ELEKTRISCHE INSTALLATIES (procescertificaat) BRL 6000 Deel 00 Deel 01 Deel 02 met Deel 03
“Ontwerpen, installeren en beheren van installatie” “Algemeen deel” (2005-11) “Ontwerpen en installeren van elektriciteits-installaties van individuele woningen” (2005-11) “Ontwerpen en installeren van middelgrote elektriciteits-installaties (tot en 3x80A) van bouwwerken, anders dan individuele woningen”(2005-11) “Ontwerpen en installeren van grote elektriciteits-installaties (>3x80A) van bouwwerken, anders dan individuele woningen” (2005-11)
Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit
afdeling
artikel; leden
Elektriciteits- en noodstroomvoorziening Verlichting
2.7 2.8
Voorkomen en beperken van ongevallen bij brand Meterruimte
2.20 4.12
2.47, 2.48, 2.49 2.57, 2.58, 2.59, 2.60 2.185;3,4 4.66, 4.67, 4.69
Relatie van de uitspraken in de kwaliteitsverklaring met de voorschriften van het Bouwbesluit.
BRL 6000 01-02-03.doc
Bouwbesluit stelt met betrekking tot de elektriciteits- en noods troomvoorziening: In artikel 2.46 1. Een te bouwen bouwwerk heeft een veilige voorziening voor elektriciteit. 2. Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.46 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften. Tabel 2.46
tijdelijke bouw
verbouw
aansluitingen
veiligheid
leden van toepassing
aanwezigheid
gebruiksfunctie
artikel 2.47 2.48 2.49 2.50 2.51 * lid 1 2 * 1 2 3 * 1 Woonfunctie a woonfunctie van een woonwagen b andere woonfunctie 2 Bijeenkomstfunctie 3 Celfunctie 4 Gezondheidszorgfunctie 5 Industriefunctie a lichte industriefunctie b andere industriefunctie 6 Kantoorfunctie 7 Logiesfunctie 8 Onderwijsfunctie 9 Sportfunctie 10 Winkelfunctie 11 Overige gebruiksfunctie a overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m² b overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen, gelegen onder het meetniveau c andere overige gebruiksfunctie 12 Bouwwerk geen gebouw zijnde
1 1 1 1 1
2 2 2 2
* * * * *
1 1 1 1 1
2 2 2 2
3 3 3 3
* * * *
* * * *
-
2
*
1 2
3
*
*
1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
* * * * * *
1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3
* * * * * *
* * * * * *
1
2
*
1 2
3
*
*
1
2
*
1 2
3
*
*
-
2 2
* -
1 2 1 2
3 3
* *
* *
In artikel 2.47 1. Een gebruiksfunctie heeft een voorziening voor elektriciteit. 2. Een gebruiksfunctie heeft een voorziening voor noodstroom, indien de verlichtingsinstallatie volgens artikel 2.59, moet zijn aangesloten op een voorziening voor noodstroom. In artikel 2.48 Een voorziening voor elektriciteit heeft in een meterruimte, als bedoeld in artikel 4.66, een aansluitmogelijkheid voor aansluiting op het distributienet van elektriciteit. In artikel 2.49 1. Een voorziening voor elektriciteit voldoet aan bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften. 2. Een voorziening voor noodstroom voldoet aan bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften. 3. Een voorziening voor noodstroom als bedoeld in artikel 2.47, tweede lid, geeft binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit, voldoende stroom om de betrokken verlichtingsinstallatie gedurende ten minste 60 minuten te laten werken. De in artikel 2.49 bedoelde Regeling Bouwbesluit 2003 verwijst voor de eisen ten aanzien van de voorziening voor elektriciteit of noodstroom, voor lage spanning, naar NEN 1010.
Het procescertificaat verklaart dat de door het bedrijf vervaardigde elektrische installatie voldoet aan de artikelen 2.48 en 2.49 van het Bouwbesluit.
BRL 6000 01-02-03.doc
Pagina 2
Het procescertificaat verklaart dat de door het bedrijf vervaardigde elektrische installatie voldoet aan NEN 1010.
BRL 6000 01-02-03.doc
Pagina 3
Bouwbesluit stelt met betrekking tot de verlichting: In artikel 2.56 1. Een te bouwen bouwwerk heeft een zodanige verlichtingsinstallatie dat het bouwwerk veilig kan worden verlaten, sociaal veilig en bruikbaar is. 2. Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.56 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 2.56 geen voorschrift is aangewezen.
Tabel 2.56
1 Woonfunctie a woonfunctie van een woonwagen b andere woonfunctie bij bezettingsgraadklasse 2 Bijeenkomstfunctie a bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport b andere bijeenkomstfunctie 3 Celfunctie 1 niet-gemeenschappelijke ruimte 2 ruimte voor bezoekers 3 andere ruimte 4 Gezondheidszorgfunctie 1 ruimte voor bezoekers 2 andere ruimte 5 Industriefunctie a lichte industriefunctie b andere industriefunctie 6 Kantoorfunctie 7 Logiesfunctie 8 Onderwijsfunctie 9 Sportfunctie 10 Winkelfunctie 11 Overige gebruiksfunctie a overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer, niet gelegen onder het meetniveau, met een gebruiksoppervlakte van meer dan 50 m². b overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer, gelegen onder het meetniveau. c overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen gelegen onder het meetniveau, met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500 m². d overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen, gelegen onder het meetniveau, met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m². e andere overige gebruiksfunctie 12 Bouwwerk geen gebouw zijnde
-
2
3
3
4
-
2.58 2.59 * 1 2
*
-
-
3
-
4
4
2.60 2.61 2.62 2.57 * 1 2 * 1
*
-
-
-
1
2
3
-
*
1
-
3
4
*
1
-
*
1
2
3
-
*
1
-
3
4
*
1
-
*
1
2
3
-
*
1
-
3
4
*
1
-
*
1
2
3
-
*
1
-
3
4
*
1
-
noodverlichting
verlichtingssterkte
tijdelijke bouw
grenswaarden
verbouw
noodverlichting
stroomvoorziening
artikel 2.57 lid 1 2
voorz. voor noodstroom
leden van toepassing verlichtingssterkte
gebruiksfunctie
2.59 1
[lux]
[m²]
-
-
B1 B2 B3 B4
B5
10 10
60 150 n.t. n.t. 60 150 375 n.t.
n.t. n.t.
200 10 10
60 150 375 900 >900 60 150 375 n.t. n.t. 60 150 375 900 >900
10 10
60 150 375 n.t. 60 150 375 900 60 60 60 60 60 60
150 150 150 150 150 150
375 375 375 375 375 375
*
n.t. n.t.
-
-
3
-
*
-
-
-
4
*
-
-
-
1 1
2 2
3 3
-
* *
1 1
-
3 3
4 4
* *
1 1
-
* *
1
2
3
-
*
1
-
3
4
*
1
-
*
1 1
2 2
3 3
-
* *
1 1
-
3 3
4 4
* *
1 1
-
* *
1
2
3
-
*
1
-
3
4
*
1
-
*
10 10 10 10 10 10
1
2
3
-
*
-
-
3
4
*
1
-
*
10
-
-
-
-
-
1
2
3
-
*
-
2
3
4
*
1
-
*
10
-
-
-
-
-
1
2
3
-
*
-
-
3
4
*
1
-
*
10
-
-
-
-
-
1
2
3
-
*
-
2
3
4
*
1
-
*
10
-
-
-
-
-
-
2
3
-
*
-
-
-
4
*
1
-
*
-
-
3
4
*
-
-
-
4
*
-
2
*
-
-
-
-
-
-
900 >900 900 n.t. 900 n.t. n.t. n.t. 900 >900 900 >900
In artikel 2.57 1. Een verblijfsruimte heeft een verlichtingsinstallatie die de vloer van de verblijfsruimte kan verlichten met een verlichtingssterkte van ten minste de grenswaarde die is aangegeven in tabel 2.56. 2. Een besloten ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute voert, heeft een verlichtingsinstallatie die een verlichtingssterkte van ten minste 10 lux kan geven op een vloer, van een trap en een hellingbaan, waarover die rookvrije vluchtroute voert, over een breedte als bedoeld in artikel 2.167 en over een breedte die is bestemd voor opvang en doorstroming als bedoeld in artikel 2.173. 3. Een liftkooi heeft een verlichtingsinstallatie die de vloer van de liftkooi kan verlichten met een verlichtingssterkte van ten minste 10 lux.
BRL 6000 01-02-03.doc
Pagina 4
In artikel 2.58 Een verlichtingsinstallatie als bedoeld in artikel 2.57, is aangesloten op een voorziening voor elektriciteit als bedoeld in artikel 2.47, eerste en tweede lid. In artikel 2.59 1. Een verlichtingsinstallatie van een verblijfsruimte met een vloeroppervlakte die groter is dan de grenswaarde die in tabel 2.56 is aangegeven, is aangesloten op een voorziening voor noodstroom als bedoeld in artikel 2.47, tweede lid. 2. Een verlichtingsinstallatie van een verblijfsruimte is aangesloten op een voorziening voor noodstroom als bedoeld in artikel 2.47, tweede lid. 3. Een verlichtingsinstallatie van een besloten ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute voert, als bedoeld in artikel 2.57, tweede lid, is aangesloten op een voorziening voor noodstroom als bedoeld in artikel 2.47, tweede lid. 4. Een verlichtingsinstallatie van een liftkooi is aangesloten op een voorziening voor noodstroom als bedoeld in artikel 2.47, tweede lid. In artikel 2.60 Een verlichtingsinstallatie die is aangesloten op een voorziening voor noodstroom, als bedoeld in artikel 2.59, geeft gedurende de periode als bedoeld in artikel 2.49, derde lid, een verlichtingssterkte van ten minste 1 lux. De verlichtingssterkte wordt gemeten op het in artikel 2.57 bedoelde oppervlak.
Het procescertificaat verklaart dat de door het bedrijf vervaardigde verlichtingsinstallaties voldoen aan de artikelen 2.57 t/m 2.60 van het Bouwbesluit. Bouwbesluit stelt met betrekking tot de voorkoming en beperking van ongevallen bij brand: In artikel 2.183 1. Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat personen kunnen worden gered en brand kan worden bestreden. 2. Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 2.183 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften. Tabel 2.183
inrichting
loopafstand
artikel 2.184 2.185 lid 1 2 1 2 1 Woonfunctie a woonfunctie van een woonwagen b woonfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500 m², gelegen in een woongebouw voor de huisvesting van minder zelfredzame personen c andere woonfunctie met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m² d andere woonfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500 m² 2 Bijeenkomstfunctie 3 Celfunctie 4 Gezondheidszorgfunctie 5 Industriefunctie 6 Kantoorfunctie 7 Logiesfunctie 8 Onderwijsfunctie 9 Sportfunctie 10 Winkelfunctie 11 Overige gebruiksfunctie 12 Bouwwerk geen gebouw zijnde
tijdelijke bouw
leden van toepassing
aanwezigheid
gebruiksfunctie
3
4
5
6
2.187 2.186 1 2 *
-
2
1
2
3
4
-
-
1
-
*
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 -
2 -
1 1 -
2 2 -
3 3 -
4 4 -
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 -
6 6 6 6 6 6 6 6 6 -
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 -
2
* * * * * * * * * * * * *
Artikel 2.185 3. De loopafstand tussen een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66 en de toegang van een woonfunctie is ten hoogste 3 m, indien die afstand wordt afgelegd door een niet-gemeenschappelijke ruimte.
BRL 6000 01-02-03.doc
Pagina 5
4.
Een gemeenschappelijke meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, die niet rechtstreeks vanaf de openbare weg toegankelijk is, is uitsluitend bereikbaar door gemeenschappelijke verkeersruimten.
Het procescertificaat verklaart, dat de meterruimte van de door het bedrijf vervaardigde elektrische installatie voldoet aan artikel 2.185, lid 3 en 4, van het Bouwbesluit. Bouwbesluit stelt met betrekking tot de meterruimte: In artikel 4.65 1. Een te bouwen bouwwerk waarin zich een voorziening voor elektriciteit, gas, drinkwater of verwarming bevindt, heeft een meterruimte waarin de centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor die voorziening kan worden geplaatst. 2. Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 4.65 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschriften. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 4.65 geen voorschrift is aangewezen. Tabel 4.65
afmetingen
regenwerendheid
leden van toepassing aanwezigheid
gebruiksfunctie
artikel 4.66 4.67 lid 1 2 1 2 1 Woonfunctie a woonfunctie van een woonwagen b woonfunctie gelegen in een woongebouw c andere woonfunctie 2 Bijeenkomstfunctie 3 Celfunctie 4 Gezondheidszorgfunctie 5 Industriefunctie 6 Kantoorfunctie 7 Logiesfunctie 8 Onderwijsfunctie 9 Sportfunctie 10 Winkelfunctie 11 Overige gebouwfuncties 12 Bouwwerk geen gebouw zijnde
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 -
2 -
1 1 1 -
2 -
3
4.69 *
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 -
* * * * * * * * * * * * * -
In artikel 4.66 1. Een gebruiksfunctie met een voorziening voor elektriciteit, gas, drinkwater of verwarming, die een aansluitmogelijkheid heeft op het desbetreffende openbare net, heeft een al dan niet gemeenschappelijke meterruimte. 2. Onverminderd het eerste lid, heeft een woonfunctie met een gemeenschappelijke voorziening voor elektriciteit, gas, drinkwater of verwarming, een gemeenschappelijke meterruimte. In artikel 4.67 1. Een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, heeft afmetingen, een indeling en leidingdoorvoeren, die voldoen aan NEN 2768. 2. Onverminderd het eerste lid, worden voor een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, tweede lid, afmetingen en leidingdoorvoeren afgestemd op de in de meterruimte te plaatsen apparatuur. 3. Een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, eerste lid, heeft afmetingen, een indeling en leidingdoorvoeren, die zijn afgestemd op de in de meterruimte te plaatsen apparatuur. In artikel 4.69 De uitwendige scheidingsconstructie van een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, is, bepaald volgens NEN 2778, regenwerend.
BRL 6000 01-02-03.doc
Pagina 6
Het procescertificaat verklaart, dat de meterruimte van de door het bedrijf vervaardigde elektrische installatie voldoet aan de artikelen 4.67 en 4.69 van het Bouwbesluit.
BRL 6000 01-02-03.doc
Pagina 7
Bouwbesluitingang Afd. Onderwerp 2.7
Elektriciteits- en noodstroomvoorziening
Grenswaarde/ bepalingsmethode Voorzien van aansluitmogelijkheid op distributienet elektriciteit Voldoet aan NEN 1010 Voldoet aan NEN 1041 Voldoet aan NEN 3134 Voldoet aan NEN-EN IEC 60079-14 Voldoet aan NEN-EN 50281-1-2
2.8
Verlichting
Responstijd noodstroom = 15 s Werkingsduur noodstroom = 60 minuten Verlichtingssterkte ≥ 10, 200 of 250 lux Verlichtingsinstallatie is aangesloten op elektriciteitsvoorziening Verlichtingsinstallatie is aangesloten op voorziening voor noodstroom Indien aangesloten op een noodstroomvoorziening, dan met verlichtingssterkte ≥ 1 lux
2.20 Voorkomen en beperken van ongevallen bij brand
Loopafstand naar meterruimte
4.12 Meterruimte
Afmetingen, indeling en leidingdoorvoeren voldoen aan NEN 2768 Afmetingen, indeling en leidingdoorvoeren afgestemd op de in de meterruimte te plaatsen apparatuur Toegankelijkheid van de meterruimte voldoet aan artikel 4.68 Regenwerend volgens NEN 2778
BRL 6000 01-02-03.doc
Bereikbaarheid meterruimte
Pagina 8
Prestatie volgens certificaat
Toelichting/ voorwaarden