Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016
Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging
Overzicht 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Algemeen Prijsaanduiding Vergelijkende reclame Prijspromoties Gezamenlijke aanbiedingen Verkoop met verlies Oneerlijke marktpraktijken
O. Algemeen Art. 3(3) Vo. 1/2003: “Onverminderd algemene beginselen en andere bepalingen van het Gemeenschapsrecht, zijn de leden 1 en 2 niet van toepassing wanneer de mededingingsautoriteiten en de rechterlijke instanties van de lidstaten nationale wetten inzake de controle op fusies toepassen; zij beletten evenmin de toepassing van bepalingen van het nationale recht die overwegend een doelstelling nastreven die verschilt van de in de artikelen 81 en 82 van het Verdrag nagestreefde doelstellingen.”
1. Prijsaanduiding A. Marktpraktijken Basisregel (Art. VI.3 WER - vroeger 5 WMPC) Verplicht bij tekoopaanbieding waarop consument onmiddellijk kan ingaan - Schriftelijk en ondubbelzinnig aanduiden - Bij uitstalling: leesbaar en goed zichtbaar aanduiden Voor diensten: enkel voor “homogene” diensten
Totale prijs (Art. VI.4 WER – vroeger 6 WMPC) Inclusief BTW Inclusief alle taksen Inclusief alle andere verplichte kosten
1. Prijsaanduiding B. Mededinging – impact/relatie? - Eenzijdig: → dus geen afspraak (tenzij achterliggend) - Voorgedrukte prijzen in verticale relatie: quid? (cfr. Slides Frank Wijckmans) - Intra-groep/”echte” handelsagent - Aanbevolen, maximumprijs, ... - Uitzonderingen ...
2. Vergelijkende reclame A. Marktprakijken Voorwaarden (cumulatief) 1. Producten of diensten die dezelfde behoeften voorzien (substitueerbaar) 2. Niet misleidend zijn 3. Objectief één of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken vergelijken → kan prijs zijn 4. Geen verwarring veroorzaken 5. Niet kleineren/afbreken 6. Bij benaming van oorsprong – enkel vergelijken met zelfde benaming van oorsprong 7. Geen oneerlijk voordeel halen tgv bekendheid 8. Geen imitatie of namaak
2. Vergelijkende reclame A. Marktpraktijken Voorbeeld
2. Vergelijkende reclame B.
Mededinging
- Eenzijdig gedrag, dus … - Hoogstens misbruik in zéér uitzonderlijke gevallen?
3. Prijspromoties A. Marktpraktijken Verwijzing naar voorheen toegepaste prijzen – Afgeschaft oktober 2015 Vroeger: laagste prijs toegepast in de maand voorafgaand aan de eerste dag waarvoor de nieuwe prijs wordt aangekondigd Voorbeeld 1-10 maart: 50€ 11-20 maart: 45€ 21-31 maart: 60€ Reclame op 1 april: 45€ – 20% = 36€ Andere regeling voor solden
3. Prijspromoties Nu vrijheid (beperking = misleiding, oneerlijke marktpraktijk) - Aanbevolen verkoopprijs? - Lanceerprijs (Cass., 25 oktober 2001) - Aankondigingen van toekomstige prijsverhogingen - Prijverminderingen bij tegenprestatie consument - ….
3. Prijspromoties B. Mededinging - relatie - Verwijzing naar aanbevolen prijzen: Achtergrond leverancier Art. 4(a) Vo. 330/2010: De in artikel 2 bepaalde vrijstelling is niet van toepassing op verticale overeenkomsten die, op zich of in combinatie met andere factoren waarover de partijen controle hebben, direct of indirect, tot doel hebben: (a) de beperking van de mogelijkheid van de afnemer tot het vaststellen van zijn verkoopprijs, onverlet de mogelijkheid voor de leverancier om een maximumprijs op te leggen of een verkoopprijs aan te raden, mits deze prijzen niet ten gevolge van door een van de partijen uitgeoefende druk of gegeven prikkels hetzelfde effect hebben als een vaste prijs of minimumprijs Commissie mededeling: De "hard-core"-restrictie in artikel 4, onder a), van de Groepsvrijstellingsverordening betreft verticale prijsbinding, d.w.z. overeenkomsten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die direct of indirect tot doel hebben een vaste of minimumwederverkoopprijs of een vast of minimumprijsniveau aan de afnemer op te leggen
- Mogelijke issues verkoper
3. Prijspromoties B. Mededinging - relatie - Aankondigingen van toekomstige prijsverhogingen Commissie Richtsnoeren horizontale samenwerkingsovereenkomsten (§ 63): “Wanneer een onderneming eenzijdig een echt publieke aankondiging doet, bijvoorbeeld via een krant, vormt dit in de regel geen onderling afgestemde feitelijke gedraging in de zin van artikel 101, lid 1. Afhankelijk van de achterliggende feiten in de concrete zaak kan evenwel niet de mogelijkheid worden uitgesloten dat toch wordt vastgesteld dat er sprake is van een onderling afgestemde feitelijke gedraging, bijvoorbeeld wanneer een dergelijke aankondiging gevolgd wordt door publieke aankondigingen van andere concurrenten, niet in de laatste plaats omdat strategische antwoorden van concurrenten op elkaars publieke aankondigingen (bijvoorbeeld met correcties op hun eigen eerdere aankondigingen om die af te stemmen op die van hun concurrenten) een strategie zouden kunnen blijken te zijn om tot overeenstemming te komen over coördinatievoorwaarden.”
4. Gezamenlijk aanbod (koppelverkoop) A. Marktpraktijken Algemene regel (art. VI.80 WER) - Toegelaten, indien niet misleidend, agressief of oneerlijk Vb: iets gratis aanbieden als de consument toch iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen - Verbod afgeschaft omwille van Arrest Hof van Justitie van 23 april 2009 (VTBVAB/Total en Galatea/Sanoma) (uitzondering financiële producten)
- Wel verbod voor financiële diensten (met uitzonderingen)(art. VI.81 WER)
4. Gezamenlijk aanbod (koppelverkoop) B. Mededingingsrecht - relatie - Eenzijdige daad - Misbruik dominante positie
5. Verkoop met verlies A. Marktpraktijken (Art. VI.116 WER) - Het verbod slaat op goederen Voor diensten: * geen per se verbod * oneerlijke marktpraktijk? → Cass 25/10/2001 -
Verboden is de verkoop beneden de (her)bevoorradingsprijs (= WHPC 1991) Verrekening verworven kortingen + 80% volumekortingen voorbije jaar
-
Ook in B2B, maar geldt niet voor producent
-
Contractueel verbod op verkoop met verlies geldt niet bij de uitzonderingen
-
Verenigbaar met EU recht (Richtlijn 2005/29)? (Cfr. Hof van beroep Gent WMPC)
5. Verkoop met verlies B. Mededinging - Verkoop met verlies als niet dominante onderneming: rappel art. 3(3) Vo. 1/2003. Quid met nieuwe formulering (om Richtlijn 2005/29 te vermijden): “Teneinde eerlijke marktpraktijken te verzekeren tussen ondernemingen, is het elke onderneming verboden goederen met verlies te koop aan te bieden of te verkopen” - Verkoop met verlies onder WER als dominante onderneming ≠ predatory pricing onder mededingingsrecht - Overlegging facturen concurrent vs. Informatie uitwisseling
6. Oneerlijke marktpraktijken A. Marktpraktijken Algemene norm: daden strijdig met de eerlijke marktpraktijken Artikel VI.104 WER “Verboden is elke met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad waardoor een onderneming de beroepsbelangen van een of meer andere ondernemingen schaadt of kan schaden.”
6. Oneerlijke marktpraktijken B. Relatie mededinging 1. Theorie onwettige mededinging: Cass. 2 mei 1985: “dat … de strekking van een voorschrift er niet aan in de weg staat dat de koopman die het miskent, door het te miskennen de beroepsbelangen van één of meerdere kooplieden schaadt of tracht te schaden”
→Inbreuk mededinging = inbreuk VI. 104 WER
6. Oneerlijke marktpraktijken B. Relatie mededinging 2. Relatie inbreuken marktpraktijken - mededinging * Brussel 9 juli 1998: “dat .. niet valt in te zien hoe een mededingingsbeperkende werking zou kunnen worden toegedicht aan een overeenkomst die er bij hypothese zou toe strekken om toe te zien dat bij het onderhouden van commerciële betrekkingen de medecontractant de naleving van een wettelijke verplichting in acht neemt …” *Grenzen? - Niet verder gaan dan wettekst. Commissie beschikking IFTRA (1974) “Overwegende dat gezien de soms belangrijke verschillen tussen de in de Lid-Staten bestaande wetgevingen betreffende de bestrijding van oneerlijke concurrentie en de bescherming van de consumenten , het feit bepaalde regels te kiezen met de bedoeling deze gemeenschappelijk door ondernemingen van verschillende Lid-Staten te doen aanvaarden noodzakelijkerwijze willekeurig is ; dat een overeenkomst betreffende de naleving van dergelijke regels de deelnemende ondernemingen ertoe kan aanzetten in eigen land , of in de landen waarnaar zij exporteren , strengere dan de daar geldende regels toe te passen“
6. Oneerlijke marktpraktijken B. Relatie mededinging 3.
Beperkende werking WEM op marktpraktijkenwetgeving Cass. 7 januari 2000 – arrest Multipharma/Widmer “Overwegende dat een gedraging van een onderneming die de mededinging beperkt, maar die is toegelaten uit het oogpunt van zowel het Europese mededingingsrecht als van de Belgische wet op de mededinging, niet op grond van de verplichting de eerlijke gebruiken in handelszaken na te leven kan worden verboden wanneer de beweerde miskenning van die eerlijke gebruiken er in wezen uitsluitend in bestaan de mededinging tussen afnemers te beperken” Uitzondering – misbruik van recht?
6. Oneerlijke marktpraktijken B. Relatie mededinging 3.
Beperkende werking WEM op marktpraktijkenwetgeving Gevolgen – ‘Reflex’ of beperkende werking van de WEM op algemene norm WHPC Omvang: “er in wezen uitsluitend in bestaat de mededinging tussen afnemers te beperken” ≠ slaafs kopiëren, denigreren, markbederf, afwerving, derde medeplichtigheid, …
6. Oneerlijke marktpraktijken B. Relatie mededinging 3.
Beperkende werking WEM op marktpraktijkenwetgeving Toepassingsgevallen en criteria/beperkingen: - Verkoopweigering (Multipharma) - Discriminatie - Concurrentie producent - afnemer - Boycot - … Geldt niet voor specifieke verbodsbepalingen WHPC (vb. verkoop met verlies – voor zover wettig?)
Contact
Peter Wytinck Partner Brussels T. +32 2 533 52 42 M. +32 475 816 216
[email protected]