldt in principe voor alle binnenwanden maar speciaal voor de lichte wanden van circa 70 kg/m2. In het beschreven onderzoek bleek het installatiegeluid twee verdiepingen onder de bron (het doorgespoelde toilet) circa 2 dB(A) hoger te zijn dan op de verdieping er direct onder. Het effect is niet zeer groot en een goede verklaring is niet voorhanden. Mogelijk wordt het verschil veroorzaakt door de hogere valsnelheid van het water op lager gelegen verdiepingen. Het effect onderstreept echter het belang van een goede bevestiging van de standleiding, uitsluitend aan zware bouwdelen. Koppelingen met lichte wanden (lichter dan circa 400 kg/m2) en zeker met schachtwanden van minder dan circa 100 kg/m2 zijn niet toegestaan. Een standleiding die direct contact maakt met de schachtwand of waarvoor in de schachtwand een sparing moet worden gehakt, voldoet evenmin. Schachtwanden De metingen laten zien dat met zware schachtwanden circa 3 dB(A) betere prestaties worden bereikt. Het blijkt ook dat met enige marge aan de eisen kan worden voldaan met lichte, niet dragende binnenwanden van circa 70 kg/m2. De NPR 5075 lijkt in dit opzicht erg zware eisen te stellen aan de schachtwand. De lichte schachtwand blijkt geen alles overheersende rol te spelen in de geluidoverdracht. De bijdrage van de lichte schachtwanden ligt in dezelfde orde van grootte als de bijdrage van de overige binnenwanden. Voorde plafondaansluiting van de schachtwanden (licht of zwaar) gelden dezelfde eisen als aan de plafondaansluiting van wanden in verblijfsruimten. Lichte, niet dragende binnenwanden moetenflexibelop de schachtwand worden aangesloten. De detaillering is in de betreffende attesten te vinden.
èlla
- afwerking insnijden
V
Spuitwerk tot in profiel
- PUR-schuim
Zichtprofiel
- EPS-strook - Haaks veercanker (bi) wandbeêinaiging)
EPS-strook Cellenbetonnen wand
- Cfilfenbetonnen wand
Figuur 4 Plafond aansluitingen cellenbeton
Betonvloer
Betonvloer
ca 10 a 20 mm ►
Insnijdingen (5 mm diep)
r
Gibo-kleefpasta verschraald met gips Zaagstof binden met Gibo-primer
Gibo-wand
Gibo-wand
Figuur 5 Plafond aansluitingen Gibo
Absorptie in de schacht Uit metingen in verschillende projecten is bekend dat de geluidniveaus in een schacht met doorgestorte verdiepingvloerzo laag zijn, dat het aanbrengen van extra minerale wol als geluidabsorptie in de schacht geen enkele zin heeft. In verschillende projecten zijn in schachten zonder absorptiemateriaal geluidniveaus van 30 tot 35 dB(A) gemeten, tijdens het doorspoelen van het toilet. Dit geldt ook bij toepassing van lichte steenachtige schachtwanden.
èlla Toiletpot De 'prestatie' van de toiletpot wordt voor een deel beïnvloed door de wijze van montage aan de vloer of wand en het type toilet dat wordt toegepast. Uit het meetonderzoek blijkt dat de toiletpot een belangrijke geluidbron is. Dit resultaat is natuurlijk al langer bekend en onderstreept nogmaals het belang van een trillingisolerende opstelling van de toiletpot. Uit onderzoek van de TU-Eindhoven is gebleken dat de akoestische karakterisering van een toiletpot niet eenvoudig is. Vlakspoelers zijn akoestisch gunstiger dan diepspoelers op het gebied van gebruikersgeluiden, maar presteren niet beter op het gebied van spoelgeluid. In de NPR 5075 zijn enkele trillingisolerende maatregelen voor de toiletpot aangegeven, die als minimaal moeten worden beschouwd.
Figuur 6
Achter-Zonderuitlaat toiletpot Dit is niet onderzocht. Flexibele doorvoer achteruitlaat door schachtwand. De verrichte metingen geven hierover geen uitsluitsel. Een trillingisolerende doorvoer is echter sterk aan te raden, gezien de hoge trillingniveaus in de uitlaatpijp en de gevoeligheid van lichte wanden voor flankerende transmissie.
10
Slid
foto 2
Beugeling aan wand of vloer > 400 kg/m 2
Standleiding Trillingsisolerende doorvoer (minerale wol + afdichting)
Woningscheidende vloer
Schachtwand
Minerale wol > 50 mm
Figuur 7
el la Verantwoording De onderzoeken in verschillende projecten zijn mede mogelijk gemaakt door de aannemers Slokker en Ballast Nedam Woningbouw. Verder hebben YTONG Nederland bv en Gipsbouw BV bijgedragen. Het onderzoek uit dit artikel is uitgevoerd als afstudeerproject van ing. K.M. Temmink. Verder is medewerking verleend door Adviesburo Nieman BV en de heer S. van der Tol. De onderzoeken zijn geleid en gecoördineerd door Kupers & Niggebrugge BV.
12
X Gild Lucht- en contactgeluidisolatie tussen ruimten waarin schachtwanden voorkomen (llu;k en Ico) Luchtgeluidisolatie: Flankerende overdracht via de schachtwand Er zijn vier overdrachtswegen voor trillingen. Deze zijn volledig identiek aan de overdrachtswegen bij normale binnenwanden. Aan het Bouwbesluit kan met lichte niet dragende binnenwanden worden voldaan, indien de plafondaansluitingflexibelwordt uitgevoerd. De attesten van gipsblok-, cellenbeton- en kalkzandsteen wanden geven hierover meer informatie. Luchtgeluidisolatie: Omloopgeluid via de schacht Geluid loopt van het zendvertrek door de schachtwand naar lager of hoger gelegen woningen. Vervolgens gaat het via de schachtwand naar het ontvangvertrek. Door de WBDBO-eisen in het Bouwbesluit is het gebruikelijk de verdiepingvloeren in de schacht door te storten. Dit heeft een positief effect op de luchtgeluidisolatie. Bij gebruik van mantelbuizen voor de doorvoer van leidingen, met een kleine overmaat (huidige praktijk) zijn de akoestische eisen aan de schachtwand in dit verband (luchtgeluidisolatie tussen ruimten) praktisch komen te vervallen. Voor deze geluidoverdracht is het evenmin nodig extra absorptiemateriaal (wol) in de schachtwand te plaatsen. Dit ligt anders indien de verdiepingvloer niet is doorgestort in de schachtwand. Absorptiemateriaal in de schachtwand is dan nodig. Bij grote sparingen in de vloer is het eveneens zinvol zwaardere schachtwanden toe te passen (zwaarder dan 150 kg/m2). Contactgeluidisolatie: Flankerende transmissie via de schachtwanden. Zie hierboven bij de luchtgeluidisolatie.
13
(Gilo Tabel 1: Gemeten lucht- en contactgeluidisolatie in het proefproject Van-naar A7-A6
Schachtwand Cellenbeton
l,u:k in dB +1
Uo in dB -2
D21-D20
Cellenbeton
0
+2
A11-A10
Kalkzandsteen
+4
+1
D25-D24
Kalkzandsteen
+4
+3
Tabel 2: Meetresultaten installatiegeluid in het proefproject Verdieping
Tweede
Eerste
woning
materiaal schachtwand
doorvoer
L, [dB]
i-l;A;k
[dB(A)] 125
250
500
1k
2k
A6
cellenbeton
flexibel
25,6
22,3
21,4
18,6
16,4
22,1
A6
cellenbeton
star
24,3
23,3
22,4
16,5
14,6
21,6
A10
k.z.steen
flexibel
22,7
20,2
17,3
19,1
19,3
22,2
A10
k.z.steen
star
28,4
20,1
17,6
15,8
16,5
20,4
D20
cellenbeton
flexibel
31,9
28,8
27,6
20,3
17,3
26,1
D20
cellenbeton
star
31,6
27,9
29,1
21,1
19,3
27,1
D24
k.z.steen
flexibel
-
-
~
-
_
-
D24
k.z.steen
star
30,2
25,4
21,7
18,4
20,3
23,8
D19
cellenbeton
flexibel
37,1
32,7
28,1
22,3
19,1
28,2
D19
cellenbeton
star
-
-
-
-
-
-
D23
k.z.steen
flexibel
-
-
-
-
-
-
D23
k.z.steen
star
33,4
31,0
24,1
21,9
17,3
25,9
14
èlla Basisrichtlijnen bouwkundige maatregeten Ontwerp Schacht voldoende ruim dimensioneren, zodat de schachtwand ook tijdens de uitvoering vrij van de standleiding kan blijven. Hierbij moet met een stelruimte van tenminste 30 mm rekening worden gehouden. Schachten met standleidingen bij voorkeur niet aan verblijfsruimten laten grenzen. In bestek opnemen dat de toiletpot trillinggeïsoleerd wordt opgesteld en op de werktekeningen de doorvoer van de uitlaat door de schachtwand detailleren (trillinggeïsoleerd). Verslepen van een standleiding onderde begane grondvloer van een woning in een woongebouw vermijden. Het verdient de voorkeur de leiding langs een funderingsbalk te leiden. Geen verslepingen van de standleiding in de schacht. Opnemen in bestek installateur. Kies een laaggeplaatst toiletreservoir of (en beter) een reservoir dat op het toilet wordt geplaatst (duobloc). Uit de verrichte onderzoeken blijkt er in het algemeen geen noodzaak bestaat schachtwanden met een massa van meer dan 150 kg/m2 toe te passen. In akoestisch ongunstige situaties bijvoorbeeld bij nauwe schachten die met een groot oppervlak aan verblijfsruimten grenzen is het te overwegen om niet dragende wanden met een relatief hoge soortelijke massa (bijvoorbeeld GZ 70 van Gibo of G5/800 van YTONG) toe te passen.
Ruwbouw Verdiepingvloer tenminste 550 kg/m2 en doorstorten in de schacht. Mantelbuizen instorten bij de doorvoer van leidingen. Indien de vloeren niet worden doorgestort is absorptiemateriaal (minerale wol) in de schacht nodig. Bij grote sparingen in de vloer zijn ook zwaardere schachtwanden nodig. Bevestig standleiding alleen aan de verdiepingvloeren. Leidingdoorvoeren goed stellen, zodat verslepingen worden vermeden.
Afbouw Standleiding volledig vrijhouden van de schachtwanden. Doorvoer van de achteruitlaat van de toiletpot controleren op juiste uitvoering, evenals de opstelling van de pot.
15
BIJLAGE 2 Nagalmtijdberekening gemeenschappelijke verkeersruimten Vorig geannuleerd bouwplan
»AvecodeBondt ingenieursbedrijf
Aveco de Bondt retouradres
bezoekadres
Postbus 202, 7460 AE Rijssen
postbus
datum contactpersoon
Reggesingel 2 202
CFC Architecten BNA
postcode
7460 AE Rijssen
t.a.v. dhr. S. Lagcher
telefoon
(+31) (0)548 51 52 00
Postbus 177
telefax
(+31) (0)548 51 85 65
4130 ED VIANEN
e-mail
[email protected]
internet
www.avecodebondt.nl
24 april 2006 ing. G.A. Dekker-Vrielink
referentie betreft
B-AVR/414 06.0376
pagina
1 Van 4
nagalm verkeersruimten woongebouw Nieuwegein
Geachte heer Lagher,
Hierbij doen wij, middels dit briefrapport, u de nagalmberekeningen toekomen voor de besloten gemeenschappelijke verkeersruimten van het project "41 appartementen v. Heukelemstraat te Nieuwegein". Uitgangspunten Uitgangspunt voor de berekeningen zijn de tekeningen van CFC architecten met werknummer 85758, d.d. 14-02-06. Norm Het toetsingcriterium voor nagalm in verkeersruimten is vermeld in artikel 3.16 van het Bouwbesluit. In artikel 3.16 wordt gesteld dat de getalswaarde van de in NEN 5078 bedoelde geluidsabsorptie van een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte die is bestemd voor het ontsluiten van in een woongebouw gelegen woningen, ter beperking van geluidhinder in aan die verkeersruimte grenzende woningen, in elk van de octaafbanden met middenfrequenties van 250, 500,1000 en 2000 Hz, uitgedrukt in m2 en bepaald overeenkomstig die norm, ten minste gelijk moet zijn aan 1 /8 van de getalswaarde van de inhoud van die ruimte, uitgedrukt in m3. Uitgaand van artikel 3.16 zijn de beide trappenhuizen en de gangen T. 13, T. 15 en T. 17 van belang voor de nagalmberekening. De overige verkeersruimten zijn niet gemeenschappelijk, deze behoeven dan ook niet aan artikel 3.16 te voldoen.
Vestigingen in Rijssen, Helmond, Driebergen, Berlijn, Trencin, Bratislava en Lier
K.v.K. de Veluwe en Twente nr.: 30169759 Op al onze aanbiedingen, overeenkomsten en rechtsbetrekkingen is de DNR 2005 van toepassing.
M-AvecodeBondl ingenieursbedrijf
Uitgangspunten Voor beide trappenhuizen en de gangen wordt gerekend met de volgende akoestische uitgangspunten: »
minimaal vereiste absorptie 1 /8 van het volume;
■
akoestisch harde vloer, trapafwerking en bordessen;
s
harde wanden;
a
situering aanvullend absorptiemateriaal tegen het plafond en tegen de onderzijde van de eventuele bordessen.
Nagalm berekeningen zijn uitgevoerd voor: - trappenhuis 1, waarbij de ruimten T.01, T.02, T.03, T.04, T.05 en T.06 (verdiepingen) samen als één grote gezamelijke ruimte worden beschouwd; - trappenhuis 2, waarbij de ruimten T.12, T.14, T.16 en T.18 (verdiepingen) als afzonderlijke ruimten worden beschouwd waarbij de ruimten T.14 en T.16 gelijk zijn; - verkeersruimten T.13, T.15 en T.17 welke alle drie gelijk zijn; Resultaten De minimaal benodigde absorptie voor de verschillende ruimten is weergegeven in tabel 1. Tabel 1: minimaal benodigde absorptie frequentie ruimte 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
Trappenhuis 1 (T.01 t/m T.06)
40,48 m*0R
40,48 m20R
40,48 m'OR
40,48 m2OR
Verkeersruimte T.12
12,04 m*OR
12,04 m2OR
12,04 m*OR
12,04 mJOR
Verkeersruimte T.14 (en T.16)
4,76 m*OR
4,76 mJ0R
4,76 m*OR
4,76 mJOR
Verkeersruimte T.18
7,96 m'OR
7,96 m*OR
7,96 m'OR
7,96 mzOR
Verkeersruimte T.13 (en T.15 en T.17)
7,96 m*OR
7,96 mJOR
7,% mzOR
7,96 m*OR
De berekening van de aanwezige absorptie wordt in bijlage 1 weergegeven. De benodigde absorptie wordt niet bereikt met de standaard materialen in de ruimte. Er dient aanvullend absorptiemateriaal te worden aangebracht. In tabel 2 is de benodigde hoeveelheid aanvullende absorptie weergegeven.
datum
24 april 2006
referentie
B-AVR/414
06.0376
pagina
2 Van 4
3■liftr Aveco de Bondl ingenieursbedrijf
Tabel 2: benodigde aanvullende absorptie frequentie ruimte 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
Trappenhuis 1 (T.01 t/m T.06)
29,43 m2OR
26,33 m2OR
27,92 m2OR
25,33 m2OR
VerkeersruimteT.12
9,67 m2OR
8,28 m2OR
8,58 m2OR
7,72 m2OR
Verkeersruimte T.14 (en T.16)
3,33 m2OR
2,88 m2OR
2,86 m2OR
2,48 m2OR
Verkeersruimte T.18
6,44 m20R
5,59 m2OR
5,62 m2OR
5,02 m2OR
Verkeersruimte T.13 (en T.15 en T.17)
6,46 m20R
5,75 m2OR
5,70 m2OR
5,17 m2OR
Wanneer in de trappenhuizen en verkeersruimten onder de plafonds en de bordessen gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld Herakustik Fine 15, met een oplage van minerale wol van 30 mm (of gelijkwaardig), dan zal aan de gestelde eis zoals genoemd in artikel 3.16 van het Bouwbesluit worden voldaan. De minimaal benodigde hoeveelheid Herakustik Fine 15 (met oplage van 30 mm minerale wol) per ruimte is weergegeven in tabel 3.
Tabel 3: minimaal benodigde hoeveelheid Herakustik Fine 15 met oplage 30 mm minerale wol; ruimte
Herakustike Fine 15+ oplage 30 mm minerale wol 60 m2 onder plafond en bordessen
Trappenhuis 1 (T.01 t/m T.06) Verkeersruimte T.12
20 m2 onder plafond
Verkeersruimte T.14 (en T.16)
7 m2 onder plafond
Verkeersruimte T.18
13 m2 onder plafond
Verkeersruimte T.13 (en T.15 en T.17)
13 m2 onder plafond
Het absorptiemateriaal dient gelijkmatig verdeeld over de gehele ruimte aangebracht te worden onder het plafond en de bordessen). In bijlage 2 is de berekening weergegeven van de aanwezige absorptie na aanbrengen van genoemde hoeveelheid Herakustik Fine 15 met oplage van 30 mm minerale wol.
datum
24 april 2006
referentie
B-AVR/414 06.0376
pagina
3 Van A
S S I 8 Aveco de Bondt #*'
ingenieiirsbedrijf
In tabel 4 worden de absorptiecoëfficiënten per frequentieband weergegeven van Herakustik Fine 15 met 30 mm minerale wol. Tabel 4: absorptiecoëfficiënt per m2 Herakustik Fine 15 met oplage van minerale wol conform opgave Heraklith; frequentie absorptiemateriaal
Herakustik Fine 15, met oplage van minerale wol van 30 mm
250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
0,51
1,00
0,92
0,57
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Mochten er nog vragen zijn, dan kunt u contact opnemen met ondergetekende onder nummer 0548 - 515200.
X^-pJJ'Met vriendelijke groet, ing. G.A. Dekker-Vrielink
datum
24 april 2006
referentie
B-AVR/414
06.0376
pagina
4 van 4
Project: Werknr.: Datum:
appartementen v. Heukelemstraat Nieuwegein
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume
trappenhuis 1 (T.01, ¥.02, T.03, T.04, T.05, T.06) 323,8 m3 40,48 m2 O.R.
Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, bordes + trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) Abs. Coëf. (hard) Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, bordes + trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
06.0376 24 april 2006
250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
158,87 0,04 6,35
0,03 4,77
0.02 3,18
0.02 3,18
0,01 1,99
0,02 3,98
0,02 3,98
0,02 3,98
0,01 2,59
0,02 5,18
0,02 5,18
0,03 7,77
0,01 0,11
0,02 0,23
0,02 0.23
0,02 0,23
0,51 0,00 40,48 11,05
1,00 0,00 40,48 14,15
0,92 0,00 40,48 12,56
0,57 0,00 40,48 15,15
198.89
258,92
11,34
0,00
Verkeersruimte2(T.12) 96,3 m3 12,04 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
19,64 0,04 0,79
0,03 0,59
0,02 0,39
0,02 0,39
0,01 0,79
0,02 1,58
0,02 1,58
0,02 1,58
0,01 0,76
0,02 1,51
0,02 1,51
0,03 2,27
0,01 0,04
0,02 0,08
0,02 0,08
0,02 0,08
0,51 0,00 12,04 2,37
1,00 0,00 12,04 3,76
0,92 0,00 12,04 3,56
0,57 0,00 12,04 4,32
78,94
75,66
3,78
0,00
Bijlage 1 nagalmberekening zonder aanvullende absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) deuren (hout Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) deuren (hout Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Verkeersruimte 3 (T.13, T.15, T.17) 38,1 m3 4,76 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
7,35 0,04 0,29
0,03 0,22
0,02 0,15
0,02 0,15
0,01 0,41
0,02 0,82
0,02 0,82
0,02 0,82
0,01 0,29
0,02 0,59
0,02 0,59
0,03 0,88
0,10 0,43
0,06 0,26
0,08 0,35
0,10 0,43
0,51 0,00 4,76 1,43
1,00 0,00 4,76 1,88
0,92 0,00 4,76 1,90
0,57 0,00 4,76 2,28
40,91
29,28
4,34
0,00
Verkeersruimte 4 (T.14,T.16) 63,7 m3 7,96 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
7,35 0,04 0,29
0,03 0,22
0,02 0,15
0,02 0,15
0,01 0,44
0,02 0,88
0,02 0,88
0,02 0,88
0,01 0,55
0,02 1,11
0,02 1,11
0,03 1,66
0,10 0,22
0,Ü6 0,13
0,08 0,17
0,10 0,22
0,01 0,02
0,02 0,04
0,02 0,04
0,02 0,04
0,51 0,00 7,96 1,52
1,00 0,00 7,96 2,37
0,92 0,00 7,96 2,34
0,57 0,00 7,96 2,94
44,05
55,26
2,17
1,89
0,00
Bijlage 1 nagalmberekening zonder aanvullende absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) deuren (hout Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. Herkustik F15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Verkeersruimte 5 (T.18) 63,7 m3 7,96 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
3,67 0,04 0,15
0,03 0,11
0,02 0,07
0,02 0,07
0,46
0,02 0,91
0,02 0,91
0,02 0,91
0,01 0,44
0,02 0,89
0,02 0,89
0,03 1,33
0,10 0,43
0,06 0,26
0,08 0,35
0,10 0,43
0,01 0,02
0,02 0,04
0,02 0,04
0,02 0,04
0,51 0.00 7,96 1,50
1,00 0,00 7,96 2,21
0,92 0,00 7,96 2,26
0,57 0,00 7,96 2,79
45,56
44,41
4,34
1,89
0,00
Bijlage 1 nagalmberekening zonder aanvullende absorptie
Project: Werknr.: Datum:
appartementen v. Heukelemstraat Nieuwegein 06.0376 24 april 2006
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume
Trappenhuis 1 (T.01, T.02, T.03, T.04, T.05, T.06) 323,8 m3 40,48 m2 O.R.
Onderdeel glas
250 Hz 2
Opp. (m ) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond + onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) Opp. (m2) beton (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
158,87 0,04 6,35
0,03 4,77
0,02 3,18
0,02 3,18
0,01 1,99
0,02 3,98
0,02 3,98
0.02 3,98
0,01 1,99
0,02 3,98
0,02 3,98
0,03 5,97
0,01 0,11
0,02 0,23
0.02 0,23
0,02 0,23
0,51 30,60 40,48 41,05
1,00 60,00 40,48 72,95
0.92 55,20 40,48 66,56
0,57 34,20 40,48 47,55
198,89
198,92
11,34
60,00
Verkeersruimte 2 (T.12) 96,3 m3 12,04 m2O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
19,64 0,04 0,79
0,03 0,59
0,02 0,39
0,02 0,39
0,01 0,79
0,02 1,58
0,02 1,58
0,02 1,58
0,01 0,56
0,02 1,11
0,02 1,11
0,03 1,67
0,01 0,04
0,02 0,08
0,02 0,08
0,02 0,08
0,51 10,20 12,04 12,37
1,00 20,00 12,04 23,36
0,92 18,40 12,04 21,56
0,57 11,40 12,04 15,12
78,94
55,66
3,78
20,00
Bijlage 2 nagalmberekening na toepassen aanvullende absorptie
Project: Onderwerp: Datum:
Woonzorgappartementen Jutphaas onderbouwing afdelingen 3.2 tot en met 3.5 van het Bouwbesluit 24-06-2011
Naar aanleiding van de ingediende omgevingsvergunning voor 52 Appartementen met maatschappelijke plint heeft de gemeente Nieuwegein verzocht om een onderbouwing van de afdelingen 3.2 tot en met 3.5 van het Bouwbesluit inzake geluid van installaties, galm en geluidwering. In onderstaande artikelen wordt per afdeling van het bouwbesluit een onderbouwing gegeven: Afdeling 3.2: Bescherming tegen geluid van installaties Het karakteristieke geluidniveau van installaties, in naastgelegen woningen, mag ten hoogste 30 dB(A) bedragen: Alle horizontale afvoerleidingen worden ingestort in de constructieve vloeren met een massa van 805 kg/m2 (280mm beton met 70mm zandcement afwerkvloer). Uit akoestisch oogpunt is de geluidisolatie van deze vloeren zodanig dat de geluiduitstraling van deze leidingen niet meer zal bedragen dan 30 dB(A). De verticale afvoerleidingen worden ondergebracht in bouwkundige schachten, opgebouwd uit 100mm Ytong cellenbeton elementen met gewichtsklasse G5/800. De schachten grenzen gedeeltelijk aan verblijfsruimten van onderliggende appartementen. Het Bouwbesluit schrijft met betrekking tot leidingkokers (schachtwanden) bij gestapelde woningbouw het volgende voor: tussen verblijfsgebieden dient het installatiegeluiddrukniveau (LI,A;k) kleiner te zijn dan 30 dB(A) en de luchtgeluidsisolatie (Ilu;k) via de schacht dient 0 dB te zijn. In de NPR 5075 wordt een schachtwand met een massa van 150 kg/m2 aanbevolen. Xella Nederland b.v. heeft door bureau Kupers & Niggebrugge een gelijkwaardigheidrapport laten opstellen waaruit blijkt dat ook aan de eisen kan worden voldaan met cellenbetonwanden van circa 70 kg/m2 (zie bijlage 1 Xella: Geluidsisolatie met lichte scheidingswanden). Een schachtwand van 100mm cellenbeton met gewichtsklasse G5/800 heeft een massa van 72 kg/m2. Bij de bouw moet rekening worden gehouden met de volgende aandachtspunten: de standleiding moet aan zware bouwdelen vrij van de schachtwanden worden bevestigd (leidingwerk beugelen aan de vloeren), mag niet worden versleept en de schachtwanden moeten flexibel op de bouwmuur worden aangesloten. geadviseerd wordt de schachten ter hoogte van de verdiepingsvloeren dicht te zetten door de ruimte rondom het leiding- / kanaalwerk vol te proppen met minerale wol. Eventuele waterslag in de leidingen door het snel sluiten van kranen kan worden beperkt door het beperken van de voordruk, het toepassen van draaikranen met rubber afdichting, het aanbrengen van flexibele tussenstukken nabij appendages en het verlagen van de stroomsnelheid door het toepassen van grotere leidingdiameters. Het geheel voorkomen van waterslag is mogelijk door het toepassen van warm- en koudwaterleidingen van kunststof. De liftschacht is opgebouwd uit 200mm beton. Tussen de liftschacht en de woning is steeds een met minerale wol geïsoleerde spouwconstructie aanwezig waardoor de liftschacht conform NPR 5073 akoestisch wordt ontkoppeld van de woningen.
Afdeling 3.3: Geluidswering tussen verblijfruimten van dezelfde gebruiksfunctie Voor de geluidsisolatie tussen verblijfsruimten binnen één woning is minimaal een karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid én een isolatie-index voor contactgeluid van -20 dB vereist. De eis binnen de woning is niet van toepassing tussen verblijfsruimten die op dezelfde verdieping liggen én in open verbinding met elkaar staan of middels een (schuif)deur met elkaar verbonden zijn. De niet dragende binnenwanden worden in cellenbeton elementen uitgevoerd. Tussen verblijfsruimten worden lOOmm Ytong G5/800 elementen toegepast met een Ilu;k van -19 dB. De overige wanden zullen uit lOOmm Ytong G5/600 elementen bestaan met een Ilu;k van -21 dB. De aansluiting op de woningscheiding wordt met behulp van U-profielen gerealiseerd. Afdeling 3.4: Beperking van galm De eis is gesteld aan de geluidabsorptie in een besloten gemeenschappelijke ruimte. Uit praktische overwegingen is de eis beperkt tot vier octaven, namelijk 250, 500, 1.000 en 2.000 Hz. De totale geluidabsorptie in een ruimte, uitgedrukt in de enigszins bijzondere eenheid 'm2 open raam', moet ten minste gelijk zijn aan 1/8 van het volume van de ruimte in m3. Voor de genoemde octaven komt dit neer op een nagalmtijd van ten hoogste 1,4 sec. Voor het beperken van de nagalmtijd hebben wij ons gebaseerd op de nagalmtijdberekeningen van de gemeenschappelijke verkeersruimten (hal en trappenhuis) van het voorgaande geannuleerde bouwplan op deze locatie (zie bijlage). Dit uitgangspunt is gehanteerd gezien de afmetingen en materialiseringen van de gemeenschappelijke ruimten nagenoeg gelijk zijn. Uit deze berekeningen blijkt dat er aan de norm wordt voldaan als er Herakustik Fine 15 platen met een oplage van 30mm minerale wol (of gelijkwaardig) onder de plafonds en de bordessen van de trappenhuizen en de verkeersruimten worden aangebracht. Afdeling 3.5: Geluidswering tussen ruimten van verschillende gebruiksfunctie Er wordt onderscheid gemaakt tussen lucht- en contactgeluid. Daarnaast wordt ook onderscheidgemaakt naar de soort ruimte. In onderstaande tabel zijn de prestatie-eisen voor verblijfsgebieden in een woonfunctie weergegeven. Van
Naar
Prestatie-eis (dB)
Ilu;K
besloten ruimte
verbbjfsgebied (VG)
>0
Ico
besloten ruimte
verbbjfsgebied (VG)
> +5
Ilu;K
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
> -5
Ico
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
>0
Tabel: Geluidswering tussen ruimten van verschillende gebruiksfunctie
In de NPR 5070 wordt voor woningscheidende vloeren een minimale massa van 800 kg/m2 voorgeschreven. Om aan de matrixcombinatie voor woongebouwen met een Ilu;k > 0 dB en Ico > =+5 dB te voldoen dient een enkelvoudige woningscheidende wand van minimaal 525 kg/m2 te worden toegepast. De woningscheidende vloer zal worden uitgevoerd in 280mm beton met 70mm zandcement afwerkvloer. Dit resulteert in een vloermassa van 805 kg/m2. De woningscheidende wand zal worden uitgevoerd in 250mm beton met een massa van 600 kg/m2. Hiermee voldoet de woningscheidende vloer/wandcombinatie aan de keuzematrix 2 en B van NPR 5070. De aansluitende gevels en wanden voldoen aan bijbehorende NPR 5070 aansluittypen G3, G5, G8, D6, V2 en B2. De NPR 5070 schrijft voor de geluidsisolatie tussen gemeenschappelijke verkeersruimten en verblijfsgebieden een Ilu;k > 0 dB en Ico > =+5 dB voor. Met bovengenoemde uitgangspunten voor de woningscheidende wanden- en vloeren zal aan deze eis worden voldaan. Bij situaties waarin het verblijfsgebied slechts door een hal en een voordeur van de gemeenschappelijke verkeersruimte worden gescheiden zoals bij woningtype 03 zullen de volgende maatregelen moeten worden genomen: Massa woningtoegangsdeur ten minste 25 kg/m2 met rondom enkelvoudige kierdichting door kaderprofïelen met doorgelaste hoeken. De invering van de kierdichting moet ten minste 4mm bedragen. Ter plaatse van de onderdorpel moet een automatische valdorpel worden toegepast of kan een kierdichting worden aangebracht tussen de voordeur en de dorpel. De kierdichting van de dorpel moet dan aansluiten op de kierdichting in de sponning. De deur moet worden voorzien van een knevelende driepuntsluiting over een diepte van tenmiste 4mm. De glasstrook naast de voordeur dient te worden voorzien van glas met een minimale geluidsisolatie Ra van 34 dB(A). De binnendeur tussen de hal en de verblijfsruimte kan worden uitgevoerd in een standaard opdekdeur die is voorzien van kierdichting in de sponning van het kozijn. Een eventueel bovenlicht behoort te bestaan uit 4mm glas die kierdicht en afgekit moet worden aangebracht. Onder de binnendeur mag een spleet van 10mm aanwezig zijn. In onderstaande tabel zijn de prestatie-eisen voor verblijfsgebieden in een ntbb gebruiksfunctie weergegeven. Van
Naar
Prestatie-eis (dB)
Ilu;K
besloten ruimte
verblijfsgebied (VG)
>0
Ico
besloten ruimte
verblijfsgebied (VG)
>0
Ilu;K
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
> -5
Ico
besloten ruimte
besloten ruimte (geen VG)
> -5
Tabel: Geluidswering tussen ruimten van verschillende gebruiksfunctie
Voor geluid tussen een besloten ruimte van de ntbb gebruiksfuncties op de begane grond (bijeenkomstfunctie, gezondheidszorgfunctie en kantoorfunctie) en een verblijfsgebied van de woonfunctie geldt een Ilu;k > 0 dB en Ico > 0 dB. De vloer tussen de ntbb gebruiksfuncties en de woonfuncties dient daarom een minimale massa van 800 kg/m2 te bezitten. De woningscheidende vloer wordt uitgevoerd in 280mm beton met 70mm zandcement afwerkvloer. Dit resulteert in een vloermassa van 805 kg/m2. De massieve wanden tussen de ntbb gebruiksfuncties onderling dienen een minimale massa van 525 kg/m2 te bezitten teneinde aan een Ilu;k > 0 dB te voldoen. De massieve wanden worden uitgevoerd in 250mm beton met een massa van 600 kg/m2 of 300mm kalkzandsteen met een massa van 525 kg/m2. De lichte scheidingswanden tussen ntbb gebruiksfuncties onderling worden uitgevoerd als metal studwanden met een Ilu;k > 0 dB. De begane grondvloer wordt uitgevoerd in geïsoleerde kanaalplaatvloeren die inclusief 70mm zandcement afwerkvloer met een totale massa van 436 kg/m2 voldoet aan een minimale massa van 350 kg/m2.
BIJLAGE 1 Xella: Geluidsisolatie met lichte scheidingswanden
/el la
Geluidisolatie met lichte schachtwanden
fella
Inhoudsopgave:
•
Geluidisolatie met lichte schachtwanden
blz. 3
•
Voorschriften en richtlijnen
blz. 3
•
Praktijkonderzoek
blz. 4
» Resultaten
blz. 7
•
Verantwoording
blz. 12
•
Verklarende begrippen
blz. 13
•
Tabellen meetresultaten
blz. 14
« Basisrichtlijnen bouwkundige maatregelen
blz. 15
(Gild
Geluidisolatie met lichte schachtwanden Schachtwanden rondom standleidingen worden vaak zwaarder uitgevoerd dan de overige, niet dragende binnenwanden, in de NPR 5075 voor sanitairgeluid wordt een richtlijn van 150 kg/m2 als wandmassa aangegeven. Dit is veel zwaarder dan de gebruikelijke binnenwanden van cellenbeton. Gebruik van twee verschillende soorten binnenwanden leidt zowel logistiek als in de planning tot problemen. Praktijkervaringen leren dat met 'lichte' schachtwanden aan de eisen in het Bouwbesluit kan worden voldaan. Het voorgaande vormt meer dan genoeg reden voor een nader onderzoek. Sanitaire installaties behoren in gestapelde woningbouw tot de belangrijkste bronnen van geluidhinder. Met name gebruiksgeluiden van een toilet en in mindere mate van een bad zijn de veroorzakers van geluidhinder. In dit artikel wordt hoofdzakelijk ingegaan op de invloed van de massa van de schachtwand rondom standleidingen op de geluidisolatie van sanitairgeluiden en de huidige eisen en richtlijnen die bestaan voor de geluidisolatie. Daarnaast wordt het effect van andere geluidisolerende maatregelen besproken. Aan de hand van een drietal onderzochte praktijksituaties met 'lichte' en 'zware' schachtwanden wordt de rol van de massa van de schachtwand aangegeven. Voorschriften en richtlijnen Het Bouwbesluit stelt onder andere eisen aan de lucht- en contactgeluidisolatie tussen woningen, ruimtes binnen woningen onderling en het toelaatbare geluidniveau ten gevolge van het gebruik van installaties. De rol van schachtwanden bij de lucht en contactgeluidisolatie wordt toegelicht in het eerste kader. De eisen aan installatiegeluid zijn te vinden in art. 23,195 en 277 van het Bouwbesluit. Deze eisen een karakteristiek A-gewogen installatiegeluidniveau, L|Ak van ten hoogste 30 dB(A) in niet tot de woning behorende verblijfsgebieden als gevolg van gebruik van installaties. In logiesverblijven en -gebouwen is maximaal 35 dB(A) toegestaan. De metingen aan installatiegeluid zijn beschreven in de norm NEN 5077, geluidwering in gebouwen. Voor de praktijk zijn richtlijnen opgesteld die wat betreft uitvoeringen en voorzieningen zodanig zijn dat naar verwachting wordt voldaan aan de vereiste prestatie. Voor sanitaire toestellen en installaties is de NPR 5075 opgesteld. Op het gebied van installatietechniek wordt de NEN 3215, binnenriolering in woningen en woongebouwen aangestuurd door het Bouwbesluit. Aanwijzingen bij de uitvoering van binnenriolering worden gegeven in NPR 3216. Om spoelgeluiden in een standleiding voldoende te isoleren, wordt in de NPR 5075 een schachtwand met een massa van 150 kg/m2 aanbevolen. Daarnaast wordt in een aantal gevallen aanbevolen de toiletpot trillingisolerend op te stellen, al dan niet in combinatie met een trillingisolerende doorvoer van de achteruitlaat door de schachtwand.
el la
Elk van deze maatregelen brengt praktische problemen met zich mee. Een massa van 150 kg/m2 betekent logistiek meerwerk (levering en opslag van materiaal) en maakt het plannen moeilijker omdat coördinatie tussen meerdere werkploegen nodig is. Het effect van een trillingisolerende opstelling of doorvoer staat of valt met de nauwkeurigheid waarmee de maatregel wordt uitgevoerd. Eén enkele koppeling kan het effect van de maatregel teniet doen.
Praktijkonderzoek Invloeden van geluidisolerende maatregelen aan schachtwanden komen het best naar voren in de praktijk. Daarom zijn in drie projecten onderzoeksmaatregelen getroffen en beproefd. De resultaten van het laatste en meest uitgebreide onderzoek worden hierna besproken en toegelicht. De onderzoeken zijn voornamelijk gericht op de geluidafstraling van de standleiding via de schacht en schachtwanden en de geluidafstraling van aansluitende binnenwanden. Bij het meetonderzoek is de toiletpot in de bovenliggende woning als bron gebruikt. Dit heeft tot gevolg dat er moeilijk onderscheid is te maken tussen het geluid tengevolge van trillingen in de toiletpot en trillingen in de standleiding. De trillingen in de toiletpot worden niet alleen rechtstreeks aan de vloer doorgegeven maar ook via de achteruitlaat aan de standleiding en de schachtwand achter de toiletpot. Daar staat tegenover dat de resultaten niet meer naar de praktijk vertaald hoeven te worden. Situatie Figuur 1 geeft de schematische doorsnede over het woongebouw waarin bij twee verschillende woningtypes het onderzoek heeft plaatsgevonden. Figuur 2 en 3 geven de plattegronden van de indeling. Het gebouw heeft een hoofddraagconstructie van beton. De binnenwanden zijn vervaardigd van gipsbetonblokken. Standaard zijn de schachten vervaardigd van 10 cm kalkzandsteen, maar speciaal voor het onderzoek is een deel van de schachten vervaardigd van cellenbeton.
Cella
© ® ® © © 0© '/// / / / /
Sehaeh brand van eslifinlMrton
® <§> © @ s - V W Scü saihtefflid van X X x S kssewndstfeisi Figuur 1: schema doorsnede woongebouw
■H-fï W217
Plattegrond woningtype A
Figuur 2
(61 lei
Plattegrond woningtype D Figuur 3
V » l tL€sl
Resultaten De uitgebreide metingen hebben onder meer de volgende resultaten opgeleverd. Verdiepingvloer In verband met eisen aan de WBDBO (brand) wordt de verdiepingvloer meestal doorgestort in de schacht. Dit is als standaarduitvoering aangenomen. De leidingen worden dan door mantelbuizen geleid. De overblijvende spleet kan met glas- of steenwol worden afgedicht. Het gewicht van de verdiepingvloer speelt een belangrijke rol in de trillingisolatie van de toiletpot en doorgifte van trillingen vanuit de schachtwand achter deze bron. De massa van de vloeren in het proefproject is circa 550 kg/m2. Bij een zwaardere vloer mag een verbetering van de trillingisolatie van het toilet worden verwacht. Standleiding De metingen zijn steeds uitgevoerd aan enkelwandige PE-buizen, een materiaal dat tegenwoordig veruit het meest wordt toegepast. In verband met het risico van mechanische contacten in de uitvoering is het zinvol bij het plaatsen van de schachtwand de standleiding met een mantel van wol en folie te bekleden wanneer de ruimte tussen de schachtwand en buis minder is dan 5 cm. In het beschreven project is dit steeds gebeurd. Uitvoeringstechnisch is het een nuttige maatregel, maar er blijkt geen akoestische noodzaak te bestaan voor deze bekleding (zie verderop in dit artikel). Dit is in tegenstelling tot de aanbeveling uit de NPR.
fotol
Gila
De standleiding vormt een cruciale rol in het voldoen aan de geluideisen. Vanuit de praktijk is bekend dat het verslepen van de standleiding in de schacht akoestisch grote problemen kan veroorzaken. Het verslepen moet dus zoveel mogelijk worden vermeden. In de meeste gebouwen is het verslepen van de standleiding onder de laagste woning naar de gevel onvermijdelijk. Bij een zware verdiepingvloer (boven winkels bijvoorbeeld) zijn in recente metingen geen problemen naar voren gekomen. Met de lichtere begane grondvloeren (woning inflatop de begane grond) zijn echter problemen bekend. Het is niet raadzaam de standleiding aan de begane grondvloer van een woning op te hangen (de funderingsbalk is wel mogelijk). Niet nieuw maar wel erg belangrijk is, dat de standleidingen niet aan de schachtwand worden bevestigd, of hiermee contact maken. Dit geldt in principe voor alle binnenwanden maar speciaal voor de lichte wanden van circa 70 kg/m2. In het beschreven onderzoek bleek het installatiegeluid twee verdiepingen onder de bron (het doorgespoelde toilet) circa 2 dB(A) hoger te zijn dan op de verdieping er direct onder. Het effect is niet zeer groot en een goede verklaring is niet voorhanden. Mogelijk wordt het verschil veroorzaakt door de hogere valsnelheid van het water op lager gelegen verdiepingen. Het effect onderstreept echter het belang van een goede bevestiging van de standleiding, uitsluitend aan zware bouwdelen. Koppelingen met lichte wanden (lichter dan circa 400 kg/m2) en zeker met schachtwanden van minder dan circa 100 kg/m2 zijn niet toegestaan. Een standleiding die direct contact maakt met de schachtwand of waarvoor in de schachtwand een sparing moet worden gehakt, voldoet evenmin. Schachtwanden De metingen laten zien dat met zware schachtwanden circa 3 dB(A) betere prestaties worden bereikt. Het blijkt ook dat met enige marge aan de eisen kan worden voldaan met lichte, niet dragende binnenwanden van circa 70 kg/m2. De NPR 5075 lijkt in dit opzicht erg zware eisen te stellen aan de schachtwand. De lichte schachtwand blijkt geen alles overheersende rol te spelen in de geluidoverdracht. De bijdrage van de lichte schachtwanden ligt in dezelfde orde van grootte als de bijdrage van de overige binnenwanden. Voorde plafondaansluiting van de schachtwanden (licht of zwaar) gelden dezelfde eisen als aan de plafondaansluiting van wanden in verblijfsruimten. Lichte, niet dragende binnenwanden moetenflexibelop de schachtwand worden aangesloten. De detaillering is in de betreffende attesten te vinden.
èlla
- afwerking insnijden
V
Spuitwerk tot in profiel
- PUR-schuim
Zichtprofiel
- EPS-strook - Haaks veercanker (bi) wandbeêinaiging)
EPS-strook Cellenbetonnen wand
- Cfilfenbetonnen wand
Figuur 4 Plafond aansluitingen cellenbeton
Betonvloer
Betonvloer
ca 10 a 20 mm ►
Insnijdingen (5 mm diep)
r
Gibo-kleefpasta verschraald met gips Zaagstof binden met Gibo-primer
Gibo-wand
Gibo-wand
Figuur 5 Plafond aansluitingen Gibo
Absorptie in de schacht Uit metingen in verschillende projecten is bekend dat de geluidniveaus in een schacht met doorgestorte verdiepingvloerzo laag zijn, dat het aanbrengen van extra minerale wol als geluidabsorptie in de schacht geen enkele zin heeft. In verschillende projecten zijn in schachten zonder absorptiemateriaal geluidniveaus van 30 tot 35 dB(A) gemeten, tijdens het doorspoelen van het toilet. Dit geldt ook bij toepassing van lichte steenachtige schachtwanden.
èlla Toiletpot De 'prestatie' van de toiletpot wordt voor een deel beïnvloed door de wijze van montage aan de vloer of wand en het type toilet dat wordt toegepast. Uit het meetonderzoek blijkt dat de toiletpot een belangrijke geluidbron is. Dit resultaat is natuurlijk al langer bekend en onderstreept nogmaals het belang van een trillingisolerende opstelling van de toiletpot. Uit onderzoek van de TU-Eindhoven is gebleken dat de akoestische karakterisering van een toiletpot niet eenvoudig is. Vlakspoelers zijn akoestisch gunstiger dan diepspoelers op het gebied van gebruikersgeluiden, maar presteren niet beter op het gebied van spoelgeluid. In de NPR 5075 zijn enkele trillingisolerende maatregelen voor de toiletpot aangegeven, die als minimaal moeten worden beschouwd.
Figuur 6
Achter-Zonderuitlaat toiletpot Dit is niet onderzocht. Flexibele doorvoer achteruitlaat door schachtwand. De verrichte metingen geven hierover geen uitsluitsel. Een trillingisolerende doorvoer is echter sterk aan te raden, gezien de hoge trillingniveaus in de uitlaatpijp en de gevoeligheid van lichte wanden voor flankerende transmissie.
10
Slid
foto 2
Beugeling aan wand of vloer > 400 kg/m 2
Standleiding Trillingsisolerende doorvoer (minerale wol + afdichting)
Woningscheidende vloer
Schachtwand
Minerale wol > 50 mm
Figuur 7
el la Verantwoording De onderzoeken in verschillende projecten zijn mede mogelijk gemaakt door de aannemers Slokker en Ballast Nedam Woningbouw. Verder hebben YTONG Nederland bv en Gipsbouw BV bijgedragen. Het onderzoek uit dit artikel is uitgevoerd als afstudeerproject van ing. K.M. Temmink. Verder is medewerking verleend door Adviesburo Nieman BV en de heer S. van der Tol. De onderzoeken zijn geleid en gecoördineerd door Kupers & Niggebrugge BV.
12
X Gild Lucht- en contactgeluidisolatie tussen ruimten waarin schachtwanden voorkomen (llu;k en Ico) Luchtgeluidisolatie: Flankerende overdracht via de schachtwand Er zijn vier overdrachtswegen voor trillingen. Deze zijn volledig identiek aan de overdrachtswegen bij normale binnenwanden. Aan het Bouwbesluit kan met lichte niet dragende binnenwanden worden voldaan, indien de plafondaansluitingflexibelwordt uitgevoerd. De attesten van gipsblok-, cellenbeton- en kalkzandsteen wanden geven hierover meer informatie. Luchtgeluidisolatie: Omloopgeluid via de schacht Geluid loopt van het zendvertrek door de schachtwand naar lager of hoger gelegen woningen. Vervolgens gaat het via de schachtwand naar het ontvangvertrek. Door de WBDBO-eisen in het Bouwbesluit is het gebruikelijk de verdiepingvloeren in de schacht door te storten. Dit heeft een positief effect op de luchtgeluidisolatie. Bij gebruik van mantelbuizen voor de doorvoer van leidingen, met een kleine overmaat (huidige praktijk) zijn de akoestische eisen aan de schachtwand in dit verband (luchtgeluidisolatie tussen ruimten) praktisch komen te vervallen. Voor deze geluidoverdracht is het evenmin nodig extra absorptiemateriaal (wol) in de schachtwand te plaatsen. Dit ligt anders indien de verdiepingvloer niet is doorgestort in de schachtwand. Absorptiemateriaal in de schachtwand is dan nodig. Bij grote sparingen in de vloer is het eveneens zinvol zwaardere schachtwanden toe te passen (zwaarder dan 150 kg/m2). Contactgeluidisolatie: Flankerende transmissie via de schachtwanden. Zie hierboven bij de luchtgeluidisolatie.
13
(Gilo Tabel 1: Gemeten lucht- en contactgeluidisolatie in het proefproject Van-naar A7-A6
Schachtwand Cellenbeton
l,u:k in dB +1
Uo in dB -2
D21-D20
Cellenbeton
0
+2
A11-A10
Kalkzandsteen
+4
+1
D25-D24
Kalkzandsteen
+4
+3
Tabel 2: Meetresultaten installatiegeluid in het proefproject Verdieping
Tweede
Eerste
woning
materiaal schachtwand
doorvoer
L, [dB]
i-l;A;k
[dB(A)] 125
250
500
1k
2k
A6
cellenbeton
flexibel
25,6
22,3
21,4
18,6
16,4
22,1
A6
cellenbeton
star
24,3
23,3
22,4
16,5
14,6
21,6
A10
k.z.steen
flexibel
22,7
20,2
17,3
19,1
19,3
22,2
A10
k.z.steen
star
28,4
20,1
17,6
15,8
16,5
20,4
D20
cellenbeton
flexibel
31,9
28,8
27,6
20,3
17,3
26,1
D20
cellenbeton
star
31,6
27,9
29,1
21,1
19,3
27,1
D24
k.z.steen
flexibel
-
-
~
-
_
-
D24
k.z.steen
star
30,2
25,4
21,7
18,4
20,3
23,8
D19
cellenbeton
flexibel
37,1
32,7
28,1
22,3
19,1
28,2
D19
cellenbeton
star
-
-
-
-
-
-
D23
k.z.steen
flexibel
-
-
-
-
-
-
D23
k.z.steen
star
33,4
31,0
24,1
21,9
17,3
25,9
14
èlla Basisrichtlijnen bouwkundige maatregeten Ontwerp Schacht voldoende ruim dimensioneren, zodat de schachtwand ook tijdens de uitvoering vrij van de standleiding kan blijven. Hierbij moet met een stelruimte van tenminste 30 mm rekening worden gehouden. Schachten met standleidingen bij voorkeur niet aan verblijfsruimten laten grenzen. In bestek opnemen dat de toiletpot trillinggeïsoleerd wordt opgesteld en op de werktekeningen de doorvoer van de uitlaat door de schachtwand detailleren (trillinggeïsoleerd). Verslepen van een standleiding onderde begane grondvloer van een woning in een woongebouw vermijden. Het verdient de voorkeur de leiding langs een funderingsbalk te leiden. Geen verslepingen van de standleiding in de schacht. Opnemen in bestek installateur. Kies een laaggeplaatst toiletreservoir of (en beter) een reservoir dat op het toilet wordt geplaatst (duobloc). Uit de verrichte onderzoeken blijkt er in het algemeen geen noodzaak bestaat schachtwanden met een massa van meer dan 150 kg/m2 toe te passen. In akoestisch ongunstige situaties bijvoorbeeld bij nauwe schachten die met een groot oppervlak aan verblijfsruimten grenzen is het te overwegen om niet dragende wanden met een relatief hoge soortelijke massa (bijvoorbeeld GZ 70 van Gibo of G5/800 van YTONG) toe te passen.
Ruwbouw Verdiepingvloer tenminste 550 kg/m2 en doorstorten in de schacht. Mantelbuizen instorten bij de doorvoer van leidingen. Indien de vloeren niet worden doorgestort is absorptiemateriaal (minerale wol) in de schacht nodig. Bij grote sparingen in de vloer zijn ook zwaardere schachtwanden nodig. Bevestig standleiding alleen aan de verdiepingvloeren. Leidingdoorvoeren goed stellen, zodat verslepingen worden vermeden.
Afbouw Standleiding volledig vrijhouden van de schachtwanden. Doorvoer van de achteruitlaat van de toiletpot controleren op juiste uitvoering, evenals de opstelling van de pot.
15
BIJLAGE 2 Nagalmtijdberekening gemeenschappelijke verkeersruimten Vorig geannuleerd bouwplan
»AvecodeBondt ingenieursbedrijf
Aveco de Bondt retouradres
bezoekadres
Postbus 202, 7460 AE Rijssen
postbus
datum contactpersoon
Reggesingel 2 202
CFC Architecten BNA
postcode
7460 AE Rijssen
t.a.v. dhr. S. Lagcher
telefoon
(+31) (0)548 51 52 00
Postbus 177
telefax
(+31) (0)548 51 85 65
4130 ED VIANEN
e-mail
[email protected]
internet
www.avecodebondt.nl
24 april 2006 ing. G.A. Dekker-Vrielink
referentie betreft
B-AVR/414 06.0376
pagina
1 Van 4
nagalm verkeersruimten woongebouw Nieuwegein
Geachte heer Lagher,
Hierbij doen wij, middels dit briefrapport, u de nagalmberekeningen toekomen voor de besloten gemeenschappelijke verkeersruimten van het project "41 appartementen v. Heukelemstraat te Nieuwegein". Uitgangspunten Uitgangspunt voor de berekeningen zijn de tekeningen van CFC architecten met werknummer 85758, d.d. 14-02-06. Norm Het toetsingcriterium voor nagalm in verkeersruimten is vermeld in artikel 3.16 van het Bouwbesluit. In artikel 3.16 wordt gesteld dat de getalswaarde van de in NEN 5078 bedoelde geluidsabsorptie van een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte die is bestemd voor het ontsluiten van in een woongebouw gelegen woningen, ter beperking van geluidhinder in aan die verkeersruimte grenzende woningen, in elk van de octaafbanden met middenfrequenties van 250, 500,1000 en 2000 Hz, uitgedrukt in m2 en bepaald overeenkomstig die norm, ten minste gelijk moet zijn aan 1 /8 van de getalswaarde van de inhoud van die ruimte, uitgedrukt in m3. Uitgaand van artikel 3.16 zijn de beide trappenhuizen en de gangen T. 13, T. 15 en T. 17 van belang voor de nagalmberekening. De overige verkeersruimten zijn niet gemeenschappelijk, deze behoeven dan ook niet aan artikel 3.16 te voldoen.
Vestigingen in Rijssen, Helmond, Driebergen, Berlijn, Trencin, Bratislava en Lier
K.v.K. de Veluwe en Twente nr.: 30169759 Op al onze aanbiedingen, overeenkomsten en rechtsbetrekkingen is de DNR 2005 van toepassing.
M-AvecodeBondl ingenieursbedrijf
Uitgangspunten Voor beide trappenhuizen en de gangen wordt gerekend met de volgende akoestische uitgangspunten: »
minimaal vereiste absorptie 1 /8 van het volume;
■
akoestisch harde vloer, trapafwerking en bordessen;
s
harde wanden;
a
situering aanvullend absorptiemateriaal tegen het plafond en tegen de onderzijde van de eventuele bordessen.
Nagalm berekeningen zijn uitgevoerd voor: - trappenhuis 1, waarbij de ruimten T.01, T.02, T.03, T.04, T.05 en T.06 (verdiepingen) samen als één grote gezamelijke ruimte worden beschouwd; - trappenhuis 2, waarbij de ruimten T.12, T.14, T.16 en T.18 (verdiepingen) als afzonderlijke ruimten worden beschouwd waarbij de ruimten T.14 en T.16 gelijk zijn; - verkeersruimten T.13, T.15 en T.17 welke alle drie gelijk zijn; Resultaten De minimaal benodigde absorptie voor de verschillende ruimten is weergegeven in tabel 1. Tabel 1: minimaal benodigde absorptie frequentie ruimte 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
Trappenhuis 1 (T.01 t/m T.06)
40,48 m*0R
40,48 m20R
40,48 m'OR
40,48 m2OR
Verkeersruimte T.12
12,04 m*OR
12,04 m2OR
12,04 m*OR
12,04 mJOR
Verkeersruimte T.14 (en T.16)
4,76 m*OR
4,76 mJ0R
4,76 m*OR
4,76 mJOR
Verkeersruimte T.18
7,96 m'OR
7,96 m*OR
7,96 m'OR
7,96 mzOR
Verkeersruimte T.13 (en T.15 en T.17)
7,96 m*OR
7,96 mJOR
7,% mzOR
7,96 m*OR
De berekening van de aanwezige absorptie wordt in bijlage 1 weergegeven. De benodigde absorptie wordt niet bereikt met de standaard materialen in de ruimte. Er dient aanvullend absorptiemateriaal te worden aangebracht. In tabel 2 is de benodigde hoeveelheid aanvullende absorptie weergegeven.
datum
24 april 2006
referentie
B-AVR/414
06.0376
pagina
2 Van 4
3■liftr Aveco de Bondl ingenieursbedrijf
Tabel 2: benodigde aanvullende absorptie frequentie ruimte 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
Trappenhuis 1 (T.01 t/m T.06)
29,43 m2OR
26,33 m2OR
27,92 m2OR
25,33 m2OR
VerkeersruimteT.12
9,67 m2OR
8,28 m2OR
8,58 m2OR
7,72 m2OR
Verkeersruimte T.14 (en T.16)
3,33 m2OR
2,88 m2OR
2,86 m2OR
2,48 m2OR
Verkeersruimte T.18
6,44 m20R
5,59 m2OR
5,62 m2OR
5,02 m2OR
Verkeersruimte T.13 (en T.15 en T.17)
6,46 m20R
5,75 m2OR
5,70 m2OR
5,17 m2OR
Wanneer in de trappenhuizen en verkeersruimten onder de plafonds en de bordessen gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld Herakustik Fine 15, met een oplage van minerale wol van 30 mm (of gelijkwaardig), dan zal aan de gestelde eis zoals genoemd in artikel 3.16 van het Bouwbesluit worden voldaan. De minimaal benodigde hoeveelheid Herakustik Fine 15 (met oplage van 30 mm minerale wol) per ruimte is weergegeven in tabel 3.
Tabel 3: minimaal benodigde hoeveelheid Herakustik Fine 15 met oplage 30 mm minerale wol; ruimte
Herakustike Fine 15+ oplage 30 mm minerale wol 60 m2 onder plafond en bordessen
Trappenhuis 1 (T.01 t/m T.06) Verkeersruimte T.12
20 m2 onder plafond
Verkeersruimte T.14 (en T.16)
7 m2 onder plafond
Verkeersruimte T.18
13 m2 onder plafond
Verkeersruimte T.13 (en T.15 en T.17)
13 m2 onder plafond
Het absorptiemateriaal dient gelijkmatig verdeeld over de gehele ruimte aangebracht te worden onder het plafond en de bordessen). In bijlage 2 is de berekening weergegeven van de aanwezige absorptie na aanbrengen van genoemde hoeveelheid Herakustik Fine 15 met oplage van 30 mm minerale wol.
datum
24 april 2006
referentie
B-AVR/414 06.0376
pagina
3 Van A
S S I 8 Aveco de Bondt #*'
ingenieiirsbedrijf
In tabel 4 worden de absorptiecoëfficiënten per frequentieband weergegeven van Herakustik Fine 15 met 30 mm minerale wol. Tabel 4: absorptiecoëfficiënt per m2 Herakustik Fine 15 met oplage van minerale wol conform opgave Heraklith; frequentie absorptiemateriaal
Herakustik Fine 15, met oplage van minerale wol van 30 mm
250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
0,51
1,00
0,92
0,57
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Mochten er nog vragen zijn, dan kunt u contact opnemen met ondergetekende onder nummer 0548 - 515200.
X^-pJJ'Met vriendelijke groet, ing. G.A. Dekker-Vrielink
datum
24 april 2006
referentie
B-AVR/414
06.0376
pagina
4 van 4
Project: Werknr.: Datum:
appartementen v. Heukelemstraat Nieuwegein
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume
trappenhuis 1 (T.01, ¥.02, T.03, T.04, T.05, T.06) 323,8 m3 40,48 m2 O.R.
Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, bordes + trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) Abs. Coëf. (hard) Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, bordes + trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
06.0376 24 april 2006
250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
158,87 0,04 6,35
0,03 4,77
0.02 3,18
0.02 3,18
0,01 1,99
0,02 3,98
0,02 3,98
0,02 3,98
0,01 2,59
0,02 5,18
0,02 5,18
0,03 7,77
0,01 0,11
0,02 0,23
0,02 0.23
0,02 0,23
0,51 0,00 40,48 11,05
1,00 0,00 40,48 14,15
0,92 0,00 40,48 12,56
0,57 0,00 40,48 15,15
198.89
258,92
11,34
0,00
Verkeersruimte2(T.12) 96,3 m3 12,04 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
19,64 0,04 0,79
0,03 0,59
0,02 0,39
0,02 0,39
0,01 0,79
0,02 1,58
0,02 1,58
0,02 1,58
0,01 0,76
0,02 1,51
0,02 1,51
0,03 2,27
0,01 0,04
0,02 0,08
0,02 0,08
0,02 0,08
0,51 0,00 12,04 2,37
1,00 0,00 12,04 3,76
0,92 0,00 12,04 3,56
0,57 0,00 12,04 4,32
78,94
75,66
3,78
0,00
Bijlage 1 nagalmberekening zonder aanvullende absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) deuren (hout Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) deuren (hout Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Verkeersruimte 3 (T.13, T.15, T.17) 38,1 m3 4,76 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
7,35 0,04 0,29
0,03 0,22
0,02 0,15
0,02 0,15
0,01 0,41
0,02 0,82
0,02 0,82
0,02 0,82
0,01 0,29
0,02 0,59
0,02 0,59
0,03 0,88
0,10 0,43
0,06 0,26
0,08 0,35
0,10 0,43
0,51 0,00 4,76 1,43
1,00 0,00 4,76 1,88
0,92 0,00 4,76 1,90
0,57 0,00 4,76 2,28
40,91
29,28
4,34
0,00
Verkeersruimte 4 (T.14,T.16) 63,7 m3 7,96 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
7,35 0,04 0,29
0,03 0,22
0,02 0,15
0,02 0,15
0,01 0,44
0,02 0,88
0,02 0,88
0,02 0,88
0,01 0,55
0,02 1,11
0,02 1,11
0,03 1,66
0,10 0,22
0,Ü6 0,13
0,08 0,17
0,10 0,22
0,01 0,02
0,02 0,04
0,02 0,04
0,02 0,04
0,51 0,00 7,96 1,52
1,00 0,00 7,96 2,37
0,92 0,00 7,96 2,34
0,57 0,00 7,96 2,94
44,05
55,26
2,17
1,89
0,00
Bijlage 1 nagalmberekening zonder aanvullende absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) deuren (hout Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. Herkustik F15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Verkeersruimte 5 (T.18) 63,7 m3 7,96 m2 O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
3,67 0,04 0,15
0,03 0,11
0,02 0,07
0,02 0,07
0,46
0,02 0,91
0,02 0,91
0,02 0,91
0,01 0,44
0,02 0,89
0,02 0,89
0,03 1,33
0,10 0,43
0,06 0,26
0,08 0,35
0,10 0,43
0,01 0,02
0,02 0,04
0,02 0,04
0,02 0,04
0,51 0.00 7,96 1,50
1,00 0,00 7,96 2,21
0,92 0,00 7,96 2,26
0,57 0,00 7,96 2,79
45,56
44,41
4,34
1,89
0,00
Bijlage 1 nagalmberekening zonder aanvullende absorptie
Project: Werknr.: Datum:
appartementen v. Heukelemstraat Nieuwegein 06.0376 24 april 2006
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume
Trappenhuis 1 (T.01, T.02, T.03, T.04, T.05, T.06) 323,8 m3 40,48 m2 O.R.
Onderdeel glas
250 Hz 2
Opp. (m ) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) beton Opp. (m2) (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond + onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
Ruimte: Volume in m3: Vereiste absorbtie = 1/8 Volume Onderdeel glas
Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) wanden Opp. (m2) (hard) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) Opp. (m2) beton (vloer, plafond, trap) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) liftdeuren Opp. (m2) Abs. Coëf. Abs. (m2. OR) plafond / onderzijde Opp. (m2) bordessen Abs. Coëf. HerkustikF15 Abs. (m2. OR) Minimaal vereiste absorptie Aanwezige absorptie
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
158,87 0,04 6,35
0,03 4,77
0,02 3,18
0,02 3,18
0,01 1,99
0,02 3,98
0,02 3,98
0.02 3,98
0,01 1,99
0,02 3,98
0,02 3,98
0,03 5,97
0,01 0,11
0,02 0,23
0.02 0,23
0,02 0,23
0,51 30,60 40,48 41,05
1,00 60,00 40,48 72,95
0.92 55,20 40,48 66,56
0,57 34,20 40,48 47,55
198,89
198,92
11,34
60,00
Verkeersruimte 2 (T.12) 96,3 m3 12,04 m2O.R. 250 Hz
500 Hz
1000 Hz
2000 Hz
19,64 0,04 0,79
0,03 0,59
0,02 0,39
0,02 0,39
0,01 0,79
0,02 1,58
0,02 1,58
0,02 1,58
0,01 0,56
0,02 1,11
0,02 1,11
0,03 1,67
0,01 0,04
0,02 0,08
0,02 0,08
0,02 0,08
0,51 10,20 12,04 12,37
1,00 20,00 12,04 23,36
0,92 18,40 12,04 21,56
0,57 11,40 12,04 15,12
78,94
55,66
3,78
20,00
Bijlage 2 nagalmberekening na toepassen aanvullende absorptie