Proefhoofdstuk Onderwijsassistent www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Kom je cursus inkijken: Antwerpen, Frankrijklei 127, 2000 Gent, Oude Brusselseweg 125, 9050 Hasselt, Simpernelstraat 27, 3511 Brussel, Timmerhoutkaai 4, 1000 +32 3 292 33 30
[email protected] Maak van je opleiding onderwijsassistent een succes! Beste toekomstige student, Hartelijk dank voor je interesse in de opleiding onderwijsassistent aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs. Op de volgende pagina’s vind je een hoofdstuk en de volledige inhoudstafel van deze thuisstudie terug. Ook krijg je alle nodige informatie over de werking van onze school. Neem deze info rustig door, zo krijg je een goed beeld van de inhoud van de cursus en weet je zeker dat je voor de opleiding kiest die het beste bij jou past. Noteer alvast dat alle diploma’s die je via het CVA behaalt erkend zijn en uitermate praktijk- en dus jobgericht! Heb je na het inkijken van dit proefhoofdstuk nog vragen? Geef ons gerust een seintje op het nummer +32 3 292 33 30 of mail ons op
[email protected]. Onze opleidingsconsulenten beantwoorden al jouw vragen en geven je persoonlijk advies omtrent je studiekeuze. Blader je graag door de volledige cursus? Ook dat kan. Het Centrum Voor Afstandsonderwijs geeft je op vier plaatsen in België de mogelijkheid om de cursussen geheel vrijblijvend in te kijken. Je kan de cursussen inkijken in de campussen van Het Centrum Voor Avondonderwijs VZW in Antwerpen, Gent en Hasselt of in Brussel. Je hoeft hiervoor geen afspraak te maken, kom gewoon vrijblijvend langs.
Ik wens je veel leesplezier en alvast veel succes met je studie!
Jo Vandevelde Opleidingsconsulent Centrum Voor Afstandsonderwijs
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Onderwijsassistent: een beroep met toekomst!
Deze moderne en praktijkgerichte opleiding kwam tot stand in samenwerking tussen het Centrum Voor Afstandsonderwijs en zelfstandige beroepsdeskundigen met jarenlange ervaring. Een duidelijke structuur maakt deze cursus zeer overzichtelijk. Op deze manier garanderen wij je een vlot studietraject. Op de volgende pagina’s vind je de volledige inhoudstafel van de opleiding en een gratis onderdeel uit de cursus terug.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
1
Inleiding
1.1
Situering van de opleiding 1.1.1
Waarom een onderwijsassistent?
1.1.2
Wat doet de onderwijsassistent?
1.1.3
Wie kan de onderwijsassistent zijn?
1.1.4
De persoonlijkheid van de onderwijsassistent
1.2
Deze cursus
1.3
Verhalen uit de praktijk
1.4
1.3.1
Praktijkvoorbeeld 1: Sanne
1.3.2
Praktijkvoorbeeld 2: voorlezen bij juf Karen
Test jezelf 1.4.1
Kennisvragen
1.4.2
Reflectie-opdracht
2
Pedagogiek en opvoeden
2.1
Opvoeden
2.2
2.1.1
Wat is opvoeden?
2.1.2
Opdracht – deel 1
2.1.3
Omschrijving van opvoeden
2.1.4
Opdracht – deel 2
Onderwijs 2.2.1
Wat is onderwijs?
2.2.2
Opdracht – deel 1
2.2.3
Omschrijving van onderwijs www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
2.2.4
2.3
2.4
Opdracht – deel 2
Onderwijs = opvoeden? 2.3.1
Visie 1: Menselijk gedrag is aangeboren
2.3.2
Visie 2: Menselijk gedrag is aangeleerd
2.3.3
Visie 3: De gulden middenweg?
Test jezelf 2.4.1
Kennisvragen
2.4.2
Reflectie-opdracht
3
Psychologie van het jonge kind
3.1
Portretten
3.2
Ontwikkeling: algemeen
3.3
Ontwikkeling van de kleuter
3.4
3.5
3.3.1
Biologische ontwikkeling
3.3.2
Cognitieve ontwikkeling
3.3.3
Persoonlijkheidsontwikkeling
3.3.4
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Ontwikkeling van het schoolkind 3.4.1
Ontwikkeling van het geweten
3.4.2
Cognitieve ontwikkeling
3.4.3
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Onderwijs aan het jonge kind 3.5.1
Stimuleren van taalontwikkeling
3.5.2
Stimuleren van sociale ontwikkeling
3.5.3
Stimuleren van emotionele ontwikkeling
3.5.4
Stimuleren van vaardigheden
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
3.5.5
Stimuleren van leren
3.6
Samengevat
3.7
Test jezelf 3.7.1
4
Kennisvragen
Pedagogisch-didactische taken 4.1.1
Spel en spelend leren
4.1.2
Observatie en interventie
4.1.3
Oefeningen
4.2
Test jezelf
5
Sociaal-communicatieve taken
5.1
Nuttige kennis
5.2
Bevorderen van gedrag 5.2.1
Hygiëne
5.2.2
Sportactiviteiten
5.2.3
Op School
5.2.4
Tijdens uitstappen
5.2.5
In de klas
5.3
Test jezelf
6
Klasmanagement en organisatie
6.1
Onderwijsorganisatie
6.2
Onderwijswetgeving
6.3
Onderwijsdeontologie
6.4
Klasmanagement
6.5
Klasorganisatie
6.6
Test jezelf www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
7
Andere taken van de onderwijsassistent
7.1
Organiseren van groepsactiviteiten
7.2
7.1.1
Schoolfeest
7.1.2
Klasuitstap
Ondersteunen van individuele activiteiten 7.2.1
Taalactiviteiten
7.2.2
Wiskundige activiteiten
7.2.3
Motorische activiteiten
7.2.4
Muzische activiteiten
7.2.5
Sociale vaardigheden
7.3
Test jezelf
8
De onderwijsassistent in een breder perspectief
8.1
Samenwerking met de leerkracht
8.2
Samenwerking met de directie
8.3
Samenwerking met de ouders
8.4
Maatschappelijk
8.5
Test jezelf
9
Onderwijsassistent als job
9.1
Wat is het statuut van een onderwijsassistent?
9.2
Wat verdient een onderwijsassistent?
9.3
Test jezelf
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
10
Stagepraktijk
10.1
Doelen van dit hoofdstuk
10.2
Opdrachten
10.3
Feedback
11
Bronnen
12
Hulpmiddelen voor onderwijsassistenten
12.1
Algemeen
12.2
Kleuteronderwijs
12.3
Lager onderwijs
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
HOOFDSTUK 3: PSYCHOLOGIE VAN HET JONGE KIND In dit onderdeel van de cursus bespreken we de ontwikkeling van de kleuter, het schoolkind en het onderwijs aan het jonge kind.
3.3
Ontwikkeling van de kleuter
Deze kleuterfase is van belang voor de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind. Op deze leeftijd breidt het kind zijn netwerk en zijn wereld uit. Het stapt uit de beslotenheid en veiligheid van het gezin en gaat op zoek naar leeftijdsgenootjes. Uit onderzoek is gebleken dat als een kind in deze fase bijvoorbeeld sociaalangstig gedrag vertoont, hij dit waarschijnlijk op volwassen leeftijd waarschijnlijk ook zal vertonen.
3.3.1
Biologische ontwikkeling
Tot aan het zesde levensjaar groeit bij een kind het bovenlichaam langzamer dan het onderlichaam. Bij het kind in de kleuterfase nemen de motorische vaardigheden toe. Op vijf jaar is de evenwichtszin al tamelijk ontwikkeld: het kind kan goed lopen, traplopen, met twee benen tegelijk van de grond springen en vaak ook al fietsen. Ook de fijne motoriek komt aan de beurt in deze ontwikkelingsfase. Lukt het een tweejarige nog niet om zijn knopen dicht te maken, zijn veters te strikken of iets te knippen, dan kan een kind dat twee jaar ouder is dat wel.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
3.3.2
Cognitieve ontwikkeling
Een kind van deze leeftijd bevindt zich in de preoperationele fase van denken. In deze fase zal het kind (twee tot zes jaar) zijn spraak ontwikkelen, motoriek verfijnen, zijn egocentrisme verfijnen en aan levenloze objecten een ziel toekennen (=animisme). Deze fase is onder te verdelen in verschillende periodes. De eerst periode is door Jean Piaget, een bekend Zwitsers psycholoog die zich bezig hield met de cognitieve psychologische ontwikkeling van kinderen, benoemd als de preconceptuele fase. Deze fase houdt in dat het kind nog geen begrip heeft van classificaties. Voorwerpen die tot dezelfde groep horen, ziet hij als voorwerpen die niets met elkaar te maken hebben. Het denken in deze fase is erg concreet. Het bestaat voornamelijk uit realistische voorstellingen en is erg egocentrisch gericht. De fase die volgt op het preconceptueel denken, is het intuïtieve denken. Deze fase loopt over het grootste deel van de kleuterleeftijd en kan duren tot het zevende of achtste jaar van het kind. Het kind gaat in deze fase voorwerpen indelen in groepen. Als het kind rond de vier jaar oud is, heeft het echter nog geen conservatievermogen. Dit houdt in dat het kind denkt dat er meer water in een glas zit dat hoger en dunner is, dan een laag en breed glas met dezelfde hoeveelheid water. Volgens Piaget is dit de kern van het preoperationele denken. Was het denken van de peuter nog magisch van aard (bijvoorbeeld: geloven dat het verkeerslicht op groen springt als je er maar lang genoeg naar blaast), verandert dat in de kleutertijd in logisch denken. In het denken gaat het kind zich steeds meer richten op de realiteit. Dit houdt in dat hij oorzaken en gevolg van elkaar gaat onderscheiden. Hij leert ook samenhangen zien tussen gebeurtenissen. Het kind gelooft niet meer dat door het blazen een verkeerslicht van kleur kan veranderen: het weet dat verkeerslichten van kleur veranderen volgens een vooraf opgesteld stramien. 3.3.3
Persoonlijkheidsontwikkeling
Het kind in de kleuterfase identificeert zich met zijn jongens- of meisjesrol. Hij is zich er echter niet van bewust dat hij als jongen of meisje geboren is en dat ook blijft voor de rest van zijn leven. Voor de jonge kleuter (4 à 5 jaar) betekenen vrouwelijke en mannelijke rollen tegenstellingen. Zo kunnen ze weigeren ook maar iets aan te trekken wat vrouwelijke trekken kan hebben. Wordt de kleuter ouder, dan gaat hij begrijpen dat het geslacht vastligt en dat je niet zomaar verandert in een meisje als je als jongen eens de hakken van mama draagt. Vanaf het moment dat een kleuter dit begrip heeft ontwikkeld, vindt hij het zelfs fijn om zich in een andere rol te verplaatsen. Zo kan een jongen in deze fase graag de nagellak en handtas van mama gebruiken, terwijl een meisje zich soms wil scheren, zoals papa. www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
3.3.4
Sociaal-emotionele ontwikkeling
In deze fase komen er meer initiatieven van het kind naar voren. Het kind wil vaker dingen zelf doen. Dit is het bekende "ikke doen". Het kind is tussen zijn derde en vierde jaar doordrongen geworden van het feit dat het een losstaand wezen is. Toen hij kleiner was, voelde hij of zij zich min of meer een verlengstuk van zijn moeder. Het kind gaat in deze fase in toenemende mate spelen met andere kinderen. Gedurende de kleuterleeftijd breidt hij zijn sociale leefwereld enorm uit. Ook het spelen volgens regels komt aan de orde. Dit komt de ontwikkeling van zijn sociale vaardigheden erg ten goede. Kinderen leren wachten tot ze aan de beurt zijn, zich aan regels te houden en tegen hun verlies kunnen. Het kind krijgt ook oog voor de lichamelijke verschillen die er zijn tussen jongens en meisjes. Hierdoor neemt de interesse in seksuele aangelegenheden toe. Dit proces vormt deel van het ontwikkelen van een eigen identiteit en persoonlijkheid.
3.4
Ontwikkeling van het schoolkind
3.4.1
Ontwikkeling van het geweten
Een belangrijk thema van deze leeftijdsfase, is de ontwikkeling van het geweten. De schoolleeftijd is een belangrijke fase voor de vorming van het geweten, voor het ontwikkelen van normbesef, gemeenschapszin en rechtvaardigheidsbesef. In de leeftijd van 6 tot 12 jaar maakt het kind zich door zijn opvoeding en onderwijs normen en waarden eigen. Het kind leert dat het voor bepaalde handelingen wordt gestraft en voor andere handelingen wordt beloond. Moreel gedrag is geen vaste karaktertrek, maar wordt mede gevormd door de situatie waar het kind zich in bevindt. Wanneer deze ontwikkeling wordt doorgemaakt in een milieu dat geen aandacht schenkt aan deze ontwikkeling of een milieu dat zelfs het slechte voorbeeld geeft, bestaat de kans dat het kind zal afglijden naar jeugdcriminaliteit.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Een belangrijk aspect bij de gewetensvorming van het kind is dat wat de opvoeders doen, overeenkomt met wat zij zeggen én dat de opvoeders ook uitleggen waarom ze bepaalde dingen wel of niet doen. Als een vader zegt dat het kind zorgvuldig met de spullen van een ander dient om te gaan, maar zelf snel wegrijdt als hij een deuk in andermans auto veroorzaakt, dan maakt dat laatste bij het kind heel wat indruk. Als een leerkracht zegt dat kinderen niet mogen roepen naar elkaar, maar zelf roept naar een collega, beseffen kinderen dit. Of als een onderwijsassistent uitlegt dat je elkaar niet mag slaan, maar een week later zelf een kind hardhandig in de hoek zet, kan dit verwarrend zijn voor heel wat kinderen. Naarmate kinderen ouder worden, zullen ze steeds meer de intentie die achter het gedrag ligt bij hun beoordeling betrekken. Kinderen rond de elf jaar leren inzien dat regels door mensen worden opgesteld en dat er sprake is van onderlinge overeenstemming over wat wel en niet goed is. Het kind bevindt zich qua morele ontwikkeling in de conventionele fase:
Het egocentrisme van het kind neemt af: het kind is meer en meer in staat om in zijn denken en voelen de positie van de ander te begrijpen
Schoolregels kunnen anders zijn dan normen die de ouders stellen, waardoor het kind geconfronteerd wordt met de meer formele wetten van de gemeenschap. Dit is het begin van het socialisatieproces van het kind
Het geweten wordt niet meer alleen bepaald door de identificatie met de ouders, maar wordt nu mede gevormd door interne sancties: bijv. schuldgevoel en rechtvaardigheidsbesef
Het kind wil zich wel aan de regels houden, maar krijgt ook de behoefte om inzicht te hebben in de functie en redelijkheid van een regel, om zodoende zijn gedrag daarop af te stemmen.
3.4.2
Cognitieve ontwikkeling
Het kind van 6 à 7 jaar krijgt meer oog voor verstandelijke kennis. Dit betekent dat het kind meer wil weten en leren over specifieke kennis en vaardigheden, bijvoorbeeld waarnemen en ordenen, woorden en begrippen,... In deze leeftijdsfase kan het kind ook gebeurtenissen begrijpen, oordelen, redeneren en concluderen. Het kind heeft de drang om kennis te vergaren, waarbij het leert om logische samenhangen en verbanden te begrijpen. Op school wordt het kind gestimuleerd om zich breed te ontwikkelen, zoals actief zijn, communiceren en reflecteren op het eigen gedrag. Een kind in de schoolleeftijd krijgt meer interesse voor de werkelijkheid zoals die is en minder voor wat hij denkt en fantaseert. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk als men kijkt naar kindertekeningen. Deze worden tijdens deze fase veel realistischer.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
3.4.3
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De eerste personen waarmee het kind zich identificeert, zijn de ouders. In de schoolleeftijd gaan daarentegen klasgenoten, buurtkinderen of clubvriendjes een belangrijkere rol spelen. Het omgaan met leeftijdgenoten is van groot belang voor de sociale ontwikkeling van het schoolkind. Door middel van dit proces leert het kind immers zelfstandiger omgaan met normen en waarden die gebruikt wordt in de gemeenschap waarin het kind zich bevindt. Het kind leert onderhandelen, samenwerken, conflicten oplossen, helpen en beschermen, maar leert tevens voor zichzelf op te komen. Eén van de kenmerken van de schoolleeftijd is dat jongens en meisjes weinig interesse in elkaar lijken te hebben. Dit komt doordat ze, nadat ze in de kleutertijd bewust zijn geworden van hun eigen sekse, het te druk hebben met de eigen identificatie als jongen of meisje, om zich nog te kunnen bezighouden met de andere ‘soort’. Ze trekken zich tijdelijk terug in hun groep van lotgenoten om collectief te proberen het jongensachtigmannelijke dan wel het meisjesachtige-vrouwelijke gedrag te oefenen. Als kinderen de eigen sekserol enigszins onder de knie hebben, komt de belangstelling voor het andere geslacht terug. De identificatie met klasgenoten kan veel invloed hebben op het kind. In deze fase is het voor kinderen belangrijk om ‘erbij’ te horen. Het kind heeft dan de behoefte om geaccepteerd te worden door klasgenoten. Het gaat dan niet zozeer om wat de groep doet, maar simpelweg om lid te zijn van een groep. Het verlangen om geaccepteerd te worden door klasgenoten kan zelfs zo ver gaan dat het kind opzettelijk slechte cijfers gaat halen, als dit toevallig bij de groepsnorm zou horen. Ook de plaats in de groep is voor het kind van belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: wie is de leider en wie zijn de volgelingen? In deze leeftijdsfase vertoont het kind veelal een experimenteel en exploratief karakter. Het gaat zich steeds meer losmaken van het gezin en is op zoek naar nieuwe ervaringen, zij het met het besef dat het altijd weer terug kan keren naar de veiligheid van het gezin.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
3.5
Onderwijs aan het jonge kind
In de voorgaande paragrafen heb je een beschrijving gekregen van de algemene ontwikkeling van de kleuter en het schoolkind. In dit stukje gaan we dieper in op de ontwikkeling van het jonge kind in de context van de school, de klas. Bovendien geven we je hier al enkele tips over hoe je als onderwijsassistent met het jonge kind kan omgaan. Gedurende de kleutertijd leert het kind de basisvaardigheden die nodig zijn om later in de lagere school te kunnen functioneren. Het leert dat op een heel eigen manier: spelend en ontdekkend. Het kind leert zijn wereld te ontdekken en te kennen, maar dit gebeurt allemaal spelenderwijs. Dit dient het startpunt te zijn van je werk als onderwijsassistent 3.5.1
Stimuleren van taalontwikkeling
De wereld van kleuters wordt steeds groter en net daarom kan het kind ook bijleren en zich ontwikkelen. De kleuter komt in aanraking met andere kinderen, zowel op school als tijdens de (voor- of naschoolse) opvang. Door het contact met andere kinderen, zal de taal zich verder ontwikkelen, totdat deze rond het zevende jaar globaal gezien voltooid is. Tijdens de kleuterfase neemt de woordenschat in sprongen toe. Een goede voorspeller voor het latere lezen, is dan ook dat kleuters kunnen
spelen
met
taal.
Bijvoorbeeld:
klanken
binnen
woorden
kunnen
onderscheiden, hierover kunnen nadenken en ermee kunnen spelen. Typisch voor die leeftijd zijn dan ook de taalspelletjes en rijmpjes met bestaande woorden zoals “Muur – buur – zuur”, of niet bestaande woorden zoals “koffie – moffie – poffie”. Ook spelen met klanken zoals “muur – moer – maar” vinden veel kleuters leuk en het stimuleert hun taalontwikkeling. Een ander leuk taalspelletje is het hakken en klappen. Kleuters leren spelenderwijs de verschillende woorddelen door een woord in stukken te hakken en bij elk woorddeel te klappen. Bij een woord als “chocomelk” zal een kleuter drie keer klappen: cho – co – melk. Veel kleuters vinden het bijzonder fijn om alles wat ze zien te benoemen en in stukjes te hakken. 3.5.2
Stimuleren van sociale ontwikkeling
Sociale aspecten zoals leren om zich in groep te bewegen, leren met andere kinderen in de klas om te gaan, samen te spelen en samen ruzie maken, spelen een grote rol bij het stimuleren van de sociale ontwikkeling. Kleuters leren ook om zichzelf te sturen. Dit betekent dat ze zelf doelen stellen en die proberen te bereiken. Het kind leert nu om intentioneel te handelen, met een doel voor ogen. Zo is het kind ook in staat om strategisch te handelen: het maakt een plan om zijn doel te bereiken. Een voorbeeld: “Als ik het dichtst bij de juf blijf, sta ik straks eerste in de rij en krijg ik het eerste mijn drankje in de speeltijd”. Op die manier kan een kind ook meer taken onthouden en kan het die afwerken in de goede volgorde. Bijvoorbeeld: “Ik ga nu eerst opruimen, dan heb ik meer plaats om straks te schilderen en zo zal ik minder kliederen”.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
In de kleuterfase ontwikkelt het kind ook een beeld van zichzelf: dit ben ik, ik kan … Dit beeld ontstaat doordat anderen (ouders, school, vriendjes, …) het kind vertellen wie ze zijn en wat ze kunnen. Dit beeld is nog niet genuanceerd, kleuters zeggen dat ze iets zijn of niet zijn, iets kunnen of niet kunnen, iets willen of niet willen. Het denken is nog behoorlijk zwart-wit. Voorbeelden hiervan zijn:
“Ik ben een jongen”. De jongen in kwestie zal dan ook niets te maken willen hebben met kledij en speelgoed van meisjes.
“Ik kan al goed fietsen”. Als oma dat heeft gezegd, dan gelooft de kleuter dat. Dat er misschien nog kinderen zijn die beter kunnen fietsen, of dat hij nog vaak valt of niet recht kan fietsen, is nog niet aan de orde.
“Ik heb honger, ik wil een koek”. Het kan zijn dat de kleuter net heeft gegeten, dat er geen koeken meer over zijn of dat er een appel op het menu staat. Het maakt allemaal niets uit: de kleuter is overtuigd van wat hij wil en de gevolgen zijn dan ook vaak duidelijk (denk maar aan de beruchte koppigheid en het bijhorend gedrag van een kleuter die zijn zin niet krijgt).
3.5.3
Stimuleren van emotionele ontwikkeling
Emoties bij kleuters zijn vaak nog puur, ze worden niet beïnvloed door cognities. Bij een volwassene is dit vaak wel het geval. Zo kan een volwassene vinden (= cognitie) dat het niet hoort om te huilen (= emotie) en zal hij dat dan ook niet doen. Kleuters leggen die link nog niet. Ze kunnen op een paar minuten tijd zowel lachen als huilen. Bovendien hebben ze ook nog moeite om zich te verplaatsen in anderen, hoe anderen zich voelen en wat anderen vinden. Ze hebben een laag vermogen tot empathie. Kleuters leren te relativeren en hun eigen gedrag te leren beoordelen, is iets wat zeker op school kan gestimuleerd worden. Denk bijvoorbeeld aan twee kleuters, Esmée en Jan, die ruzie hebben omdat Esmée de auto van Jan heeft afgepakt. Esmée is nog niet in staat om haar eigen gedrag te kaderen, te beoordelen. Zij denkt: “Ik wil die auto, dus ik neem die auto” en beseft nog niet dat dit gedrag niet kan, dat je daar anderen mee kan kwetsen en dat ze het zelf ook niet leuk zou vinden als iemand haar speelgoed afpakt. Daarom is ondersteuning van volwassenen nodig. Op die manier kan je Esmée vragen of ze het zelf fijn zou vinden als Jan haar speelgoed afpakt. Zo leer je haar zich te verplaatsen in een ander en de gevolgen van haar gedrag in te zien. www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
3.5.4
Stimuleren van vaardigheden
Kleuters leren elementaire vaardigheden te beheersen. Niet alleen spelen en leren, maar ook het ontwikkelen van hun bewegingen is belangrijk. Vaardigheden zoals springen en huppelen (grove motoriek), maar ook knippen en tekenen (fijne motoriek), kunnen kleuters steeds beter. Het kan zijn dat een kleuter (nog) niet graag tekent, omdat hij er nog niet de nodige vaardigheden voor heeft (bijvoorbeeld een potlood correct vasthouden, inzicht in kleuren,…). Eens het kind die vaardigheden heeft ontwikkeld, kan het een grotere interesse voor bepaalde activiteiten vertonen. Een andere vaardigheid die dient gestimuleerd te worden, is de vaardigheid om te spelen. In de kleuterfase is het spel vaak nog een fantasiespel. Als je als volwassene dan zou vragen of je mag meedoen, dan vertellen ze je dat hun spel niet echt is. Zo’n fantasiespel kan ook een uitlaatklep zijn voor negatieve ervaringen, die nogmaals beleefd worden in spelvorm en op die manier verwerkt worden. Bijvoorbeeld: een kleuter kan een ‘stoute beer’ hebben en die stoute beer dan slaan. Dit kan een verwerkingsproces zijn voor eerder agressief gedrag naar de kleuter toe. Een ander voorbeeld is dat een kleuter een popje telkens weer van een stoel laat vallen. Op die manier verwerkt het kind een eigen val van een stoel. Over het algemeen kunnen kleuters wel goed een scheiding aanbrengen tussen fantasie en werkelijkheid. 3.5.5
Stimuleren van leren
Kleuters nemen dingen waar met alle zintuigen die ze bezitten: de motoriek (het bewegen), de visuele zintuigen (het zien), de auditieve zintuigen (het horen), de tastzintuigen (het voelen), enzovoort. Deze waarnemingen worden dan weergegeven in taal, bijvoorbeeld “Ik voel iets warms”, “Ik hoor iets luids” of “Ik ruik dat het stinkt”. Dat verband tussen zintuigen en taal bevordert het vormen van begrip. Op die manier leert een kind overeenkomsten en verschillen zien en leert het die ook te verwoorden. Het kind gaat beseffen wat het verschil is tussen oorzaak en gevolg en hoe het eigenschappen van objecten kan (her)kennen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
“Deze vlieg heeft grotere vleugels”, “Beide kindjes hebben evenveel boterhammen” of “Dit kindje heeft meer gedronken”; … Dit zijn allemaal voorbeelden van het zien en benoemen van overeenkomsten en verschillen.
“Deze poes is zacht”, “De muziek is luid”, “Deze stoel is hard” of “Jij bent zacht”, … Dit zijn voorbeelden van het benoemen van eigenschappen van objecten.
“Het regent, dus ik word nat”; “Je hebt op mijn teen getrapt, dus je bent stout” of “Juf is boos, omdat ik niet heb geluisterd”; … Dit zijn voorbeelden van het benoemen van oorzaak-gevolg relaties. www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Deze voorbeelden geven aan dat taal weergeeft wat we denken. De cognitieve ontwikkeling van een kind geeft het kind dus de mogelijkheid om nieuwe dingen te leren en om inzicht en kennis te verwerven.
3.6
Samengevat
In de vorige paragrafen hebben we de kleuterfase algemeen beschreven. Als onderwijsassistent maak je deel uit van een uitdagende en krachtige leeromgeving, een leeromgeving met daarin een schat aan materialen en werkvormen, waarmee kleuters kunnen experimenten en waarvan ze kunnen leren. Het belangrijkste element in een krachtige leeromgeving is de dialoog of de interactie met de leerkracht en onderwijsassistent. Het is een interactie met jou, je gaat met hen mee op ontdekkingstocht in de schoolwereld. Ook klasgenoten spelen een grote rol bij deze interactie. Kinderen leren veel van elkaar, omdat ze spelenderwijs met allerlei soorten gedrag en emoties kunnen experimenteren.
We kunnen dit hoofdstuk besluiten met de drie basisbehoeften van elk kind:
De behoefte aan relatie: die blijft ons hele leven het belangrijkste, het is de basisbehoefte om te kunnen groeien en ontwikkelen. Als onderwijsassistent kan je voldoen aan die behoefte door er gewoon te zijn en verbondenheid te tonen, door te reageren op de kleuters, hen te tonen dat je er bent, dat je verantwoordelijk bent en dat ze je in vertrouwen kunnen nemen.
De behoefte aan competentie: iedereen heeft de behoefte om zich competent te voelen, om te weten dat hij iets kan, tot iets in staat is. Op die behoefte kan je inspelen door uitdagingen aan te bieden, door ruimte te bieden waarin kleuters mogen experimenten en mislukken, door hen ondersteuning te bieden en duidelijke grenzen te trekken.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
De behoefte aan autonomie of zelfstandigheid: als onderwijsassistent respecteer je het kind als uniek individu, het kind is van zichzelf en niet van een ander. Je dient wel in het oog houden dat, hoe jong een kind ook is, het ook rekening dient te houden met anderen.
Er zijn verschillende manieren om aan de drie basisbehoeften te voldoen, maar bij kleuters is de centrale manier: spelen. Spelen is dan ook de belangrijkste activiteit van kleuters. In het volgende hoofdstuk bespreken we verschillende vormen van spel en hoe je kleuters spelend kan doen leren.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Vragenreeks 1. Kinderen die zich in een gelijke ontwikkelingsfase bevinden …: a. vertonen hetzelfde gedrag b. hebben dezelfde leeftijd c. vertonen een aantal overeenkomsten met betrekking tot gedrag d. vertonen overeenkomsten in geslacht en gedrag 2. Ontwikkeling situeert zich vooral in het(de) volgend(e) domein(en): a. fysisch domein b. cognitief domein c. sociaal-emotioneel domein d. psychisch domein 3. Het leren relativeren valt onder … a. de cognitieve en sociale ontwikkeling b. de emotionele ontwikkeling c. de sociale ontwikkeling d. de emotionele en sociale ontwikkeling 4. Vanaf wanneer begint een kind te beseffen dat het een eigen ‘ik’ heeft? a. In de babyfase, rond 6 maanden b. In de peuterfase c. In de kleuterfase d. In de schoolkindfase 5. Wat zijn de drie basisbehoeften van elk kind? …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
6. Wat verandert er voor het kind in de preconceptuele fase? …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. 7. Wat betekenen vrouwelijke en mannelijke rollen voor een jonge kleuter van 4 à vijf jaar? Leg uit. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. 8. Wat verandert er voor het kind in de fase van de sociaal-emotionele ontwikkeling? …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. 9. Hoe ontwikkelt het geweten zich bij schoolkinderen? …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. 10. Geef twee voorbeelden van taalspelletjes die kleuters spelen. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………………….
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Afstandsonderwijs = studeren op je eigen tempo Een thuisstudie volgen aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs is de meest flexibele manier om je erkend diploma te behalen. Met een thuiscursus start je namelijk wanneer het jou het beste uitkomt. Je studeert waar en wanneer je wil, en legt examen af wanneer jij er klaar voor bent. Erg handig als jouw leven meer is dan studeren alleen! Tijdens je studie kan je rekenen op de professionele begeleiding van een persoonlijke docent. Met de taken die je docent aan elk hoofdstuk heeft toegevoegd, oefen je jezelf in de praktijk, en bereid je je optimaal op het examen voor. Heb je vragen, of wil je je gemaakte oefeningen uit de cursus laten verbeteren? Dan stuur je je docent een mailtje via het online leerplatform (je krijgt een toegangscode bij inschrijving). In het inschrijvingsgeld is twaalf maanden begeleiding van je docent inbegrepen. Klaar met studeren? Dan leg je examen af op één van onze examenlocaties in Antwerpen, Brussel, Gent of Hasselt. Je hebt vijf jaar de tijd om je examen af te leggen en je beslist zelf wanneer je dit wil doen. Dit kan bijvoorbeeld al na drie maanden, maar ook na een jaar; de keuze is aan jou! Geslaagd? Dan krijg je je diploma binnen de 14 dagen. Je kan hiermee meteen solliciteren als werknemer of als zelfstandige starten (mits je ook een attest bedrijfsbeheer hebt). Al onze diploma’s zijn erkend en zijn een fikse meerwaarde op de arbeidsmarkt. Niet van de eerste keer geslaagd? Geen nood. Je kijkt je examen in, en leert van je fouten. Vervolgens mag je gratis herexamen afleggen. Examen afleggen is trouwens nooit verplicht.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Zes ijzersterke redenen om te studeren aan het CVA 1. Je behaalt een erkend diploma Het Centrum Voor Afstandsonderwijs bezit het ISO 9001-2008 certificaat. Dit is een onafhankelijk kwaliteitslabel dat elk jaar opnieuw, na een grondige audit, moet worden toegekend. Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen en krijgen een positieve beoordeling. Dit is jouw beste garantie voor een kwaliteitsvolle en degelijke opleiding. Het Centrum Voor Afstandsonderwijs is door een groot aantal beroepsfederaties erkend. Je kan je met je diploma bij deze federaties aansluiten en genieten van allerlei voordelen. Bij werkgevers in verschillende sectoren heeft het diploma een grote troef bij je sollicitatie en biedt het je vaak werkzekerheid. Bovendien zijn onze diploma’s internationaal erkend door de International Association of Professional Education (IAPE), die alle beroepsopleidingen wereldwijd registreert en accrediteert. De IAPE controleert en beoordeelt de kwaliteit van professioneel onderwijs van instellingen zoals universiteiten, hogescholen, publieke en private opleidingsverstrekkers, docenten en onderwijsinstellingen voor volwassenen. 2. Je kiest voor een praktijk- en jobgerichte opleiding Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring. Je gaat er meteen mee aan de slag. Dankzij onze jarenlange ervaring weten we precies welke onderwerpen, extra uitleg of praktijkvoorbeelden het verschil maken. Hierdoor bereik je snel je doel: je carrière een boost geven of een nieuwe job vinden. Het contact tussen jou en je docent is maximaal door gebruik van ons online studentenplatform. Al je vragen zullen binnen de 48 uren worden beantwoord. Momenteel is er in het bedrijfsleven veel vraag naar goed opgeleide werknemers. Het diploma dat je behaalt is een internationaal erkend diploma. Deze cursus biedt daarom zeer goede perspectieven op de arbeidsmarkt en een groot voordeel tijdens je sollicitatie. Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak na het volgen van een opleiding bij het CVA. Wij zijn dan ook een echte ondernemersschool die startende
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
ondernemers met veel plezier begeleidt in hun eerste stappen naar een carrière als zelfstandig ondernemer. 3. Je kiest voor maximale flexibiliteit Thuisstudie is uiterst flexibel. Jij bepaalt zelf wanneer je studeert, hoe lang, en wanneer je examen aflegt. Je hebt je toekomst dus zélf in de hand! Ideaal als je je studie wil combineren met een job, kinderen of andere activiteiten. 4. Je weet zeker dat je de opleiding kiest die bij je past Nog vragen? Extra informatie nodig? Kom dan gewoon langs op één van onze inkijklocaties (Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt) voor een adviserend gesprek met één van onze professionele opleidingsconsulenten. Zij helpen jou met veel plezier bij het ontwikkelen van een studietraject dat volledig aan jouw eisen en wensen voldoet. Je kan er ook je volledige cursus inkijken! 5. Je kan boeiende stages lopen Het CVA helpt je carrière op weg! Heel wat studenten kiezen ervoor om tijdens hun opleiding stage te lopen, ook al is dat in de meeste gevallen geen verplichting. Je docent begeleidt je in jouw keuze van een stageplaats en jouw opleidingsconsulenten brengen de nodige papieren in orde. Een handige manier om praktijkervaring op te doen, waardevolle referenties te krijgen en connecties te leggen! 6. … Dit aan een uiterst scherpe prijs! Wist je dat het CVA elk jaar meer dan 12.000 studenten telt? Door die schaalgrootte kunnen we jouw cursus tegen een bijzonder scherpe prijs laten drukken en verzenden. Zonder in te boeten op de kwaliteit van het lesmateriaal. Het examen dat je aflegt op onze school is in je inschrijvingsgeld inbegrepen (inclusief herkansingen!). Geen verborgen kosten bij het CVA! Je kan mogelijk genieten van extra financiële voordelen bij je inschrijving, zoals de Ondernemerskorting voor startende ondernemers, korting indien meerdere familieleden dezelfde opleiding volgen, korting bij het volgen van een studietraject dat bestaat uit meerdere cursussen enz. Bel onze opleidingsconsulenten (03 292 33 30) tijdens je inschrijving om te weten voor welke korting jij in aanmerking komt.
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
Overtuigd? Start vandaag nog! Schrijf je snel en eenvoudig in: Wie studeert aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs heeft een streepje voor. Moderne werkgevers hechten veel belang aan permanente bijscholing en een praktijkgerichte kennis. Onze school bouwde in de loop der jaren op dit vlak een ijzersterke reputatie op. Alle diploma’s die je behaalt via het Centrum Voor Afstandsonderwijs zijn erkend, en verhogen je kansen op de arbeidsmarkt. Jouw keuze gemaakt? Dan hoef je je alleen nog in te schrijven. Je hebt hiervoor 3 opties: 1. Je vult het inschrijvingsformulier in op www.centrumvoorafstandsonderwijs.be 2. OF je mailt naar
[email protected] 3. OF je maakt gebruik van het inschrijvingsformulier op de volgende pagina (als je je rechtstreeks op één van onze locaties komt inschrijven). Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je cursusgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus onderwijsassistent bedraagt €249 en bevat de kostprijs van het cursusboek, de begeleiding van jouw docent en het (her)examen bij ons op school. Na ontvangst van je inschrijvingsgeld krijg je van ons een bevestigingsmail. Je krijgt je cursus dan binnen de week toegestuurd, zodat je meteen aan de slag kan! Veel succes!
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30
INSCHRIJVINGSFORMULIER THUISSTUDIE ONDERWIJSASSISTENT Naam: Voornaam: Straat + Huisnummer: Postcode + Gemeente: Telefoon: GSM: E-mailadres: Geboortedatum: Heb je bij ons al een cursus gevolgd?
JA - NEE
Wens je een factuur na je betaling?
JA - NEE
Bij ja, vul hier je bedrijfsnaam en BTW-nummer in: O Ik ga akkoord met de algemene voorwaarden zoals ze vermeld staan op onze website.
(handtekening)
Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je inschrijfgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus onderwijsassistent bedraagt €249 en bevat de kostprijs van de cursus, de begeleiding van je docent en je examen bij ons op school (en eventuele herexamens).
Veel succes met je opleiding en je verdere carrière!
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be
[email protected] +32 3 292 33 30