Prix de Mazars 2011 Internationaal onderzoek
Kapitaalmarkt spreekt zich uit: jaarverslagen voldoende, cruciale ondernemingwaarden onvoldoende
Inhoud Voorwoord: Prix de Mazars
5
Conclusies
9
International Survey 2011: Summery
11
1.
Inleiding
14
2.
Scores jaarverslagen
14
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Jaarverslagen: informatief en leesbaar AEX-bedrijven AMX-bedrijven Open vraag beste jaarverslag Open vraag beste website Open vraag beste duurzaamheidverslag
15 15 16 16 17 17
4. 4.1 4.2
Combinatie van Doelstellingen & Strategie AEX-bedrijven Niet-AEX bedrijven
18 18 19
5. 5.1 5.2 5.3
Informatievoorziening Belang van informatie Mate van informatievoorziening Verhouding belang van informatie en informatievoorziening
20 20 22 23
6.
Raad van Commissarissen
25
7. 7.1 7.2 7.3
(Onderneming)waarden Belang van ondernemingwaarden Karakteristiek zijn van ondernemingwaarden Quotiënt belang en karakteristiek zijn van ondernemingwaarden
27 27 30 32
Bijlage
38
Mazars Close Contact PropertyNL en PropertyEU Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling
45 46 47
© 2011 Aalt Klaassen bv. All rights reserved. No part of this report may be reproduced, stored in a retrieval system, or be disclosed to the public, or transmitted, in any form or by any means, electronically, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of Aalt Klaassen bv. Models, survey data, techniques and tools, including software, used in performance of the assignment or included in the advice or survey results shall remain the property of Aalt Klaassen bv. In addition to factual research data, this report also contains the researcher’s personal interpretation, shown in italics.
3
Voorwoord: Prix de Mazars Stilstand is achteruitgang. Dat motto is ook van toepassing op jaarverslagen die zich in de loop van de tijd ontwikkelen omdat de wensen van gebruikers in de loop van de tijd veranderen, onder andere gedreven door maatschappelijke ontwikkelingen. De Prix de Mazars biedt elk jaar een interessante thermometer door gebruikers te vragen naar hun waardering voor jaarverslagen. Dit jaar zijn Fugro en Imtech de winnaars van de Prix de Mazars in respectievelijk de categorie AEX en niet-AEX bedrijven en waarderen de respondenten het jaarverslag met gemiddeld een bevredigende 7,2. Minstens even belangrijk als de winnaars – die wij op deze plaats nogmaals feliciteren met hun prestatie – is echter hoe gebruikers van jaarverslagen aankijken tegen de jaarverslagen en de daarin opgenomen onderwerpen. Op deze plaats tillen we enkele bevindingen uit de rijke onderzoeksresultaten. -
-
-
-
Het onderwerp maatschappelijk verantwoord ondernemen kan rekenen op meer belangstelling dan voorgaande jaren. Het groeiende belang van het laatstgenoemde informatieonderwerp is in lijn met de groeiende aandacht van grote, internationale professionele beleggers, die het expliciet verankeren in hun beleggingsproces. Naast het onderwerp ondernemingsprofiel is dit het enige onderwerp dat wint aan belang in het jaarverslag. Respondenten zijn van mening dat bedrijven er niet in slagen om hun HR beleid – vaak cruciaal voor ondernemingssucces – goed voor het voetlicht te krijgen. In jaarverslagen wordt vaak alleen in algemene termen wat over de menselijke factor geformuleerd en beleggers verwachten op dit punt betere handvatten. Dat is opmerkelijk aangezien veel ondernemingen wel hoog inzetten op HR als onderscheidende factor. Uit specifieke vragen over een aantal waarden blijkt dat met name de financiële sector nog een lange weg heeft te gaan bij het herwinnen van vertrouwen onder gebruikers van jaarverslagen. Respondenten achten de waarden integriteit en betrouwbaarheid erg belangrijk maar zijn ook van mening dat financiële instellingen deze waarden in de praktijk (nog) niet waarmaken. De mismatch is bij organisaties in de financiële sector duidelijk groter dan in overige sectoren. De respondenten hechten aan een verdere ontwikkeling van de rol van de Raad van Commissarissen (RvC). Men juicht toe dat deze ook een op een met de controlerend accountant praat zonder de aanwezigheid van de Raad van Bestuur; men acht het wenselijk dat de RvC op een breder terrein relaties aanknoopt (onder meer door contacten met managers uit het bedrijf); en men is groot voorstander van een jaarlijkse evaluatie van haar eigen functioneren.
Stuk voor stuk zijn dit signalen om serieus te nemen. Omdat het belangrijke onderwerpen zijn maar ook omdat het onderwerpen zijn die worden aangedragen door een belangrijke maatschappelijke groep: de gebruikers van jaarverslagen, waaronder beleggers. Voor Mazars is dat reden genoeg om dit onderzoek jaarlijks te sponsoren. We achten kwalitatief hoogwaardige jaarverslagen van groot maatschappelijk belang en gaan er graag het gesprek met stakeholders over aan.
Jos van Huut
Paul Steman
Joeri Galas
5
Kapitaalmarkt spreekt zich uit: jaarverslagen voldoende, cruciale ondernemingwaarden onvoldoende door Aalt Klaassen
7
Conclusies Fugro winnaar bij AEX
Imtech winnaar bij niet-AEX
meeste jaarverslagen informatief en leesbaar
communicatiemiddelen Corio meest genoemd bij open vraag
Fugro heeft een solide, wat conservatieve uitstraling
ook Imtech in goede kwadrant gepositioneerd
hoogste belang voor doelstellingen & strategie, financiële resultaten en kernactiviteiten
informatie over vooruitzichten en concurrentiepositie moet beter
Jaarverslag/website 1. Fugro is in 2011, net als in 2009, winnaar van de Prix de Mazars, de publieksprijs voor het beste jaarverslag 2010 in de AEX categorie. De behaalde 7,6 is meer dan ruim voldoende. De financiële professionals (7,8) zijn wat meer te spreken dan de overige respondenten (7,3). De gemiddelde waardering van de AEX-jaarverslagen is in 2011, net als in 2010, 7,2. 2. Imtech heeft dit jaar met een 7,9 de Prix de Mazars voor het beste jaarverslag 2010 in de categorie niet-AEX bedrijven gewonnen. De waardering bij de financiële professionals en de overigen is gelijk. Bij de niet-AEX bedrijven is het gemiddelde cijfer 7,2 tegen 7,1 in 2010. 3. De gemiddelde scores voor het informatieve karakter en de leesbaarheid van de jaarverslagen 2010 zijn met percentages van boven de 80% op een vergelijkbaar hoog niveau als in 2010. Bij de AEX-bedrijven is de verhouding informatief versus leesbaarheid gemiddeld in balans gebleven. Bij de AMX is het informatieve karakter wat dominanter en bij de AScX de leesbaarheid. 4. Bij de open vragen naar het beste jaarverslag op leesbaarheid en informatief karakter, de beste website en het beste duurzaamheidverslag voert Corio telkens de ranglijst aan als meest genoemde onderneming. Daarmee heeft de onderneming haar positie van vorig jaar geëvenaard. Combinatie van doelstellingen en strategie 5. Bij de AEX-bedrijven scoort Fugro met 7,5 (AEX gemiddeld 6,8) een derde plaats op het geloofwaardig zijn van de combinatie van doelstellingen en strategie. Voor het uitdagend zijn behaalt het bedrijf de tiende plaats met een 7,1 (AEX gemiddeld 6,9). Daarmee heeft Fugro een enigszins solide tot wat conservatieve uitstraling. De gemiddelde waarden voor de AEX liggen voor beide criteria lager dan vorig jaar, maar nog wel boven de scores van 2009. Mogelijk hangt dit samen met meer onzekerheid op de kapitaalmarkt. 6. Bij de AMX bedrijven neemt Imtech op geloofwaardig zijn (7,9) en uitdagend zijn (7,5) respectievelijk een achtste en een tweede plaats in. De scores op de criteria zijn licht uit balans. De gemiddelde cijfers van de AMX bedrijven zijn respectievelijk 6,8 voor geloofwaardig zijn en 7,1 voor uitdagend zijn. Ook in deze categorie bedrijven liggen de gemiddelde waarden lager dan in 2010, maar boven die van 2009.
relatiebeheer RvC wordt breder
RvC moet meer los doen van de RvB; jaarlijkse evaluatie wenselijk van eigen functioneren
integriteit en betrouwbaarheid nog steeds zeer belangrijk
zeer lage score op essentiele ondernemingwaarden; voor landelijke politici zelfs dramatisch laag.
heldere communicatie een uitdaging voor alle partijen
Raad van Commissarissen (RvC) 11. Respondenten hechten veel waarde aan een RvC die op een breed terrein goede relaties heeft. Naast gesprekken met aandeelhouders worden vooral gesprekken met managers van het betrokken bedrijf belangrijk gevonden. In mindere mate geldt dit ook voor gesprekken met vertegenwoordigers van een ondernemingsraad, met klanten, met bankiers en belangenorganisaties. Alleen aan gesprekken met leveranciers wordt minder waarde gehecht. 12. Zowel de financiële professionals als de overige respondenten zijn van mening dat de RvC met de controlerend accountant moet praten in aanwezigheid met de RvB, maar ook zonder dat de RvB daarbij aanwezig is. 13. Verder achten respondenten het wenselijk dat een RvC regelmatig, bijvoorbeeld een half uur aan het begin van de RvC vergaderingen, zonder de RvB vergadert. 14. Ook wordt het wenselijk geacht dat de RvC haar eigen functioneren elk jaar evalueert. Ondernemingwaarden 15. In grote lijnen is het gemiddelde belang van alle onderzochte (onderneming)waarden voor genoteerde bedrijven (4,2), de financiële sector (4,1) en de landelijke politici even belangrijk. 16. Integriteit en betrouwbaarheid zijn net als in het verleden voor de drie onderzochte ‘groepen’ zeer belangrijk. Voor de genoteerde bedrijven geldt dit ook voor professionaliteit en prestatiegericht. Voor de financiële instellingen zijn ook zeer belangrijke waarden: professionaliteit en risk & control gericht. Belangrijke waarden voor landelijke politici zijn verder heldere communicatie en zorg voor de maatschappij. 17. De gemiddelde scores voor de mate waarin de ondernemingwaarden karakteristiek zijn, is nog steeds aan de zeer matige kant en bij de politici zelfs dramatisch laag. 18. Er zit een mismatch tussen het belang van de ondernemingswaarden en de mate waarin respondenten menen dat deze ondernemingswaarden kenmerkend zijn. In het geval van genoteerde bedrijven blijft dit gemiddeld 16% achter bij het belang, bij de financiële sector gemiddeld 24% en bij de landelijke politici gemiddeld zelfs 30%. 19. Vooral de zeer slechte positie op de essentiële waarden betrouwbaarheid en integriteit bij met name de landelijke politici is zeer zorgwekkend. Wellicht is het te overwegen dat de financiële sector en de politici met elkaar om de tafel gaan zitten om ervaringen uit te wisselen en vervolgens met een gezamenlijk plan van aanpak komen om tot een herstel te komen van deze fundamentele waarden in onze maatschappij. 20. In dat verband is het een teken aan de wand dat ook de heldere communicatie tot één van de zwakste punten wordt gerekend, overigens van alle drie de ‘groepen’. 21. Verder blijkt dat de gemiddelde mismatch het hoogst is bij die waarden, die als zeer belangrijk worden getypeerd.
Informatievoorziening 7. De respondenten typeren 12 van de 21 onderzochte informatieonderwerpen als belangrijk. Deze ranglijst wordt aangevoerd door de onderwerpen doelstellingen & strategie, financiële resultaten, kernactiviteiten en (toelichting op de) jaarrekening. 8. In 2008 was het gemiddeld belang van de onderwerpen 4,2 op een 5-puntschaal. Dit jaar is dat wat lager op 3,9. Zaken die hebben gewonnen aan belang zijn ondernemingsprofiel en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vooruitzichten, aandeelhouderparagraaf, verslag RvC en vooral remuneratie zijn onderwerpen die een lager belang hebben gekregen. Onze verwachting is dat het verslag van de RvC in de nabije toekomst aan belang zal gaan winnen, omdat dit deel van het jaarverslag inhoudelijk sterk zal verbeteren. 9. Gemiddeld scoren de genoteerde bedrijven een 3,7 op een 5-puntschaal voor de informatievoorziening, dat is bijna voldoende. De niet-genoteerde bedrijven blijven daarbij achter met een 3,3. 10. De grootste tekortkomingen in de informatievoorziening liggen bij de genoteerde bedrijven op het terrein van de vooruitzichten en de concurrentiepositie. Bij de nietgenoteerde bedrijven zijn dat: uitvoering strategie/ondernemingsplan, vooruitzichten, marktontwikkelingen, risk management en concurrentiepositie.
9
International Survey 2011: summary Mazars: main sponsor for the fourth year in a row
From June 22nd until August 8th, Aalt Klaassen BV conducted its fourth consecutive survey among users of information in annual reports. As in previous years, the main sponsor of the survey is Mazars. PropertyNL, PropertyEU, VBDO and CloseContact acted as co-sponsors or partners. In addition, another 7 companies participated in the survey by allowing us to approach their contacts, primarily professional investors and analysts.
Slightly lower response rate in absolute terms (4%) 31% based outside the Netherlands
The survey was conducted through a web-based questionnaire. For some questions, not only the results for the respondents as a whole were included, but also a breakdown of the results for the financial professionals (professional investors, analysts and members of the press) and other respondents. In comparison to last year’s survey the response rate has fallen by approx. 4%. This year 859 respondents participated in the survey, compared to 898 in ‘10, 761 in ‘09 and 380 in ‘08. Thirty-one percent of the respondents are based outside the Netherlands (37% in ‘10 and 32% in ‘09).
Lower number of financial professionals
The breakdown of the overall response rate has changed compared to last year. Out of a total of 859 respondents, 199 were financial professionals (251 in ‘10 and 227 in ‘09), of whom 107 are based outside the Netherlands (144 in ‘10 and 108 in ’09), 416 were property investment professionals (389 in ‘10 and 286 in ‘09), of whom 107 are based outside the Netherlands (124 in ‘10 and 75 in ‘09) and 244 were other respondents (258 in ‘10 and 248 in ‘09), of whom 97 were private investors (97 in ‘10 and 87 in ’09). The proportion of financial professionals has fallen to 23% (28% in ‘10 and 30% in ‘09). The proportion of property investment professionals is 48% (43% in ‘10 and 38% in ‘09).
Imtech also positioned in the favourable quadrant
Information provision
most important subjects: goals & strategy, financial results and core activities
information on prospects and competitive position should be improved
conclusions
Imtech ranks first among the non-AEX companies
majority of annual reports strike a good balance between informative and readable Corio’s communication tools most frequently mentioned in the open question
1. Fugro is the 2011 winner of the Prix de Mazars, the public award for the best 2010 annual report in the category of AEX-listed companies, after having won the same price in 2009. The score it achieved (7,6) is more than ‘very satisfactory’. The financial professionals are slightly more satisfied than the remaining respondents, awarding an average score of 7,8 (as against 7,3 by the remaining respondents). In 2011, the average evaluation for the AEX annual reports is the same as in 2010, i.e. 7,2. 2. In the category of non-AEX listed companies, Imtech is this year’s winner of the Prix de Mazars for the best 2010 annual report, achieving a score of 7,9. The score was the same for the financial professionals and the remaining respondents. This year’s average score among non-AEX listed companies is 7,2, as against 7,1 in 2010. 3. The average scores for the informative nature and the readability of the 2010 annual reports have remained at a similarly high level as in 2010, achieving percentage of above 80%. For the AEX companies, the informative/readability ratio is still evenly balanced. In the case of AMX companies, there is a stronger emphasis on the informative nature, whereas in the case of ASCX, the emphasis is on readability. 4. Corio consistently takes the lead as the most frequently mentioned company in the answers to our open questions concerning ‘best annual report in terms of readability and informative nature’, ‘best website’ and ‘best sustainability report’. As a result, Corio has been able to retain the position it achieved last year.
SB’s relationship management becoming more comprehensive
11. The SB’s relationship management has become more comprehensive in the capital market’s view. Apart from the dialogue with shareholders, it is mainly the dialogue with managers of the relevant company that is considered important. Also important, but to a lesser extent is dialogue with representatives of a Works council, customers, bankers and interest groups. Only the dialogue with suppliers is not deemed appropriate at the moment.
SB should act more independently of the BoD; Annual assessment of its own performance would be advisable
12. Both the financial professionals and the remaining respondents feel that the SB should consult with the auditor in the presence of the Board of Directors (BoD), but also without the BoD being present. 13. Moreover, the respondents take the view that it is a good idea for the SB to meet on a regular basis without the BoD present, for instance half an hour before the start of the regular SB meeting. 14. It is also considered advisable for the SB to assess its own performance on an annual basis. Corporate values
integrity and reliability are still considered to be very important
Combination of goals and strategy
Fugro is positioned in the favourable quadrant with a solid, slightly conservative image
7. Out of a total of 21 information subjects, 12 are considered important, the following subjects being top of the list: goals & strategy, financial results, core activities and the financial statement and notes to the financial statement. Eight of the subjects were considered ‘definitely important’, with only Human Resources being considered simply ‘slightly important’. 8. In 2008, the average importance on a 5-point scale was 4,2. This year, it is slightly lower at 3,9. Corporate profile and socially responsible entrepreneurship have become more important. There is less interest for prospects, the shareholders’ section, the Message by the Supervisory Board and, in particular, remuneration. The Message by the Supervisory Board is expected to become more important in the near future, because the content of this part of the annual report will be greatly improved. 9. On average, the listed companies score 3,7 on a 5-point scale for the information provision, which is nearly satisfactory. The non-listed companies lag behind, achieving a score of 3,3. 10. The greatest shortcomings among the listed companies are information on the company’s prospects and competitive position. Among the non-listed companies they are the realisation of the strategy/business plan, prospects, market developments, risk management and competitive position. Supervisory Board (SB)
Annual report/website
Fugro’s annual report scores highest among the AEX-listed companies
6. On credibility (7,9) and ambition (7,5) Imtech ranks eighth and second among the AMX companies, respectively. The scores on both criteria are slightly unevenly balanced. The average scores for AMX-listed companies on credibility and ambition are 6,8 and 7,1, respectively. Like in the AEX category, the average scores are lower than in 2010, but higher than in 2009.
5. With regard to the credibility of the combination of the goals and strategy, Fugro achieves third place among the AEX companies, scoring 7,5 (the average for AEX companies being 6,8). With regard to the ambition of the goals and strategy combination (i.e. how ‘challenging’ they are) the company achieves tenth place, scoring 7,1 (as against the AEX average of 6,9). This means that Fugro has a somewhat solid, slightly conservative profile. This year’s average scores for the AEX on both criteria are lower than last year’s scores, but still higher than the 2009 scores. This seems to be related to the renewed uncertainty in the capital market.
10
very low scores – and dramatically low in the case of politicians - on essential corporate values being characteristic.
15. By and large, all (corporate) values included in the survey are considered equally important for listed companies (4.2), the financial sector (4.2) and the national politicians. 16. As has been the case in the past, integrity and reliability are considered very important for all three groups included in the survey. In the case of listed companies, the same applies to ‘professionalism’ and ‘performance orientation’. In the case of financial institutions, the following values are also considered ‘very important’: professionalism and risk & control orientation. For national politicians, the following values are added to the list: clear communication and care for the society. 17. The average scores for the degree to which the corporate values are considered characteristic of the various groups included in the survey remain very mediocre and are even dramatically low in the case of the politicians. 18. When the ratio between ‘being characteristic’ and ‘importance’ is considered, we can conclude that the corporate values are considered 16% less characteristic than important in the case of listed companies, an average of 24% less characteristic than
11
clear communication is a challenge for all parties
important in the case of the financial sector and as much as 30% less characteristic than important in the case of national politicians. 19. The extremely poor results with regard to essential values such as reliability and integrity in the case of national politicians, in particular, are alarming. It may be worth organising a meeting between the financial sector and politicians in order to exchange ideas and formulate a joint approach with a view to re-establish these fundamental values in our society. 20. In this context, it is significant that even clear communication is considered one of the biggest weaknesses, for all three groups. 21. The biggest average mismatch is seen for those values which are considered very important.
Onderzoek
13
1. Inleiding Mazars voor vierde jaar hoofdsponsor
lichte daling absolute respons (4%) 31% niet uit Nederland
aantal financiële professionals teruggelopen
gemiddeld ruim voldoende voor AEX
Van 22 juni tot en met 8 augustus 2011 is door Aalt Klaassen BV voor het vierde jaar in successie een onderzoek gedaan onder gebruikers van jaarverslaginformatie. Van dit onderzoek is Mazars, net als in de vorige jaren, de hoofdsponsor. Als co-sponsoren/partners zijn opgetreden PropertyNL, PropertyEU, de VBDO en CloseContact. Daarnaast heeft een zevental bedrijven hun medewerking verleend door het laten benaderen van hun contactpersonen, primair professionele beleggers en analisten1. Het onderzoek is via een webbased vragenlijst afgenomen. Bij een aantal vragen zijn naast de resultaten van de totale groep respondenten, eveneens die van de financiële professionals (professionele beleggers, analisten en pers) en de overigen verstrekt. Vergeleken met vorig jaar, is de respons met circa 4% gedaald. Dit jaar hebben 859 respondenten hun medewerking verleend tegen 898 in ‘10, 761 in ‘09 en 380 in ‘08. Van de respondenten komt 31% (37% in ‘10 en 32% in ‘09) van buiten Nederland.
•
• •
Het gemiddelde cijfer van de AEX is 7,2, een ruime voldoende. Het laagste cijfer van 6,1 (6,4 in 2010) geeft aan dat de jaarverslagen een minimum toets der kritiek kunnen doorstaan. Overigens hadden niet alle bedrijven in de AEX-categorie voldoende waarnemingen om mee te worden genomen in de ranglijst. Opvallend is dat de scores van de top 5 zeer dicht bij elkaar liggen. Het onderscheid tussen de nummers 2 en 3 is zelfs gebaseerd op het verschil in de derde decimaal.
Imtech dit jaar eerste bij niet-AEX
•
Imtech heeft met een score van 7,9 de eerste plaats behaald in de categorie niet-AEX. Er is geen verschil in waardering tussen de financiële professionals en de overige respondenten. Daarmee heeft de onderneming een consistente uitstraling in de markt.
gemiddeld ruim voldoende voor niet-AEX
•
Bij de niet-AEX bedrijven is het gemiddelde van 7,2 eveneens goed voor een ruime voldoende. Het laagste cijfer is bij deze groep ondernemingen 6,8. In deze categorie bedrijven is het aantal bedrijven met voldoende waarnemingen om op de ranglijst te kunnen worden meegenomen, afgenomen tot 20.
• •
De samenstelling van de overall respons is vergeleken met vorig jaar gewijzigd. Van de 859 respondenten zijn er 199 financiële professionals (251 in ‘10 en 227 in ‘09), waarvan 107 buiten Nederland (144 in ‘10 en 108 in ’09), 416 vastgoed professionals (389 in ‘10 en 286 in ‘09), waarvan 107 buiten Nederland (124 in ‘10 en 75 in ‘09) en 244 overigen (258 in ‘10 en 248 in ‘09), waaronder 97 particuliere beleggers (97 in ‘10 en 87 in ’09). Het aandeel financiële professionals is naar 23% teruggelopen (28% in ‘10 en 30% in ‘09). Dat van de vastgoedprofessionals is 48% (43% in ‘10 en 38% in ‘09).
3. Jaarverslagen: informatief en leesbaar 3.1 AEX-bedrijven Tabel 2 Jaarverslagen AEX: informatief en leesbaar (% respons per bedrijf)
onderwerpen onderzoek 2011
Naast de standaardvragen rond het jaarverslag en de combinatie van doelstellingen en strategie is dit jaar aandacht geschonken aan enkele bijzondere onderwerpen: - het belang van informatie en de mate waarin daarin wordt voorzien - enkele stellingen over de RvC - de vraag in hoeverre ondernemingwaarden van toepassing zijn op landelijke politici, mede in relatie tot het eraan toegekende belang
informatief
leesbaar
quotiënt (informatief/leesbaar)
Fugro
100
91
1,10
gemiddelde
88
87
1,02
hoogste
100
100
1,22
laagste
50
63
0,80
2. Scores jaarverslagen Tabel 1 Top 5 gemiddelde scores op de jaarverslagen 2010 (10-puntschaal)2 AEX-bedrijven
niet-AEX bedrijven
volgorde
bedrijf
cijfer
bedrijf
cijfer
1
Fugro
7,62
Imtech
7,91
2
Unibail Rodamco
7,56
Vopak
7,88
3
Royal Dutch Shell
7,56
Eurocommercial Properties
7,73
4
Philips Electronics
7,50
Arcadis
7,61
5
Corio
7,47
Macintosh Retail
7,45
informatief: Fugro het best
•
Randstad bij leesbaar leidend
•
bij meeste jaarverslagen informatief en leesbaar in evenwicht
• •
•
Fugro winnaar bij AEX
1 2
•
gemiddelde AEX
7,18
gemiddelde niet-AEX bedrijven
7,2
laagste score
6,12
laagste score
6,8
•
Fugro presteert met haar jaarverslag op informatief karakter bovengemiddeld en het hoogst. Het jaarverslag van Aperam neemt met 50% de laatste plaats in op informatief karakter. 91% van de lezers van het Fugro jaarverslag vindt het jaarverslag leesbaar. Dat is boven het gemiddelde van 87% voor de AEX-bedrijven. Randstad heeft de hoogste score op leesbaarheid (100%). Aperam scoort ook op dit aspect het laagst. Gezien het quotiënt (= informatief/leesbaar) van 1,02 zijn het informatieve karakter en de leesbaarheid voor alle bedrijven gemiddeld met elkaar in evenwicht. De bandbreedte waarbinnen het quotiënt zich beweegt, is aanzienlijk breder dan vorig jaar. Gemiddeld is er voor de AEX-bedrijven sprake van een evenwicht tussen beide criteria. De grootste afwijkingen van 1 doen zich voor bij Boskalis Westminster (1,2) en bij Aperam (0,8). Bij het eerste bedrijf is het informatieve karakter dominant en bij het tweede de leesbaarheid. 13 bedrijven presteren op leesbaarheid en informatieve karakter beide bovengemiddeld. En 5 bedrijven op beide criteria benedengemiddeld. Overigens liggen de gemiddelde scores voor het informatieve karakter en de leesbaarheid voor de jaarverslagen 2011 van de AEX-bedrijven op een vergelijkbaar niveau als voor die van 2010.
Fugro staat bovenaan met een 7,6. Daarmee wordt het jaarverslag als meer dan ruim voldoende beoordeeld. De onderneming heeft net als in 2009 de eerste plaats behaald. De waardering van de financiële professionals (7,8) is hoger dan die van de overigen (7,3). Het verschil is wat aan de forse kant.
De onderzoeker is de heer L.J. de Man zeer erkentelijk voor zijn zeer substantiële bijdrage bij het tot stand komen van dit rapport. Ter bepaling van de score per jaarverslag hebben de cijfers van de financiële professionele respondenten een weging van twee gekregen en de overige respondenten een weging van één. Verder zijn alleen jaarverslagen meegenomen in de ranking, waarvoor minimaal 15 waarnemingen waren. De winnaars van de Prix de Mazars, de publieksprijs voor het beste jaarverslag, kunnen het eerstvolgende jaar niet meedingen naar de prijs binnen hun huidige categorie.
14
15
3.2 AMX-bedrijven
3.4 Open vraag beste website
Tabel 3 Jaarverslag niet-AEX bedrijven: informatief en leesbaar (% respons per bedrijf) informatief
leesbaar
quotiënt (informatief/leesbaar)
Imtech
94
91
1,03
gemiddelde
91
81
1,17
hoogste
100
100
1,40
laagste
50
25
0,95
Tabel 5 Top twee beste websites spontaan genoemd
Corio beste website
rang
bedrijf
1
Corio
2/4
Imtech, ING Group en Randstad
Ook ten aanzien van de website ontvangt Corio net als in 2010, de meeste nominaties voor beste website. Respondenten geven als toelichting onder meer: depth of information, duidelijk, overzichtelijk, easy to navigate en prettige site. Daarnaast scoren goed: Imtech (goed archief, geeft veel info, voorloper), ING Group (gebruikersvriendelijk, toegankelijk en snelle vindbaarheid relevante informatie) en Randstad (alle info duidelijk beschikbaar en terug te vinden, lange historie van persberichten en presentaties beschikbaar, mooie site, toegankelijk en snelle vindbaarheid relevante info).
•
• meest informatief BAM Groep, Binckbank, Heijmans, Vopak en Wessanen Arcadis eerste bij leesbaar
•
bij AMX-bedrijven domineert informatief leesbaar
•
Bij de AMX-bedrijven vindt 94% van de lezers van het jaarverslag van Imtech dat het informatief is. Dit percentage is hoog en licht bovengemiddeld. Bij de jaarverslagen van BAM Groep, Binckbank, Heijmans, Vopak en Wessanen is dit percentage met 100% het hoogst. Nutreco sluit de lijst af met een score van 83%. 91% van de respondenten vindt dat het jaarverslag van Imtech leesbaar is. Dat is bovengemiddeld. Binnen de categorie AMX-bedrijven presteert Arcadis op dit vlak het best (97%). Voor SNS Reaal is er, gezien de 73%, nog verbetering wenselijk. Het quotiënt bij Imtech is met 1,03 een indicatie van de balans tussen beide criteria. De hoogste waarde voor dit kengetal is behaald door SNS Reaaal (1,35). Informatief domineert boven leesbaarheid. Het gemiddelde quotiënt bedraagt bij deze categorie ondernemingen 1,17. Gemiddeld is het informatieve karakter wat dominanter. Bij 5 bedrijven domineert leesbaarheid het informatieve karakter met meer dan 10%.
•
• •
3.5 Open vraag beste duurzaamheidverslag Tabel 6 Top drie beste duurzaamheidverslagen spontaan genoemd rang
bedrijf
1
Corio
2
Royal Dutch Shell
3
DSM
3.3 Open vraag beste jaarverslag3 Tabel 4 Jaarverslagen spontaan genoemd als beste jaarverslag op informatief en leesbaar informatief
leesbaar
1
Corio
1
Corio
2
Imtech
2
DSM
3
Sligro Food Group
3
Heineken
Corio ook beste duurzaamheidsverslag
• •
• informatief
jaarverslag Corio meest genoemd bij informatief
•
•
•
Het Corio jaarverslag is, net als vorig jaar, spontaan het meest genoemd als een goed jaarverslag vanwege het informatieve karakter. Als motivering zijn vooral genoemd: duidelijke strategie, duidelijk onderbouwd, cijfers toekomstgericht, transparant en veel informatie snel beschikbaar. Het jaarverslag van Imtech komt ex aequo op de tweede plaats. De meest genoemde motiveringen zijn: grote helderheid over targets en KPI’s, helder, compact, veel detail op omzetniveau en uitleg van soort klant en soort werkzaamheden. Bij het jaarverslag van Sligro Food Group komen als motivering naar voren: naast de ontwikkeling van de eigen activiteiten ook een goede omschrijving van de markt, uitgebreide toelichting met interessante cases over gevolgen verandering lease accounting, solide en betrouwbaar.
•
Uit de antwoorden kan worden opgemaakt dat de respondenten onder duurzaamheidverslag ook verstaan de verantwoording in het algemene jaarverslag. Corio staat op de eerste plaats en uit de antwoorden van respondenten is hier geen eenduidige reden voor te destilleren. Opmerkingen zijn onder meer: verfijnen CSR strategie, grote stappen gemaakt afgelopen jaren, within Benelux real estate it is pretty much the only one besides Unibail Rodamco, not just a marketing/PR exerciseThe Corio sustainability report is a solid grounding for their work en green lease. Royal Dutch Shell staat op nummer 2 met antwoorden als: for the information quality, for the good distribution of the information en grote energiereus doet veel aan duurzaamheid, maar stuit vaak op maatschappelijk onbegrip. Op de derde plaats staat DSM. Opmerkingen die daarbij naar voren komen zijn: duurzaamheid is onderdeel geworden van de bedrijfsstrategie, geen greenwashing.
leesbaar
jaarverslag Corio ook op leesbaarheid eerste plaats
•
• • 3
Ook qua leesbaarheid scoort het jaarverslag van Corio het best. De motiveringen zijn: considered, well presented and provided in a market context, goede opbouw, good format, clear sequency and you can find detailed info relatively quickly. Het jaarverslag van DSM krijgt als motiveringen: veel data over markten, concurrenten, groei, goed en vlot leesbaar en klare taal. Heineken krijgt bij het jaarverslag als motivering onder andere genoemd: altijd leesbaar en easy reading and pictures.
In het onderzoek is een aantal open vragen opgenomen, zoals wat vindt u het beste jaarverslag ten aanzien van informatieve waarde (leesbaarheid)? En wat is uw motivering daarvoor? Ook is gevraagd naar de beste website en het beste duurzaamheidverslag. In de tabellen zijn de ondernemingen genoemd met de meeste vermeldingen.
16
17
4. Combinatie van Doelstellingen & Strategie vraag onderzoek
•
In het onderzoek is eveneens ingegaan op de combinatie van doelstellingen en strategie. Aan de respondenten is gevraagd aan te geven of zij de combinatie van doelstellingen en strategie voldoende uitdagend en geloofwaardig vonden. Daarbij is gebruik gemaakt van een 10-puntschaal met 1 = laagste en 10 = hoogste waardering.
Het bedrijf Xch is een AEX-fonds met de laagste score op het uitdagend zijn en bedrijf Bl is een AEX-fonds met de laagste score op geloofwaardigheid ten aanzien van de combinatie van doelstellingen en strategie. Beide bedrijven hebben een speculatieve uitstraling en zullen dan ook beleggers in die sfeer aantrekken.
4.2 Niet-AEX bedrijven 4.1 AEX-bedrijven
Figuur 2 Score Imtech op combinatie van doelstellingen & strategie (10-puntschaal) 8,5 challenging
Figuur 1 Score Fugro op combinatie van doelstellingen & strategie (10-puntschaal) 8,5 challenging
• Xch
8
8
• Imtech ’10
7,5
• Imtech ’11 7,5
• Fugro ’10
7 • Imtech ’09
• Fugro ’11
7
6,5
• BI
• BI 6,5
• Fugro ’09
6
6
5,5
• Xch
5,5
5 5
5,5
6
4,5
5
5,5
6
6,5
7
7,5
8
Combinatie van doelstellingen en strategie: criteria (meer dan) ruim voldoende maar iets uit balans
•
•
•
Fugro scoort ruim voldoende op het criterium betreffende het uitdagend zijn (7.1, tiende plaats) en meer dan ruim voldoende op het criterium geloofwaardig zijn (7.5, derde plaats) van de combinatie van doelstellingen en strategie. Bij beide criteria is dat boven het corresponderende gemiddelde. Een vergelijking met vorig jaar laat zien dat het criterium uitdagend zijn is gedaald (7.6 naar 7.1)) en het geloofwaardig zijn gelijk is gebleven (7.5). De hoogste score van een AEX-bedrijf is voor uitdagend een 7.5 en voor geloofwaardig zijn een 7.7. Bij beide criteria lopen ten aanzien van Fugro de gemiddelde opvattingen van de financiële professionals en de overigen uiteen. Bij uitdagend zijn geeft de categorie overigens een hogere waardering dan de professionals (6.7 om 7.3), voor geloofwaardig zijn ligt het beeld precies andersom (7.7 om 7.4). Het verschil tussen beide doelgroepen bij het uitdagende karakter is wat aan de te forse kant. De gemiddelde waarderingen voor de AEX-bedrijven liggen lager dan vorig jaar met een 6.9 voor uitdagend (7.3 in 2010) en een 6.8 voor geloofwaardig zijn (7.1 in 2010), maar liggen nog boven het niveau van 2009. Dit lijkt samen te hangen met een stagnerend gevoel van het vertrouwen in de economie. Fugro heeft zich niet kunnen verbeteren en is zelfs wat gedaald in waardering. Fugro presteert ruim voldoende. De scores op beide criteria zijn niet geheel met elkaar in balans. Door de waarderingen heeft de onderneming echter wel een solide uitstraling.
Fugro in goede kwadrant
•
7,5
8
8,5
8,5
credible
•
7 credible
5
Fugro ruim voldoende en solide uitstraling
6,5
Combinatie van doelstellingen en strategie: criteria ruim voldoende maar licht uit balans
Imtech ruim voldoende tot goed
•
•
•
Imtech scoort een ruime voldoende op het uitdagend zijn (7.5, achtste plaats) en een bijna goed op het criterium geloofwaardig zijn (7.9, tweede plaats) van de combinatie van doelstellingen en strategie. Bij beide criteria is dat bovengemiddeld. Vergeleken met vorig jaar is zowel op het criterium uitdagend zijn als geloofwaardig zijn met respectievelijk een 7.7 en 8.0, een iets lagere score gerealiseerd. De hoogste score van een individueel bedrijf voor uitdagend zijn is een 8.3 en voor geloofwaardig zijn komt dat uit op een 8.1. Bij beide criteria komen de gemiddelde opvattingen van de financiële professionals en de overigen nagenoeg overeen, voor zowel Imtech als voor de AMX-bedrijven gemiddeld. De gemiddelde waarderingen voor de AMX-bedrijven liggen gemiddeld lager dan vorig jaar met een 7.1 voor uitdagend (7.3 in 2010) en een 6.8 voor geloofwaardig zijn (7.0 in 2010). Ook hier is de verklaring vermoedelijk weer het stagnerend gevoel van vertrouwen in de economie. Imtech presteert ruim voldoende tot goed. De scores op beide criteria zijn wel licht uit balans.
Imtech in goede kwadrant
•
•
Imtech is goed gepositioneerd ten opzichte van de gemiddelde scores voor de AMX (7.1 voor uitdagend en 6.8 voor geloofwaardig). De onderneming straalt ten opzichte van vorig jaar op beide criteria minder uit. Bedrijf Xch is een AMX-fonds met de hoogste score op het uitdagend zijn en bedrijf Bl is een AMX-fonds met de laagste score op uitdagend zijn ten aanzien van de combinatie van doelstellingen en strategie. Beide bedrijven hebben een speculatieve uitstraling en zullen dan ook beleggers in die sfeer aantrekken.
Fugro is goed gepositioneerd ten opzichte van de gemiddelde scores voor de AEX. De onderneming straalt zowel voldoende ambitie als geloofwaardigheid uit. Hierdoor heeft de onderneming een solide uitstraling naar de buitenwereld. Ten opzichte van 2010 heeft er wel een daling plaatsgevonden wat betreft het uitdagende karakter van de combinatie van doelstellingen en strategie.
18
19
5. Informatievoorziening
Er zijn vier clusters in termen van belangrijkheid van de te verstrekken informatie, nl:
4 clusters qua belang onderzoekvraag
Aan de respondenten is gevraagd aan te geven welk belang zij hechten aan opname in het jaarverslag van informatie over bepaalde aandachtsgebieden. Daarbij is een 5-puntschaal gehanteerd met de extremen 1 = zeer onbelangrijk en 5 = zeer belangrijk. Daarnaast is gevraagd in welke mate zij vinden dat genoteerde en niet-genoteerde bedrijven daarover voldoende informatie verstrekken. Ook hier is een 5-puntschaal gebruikt met 1 = volstrekt onvoldoende en 5 = volstrekt voldoende.
• • • •
geen onderwerp zeer belangrijk
•
Op totaalniveau blijken alle onderscheiden informatieonderwerpen van belang te zijn, maar in de hoogste cluster (een waarde van ≥ 4,5) bevindt zich dit jaar geen enkel onderwerp. Bij onze inventarisatie in 2008 waren er nog 5 onderwerpen waarvan de informatie voorziening als zeer belangrijk werd ervaren. Alleen bij de financiële professionals onderscheidt één onderwerp zich voor deze cluster: informatie aangaande de jaarrekening (4,5) wordt als zeer belangrijk gezien.
financiële professionals nog klassieke denkers
•
12 van de 21 informatieonderwerpen zijn te vinden in de cluster ‘belangrijk’. Doelstellingen & strategie en financiële resultaten (4,4) voeren de lijst van onderwerpen aan. Ook in 2008 waren dit de belangrijkste onderwerpen, zij het dat in absolute zin aan deze onderwerpen een hoger belang werd toegekend (4,6). De financiële professionals kennen aan de onderwerpen in deze cluster doorgaans een lager belang toe dan de overige respondenten. Alleen aan de onderwerpen die in de klassieke zin direct raken aan hun professie, wordt een gelijk of hoger belang toegekend; het gaat dan om financiële resultaten, jaarrekening en toelichting op de jaarrekening. De negatieve verschillen zijn overigens niet groot. Alleen met betrekking tot marktontwikkelingen wijkt het oordeel van de financiële professionals (3,8) met 0,3 punten negatief af van dat van de overige respondenten (4,1). De financiële professionals kennen wel 0,3 punten meer belang toe aan de informatievoorziening van de jaarrekening en de toelichting op de jaarrekening. Dit zal in eerste instantie geen verbazing wekken en is een indicatie voor de klassieke invalshoek van een financiële professional. Het is opmerkelijk te zien dat professionals relatief weinig waarde hechten aan informatie over de marktontwikkelingen in combinatie met de concurrentiepositie en de doelstellingen en strategie. Dit zijn immers essentiële zaken om een gevoel te krijgen voorde toekomstige potentie van een bedrijf. Een mogelijke verklaring is dat de financiële professionals de informatie over marktontwikkelingen liever uit een andere bron halen. Dat miskent echter het belang van informatie die vanuit het referentiekader van het management van het bedrijf wordt verstrekt.
5.1 Belang van informatie In tabel 1 van de bijlage staan de resultaten per informatieonderwerp weergegeven in volgorde van afnemende belangrijkheid. Deze laatste is dan gebaseerd op de opvattingen van de totale groep respondenten. De figuren 3a en 3b tonen de 5 belangrijkste, respectievelijk de 5 minst belangrijke informatie onderwerpen. Tevens zijn de corresponderende waarden opgenomen van het onderzoek dat over dit zelfde onderwerp in 2008 plaatsvond. Figuur 3a Belangrijkste informatieonderwerpen (5-puntschaal) in afnemende volgorde van belangrijkheid
•
doelstellingen & strategie
financiële resultaten
• kernactiviteiten
jaarrekening
verbazend lage score bij professionals voor marktontwikkelingen
•
relatief laag belang voor remuneratie
•
De verhoudingsgewijs lage score bij de professionals van de informatie over de remuneratie (van o.a RvB) (3,3 versus 3,6 voor de overigen) valt op. De laatste jaren is dit onderwerp bij herhaling en meer indringend aan de orde gesteld op de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders. Dit gebeurde ook regelmatig door collega’s van de financiële professionals die werkzaam waren bij de afdeling corporate governance. Blijkbaar worden de opvattingen over het belang van dit onderwerp binnen de betrokken organisaties nog niet unaniem gedeeld.
HR nog steeds ondergeschoven kind
•
Slechts één onderwerp bevindt zich in de laagste cluster op de ranglijst. Het betreft het in de ogen van velen zachte onderwerp human resources (HR). Zowel de professionals als de overigen vinden dit onderwerp het minst belangrijk. Het lijdt geen twijfel dat de menselijke factor zeer essentieel is voor het succes van veel ondernemingen. De lage score van dit onderwerp lijkt dan ook te zijn ingegeven door de gebrekkige informatievoorziening op dit punt. Bedrijven maken onvoldoende duidelijk hoe belangrijk de menselijke factor is voor het succes van een onderneming en verzanden veelal in een passage over HR die qua opzet en informatieve waarde sterk afwijkt van de rest van het jaarverslag en veelal ver onder de maat is.
toelichting jaarrekening 2.5
3.0
3.5
4.0 2008
4.5
5.0
2011
Figuur 3b Minst belangrijkste informatieonderwerpen (5-puntschaal) in toenemende volgorde van belangrijkheid
Zeer belangrijk (score ≥ 4,5): geen van de informatie elementen krijgt dit jaar dit predicaat. Belangrijk (4,0 ≤ score < 4,5): dit betreft doelstellingen & strategie (4,4) tot en met concurrentiepositie (4,0 afgerond). In totaal 12 onderwerpen zijn belangrijk. Zeker van belang ( 3,5 ≤ score < 4,0): meerjarenoverzicht tot en met remuneratie; Van belang (3,2 ≤ score < 3,5): human resources.
human resources
remuneratie
verslag RvC
• mvo geldgever/ aandeelhouderparagraaf 2.5
3.0
3.5
4.0 2008
20
4.5 2011
5.0
Verschillen ten opzichte van 2008
duurzaam ondernemen sterker verankerd in
•
De toegekende scores voor belang zijn door de bank genomen lager dan in 2008. Gemiddeld was het toegekende belang van de onderwerpen in 2008 4,2 (gemiddeld
21
business model •
remuneratie niet meer een ‘hot topic’
• •
verslag RvC zal aan belang winnen
• •
‘belangrijk’); dit jaar komt het gemiddelde uit op 3,9 (met predicaat zeker van belang). Ten opzichte van 2008 zijn er slechts twee informatieonderwerpen die aan belang hebben gewonnen, t.w. ondernemingsprofiel (+0,1 punt) en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) (+0,2 punt). Het groeiende belang van het laatstgenoemde informatieonderwerp is in lijn met de toegenomen aandacht van grote, internationale professionele beleggers, die het expliciet verankeren in hun beleggingsproces. Ook de sell-side analisten van de grote brokers en banken houden bij hun analyses hiermee in toenemende mate rekening. Veel belangrijker is nog dat MVO of duurzaam ondernemen bij een sterk toenemend aantal bedrijven goed verankerd is in het business model. We hebben zelfs de indruk dat de bestuurders van de genoteerde bedrijven op dit gebied al verder zijn dan de financiële wereld. Het is meer in hun ‘bedrijfsgenen’ gekomen. Het belang van MVO/duurzaam ondernemen is gestaag aan het toenemen en het draagvlak neemt eveneens toe.
genoteerde bedrijven betere informatievoorziening
•
• •
Bij een score van 4,0 of hoger wordt de informatievoorziening over een onderwerp als voldoende beschouwd. Gemiddeld scoren de genoteerde bedrijven met de informatievoorziening een 3,7. Hetgeen als bijna voldoende kan worden gezien. De niet-genoteerde bedrijven komen gemiddeld voor alle onderwerpen op een 3,3 en hebben dus nog wat meer werk te doen. De grootste verschillen tussen de genoteerde en de niet-genoteerde bedrijven betreffen: de toelichting op de jaarrekening, corporate governance en remuneratie. Verder blijken de financiële professionals gemiddeld steeds wat negatiever te zijn dan de overigen.
genoteerde bedrijven
•
Bij de genoteerde bedrijven is de informatievoorziening voor de in figuur 4 afgebeelde onderwerpen voldoende. Naast deze onderwerpen gaat dat ook op voor de toelichting op de jaarrekening en het ondernemingsprofiel.
De relatieve posities van de informatieonderwerpen (gemeten aan belang) is niet duidelijk gewijzigd. 4 onderwerpen hebben een duidelijk lager belang, t.w.: remuneratie (-0,7 punten), vooruitzichten, geldgever-/aandeelhouderparagraaf en verslag RvC (alle -0,4 punten).
•
Bij de genoteerde bedrijven is de informatievoorziening met betrekking tot 10 onderwerpen nog niet voldoende, maar er is wel sprake van een (duidelijke) tendens naar voldoende (3,5 < score <4,0). In deze cluster behaalt belangrijkste kengetallen een score van 3,9. Het laatste onderwerp binnen deze categorie is vooruitzichten/verwachtingen (3,6).
Wat betreft de vooruitzichten / verwachtingen speelt de grote onzekerheid mogelijk een rol. Deze weerhoudt bedrijven van concrete uitspraken over de toekomst. De lagere score voor het verslag van de RvC is niet onverwacht. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat dit verslag de facto onvoldoende is om de RvC decharge te kunnen verlenen voor het gehouden toezicht. De ontwikkelingen op het gebied van corporate governance, de opvattingen in het maatschappelijk verkeer en de ontwikkelingen op de internationale kapitaalmarkten wijzen erop dat dit verslag de komende jaren aan belang gaat winnen. De RvC zal duidelijker moeten maken dat zij een eigen positie heeft ten opzichte van een RvB. De tot nu toe, zeker in Nederland sterk beleefde opvatting van eenheid van bestuur, zal minder dominant worden. Elk gremium (zo ook RvB en RvC) heeft zijn eigen verantwoordelijkheid en moet daarover ook verantwoording afleggen en dus communiceren.
•
De resterende onderwerpen behalen alle scores voor informatievoorziening tussen 3,0 tot en met 3,5. De informatievoorziening kan in deze cluster gekarakteriseerd worden als licht neigend naar voldoende. De onderwerpen binnen deze cluster zijn: concurrentiepositie, remuneratie, geldgever-/aandeelhouderparagraaf, maatschappelijk verantwoord ondernemen en human resources.
•
Bij slechts 3 onderwerpen is het oordeel van de professionals positiever dan dat van de overigen. Bij vijf onderwerpen is er sprake van een aanzienlijk verschil (> 0,3 punt) tussen de beoordeling van de informatievoorziening door de professionals en de overige respondenten. Het betreft de: concurrentiepositie (-0,6 punt), marktontwikkeling en verslag RvC (-0,4 punt), geldgever/-aandeelhouderparagraaf en producten/diensten (-0,3 punt).
enkele grote verschillen tussen subgroepen
5.2 Mate van informatievoorziening
•
niet-genoteerde bedrijven
•
Bij de niet-genoteerde ondernemingen zijn de zes best presterende onderwerpen grotendeels dezelfde als bij de genoteerde ondernemingen, maar de scores liggen aanzienlijk lager. De toelichting op de jaarrekening blijft wat achter en wordt vervangen door belangrijkste kengetallen. Een score van 3 is in het onderzoek gelabeld als ‘deels onvoldoende/deels voldoende’. De informatievoorziening van deze onderwerpen wordt gekwalificeerd als duidelijk richting voldoende (scores boven de 3,5).
•
De informatievoorziening van alle andere onderwerpen (met uitzondering van remuneratie) kan gelabeld worden met ‘meer richting voldoende dan richting onvoldoende’..
•
De informatievoorziening over de remuneratie gaat meer richting ‘onvoldoende’.
•
Ook bij de niet-genoteerde ondernemingen zijn de financiële professionals kritischer dan de overigen. De grotere verschillen betreffen nu: verslag RvC (0,6 punt), concurrentiepositie, marktontwikkelingen, human resources en meerjarenoverzicht (0,4 punt) alsmede producten/diensten (0,3).
In figuur 4 staan de vier onderwerpen die de hoogste score behaalden wat de mate van informatievoorziening betreft. De vier onderwerpen staan bij zowel bij de genoteerde als de niet-genoteerde ondernemingen in de top, maar de volgorde van mate van informatievoorziening is verschillend. Figuur 4 Onderwerpen met de beste informatievoorziening voor genoteerde en nietgenoteerde bedrijven financiële resultaten
jaarrekening
kernactiviteiten
doelstellingen & strategie
5.3 Verhouding belang van informatie en informatievoorziening 2.5
3.0
3.5 niet-genoteerd
22
4.0
4.5 genoteerd
5.0
quotiënt als indicatie voor mismatch
De gemiddelde score voor ‘de mate van informatievoorziening’ is gedeeld door de gemiddelde score voor ‘van belang zijn’. Een waarde van 1,0 geeft aan dat er sprake is van een evenwicht. Een waarde van 1,2 geeft aan dat ‘de mate van informatievoorziening’ over een onderwerp 20% hoger scoort dan het corresponderende ‘belang’. Een waarde van 0,9 geeft aan dat de score van ‘de mate van informatievoorziening ‘ in negatieve zin 10% afwijkt van
23
‘het belang’. Het quotiënt geeft dan ook inzicht in de mismatch tussen belang en mate van informatievoorziening. op basis eigen analyses herkenning verbeterpunten
Figuur 5 Verhouding belang van informatie en mate van informatievoorziening
•
De financiële professionals laten op 8 onderwerpen zelfs verschillen zien boven de 20%.
•
De genoemde resultaten zijn geen verrassing. Op basis van eigen analyses van jaarverslagen concluderen wij dat: - doelstellingen en strategie geregeld onvoldoende concreet zijn onderbouwd; - eventuele marktontwikkelingen niet verder gaan dan tot het eind van het boekjaar; - de informatie over de concurrentiepositie zich vaak beperkt tot het noemen van een incidenteel marktaandeel;, - niet helder wordt gemaakt hoe de strategie wordt geïmplementeerd; - risk management vooral in financiële termen wordt gedefinieerd en dan ook eenzijdig; en - bij de verwachtingen zelfs geen uitspraak wordt gedaan over onderliggende ontwikkelingen die van belang zijn voor het toekomstig wel en wee van het bedrijf. Bedrijven kunnen en moeten beter presteren op dit vlak. De marketingafdeling weet vaak meer van de concurrentie dan hetgeen in de jaarrekening is opgenomen. Deze informatie is echter niet beschikbaar voor de belegger.
genoteerde bedrijven fin. professionals overigen
niet-genoteerde bedrijven fin. professionals
•
overigen 0,7
0,75
0,8
0,85
0,9
0,95
1
6. Raad van Commissarissen gemiddeld acceptabele afwijking bij genoteerd bedrijf. niet-genoteerd bedrijf schiet tekort
•
• •
•
bij belangrijke waarden grotere mismatch
•
Gemiddeld gezien is de mate van informatievoorziening bij de genoteerde bedrijven redelijk in lijn met het belang dat gemiddeld door de respondenten aan de onderwerpen wordt gehecht. De gemiddelde afwijking bedraagt een acceptabele 5% (quotiënt 0,95) Voor de niet-genoteerde bedrijven valt de gemiddelde afwijking met 15% (quotiënt 0,85) buiten de acceptabele bandbreedte van 10% afwijking. Bij het bepalen van het belang van de onderwerpen is er geen onderscheid gemaakt tussen genoteerde en niet-genoteerde bedrijven. De afwijking van het belang is daarom geheel toe te schrijven aan het verschil in de informatievoorziening van de twee typen bedrijven. De grootste verschillen tussen genoteerde en niet-genoteerde bedrijven betreffen de onderwerpen corporate governance en remuneratie. In beide gevallen bedraagt het verschil in quotiënt tussen beide typen bedrijven minimaal 15%. De verklaring voor dit verschil is vermoedelijk te herleiden tot de werking van code Tabaksblat. Deze is primair ingesteld voor genoteerde bedrijven. In de code is ook geregeld dat er meer transparantie moet worden verstrekt over de bestuurdersbeloningen. Diverse, ook grote niet-genoteerde bedrijven zijn nog steeds erg terughoudend met het verstrekken van informatie over hun bestuurdersbeloningen.
onderzoekvraag
Door middel van stellingen is een drietal onderwerpen in verband met de werkzaamheden van de Raad van Commissarissen aan de orde gesteld. Deze onderwerpen gaan over de door de RvC te voeren dialoog met (externe) belanghebbenden, de professionele werkrelatie met de RvB en tenslotte de evaluatie van haar eigen functioneren. Geïnventariseerd is of het wenselijk is dat de RvC jaarlijks praat met externe partijen van de organisatie/het bedrijf zoals klanten, leveranciers, bankiers, voor het bedrijf relevante belangenorganisaties of aandeelhouders (dat wil zeggen buiten de reguliere algemene vergadering van aandeelhouders om). Als mogelijke interne partijen voor een dialoog werden geopperd de managers onder de Raad van Bestuur en vertegenwoordigers van de ondernemingsraad. Figuur 6 RvC: dialoog met belanghebbenden
•
•
bankier(s) bedrijf
Bij de belangrijke onderwerpen (score ≥ 4,0) bedraagt de gemiddelde underperformance respectievelijk 7% (bij genoteerde bedrijven) en 17% (bij niet-genoteerde bedrijven). Bij de ‘niet-belangrijke’ onderwerpen zijn deze percentages 2% en 12%. Gedeeltelijk is dit effect van rekenkundige aard. Een hoger score voor belang zal bij een gelijke waarde voor de mate van informatievoorziening tot een lagere waarde voor het quotiënt leiden.
•
3.7
klanten bedrijf
3.8 4.0
vertegenwoordigers OR
4.1
aandeelhouders
4.4
managers
Relatief de grootste tekortkomingen (een afwijking boven de 10%) betreffen de vooruitzichten / verwachtingen (12%) en de concurrentiepositie (11%). De financiële professionals signaleren grote tekortkomingen bij: doelstellingen & strategie (11%), uitvoering strategie/ondernemingsplan (13%), marktontwikkelingen (11%) en de concurrentiepositie (18%). De overigen zien alleen een belangrijke verbetering wenselijk bij verwachtingen/vooruitzichten (12%).
3.0
Bij dit type bedrijven zijn er slechts twee onderwerpen waarbij de afwijking van het belang minder dan 10% bedraagt. Het betreft de accountantsverklaring en de informatie over producten / diensten. Afwijkingen in de buurt van de 20% zijn: uitvoering strategie/ondernemingsplan, vooruitzichten/verwachtingen, marktontwikkelingen, risk management en concurrentiepositie.
24
3.5
professionals totaal
4.0
4.5
mate van instemming
n.b. De scores van de overigen weken doorgaans nauwelijks af van die van de totale populatie.
verbeterpunten niet-genoteerde bedrijven
•
3.6
belangenorganisaties
verbeterpunten genoteerde bedrijven
•
3.3
leveranciers bedrijf
relatiebeheer met belanghebbenden
manager gesprekspartner voor RvC
• •
Contacten tussen RvC en interne partijen lijken iets meer voor de hand te liggen dan gesprekken met externe gesprekspartners. De RvC wordt geacht het belang van alle relevante belanghebbenden in het uitoefenen van zijn taken mee te nemen. Historisch gezien was er, zeker bij genoteerde bedrijven, in dat opzicht een dominante rol weggelegd voor de relatie met de aandeelhouder. Wel beperkten de contacten met deze groep belanghebbenden zich doorgaans tot
25
1
•
de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA). Buiten de AvA was er nauwelijks tot geen sprake van contacten. De laatste jaren is dat onder druk van met name Angelsaksische beleggers veranderd. In sommige landen wordt er speciaal voor het relatiebeheer met de grote aandeelhouders een commissaris aangewezen voor deze taak. In Nederland zijn de commissarissen op dit gebied nog terughoudend. De relatie met de andere belanghebbenden wordt nog wat met gemengde gevoelens bekeken. Dat laatste geldt niet voor gesprekken met managers onder de RvB. De respondenten zijn voorstander van dergelijke gesprekken. De financiële professionals en de overige respondenten hebben hier geen verschil van mening over. De gedachte hierachter is ongetwijfeld dat een RvC zo een breder en beter beeld kan krijgen van de kwaliteit van het management onder de RvB. Bovendien kan op deze manier soms informatie worden verkregen die wellicht wat anders wordt ingekleurd.
van de RvB. Deze stelling krijgt ook de instemming van de respondenten (4,0). De overigen (4,1) juichen dit meer toe dan de financiële professionals (3,9). evalueren RvC
eigen functioneren RvC elk jaar evalueren
ook met OR aan tafel
Relatiebeheer RvC wordt breder gezien
Een jaarlijks gesprek met aandeelhouders (afgezien van de AvA) wordt eveneens positief beoordeeld. De financiële professionals hebben op dit punt toch nog enige aarzeling (3,8) vergeleken met de overige respondenten (4,2). De draagkracht om een dialoog met de aandeelhouders te hebben lijkt in de tijd ook wat groter geworden. In de 2010 editie van dit onderzoek scoorde een vergelijkbare stelling de waarde 3,9.
•
Ook gesprekken met vertegenwoordigers van de OR kunnen op een positief onthaal rekenen. De financiële professionals (3,9) stemmen hiermee iets minder in dan de overigen (4,1). Argumenten die worden genoemd zijn: een antenne in de onderneming hebben en gevoel krijgen voor wat er leeft binnen de organisatie.
•
•
•
•
•
•
Gesprekken met de andere, genoemde belanghebbenden worden wisselend beoordeeld. Het meest positief wordt gedacht over gesprekken met klanten en bankiers van het bedrijf. De leveranciers staan relatief het laagst op de prioriteitenlijst. Opvallend is dat de financiële professionals minder zien in gesprekken met de bankiers dan de overigen. De conclusie is dat het relatiebeheer van de RvC een bredere dimensie krijgt. Niet meer alleen de klassieke gesprekken met de aandeelhouders en de RvB. Onzes inziens is dat een terechte opvatting. Daarbij dient er wel voor worden gewaakt dat de RvC niet op de stoel gaat zitten van de RvB. Maar in het kader van een steeds verdere ketenintegratie en een toenemende zorgplicht (zeker bij financials) winnen gesprekken met de diverse externe belanghebbenden aan belang. Bovendien helpen dergelijke gesprekken de RvC om meer zicht te krijgen op de specifieke bedrijfscontext waarin hun bedrijf opereert.
Figuur 7 toont de volgens de respondenten 7 belangrijkste ondernemingwaarden voor genoteerde ondernemingen. De corresponderende uitkomsten voor de financiële sector en landelijke politici staan eveneens in deze figuur afgebeeld. In de tabellen 2, 3 en 4 in de bijlage staan de integrale resultaten vermeld. Figuur 7 Belangrijkste ondernemingwaarden (5-puntschaal) betrouwbaarheid integriteit professionaliteit prestatiegericht heldere communicatie
De RvC wordt steeds vaker aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid, door aandeelhouders en de maatschappij in brede zin en soms ook door de rechterlijke macht. In dat verband speelt de discussie over de vraag of en hoe de RvC contacten moet onderhouden met de controlerend accountant (al dan niet samen met de RvB). De accountantsprofessie is hiervan een warm voorstander en wil zelfs in brede zin de gesprekspartner worden van de RvC. Deze laatste denkt daar toch wat anders over. Wel komt in de praktijk geregeld voor dat de accountant minimaal één keer per jaar op de vergadering van de RvC een toelichting geeft op zijn verrichte werkzaamheden. Dat kan dan mede aan de hand van de uitgebrachte management letter. Daarnaast is de accountant geregeld met een hogere frequentie aanwezig in de vergaderingen van de auditcommissie. Daarbij zal dan in ieder geval de CFO, maar soms ook de CEO aanwezig zijn. Onze impressie is dat er een toename is in het aantal zelfstandige (d.w.z. zonder dat de RvB aanwezig is) contacten tussen accountant en RvC in deze vergaderingen.. De opvattingen van de financiële professionals en de overigen laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Dergelijke gesprekken moeten worden gevoerd met de RvB erbij, maar ook zonder de RvB erbij. De markt geeft de RvC een steuntje in de rug (of een zet in de goede richting).
ondernemerschap klantgericht 3.0
•
In het verlengde van de duale rol past ook dat de RvC bijvoorbeeld een vooroverleg heeft voorafgaand aan de vergadering van de RvC zonder de aanwezigheid van leden
26
3.5
landelijke politici
4.0 financiele sector
4.5
5.0
genoteerd bedrijf
Overall
gemiddeld belangrijk per ‘groep’
•
In grote lijnen ontlopen de gemiddelde waarden voor het belang van alle waarden gezamenlijk elkaar niet veel. Voor de genoteerde bedrijven (4,2), de financiële sector (4,1) en de landelijke politici (4,0) zijn de onderzochte waarden gemiddeld belangrijk. Wel zal hierna blijken dat er verschillende accenten worden gelegd.
zeer belangrijk (waarde ≥ 4,5)
betrouwbaarheid, integriteit professionaliteit en prestatiegericht
•
• instemming met vooroverleg van RvC zonder RvB
In de twee vorige edities van dit onderzoek is bij gebruikers van jaarverslaginformatie het onderwerp ondernemingwaarden/kenmerken aan de orde gesteld. Gevraagd werd op een 5-puntschaal aan te geven hoe belangrijk de respondenten een selectie van ondernemingwaarden achten voor een bepaald type onderneming. Vervolgens werd gevraagd aan te geven in welke mate de betrokken waarde karakteristiek/kenmerkend is voor het genoemde type bedrijf. Deze vraag is dit jaar ook weer gesteld met betrekking tot: een genoteerd bedrijf, de financiële sector en landelijke politici.
7.1 Belang van ondernemingwaarden
versterken duale rol RvC versus RvB
RvC moet met de accountant praten met en zonder de RvB
De grootste instemming krijgt de stelling dat het wenselijk is dat de RvC elk jaar haar eigen functioneren evalueert. Beide subgroepen geven een gemiddelde score van 4,3 op deze stelling. De markt schaart zich hiermee achter de monitoring commissie corporate governance.
7. (Onderneming)waarden onderzoekvraag
•
•
De waarden betrouwbaarheid en integriteit worden over de hele linie als zeer belangrijk getypeerd, evenals tijdens de onderzoeken in 2009 en 2010. Opvallend is dat deze twee waarden belangrijker worden geacht voor de financiële sector dan voor beide andere ‘groepen’. Professionaliteit wordt eveneens als zeer belangrijk ervaren zowel voor genoteerde bedrijven als voor de financiële sector. Voor politici wordt deze waarde iets minder van belang geacht.
27
•
•
heldere communicatie en zorg voor maatschappij bij politici risk & control voor financiële sector
financiële instellingen terug naar de basis, i.c. de nutsfunctie
•
financiële professionals en overigen
Voor landelijke politici achten de respondenten naast betrouwbaarheid en integriteit ook heldere communicatie van groot belang. Ook de zorg voor de maatschappij wordt bij deze ‘groep’ als zeer belangrijk getypeerd.
•
•
•
•
•
•
Gezien de gebeurtenissen in de financiële sector sinds eind 2008 is het begrijpelijk dat als zeer belangrijk wordt gezien voor de financiële sector het risk & control gericht zijn (4,6). •
belangrijk (4 ≤ waarde < 4,5)
•
aantal waarden minder relevant voor nationale politici
Prestatiegerichtheid wordt alleen voor genoteerde bedrijven als zeer belangrijk aangemerkt.
In de categorie belangrijk vallen bij de genoteerde bedrijven 7 waarden, t.w.: heldere communicatie, ondernemerschap en klantgericht (elk een waarde van 4,4), kwaliteitsgericht (4,3), risk & control gericht (4,3), innovatief (4,2) en proactiviteit (4,0). Zowel bij de financiële sector als bij de landelijke politici worden 5 waarden belangrijk geacht. De financiële sector onderscheidt zich met drie waarden van de genoteerde ondernemingen; in negatieve zin met betrekking tot ondernemerschap (3,7 vs 4,4) en innovatief (3,5 vs 4,2) en in positieve zin met betrekking tot risk & control gericht (4,6 vs 4,2). Sinds de eerste meting in 2009 zien we dit zelfde beeld. Het lijkt erop dat respondenten aan ondernemerschap en innovatief voor de financiële sector een heel andere lading geven dan voor bijvoorbeeld bedrijven. Waarschijnlijk speelt de invloed van de financiële crisis hierbij een rol. De sector moet zich in de ogen van de kapitaalmarkt vermoedelijk meer terugtrekken op de zogenaamde basisvoorzieningen en dat met simpele producten en diensten. De ‘nutsfunctie’ van met name de banken zal daarbij ongetwijfeld centraal staan. Voor de financiële sector zijn verder belangrijk: prestatiegericht, klantgericht, kwaliteitsgericht en onafhankelijkheid. De meeste als belangrijk gekenschetste waarden bij de genoteerde ondernemingen worden voor de nationale politici als (aanzienlijk) minder belangrijk beoordeeld. Zij vallen meer in de categorie ‘zeker van belang’ en ‘enigszins van belang’. Uitzonderingen hierop zijn: heldere communicatie (4,6), klantgericht, kwaliteitsgericht en proactiviteit, die voor politici eveneens als (zeer) belangrijk worden aangemerkt. Verder vallen bij de politici in deze categorie: professionaliteit, zorg voor omgeving en onafhankelijkheid. Het belang van deze laatste waarde kan opvallend zijn. Als met onafhankelijk wordt bedoeld zonder last of ruggenspraak, dan kunnen wij ons iets voorstellen bij dit belang. Wordt ermee bedoeld dat politici elke afzonderlijke zaak op de eigen merites moeten beoordelen, dan vermoeden wij dat het belang relatief hoog is.
Verschillen ten opzichte van vorige jaren genoteerde bedrijven
consensus over het belang van ondernemingwaarden met integriteit, betrouwbaarheid en professionaliteit aan top
•
Op basis van de drie datasets over de jaren 2009 t/m 2011 lijkt er een zekere consensus te ontstaan over het belang van de ondernemingswaarden. Onbetwistbaar worden integriteit, betrouwbaarheid en professionaliteit genoemd als zeer belangrijke waarden voor een genoteerd bedrijf. Twee waarden liggen op het randgebied van zeer belangrijk en belangrijk, t.w.: heldere communicatie en klantgericht. Als belangrijk worden aangemerkt: ondernemerschap, prestatiegericht, kwaliteitsgericht, risk & control gericht, innovatief en proactiviteit. Als zeker van belang treffen we de volgende waarden aan: medewerkergericht, zorg voor de omgeving, toonaangevend, zorg voor de maatschappij en onafhankelijkheid.
verschil met 2010
•
Ten opzichte van vorig jaar zijn er twee opmerkelijke verschuivingen.. Prestatiegericht wordt dit jaar als zeer belangrijk beoordeeld (4,5) tegen belangrijk in 2010 (4,2). Onafhankelijkheid (3,7) scoort dit jaar 0,3 punten lager dan vorig jaar en is daarmee weer op het niveau van 2009 beland.
prestatiegericht in de lift
•
Bij de financiële professionals valt op dat zij dit jaar aan integriteit, prestatiegericht en ondernemerschap een 0,3 punt hoger belang toekennen en aan innovatief zelfs 0,4. Klantgerichtheid en heldere communicatie lijken wat aan belang in te boeten. De overige respondenten geven dit jaar een 0,3 punten hogere waardering aan prestatiegericht (4,5). Onafhankelijkheid (-0,3) krijgt dit jaar van hen een lagere beoordeling wat het belang betreft.
•
financiële sector
prestatiegericht belangrijker
•
Ten opzichte van vorig jaar is voor het totaal van de respondenten de stijging van prestatiegerichtheid met 0,3 punten opmerkelijk. Andere grotere verschillen doen zich niet voor.
•
De financiële professionals geven dit jaar gemiddeld een 0,1 punt hogere waardering aan de ondernemingwaarden. De grotere stijgingen (0,3 punten) betreffen de waarden betrouwbaarheid en zorg voor maatschappij. Het belangrijker worden van prestatiegerichtheid komt voornamelijk op het conto van de overige respondenten (+0,4 punten).
zeker van belang (3,5 ≤ waarde < 4)
•
De overige waarden vallen bij de genoteerde bedrijven in de categorie zeker van belang. Het betreft de waarden zorg voor de omgeving, toonaangevend en medewerkergericht (alle 3,8), zorg voor maatschappij en onafhankelijkheid (beide 3,7).
•
Met uitzondering van de waarde onafhankelijkheid vallen bovenstaande waarden ook bij de financiële instellingen in de categorie ‘zeker van belang’. Drie waarden die voor de genoteerde ondernemingen als belangrijk worden gezien, vallen bij de financiële instellingen in de categorie ‘zeker van belang’. Hieronder valt het ook nog niet genoemde proactiviteit.
•
Bij de landelijke politici worden vooral andere waarden als ‘zeker van belang’ aangemerkt: prestatiegericht (3,9), risk & control gericht (3,6) en innovatief (3,5). Voor de landelijke politici geldt ook toonaangevend (3,7) als zeker van belang. Twee waarden vallen bij de landelijke politici in de ‘buitencategorie’ ‘enigszins van belang’, t.w. ondernemerschap en medewerkergericht (beide 3,3).
politici is er gemiddeld geen verschil tussen de financiële professionals en de overigen. Bij de genoteerde ondernemingen komen de verschillen tussen de professionals en de overigen niet boven de 0,2 punt. Een duidelijk patroon valt niet te onderkennen in de verschillen. Ook met betrekking tot de financiële sector liggen de oordelen van de twee subgroepen dicht bij elkaar. De twee grotere afwijkingen betreffen hier professionaliteit en medewerkergericht. De eerste waarde krijgt bij de overigen gemiddeld een 0,3 punt hogere waarde dan bij de professionals. Voor medewerkergericht is dat met eenzelfde verschil precies andersom. Ook voor deze sector is er geen duidelijk patroon te onderkennen in de richting van de verschillen. Ten aanzien van de landelijke politici is er geen verschil groter dan 0,2 punt. En ook nu laten de afzonderlijke verschillen zich niet duiden tot een bepaalde conclusie.
•
Verschillen tussen financiële professionals en overigen
weinig verschillen
•
Zowel bij de genoteerde ondernemingen als bij de financiële sector als bij de landelijke
28
29
7.2 Karakteristiek zijn van ondernemingwaarden
verschillen tussen professionals en overigen
• Figuur 8 Mate van karakteristiek zijn van ondernemingwaarden per ‘groep’(5-puntschaal) genoteerde bedrijven
financiële sector
prestatiegericht meest kenmerkend
financiële sector
• • •
landelijke politici
• 2
2.5
3
3.5
4
4.5 2010
karakteristiek zijn nog steeds erg laag; met name bij politici
•
•
• •
5 2011
De gemiddelde score voor de mate waarin de ondernemingwaarden karakteristiek zijn voor bovengenoemde entiteiten is nog steeds aan de zeer matige kant. Bij de genoteerde bedrijven is de gemiddelde score zelfs met 0,1 punt teruggelopen. Bij de financiële sector is noch een verbetering, noch een verslechtering te constateren, maar het absolute niveau blijft zeer teleurstellend. Bij de landelijke politici is sprake van een zeer lage score (2,8). Geopperd is dat de ondernemingswaarden ondernemerschap en medewerkergericht geen relevante waarden zijn voor politici. Ook als wij van deze twee waarden abstraheren, blijft het gemiddelde op de teleurstellende waarde van 2,8 (afgerond). Overigens zijn bij de genoteerde bedrijven en bij de financiële sector de opvattingen van de financiële professionals en de overigen gemiddeld gelijk. Dat kan niet worden gezegd ten aanzien van de landelijke politici. De financiële professionals geven gemiddeld een lagere score (2,6) dan de overigen (2,9). Het lijkt er op dat er enige rancune in het spel is bij de professionals. In beide gevallen is de conclusie dat gemiddeld de betrokken waarden niet karakteristiek zijn voor de landelijke politici.
omgeving financiële sector niet bevorderlijk voor herstel vertrouwen
•
•
9 waarden min of meer kenmerkend
•
•
•
•
7 van de 16 ondernemingwaarden zijn niet kenmerkend voor de financiële sector. Heldere communicatie, proactiviteit en zorg voor de omgeving (elk met een score van 2,8) en zorg voor de maatschappij (2,6) werden vorig jaar ook als niet-kenmerkend gezien. Zorgelijk is dat essentiële waarden voor de financiële sector als integriteit, betrouwbaarheid en klantgerichtheid niet als zodanig door de respondenten worden herkend.
•
De financiële sector heeft nog een lange weg af te leggen. Een aanhoudend turbulente omgeving en een spanningsveld met zowel de nationale als de Europese politiek staan borg voor een grote uitdaging om (de perceptie van) hun ondernemingwaarden te verbeteren. Het is daarbij zaak om de buitenwacht niet van zich te vervreemden met controversiële uitingen.
•
•
De ondernemingwaarde die gemiddeld het meest karakteristiek wordt geacht (4,1) is het prestatiegericht zijn. Vorig jaar was dit ook de meest karakteristieke waarde (toen met een 4,0). Een score onder de 3.0 staat voor niet kenmerkend. In dat verband is de minst kenmerkende ondernemingwaarde de zorg voor de maatschappij (score 2,9 en vorig jaar 3,3). Door de meeste ondernemingen wordt in toenemende mate aan maatschappelijk verantwoord/duurzaam ondernemen gedaan. De waarde, waarmee zij de meeste moeite hebben, is wat dat betreft de zorg voor de maatschappij. De resultaten van het onderzoek zijn daarmee in lijn.
Over 5 van de 6 waarden die van de totale populatie een score < 3,5 hebben gekregen, delen de financiële professionals de mening. Alleen met betrekking tot onafhankelijkheid onderscheiden zij zich van de totale populatie; zij beschouwen deze waarde als min of meer kenmerkend (score 3,6). De overige respondenten oordelen dat klantgerichtheid nauwelijks kenmerkend is (3,4 vs 3,5 totale populatie) maar zijn positiever over toonaangevend (3,5 vs 3,4 totale populatie).
30
Er doen zich nu wat meer grotere verschillen voor. De financiële professionals zijn wat minder negatief dan de overigen bij: zorg voor omgeving (3,0 vs 2,7), medewerkergericht (3,4 vs 3,1) en zorg voor de maatschappij (2,8 vs 2,5). Aan de andere kant zijn de overigen wat positiever over risk & control gericht (3,6 vs 3,3) en over toonaangevend (3,2 vs 2,8).
landelijke politici
zeer zorgelijke score voor integriteit en betrouwbaarheid
•
•
Min of meer kenmerkend beschouwen wij ondernemingwaarden die een score voor karakteristiek zijn hebben van 3,5 ≤ score < 4,0. 9 (vorig jaar 12) van de zestien waarden vallen binnen deze categorie. Als nauwelijks kenmerkend zijn die ondernemingwaarden te beschouwen, waarvan de score voor het karakteristiek zijn vallen binnen het segment 3.0 ≤ score < 3,5. Vijf ondernemingwaarden vallen in dit segment, t.w.: toonaangevend en onafhankelijkheid (3,4), medewerkergericht en proactiviteit (3,3) en tenslotte zorg voor de omgeving (3,1).
De prestaties van de financiële sector waren en zijn nog steeds zorgwekkend laag. Ook bij deze categorie bedrijven is prestatiegericht met een 3,9 net als in voorgaande jaren het meest kenmerkend. Naast prestatiegericht kunnen slechts twee waarden aangewezen worden als min of meer kenmerkend: professionaliteit (3,6) en risk & control gericht (3,5). 6 waarden krijgen het predicaat nauwelijks kenmerkend: kwaliteitsgericht (3,4), medewerkergericht (3,2), ondernemerschap (3,2) innovatief en toonaangevend (3,1) en tenslotte onafhankelijkheid (3,0).
verschillen tussen professionals en overigen
genoteerde bedrijven
prestatiegericht meest kenmerkend
Bij zorg voor de omgeving zijn de professionals (3,4) positiever dan de overigen (3,0). Bij de overige waarden zijn er geen grote verschillen.
politici en financiële instellingen hand in hand werken aan vertrouwen
Slechts twee waarden worden als enigszins kenmerkend gezien voor landelijke politici. Zorg voor de omgeving (3,3) en zorg voor de maatschappij (3,4) kunnen gelabeld worden als nauwelijks kenmerkend. Geen van de overige waarden worden karakteristiek geacht voor deze beroepsgroep. De scores voor betrouwbaarheid (2,7), integriteit (2,8) en professionaliteit (2,7) zijn zorgelijk. In essentie wordt gesteld dat de genoemde waarden niet kenmerkend zijn voor de landelijke politici.
•
Verschillen van 0,5 punt of meer tussen de financiële professionals en de overigen doen zich nu voor bij integriteit, heldere communicatie, risk & control gericht en toonaangevend. In al deze gevallen zijn het telkens de financiële professionals die het meest kritisch zijn over het kenmerkend zijn van de onderzochte waarden voor de landelijke politici.
•
De scores voor betrouwbaarheid en integriteit zijn zeer zorgelijk, want het gaat om waarden die essentieel zijn voor politici. Het lijkt een indicatie voor het gebrek aan vertrouwen in de politiek en kan een stimulans zijn voor een ethisch reveil onder politici die niet alleen moeten verwijzen naar banken als schuldige maar ook de hand in eigen boezem moeten steken. Evenals de financiële instellingen zal de politiek hard moeten werken om het vertrouwen weer terug te winnen. En ook dit zal niet in korte tijd geschieden. Misschien zouden financiële instellingen en politici eens samen moet gaan praten, ervaringen uitwisselen en vervolgens actie gaan ondernemen en ook dat wellicht gezamenlijk om vertrouwen in elkaar en in de maatschappij en vice versa te herwinnen. Misschien kunnen politici en financiële instellingen wel wat van elkaar leren. Het zou goed zijn, als zij over hun eigen schaduw zouden springen.
31
7.3 Quotiënt belang en karakteristiek zijn van ondernemingwaarden
Tabel 7 Overall gemiddeld quotiënt (karakteristiek zijn/ belang per ondernemingwaarde
Figuur 9 Gemiddeld quotiënt karakteristiek zijn en belang ondernemingwaarde genoteerde bedrijven
landelijke politici 0,4
mismatch groot: 16% bij genoteerde bedrijven; 24% bij financiële sector en 30% bij landelijke politici
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
2010
2011
De gemiddelde score voor ‘karakteristiek zijn’ is gedeeld door de gemiddelde score voor ‘van belang zijn’. Een waarde van 1,0 geeft aan dat er sprake is van een evenwicht. Een waarde van 1,2 geeft aan dat het ‘karakteristiek zijn’ van een waarde 20% beter scoort dan het corresponderende ‘belang’. Een waarde van 0,84 geeft aan dat de score ‘karakteristiek zijn’ in negatieve zin 16% afwijkt van ‘het belang’. Het quotiënt is een indicatie van de mismatch tussen belang en mate van het karakteristiek zijn. Een afwijking van 10% of minder naar beneden (quotiënt is dan hoger dan 0,9) wordt door ons als acceptabel beschouwd. •
•
Gemiddeld gezien is bij geen van onderzochte entiteiten sprake van een overtuigende relatie tussen het karakteristiek zijn van de ondernemingwaarden en het belang daarvan. Bij de genoteerde bedrijven bedraagt de gemiddelde afwijking 16% (vorig jaar 13%), bij de financiële sector is de afwijking 24% (vorig jaar 23%) en bij de landelijke politici maar liefst 30%. De gemiddelde mismatches zijn zorgelijk. Dit geldt vooral voor die van de landelijke politici. Gemiddeld blijft de financiële sector 8 procentpunt achter bij de genoteerde bedrijven. Dit was in 2010 ook het geval.
weinig waarden op acceptabel niveau
•
•
Ten aanzien van de genoteerde bedrijven en de financiële sector verschillen de gemiddelde waarden voor de corresponderende quotiënten tussen financiële professionals en overigen niet meer dan 0,01 punt (1% punt). Bij de landelijke politici is er evenwel sprake van een duidelijk verschil tussen de financiële professionals en de overige respondenten. Bij de eerstgenoemde subgroep is de ‘underperformance’ zelfs 34% tegen 28% bij de overigen.
•
•
verschillen tussen financiële professionals en overigen
bij landelijke politici groot verschil
•
landelijke politici
0,76
0,62
0,59
integriteit
0,77
0,62
0,60
professionaliteit
0,86
0,77
0,63
prestatiegericht
0,91
0,96
0,73
heldere communicatie
0,78
0,62
0,61
ondernemerschap
0,86
0,86
0,70
klantgericht
0,80
0,65
0,68
kwaliteitsgericht
0,87
0,77
0,69
De quotiënten behorende bij ondernemingwaarden die als zeer belangrijk zijn aangemerkt, zijn lichtblauw gearceerd in tabel 7. De volgorde van de ondernemingwaarden in tabel 7 is gebaseerd op de score voor het belang bij de genoteerde bedrijven. Daarnaast is met donkerblauw aangegeven per groep, welke de andere, grootste verschillen zijn.
0,86
0,77
0,79
0,86
0,89
0,71
proactiviteit
0,83
0,72
0,62
zorg voor de omgeving
0,81
0,75
0,78
toonaangevend
0,89
0,89
0,75
medewerkergericht
0,88
0,86
0,92
zorg voor maatschappij
0,77
0,68
0,76
onafhankelijkheid
0,93
0,76
0,66
gemiddelde
0,84
0,76
0,70
Bij de genoteerde bedrijven zijn er twee waarden die binnen een acceptabele bandbreedte blijven qua afwijking. Dit zijn prestatiegericht en onafhankelijkheid. Bij de financiële sector is dat ook prestatiegericht en bij de politici gaat dit alleen op voor medewerkergericht. In het laatste geval betreft dit een waarde die enigszins van belang wordt geacht. Met andere woorden, de waarden waarom het echt gaat, worden niet herkend als karakteristiek. De conclusie moet dan ook luiden dat op het gebied van (onderneming)waarden er de nodige uitdagingen liggen.
•
Bij elk van de drie onderzochte de ‘groepen’ bleken twee waarden, integriteit en betrouwbaarheid zeer belangrijk te zijn. Juist bij deze ondernemingwaarden, die als basiswaarden kunnen worden gezien, zijn de afwijkingen tussen karakteristiek zijn en belang het hoogste. Bij de genoteerde bedrijven is dat respectievelijk 23% en 24%, bij de financiële sector 38% en bij de landelijke politici respectievelijk 40% en 41%. De mismatch bij deze ondernemingwaarden is in de tijd gezien voor de genoteerde bedrijven en de financiële sector vrij hardnekkig (zie tabel 5 in de bijlage).
heldere communicatie duidelijk punt van aandacht
•
Heldere communicatie is bij alle drie de ‘groepen’ duidelijk een aandachtpunt. Zolang deze niet in orde is, is de kans groot dat de tekortkomingen op het gebied van de ondernemingwaarden zeker niet worden gecorrigeerd. Communicatie vereist daarbij meer dan het zenden van een boodschap. Een voortdurende, wederzijdse dialoog is essentieel. Klantgerichtheid is de facto eveneens bij alle drie groepen ver verwijderd van een wenselijke waarde. Zorg voor de maatschappij behoort vooral bij de genoteerde bedrijven en de financiële sector tot de waarden met de grootste underperformance. Bij de landelijke politici geldt dit voor de waarden onafhankelijkheid, proactiviteit, kwaliteitsgericht en professionaliteit. De opvatting over onafhankelijkheid is wellicht een waardeoordeel dat een meer zakelijke benadering van problemen de voorkeur verdient boven een als politiek ervaren benadering.
• • •
32
risk&control gericht innovatief
underperformance extreem hoog bij betrouwbaarheid en integriteit
grote verschillen per ‘groep’
•
financiële sector
betrouwbaarheid
financiële sector
quotiënt als indicatie voor mismatch
genoteerde bedrijven
ondernemingwaarde
33
Tabel 8 Gemiddelde mismatch gerelateerd aan belang ondernemingwaarden
belang en mismatch recht evenredig
•
zeer belangrijk
belangrijk
zeker van belang
genoteerde bedrijven
-18%
-16%
-14%
financiële sector
-31%
-25%
-19%
landelijke politici
-36%
-32%
-25%
Grosso modo gezien is het belang dat aan ondernemingwaarden wordt gehecht recht evenredig aan de underperformance. Tabel 8 toont dat hoe belangrijker de ondernemingwaarde hoe hoger de underperformance is.
34
35
Bijlage
37
Bijlage
Tabel 2 Gemiddeld belang van ondernemingwaarde per entiteit en per subgroep (5 puntschaal)
Tabel 1 Score belang, mate van kenmerkend zijn en quotiënt informatie onderscheiden aandachtsgebieden (5-puntschaal)
belang
mate van kenmerkend zijn en quotiënt genoteerde bedrijven
niet-genoteerde bedrijven
kenmerkend
quotiënt
kenmerkend
quotiënt
doelstellingen & strategie
4,4
4,0
0,9
3,6
0,82
financiële resultaten
4,4
4,2
0,95
3,7
0,85
kernactiviteiten
4,3
4,1
0,94
3,7
0,87
jaarrekening
4,3
4,1
0,96
3,6
0,84
toelichting op jaarrekening
4,2
4,0
0,95
3,4
0,82
belangrijkste kengetallen
4,1
3,9
0,94
3,6
0,86
uitvoering strategie/ ond.plan
4,1
3,7
0,90
3,3
0,80
vooruitzichten/verwachtingen ondernemingsprofiel
4,1
3,6
4,1
4,0
0,88 0,97
3,3 3,5
financiële sector
landelijke politici
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
betrouwbaarheid
4,6
4,7
4,6
4,7
4,8
4,7
4,5
4,3
4,6
integriteit
4,6
4,7
4,6
4,7
4,8
4,7
4,6
4,7
4,6
professionaliteit
4,5
4,4
4,6
4,6
4,4
4,7
4,3
4,1
4,3
prestatiegericht
4,5
4,5
4,5
4,1
4,0
4,2
3,9
3,7
3,9
heldere communicatie
4,4
4,4
4,4
4,4
4,4
4,5
4,6
4,5
4,6
ondernemerschap
4,4
4,4
4,4
3,7
3,8
3,7
3,3
3,3
3,2
klantgericht
4,4
4,2
4,4
4,4
4,5
4,4
3,9
3,9
3,9
kwaliteit
4,3
4,2
4,3
4,4
4,3
4,4
4,0
4,0
4,0
risk & control gericht
4,2
4,2
4,2
4,6
4,6
4,6
3,6
3,6
3,7
innovatief
4,2
4,3
4,1
3,5
3,5
3,5
3,5
3,4
3,5
pro-activiteit
4,0
4,2
3,9
3,8
3,9
3,8
4,0
4,0
4,0
zorg voor de omgeving
3,8
3,8
3,9
3,7
3,6
3,7
4,3
4,2
4,3
toonaangevend
3,8
3,9
3,8
3,5
3,4
3,5
3,7
3,6
3,8
medewerkergericht
3,8
3,8
3,8
3,7
3,8
3,6
3,3
3,2
3,3
zorg voor maatschappij
3,7
3,6
3,8
3,8
3,8
3,9
4,5
4,5
4,5
onafhankelijkheid
3,7
3,8
3,6
4,0
4,0
4,0
4,2
4,2
4,2
gemiddelde
4,2
4,2
4,2
4,1
4,1
4,1
4,0
4,0
4,0
0,81 0,86
marktontwikkelingen
4,1
3,7
0,92
3,3
0,81
risk management
4,0
3,6
0,91
3,2
0,81
concurrentiepositie
4,0
3,5
0,89
3,2
0,80
meerjarenoverzicht
3,9
3,7
0,97
3,3
0,85
producten/diensten
3,8
3,7
0,96
3,5
0,91
accountantsverklaring
3,7
3,8
1,01
3,5
0,94
corporate governance
3,7
3,6
0,99
3,1
0,83
geldgever/aandeelh.paragraaf
3,7
3,5
0,95
3,1
0,84
mvo
3,6
3,5
0,96
3,1
0,85
verslag RvC
3,6
3,7
1,02
3,2
0,89
remuneratie/beloning
3,5
3,5
0,99
2,9
0,83
human resources
3,3
3,3
0,99
3,1
0,94
gemiddelde
3,9
3,7
0,95
3,3
0,85
38
genoteerde bedrijven
39
Tabel 3 Gemiddeld karakteristiek zijn van ondernemingwaarde per entiteit en per subgroep (5 puntschaal) genoteerde bedrijven
financiële sector
Tabel 4 Quotiënt (karakteristiek zijn/belang) per ondernemingwaarde per entiteit en per subgroep (5 puntschaal)
landelijke politici
genoteerde bedrijven
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
betrouwbaarheid
3,5
3,5
3,5
2,9
3,0
2,9
2,7
2,6
2,7
integriteit
3,5
3,6
3,5
2,9
3,1
2,9
2,8
2,4
professionaliteit
3,9
3,9
3,9
3,6
3,5
3,6
2,7
prestatiegericht
4,1
4,2
4,1
3,9
3,8
4,0
heldere communicatie
3,5
3,5
3,5
2,8
2,9
ondernemerschap
3,8
3,7
3,8
3,2
klantgericht
3,5
3,7
3,4
kwaliteit
3,7
3,7
risk & control gericht
3,6
innovatief
financiële sector
landelijke politici
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
totaal
prof
overig
betrouwbaarheid
0,78
0,75
0,77
0,62
0,63
0,61
0,59
0,59
0,59
2,9
integriteit
0,77
0,76
0,77
0,62
0,65
0,61
0,60
0,51
0,63
2,5
2,8
professionaliteit
0,86
0,87
0,86
0,77
0,78
0,77
0,63
0,60
0,64
2,8
2,5
2,9
prestatiegericht
0,99
0,98
1,00
0,96
0,95
0,96
0,73
0,67
0,74
2,7
2,8
2,4
2,9
heldere communicatie
0,92
0,93
0,91
0,62
0,66
0,61
0,61
0,54
0,63
3,1
3,3
2,3
2,0
2,4
ondernemerschap
0,90
0,88
0,91
0,86
0,82
0,88
0,70
0,61
0,74
2,8
2,9
2,8
2,7
2,5
2,7
klantgericht
0,87
0,87
0,87
0,65
0,65
0,64
0,68
0,64
0,69
3,7
3,3
3,4
3,3
2,8
2,5
2,8
kwaliteit
0,82
0,81
0,83
0,77
0,78
0,76
0,69
0,63
0,72
3,6
3,6
3,5
3,3
3,6
2,9
2,4
3,0
risk & control gericht
0,94
0,96
0,94
0,77
0,72
0,78
0,79
0,69
0,82
3,5
3,7
3,5
3,1
3,2
3,1
2,5
2,3
2,6
innovatief
0,83
0,88
0,81
0,88
0,90
0,88
0,71
0,66
0,73
pro-activiteit
3,3
3,2
3,4
2,8
2,7
2,8
2,5
2,2
2,6
pro-activiteit
0,91
0,84
0,93
0,73
0,70
0,73
0,63
0,56
0,65
zorg voor de omgeving
3,1
3,4
3,0
2,8
3,0
2,7
3,3
3,4
3,3
zorg voor de omgeving
0,71
0,76
0,68
0,74
0,82
0,71
0,78
0,80
0,77
toonaangevend
3,4
3,2
3,5
3,1
2,8
3,2
2,8
2,4
2,9
toonaangevend
0,89
0,83
0,91
0,89
0,83
0,91
0,75
0,67
0,77
medewerkergericht
3,3
3,4
3,3
3,2
3,4
3,1
3,0
3,1
2,9
medewerkergericht
0,76
0,77
0,75
0,86
0,87
0,86
0,92
0,98
0,90
zorg voor maatschappij
2,9
3,0
2,8
2,6
2,8
2,5
3,4
3,4
3,4
zorg voor maatschappij
0,65
0,72
0,63
0,68
0,73
0,66
0,76
0,76
0,76
onafhankelijkheid
3,4
3,6
3,4
3,0
3,2
3,0
2,7
2,5
2,8
onafhankelijkheid
0,92
0,99
0,90
0,76
0,80
0,74
0,66
0,61
0,68
gemiddelde
3,5
3,5
3,5
3,1
3,1
3,1
2,8
2,6
2,9
gemiddelde
0,84
0,85
0,84
0,76
0,77
0,76
0,70
0,66
0,72
Tabel 5 Mismatch ondernemingwaarden integriteit en betrouwbaarheid
genoteerde bedrijven
financiële sector
40
2011
2010
2009
integriteit
-23%
-19%
-26%
betrouwbaarheid
-24%
-19%
-27%
integriteit
-38%
-35%
-36%
betrouwbaarheid
-38%
-33%
-40%
41
Sponsors/partners
42
43
Hoofdsponsor Mazars Over Mazars Mazars is een onafhankelijke organisatie gespecialiseerd in accounting, audit, tax en advisory services. Onze professionals leveren dit pakket van samenhangende diensten vanuit 10 vestigingen aan een breed scala opdrachtgevers: ondernemingen en ondernemers in het MKB, grotere (internationale) bedrijven, not-for-profit organisaties en vermogende particulieren. In Nederland neemt Mazars een vooraanstaande marktpositie in. Mazars maakt deel uit van de Mazars Groep, een wereldwijd opererende en geïntegreerde organisatie op het gebied van acountancy en belastingadvies. Deze organisatie heeft een Europese oorsprong, en dat Europese karakter wordt met name door organisaties van openbaar belang (zoals beursondernemingen) ervaren als onderscheidend. Naast de eigen internationale organisaties is de Mazars Groep een member firm van Praxity, een wereldwijde alliantie van onafhankelijke accountants- en adviesorganisaties. Mazars Corporate Assurance Services is de belangrijkste uitdager van de grote accountantskantoren in het segment van grote multinationale ondernemingen en beursfondsen. De opmerkelijke groei van de afgelopen jaren wordt niet alleen verklaard door onze ambitie en strategie. Vooral onze onderscheidende manier van werken geeft voor onze klanten de doorslag.
Wat typeert onze manier van werken? We stellen maatwerk voorop. We stellen in onze werkzaamheden niet de wet- en regelgeving centraal maar zetten het vinden van maatwerkoplossingen op de eerste plaats. Bij Mazars vinden we dat accountants zich niet moeten verschuilen achter regels. Creëren is zeker zo belangrijk als controleren. Inventiviteit moet de belangrijkste eigenschap van een accountant zijn.
We dragen actief bij aan de ontwikkeling van onze cliënten. We kijken niet alleen achteruit, zoals accountants dat traditioneel doen, maar willen vooral samen met onze cliënten vooruit kijken en hun speelveld zo ruim mogelijk maken en houden. Daarbij vatten we onze taak breed op. Dat is mogelijk omdat we werken vanuit inventiviteit.
We werken naadloos internationaal samen. Alle landen waar Mazars actief is vormen economisch, juridisch en organisatorisch daadwerkelijk één organisatie. Voor onze cliënten betekent dit dat zij kunnen rekenen op wereldwijde consistentie in onze aanpak, internationale communicatie en kruisbestuiving die niet wordt afgeremd door hokjesgeest. En uiteraard een soepele samenwerking wanneer het gaat om internationale projecten.
Duidelijkheid en betrokkenheid voorop. In onze relatie met cliënten zijn we to-the-point en helder. We maken dan ook duidelijke afspraken waar we op mogen worden afgerekend. Van belang daarbij is dat elke partner een eigen beslissingsbevoegdheid heeft, binnen de grenzen van ons beleid voor risicomanagement. Onze korte lijnen en platte organisatie zorgen voor pragmatische oplossingen.
Dienstenpakket. De deskundigheid van Mazars Corporate Assurance Services omvat de volgende gebieden: • Controle en assurance • IT audit • Advies over financial reporting (IFR, US Gaap, consolidation accounting) • Risk management & interne beheersing • International accounting • Belastingadvies (nationaal, internationaal, expat services) • Corporate finance en transaction services (due diligence) • Bijzondere onderzoeken www.mazars.nl
44
45
Co-sponsors/partners
Team
Close Contact CloseContact is een marketing-/communicatiebureau met als specialiteit het ‘actief veranderen van individueel klantgedrag door data-driven communicatie [= active individual marketing (AIM)]’. Het bureau helpt bedrijven en andere organisaties om klantinzicht te vergaren, te analyseren en te vertalen naar praktische, effectieve en efficiënte contactstrategieën. De missie van CloseContact is voor opdrachtgevers langdurige, winstgevende en loyale relaties genereren door één-opéén communicatie met bestaande klanten en prospects af te stemmen op hun specifieke eisen, wensen en behoeften. Daarbij worden kanalen gebruikt, zoals E-mail, Internet, Direct Mail, Telefoon, Mobiel en Persoonlijk Contact.
Bij PropertyNL en de Europese zusterorganisatie PropertyEU zijn inmiddels zo’n 40 enthousiaste professionals werkzaam. Kenmerkend zijn een hechte samenwerking waarbij we elkaar constant inspireren en stimuleren om een beter product af te leveren. Werken bij PropertyNL betekent regelmatig contact met de kopstukken uit de vastgoedwereld en de mogelijkheid tot ontplooiing en profilering binnen deze sector.
Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling
In de AIM programma’s worden de volgende modules onderscheiden: • Online en offline marktonderzoek [o.a. (monitoring) koopgedrag, klantpercepties, -behoeften en –tevredenheid] • Customer Lifecycle marketing, inclusief ontwikkeling instrumentarium [data analyse van klantenbestand en –gegevens opdrachtgever, lifecycle workshop en ontwikkelen lifecycle management strategie, communicatiescan, ontwikkelen online middelen (actie-/mini-websites, banners, games, etc)] • Management en executie campagnes [o.a. acquisitie campagnes, database beheer, monitoren effectiviteit campagne] • Analyse, reporting en ontwikkelen KPI’s [datamining, analyse gedrag, input genereren voor operationele en bestuurlijke (CRM) informatie en besluitvorming o.a. met behulp van KPI’s] • Social Media en Community management [o.a social media strategie en consultancy, design en development, community development en management, online reputation management, rapportages, analyses en statistieken, online monitoring, social media content development en optimalisatie, social hub analyses, social profile optimalisatie, media inkoop]
Over de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling
Opdrachtgevers
De Goed Geldwijzer
CloseContact heeft langdurige strategische partnerships met onder andere Air France - KLM, waarbij CloseContact de online communicatie verzorgt voor deze opdrachtgevers vanuit haar AIM-platform. Dit betekent strategisch meedenken over online communicatie, contact strategieën en online executie (e-mail marketing, mini-sites, community building en management). Daarnaast werkt CloseContact of heeft gewerkt voor o.a. ABN AMRO Hypotheken Groep, American Express Services Europe, BCD Travel, Canal Digital, Delta Lloyd, Dixons, KIA Motors Nederland, KPN, MoneYou, Nedconcepts, NIMA, Fonds Slachtofferhulp, NS.reizigers, transavia.com, Setpoint en t for telecom, Transavia. Verder heeft CloseContact een strategische alliantie gesloten met Aalt Klaassen BV.
De vraag naar duurzame financiële producten neemt toe. Het aanbod ook. Duidelijk is dat niet alle aanbieders dezelfde criteria hanteren en dat niet alle particulieren dezelfde invulling geven aan duurzaamheid. De VBDO zorgt op de website www.goed-geld.nl voor een helder overzicht en interactieve tools om de keuze gemakkelijker te maken. De Goed Geldwijzer is een online instrument waarmee u op basis van uw eigen criteria een shortlist krijgt van de vijf beleggingsproducten die het meest bij u passen.
CloseContact heeft in 2009 de Gouden Email Marketing Award gewonnen met haar campagne voor KLM BlueBiz, het zakelijke loyaliteitsprogramma van Air France – KLM en in 2010 de bronzen EMMA Award. (www.closecontact.nl)
De VBDO is de enige partij in Nederland die particuliere en institutionele beleggers vertegenwoordigt die het belangrijk vinden dat de bedrijven waarin zij beleggen maatschappelijk verantwoord ondernemen. De VBDO maakt zich sterk voor een duurzame kapitaalmarkt die, naast financiële criteria, ook rekening houdt met sociale- en milieucriteria. Geldstromen bepalen volgens de VBDO de kansen van een duurzame samenleving. De VBDO doet onderzoek naar de duurzame beleggingsmarkt, overlegt met stakeholders en stelt al 16 jaar vragen over het duurzaamheidbeleid van bedrijven op aandeelhoudersvergaderingen. Voor lidmaatschap en/ of meer informatie over de VBDO kunt u terecht op: www.vbdo.nl. Rekening houden met mens, milieu en economie
De kapitaalmarkt bestaat uit meerdere partijen. Aan de ene kant zijn dat de particuliere en institutionele beleggers. Daarnaast zijn er ondernemingen waarin belegd wordt. De VBDO zet door haar actiegerichte werk en onderzoek beide partijen aan tot duurzamer handelen. Rekening houden met mens, milieu en economie, zodat we toekomstige generaties een wereld kunnen nalaten waarin het prettig leven is. Dat is de visie van de VBDO, de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling.
Duurzaam aandeel
Het is voor particuliere beleggers een stuk makkelijker om duurzame keuzes te maken. De website www.duurzaamaandeel.nl is een initiatief van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Het doel van de site is om beleggers meer inzicht te geven in de MVO activiteiten van beursgenoteerde bedrijven. Ook moet duurzaamaandeel.nl ervoor zorgen dat de particuliere belegger beseft welke positieve invloed een duurzame beleggingskeuze heeft op zijn eigen rendement.
PropertyNL en PropertyEU Onafhankelijke research & tools voor vastgoedprofessionals
PropertyNL staat synoniem voor: ‘gedegen kennis van zaken op vastgoedgebied’. Behalve dé leverancier van informatie over alle aspecten van het vastgoed zijn we een solide partner en een interessante werkgever. Over PropertyNL
PropertyNL is in 2000 opgericht en heeft zich in ruim elf jaar tijd ontwikkeld tot dé onderzoeksorganisatie en uitgeverij op het gebied van commercieel vastgoed en de woningmarkt. Het eigen onderzoek is de basis voor gedegen en gevarieerde publicaties. We publiceren nieuws, rapporten en onderzoeksresultaten via verschillende kanalen, zowel via print als digitaal. Met deze onafhankelijke informatie richten wij ons op de vastgoedprofessional in Nederland. Wij zijn hiermee een toonaangevende bron van informatie voor makelaars, ontwikkelaars, beleggers en financiers, overheid, adviseurs, advocatuur, facility managers en architecten.
46
47
Mazars Afdeling Marketing & Communicatie Rivium Promenade 200 2909 LM Capelle a/d IJssel Postbus 23123 3001 KC Rotterdam Tel. (010) 277 13 34 E-mail:
[email protected] www.mazars.nl Mazars Paardekooper Hoffman Holding NV
Ga verder met Mazars. 48
18 januari 2008, Rotterdam