Prof. Dr. Didier Pollefeyt, Vicerector Onderwijsbeleid KU Leuven
Faculteit Theologie en Religiestudie, Katholieke Universiteit Leuven © 2015
1. Uitgangspunt: christelijke antropologie. De mens als een 'broze hermeneutische ruimte‘ 2. De Post-Kritische Geloofsschaal. Cognitieve geloofsstijlen als bouwstenen voor katholieke identiteit.
3. De katholieke Dialooginstelling. Situering binnen het 'identiteitsvierkant' (Victoria Schaal). 4. Empirische onderzoeksresultaten pilootonderzoek Broeders van Liefde. 4 psychiatrische en 3 ortho(ped)agogische instellingen, 2013. 5. Pastoraal in de context van de zorgsector. De katholieke dialooginstelling in de praktijk.
De mens als een 'broze hermeneutische ruimte'
Confessioneel perspectief
Vanuit specifiek joods-christelijk mensbeeld: Gen 1,26 : ‘Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend.’
MAAR beeldenverbod:
’U zult geen beelden maken.’ (Ex 20, 4)
Onaf-beeld-bare werkelijkheid in de mens Mens is meer dan: biologie + psychologie + sociologie. Niet alles is voorbepaald: vrijheid, ontvankelijkheid,
verantwoordelijkheid, creativiteit, interpretatie. ‘Ziel’: het binnenste, de essentie, de plek van de Godsontmoeting.
Structurele ontvankelijkheid
Structurele ontvankelijkheid. De mens als een ‘broze hermeneutische ruimte’ Openheid om eigen werkelijkheid transcenderen.
Dieren: Traces of God
Mensen: Faces of God
Zinzoekende wezens: zinverlangen, zinontvangen Structurele ontvankelijkheid voor de ‘luister van het leven’ Hermeneutische verlamming (Job, Jezus) Verdient onvoorwaardelijk respect van conceptie (hermeneutische ruimte in ontwikkeling) tot ziekte en dood (hermeneutische ruimte in verval).
Levensbeschouwelijke bedachtzaamheid
Ratio: elke mens heeft een ‘hermeneutische ruimte’. Ongeacht zijn/haar levensbeschouwelijke achtergrond Alle mensen zijn hierdoor structureel met elkaar verbonden
Levensbeschouwelijke kijk op de werkelijkheid Niets is evident , geloofsgesprek moet ‘ont-roeren’. Laten ontdekken en openbreken van de hermeneutische ruimte in elk
mens. De hoogtes en de laagtes van het leven, de schoonheid en de troost, de pijn en het lijden, het mysterie en het onbegrijpelijke, het genadevolle karakter en de harde kant van de werkelijkheid, maar ook: de broze, kwetsbare en uitgesloten medemens, de broosheid van de natuur, de hunker in ons eigen hart
Broze hermeneutische ruimte
De hermeneutische ruimte van elke mens is reeds bezet. Niemand is neutraal: we zijn geen compleet
autonome wezens, niemand start van nul. We zijn door de werkelijkheid geraakt. Iedereen draagt waarheid in zich, maar niemand heeft de volle waarheid in pacht. Niemand is zonder kwaad, niemand is zonder verleden (erfzonde).
Geen puur constructivisme. Je kan je eigen identiteit maar tot op zekere hoogte kiezen. Onzichtbare loyaliteiten (Nagy). Gekleurd door de angsten en dromen van onze ouders, de structuur en het leefklimaat van onze familie van herkomst en de plaats die wij erin hebben gekregen, de scholen die we bezocht hebben, de vrienden die we (niet) gevonden hebben, de boeken die we (niet) gelezen hebben, de poëzie en de muziek die we hoorden, het kwaad en het lijden dat ons getroffen heeft, de mensen die we toevallig ontmoet hebben, de cultuur, de traditie, de tijdsgeest, enzovoort.
De levensbeschouwelijke ruimte is broos Vragen, mogelijkheden, verleidingen van alle kanten op de
zingevingsmarkt. Bedreigingen: Lichamelijke kwetsbaarheid Fundamentalisme Relativisme en nihilisme Liberale markteconomie nieuw ‘groot verhaal’ dat onze hermeneutische ruimte bezet met economische betekenissen.
Radicale polyfone identiteit.
Pluraliteit 1. Bewust worden van pluraliteit aan invloeden in mij en buiten mij. 2. Deconstructie van manipulatieve interpretaties.
Kritisch onderwijs Kritisch voor wat hermeneutische ruimte bedreigt! • indoctrinatie • racisme en schending van mensenrechten • bedreiging van de natuur “De onverdraagzaamheid van de ander is de grens aan mijn eigen verdraagzaamheid.“ (Paul Ricoeur)
Positieve ruimte voor andere levensbeschouwingen (Vat. II).
MAAR geen neutraliteitsclaim. WEL vertrekken vanuit joods-christelijke traditie Openheid en identiteit zijn geen tegengestelden ▪ “Van geen enkele levensbeschouwing kan worden gevraagd dat ze zo open wordt dat ze zichzelf in naam van die openheid opheft.”
Omwille van uitgangspunt, namelijk: De mens als beeld van God = confessioneel gekeurd uitgangspunt dat op zichzelf betwistbaar is.
Geloven in de kracht van het christelijk verhaal.
Geen automatische overgang van levensbeschouwing naar godsdienst. ‘God komt van elders’. >< Mystagogisch-communicatief model - vertrekken bij de mens, eindigen bij God - omgaan met het mysterie van het leven om te komen bij het mysterie van God
Overlap christendom en cultuur is verdwenen gevolg: christelijke traditie moet uitdrukkelijker verwoord worden in het leven Gods particuliere plaats in de hermeneutische ruimte: er is geen onvermiddelde Godsrelatie mogelijk Om God te kunnen ervaren en ontmoeten, dient men eerst geïnitieerd te zijn in een heel particuliere set van verhalen, symbolen, rituelen, tradities, enzovoort. die toelaten de Godsontmoeting in de hermeneutische ruimte te vermiddelen.
>< Immanente transcendentie. Het goede, ware en schone als weg naar transcendentie
De Radicaal Andere breekt binnen in hermeneutische ruimte (‘transcendente transcendentie’).
Probleem: hedendaags taboe op transcendentie. Oplossing ≠ filosofische propedeuze (Guido Van Heeswijck) = specifieke confessionele belijdenis
Men zou de Godsrelatie of de Godsverhouding kunnen omschrijven als het binnenbreken in de hermeneutische ruimte van een Radicaal Andere die datgene verbindt, vult, fundeert en tot eenheid brengt wat ikzelf uit eigen kracht niet kan verbinden, vervullen, funderen en tot eenheid brengen; maar waar ik toch ten diepste naar verlang. God ervaren en ontmoeten is voor de gelovige mens baden in een licht dat van elders komt, dat eenheid sticht, teder maakt, de liefde een gelaat geeft, dankbaarheid oproept, vrede brengt, toekomst belooft, maar ook verantwoordelijk maakt en de wereld met andere ogen laat zien. Het is de verantwoordelijkheid van een katholieke instelling om te laten zien, verstaan en voelen hoe gelovige mensen op deze manier de hermeneutische ruimte kunnen ervaren en laten open bloeien, in woorden, verhalen, gebeden en rituelen, Er moet minstens voor gezorgd worden dat deze mogelijkheid in de mensen niet op voorhand geblokkeerd wordt, ook al is het vaak zo dat religie en religieuze taal zelf obstakels kunnen zijn voor een dergelijke transcendente beleving van de hermeneutische ruimte!
Naar levensbeschouwelijke zelfverheldering
Christendom als particuliere bemiddelingsstructuur in de hermeneutische ruimte: In een katholieke instelling neemt de getuigenis van het
christelijke verhaal een prominente rol in. De betrokkene kan: 1. geloof verder verdiepen (mystagogie) OF
2. kennismaken met christelijke traditie (initiëren of informeren)
Een aanbod voor christenen én voor andersgelovigen. 1. 2. 3. 4.
Zij die dieper groeien in hun christelijk geloof (geworteld in de eigen traditie) (mystagogie / catechese) Zij die de christelijke traditie ontdekken (evangelisatie) of her-ontdekken (re-evangelisatie). Zij met niet-christelijke religieuze overtuigingen die op een meer authentieke manier geworteld worden in hun eigen religie, als partners in dialoog (interreligieus leren) Zij die leren over de christelijke traditie als een belangrijke culturele en morele waarde in de Westerse samenleving (pre-evangelisering)
Christelijke antropologie: Elke mens is in staat om moreel en religieus authentiek te denken.
Vat II, NA 2: “Zij heeft hoge achting voor die leef- en gedragswijzen, voorschriften en onderricht die, hoewel op veel manieren afwijkend van haar eigen leer, toch vaak een lichtstraal van die waarheid weerspiegelt die alle mensen verlicht”
Cognitieve geloofsstijlen als bouwstenen voor een katholieke identiteit.
Waarheid is een feit, objectief en zeker.
God bestaat echt — en ik geloof.
‘God’ is een menselijke uitvinding.
Waarheid wordt gevonden in de zoektocht naar betekenis, waarde en zin, in de continue interpretatie van de wereld.
http://www.godvoordommen.nl/ (16-11-2011)
Relativisme: reductie van transcendentie tot het smelten van de chocolade op de tong. Genieten van chocolade als een immanente transcendentie-ervaring.
Godsdienst als… geldgewin
Godsdienst als… sentimentaliteit
Godsdienst als… bron van geweld Godsdienst als… irrationaliteit
Godsdienst als… ideologie
EN TOCH …
Godsdienst als… zijn wil opleggen aan anderen
Godsdienst als… machtsmisbruik Godsdienst als… de waarheid in pacht hebben
Godsdienst als… dekmantel van seksueel misbruik Godsdienst als… onverdraagzaamheid
Godsdienst als… sekte
heeft God mij geraakt en mijn verlangen gewekt. Ik kan het niet negeren, ik moet aan anderen meedelen wat mij vervult. Ondanks alles kan ik niet anders dan liefhebben, kwetsbaar zijn in de wereld. Voorbij alle kritiek blijf ik onvermijdelijk zoeken naar God.
preferentiële religieuze attitude op theologische gronden
direct toegankelijk
N/A
GOD
geen transcendente realiteit
...
gemeenschap
?
Bijbel
sacramenten Geest
convergent: toegankelijk door vermiddelingen
?
sport
?
? muziek
politiek
wetenschap
Zoon
...
?
God
?
?
? divergent
Situering binnen het 'identiteitsvierkant' (Victoria Schaal)
Duidelijke optie voor een katholieke identiteit.
Openheid en ontvankelijkheid voor andere levensbeschouwingen en godsdiensten is fundamenteel.
Openheid en ontvankelijkheid voor andere levensbeschouwingen en godsdiensten is onnodig en zelfs schadelijk.
Duidelijke optie voor een seculiere identiteit.
Een stem roept in de woestijn: “bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht.” (Mt 3,3)
preferentiële identiteit op theologische gronden
Nazareth College, Findon, Australië
Christenen zijn geroepen om te getuigen van Gods Liefde in woord en daad: het Evangelie wordt pas dan verkondigd wanneer het wordt voorgeleefd.
Empirische onderzoeksresultaten van 4 psychiatrische en 3 ortho(ped)agogische instellingen, 2013.
De centrale onderzoeksvragen beogen zowel een beschrijvende als een normatieve doelstelling:
Hoe geeft de onderzochte instelling vorm aan de levensbeschouwelijke en specifiek-katholieke aspecten van haar institutionele identiteit in een culturele context getekend door toenemende secularisering, detraditionalisering en pluralisering?
In lijn met deze analyse, welke aanbevelingen kan de KU Leuven doen aan de onderzochte voorziening indien het haar wens is om de specifiekkatholieke aspecten van haar identiteit in het heden en naar de toekomst toe te behouden, te herprofileren, te recontextualiseren en verder te ontwikkelen in een hermeneutisch-communicatief theologisch perspectief?
Identificatiediagram & Profielvragenlijst Korte voorafgaandelijke vragenlijsten. Situeren de respondenten binnen de organisatie en verzamelen achtergrondvariabelen over hun geloofsprofiel.
Doyle Vragenlijst Individuele vragen omtrent institutionele katholieke identiteit. Dubbel meetniveau: feitelijk + normatief niveau.
Post-Kritische Geloofsschaal Bepalen van de geloofsattitudes of cognitieve geloofsstijlen aanwezig in de populatie.
Melbourne Schaal Typologie van theologische identiteitsopties voor voorzieningen in a plurale culturele context. Dubbel meetniveau: feitelijk + normatief niveau.
Victoria Schaal Typologie van pedagogische identiteitsopties voor voorzieningen in a plurale culturele context. Dubbel meetniveau: feitelijk + normatief niveau.
Charism Schaal (NIEUW) Multivariate vragenlijst die het typische charisma van een (congregationele) voorziening in beeld brengt. Dubbel meetniveau: feitelijk + normatief niveau.
Respondentengroepen in zorginstellingen: Respondentengroepen
Beschrijving
Patiënten & bewoners (10-12 jaar)
kinderen 10-12 jaar
Patiënten & bewoners (13-14 jaar)
tieners 13-14 jaar
Patiënten & bewoners (15-16 jaar)
tieners 15-16 jaar
Patiënten & bewoners (17-18 jaar)
tieners 17-18 jaar
Patiënten & bewoners (volwassenen)
volwassenen
Zorgverleners / middenkader
volwassenen die het beleid uitvoeren, maar niet zelf maken
Directieleden / dagelijkse bestuur
volwassenen die het beleid maken op lokaal niveau
Beleidsinstituties
volwassenen die het beleid maken op supra-lokaal niveau
Externe betrokkenen
de sociale context van een instelling
Individuele respondenten
individuen, niet behoren tot een bepaalde andere groep
De identiteit van een voorziening wordt gemeten op twee niveaus:
FEITELIJK NIVEAU:
de huidige praktijk in mijn voorziening
De manier(en) waarop de leden de huidige identiteit van hun instelling waarnemen en interpreteren. De huidige stand van zaken, door de ogen van de betrokkenen. “Mijn voorziening is een zeer goede omgeving om dichter tot God te komen.” “In mijn voorziening gelooft en denkt men op verschillende manieren.” “De katholieke identiteit van mijn voorziening is iets dat ik zie, beleef en ervaar.”
NORMATIEF NIVEAU:
mijn ideale voorziening
De persoonlijke ideaalvisies van de leden van de voorziening omtrent de identiteit van hun instelling, m.a.w. de richting waarheen de leden hun voorziening zouden willen zien evolueren in de toekomst. “Mijn ideale voorziening is een zeer goede omgeving om dichter tot God te komen.” “In mijn ideale voorziening gelooft en denkt men op verschillende manieren.” “De katholieke identiteit van mijn ideale voorziening moet iets zijn dat ik zie, beleef en ervaar.”
De identiteit van een voorziening wordt gemeten op het FEITELIJKE en het NORMATIEVE MEETNIVEAU. Een vergelijking tussen de gepercipieerde praktijk en het gewenste ideaal biedt inzicht in: 1.
Het draagvlak voor het huidige beleid. Is men tevreden met de situatie in de instelling zoals die vandaag gestalte krijgt? Steunt men de manier waarop de levensbeschouwelijke en religieuze voorkeursopties van de organisatie in de huidige praktijk vorm en inhoud krijgen, en hoe breed / smal is dat draagvlak? In welke mate sluit de huidige identiteit van de instelling aan bij het ideaalbeeld van de betrokkenen?
2.
Het potentieel voor verandering = de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling. In welke richting zien de leden hun instelling het liefst evolueren in de toekomst? Welke ideaalbeelden leven er in de organisatie? Hoe groot is het verlangen naar verandering en vernieuwing, en welke richting gaat dat uit? In welke mate is men bereid om veranderingen in een bepaalde richting te steunen?
3.
Aanwijzingen voor beleidsopties. Hoe de ontwikkeling van een instelling begeleiden en eventueel bijsturen in een vooropgestelde normatieve richting, rekening houdend met het draagvlak voor het huidige beleid en het aanwezige potentieel voor verandering? Wat zijn de mogelijkheden, kansen, uitdagingen, valkuilen?
Dubbel empirisch meetniveau: FEITELIJK NIVEAU de huidige situatie NORMATIEF NIVEAU het ideaal van de betrokkenen
NORMATIEVE PREFERENTIE Principiële voorkeur op theologische gronden: een post-kritische geloofshouding, symbolischvermiddeld; recontextualisering van katholieke identiteit; een dialoogmodel: identiteit in diversiteit (hermeneutisch-communicatieve didactische model)
empirische normativiteit
theologische normativiteit
Stap 1 Neutraal en objectief beschrijven van de onderzoeksgegevens zonder normatieve voorkeur ‘de grafiek in woorden’
Stap 2 Evalueren en beoordelen van de onderzoeksgegevens op grond van onze normatieve preferentie Aanbevelingen voor beleidsopties
Een disproportionele gestratificeerde steekproef: samenstelling, omvang en eventuele vertekening door non-respons, evaluatievragen, representativiteit en validiteit van het onderzoek.
POPULATIE (steekproefkader: instelling+ sociale context)
STEEKPROEF
Een goede steekproef is een representatieve ‘miniatuur’ van de gehele populatie: 1. Adequate omvang in vergelijking met de populatie Algemene regel: steekproeven moeten een minimum omvang hebben van 20-25% van de populatie op voorwaarde dat de selectie van respondenten willekeurig geschiedt. Méér respondenten is altijd beter. Bovendien geldt dat, hoe kleiner de omvang van de diverse strata, des te groter de steekproeffractie in die strata moet zijn.
2. Willekeurige selectie van respondenten Mensen uit de verschillende geledingen + uit de sociale context (meestal ouders), verdeeld in respondentengroepen. Uit elk stratum wordt een willekeurige groep respondenten getrokken op zo’n manier dat elk element een identieke kans heeft om in de steekproef terecht te komen. Een stratum moet ten minste 30 respondenten bevatten om afzonderlijk bestudeerd te kunnen worden; zoniet worden verschillende strata samengevoegd totdat aan de n ≥ 30 regel voldaan is.
Om statistisch representatieve onderzoeksresultaten te verkrijgen, is een representatieve steekproef vereist in alle samenstellende respondentengroepen. Indien aan deze voorwaarde niet (of slechts gedeeltelijk) voldaan is, dan zou de steekproef nog steeds indicatief kunnen zijn voor de karakteristieken van de populatie als geheel, hoewel er dan foutenmarges in rekening moeten worden genomen.
School/Voorziening
Lnn BaO
Lnn 1-2
Lnn 3-4
Lnn 5-6
Patiënt/ cliënt
Lkn/ zorg
Dir/ leiding
Ouders/Ex tern
Centrale diensten van het Provincialaat, Gent
Prov.
Totaal
76
76
BO Sint Paulus (campus De Deyne& Rerum Novarum), Gent
22
22
4
10
58
BO Sint Victor (Kasteelstraat & Begijnendreef), Turnhout
89
42
3
24
158
BO Sint Franciscus, Knesselare
51
31
2
19
103
SO VISO Cor Mariae, Brakel
95
81
65
26
5
16
288
SO Technisch Heilig-Hartinstituut, Tessenderlo
150
249
183
86
9
3
680
SO Sint Paulusinstituut, Gent
109
98
91
74
5
76
453
SO Sint Victorinstituut, Turnhout
19
105
52
18
4
39
237
PC Zoete Nood Gods, Lede
43
107
11
4
165
PC Sint-Amedeus, Mortsel
33
111
21
12
177
PC Broeders Alexianen, Tienen
63
63
10
21
157
PC Sint-Jan-Baptist, Zelzate
43
111
21
7
182
6
147
10
12
305
59
2
28
114
26
67
9
23
125
214
964
116
294
OAC Sint Idesbald, Roeselare
23
30
43
34
OAC Koninklijk Instituut Woluwe, Woluwe
8
7
6
4
OAC Broeder Ebergiste, VursteGavere 15 scholen&voorzieningen
193
410
582
429
76
3278
1. Centrale diensten, Gent 2. Orthopedagogisch Centrum Koninklijk Instituut Woluwe, Sint-LambrechtsWoluwe 3. Orthopedagogisch Centrum SintIdesbald, Roeselaere 4. Ortho-Agogisch Centrum Broeder Ebergiste, Vurste-Gavere 5. PC Zoete Nood Gods, Lede 6. PC Sint-Amedeus, Mortsel 7. PC Sint-Jan-Baptist, Zelzate 8. Psychiatrische kliniek Broeders Alexianen, Tienen 9. Technisch Heilig-Hartinstituut, Tessenderlo 10. Sint Paulus SO, Gent 11. Sint Paulus Basisschool, Gent 12. Sint-Victorinstituut SO, Turnhout 13. Sint Victor Basisschool, Turnhout 14. VISO Cor Mariae, Brakel 15. Sint-Franciscus Basisschool, Knesselare
Schaalgemiddelden personeel, directie en externen OAC
Schaalgemiddelden leerlingen, cliënten, gebruikers OAC
Schaalgemiddelden gedifferentieerd
Schaalgemiddelden gedifferentieerd, feitelijk niveau
Schaalgemiddelden gedifferentieerd, normatief niveau
Schaalgemiddelden personeel, directie en externen
Schaalgemiddelden van 4 psychiatrische centra
Schaalgemiddelden gedifferentieerd
Schaalgemiddelden gedifferentieerd, feitelijk niveau
Schaalgemiddelden gedifferentieerd, normatief niveau
Schaalgemiddelden van 4 psychiatrische centra
De katholieke dialooginstelling in de praktijk
directe beschikbaarheid
geen transcendente werkelijkheid
N/A
GOD
...
geloofsgemeenschap
?
Bijbel
sacramenten Geest
convergent: beschikbaar doorheen mediaties
?
sport
?
? muziek
politiek
wetenschap
Zoon
...
?
Vader
?
?
? divergent
(1) Een katholieke zorginstelling is een inclusieve zorggemeenschap, een 'open ruimte' van betekenisgeving en relaties, (2) waar vermiddelingen zoals verhalen, symbolen, rituelen, waarden, leefregels enz. op een bewuste en zorgzame wijze worden aangereikt en tot leven gebracht. (3) alle leden van de zorggemeenschap worden uitgenodigd en de kans gegeven om doorheen deze mediaties in een levende relatie te gaan staan met een transcendente werkelijkheid (‘God’), op unieke wijze geïncarneerd in Jezus Christus; (4) een relatie die transformatief is zowel voor de zorgende opdracht van de instelling als voor de waardering en de bevestiging van de persoon van alle betrokkenen van welke levensbeschouwing ook.
Out of Reach, Daughters of Eve Francis Bernard Dickee, Bridgeman Art Library, Londen
Prof. Dr. Didier Pollefeyt, vicerector KU Leuven
Faculteit Theologie en Religiestudie, Katholieke Universiteit Leuven © 2015
Theologische grondopties voor katholieke identiteit
Institutionele Reconfessionalisering
preferentiële identiteit op theologische gronden
Recontextualisering
Christelijke Waardenopvoeding
Confessionaliteit
Institutionele Secularisering
OPNIEUW AANBIEDEN VAN HET KATHOLIEKE GELOOF, ZUIVER EN ONVERANDERD
‘HERTALEN’ VAN HET KATHOLIEKE GELOOF ZODAT HET TOT LEVEN KOMT IN DE HEDENDAAGSE CONTEXT
LOSLATEN VAN HET KATHOLIEKE GELOOF
ETHIEK ALS ‘SPRINGPLANK’ NAAR HET KATHOLIEKE GELOOF
TRADITIONELE KATHOLIEKE IDENTITEIT Zoals het vroeger was en vandaag soms nog kan voortbestaan.
Wat is dat precies? Waarom is het een probleem in een pluraliserende context?
Wat bedoelen we precies met Christelijke Waardenopvoeding (L. Boeve)?
NIET: seculiere waarden, zoals bijvoorbeeld: vrijheid, eerlijkheid, zorgzaamheid, respect, verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid, aandacht voor de zwakke, enz.) Secularisering
NIET: christelijke waarden, in de betekenis van unieke christelijke eigenschappen en bezorgdheden, gerelateerd aan: • Private ethiek (e.g. abortus, euthanasie, stamcelonderzoek, contraceptie, etc.) • Sociale ethiek (e.g. naastenliefde, familiewaarden, werk voor de gemeenschap, subsidiariteit, zorg voor de armen, vredeswerk, etc.) Reconfessionalisering
In de terminologie van de Melbourne Schaal-typologie verwijst ‘Christelijke Waardenopvoeding’ naar een didactische methode/strategie van mono-correlatie: • • • •
Gericht op een consensus die breed gedragen wordt, door katholieken alsook door anderen. Poging om seculiere en christelijke waarden te harmoniseren. Gericht op het verminderen van de spanning tussen beide. Meest evidente keuze: het verbinden / linken / koppelen / correleren van een breed gedragen waardengevoeligheid met een christelijk-religieus denkkader.
‘Christelijke Waardenopvoeding’ is een voor de hand liggende combinatie van breed gedragen waarden en een katholiek interpretatiekader, met de impliciete of uitdrukkelijke bedoeling om de katholieke levensstijl te promoten voor alle aanwezigen. Typisch is dat de correlatie bestaat uit een externe koppeling waarbij de bestanddelen onafhankelijk blijven functioneren, terwijl ze voorondersteld worden zich binnen hetzelfde ‘interpretatiekader’ te bevinden waardoor ze elkaar insluiten, naar elkaar verwijzen en elkaar automatisch oproepen. (Pizza Hawaï) ‘Christelijke Waardenopvoeding’ word geschraagd door een passieve, traditionele confessionaliteit die voorondersteld wordt nog steeds in de voorziening aanwezig te zijn en als harmoniserend bindmiddel functioneert.
Als de katholieke confessionaliteit van een voorziening wegdeemstert en minder en minder herkenbaar wordt, dan leidt een onreflexieve voortzetting van Christelijke Waarenopvoeding (mono-correlatie) tot ongewenste effecten: 1. Ineffectief: de correlatiebeweging valt stil en loopt halverwege vast. 2. Voorspelbaar: repetitief, saai en zelfs manipulatief (het rolluikenfenomeen). 3. Contraproductief: in feite produceert het secularisering (intentie ≠ effect). 4. Reductie: het christelijke geloof wordt herleid tot haar ethische aspecten. Haar religieuze kern wordt ‘uitgehold’ (horizontalisering van het christendom).
Wat is dat precies? Hoe ziet dat er uit in een zorgcontext?
‘Re-context-ualisering’ = beschrijving van een formeel proces waarin iets in een nieuwe context geplaatst wordt, waardoor het een nieuwe betekenis krijgt en opnieuw geloofwaardig wordt. Op zich is Recontextualisering een dagdagelijks fenomeen dat we voortdurend rondom ons zien: • De nieuwe architectuur van het onthaal van de gemeentelijke administratie die een nieuwe soort van interactie mogelijk maakt. • Coca Cola’s veranderende slogans: Always Coca Cola, Enjoy Coca Cola, Real, Make It Real, Open Happiness brengen gerecontextualiseerde visies op geluk en consumptie met zich mee. + De vorm van het flesje veranderde doorheen de jaren, maar op zo’n manier dat het product zelf steeds herkenbaar bleef. • De betekenis van de aanslagen op 9/11 recontextualiseert zich naarmate de context verandert, bijv. onmiddellijk na de aanslagen, na de oorlog in Irak, na de herverkiezing van George Bush, na de verkiezing van Barack Obama, na de dood van Osama Bin Laden, enzovoort. • De geboorte van een kind heeft grote gevolgen voor de context en de aard van een huwelijk waardoor de relatie tussen vader en moeder recontextualiseert. • Door mijn woonkamer te renoveren wordt mijn dagelijks leven gerecontextualiseerd. • Et cetera!
Horizonversmeltingen • Het oude en het nieuwe dringen tot elkaar door en vormen samen een nieuwe eenheid. • Diepe ontmoeting tussen traditie en dagelijks leven. • Intieme en creatieve interactie tussen tekst en context. • Twee dingen worden samengevoegd op zo’n manier dat de oorspronkelijke delen onafscheidbaar worden. Cf. een soufflé maken: Iets nieuws maken door ingrediënten samen te voegen Koken kan een daad van Recontextualisering zijn! De smaak van het eindgerecht overstijgt de som van de ingrediënten. Bij het koken moet de kok goede ingrediënten gebruiken (Christelijke traditie). Geen enkel eindresultaat smaakt hetzelfde. Koken brengt een voortdurend risico met zich mee: onzekerheid en de mogelijkheid tot falen.
Timothy Schmalz – Homeless Jesus
Multicorrelatie • De menselijke ervaring kan op vele manieren geïnterpreteerd worden. • De christelijke traditie kan op vele manieren geïnterpreteerd worden. • Oneindige correlatiemogelijkheden (plurale context). Drievoudige hermeneutiek: 1.Hermeneutiek van de tekst (jaren 1960). 2.Hermeneutiek van de context (jaren 1990). 3.Hermeneutiek van het interpreterende subject (vandaag). Vandaag en in de toekomst is het moeilijk en onwenselijk om mensen in één bepaalde correlatie te ‘fixeren’. Mensen leven in een krachtig hermeneutisch veld: ze krijgen zeer veel input en worden verleid door de betekenisvelden die van overal op hen afkomen. Alles is onderhevig aan deconstructie, ook in de Kerk (cf. seksueel misbruik). Mensen zijn in staat om machtsposities te ontmaskeren. Positief aspect: mensen genieten van de overvloed aan betekenissen, die verrijkend kan zijn. Het leven is multicorrelationeel!
Schilderij: St. Xaverius op missie in India Architecturale recontextualisering van katholieke identiteit: het nieuwe vergaderlokaal in het Xaveriuscollege te Borgerhout. Een klassiek schilderij van Sint Xaverius op weldoordachte wijze geïntegreerd in een modern ingekleed lokaal: groot en opvallend, losstaand van de stenen muur, van achteren belicht, centraal in de ruimte (en in de gesprekken). Op deze manier beoogt de directie het oude verhaal op hedendaagse wijze centraal te stellen en levend te houden.
De eigenheid van het christelijke geloof Waar Christelijke Waardenopvoeding op zoek gaat naar de grootste gemene deler / het compromis tussen christenen en andersgelovigen, legt Recontextualisering de nadruk op de eigenheid van het christelijke geloof: • Niet enkel Kerstmis, maar ook Pasen. • Niet alleen leven na de dood, maar ook verrijzenis van het lichaam. • Niet enkel liefde, maar ook liefde voor de vijand.
Van ervaring naar christelijk geloof, maar ook van christelijk geloof naar ervaring. Op een bepaald moment moeten we een input in de hermeneutische ruimte toelaten. Het moet mogelijk zijn om de nieuwe inhoud op een deductieve manier voor te stellen. Christus moet immers het cruciale element in onze communicatie en zorgmethode blijven. Dit staat haaks op Christelijke Waardenopvoeding, waar geloof afgeleid en gekoppeld wordt aan de menselijke ervaring.
Interactie met de context Recontextualisering zoekt actief naar een betekenisvolle dynamische interactie met de context. In de dynamiek tussen verschillen (vorm en inhoud) licht ieders identiteit op = opportuniteit voor het herprofileren van het katholieke geloof in een nieuwe context. (Cf. Shakespeare in Japan) Reconfessionalisering daarentegen verwijst enkel naar datgene wat intern christelijk is, zonder te verwijzen naar de buitenwereld. Vermijding van een dynamiek van ontmoeting, interactie en 'beïnvloeding' door de buitenwereld.
Maria Magdalena
De gerenoveerde ‘Manresa-kapel’ in een Vlaams, secundair Jezuïetencollege.
Toen de oude gebedsruimte een opknapbeurt nodig had, ontstond er een interne discussie over de vormgeving van de nieuwe kapel. Uiteindelijk werd een compromis gesloten: het grootste deel van de ruimte werd omgevormd tot een open ontmoetingsplaats waar men in gesprek kan treden en kan vieren in het licht van het Evangelie, waardoor het christelijke geloof kansen tot recontextualisering krijgt.
Echter, een kleiner bij-zaaltje werd ingericht als een meer traditionele bidkapel die de katholieke traditie van het college actief verder draagt: reconfessionalisering).
Kapel van de Ontluiking
Vlaams Lassaliaans Perspectief, Groot-Bijgaarden. Ontwerp van Tom Callebaut en Cindy Tirry, TCCT
Kapel van de Ontluiking
Vlaams Lassaliaans Perspectief, Groot-Bijgaarden. Ontwerp van Tom Callebaut en Cindy Tirry, TCCT
Klein beeldje gemaakt van gebroken kristal herdenkt de slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk.
Kathedraal van Antwerpen, ingehuldigd door bisschop Johan Bonny, Stille Zaterdag 30 Maart 2013