Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden Eindrapport Opdrachtgever: Gemeente Den Haag Rotterdam, 18 mei april 2015
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden Eindrapport
Opdrachtgever: Gemeente Den Haag
Susan van Geel Sophie Rohlfs Ruud van der Aa
Rotterdam, 18 mei 2015
Over Ecorys
Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren aan maatschappelijke thema’s. Wij bieden wereldwijd onderzoek, advies en projectmanagement en zijn gespecialiseerd in economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling. We richten ons met name op complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken en bieden opdrachtgevers in de publieke, private en not-forprofitsectoren een uniek perspectief en hoogwaardige oplossingen. We zijn trots op onze 85-jarige bedrijfsgeschiedenis. Onze belangrijkste werkgebieden zijn: economie en concurrentiekracht; regio’s, steden en vastgoed; energie en water; transport en mobiliteit; sociaal beleid, bestuur, onderwijs, en gezondheidszorg. Wij hechten grote waarde aan onze onafhankelijkheid, integriteit en samenwerkingspartners. Ecorys-medewerkers zijn betrokken experts met ruime ervaring in de academische wereld en adviespraktijk, die hun kennis en best practices binnen het bedrijf en met internationale samenwerkingspartners delen. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat, de internationale standaard voor milieumanagementsystemen. Onze doelen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering zijn vertaald in ons bedrijfsbeleid en in praktische maatregelen gericht op mensen, milieu en opbrengst. Zo gebruiken we 100% groene stroom, kopen we onze CO₂-uitstoot af, stimuleren we het ov-gebruik onder onze medewerkers, en printen we onze documenten op FSCof PEFC-gecertificeerd papier. Door deze acties is onze CO₂-voetafdruk sinds 2007 met ca. 80% afgenomen.
ECORYS Nederland B.V. Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected] K.v.K. nr. 24316726 W www.ecorys.nl
2
SvG/KK NL2320-30076
Inhoudsopgave
Managementsamenvatting
7
1.1 Data analyse
7
1.1.1 Primair onderwijs
7
1.1.2 Vo
8
1.1.3 Middelbaar beroepsonderwijs 1.2 Conclusie en aanbevelingen
1
2
1.3 Aanbevelingen
10
Inleiding
13
1.1 Aanleiding en onderzoek
13
1.2 Onderzoeksvragen
14
1.3 Onderzoeksverantwoording
14
1.4 Gebruik en interpretatie data
14
1.5 Leeswijzer
17
Primair onderwijs
19
2.1 Inleiding
19
2.2 Populatie lerarenbestand
19
2.3 Vacatureontwikkelingen
19
2.4 Prognoses 2014-2025
21
2.5 Werkveldconsultatie primair onderwijs 2.5.1 Ontwikkeling leerlingaantal
3
28 28
2.5.2 Werving leraren
29
2.5.3 Maatregelen bij knelpunten
29
2.5.4 Mogelijke ondersteuning gemeente Den Haag
30
Voortgezet onderwijs
31
3.1 Populatie lerarenbestand
31
3.2 Vacatureontwikkelingen
31
3.3 Prognoses 2014-2025
33
3.4 Werkveldconsultatie voortgezet onderwijs
39
3.4.1 Ontwikkeling leerlingaantal
4
9 9
39
3.4.2 Werving leraren
39
3.4.3 Maatregelen bij knelpunten
40
3.4.4 Mogelijke ondersteuning gemeente Den Haag
41
Middelbaar beroepsonderwijs
43
4.1 Populatie lerarenbestand
43
4.2 Vacatureontwikkeling
43
4.3 Prognoses 2015-2025
45
4.4 Werkveldconsultatie middelbaar beroepsonderwijs
48
4.4.1 Ontwikkeling deelnemeraantal
48
4.4.2 Werving leraren
49
4.4.3 Maatregelen bij knelpunten
49
4.4.4 Mogelijke ondersteuning gemeente Den Haag
49
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
3
4
Bijlage I Aanvullende gegevens Mirror
51
Bijlage II Lijst met geïnterviewden
59
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
5
Managementsamenvatting
Aanleiding onderzoek Vanaf 2006 wordt de Haagse Educatieve Agenda (HEA) opgesteld. De HEA is het instrument voor het overleg met onder meer de besturen uit het onderwijsveld. Op basis van de maatschappelijke context en (geplande) landelijke stelselwijzigingen is in de HEA een tiental ambities opgenomen. De gemeente Den Haag onderzoekt momenteel hoe invulling gegeven kan worden aan de eerste ambitie; ‘Ruimte geven aan Professionele Ontwikkeling van het Haagse Onderwijs’. In dit kader wil de gemeente graag inzicht krijgen in de ontwikkelingen van de (toekomstige) regionale onderwijsarbeidsmarkt. De centrale onderzoeksvraag luidt: Welke ontwikkelingen doen zich voor in de vraag naar en het aanbod van leraren in Den Haag en de regio Haaglanden voor het po, vo en mbo in de komende tien jaar?
Onderzoeksmethodiek Het onderzoek bestaat grotendeels uitgevoerd uit analyses van arbeidsmarktprognoses op grond 1
van Mirror-ramingen en de vervulling van vacatures op basis van de 2
Onderwijsarbeidsmarktbarometer . De werkgelegenheid voor leraren wordt bepaald door middel van het verwachte leerlingaantal en het verschil tussen de in- en uitstroom van het aantal leraren. Om de resultaten te kunnen staven, zijn aanvullend telefonische interviews afgenomen bij 3
onderwijsinstellingen . In het po is gesproken met vijf vertegenwoordigers van de sector, in het vo met vier en in het mbo is één verdiepend interview afgenomen. De interviews zijn bedoeld om de resultaten uit de prognoses te toetsten, niet om per sector een representatief beeld van de hele regio Haaglanden te geven.
Data analyse Primair onderwijs Mirror-gegevens en barometer Landelijk wordt tot en met 2021 een geleidelijke daling in de werkgelegenheid voor leraren in het primair onderwijs verwacht. Vanaf 2021 voorziet men een zwakke stijging in de werkgelegenheid. Voor de regio Haaglanden wordt een stijging in het leerlingaantal verwacht, dit zet volgens de ramingen door tot en met 2025. De geraamde uitstroom van leraren is in de jaren tot en met 2019 groter dan de geraamde instroom. Dit zorgt, in combinatie met een groeiend leerlingaantal, voor de toenemende werkgelegenheid. Vanaf 2020 tot en met 2025 is, volgens de Mirror-data, de instroom groter dan de uitstroom. Toch neemt ook in deze periode het aantal vacatures toe. Tot 2025 stijgt de onvervulde vraag tot zo’n 370 fte, dit is gemiddeld bijna 2 (1,8 fte) fulltime aanstellingen per onderwijsvestiging. Ten opzichte van de totale werkgelegenheid in Haaglanden in het po komt dit neer op 13 procent onvervulde vraag. 1 2 3
http://www.centerdata.nl/nl/projecten-van-centerdata/onderwijs-arbeidsmarkt-ramingen. ITS 2014. Arbeidsmarktbarometer-po-vo-en-mbo-2013-2014. Zie Bijlage II voor lijst met geinterviewden.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
7
In Den Haag neemt het leerlingaantal gekoppeld aan de werkgelegenheid gedurende de hele periode (2015-2025) in het primair onderwijs toe. De voornaamste verklaring hiervoor is het stijgende leerlingaantal, in combinatie met een toenemende uitstroom en een nagenoeg gelijkblijvende instroom van leraren. Tot en met 2025 voorspelt Mirror een definitieve uitstroom van leraren van zo’n 7.500 fte. Het grootste deel van de definitieve uitstroom is wegens pensionering. Den Haag heeft 136 vestigingen in het primair (speciaal) onderwijs. In 2025 wordt er gemiddeld een tekort van bijna 3 (2,9 fte) fulltime aanstellingen per vestiging voorspeld. Ten opzichte van de totale werkgelegenheid in het po in Den Haag (3.225 fte) staat dit gelijk aan een onvervulde vraag van 12 procent. Consultatie scholen De verwachting dat het in de toekomst, in verband met het groeiende leerlingaantal en de vergrijzing onder leraren, lastiger wordt de vacatures te vervullen wordt niet door alle scholen, bij wie de resultaten zijn getoetst, gedeeld. Scholen met een gunstige vestigingslocatie (en dito leerlingpopulatie) en de scholen waar als gevolg van krimp leraren boventallig zijn, verwachten weinig problemen. In het speciaal onderwijs verwacht men, mede als gevolg van de invoering van het passend onderwijs, wel een continuering van het probleem om goede leraren te werven. Voortgezet Onderwijs Mirror-gegevens en barometer In tegenstelling tot de landelijke prognoses laat de werkgelegenheid van leraren in de regio Haaglanden in het voortgezet onderwijs een lichte stijging zien. Ook het leerlingaantal in de regio Haaglanden vertoont volgens de prognoses een stijgende lijn. Gelijk aan het landelijke beeld bestaat de top vier van soort vacatures in de regio Haaglanden uit de vraag naar leraren vreemde talen, wiskunde, Nederlands en NaSk. De totale uitstroom is tot en met 2016 volgens de ramingen groter dan de totale instroom, met een . piek van zo’n 160 fte in 2017. Na 2017 kent zowel de instroom als de uitstroom van leraren een grilliger verloop en is de instroom groter dan de uitstroom. Toch neemt het aantal vacatures toe. Dit heeft onder andere te maken met de stijging in leerlingaantal. Het aantal vacatures (onvervulde vraag) neemt toe, tot zo’n 70 fte in 2025. In de regio Haaglanden zijn 41 vestigingen voor voortgezet onderwijs met ruim 2.100 fulltime aanstellingen. Een onvervulde vraag van zo’n 71 fte in 2025 betekent een tekort van ruim 1,5 fulltime aanstellingen per vestiging. Wanneer we de onvervulde vraag met de totale omvang van arbeidsmarkt in het vo vergelijken wordt er een tekort van 3 procent voorspeld. Voor het voorgezet onderwijs in de gemeente Den Haag wordt een stijging verwacht in het leerlingaantal en in de werkgelegenheid. De instroom van leraren stijgt tot ongeveer 70 fte in 2025. 4
De uitstroom van leraren behelst vooral de stille reserve ; in 2017 zo’n 80 fte. De uitstroom naar pensioen schommelt tussen de 10 en 15 fte. In de Den Haag zijn er 42 vestigingen voor het voortgezet onderwijs. In totaal zijn er ruim 1.500 fulltime aanstellingen. Bij een tekort 43 fte in 2025 is er in Den Haag op iedere vestiging dus sprake van een onvervulde vraag van één fulltime aanstelling; dit komt ook neer op 3 procent van de totale werkgelegenheid.
4
8
Stille reserve zijn degene die wel beschikken over een onderwijsbevoegdheid, maar niet in het onderwijs werken.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Consultatie scholen De schoolleiders waarmee tijdens de consultatie is gesproken, vinden het moeilijk in te schatten in hoeverre zij in de komende jaren te maken krijgen met wervingsproblemen. De scholen hebben inzicht in het aantal docenten dat in de komende jaren als gevolg van pensioen uitstroomt. De groei in het aantal vacatures als gevolg van de uitstroom in combinatie met een toenemend leerlingaantal blijkt echter lastig in te schatten. Uit de interviews komt naar voren dat de scholen wel verwachten dat het op termijn moeilijker wordt om vacatures te vervullen, maar dat dit erg afhankelijk is van toekomstig onderwijsbeleid en bezuinigingen. Het gevolg is dat er op de scholen een afwachtende houding heerst. Voor specifieke vakken zoals scheikunde, natuurkunde, wiskunde en Duits worden op vrijwel alle scholen problemen verwacht met betrekking tot het werving van leraren. Middelbaar beroepsonderwijs Mirror-gegevens en barometer De arbeidsmarkt voor het mbo kenmerkt zich door meer openheid dan het po en vo, omdat in deze sector veel meer uitwisseling is tussen onderwijs en de beroepspraktijk. Hierdoor is het arbeidsmarktaanbod groter en minder goed te voorspellen. Daarom is er in de Mirror-ramingen in het mbo geen schatting gemaakt van het aantal te verwachte vacatures. De prognose is gemaakt aan de hand van de benodigde instroom van nieuwe leraren ten opzichte van de verwachte uitstroom. Op landelijk niveau is er sprake van een terugloop in het aantal deelnemers en als gevolg daarvan loopt ook de werkgelegenheid terug. Ook in de regio Den Haag wordt de komende jaren een lichte daling van het aantal deelnemers verwacht. De totale werkgelegenheid in Den Haag in het mbo blijft tot en met 2025 redelijk stabiel. In het mbo is de meeste vraag naar docenten vreemde talen (driekwart Engels). Vacatures voor docenten Nederlands, wiskunde/rekenen, techniek, en zorg & welzijn beslaan ongeveer 10 procent van de totale vraag. Als we kijken naar de verdeling van vacature naar vakgebied in de regio Haaglanden staan in de top vijf dezelfde vakken waarvoor ook landelijk de meeste vacatures zijn ontstaan. De volgorde waarin er vraag is naar docenten voor deze vakken is echter anders. Daar waar landelijk de meeste vacatures ontstaan voor vreemde talen is in de regio Haaglanden een grotere vraag naar docenten zorg en welzijn; bijna een kwart van de geanalyseerde vacatures is voor dit vak ontstaan. In de regio Haaglanden is daarnaast zo’n 10 procent van de geanalyseerde vacatures in het mbo bestemd voor docenten vreemde talen en Nederlands. Consultatie scholen Het mbo in Den Haag ondervindt behalve voor leraren van specifieke (technische) vakken, nauwelijks problemen met het vervullen van de vacatures. De mbo-sector kan putten uit een grotere potentiële arbeidspool en is minder afhankelijk van de instroom vanuit de lerarenopleidingen dan de andere onderwijssectoren.
Conclusie en aanbevelingen Voor alle onderwijssectoren geldt dat de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt rooskleuriger zijn dan in de vorige prognose, een aantal jaar geleden, werd voorspeld. De arbeidsmarkt in alle drie de sectoren is momenteel min of meer in evenwicht. Scholen hebben relatief weinig moeite om hun
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
9
vacatures vervuld te krijgen. Verklaringen hiervoor zijn de aanhoudende economische crisis, de gestegen pensioengerechtigde leeftijd en de verschillende initiatieven die door landelijke en lokale overheid zijn ingevoerd om tekorten in het onderwijs tegen te gaan. In het po worden, vergeleken met de andere onderwijssectoren en de landelijke voorspellingen, in de toekomst de grootste tekorten verwacht. In de regio Haaglanden wordt in 2025 een tekort van 13 procent en in Den Haag een tekort van 11 procent ten opzichte van de totale werkgelegenheid van leraren voorspelt. Landelijk is de diagnose dat er in 2025 een onvervulde vraag van 9 procent zal zijn. In het po is de toename van de onvervulde vraag vooral het gevolg van een groeiend leerlingaantal. In het voortgezet onderwijs is sprake van een grotere uitstroom dan instroom vergeleken met het primair onderwijs, maar het verschil is te overzien. Volgens de Mirror prognoses gaan er in de komende jaren wel knelpunten ontstaan in het werven van voldoende en gekwalificeerde leraren zowel in Den Haag als in de regio Haaglanden (in ieder geval tot en met 2018). In het vo zijn in beide gebieden de relatieve tekorten kleiner dan in het po. In Haaglanden en in de Den Haag wordt ten opzichte van de totale werkgelegenheid in 2025 een onvervulde vraag van 3 procent voorspeld, landelijk wordt het tekort op 2 procent geschat. Op basis van de generieke data kan worden gesteld dat de geschatte wervingsproblemen in het mbo, door een terugloop in het deelnemersaantal, in de toekomst het kleinst zijn.
Aanbevelingen Op basis van de data-analyses en interviews met de schoolleiders en HR-managers op scholen in de regio Haaglanden en Den Haag heeft Ecorys een aantal aanbevelingen opgesteld. Er is een onderscheid gemaakt in aanbevelingen voor de scholen en aanbevelingen voor de gemeente Den Haag. Aanbevelingen aan de scholen •
Om ook in de toekomst de tekorten tegen te gaan is het zaak om de arbeidsmarkt goed te blijven monitoren en een accuraat personeelsbeleid te (blijven) voeren. Het is van belang om de beschikbare middelen voor (professionalisering van) het personeelsbeleid gericht in te zetten. Momenteel geven schoolleiders aan alleen op hoofdlijnen inzicht te hebben in de ontwikkelingen in het personeelsbestand dit kan tot gevolg hebben dat er in de toekomst niet tijdig op mogelijke knelpunten gereageerd kan worden.
•
Een aantal scholen in het po geeft aan dat ze hulp willen bij het creëren van meer samenwerking tussen scholen om bijvoorbeeld het werven van leraren te vergemakkelijken. Het samenwerkingsverband De Rode Loper in het voortgezet onderwijs kan hierbij als voorbeeld dienen. Om een soortgelijk samenwerkingsverband in het po te realiseren, dienen de scholen zich eerst zelf te verenigen en zich te committeren aan een bepaalde vorm van samenwerken. Wanneer dat is gedaan kan men met de gemeente in overleg hoe zij kan bijgedragen om de mogelijkheden van een dergelijke samenwerking te vergroten.
Aanbevelingen aan de gemeente: •
Om de instroom van nieuwe leraren te stimuleren en doelgericht pas-afgestudeerden aan te kunnen trekken is het aan te raden de samenwerking met Opleidingsschool Haaglanden te versterken. Ook zou het aantal opleidingsscholen in Den Haag vergroot kunnen worden of
10
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
zouden arbeidsvoorwaarden voor het aanstellen van jonge docenten verbeterd kunnen worden. De mogelijkheden die de gemeente. ten opzichte van het Rijk, kan bieden, dienen hiertoe onderzocht te worden. Door het werven van jonge docenten kan Den Haag zich ook meer profileren als onderwijsstad waarmee naast de kwantiteit van instroom van leraren ook de kwaliteit van leraren geborgd kan worden; •
Om beter zicht te krijgen op alle pas-afgestudeerden aan de Pabo, is het zinvol om hier een database van samen te stellen. Zodoende kunnen scholen met een vacature, zien wie zich nog niet bij een school heeft aangesloten om zodoende sneller hun vacature te kunnen vervullen.
•
Een ander punt wat, in ieder geval geldt voor het po en vo, zijn de extra uitdagingen waarmee leraren in het reguliere onderwijs te maken krijgen door het invoeren van het passend onderwijs. Omdat deze uitdagingen voor alle scholen gelden, is het raadzaam om vanuit de gemeente een programma te ontwikkelen om de begeleiding en coaching van leraren te verbeteren en hen differentievaardigheden bij te brengen;
•
Uit de gesprekken die zijn gevoerd, blijken er verschillen te bestaan in de mate waarin scholen moeite hebben met het vervullen van hun vacatures. Ook bij gelijke omstandigheden (vestigingslocatie, leerlingsamenstelling, kwaliteit van onderwijs) heeft de ene school meer moeite leraren aan te trekken dan andere scholen. Door de kennis te delen hoe een school zich goed kan profileren, kunnen meer scholen betere leraren aantrekken en wordt verbeterd het imago van de hele gemeente. Het faciliteren en stimuleren van strategische samenwerkingsverbanden tussen verschillende scholen kan hierbij helpen.
•
Initiatieven zoals de Rode Loper worden door de deelnemende besturen in het voortgezet onderwijs breed gewaardeerd. Door soortgelijke projecten te blijven financieren verwachten scholen in het vo het lerarentekort in de toekomst beter op te kunnen vangen.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
11
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en onderzoek Vanaf 2006 wordt de Haagse Educatieve Agenda (HEA) opgesteld. De HEA is het instrument voor het overleg met de besturen uit het onderwijsveld, de kinderopvang en de (welzijns)organisaties voor het peuterspeelzaalwerk. In dit overleg conformeren de deelnemende partijen zich aan gezamenlijke verantwoordelijkheden. Met de educatieve agenda wordt de inzet van de rijks- en gemeentelijke middelen voor het onderwijs door middel van samenwerking tussen gemeente en het onderwijsveld vormgegeven. Het kerndoel van de HEA is het zorgdragen voor een optimale ontwikkeling van (jonge) Hagenaars en de toekomst van Den Haag. Onlangs is de HEA 2014-2018, Kwaliteit als kompas; werken aan uitstekend onderwijs in Den Haag, gelanceerd. De nadruk ligt op professionaliteit van scholen en leraren, brede vorming van (jonge) Hagenaars en opbrengsten en baankansen. Op basis van de maatschappelijke context en (geplande) landelijke stelselwijzigingen is in de HEA een tiental ambities opgenomen. De gemeente Den Haag onderzoekt momenteel hoe men invulling kan geven aan de eerste ambitie; ‘Ruimte geven aan Professionele Ontwikkeling van het Haagse Onderwijs’. In dit kader wil de gemeente graag inzicht krijgen in de ontwikkelingen van de (toekomstige) regionale 5
onderwijsarbeidsmarkt. Te meer omdat uit recent landelijk onderzoek blijkt dat er op de middenlange termijn een tekort ontstaat aan po-leraren en mbo leraren, alsmede een aantal tekortvakken in het vo (exacte vakken en moderne talen). Voor de regio Haaglanden houden we het gebied aan afgebakend door het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) Haaglanden (zie Figuur 1). Figuur 1 Regio Haaglanden
5
CentERdata en de notitie ‘Arbeidsmarkt Leraren’ van het Centraal Planbureau 2014.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
13
1.2
Onderzoeksvragen De centrale onderzoeksvraag luidt: Welke ontwikkelingen doen zich voor in de vraag naar en het aanbod van leraren in Den Haag en de regio Haaglanden voor het po, vo en mbo in de komende tien jaar?
Op basis van het doel en de gevraagde inzichten zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Wat zijn de prognoses voor de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in Den Haag en regio Haaglanden voor onderwijzend personeel tot 2025? 2. Wat zijn de verschillen naar achtergrondkenmerken per sector? 3. Wat zijn de te verwachte tekorten op de korte (2020) en op de langere (2025) termijn? 4. Welke gevolgen en knelpunten kunnen worden verwacht op basis van de verwachte tekorten? 5. Welke bouwstenen kunnen worden geleverd als input voor een plan van aanpak om de verwachte tekorten terug te dringen?
1.3
Onderzoeksverantwoording Het onderzoek is hoofdzakelijk gebaseerd op bestaand materiaal, oftewel door middel van desk research. Naast literatuurstudie is het onderzoek gebaseerd op prognoses op grond van Mirror6
7
ramingen en vervulling van vacatures op basis van de Onderwijsarbeidsmarktbarometer . Omdat er in het bestaande onderzoeksmateriaal (te) weinig onderscheid gemaakt wordt naar soort onderwijs binnen de sectoren, bijvoorbeeld basis- versus speciaal onderwijs, zijn aanvullend 8
telefonische interviews afgenomen bij onderwijsinstellingen . In het po is gesproken met vijf vertegenwoordigers van de sector, in het vo met vier en in het mbo is één interview afgenomen. De interviews zijn bedoeld om de resultaten uit de prognoses te toetsten, niet om per sector een representatief beeld van de hele regio Haaglanden te geven.
1.4
Gebruik en interpretatie data Mirror-data
9
Het doel van de Onderwijsarbeidsmarktprognoses (Mirror) is om inzicht te geven in hoe de onderwijsarbeidsmarkt zich zal ontwikkelen bij uitblijven van beleidsmatig ingrijpen, met als doel de mogelijkheid te bieden hierop te anticiperen. De vraag in hoeverre de toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en de mbo-sector wordt gekenmerkt door tekorten dan wel overschotten aan personeel staat centraal. Het basisprincipe van het prognosemodel is gebaseerd op het ‘voorspellen’ van (toekomstige) arbeidsmarktgedrag van leraren, afgezet tegen de verwachte ontwikkeling in het leerlingaantal (de zogeheten referentieramingen). Het arbeidsmarktgedrag van onderwijzend personeel heeft in de eerste plaats betrekking op de keuze om wel of niet in het onderwijs te (blijven) werken. Tegenover de werknemers die kiezen voor een baan in het onderwijs staan de werknemers die het onderwijs 6 7 8 9
http://www.centerdata.nl/nl/projecten-van-centerdata/onderwijs-arbeidsmarkt-ramingen. ITS 2014. Arbeidsmarktbarometer-po-vo-en-mbo-2013-2014. Zie Bijlage II voor lijst met geinterviewden. Opgesteld aan de hand van definitief uit Centerdata 2013. De toekomstige arbeidsmarkt voor onderwijspersoneel 20132025.
14 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
verlaten. Op basis van het gerealiseerde arbeidsmarktgedrag in het verleden worden in het prognosemodel kansen berekend voor het toekomstige arbeidsmarktgedrag van het personeel. Concreet betekent dit dat het prognosemodel voor iedere werknemer afzonderlijk bepaalt of hij/zij volgend jaar nog (in die functie) werkzaam is of van functie verandert, meer of minder gaat werken, het onderwijs verlaat, voor een andere school buiten de regio gaat werken et cetera. Ook wordt rekening gehouden met mogelijke instroom van personeel van buiten het onderwijs. De modeluitkomsten zijn een aaneenschakeling van statische arbeidsmarktsituaties. Hierbij wordt ook rekening gehouden met verschillen op basis van achtergrondkenmerken. Zo is het arbeidsmarktgedrag van mannen anders dan dat van vrouwen, is het arbeidsmarktgedrag op een kleine school anders dan op een grote school en is het arbeidsmarktgedrag in Groningen anders dan in de Randstad. Ook is het arbeidsmarktgedrag afhankelijk van inkomen. In tijden van hoogconjunctuur is het keuzegedrag van werknemers, en dus ook dat van leraren, anders dan in tijden van laagconjunctuur. Deze en andere factoren zijn meegenomen bij het bepalen van het toekomstige arbeidsmarktgedrag. Het model ‘voorspelt’ hoe vanuit de ene arbeidsmarktsituatie de volgende arbeidsmarktsituatie ontstaat. Door individueel gedrag vele malen te simuleren, ontstaat een ‘gemiddeld’ voorspelbaar gedragspatroon voor de komende tien jaar. Interpretatie Mirror-uitkomsten Mirror schetst de verwachte arbeidsmarktontwikkelingen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en (minder gedetailleerd) het middelbaar beroepsonderwijs tot en met 2025. Deze informatie is cruciaal voor het identificeren van mogelijke toekomstige knelpunten. De ramingen zijn regionaal uitgesplitst, zowel voor de gemeente Den Haag afzonderlijk, als voor de regio Haaglanden. Voor het onderhavige onderzoek heeft CentERdata de relevante data opgeleverd, Ecorys heeft dit vervolgens verwerkt. In het Mirrormodel zijn de volgende variabelen opgenomen: •
Variabelen op taakniveau: betrekkingsomvang, omvang van de BAPO, dummy voor een voltijdse aanstelling, inschaling (schaal en periodiek, gedefleerd bruto salaris), dummy voor maximum periodiek.
•
Variabelen op persoonsniveau: leeftijd(scategorie), geslacht, totale betrekkingsomvang van alle
•
Variabelen op schoolniveau: aantal leerlingen, groei van het aantal leerlingen, aantal fte in een
taken van de persoon, aantal taken. bepaalde functie, denominatie, schooltype, gemiddelde betrekkingsomvang op de school, percentage uitstroom uit een bepaalde functie. •
Variabelen op regionaal niveau: werkloosheid, regionaal aantal vacatures in het voorafgaande jaar, aandeel leraren werkend aan een school van een specifiek schooltype in het totaal aantal fte leraren in de regio.
•
Variabelen op landelijk niveau: conjunctuurindicator, landelijk aantal vacatures.
Bij de interpretatie van de data zijn de volgende elementen van belang: •
Alle gegevens zijn in fte;
•
De ramingen voor Nederland zijn inclusief alle rpa’s en grote steden;
•
De ramingen voor Haaglanden zijn, om dubbelingen te voorkomen, exclusief Den Haag.
Definities van de gehanteerde variabelen: •
Externe ontwikkelingen: variabelen die van invloed zijn op de vraag naar en aanbod van
•
Schattingen van leerlingenprognoses zijn op basis van referentieraming van OCW. Op BRIN-
leraren: leerlingenprognoses po, vo en bve, (regionale) vraagontwikkeling en conjunctuur. niveau wordt de raming van het scenariomodel primair onderwijs gevolgd (van arbeidsmarktplatform po), dat de referentieraming verdeelt. Belangrijk in die verdeling is de bevolkingsprognose.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
15
•
(Regionale) vraagontwikkeling: voor het benodigd aantal leraren is de leerlingenontwikkeling bepalend. Daarbij vormt het aantal fte leraren exclusief BAPO
10
het uitgangspunt. Stijgt het
aantal leerlingen met 1% dan stijgt in Mirror de vraag naar leraren exclusief BAPO met 1%. De leerling-leraarratio wordt daarbij per brin constant gehouden, uitgezonderd in het eerste simulatiejaar. •
De arbeidsmarktstromen zijn in hoofdzaak te verdelen in instroom en uitstroom. Verder zijn arbeidsduurwijziging en functiewijziging onderdeel van de arbeidsmarktstromen.
•
Uitstroom bestaat uit arbeidsongeschiktheid, overlijden (zijn gezamenlijk categorie ‘uitstroom 11
overig’) en pensioen, alle andere vormen van uitstroom zijn opgenomen als stille reserve . • •
Instroom bestaat uit instroom lerarenopleiding en instroom vanuit stille reserves. De instroom in de lerarenopleidingen reageert op de ontwikkeling van de vraag naar docenten in het onderwijs, die op haar beurt in relatie staat tot de werkgelegenheidsontwikkeling buiten het onderwijs. Indirect reageert de instroom in de lerarenopleidingen dus ook op de conjunctuur.
•
We onderscheiden twee soorten vraag naar leraren: de uitbreidingsvraag en de
•
De uitbreidingsvraag wordt bepaald door de ontwikkeling in het aantal leerlingen en de
vervangingsvraag. verhouding tussen het aantal leerlingen en het aantal leraren. Naarmate er meer leerlingen zijn, zijn er meer leraren nodig. Hetzelfde geldt als bij gelijkblijvend aantal leerlingen de verhouding tussen het aantal leerlingen en het aantal leraren daalt. De uitbreidingsvraag kan positief of negatief zijn; hij is positief als het aantal leerlingen toeneemt (bij een ongewijzigde leerlingleraarratio) en negatief als het aantal leerlingen afneemt. •
De vervangingsvraag wordt bepaald door het saldo van uitstroom, arbeidsduurwijziging en functiewijziging. De vervangingsvraag is in de praktijk altijd positief.
•
De uitbreidingsvraag is de behoefte aan extra leraren als gevolg van veranderingen in leerlingenaantallen en de vervangingsvraag is de behoefte aan ‘nieuwe’ leraren als gevolg van arbeidsmarktstromen bij het zittend personeel.
•
Arbeidsduurwijziging: meer of minder uren werken, een extra aanstelling of van school wisselen. Ook dit beïnvloedt het beschikbare arbeidsaanbod van leraren en vervolgens de vraag naar nieuwe leraren.
•
Functiewijzigingen: leraren kunnen directeur worden of directeuren doen een stap terug en worden (weer) leraar. Er is beide gevallen sprake van aanbod van nieuwe leraren. Indien personen vanuit de positie van onderwijsondersteunend personeel (onderwijsassistenten) doorstromen naar de positie van leraar geldt dit evenzeer, maar gaat het veelal om personen die net een onderwijsbevoegdheid gehaald hebben. Dit zou mogelijk leiden tot dubbeltellingen met betrekking tot het aanbod van net afgestudeerden (nog niet werkzaam in het onderwijs), hiermee is rekening gehouden in Mirror.
•
De variabele ‘vacatures’ is berekend vanuit de simulatie van de stromen. De beginstand van het aantal vacatures is uit de arbeidsmarktbarometer gehaald. Vervolgens kunnen vacatures ontstaan als meer mensen uitstromen dan instromen. De som van de uitbreidingsvraag en verandering BAPO leidt tot een verandering in het aantal geschatte vacatures.
Interpretatie arbeidsmarktbarometer In 2014 zijn de onderzoeksvragen van de arbeidsmarktbarometer, in tegenstelling tot eerdere jaren, niet beantwoordt met behulp van een traditioneel kwartaalsurvey, maar zijn vacatures van instellingen en vacaturebanken geïnventariseerd op websites (“webspidering”). Dit betekent dat niet zozeer het totale vacaturevolume centraal staat, maar de vacatureontwikkeling zelf. Door middel van de nieuwe onderzoeksopzet is het mogelijk om bijvoorbeeld gevraagde vakken,
10
11
BAPO (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) is een vorm van arbeidsurenvermindering voor ouder personeel in het onderwijs met als doel de werkdruk voor deze groep te verlagen en daarmee voortijdige uitstroom te beperken. Stille reserve zijn degene die wel beschikken over een onderwijsbevoegdheid, maar niet in het onderwijs werken.
16 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
aanstellingsomvang en bevoegdheden met elkaar in verband te brengen. De analyse van de vacatures is gedaan op RPA-gebied en is niet beschikbaar per stad of gemeente. Telefonische interviews po, vo en mbo Om de uitkomsten van de prognoses en het vacatureonderzoek te duiden zijn telefonische interviews afgenomen bij onderwijsinstellingen in de regio Haaglanden. Aanvullend zijn vragen opgesteld over verwachte knelpunten in de toekomstige personeelsvoorziening, beleid om deze knelpunten tegen te gaan en over de behoefte aan ondersteuning van en/of samenwerking met de gemeente Den Haag. Voor de drie onderwijssectoren is een semigestructureerde vragenlijst opgesteld aan de hand waarvan de gesprekken zijn gevoerd.
1.5
Leeswijzer Het rapport is gestructureerd naar onderwijssector. In het volgende hoofdstuk beschrijven we de vacaturevervulling en arbeidsmarktprognoses in het po, daarna komt het vo aan de orde en in hoofdstuk 4 beschrijven we de resultaten voor de mbo-sector.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
17
2
Primair onderwijs
2.1
Inleiding In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de landelijke ontwikkelingen in het primair onderwijs gevolgd door de ontwikkelingen in de regio Haaglanden en Den Haag. Het hoofdstuk sluit af met de input uit het veld, verkregen door middel van de telefonische interviews. Ieder hoofdstuk start met
2.2
Populatie lerarenbestand Volgens de meest actuele cijfers van DUO werkten er in 2013 in Nederland ruim 172.000 leraren in het primair onderwijs (123.649 fte). In het RPA-gebied Haaglanden (excl. Den Haag) werken een kleine 5.000 (3.370 fte) op199 vestigingen in het primair (speciaal) onderwijs. In Den Haag werken zo’n 5.500 personen (4.275 fte), verdeeld over 164 vestigingen. In beide regio’s zijn de leraren gemiddeld wat jonger vergeleken met de landelijke leeftijdsopbouw (zie Tabel 2.1). Dit geldt het sterkst voor Den Haag. Tabel 2.1 Leeftijdsopbouw leraren po-scholen Den Haag en Haaglanden 2013 (fte/%) Regio/Leeftijd
Den Haag
Haaglanden
Totaal NL
<25
25-35
35-45
45-55
55-65
65-plus
Totaal
126
1.190
927
988
1.036
8
4.275
3%
28%
22%
23%
24%
0%
100%
96
870
654
821
928
2
3.370
3%
26%
19%
24%
28%
0%
100%
2.999
30.535
24.573
30.997
34.407
139
123.649
2%
25%
20%
25%
28%
0%
100%
Bron: http://duo.nl/organisatie/open_onderwijsdata/databestanden/po/personeel.asp.
In 2013 telt de regio Haaglanden ruim 97.000 leerlingen in het po.
2.3
Vacatureontwikkelingen In schooljaar 2013/2014 zijn er in Nederland ruim 1.300 vacatures voor onderwijzend personeel in 12
het po . De meeste vacatures waren in West-Nederland (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland).
12
ITS (2014). Arbeidsmarktbarometer po, vo, mbo 2013/2014. Nijmegen.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
19
Figuur 2 Landelijk geïnventariseerde vacatures po naar landsdeel, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Noord Zuid 1% 11%
Zuid 15%
Oost 15%
Noord 3% Oost 20%
Zuid 24%
West 62%
West 73%
Noord 4%
Oost 14%
West 58%
Van de deelnemende scholen geeft de ruime meerderheid aan dat de vacatures na twee maanden zijn vervuld. Ondanks dat geeft een kwart van de respondenten aan dat dit niet eenvoudig was omdat veel kandidaten niet voldeden aan de gewenste ervaring en/of vereiste competenties voor de functie. Ten behoeve van de barometer zijn er in het schooljaar 2013/2014 in het primair onderwijs, in het RPA Haaglanden 204 vacatures (158 fte) geïnventariseerd. Het overgrote deel (151 vacatures) betrof vacatures voor onderwijzend personeel (zie Tabel 2.2). Tabel 2.2 Geïnventariseerde vacatures RPA Haaglanden voor directie, onderwijzend- en ondersteunend personeel in het po regio Haaglanden in aantallen en in fte, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Onderwijzend
Haaglanden
Directie
personeel
Vacatures po in
Ondersteunend personeel
Totaal
151
26
27
204
Vacatures in fte 13
113
23
22
158
Vacature-intensiteit
1,8%
3,8%
1,6%
2,0%
aantal
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. 14
Kijkend naar de vacature-intensiteiten , blijkt hoe groot de druk op de arbeidsmarkt is wat betreft het vervullen van vacatures voor directiepersoneel. De ontstane vacature-intensiteit voor directie is met 3,8 procent ruim tweemaal zo groot als de intensiteit voor onderwijzend en ondersteunend personeel. Tabel 2.3 Geïnventariseerde vacatures RPA Haaglanden voor directie, onderwijzend en ondersteunend personeel in het po regio Haaglanden naar onderwijstype in aantallen, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Onderwijzend
Haaglanden
Ondersteunend
personeel
Directie
personeel
Totaal
Basisonderwijs
122
25
19
166 (81%)
Speciaal onderwijs
29
1
8
38 (19%)
Totaal primair onderwijs
151
26
27
204 (100%)
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Wat verder opvalt als we kijken naar de vacatures van het ondersteunend personeel naar functietype
15
is dat de meeste vacatures voor onderwijsondersteunende (30%) en finance & control
(26%) functies zijn ontstaan. 13
14 15
Indien de aanstellingsomvang in de vacature onbekend is, is voor de schatting van het aantal vacatures in fte de gemiddelde aanstellingsomvang voor de betreffende functiecategorie gehanteerd op basis van DUO-gegevens (Onderwijsdata: Onderwijspersoneel po in personen). Het aantal vacatures (in fte) als percentage van de werkgelegenheid. Zie Tabel 4 in Bijlage I.
20 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Bij het onderscheid naar dienstverband blijkt dat de meeste vacatures voor ondersteunend en onderwijzend personeel voor tijdelijke functies zijn, de directievacatures zijn grotendeels voor functies van onbepaalde tijd. De mate waarin vacatures zijn vervuld tot slot. Voor zover bekend ligt deze hoog; zo’n 93% van de vacatures voor onderwijzend personeel en alle vacatures voor ondersteunend personeel zijn 16
vervuld .
2.4
Prognoses 2014-2025 De werkgelegenheid van het onderwijzend personeel hangt zeer sterk samen met de ontwikkeling in het leerlingaantal. De vraag naar nieuw personeel wordt daarnaast bepaald door ontwikkelingen in het personeelsbestand. In deze paragraaf behandelen we eerst de prognoses voor het onderwijzend personeel in Nederland, daarna de prognoses voor de regio Haaglanden en tenslotte de prognoses voor Den Haag aan de orde. Nederland Uit de Kamerbrief Onderwijsarbeidsmarkt van 28-11-2014 blijkt dat in het primair onderwijs de vraag naar leraren toeneemt omdat veel oudere leraren met pensioen gaan. De huidige instroom in de pabo’s zal zonder aanvullende maatregelen niet voldoende zijn om aan de toekomstige vraag naar leraren te voldoen. De verwachting is dat er vanaf 2016 een lerarentekort zal ontstaan. Het tekort manifesteert zich eerst in de grote steden, vooral omdat daar het aantal leerlingen nog stijgt. Volgens de ramingen loopt het tekort in het po, bij ongewijzigd beleid en een gematigd herstel van de economie, op tot ruim 6.500 fte in 2025. Het totaal aantal leerlingen wordt dan op een kleine 1,5 17
miljoen geschat (-5% tov. 2014) . Dit beeld wordt geschetst in Figuur 3. Figuur 3 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzend personeel po in Nederland, 20142020 (in fte)
16 17
Zie Tabel 9 in Bijlage I. Referentieramingen OCW 2014.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
21
Voor Nederland wordt tot en met 2021 een geleidelijke daling in de werkgelegenheid voor leraren in het primair onderwijs verwacht. Vanaf 2021 voorziet men een zwakke stijging in de werkgelegenheid (zie Figuur 3). In Figuur 4 wordt meer inzicht gegeven in de achterliggende ontwikkelingen van de werkgelegenheid. Naast de ontwikkeling van de vacatures, geeft de figuur ook de samenstelling van de in- en uitstroom aan leraren weer. Boven de nullijn is de instroom en onder de nullijn de uitstroom van leraren weergegeven. Wat betreft instroom wordt onderscheid gemaakt tussen instroom vanuit de opleiding en instroom vanuit de stille reserve. Uitstroom wordt onderscheiden naar pensioen, stille reserve en overig. Uitstroom overig is de som van de uitstroom naar WAO/WIA en uitstroom door overlijden. Alle andere vormen van uitstroom zijn opgenomen in de categorie stille reserve. De stille reserve is gebaseerd op ervaringscijfers, terwijl pensionering op basis van leeftijdsontwikkelingen met zekerheid is vast te stellen. Uit de figuur blijkt dat ondanks dat er een geleidelijke daling in de werkgelegenheid te zien is het vanaf 2016 over heel Nederland gezien moeilijker wordt om leraren te werven. Dit heeft met name te maken met de toenemende mate waarin het aantal docenten vanaf die periode met pensioen gaat. Figuur 4 Prognoses jaarlijkse vacatures en verschil tussen in- en uitstroom onderwijzend personeel po in Nederland, 2014-2025 (in fte)
In Tabel 2.4 is te zien dat in 2025 een onvervulde vraag (vacatures) van ruim 7.600 fte verwacht wordt. Ten opzichte van de totale arbeidsmarkt in 2025 (82.728 fte; zie Figuur 3) is dit een tekort van 9 procent.
22 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Tabel 2.4 Prognoses arbeidsmarktstromen leraren po Nederland, in fte, 2014-2025 2024
2025
Totaal instroom
2014 4.003
2015 4.062
2016 4.163
2017 4.244
2018 4.230
2019 4.223
2020 4.274
2021 4.032
2022 4.284
2023 4.516
4.827
5.276
Totaal uitstroom
-5.356
-5.589
-5.626
-5.875
-5.837
-5.607
-5.237
-4.915
-4.636
-4.741
-5.075
-5.056
-286
-201
-215
-215
-177
-195
-268
-323
-393
-410
-450
-457
Totaal arbeidsduur wijziging Totaal functiewijziging Totaal stromen Vacatures
-34
-84
-84
-98
-103
-105
-91
-73
-54
-47
-67
-62
-1.672
-1.812
-1.762
-1943
-1887
-1684
-1322
-1279
-799
-682
-765
-299
36
134
373
1.124
1.887
2.824
3.541
4.455
5.079
5.855
6.944
7.698
Haaglanden Voor de regio Haaglanden wordt op basis van de ontwikkeling in leerlingaantal een andere ontwikkeling verwacht dan voor Nederland als geheel. Er wordt een stijging in leerlingaantal verwacht, dat volgens de ramingen doorzet tot en met 2025. De werkgelegenheid voor leraren volgt deze trend (zie Figuur 5). Figuur 5 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzend personeel po in de regio Haaglanden (excl. Den Haag), 2014-2025 (in fte)
De toe- of afname van leraren als percentage van de werkgelegenheid kent een grilliger verloop (zie Tabel 2.5). In totaal neemt in de periode tot en met 2025 de werkgelegenheid in het primair onderwijs van Haaglanden (exclusief Den Haag) met zo’n 275 fte toe.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
23
Tabel 2.5 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid leraren po Haaglanden (excl. Den Haag), inclusief verschil in jaarlijkse toe-/afname, 2014-2025 (fte/%) Haaglanden
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Leerlingaantal (x10)
4.887
4.868
4.863
4.899
4.968
5.013
5.064
5.115
5.180
5.253
5.328
5.391
2.555
2.549
2.548
2.570
2.607
2.632
2.659
2.686
2.720
2.758
2.796
2.829
-10
-6
0
22
37
25
28
27
34
38
38
33
0,00%
0,85%
1,40%
0,94%
1,04%
1,01%
1,24%
1,37%
1,37%
1,16%
Werkgelegenheid scholen Toe-/afname werkgelegenheid Toe-/afname als % werkgelegenheid
-
-
0,40%
0,24%
Figuur 6 geeft meer inzicht in de achterliggende ontwikkelingen van de werkgelegenheid. Naast de ontwikkeling van de vacatures, geeft de figuur ook de samenstelling van in- en uitstroom van leraren weer. Figuur 6 Prognoses jaarlijkse vacatures en verschil tussen in- en uitstroom onderwijzend personeel po in de regio Haaglanden (excl. Den Haag), 2014-2025 (in fte)
In de regio Haaglanden zien we dat de stille reserve de grootste categorie uitstromers behelst; uitstroom naar pensioen komt in verhouding tot de stille reserve minder voor. In totaal stroomt een klein 1.700 fte tussen 2014 en 2020 uit naar de stille reserve, tegenover zo’n 250 fte definitieve uitstroom vanwege arbeidsongeschiktheid, overlijden of pensionering. Van de definitieve uitstroom bestaat het grootste deel uit uitstroom door pensionering.
24 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Tabel 2.6 Prognoses arbeidsmarktstromen leraren po regio Haaglanden (excl. Den Haag), in fte, 20142025 Haaglanden
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Totaal instroom
141
152
151
158
170
170
173
160
172
185
196
209
Totaal uitstroom
-153
-165
-164
-174
-177
-173
-161
-150
-140
-148
-156
-154
-9
-7
-10
-12
-14
-17
-25
-31
-33
-38
-43
-46
Totaal arbeidsduurwijziging Totaal functiewijziging
-3
-3
-3
-5
-5
-3
-3
-2
-3
-2
-5
-3
Totaal stromen
-24
-23
-25
-33
-26
-23
-16
-22
-5
-3
-7
5
1
3
15
57
107
147
184
229
263
299
340
366
Vacatures
De totale uitstroom van de leraren in het primair onderwijs in de regio Haaglanden (exclusief Den Haag) loopt op tot en met het jaar 2018. In de jaren daarop volgend tot en met 2022 is er een daling in uitstroom voorspeld, om vanaf 2022 weer te stijgen. De totale instroom neemt, de hele periode overziend, tot en met 2025 toe. De geraamde uitstroom is in de jaren tot en met 2019 groter dan de geraamde instroom. Dit zorgt, in combinatie met een groeiend leerlingaantal, voor de toenemende werkgelegenheid. Vanaf 2020 tot en met 2025 is, volgens de Mirror-data, de instroom groter dan de uitstroom. Toch neemt het aantal vacatures in deze jaren toe; er is een stijgende lijn zichtbaar vanaf 2015 tot en met 2025 (zo’n 370 fte). Dit is verklaarbaar door de toenemende werkgelegenheid, als gevolg van de groei in het leerlingaantal. In de regio Haaglanden zijn een kleine 200 vestigingen in het po. Gemiddeld zal er vanaf 2020 op iedere vestiging 1 fte aan onvervulde vacatures zijn. Tot 2025 loopt het gemiddeld aantal onvervulde vacatures op tot bijna 2 (1,8 fte) fulltime aanstellingen per vestiging. Ten opzichte van de totale werkgelegenheid in Haaglanden in het po (2.829 fte) komt dit neer op 13 procent onvervulde vraag. Landelijk is er een tekort van 9 procent voorspeld, in de regio Haaglanden is het probleem, relatief gezien, dus groter. Den Haag In Figuur 7 is af te lezen welke ontwikkelingen worden verwacht wat betreft het leerlingaantal en de werkgelegenheid voor de gemeente Den Haag. Het leerlingaantal gekoppeld aan de werkgelegenheid neemt gedurende de hele periode in het primair onderwijs in Den Haag toe.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
25
Figuur 7 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzend personeel po Den Haag, 2014 – 2025 (in fte)
Als wordt gekeken naar toe- of afname van leraren als percentage van de werkgelegenheid, wordt een toename van de werkgelegenheid verwacht (zie Tabel 2.7). In totaal neemt in de periode tot en met 2025 de werkgelegenheid in het primair onderwijs met ruim 220 fte toe. Tabel 2.7 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid leraren po Den Haag, inclusief verschil in jaarlijkse toe-/afname, 2014-2025 (fte/%) Den Haag
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
4.836
4.858
4.895
4.946
4.947
4.975
4.988
5.019
5.060
5.098
5.133
5.168
3.003
3.017
3.039
3.074
3.078
3.097
3.108
3.128
3.155
3.180
3.202
3.225
20
14
22
35
3
19
11
20
27
24
23
23
0,66%
0,46%
0,73%
1,15%
0,11%
0,62%
0,35%
0,65%
0,87%
0,77%
0,70%
0,71%
Leerlingaantal (x10) Werkgelegenheid scholen Toe-/afname werkgelegenheid Toe-/afname als % werkgelegenheid
In lijn met de prognoses voor de werkgelegenheid in het primair onderwijs in Den Haag, voorspelt Mirror een wisselend beeld. Vanaf 2014 lopen de vacatures op. De voornaamste verklaring van de stijging van de werkgelegenheid in Den Haag is het stijgende leerlingaantal, in combinatie met een toenemende uitstroom tot 2019, en de nagenoeg gelijkblijvende instroom van docenten.
26 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Figuur 8 Prognoses jaarlijkse vacatures en verschil tussen in- en uitstroom onderwijzend personeel po in Den Haag, 2014-2025 (in fte)
De totale instroom kent tot 2021 een wisselend beeld, daarna is er een stijging zichtbaar. De geraamde uitstroom is tot en met 2019 groter dan de instroom (zie ook Tabel 2.8), wat vooral in de komende jaren tot wervingsproblemen zal leiden. Dit zien we ook terug in het toenemende aantal vacatures. In 2014 gaat dit nog om 5 fte, terwijl dit in de jaren erna elk jaar toeneemt, tot een kleine 400 fte in 2025. Tot en met 2025 voorspelt Mirror een definitieve uitstroom van zo’n 7.500 fte. Het grootste deel van de definitieve uitstroom is wegens pensionering. Er wordt daarnaast een toename van de stille reserve voorspeld van ruim 2.000 fte. Tabel 2.8 Prognose arbeidsmarktstromen leraren po Den Haag, in fte, 2014-2025 Den Haag
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Totaal instroom
201
191
192
201
195
198
199
185
198
205
213
223
Totaal uitstroom
-182
-193
-193
-205
-207
-207
-193
-181
-171
-175
-186
-187
-18
-16
-19
-24
-29
-36
-39
-42
-44
-42
-48
-48
functiewijziging
3
2
2
2
3
2
5
5
6
5
6
5
Totaal stromen
4
-16
-17
-26
-37
-42
-28
-33
-11
-6
-16
-7
Vacatures
5
22
50
101
131
185
217
266
300
327
361
389
Totaal arbeidsduurwijziging Totaal
Den Haag heeft 136 vestigingen in het primair (speciaal) onderwijs. Twee jaar eerder dan in de regio Haaglanden, in 2018, blijft er volgens de prognoses op iedere vestiging een fulltime aanstellingen onvervuld. In 2025 is het gemiddelde verwachte tekort per vestiging groter dan in de regio Haaglanden; gemiddeld wordt er per vestiging een tekort van bijna 3 (2,9 fte) fulltime aanstellingen voorspeld. Ten opzichte van de totale werkgelegenheid in het vo in Den Haag (3.225 fte) wordt het tekort in 2025 op 12 procent geschat. Vergeleken met de regio Haaglanden (13 procent) wordt er in Den Haag relatief een minder groot tekort verwacht. Ten opzichte van het landelijke beeld (een tekort van 9 procent), is het Haagse tekort groter.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
27
2.5
Werkveldconsultatie primair onderwijs De zojuist gepresenteerde ontwikkelingen geven een goed beeld van de mate waarin er gemiddeld sprake zal zijn van knelpunten op de arbeidsmarkt. In hoeverre individuele scholen ook knelpunten ervaren is aan de hand van deze cijfers niet te zeggen. Om die reden is er een veldconsultatie uitgevoerd. Door middel van telefonische interviews zijn de resultaten zoals beschreven in de voorgaande paragrafen, getoetst bij onderwijsinstellingen in de regio Haaglanden. In het primair onderwijs zijn vijf interviews afgenomen. Bij de selectie van de scholen is rekening gehouden met omvang van de school, vestigingsplaats, denominatie en basis- dan wel speciaal onderwijs. Tijdens de consultatieronde is gesproken met vier scholen in het reguliere basisonderwijs en een school in het speciaal onderwijs. Er is met directeuren en/of schoolleiders gesproken. In deze paragraaf worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld: ontwikkeling en prognoses leerlingaantallen, huidige werving en prognose werving van leraren, maatregelen bij knelpunten rond het vervullen van vacatures en de wijze waarop de gemeente Den Haag instellingen kan ondersteunen bij (toekomstige) knelpunten bij het vervullen van vacatures.
2.5.1 Ontwikkeling leerlingaantal Onder de scholen worden, met betrekking tot de ontwikkeling van het leerlingaantal in de afgelopen vijf jaar, uiteenlopende ontwikkelingen gerapporteerd. Twee schoolleiders geven aan een stijging te hebben ervaren; een noemt een stijging van zo’n 10 tot 20 procent en een ander rapporteert een stijging van bijna 50 procent. De laatstgenoemde stijging komt grotendeels voort uit de gunstige ligging in een buitenwijk van Den Haag en een weinig problematische leerlingpopulatie. De andere drie scholen gaven aan dat het leerlingaantal gedaald is in de afgelopen vijf jaar. Op één van de scholen heeft een lichte daling plaatsgevonden, op de andere twee scholen was sprake van een sterkere afname van het aantal leerlingen: 15 en 30 procent. Op de school voor speciaal onderwijs is de daling van het aantal leerlingen een gevolg van de nieuwe regeling in het kader van passend onderwijs (zoals het langdurige procedures bij het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring). Ook merkt men op deze school dat de leerlingen die nu binnenkomen, een sterkere vorm van gedragsproblematiek vertonen dan voorheen. De schoolleiding geeft aan dat, ondanks de daling van het leerlingaantal, de werkdruk derhalve niet is afgenomen. Verwachte ontwikkeling leerlingaantal Volgens de ramingen, neemt het leerlingaantal in de gemeente Den Haag en in de regio Haaglanden toe. Op de scholen in het primair onderwijs wordt bij drie scholen een stijging verwacht van het aantal leerlingen, dit heeft volgens de schoolleiding verschillende oorzaken. Wederom wordt de locatie van de school als oorzaak hiervan genoemd. Bij twee scholen trekt de ‘goede’ buurt veel jonge gezinnen aan. De andere school staat zogezegd in een ‘doorstroomwijk’, waar zich momenteel veel Bulgaren en Polen vestigen (voorheen waren dit de Marrokkanen en Turken) waardoor het leerlingaantal stijgt. Een daling van het aantal leerlingen wordt verwacht bij de overige twee scholen. Naast de kaders van het passend onderwijs wordt een toename van het aantal ‘zwarte’ scholen genoemd als oorzaak voor een afname van leerlingen in de omgeving van de school.
28 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
2.5.2 Werving leraren De schoolleiders van de basisscholen geven aan dat het werven van leraren momenteel geen problemen oplevert. De werving vindt bij hen altijd eerst intern plaats (via het netwerk van het bestuur) en daarna pas extern. Behalve op de SBO-school is extern werven weinig tot zelden nodig. Volgens de schoolleider van de SBO-school is het werven van leraren altijd problematisch omdat het moeilijk is leraren met de juiste capaciteiten om in het speciaal basisonderwijs te kunnen werken, te vinden. Overigens zijn er op deze school momenteel vrijwel geen vacatures omdat de school qua leerlingaantal krimpt. Verder geeft een school aan dat werving via het bestuur altijd goed gaat, behalve als het gaat om kortdurende vervanging. Als de school vandaag weet dat er morgen iemand ziek is, kost het veel tijd om een goede vervanging te vinden. Verwachte ontwikkeling lerarenwerving De verwachting is dat de groei van het leerlingaantal in combinatie met de uitstroom van leraren uit het primair onderwijs, als gevolg van de vergrijzing, voor wervingsproblemen zal zorgen voor zowel scholen in de gemeente Den Haag alsook in de regio Haaglanden. Twee schoolleiders geven aan deze ontwikkeling te herkennen. Bij hen is er een aanzienlijk aantal leraren boven de 55 jaar en tussen de drie en zes jaar zijn er derhalve veel nieuwe leraren nodig. Met het oog op de werving van de leraren verwachten deze schoolleiders te zijner tijd problemen. Deze schoolleiders geven aan het wel lastig blijft in te schatten hoe groot de tekorten op den duur zullen zijn omdat dit in grote mate afhankelijk is van overheidsmaatregelen. Momenteel worden uitstromers bijvoorbeeld, ondanks de behoefte aan meer capaciteit, niet vervangen omdat er financieel geen ruimte voor is. Eén school herkent de ontwikkeling in de omgeving wel, maar gezien de terugloop in het aantal leerlingen op de eigen school, speelt dit bij hen niet; zij hebben eerder een overschot aan leraren. Wel verwacht deze directeur dat als er in de toekomst vacatures ontstaan, het moeilijker zal worden om deze te vervullen. Eén van de scholen is gevestigd in Wassenaar, daar worden geen problemen verwacht bij het (in de toekomst) werven van leraren. De omgeving zal volgens de schoolleider ook in de toekomst aantrekkelijk zijn voor gezinnen om zich er te vestigen en voor leraren om er een baan te zoeken. Specifieke wervingsproblemen worden verwacht op de zogeheten ‘zwarte’ scholen. Ten eerste zijn minder leraren geneigd voor deze scholen te kiezen als er op andere scholen ook vacatures zijn. Daarnaast vraagt de leerlingpopulatie om leraren die meer te bieden hebben dan de gemiddelde leerkracht, wat de werving verder bemoeilijkt. Ook de werving op het speciaal onderwijs zal volgens de schoolleiding in de toekomst moeizaam blijven, ongeacht het aanbod van leraren.
2.5.3 Maatregelen bij knelpunten De scholen die knelpunten verwachten bij het werven van leraren is gevraagd of zij maatregelen treffen om het (toekomstige) tekort tegen te gaan: •
Een van de scholen is samenwerking aangegaan met de Haagsche Hogeschool. Samen geven zij een ‘opleiden in de school’-traject vorm. Dit is volgens de schoolleider een goede manier om potentiele leraren aan de school te binden. Wel geeft deze schoolleider aan dat er voor andere initiatieven om de tekorten tegen te gaan, geen middelen voorhanden zijn. Volgens de schoolleider is in het verleden gebleken dat als jonge mensen niet direct een baan krijgen in het onderwijs, zij een baan zoeken buiten het onderwijs en vaak niet meer terugkeren. Hier zou volgens hen ook op overheidsniveau meer aandacht aan besteed moeten worden;
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
29
•
Een andere school voert, vanuit preventief oogpunt om eventuele terugloop van leraren te voorkomen, oriënterende gesprekken met een ander bestuur waaronder drie scholen vallen. Momenteel wordt dit gedaan om samen krachtiger te kunnen zijn op bestuurlijk vlak. Waar mogelijk zou deze samenwerking over zo’n zes tot acht jaar kunnen uitgroeien tot een nieuwe brede school;
•
De school voor het speciaal basisonderwijs onderneemt nog geen actie omdat er momenteel een overschot aan leraren is. De twee overige scholen die wel knelpunten verwachten in de toekomst, ondernemen vooralsnog ook geen specifieke acties.
Samenwerking tussen besturen In het primair onderwijs lijkt vooralsnog weinig te worden samengewerkt om knelpunten rondom het werven van leraren gezamenlijk tegen te gaan. De basisscholen geven aan dat er wel tussen de scholen onder hetzelfde bestuur wordt samengewerkt, maar vrijwel niet tussen besturen.
2.5.4 Mogelijke ondersteuning gemeente Den Haag Op de vraag of de gemeente Den Haag de scholen wellicht zou kunnen ondersteunen in hun arbeidsmarktbeleid, gaf een aantal basisscholen aan inderdaad een dergelijke rol voor de gemeente te zien. De volgende punten zouden door de gemeente Den Haag ondernomen kunnen worden: •
Het faciliteren van een database van afgestudeerde leraren (plus de resultaten die ze behaald hebben). Het gaat hier voornamelijk om afgestudeerden aan de PABO die niet direct een baan hebben, maar zodoende wel op het vizier staan als er in de regio een vacature is;
•
Het uitbreiden van de regeling voor het behoud van jonge leerkrachten. Een goede invalkracht moet nu worden laten gaan als drie tijdelijke aanstellingen zijn afgegeven en er op dat moment geen ruimte is voor een vast aanstelling. Ookal is op dat moment bekend dat de capaciteit het komende jaar nodig is met oog op het pensioen van een andere leraar. Voor dit soort situaties zou er volgens de schoolleider een overbruggingsfase moeten worden ingesteld;
•
Het samenbrengen van scholen voor betere samenwerking. Omdat bij veel scholen, dezelfde problematiek speelt zou de gemeente kunnen helpen bij de samenwerking tussen de besturen. De gemeente zou hierin een regierol op zich kunnen nemen.
Verder zijn nog zaken genoemd, waarin de gemeente niet direct kan ondersteunen maar die voor het onderwijs in het algemeen van waarde zijn. Het belang dat de kwaliteit van leraren gehandhaafd blijft en middelen om de kwaliteit te handhaven bijvoorbeeld. Een ander aandachtspunt is de toegenomen zwaarte van de functies in het onderwijs. De laatste jaren is de druk op scholen toegenomen om aan de onderwijsbehoefte van alle kinderen te voorzien. Het bieden van maatwerk gaf voorheen vooral bij de oudere leraren druk, nu kan dit ook al voor de jonge, startende leraren problemen opleveren. Het bieden van de benodigde ondersteuning binnen de onderwijstijd is moeilijker geworden. Om hier in te kunnen blijven voorzien, is er volgens deze schoolleider meer (tijd voor) scholing nodig en om dat te realiseren is er behoefte aan meer middelen. Zonder maatregelen zou de zwaarte van de functie als leraar in de toekomst een pushfactor kunnen worden waardoor het moeilijk is om nieuwe, jonge leraren aan te trekken.
30 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
3
Voortgezet onderwijs
3.1
Populatie lerarenbestand Er werkten in 2013 zo’n 104.000 leraren (83.000 fte) in het vo. In de regio Haaglanden (excl. Den Haag) waren dit er 3.500 (2.784 fte), verdeeld over 41 vestigingen. In Den Haag werkten 2.500 personen (2.044 fte) op 42 scholen. In de regio Haaglanden geven, vergeleken met de landelijke leeftijdsopbouw, meer leraren les van middelbare leeftijd. In Den Haag zijn de leraren jonger dan het landelijk gemiddelde. Tabel 3.1 Leeftijdsopbouw vo-scholen Den Haag en Haaglanden 2013 (fte/%) Regio/Leeftijd
Den Haag
Haaglanden
<25
25-35
35-45
45-55
55-65
65-plus
Totaal
49
410
439
512
627
7
2.044
2%
20%
21%
25%
31%
0%
100%
46
483
552
828
868
7
2.784
2%
17%
20%
30%
31%
0%
100%
2.151
15.877
16.228
22.918
25.917
193
83.284
3%
19%
19%
28%
31%
0%
100%
Totaal
Bron: Http://duo.nl/organisatie/open_onderwijsdata/databestanden/vo/personeel.asp.
In 2013 telt het RPA Haaglanden bijna 57.000 leerlingen in het vo.
3.2
Vacatureontwikkelingen In het voortgezet onderwijs waren in Nederland in het schooljaar 2013/2014 een kleine 5.500 vacatures voor onderwijzend personeel, ruim de helft daarvan in West-Nederland. Bij twee derde van de vacatures werd een tweedegraads docent gevraagd. Figuur 9 Landelijk geïnventariseerde vacatures vo naar landsdeel, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Zuid 16%
Noord 5%
Oost 21%
West 58%
Onderwijzend (n=5486)
Zuid 19%
Noord 10% Oost 16%
West 55%
Directie (n=147)
Zuid 22%
Noord 4% Oost 19%
West 55%
Ondersteunend (n=681)
ITS (2014). Arbeidsmarktbarometer po, vo, mbo 2013/2014. Nijmegen.
In West-Nederland is ten opzichte van de overige landsdelen een grotere vraag naar docenten Nederlands, Frans, Aardrijkskunde en AVO. In dit deel van het land is, anders dan elders, minder 18
vraag naar docenten geschiedenis, klassieke talen en levensbeschouwelijke vakken .
18
Zie Tabel 10 in Bijlage I.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
31
Net als in het po, zijn vrijwel alle vacatures binnen twee maanden na publicatie vervuld. Een derde van de deelnemende besturen geeft aan dat het moeilijk was de vacature(s) te vervullen. Het vinden van goede docenten wiskunde en natuur- / scheikundige is over het algemeen moeilijker dan het vervullen van vacatures voor andere vakken. Zoals te zien is in Figuur 10 hebben de meeste vacatures in het voortgezet onderwijs betrekking op vreemde talen (vooral Engels; 53% en Duits; 29%), docenten wiskunde/rekenen, docent Nederlands en docenten Natuur-/scheikunde (NaSK). Figuur 10 Landelijk geïnventariseerde vacatures docenten vo naar vakgebied 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014*
683 649
docent natuur- / scheikundige vakken
331 docent biologie
258 258
docent techniek
169 161 136 110
docent aardrijkskunde docent lo / beweging docent maatschappijleer/ m&m
docent levensbeschouwelijke vakken
docent horeca / catering
83 81 66 58 53 48 31 25 13 11 31
11 1.000
1.200
* Natuur- en scheikundige vakken zijn samengenomen, omdat er zeer vaak docenten worden gevraagd voor de combinatie NaSk. Daarbij zijn ook overige natuurwetenschappelijke vakken in deze categorie meegenomen (zoals 'mens en natuur', 'ANW' etc.).
In het RPA Haaglanden zijn ten behoeve van de arbeidsmarktbarometer zo’n 550 online vacatures geanalyseerd (zie Tabel 3.2). De vacatures voor bestuurders betreffen alleen fulltime functies, de vacatures voor onderwijzend- en ondersteunend personeel zijn vaak ook parttime aanstellingen. Gezien de vacature-intensiteit is de meeste druk op de arbeidsmarkt aanwezig bij onderwijzend personeel en op directieniveau.
32 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
1.400
Tabel 3.2 Geïnventariseerde vacatures RPA Haaglanden voor directie, onderwijzend- en ondersteunend personeel in het vo regio Haaglanden in aantallen en in fte, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Haaglanden
Onderwijzend personeel
Vacatures vo in
Directie
Ondersteunend personeel
Totaal
488
14
50
552
Vacatures in fte
336
14
36
385
Vacature-intensiteit
9,3%
8,5%
3,1%
7,8%
aantal
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Gelijk aan het landelijke beeld bestaat de top vier van vacatures in de regio Haaglanden uit 19
vacatures voor docenten vreemde talen, wiskunde, Nederlands en NaSk . Als we kijken naar de verdeling van de vacatures naar dienstverband
20
(voor zover bekend) zien
we dat, in tegenstelling tot in het primair onderwijs, de meeste vacatures voor docenten in de categorie ‘tijdelijk met uitzicht op vast’ vallen (60% tegenover 40% tijdelijk). Ook de vacatures voor ondersteunende functies vallen grotendeels in deze categorie (66%). De vacatures voor bestuurders betreft veelal een vaste aanstelling (67%). Voor de vervulling van de vacatures in het voortgezet onderwijs
21
is op het moment van bevraging
(voor zover bekend) voor onderwijzend personeel 82 procent van de vacatures vervuld. Van de directievacatures is 67 procent vervuld en de vraag naar ondersteund personeel is voor 80 procent vervuld. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat het om kleine aantallen gaat; 17 bij onderwijzend personeel en respectievelijk 3 en 5 bij directie en ondersteunend personeel.
3.3
Prognoses 2014-2025 Nederland De verwachte landelijke ontwikkeling van de werkgelegenheid voor leraren in het voortgezet onderwijs vertoont volgens de ramingen een afnemende trend. In 2025 is de werkgelegenheid zo’n 52.000 fte, in vergelijking met ongeveer 57.000 fte in 2015 (zie Figuur 11).
19 20 21
Zie Tabel 12 in Bijlage I. Zie Tabel 15 in Bijlage I. Zie Tabel 19 in Bijlage I.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
33
Figuur 11 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzend personeel vo Nederland, 20142025 (in fte)
Als we kijken naar Figuur 12 zien we de in- en uitstroom van onderwijzend personeel. Op landelijk niveau is de jaarlijkse uitstroom groter dan de jaarlijkse instroom. Ook in het voortgezet onderwijs wordt een toename van het lerarentekort verwacht. Momenteel doet zich dit vooral bij exacte 22
vakken en een aantal talen voor . De voorspelling is dat dit de aankomende jaren zal toenemen. Voor de tekortvakken zullen wel meer leraren opgeleid moeten worden om aan de vraag te kunnen voldoen. Figuur 12 Prognoses jaarlijkse vacatures en verschil tussen in- en uitstroom onderwijzend personeel vo Nederland, 2014-2025 (in fte)
Door een afname in het leerlingaantal zullen op landelijk niveau, de knelpunten na 2017 afnemen. Er is geraamd dat er in 2025, ruim 869.000 vo-leerlingen in Nederland zijn, dit is een afname van 22
Kamerbrief Onderwijsarbeidsmarkt van 28-11-2014.
34 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
23
bijna 8,5 procent ten opzichte van 2013 . Omdat het leerlingaantal afneemt, zullen de leraarstekorten minder groot zijn. Tabel 3.3 Prognoses arbeidsmarktstromen leraren vo Nederland, in fte, 2014-2025 2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Totaal instroom
3.239
3.154
3.050
2.914
2.730
2.397
2.267
2.189
2.328
2.508
2.666
2.705
Totaal uitstroom
-3.726
-3.784
-3.809
-3.896
-3.797
-3.579
-3.259
-3.001
-2.910
-3.067
-3.346
-3.305
275
240
90
55
86
128
125
133
41
-52
-84
10
9
9
46
45
40
34
29
33
51
57
62
39
Totaal arbeidsduur wijziging Totaal functiewijziging Totaal stromen Vacatures
-203
-380
-623
-882
-942
-1.020
-837
-647
-490
-553
-702
-551
714
1.036
1.178
1.158
970
746
620
591
651
796
985
1.055
Als we de totale werkgelegenheid (51.574 fte, zie Figuur 11) vergelijken met het aantal vacatures blijkt dat er in 2025 een onvervulde vraag van 2 procent. Haaglanden In tegenstelling tot de landelijke prognoses laat de werkgelegenheid van leraren in de regio Haaglanden een lichte stijging zien (zie Figuur 13). Ook het leerlingaantal in de regio Haaglanden vertoont volgens de prognoses een stijgende lijn. Figuur 13 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzend personeel vo regio Haaglanden (excl. Den Haag), 2014-2025 (in fte)
Uit Tabel 3.4 blijkt dat de werkgelegenheid voor leraren in het voortgezet onderwijs in de regio Haaglanden elk jaar toeneemt tot zo’n 140 fte in 2025.
23
Referentieramingen OCW 2014.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
35
Tabel 3.4 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid leraren vo regio Haaglanden, inclusief verschil in jaarlijkse toe-/afname, 2014-2025 (fte/%) Haaglanden
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Leerlingaantal (x10)
3.304
3.338
3.356
3.378
3.390
3.394
3.415
3.437
3.469
3.510
3.522
3.531
2.003
2.024
2.035
2.049
2.056
2.058
2.070
2.084
2.102
2.126
2.133
2.139
22
22
11
13
7
2
12
13
19
24
7
5
1,12%
1,07%
0,55%
0,66%
0,36%
0,10%
0,58%
0,64%
0,88%
1,13%
0,32%
0,26%
Werkgelegenheid scholen Toe-/afname werkgelegenheid Toe-/afname als % werkgelegenheid
Als we kijken naar de arbeidsmarktstromen zien we dat de toe- en afname van de vacatures in de regio Haaglanden een zelfde trend vertoont als landelijk in het voortgezet onderwijs het geval is (zie Figuur 14). Figuur 14 Prognoses jaarlijkse vacatures en verschil tussen in- en uitstroom onderwijzend personeel vo Haaglanden (excl. Den Haag), 2014-2025 (in fte)
De totale uitstroom is tot en met 2016 volgens de ramingen groter dan de totale instroom. Vanaf 2017 is dit andersom. Toch is het aantal vacatures hoger dan het verschil tussen uitstroom en instroom, dit heeft onder andere te maken met de stijging in leerlingaantal, door de verwachte groei van de bevolking in de regio Haaglanden. Instroom vanuit de opleiding neemt volgens de ramingen toe tot en met 2018, van 80 fte tot zo’n 100 fte. Instroom vanuit de stille reserve is ongeveer gelijk in de jaren tot en met 2018, om vervolgens iets af te nemen. De totale uitstroom kent een piek in 2017 van zo’n 160 fte en kent daarna net als de instroom een grillig verloop.
36 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Tabel 3.5 Prognoses arbeidsmarktsectoren leraren vo regio Haaglanden (excl. Den Haag), in fte, 20142025 Haaglanden
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Totaal instroom
139
142
145
159
162
151
151
140
140
152
149
153
Totaal uitstroom
-142
-148
-151
-157
-155
-148
-138
-129
-124
-134
-147
-148
7
4
-3
-3
-2
1
2
2
-3
-9
-11
-9
functiewijziging
-2
-2
0
-1
-1
-1
-1
-1
1
1
0
1
Totaal stromen
1
-4
-9
-3
4
3
15
12
13
11
-8
-3
27
41
52
59
55
47
40
39
42
54
65
71
Totaal arbeidsduurwijziging Totaal
Vacatures
De vacatures nemen jaarlijks toe, tot een hoogtepunt van 60 fte in 2017. In 2025 zal dit volgens de prognose zijn toegenomen tot zo’n 70 fte in 2025. In de regio Haaglanden zijn 41 vestigingen voor voortgezet onderwijs met ruim 2.100 fulltime aanstellingen. Een onvervulde vraag van 71 fte in 2025 betekent een tekort van ruim 1,5 fulltime aanstellingen er vestiging. Wanneer we de onvervulde vraag (vacatures) met de totale omvang van arbeidsmarkt in het vo vergelijken wordt er een tekort van 3 procent voorspeld. Landelijk wordt erin in 2025 een tekort van 2 procent voorspeld. Den Haag Voor het voorgezet onderwijs in de gemeente Den Haag wordt een stijging verwacht in het leerlingaantal. Ook de werkgelegenheid voor leraren in het voortgezet onderwijs in de gemeente Den Haag volgt tot en met 2017 een toename. Vanaf 2020 wordt er volgens de ramingen een sterkere stijging verwacht in de werkgelegenheid, die doorzet tot en met 2025. Figuur 15 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzend personeel vo Den Haag, 20142025 (in fte)
In Tabel 3.6 is de toe- en afname van de werkgelegenheid te zien. De totale werkgelegenheid voor leraren in het voortgezet onderwijs in Den Haag neemt in de periode tot en met 2025 met zo’n 75 fte toe.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
37
Tabel 3.6 Prognoses en leerlingaantal en werkgelegenheid leraren vo Den Haag, inclusief verschil in jaarlijkse toe-/afname, 2014-2025 (fte/%) Den Haag
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Leerlingaantal (x10)
2.260
2.273
2.284
2.288
2.290
2.286
2.285
2.300
2.326
2.359
2.383
2.402
1.454
1.461
1.466
1.466
1.464
1.459
1.456
1.464
1.480
1.501
1.516
1.528
8
7
4
0
-2
-5
-3
8
16
20
16
12
-
-
-
0,57%
0,47%
0,30%
0,00%
0,11%
0,37%
0,18%
0,53%
1,11%
1,36%
1,03%
0,77%
Werkgelegenheid scholen Toe-/afname werkgelegenheid Toe-/afname als % werkgelegenheid
Figuur 16 laat zien dat het aantal vacatures volgens de ramingen de komende jaren stijgt tot een hoogtepunt van zo’n 40 fte in 2017 (zie ook Tabel 3.7). Deze groei komt voort uit de lichte stijging van het leerlingaantal en, in de meeste jaren, een grotere uitstroom dan instroom. Na 2021 stijgt het aantal vacatures volgens de ramingen tot een omvang van ruim 40 fte in 2025. In Den Haag is in tegenstelling tot de regio Haaglanden de totale instroom tot 2021 hoger dan de totale uitstroom van leraren. Figuur 16 Prognoses jaarlijkse vacatures en verschil tussen in- en uitstroom onderwijzend personeel vo Den Haag, 2014-2025 (in fte)
De instroom vanuit de opleiding neemt toe in de jaren 2014 tot en met 2018, van 50 fte tot zo’n 60 fte in 2018 en neemt in 2025 een omvang aan van zo’n 70 fte. De instroom vanuit de stille reserve kent volgens de ramingen een licht dalend verloop. Als we kijken naar de uitstroom van leraren in het voortgezet onderwijs in Den Haag, zien we dat uitstroom naar de stille reserve het grootst wordt geschat. In 2017/2018 wordt deze groep geschat op 80 fte. Tot 2025 volgt de uitstroom naar stille reserve een golfende beweging. De uitstroom naar pensioen ligt rond de 15 fte tot en met 2018, hierna schommelt het in de jaren tot en met 2025 tussen de 10 en 15 fte.
38 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Tabel 3.7 Prognoses arbeidsmarktstromen leraren vo Den Haag, in fte, 2014-2025 Den Haag
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Totaal instroom
79
77
82
86
87
83
78
77
81
92
93
95
Totaal uitstroom
-91
-90
-94
-99
-97
-91
-87
-77
-74
-82
-88
-91
10
8
6
5
7
6
7
7
6
2
1
5
-1
-2
-2
-2
-2
-2
-2
-1
-1
-1
0
-2
Totaal arbeidsduurwijziging Totaal functiewijziging Totaal stromen
-4
-7
-9
-10
-6
-4
-3
5
12
12
6
8
Vacatures
20
28
35
39
37
30
27
27
29
34
41
43
In de Den Haag zijn er 42 vestigingen voor het voortgezet onderwijs. Bij een tekort 43 fte in 2025 is er in Den Haag op iedere vestiging sprake van een onvervulde vraag van één fulltime aanstelling. In totaal geeft er les in 2025. Een tekort van 43 fte, komt bij een totale werkgelegenheid van 1.528 fte neer op 3 procent van de totale werkgelegenheid in het vo in Den Haag. Ook in de regio Haaglanden is een onvervulde vraag van 3 procent voorspeld, landelijk is dit op 2 procent geraamd.
3.4
Werkveldconsultatie voortgezet onderwijs Net als in het primair onderwijs zijn door middel van telefonische interviews de resultaten zoals beschreven in de voorgaande paragrafen getoetst bij enkele onderwijsinstellingen in de regio Haaglanden en de gemeente Den Haag. In het voortgezet onderwijs zijn vier interviews afgenomen. Bij de selectie van de scholen is rekening gehouden met omvang en schoolsoort (categoriale vmbo, havo/vwo dan wel brede scholengemeenschap).
3.4.1 Ontwikkeling leerlingaantal De scholen in het voortgezet onderwijs die zijn geïnterviewd spreken over het algemeen over een stijging van het aantal leerlingen in de afgelopen vijf jaar. Eén van de scholen kent een kleine daling van het leerlingaantal (4% op ongeveer 1.500 leerlingen) en een andere schoolleider geeft aan de afgelopen twee jaar gegroeid te zijn en in de drie jaren daarvoor te zijn gedaald. Verwachte ontwikkeling leerlingaantal Volgens de prognoses is er in de regio Haaglanden in het voortgezet onderwijs sprake van een lichte stijging in het leerlingaantal tot 2020, waarna in de jaren die volgen, de stijging toeneemt. De geïnterviewde schoolleiders verwachten, in lijn met de prognoses, een stijging van het leerlingaantal op hun school. Eén van de geïnterviewde directeuren geeft aan een daling te verwachten. De reden hiervoor is dat de verwachte bevolkingsstijging niet in hun voedingsgebied ligt (Wassenaar, Voorschoten en Leiden-Zuid). Het aantal leerlingen in de omgeving van de school neemt af, daarbij maken twee concurrerende scholen in de regio na een periode van sterke daling, nu een toename van het aantal leerlingen door.
3.4.2 Werving leraren Wat betreft het werven van leraren zijn er tussen de verschillende categorieën en niveaus in het voortgezet onderwijs uiteenlopende antwoorden gegeven. De mening over hoe moeilijk het is om bevoegde leraren te werven loopt uiteen van ‘problematisch’ tot ‘uitermate eenvoudig’. Werven gaat meestal via Meesterbaan.nl. Een aantal scholen noemt ook Linkedin, Twitter, en de schoolwebsite als wervingskanaal. Eén van de schoolleiders noemt de Rode Loper en de betrokkenheid bij de opleidingsschool Haaglanden als effectief netwerk waarbinnen leraren worden geworven. Anders
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
39
dan de geïnterviewde scholen in het primair onderwijs, geven de scholen in het voortgezet onderwijs aan dat het overkoepelde bestuur geen (grote) rol speelt met betrekking tot werving. Wel speelt het bestuur een rol als een van de collega-scholen boventallig personeel heeft. Eén van de scholen waar het werven van leraren geen problemen oplevert noemt als reden de aantrekkelijke omstandigheden waarin de school verkeerd; een havo/vwo school in een ‘goede’ wijk met goede arbeidsvoorwaarden. Deze school heeft in de afgelopen vijf jaar zonder een advertentie te hoeven plaatsen alle vacatures kunnen vervullen. Een andere school geeft aan dat de problematische werving vooral betrekking heeft op de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde en Duits. Volgens een andere schoolleider is het de laatste jaren moeilijker geworden om bevoegde en goede leraren te krijgen voor bijna alle vakken (met uitzondering van gym, beeldend en geschiedenis). Het tekort aan leraren komt volgens hen mede door de hoge werkdruk waardoor veel studenten de lerarenopleiding niet eens afronden. Verwachte ontwikkeling lerarenwerving De meeste scholen hebben geen goed zicht op aankomende tekorten. Van het zittend personeel is wel in kaart gebracht wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken om daar tijdig actie op te kunnen ondernemen. Alle geïnterviewden verwachten dat het werven van leraren, vooral wat betreft de bètavakken, Duits en eerstegraads leraar in de bovenbouw havo/vwo, in de komende jaren moeizamer zal verlopen. Eén school geeft aan dat ze in verband met de verwachte groei van leerlingen op hun school nieuwe docenten nodig hebben. Omdat er in de afgelopen jaren veel jonge mensen zijn aangenomen, is er geen sprake van hoge uitstroom. De school is gevestigd in een achterstandswijk, dat brengt wel extra uitdagingen met zich mee wat het werven van goede leraren betreft. Een ander specifiek probleem voor een school in Wassenaar met betrekking tot het aantrekken van nieuwe leraren is dat ze slecht bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Dit is met name voor jonge docenten een afweging bij de keuze voor een school.
3.4.3 Maatregelen bij knelpunten De geïnterviewde schoolleiders zijn alert als het gaat om het nemen van maatregelen om verwachte knelpunten tegen te gaan. De volgende maatregelen zijn in de afgelopen jaren getroffen: •
Het inzetten van het eigen netwerken; het informele circuit is voor de meeste scholen het belangrijkst om nieuwe leraren te werven;
•
Sterkere betrokkenheid bij de Stichting de Rode Loper in Den Haag;
•
Meer samenwerken met (andere) schoolbesturen;
•
Meer stagiaires aannemen; met het oog op toekomstige aanstellingen maar ook in het kader van het netwerk dat stagiaires hebben binnen de lerarenopleiding;
•
Intensiever contact met de lerarenopleidingen;
•
Betere begeleiding van nieuwe docenten; op één van de scholen worden alle nieuwe docenten (beginnende, maar ook nieuwe docenten) gekoppeld aan een vakcoach en worden er specifieke workshops georganiseerd om nieuwe docenten zo goed mogelijk in te werken;
•
Deelname aan banen- en bedrijvenbeurzen met als doel werving van zij-instromers;
•
Lid van de opleidingsschool Haaglanden, om zodoende veel studenten in huis te hebben;
•
Betere arbeidsvoorwaarden (bijv. hogere vergoeding van reiskosten of scholingsbudget);
•
Het in overweging nemen om met twee andere scholen een woning te kopen, zodat docenten die niet uit de omgeving komen, daar tijdelijk kunnen intrekken;
40 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
•
De school beter en meer profileren op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door middel van kennismakingsdagen waar informatie aan (potentiele) docenten kan worden verstrekt.
Samenwerking tussen besturen In het voortgezet onderwijs wordt meer samengewerkt tussen scholen en besturen dan in het primair onderwijs. Zowel wat betreft de problematiek rondom het werven van leraren alsook binnen de kaders van opleiding in de school. Samenwerkingsverbanden die zijn genoemd zijn coöperatie vo, de rectorkringen (Den Haag en Leiden), samenwerkingsverbanden met eenpitters (regio Leiden-Rotterdam) en samenwerking als gevolg van de benoeming tot risicoregio (Westland, 24
Zoetermeer, Delft en Wassenaar) . Voorbeelden van projecten uitgevoerd in de risicoregio zijn het ontwikkelen van loopbaanbeleid binnen de school, extra begeleiding voor startende docenten en coaching opleidingen voor docenten die zich willen richten op het begeleiden van die starters.
3.4.4 Mogelijke ondersteuning gemeente Den Haag Voor overleg vanuit en ondersteuning van de gemeente Den Haag wordt een aantal concrete onderwerpen/ aanleidingen genoemd: •
Continuering van investeren in initiatieven zoals de Rode Loper;
•
Beperken van administratieve lasten; scholen zien naast een lokale rol ook een taak voor de gemeente om druk uit te oefenen op het Rijk om te zorgen dat de regeldruk afneemt;
•
Het aantrekkelijk maken om in een stad als Den Haag / de rand van Den Haag te werken;
•
Ondersteuning van de opleidingstrajecten, gericht op het opleiden van docenten. Met name zodat het opleiden van leraren op de werkvloer geprofessionaliseerd kan worden. Een groot deel hiervan gebeurt op de werkvloer, maar daar zijn volgens de geïnterviewden te weinig faciliteiten voor. Met als gevolg dat de uitval van docenten relatief hoog is in de eerste vijf jaar van hun carrière;
•
Faciliteren van ruimere mogelijkheden om de beginnende docenten te begeleiden en ondersteunen;
•
Koppelen van docenten aan coaches en/of het inrichten van intervisiegroepen;
•
Ondersteuning in de werving van nieuwe docenten en het (meer) profileren van Den Haag als onderwijsstad.
24
Dat is een subsidieregeling van het ministerie van onderwijs, dit zijn samenwerkende scholen op het gebied van terugdringen van lerarentekorten.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
41
4
Middelbaar beroepsonderwijs
4.1
Populatie lerarenbestand In 2013 werkten in het mbo 42.000 leraren (33.500 fte) en in Den Haag, op één ROC, een kleine 2.000 (1.357 fte). De Haagse leraren werkzaam in het mbo zijn ouder dan het landelijk gemiddelde. Tabel 4.1 Leeftijdsopbouw mbo-scholen Den Haag 2013 (fte/%) Regio/Leeftijd
<25
25-35
35-45
45-55
55-65
65-plus
Totaal
3
133
241
418
560
3
1.357
0%
10%
18%
31%
41%
0%
100%
682
4.265
6.272
10.269
12.000
65
33.554
2%
13%
19%
31%
36%
0%
100%
Den Haag
Totaal
Bron: Http://duo.nl/organisatie/open_onderwijsdata/databestanden/mbo/personeel.asp.
In 2013 waren er 446.500 deelnemers in het Haagse mbo.
4.2
Vacatureontwikkeling In het middelbaar beroepsonderwijs waren landelijk in het schooljaar 2013/2014
25
zo’n 1.400
vacatures waarvan de ruime meerderheid voor tweedegraads docenten. Ten opzichte van de arbeidsmarkt was er relatief veel vraag naar docenten voor aoc’s. Figuur 17 Landelijk geïnventariseerde vacatures mbo naar landsdeel, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Noord
Noord
Noord
Zuid
Oost
Zuid Oost
Onderwijzend (n=1384)
Oost
Directie (n=24)
Ondersteunend (n=654)
In het westen van Nederland was bijna de helft van de vacatures voor onderwijzend personeel. Na twee maanden is ruim 80 procent van de docentenvacatures vervuld. Een derde van de vacatures in het mbo wordt door de respondenten als moeilijk vervulbaar beschouwd. Belangrijkste reden is een gebrek aan een achtergrond in de beroepspraktijk in combinatie met pedagogische vaardigheden. Ook zijn kandidaten vaak mbo-geschoold, terwijl er een lesbevoegdheid wordt gevraagd die een hbo-opleiding vereist. Van de docenten die de vacatures hebben vervuld, was een kwart (24%) werkzaam op een andere onderwijsinstelling en één op de vijf is recent afgestudeerd. Van de overige kandidaten was ruim 10 procent zij-instromer en 10 procent werkzaam buiten het onderwijs.
25
ITS (2014). Arbeidsmarktbarometer po, vo, mbo 2013/2014. Nijmegen.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
43
In het mbo is de meeste vraag naar docenten vreemde talen (driekwart Engels). Vacatures voor docenten Nederlands, wiskunde/rekenen, techniek, en zorg & welzijn beslaan ongeveer 10 procent van de totale vraag (zie Figuur 18). Figuur 18 Landelijk geïnventariseerde vacatures docenten mbo naar vakgebied 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014*
125 124
154
84
32 30 30 29 24
50
58
8 7 6 6 4 6 8 25
65
*Natuur- en scheikundige vakken zijn samengenomen, omdat er zeer vaak docenten worden gevraagd voor de combinatie NaSk. Daarbij zijn ook overige natuurwetenschappelijke vakken in deze categorie meegenomen (zoals 'mens en natuur', 'ANW' etc.).
In het schooljaar 2013/2014 zijn in het RPA Haaglanden 90 vacatures, met een omvang van 81 fte, voor mbo-personeel geïnventariseerd (zie Tabel 4.2). De meerderheid van de vacatures is voor docenten (50 fte) in het mbo, de overige vacatures zijn voor ondersteunend personeel. Ook in vergelijking tot de werkgelegenheid zijn er meer vacatures voor onderwijzend- dan voor ondersteunend personeel ontstaan; de vacature-intensiteiten zijn respectievelijk 7 en 5 procent. Tabel 4.2 Vacature-intensiteiten en absolute aantallen leraren mbo regio Haaglanden Haaglanden
Onderwijzend
Vacatures vo in aantal Vacatures in fte Vacature-intensiteit
personeel
Directie
Ondersteunend personeel
Totaal
58
0
32
90
50
0
31
81
7,2%
-
5,1%
6,0%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Als we kijken naar de verdeling naar vakgebied
26
staan in de top vijf dezelfde vakken waarvoor ook
landelijk de meeste vacatures zijn ontstaan, de volgorde waarin de vakken staan is echter verschillend. Daar waar landelijk de meeste vacatures zijn ontstaan voor vreemde talen is in de 26
Zie Tabel 22 in Bijlage I.
44 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
188
regio Haaglanden een grotere vraag naar docenten zorg en welzijn; bijna een kwart van de geanalyseerde vacatures is voor dit vak ontstaan. In de regio Haaglanden is daarnaast zo’n 10 procent van de geanalyseerde vacatures in het mbo bestemd voor docenten vreemde talen en Nederlands. Landelijk besloeg bijna driekwart van de vacatures een aanstelling voor docenten vreemde talen.
4.3
Prognoses 2015-2025 De arbeidsmarkt voor het mbo kenmerkt zich door meer openheid dan het po en vo, omdat in deze sector veel meer uitwisseling is tussen onderwijs en de beroepspraktijk. Hierdoor is het 27
arbeidsmarktaanbod groter en minder goed te voorspellen . Daarom is er in de ramingen in het mbo geen schatting gemaakt van het aantal te verwachte vacatures. De prognose is gemaakt aan de hand van de benodigde instroom van nieuwe leraren ten opzichte van de verwachte uitstroom. Omdat ook van de instroom vanuit stille reserves moeilijk een goede inschatting te maken is, maakt deze variabele geen onderdeel uit van de prognose. Nederland Op landelijk niveau is er sprake van een terugloop in het aantal deelnemers en als gevolg daarvan loopt ook de werkgelegenheid terug (zie Figuur 19). Figuur 19 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzen personeel mbo Nederland, 20142025 (in fte)
Verder zien we (zie Figuur 20) dat de uitstroom door pensioen in 2015 een piek kent (328 fte) en in 2025 wordt geschat op zo’n 180 fte. De uitstroom stille reserve kent volgens de ramingen op landelijk niveau een golfbeweging met een piek van zo’n 1.900 fte in 2018. In 2025 wordt de uitstroom naar stille reserve geschat op ongeveer 1.700 fte.
27
Kamerbrief Onderwijsarbeidsmarkt van 28-11-2014.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
45
Figuur 20 Prognoses jaarlijkse verschillen tussen uit- en instroom onderwijzend personeel mbo Nederland, 2014-2025 (in fte)
De instroom vanuit de opleiding kent een dip in 2017 en in 2022 en is over de hele periode lager dan de uitstroom. Het verschil tussen de in- en uitstoom wordt in 2025 geschat op ongeveer 400 fte. Zoals gezegd maakt de instroom vanuit stille reserve geen onderdeel uit van de prognose, dit zou in theorie het verschil tussen de instroom en de uitstroom (deels) op kunnen vangen. Tabel 4.3 Prognoses arbeidsmarktstromen leraren mbo Nederland, in fte, 2014-2025 2024
2025
Totaal instroom
2014 1.295
2015 1.741
2016 1.852
2017 1.414
2018 2.052
2019 1.850
2020 1.407
2021 1.047
2022 825
2023 992
1.276
1.509
Totaal uitstroom
-1.699
-1.887
-1.993
-2.253
-2.256
-2.148
-1.859
-1.639
-1.486
-1.630
-1.815
-1.924
-29
-56
-56
-93
-118
-110
-88
-73
-64
-96
-109
-126
258
267
278
284
267
268
267
272
264
261
244
242
-176
65
81
-649
-56
-140
-272
-394
-462
-473
-403
-299
Totaal arbeidsduur wijziging Totaal functiewijziging Totaal stromen
Den Haag In het mbo wordt in de komende jaren een lichte daling van het aantal deelnemers verwacht. Deze ontwikkeling zien we ook terug in de werkgelegenheid in het mbo (zie Figuur 21).
46 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Figuur 21 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid onderwijzend personeel mbo Den Haag, 20142025 (in fte)
Als we kijken naar de verwachte jaarlijkse toe- en afname als percentage van de werkgelegenheid, wordt de grootste daling verwacht in 2017. In Tabel 4.4 is ook te zien dat de totale werkgelegenheid in Den Haag in de jaren tot en met 2025 redelijk stabiel blijft. Tabel 4.4 Prognoses leerlingaantal en werkgelegenheid leraren mbo Den Haag, inclusief verschil in jaarlijkse toe-/afname, 2014-2025 (fte/%) Den Haag
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Leerlingaantal (x10)
1.715
1.723
1.734
1.691
1.700
1.707
1.706
1.698
1.686
1.675
1.671
1.673
635
638
642
626
629
632
631
628
624
620
618
619
-8
3
4
-16
3
3
-1
-3
-4
-4
-2
1
-1,28%
0,45%
0,66%
-2,57%
0,53%
0,43%
-0,08%
-0,46%
-0,71%
-0,64%
-0,29%
0,12%
Werkgelegenheid scholen Toe-/afname werkgelegenheid Toe-/afname als % werkgelegenheid
In Figuur 22 zijn de arbeidsmarktstromen opgenomen. De ontwikkeling in Den Haag maakt een vergelijkbare golfbeweging zoals is voorspeld in de landelijke prognose. Wel blijkt in Den Haag de uitstroom naar pensioen groter te zijn. Deze verwachting sluit aan op de verdeling naar leeftijd in het Haagse mbo zoals in paragraaf 4.1 is beschreven.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
47
Figuur 22 Prognoses jaarlijkse verschillen tussen in- en uitstroom onderwijzend personeel mbo Den Haag, 2014-2020 (in fte)
De komende jaren wordt een totale uitstroom van ongeveer 600 fte aan leraren in het mbo in Den Haag verwacht, de instroom wordt geschat op 400 fte (zie ook Tabel 4.5). Vergelijkbaar met de landelijk ontwikkeling, is over de hele periode ook in Den Haag de uitstroom hoger dan de instroom. Tabel 4.5 Prognoses arbeidsmarktstromen leraren mbo Den Haag, in fte, 2014-2020 Den Haag
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Totaal instroom
31
51
53
38
57
53
40
33
27
31
38
43
Totaal uitstroom
-47
-58
-59
-63
-62
-57
-48
-43
-38
-42
-46
-48
-2
-3
-2
-3
-3
-3
-3
-3
-3
-3
-3
-4
functiewijziging
7
8
8
9
8
8
9
9
9
9
9
9
Totaal stromen
-12
-2
0
-19
0
1
-2
-4
-5
-5
-3
0
Totaal arbeidsduurwijziging Totaal
4.4
Werkveldconsultatie middelbaar beroepsonderwijs De zojuist beschreven ontwikkelingen zijn voorgelegd aan het ROC in Den Haag.
4.4.1 Ontwikkeling deelnemersaantal Bij het ROC is het aantal deelnemers de afgelopen jaar licht afgenomen (met zo’n 3,5%). De verwachting van de directeur HR is dat dit aantal binnen enkele jaren toeneemt tot de stand 2010. Destijds had het ROC zo’n 17.000 deelnemers. Volgens de prognoses neemt het deelnemersaantal in het mbo gestaag af. De verwachte stijging bij het ROC heeft volgens de HR directeur te maken met de aard van het onderwijs. Er is een krimp geweest van het aantal BBL’ers (werkenden). BOL heeft een ‘normale’ ontwikkeling gekend. Daarbij is de aanwas van jongeren stabiel in de regio Den Haag waardoor het aantal BOL niet afneemt en de verwachting is dat het aantal BBL’ers wel weer zal stijgen.
48 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
De lichte afname landelijk kent een aantal redenen; •
Vergrijzing van de bevolking (elders hoger dan Den Haag);
•
Havoïsering: steeds vaker wordt via de havo voor het hbo gekozen in plaats van de route via het mbo;
•
Wegvallen van een arbeidssegment (onder andere door technische ontwikkeling), vooral in de sectoren administratie, dienstverlening en zorg (deze ontwikkeling verloopt wat langzamer).
Door de technische ontwikkeling in de maatschappij is er meer vraag naar een hoger niveau. Dit is ook zichtbaar op het ROC zelf. Voorheen werden er ondersteuners op mbo-niveau geworven, inmiddels zijn dit functies op hbo-niveau.
4.4.2 Werving leraren De huidige werving van leraren wordt op het ROC getypeerd als niet eenvoudig maar ook niet problematisch. Voorheen waren er problemen om vacatures voor de algemeen vormende vakken (Nederlands, Engels, Rekenen) en in de verpleging te vervullen, maar dat gaat inmiddels makkelijker. Daarbij is er voldoende instroom van jonge docenten. Wat nog altijd problemen geeft, is een aantal specialisaties in de techniek, bijvoorbeeld installatietechniek. Dit is niet per definitie gebonden aan tijd of conjunctuur, er is in het mbo al tijden een tekort aan specialisten. De instroom in de opleiding is te laag en er is hevige concurrentie met het bedrijfsleven. De werving van docenten wordt gedaan via de website van het ROC, Linkedin, social media en het eigen netwerk van docenten. Contacten bij stagebedrijven worden bijvoorbeeld gebruikt om medewerkers daar te enthousiasmeren college te geven. Voor vacatures op managementniveau wordt er zo nu en dan gebruik gemaakt van een vacaturebank of wordt er een advertentie in de krant geplaatst, maar voor docenten is dit over het algemeen niet nodig (afgezien van de vacatures voor specialisten). Verwachte ontwikkeling lerarenwerving Alle 27 scholen die onder het bestuur vallen, hebben zelf inzicht in hun personeelsbestand. De scholen leveren ieder jaar een overzicht aan. De aankomende jaren verwacht men een gelijkmatige uitstroom door pensioen; gemiddeld zo’n 50 fte per jaar. In 2020 tot 2022 ontstaat er een piek, in deze periode zal zo’n 70 tot 75 fte als gevolg van pensioen uitstromen. Behalve het tekort aan specialisten, verwacht men in de aankomende jaren een afname van wervingsproblemen. Het aanbod van docenten is voor het merendeel van de vakken groot genoeg.
4.4.3 Maatregelen bij knelpunten Het ROC neemt geen maatregelen op centraal niveau. De onderwijsmanagers ondernemen zelf acties om hun docententeams gevuld te houden en dat is vooralsnog voldoende gebleken.
4.4.4 Mogelijke ondersteuning gemeente Den Haag De onderwijsinstelling geeft aan dat er momenteel geen rol is voor de gemeente Den Haag als het gaat om ondersteuning bij het oplossen (of voorblijven) van de lerarentekorten. Het vooruitzicht met betrekking tot de arbeidsmarkt van leraren is minder somber dan voorheen.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
49
Bijlage I Aanvullende gegevens Mirror
Aanvullende gegevens vacatures RPA Haaglanden Primair onderwijs Tabel 4.1 Geïnventariseerde vacatures po 1 januari 2013 t/m 31 juli 2013 ten opzichte van 1 januari 2013 t/m 31 juli 2014 in indexcijfers (excl. webspiders van bestuurssites) 1 januari 2013 t/m 31 juli 2013
1 januari 2014 t/m 31 juli 2014
Onderwijzend personeel
100
96
Directie
100
173
Ondersteunend personeel
100
122
Totaal
100
107
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.2 Geïnventariseerde vacatures docenten po naar docenttype, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
Groepsleerkracht
127
84%
Vakleerkracht
11
7%
AB, IB en RT
13
9%
Totaal
151
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.3 Geïnventariseerde vacatures directie po naar functietype, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
(Locatie- of afdelings-) Directeur
22
85%
Adjunct-directeur
2
8%
Bestuur
2
8%
Totaal
26
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.4 Geïnventariseerde vacatures ondersteunend personeel po naar functietype, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
Onderwijsondersteunend
8
30%
Finance & control
7
26%
Begeleiding & zorg
5
19%
P&o
3
11%
1
4%
Advies- en beleidsmedewerker
1
4%
Facilitair / schoonmaak
1
4%
Medewerker ict
1
4%
Totaal
27
100%
Administratief / secretarieel medewerker
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
51
Tabel 1.5 Verdeling vacatures po naar dienstverband, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Docenten (n=121)
Directie (n=24)
Ondersteuners (n=21)
67%
4%
57%
7%
8%
10%
(Mogelijk) Vast
22%
29%
10%
Vast
4%
58%
24%
100%
100%
100%
Tijdelijk Tijdelijk met uitzicht op vast
Totaal
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.6 Verdeling vacatures docenten po naar loonschaal, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Basisonderwijs
Speciaal (basis)onderwijs
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
LA
52
91%
0
0%
LB
4
7%
24
96%
Overig
1
2%
1
4%
Totaal
57
100%
25
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.7 Verdeling vacatures directie po naar loonschaal, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Aantal
Percentage
DA
5
31%
DB
5
31%
DC
3
19%
Overig
3
19%
Totaal
16
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.8 Verdeling vacatures ondersteunend personeel po naar loonschaal, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Aantal
Percentage
Schaal 1-4
5
24%
Schaal 5-8
8
38%
Schaal 9-12
8
38%
Totaal
21
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
52 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Tabel 1.9 Vervulling vacatures po op moment van bevraging, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 (survey) Onderwijzend personeel
Directie
Ondersteunend personeel
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
27
93%
2
50%
5
100%
2
7%
2
50%
0
0%
29
100%
4
100%
5
100%
Vervuld Niet (geheel) vervuld Totaal
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Voortgezet onderwijs Tabel 1.10 Geïnventariseerde vacatures docenten vo naar vakgebied en landsdeel, in percentages, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Noord
Oost
West
Zuid
(n=260)
(n=1.127)
(n=3.208)
(n=891)
Docent wiskunde / rekenen
13,1%
16,6%
15,0%
13,2%
Docent Nederlands
12,7%
9,6%
13,3%
13,0%
Docent natuur- / scheikundige vakken
11,2%
10,6%
11,8%
13,7%
Docent Engels
8,5%
13,4%
10,4%
13,8%
Docent Duits
6,5%
6,1%
6,6%
5,5%
Docent economie / handel
4,2%
6,8%
6,1%
5,3%
Docent biologie
4,6%
5,4%
4,3%
5,2%
Docent kunstzinnige en culturele vakken
6,9%
5,1%
4,6%
3,8%
Docent Frans
5,4%
2,1%
3,8%
3,7%
Docent techniek
4,6%
3,8%
2,6%
3,6%
Docent aardrijkskunde
3,8%
2,5%
3,2%
2,4%
Docent lo / beweging
1,2%
2,0%
2,9%
2,1%
Docent maatschappijleer / m&m
0,4%
2,1%
2,0%
2,2%
Docent geschiedenis
4,2%
1,1%
1,5%
1,3%
Docent zorg en welzijn
1,9%
2,3%
1,3%
0,9%
Docent klassieke talen
0,4%
0,9%
1,1%
2,2%
Docent levensbeschouwelijke vakken
1,5%
0,9%
0,8%
2,1%
Docent ict
0,8%
0,7%
1,1%
0,8%
Docent groen
1,5%
1,0%
1,0%
0,0%
Docent avo
0,8%
0,2%
0,7%
0,7%
Docent horeca / catering
0,0%
0,6%
0,5%
0,3%
Docent m&o
0,0%
0,3%
0,3%
0,1%
Docent bouwkunde / -techniek
0,4%
0,3%
0,2%
0,1%
Docent overige vakken
0,4%
1,3%
1,2%
0,8%
Docent niet gespecificeerd
3,1%
3,1%
2,9%
1,9%
Docent meerdere vakken
1,5%
1,0%
0,6%
0,9%
AB, IB en RT
0,4%
0,3%
0,2%
0,1%
Totaal
100%
100%
100%
100%
*Dikgedrukte percentages geven aan dat de relatieve vraag naar het betreffende vak in dat landsdeel significant verschilt van het onderstreepte landsdeel.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
53
Tabel 1.11 Geïnventariseerde vacatures vo 1 januari 2013 t/m 31 juli 2013 ten opzichte van 1 januari 2013 t/m 31 juli 2014 in indexcijfers (excl. webspiders van bestuurssites) 1 januari 2014 t/m 31 juli 2014
1 januari 2013 t/m 31 juli 2013
Onderwijzend personeel
100
185
Directie
100
400
Ondersteunend personeel
100
115
Totaal
100
179
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.12 Geïnventariseerde vacatures Haaglanden docenten vo naar vakgebied, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
Docent wiskunde / rekenen
79
16%
Docent Nederlands
62
13%
Docent natuur- / scheikundige vakken
58
12%
Docent vreemde talen
107
22%
Docent economie / handel
30
6%
Docent kunstzinnige en culturele vakken
23
5%
Docent biologie
18
4%
Docent aardrijkskunde
15
3%
Docent lo / beweging
13
3%
Docent geschiedenis
12
2%
Docent klassieke talen
9
2%
Docent maatschappijleer / m&m
8
2%
Docent groen
6
1%
Docent zorg en welzzijn
4
1%
Docent horeca / catering
4
1%
Docent ict
4
1%
Docent techniek
4
1%
Docent avo
3
1%
Docent levensbeschouwelijke vakken
3
1%
Docent toerisme & vrije tijd
3
1%
AB, IB en RT
2
0%
Docent onderzoek & ontwerpen
2
0%
Docent niet gespecificeerd
18
4%
Docent meerdere vakken
1
0%
488
100%
Totaal
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.13 Geïnventariseerde vacatures directie vo naar functietype, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
(Locatie- of afdelings-) Directeur
10
71%
Conrector / adjunct-directeur
4
29%
Bestuur
0
0%
Totaal
14
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
54 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Tabel 1.14 Geïnventariseerde vacatures ondersteunend personeel vo naar functietype, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
12
24%
11
22%
Roostering / planning
6
12%
Advies- en beleidsmedewerker
4
8%
Begeleiding & zorg
4
8%
Facilitair / schoonmaak
4
8%
3
6%
Finance & control
2
4%
Medewerker ict
2
4%
P&o
2
4%
Totaal
50
100%
Onderwijsondersteunend Managers / coördinatoren / hoofden
Administratief / secretarieel medewerker
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.15 Verdeling vacatures vo naar dienstverband, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Docenten (n=406)
Directie (n=12)
Ondersteuners (n=41)
40%
8%
24%
60%
17%
66%
(Mogelijk) Vast
0%
8%
0%
Vast
0%
67%
10%
100%
100%
100%
Tijdelijk Tijdelijk met uitzicht op vast
Totaal
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.16 Verdeling vacatures docenten vo naar loonschaal, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Aantal
Percentage
LB
178
68%
LC
68
26%
LD
14
5%
Overig
2
1%
Totaal
262
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
55
Tabel 1.17 Verdeling vacatures directie vo naar loonschaal, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Aantal
Percentage
LE
2
25%
Schaal 14
3
38%
Schaal 15
2
25%
Overig
1
13%
Totaal
8
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.18 Verdeling vacatures ondersteunend personeel vo naar loonschaal, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Aantal
Percentage
Schaal 1 t/m 4
3
9%
Schaal 5 t/m 8
20
59%
Schaal 9 t/m 12
9
26%
Overig
2
6%
Totaal
34
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.19 Vervulling vacatures vo op moment van bevraging, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 (survey) Onderwijzend personeel
Vervuld Niet (geheel) vervuld Totaal
Directie
Ondersteunend personeel
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
14
82%
2
67%
4
80%
3
18%
1
33%
1
20%
17
100%
3
100%
5
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.20 Geïnventariseerde vacatures docenten vreemde talen vo naar taal, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage van vreemde talen
Docent Engels
46
43%
Docent Duits
29
27%
Docent Frans
29
27%
Docent Spaans Totaal
3
3%
107
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
56 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Middelbaar beroepsonderwijs Tabel 1.21 Geïnventariseerde vacatures mbo 1 januari 2013 t/m 31 juli 2013 ten opzichte van 1 januari 2013 t/m 31 juli 2014 in indexcijfers 1 januari 2014 t/m 31 juli 2014
1 januari 2013 t/m 31 juli 2013
100
125
-
-
Ondersteunend personeel
100
380
Totaal
100
169
Onderwijzend personeel Directie
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.22 Geïnventariseerde vacatures docenten mbo naar vakgebied, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
Docent zorg en welzijn
14
24%
Docent vreemde talen
7
12%
Docent Nederlands
6
10%
Docent ict
4
7%
Docent techniek
4
7%
Docent communicatie / marketing
3
5%
Docent lo / beweging
3
5%
Docent administratie
2
3%
Docent economie / handel
2
3%
Docent handhaving / veiligheid
2
3%
2
3%
Docent maatschappijleer / m&m
2
3%
Docent juridische dienstverlening
1
2%
Docent wiskunde / rekenen
1
2%
Docent niet gespecificeerd
2
3%
Docent meerdere vakken
3
5%
Totaal
58
100%
Docent kunstzinnige en culturele vakken
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.23 Geïnventariseerde vacatures ondersteunend personeel mbo naar functietype, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage
9
28%
Facilitair / schoonmaak
8
25%
Onderwijsondersteunend
5
16%
Medewerker ict
3
9%
Advies- en beleidsmedewerker
2
6%
Begeleiding & zorg
2
6%
2
6%
Administratief / secretarieel medewerker
Managers / coördinatoren / hoofden P&o
1
3%
Totaal
32
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
57
Tabel 1.24 Verdeling vacatures mbo naar dienstverband, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Docenten (n=7)
Directie (n=0)
Ondersteuners (n=5)
Tijdelijk
86%
-
60%
Vast
14%
-
40%
Totaal
100%
-
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.25 Verdeling vacatures docenten mbo naar loonschaal, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014* Aantal
Percentage
LB
52
93%
LC
4
7%
Totaal
56
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014. * Deze informatie is afkomstig uit de gespiderde vacatureteksten en waar mogelijk aangevuld met informatie uit het aanvullende survey.
Tabel 1.26 Vervulling vacatures mbo op moment van bevraging, voor zover bekend, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 (survey) Onderwijzend personeel
Vervuld Niet (geheel) vervuld Totaal
Directie
Ondersteunend personeel
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
Aantal
Percentage
0
0%
-
-
-
-
1
100%
-
-
-
-
1
100%
-
-
-
-
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
Tabel 1.27 Geïnventariseerde vacatures docenten vreemde talen mbo naar taal, 1 augustus 2013 t/m 31 juli 2014 Aantal
Percentage van vreemde talen
Docent Engels
6
86%
Docent Duits
1
14%
Totaal
7
100%
Bron: ITS Tabellenrapportage vacatures po, vo en mbo in RPA Haaglanden 2013/2014.
58 Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
Bijlage II Lijst met geïnterviewden
Sector
Instellingen
Functie
Po
Vo
Mbo
ROC Mondriaan
Prognose onderwijzend personeel Den Haag en Haaglanden
59
Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland
Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Nederland
T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected]
W www.ecorys.nl
Sound analysis, inspiring ideas
BELGIË – BULGARIJE – HONGARIJE – INDIA – KROATIË - NEDERLAND – POLEN – RUSSISCHE FEDERATIE – SPANJE – TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK