Programma van toetsing
Programma van toetsing Versie 1.4 Con Amore B.V.
Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen van casus-presentaties in de klas ook een toets over de alarmsymptomen volgens de normen van PLATO. Hierdoor worden de studenten op verschillende momenten, op verschillende manieren getoetst en krijgen we naast momentopnames ook een beeld over de algehele kennis en handelwijze van de student. De zorgverzekeraars hanteren als ondergrens basiskennis op HBO niveau. Als het om HBO niveau gaat wordt hiermee zowel een bepaalde omvang als kennisniveau aangeduid. Door deze nieuwe vorm van toetsing kan het kennisniveau beter worden beoordeeld. Daarnaast komen hierdoor de diverse Hbo-competenties beter aan bod. Voorbeelden van deze Hbo-competenties zijn: Kennis en inzicht De student heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarin, met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Toepassing kennis en inzicht De student is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien. De student beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen in het vakgebied. Oordeelsvorming De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met als doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Communicatie De student is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Leervaardigheden De student bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een
Programma van toetsing Versie 1.4 Con Amore B.V.
vervolgstudie, die een hoog niveau van autonomie veronderstelt, aan te gaan.
Het Programma van toetsing Het programma van toetsing bij Con Amore bestaat uit 4 onderdelen:
● ● ● ●
Open boek toetsing (formatief) Beoordeling casuspresentatie (summatief) Kennistoetsen (summatief) Alarmsymptomentoets (summatief)
Open boek toetsing (formatief) Aan de hand van de PLATO-eindtermen heeft Con Amore ruim 1500 studievragen geformuleerd, waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt (door gekleurde vragen) tussen hoofd- en bijzaken. Tot de hoofdzaken behoren alle onderwerpen die in de PLATO-eindtermen worden gewaardeerd met beheersniveau 3 of 4, evenals belangrijke en veelvoorkomende ziektebeelden met hun alarmsymptomen, medischethische problemen en de grenzen van het eigen vakgebied van de therapeut. Tot de bijzaken behoren anatomie, fysiologie en andere onderwerpen in het geheel van de gezondheidszorg zoals genoemd in de PLATO-eindtermen, met beheers niveau 1 of 2. Voorafgaand aan iedere les dient de student alle bij die les behorende studie-vragen adequaat te hebben beantwoord. Pas wanneer alle vragen zijn beantwoord, ontvangt de student de juiste antwoorden van de docent om deze zelf te kunnen vergelijken met zijn eigen antwoorden, waardoor een eerste herhaling van de lesstof optreedt. Tevens is dit een voorwaarde om tot de les te worden toegelaten en aan de kennistoets te kunnen deelnemen. Wanneer de student de studievragen niet adequaat heeft beantwoord, wordt hij/zij niet toegelaten tot de les, kan geen toets maken en dus ook geen diploma verwerven. Door deze werkwijze komen de studenten terdege voorbereid in de les, waardoor de docent zich vooral kan richten op verdere verdieping en praktische toepassing van het reeds geleerde. Beoordeling casuspresentaties (summatief) In elke les staan een zestal levensechte patiënten casussen uit de praktijk centraal, waarin hoofdzaken en alarmsymptomen van de betreffende lesstof aan bod komen. Studenten bestuderen en bespreken elke casus steeds in wisselende tweetallen. Hierdoor leren zij niet alleen met collega’s van diverse disciplines samenwerken, maar oefenen zij ook in de diverse vormen van HBO-competenties, zoals beschreven in de Dublin Descriptoren. Na de voorbereiding presenteert een tweetal studenten de casus voor de
Programma van toetsing Versie 1.4 Con Amore B.V.
klas. De casuspresentatie wordt beoordeeld volgens een schema, zie onderaan deze pagina. In de casuspresentatie laat de student zien theoretische kennis en inzicht te kunnen vertalen naar een reële setting. De student oefent om zijn kennis en inzichten te onderwijzen aan zijn medestudenten. Een uitgelezen manier om zichzelf de lesstof verder eigen te maken. De casuspresentatie stelt de docent in staat om niet alleen het kennisniveau over de onderhavige lesstof te toetsen, maar ook die van voorgaande lessen. De casuspresentatie leent zich ook bij uitstek om na te gaan of de therapeut alarmsymptomen herkent en adequaat kan reageren. Tevens kan de groei en ontwikkeling van een therapeut gevolgd worden ten aanzien van zijn professionele attitude en vaardigheden. De therapeut leert op deze manier ook te communiceren met een arts (zijn docent!) in de medische taal, zijn zienswijze te beargumenteren en relevante aspecten over de betreffende patiënt op adequate wijze over te brengen. Gemiddeld presenteert elke student 4 casussen gedurende de opleiding die worden beoordeeld op een schaal van 1 tot 10. Kennistoetsen (summatief) Aan het eind van elke lesdag is er een kennistoets over de lesstof van die dag. De toetsvragen worden samengesteld uit de studievragen betreffende de hoofdzaken en de alarmsymptomen. De open vragen worden echter merendeels vervangen door meerkeuzevragen of stellingen (waar/onwaar). Elke toets bevat gemiddeld 30 vragen, geclusterd in groepjes van 3. De toets wordt klassikaal nagekeken, waardoor de student zich bewust wordt van wat hij goed of foutief heeft beantwoord. Zo is de toets tevens een samenvatting en een extra herhaling van relevante lesstof. In totaal zijn er 11 kennistoetsen die worden beoordeeld op een schaal van 1 tot 10. Alarmsymptomentoets (summatief) Les 12 is een samenvatting van alle vorige lessen en richt zich specifiek op de hoofdzaken en levensbedreigende situaties. In deze les komen nog eens de alarmsymptomen aan bod en ligt de nadruk op de rode en gele vlaggen volgens de PLATO normen. Aan het eind van deze lesdag vindt er een kennistoets plaats die is samengesteld uit de alarmsymptomen welke in het gehele curriculum behandeld zijn. Deze afsluitende toets wordt beoordeeld door de leraar op een schaal van 1 tot 10.
Programma van toetsing Versie 1.4 Con Amore B.V.
Berekening van het eindcijfer De 3 summatieve toetsten wegen op de volgende manier mee aan de berekening van het eindcijfer:
1. Casus presentatie 2. Kennistoetsen 3. Alarmsymptomen toets
20% van het eindcijfer 40% van het eindcijfer 40% van het eindcijfer
Voorwaarde voor slagen: De student zal het diploma ontvangen als hij aan de volgende voorwaarden heeft voldaan: 1. Alle studievragen zijn volledig voor aanvang van de desbetreffende les beantwoord. 2. De student is bij alle lessen aanwezig geweest. 3. Het gemiddelde eindcijfer is 5.5 of hoger.
Programma van toetsing Versie 1.4 Con Amore B.V.
Beoordelingsformulier Casus-Presentatie Datum : Naam student : Naam docent : Beoordelingscriteria Casusuitwerking: 1. De student illustreert dat hij/zij het niveau van medische basiskennis m.b.t. de casus beheerst en kan verantwoorden. Onderdelen hiervan zijn: • Samenvatten casus • Uitdiepen anamnese • Herkennen alarmsymptomen • Opstellen differentiaal diagnose • Benoemen onderzoeksmogelijkheden • Actieplan: reguliere behandelingsmogelijkheden, evt. spoeddoorverwijzing. Casuspresentatie 2. Tijdens de casuspresentatie kan de student, in gesprek met de docent, nieuwe kennis en inzichten toepassen en oplossend werken. 3. De student laat in de casuspresentatie zien te kunnen evalueren, concluderen en beargumenteren op basis van gemaakte keuzes. Reflectie op het geheel aan competenties, gericht op professionele ontwikkeling 4. Stelt zich open voor feedback met de bedoeling ervan te leren. 5. Heeft een goed en reëel beeld van eigen competentie-niveau en herkent de leermomenten van de casuspresentatie. 6. Bepaalt en houdt koers met betrekking tot eigen ontwikkeling. 7. Geeft op basis van goede argumenten zijn / haar ontwikkeling aan en hoe hij/zij zijn/haar professionele toekomst ziet. 8. Reflecteert op beroepsmatige dilemma’s. Hier altijd feedback of feedforward geven: ..................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Behaald / Niet Behaald
Handtekening docent:
Programma van toetsing Versie 1.4 Con Amore B.V.