Preventieplan pestbeleid
P
esten komt helaas op iedere school voor. Het is een probleem dat zich niet gemakkelijk laat oplossen. Pesten speelt zich vaak in het verborgene af. Dat alleen al maakt het moeilijk om er greep op te krijgen. Het gebeurt door kinderen van alle leeftijden, maar nog het meest in de leeftijdsgroep van 10 tot 14 jaar. Pesten verdwijnt niet omdat je een goed beleid hebt. Als school heb je wel een stevige basis om dit maatschappelijk probleem aan te pakken.
Werk jij ook mee aan een pestvrije school? *Wordt hier gepest? *Wat kan ik daaraan doen? *Bij wie kan ik terecht op school? *Wees niet bang om iets te melden. We maken graag tijd om naar uw probleem te luisteren. Uw verhaal zal vertrouwelijk en discreet behandeld worden. *De eerste vertrouwenspersoon is de leerkracht van je kind. Er is ook het kernteam met juf Nele Reulen, juf Evi Schoeters, de zorgjuf, de directeur en het CLB. *Kom gewoon eens langs om het probleem aan te kaarten en een afspraak te maken. Of je kan ons contacteren op het nummer 015/31. 11. 02 en/of via de e-mail van de school
[email protected]
Plan pestbeleid 1
Inhoud 1. Waarom kiezen voor een preventieplan pestbeleid? 2. Achtergrondinformatie 2.1 Wat verstaan wij onder pesten? 2.2 Kenmerken van de pestkop 2.3 Kenmerken van het slachtoffer 2.4 Signalen pestgedrag bij het slachtoffer 2.5 Signalen pestgedrag bij de pestkop 3. Preventieve aanpak 3.1 School 3.2 Ouders 3.3 Verspreiden, kenbaar maken afsprakenplan pestbeleid 4. Aanpak door de school in situaties waarin pestgedrag wordt gesignaleerd 4.1 Individueel niveau slachtoffer 4.2 Individueel niveau pestkop 4.3 Klasniveau 4.4 Schoolniveau 4.5 Een duidelijk meldpunt 5. Tips voor de ouders 5.1 Je kind wordt gepest. 5.2 Jouw kind blijkt de pestkop. 5.3 Jouw kind is een toeschouwer of een meeloper. 5.4 Cyberpesten 5.5 Facebook -13 6. Waar vind je meer info?
2 3 3 4 4 5 5 6 6 7 7 7 7 7 8 8 9 8 9 9 10 12 13
1. Waarom kiezen wij voor een preventieplan pestbeleid? Als gemeenteschool willen wij midden in de maatschappij staan. Een maatschappij die democratisch is, waarin mensen voor hun mening mogen en durven uitkomen, elkaars mening en ideeën kunnen respecteren. Het grote belang van het kunnen en willen leven in een maatschappij waarin niet gediscrimineerd wordt op basis van geloofsovertuiging, culturele achtergronden, nationaliteit of op welke wijze dan ook staat in onze school voorop. Het is in onze ogen van groot belang dat de kinderen zich op onze school thuis voelen. Wij streven naar een prettige, ontspannen en open sfeer, waarin de kinderen zich gerespecteerd voelen en ervaren dat er voor iedereen, ongeacht capaciteiten en vaardigheden, de nodige aandacht en belangstelling is. Een dergelijke werksfeer, ook wel pedagogisch klimaat genoemd, vormt een basisvoorwaarde voor het bereiken van goede onderwijsleerresultaten en een positieve ontwikkeling van de kinderen. Belangrijk kenmerk binnen dit pedagogisch klimaat is dus een kindvriendelijke onderwijsleeromgeving, waarbij een gevoel van veiligheid en geborgenheid bij de kinderen de grondslag vormt. In en rondom de school doen zich buitengewoon veel situaties voor waarin kinderen zich heel kwetsbaar opstellen. Situaties die gemakkelijk kunnen leiden tot gevoelens van ontevredenheid, jaloezie en je achtergesteld of zelfs genegeerd voelen. Dergelijke situaties geven gemakkelijk aanleiding tot pestgedrag. Er wordt een slachtoffer gezocht en gevonden. Er worden nog wat meelopers geronseld. De basis voor een langdurige pestsituatie met alle negatieve gevolgen van dien is gelegd en kan worden opgestart. Met behulp van dit plan willen wij het pestgedrag binnen onze school niet alleen aanpakken nadat een pestsituatie is gesignaleerd, maar ook pestgedrag voorkomen door dit gedrag met al zijn aspecten, gevolgen en de erbij horende rollen van pestkop, meeloper en slachtoffer bespreekbaar te maken. Bij de aanpak van gesignaleerd pestgedrag worden ook de ouders intensief
Plan pestbeleid 2
betrokken, omdat pestgedrag zich niet alleen beperkt tot de school en omdat oorzaken zeker niet alleen binnen maar vaak ook buiten de school liggen. Dit plan is een middel om de volgende doelstellingen te bereiken : • De leerkrachten kunnen het pestgedrag signaleren en onderkennen. • Het plan vormt een aanpak ten aanzien van : - Het voorkomen van pestgedrag - Het tijdig signaleren van pestgedrag - Het remediëren van pestgedrag - De samenwerking tussen ouders en school om pestgedrag te voorkomen en te remediëren Met dit plan hopen wij als team, samen met de leerlingen en ouders een positieve en effectieve bijdrage te kunnen leveren aan het voorkomen en bestrijden van pestgedrag.
2. Achtergrondinformatie Plagen 2.1 Wat verstaan wij onder pesten? Pesten en plagen, waar zit het verschil?
Is onschuldig, gebeurt onbezonnen en spontaan. Gaat soms gepaard met humor. Is van korte duur of gebeurt slechts tijdelijk. Speelt zich af tussen “gelijken” (“Twee honden vechten om hetzelfde been.”). Is meestal te verdragen of zelfs leuk maar kan ook kwetsend of agressief zijn. Meestal één tegen één Wie nu wie plaagt, ligt niet vast. De tegenpartijen wisselen keer op keer.
Pesten Gebeurt berekenend (men
Gevolgen Schaafwond of korte draaglijke pijn (hoort bij het spel). Wordt soms als prettig ervaren (“Plagen is kusjes vragen”). De vroegere relaties worden vlug weer hersteld. De ruzie of het conflict wordt spoedig bijgelegd. Men blijft opgenomen in de groep.
Plan pestbeleid 3
weet meestal vooraf goed, wie, hoe en wanneer men gaat pesten). Men wil bewust iemand kwetsen of kleineren. Is duurzaam. Het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig (stopt niet vanzelf en na korte tijd). Ongelijke strijd. De onmachtsgevoelens van de gepeste staan tegenover de machtsgevoelens van de pestkop. De pestkop heeft geen positieve bedoelingen en wil pijn doen, vernielen of kwetsen. Meestal een groep (pestkop en meelopers) tegenover één geïsoleerd slachtoffer. Er bestaat een neiging tot een vaste structuur. De pestkoppen zijn meestal dezelfde, net zoals de slachtoffers (mogelijk wisselend door omstandigheden).
Gevolgen Indien niet tijdig wordt ingegrepen, kunnen de gevolgen (zowel lichamelijk als psychisch) heel pijnlijk, ingewikkeld zijn en ook lang naslepen. Het is niet gemakkelijk om tot betere relaties te komen. Het herstel verloopt heel moeizaam. Isolement en grote
De groep lijdt er niet echt onder.
eenzaamheid bij het gekwetste kind. Aan de basisbehoeften om “Bij de groep te horen” wordt niet voldaan. De groep lijdt onder een dreigend en onveilig klimaat. Iedereen is angstig, men wantrouwt elkaar. Er is daardoor weinig openheid en spontaniteit. Er zijn weinig of geen echte vrienden binnen de groep.
Alhoewel wij niet zomaar iemand een etiket van “Pestkop” kunnen opplakken op basis van één of meer van de volgende kenmerken en kinderen natuurlijk onderling verschillen, is toch in de praktijksituatie gebleken, dat bij kinderen die pesten, vaak één of meer van de volgende kenmerken opvallen : 2.2 Kenmerken van de pestkop
2.3 Kenmerken van het slachtoffer
Plan pestbeleid 4
Staat vrij positief tegenover geweld, agressie en het gebruik van stoere taal. Imiteert graag agressief gedrag. Is vlugger agressief, gebruikt meer geweld. Lijkt assertief : zegt spontaan wat hij denkt of voelt. Komt uit voor zijn mening. Is vrij impulsief. Heeft de neiging anderen te overroepen of te domineren om controle te houden, maar is misschien minder zeker dan het lijkt. Wil het middelpunt zijn en is vlug jaloers. Is meestal fysiek sterker of omringd door sterke vrienden die zijn gezag respecteren Heeft moeite met regels en grenzen. Schat situaties verkeerd in. Heeft het moeilijk met stress of spanning, die van buitenaf wordt opgelegd (proefwerken, etc.). Lijdt vaak aan een negatieve faalangst. Hoe onveiliger hij zich voelt, hoe groter de behoefte aan een zondebok. Is niet noodzakelijk minder verstandig of slimmer dan de rest. Geniet respect uit angst en niet uit waardering. Heeft een zwak inlevingsvermogen, is vooral met zichzelf bezig en houdt geen rekening met anderen. In de praktijk is gebleken dat bij kinderen die gepest worden, vaak één of meer van de volgende kenmerken opvallen. Houdt niet van geweld en agressief of onbeschoft taalgebruik. Weet niet hoe hij met agressie van anderen om moet gaan. Is meestal fysiek zwakker. Is eerder in zichzelf gekeerd. Is geneigd zich onderdanig of gedienstig te gedragen. Is onzeker in sociale contacten. Durft niet op te komen voor zichzelf. Heeft vaak een lage dunk van zichzelf en gelooft uiteindelijk dat hij het verdient om gepest te worden. Voelt zich vaker eenzaam dan andere kinderen. Voelt niet goed aan welke regels of normen er binnen de groep gelden.
2.4 Signalen pestgedrag bij het slachtoffer
2.5 Signalen pestgedrag bij de pestkop
Plan pestbeleid 5
Reageert niet op de gepaste manier op druk : begint te huilen of gedraagt zich slaafs, gaat klikken of vleien, probeert zich vrij te kopen met snoep of geld, probeert de pestkoppen na te bootsen maar faalt daarin. Als het kind, de ouder(s) en/of andere kinderen aangeven dat er gepest wordt. Het kind wil niet meer naar school, klaagt bijvoorbeeld regelmatig over hoofdpijn en buikpijn, terwijl deze pijnen in vakanties verdwijnen. Blauwe plekken, schrammen, gescheurde kleren, beschadigde boeken, “verliest” materiaal. Let zeker op als het kind normaliter niet slordig is. Ook als het niet weet hoe de signalen er gekomen zijn, of excuses zoekt, is er vaak meer aan de hand. Maakt zich het liefst onzichtbaar. Zelfs zonder zichtbare aanleiding gedraagt het zich als een geslagen hondje. Het is vaak verdrietig of neerslachtig, heeft onverwachte stemmingswisselingen met driftbuien. Is vaak afwezig, letterlijk of figuurlijk. Het vlucht weg in de fantasie. Zorgt ervoor dat het zo nipt mogelijk op tijd op school komt. Is meteen na de bel weer weg. In sommige gevallen is het onhandelbaar, agressief en overspannen. Bepaalde kleren niet meer aan wil hebben naar school/club Gauw prikkelbaar of boos Nachtmerries Bedplassen Nooit uitgenodigd worden op feestjes/partijtjes De schoolresultaten worden opeens veel slechter. Alleen staan tijdens de speeltijden Tijdens de speeltijden steeds het veilige gezelschap van de leerkracht zoeken Een spel is “toevallig” steeds net begonnen als het slachtoffer eraan komt, terwijl een ander kind even later nog wel mag meedoen. Als er groepjes gekozen worden, wordt het kind als laatste gekozen of het blijft over. Bijna altijd met kleine kinderen speelt Niet naar buiten wil Zuchten, piepen, steunen van andere kinderen als een slachtoffer een idee aandraagt of iets zegt. Als andere kinderen zich negatief uitlaten over het kind of zijn/haar familie zonder dat dit echt reëel is. Als men steeds alles van een bepaald kind stom vindt. Als andere kinderen negatiever reageren op een fout van het slachtoffer dan bij andere kinderen. Heeft blauwe plekken of schrammen en besmeurde of gescheurde kleren van de slachtoffers die zich verdedigd hebben. Zijn vriendjes zijn volgzame meelopers, die wachten op instructies van de pestkop. Vindt het moeilijk om samen te spelen of samen te werken, omdat het altijd de baas wil zijn. Verdraagt het slecht om afhankelijk te zijn van het toeval, de bekwaamheid of de onbekwaamheid van anderen. Verdraagt geen kritiek en wordt boos als zijn positieve beeld van zichzelf ter discussie wordt gesteld, al is het ook maar door een grapje. Zijn vriendjes zijn gelijkgezinden. Ze spreken vaak negatief of kleinerend over bepaalde kinderen. Wie niet bij de groep
hoort, is een zwakkeling of zelfs een vijand. Ze kiezen agressieve idolen uit sport, muziek of film. De pestkop is regelmatig brutaal tegenover een zwakker gezinslid. Dit kan ook een ouder zijn. Kan zich moeilijk inleven in de gevoelens van anderen en heeft weinig of geen schuldgevoelens. Moeilijk grenzen aanvaarden die door anderen worden opgelegd. Je krijgt de indruk, dat het kind een dubbelleven leidt : thuis of tegenover de leraar is het volgzaam en braaf, maar je hoort klachten over het kind in onbewaakte momenten.
3. Preventieve aanpak
3.1 School
Plan pestbeleid 6
- NORM : “Pesten hoort niet!” - Wij maken samen graag plezier, maar nooit ten koste van een ander. Ruzies of meningsverschillen worden uitgepraat en niet uitgevochten. Eerlijk duurt het langst. Daar kiezen wij voor! - ontwikkelen en hanteren van een schooleigen pestbeleid d.m.v. richtlijnen “Daphne” (Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen, onderzoeksgroep EduBROn UIA) - Veel nevenactiviteiten worden tijdens de speeltijden georganiseerd zodat verveling niet tot pesten kan leiden o gezelschapsspelen o leesmoment o tv – dag o dans o voetbal o netbal - Boeiende speelplaats door spelmateriaal aan te bieden. o schommelschalen o diabolo o springtouwen o elastieken o hinkelbanen o loopklossen o jongleerballen o spelletjesballen o moonhopper o EERBIED VOOR EN OPRUIMEN VAN HET MATERIAAL!! - Effectief toezicht - Duidelijke regels tijdens de speeltijden (positief geformuleerd : “Wat kunnen de kinderen doen i.p.v. wat allemaal niet mag). Zie afsprakenplan speelplaats - Consequent opvolgen of die regels werken. - Aandacht wordt besteed aan weerbaarheidstraining in kringgesprekken en in lessen socio-emotionele vorming; wat ten goede komt aan de gepeste. Verder worden de volgende kenmerken van pestgedrag besproken : o De kenmerken van de gepeste o De kenmerken van de pestkop o De kenmerken van de volgelingen o De gevolgen van het pestgedrag - Het bevorderen van wederzijds respect en waardering van de leerlingen onderling, met als uitgangspunt : “Alle mensen verschillen onderling, qua uiterlijk, qua persoonlijke eigenschappen, vaardigheden en capaciteiten. Ieder mens heeft het recht om, ongeacht zijn uiterlijk, persoonlijke eigenschappen, vaardigheden en capaciteiten, “zichzelf” te kunnen zijn, en als zodanig te worden gerespecteerd door zijn medemensen.” - De leerkrachten hebben kennis en inzicht m.b.t. alle aspecten van
3.2 Ouders
3.3 Verspreiden, kenbaar maken afsprakenplan pestbeleid
pestgedrag en zijn vaardig in het signaleren en remediëren van pestgedrag. - In alle klassen worden duidelijke groeps- en gedragsregels gehanteerd. - Positief gedrag van leerlingen wordt benadrukt. - Beloon zelfstandig gedrag. - Leer uw kind opkomen voor zichzelf en anderen. - Leer uw kind om hulp te vragen. - Los conflicten op door de praten (rolmodel). - Zelfstandig dingen laten doen/kiezen - Niet “over” beschermen - Ruzie maken, mag. - Tijdens lessen socio-emotionele vorming en in concrete situaties - Op ouderavonden wordt, afhankelijk van de situatie, aandacht besteed aan alle aspecten van pestgedrag. - Website van de school
4. Aanpak door de school in situaties waar pestgedrag wordt gesignaleerd
- Het is heel belangrijk om het verhaal ernstig te nemen. We 4.1 Individueel niveau slachtoffer
4.2 Individueel niveau pestkop
4.3 Klasniveau
4.4 Schoolniveau
Plan pestbeleid 7
GELOVEN het slachtoffer. - We bieden zelf geen oplossing aan. Dit is een moeilijk punt. Als je alles voorzegt wat het kind moet doen, vergroot je eigenlijk het gevoel bij het kind dat het zelf niets kan. - Positieve kenmerken van de kinderen worden benoemd! - Zijn/haar gevoel wordt ERKEND. We minimaliseren niet. “Hoe moeilijk moet dat zijn voor jou …” Door te erkennen, help je het negatieve zelfbeeld om te keren. - SAMEN manieren bespreken om te reageren. Door samen oplossingen te bedenken, geven we het kind het gevoel dat het iets kan, help je weer om het negatief zelfbeeld om te keren. - We dramatiseren niet. Juiste proportie is belangrijk. - We vragen aan het kind om bewijsmateriaal. - “Dit gedrag dulden wij niet! Hier wordt niet gepest! Dit is een regel!” We moeten wel opletten dat we ons niet schuldig maken aan dezelfde praktijken. Nooit kwaad met kwaad vergelden! - Reactie op zijn/haar gedrag, niet op de persoon. Het is belangrijk om niet te personaliseren, maar om het gedrag te benoemen. - Als leerkracht geven we aan dat we het pesten ZELF ontdekt hebben. - SAMEN afspraken maken. - Op zoek gaan naar de reden van het pesten. - Zijn/haar inlevingsvermogen vergroten : “Hoe zou jij je voelen als … met je doet?” - Regelmatig Klasgesprekken - Het verschil tussen plagen, pesten en ruzie maken, uitleggen aan de kinderen. - De leerlingen zoeken zelf oplossingen. De gevonden oplossingen worden bekrachtigd. - Afspraken maken met de leerlingen. - samen rond socio-emotionele vaardigheden werken. - Het leerlinggedrag wordt in een kringgesprek binnen de klasgroep of klasoverstijgend (afhankelijk van de situatie) besproken. Er worden met de betrokken leerlingen afspraken gemaakt, gericht op het verbeteren van het leerlingegedrag. - Hier wordt niet gepest! - Alle leerkrachten worden op de hoogte gehouden.
4.5 Een duidelijk meldpunt
- Communicatie tussen iedereen is zeer belangrijk - We zorgen voor een gezamenlijke aanpak. Schooleigen stappenplan uitgewerkt door het team 1. Kinderen, ouders, leerkrachten, ...melden dat er een probleem is. 2. Het slachtoffer, meelopers en de pestkop worden aanhoord. Een kort verslag of analyse (datum/ naam leerling (de pestkop)/ naam/namen overige betrokkene(n) (slachtoffer, meelopers)/korte beschrijving van de pestsituatie/ondernomen stappen (gesprek pestkop + slachtoffer, etc.)/ gemaakte afspraken) wordt in Broekx leerlingvolgsysteem opgemaakt. Er wordt gezocht naar de onderliggende reden voor het pesten. Opvolging emotioneel welbevinden van de pestkop. 3. De pestkop wordt verteld dat dit gedrag niet meer kan, moet gedaan zijn. Hij/zij krijgt geen enkele kans meer en wordt aangespoord zich te herpakken. 4. Dit wordt regelmatig opgevolgd. 5. De pestsituatie wordt tijdens overlegmomenten en/of personeelsvergaderingen besproken. 6. Is het niet oké, dan wordt de directie ingeschakeld. Als het nog niet opgelost is, wordt samen met de leerling een individueel handelingsplan opgesteld, de ouders worden uitgenodigd en op de hoogte gesteld. Positieve herstel aan de ouders wordt benoemd. 7. Alle betrokken partijen (leerling, ouders, klasleerkracht, directie, zorgcoördinator en CLB) ondertekenen het individueel handelingsplan. Dit plan wordt in Broekx digitaal leerlingvolgsysteem opgenomen. 8. De betrokken ouders en leerling krijgen a.d.h.v. een schooleigen infobrochure achtergrondinformatie. 7. Wanneer het pesten na tussenkomst van ouders, leerkrachten, zorgteam, kernteam APB, directie en/of CLB niet stopt, is het overduidelijk dat de pestkoppen zichzelf niet onder controle hebben. In dit geval is externe, professionele hulp aangewezen. In het ergste geval kan een tuchtprocedure opgestart worden. Alle leerkrachten, zorgjuffen en de directie zijn uiteraard aanspreekbaar. De eerste vertrouwenspersoon is de leerkracht. Verder is er ook het kernteam APB met juf Nele Reulen, juf Evi Schoeters, de zorgjuf, de directeur en het CLB.
5. Tips voor de ouders
5.1 Je kind wordt gepest.
Plan pestbeleid 8
- Moedig uw kind aan te praten over pesten, steun je kind, luister naar zijn verhaal, leg de schuld niet bij hemzelf. - Stel directe vragen : • Wie plaagt/pest er? • Wat gebeurt er? • Waar gebeurt het? • Wanneer gebeurt het? - Hou een dagboek bij met daarin wie, wanneer, hoe pest, enz. Zo krijg je een duidelijk beeld van de situatie. - Meld het in overleg met je kind aan de school (eventueel ook aan de huisarts, CLB, centra, …) - Bied geen oplossingen aan, zoek samen naar manieren om op het gepest gedrag te reageren. - Zoek vrienden, hobby’s waar je kind zich wel goed voelt. - Verander niet van school. - Een snelle oplossing van het pestprobleem is niet zomaar gevonden.
5.2 Je kind blijkt een pestkop
5.3 Je kind is een toeschouwer of meeloper
5.4 cyberpesten
Plan pestbeleid 9
Het is daarom belangrijk dat u uw kind blijft aanmoedigen om steeds over alle pestgedrag te praten. - Blijf de school betrekken bij de oplossing van het pestprobleem. De school heeft als organisatie de beste positie om pestgedrag aan te pakken, vanzelfsprekend in nauwe samenwerking met alle betrokkenen. - Voor hulp en info kan je dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur contact opnemen met Steunpunt op het nummer 016/20.85.88 - Ga na wat er precies gebeurt. Praat met je kind, zijn leraar, trainer, vrienden, … Bedenk dat een pestkop steeds zal proberen zijn of haar foute gedrag goed te praten. - Leg het verschil uit tussen plagen (onschuldig en kort) en pesten (hard en om te kwetsen). - Zeg onmiddellijk dat pesten niet kan. Nooit. Om geen enkele reden. Op geen enkele manier (uitsluiten, spullen stuk maken, slaan, uitlachen, haatmails sturen, …). Vraag je kind om direct te stoppen. - Wijs op het verdriet dat het pesten veroorzaakt. Probeer de gevoelens van het slachtoffer te verwoorden. Zo vergroot je het inlevingsvermogen van je kind. - Vraag waarvoor hij of zij pest en ga daar dieper op in. Sommige pestkoppen maken de denkfout, dat als je iemand niet mag, dat je hem dan mag pesten. Als de pestkop zich irriteert aan de gepeste, bespreek dat dan met de leerkracht. - Neem contact op met de school. Laat aan uw kind en de school merken dat u dit probleem serieus neemt. - Probeer een goed overzicht van de activiteiten van uw kind te krijgen. Met wie gaat uw kind om? Waar en wanneer? - Stel een aantal duidelijke regels voor en stel deze met uw kind op. - Geef uw kind aandacht. - Beloon uw kind voor positief gedrag, met name voor wat huis- en schoolregels betreft. - Geef duidelijk aan dat u van hem/haar houdt. - Bedenk dat het veelvuldig kijken naar gewelddadige video’s, videogames en televisieprogramma’s het gedrag van uw kind negatief kan beïnvloeden. Stel samen met uw kind een kijk- of speelwijzer op. - Geef hem/haar kansen om het goed te maken. - Vraag wat er precies gebeurt (in de klas, jeugdbeweging, voetbal, …). Deze informatie kan je in vertrouwen aan de leerkracht melden. - Stimuleer je kind om de leerkracht op de hoogte te brengen. Maak een verschil tussen “klikken” en “melden”. “Klikken” doe je omdat je wil dat iemand een straf krijgt. “Melden” omdat je wil dat iets ophoudt. - Maak je kind duidelijk dat pesten moet stoppen. Bedenk samen oplossingen. Steun hem om iets te ondernemen. Hoofdregels voor ouders van surfende kinderen - Zet je PC op een centrale plaats zodat u toezicht kunt houden. - Zorg dat uw computer is beveiligd met een firewall, antivirus- en antispywaresoftware. Houd deze up-to-date en let op eventuele alarmsignalen die ze geven. Controleer of uw internetaanbieder antivirus- en antispywarehulpmiddelen aanbiedt die u kunt gebruiken. - Gebruik een spamfilter op uw e-mailprogramma en houd uw emailadres zoveel mogelijk voor uzelf door het niet op het web te publiceren. Mijd e-mails van onbekende afzenders en scan bijlagen voordat u ze opent. - Benut zoveel mogelijk de functies voor ouderlijk toezicht van uw besturingssysteem, internetbrowser, zoekmachine en
e-mailprogramma. Maak aparte gebruikersaccounts voor uw kinderen. Stel privacyinstellingen zo hoog mogelijk in. - Overweeg om voor jonge kinderen aanvullende filtersoftware te gebruiken. - Neem direct contact op met uw internetaanbieder of een expert als uw computer zich vreemd gedraagt. Uw computer kan immers geïnfecteerd zijn. - Als u kinderpornografische beelden op het internet ontdekt, meld dit dan via www.stopchildporno.be. Racistische of discriminerende inhouden kan u melden via www.cyberhate.be. - Ga eens naast uw kinderen zitten als ze aan het surfen zijn. Dit is een uitstekende manier om het gesprek te starten en het vertrouwen te vergroten. Maak er een uitdaging van om samen te leren. - Onthoud dat deze veiligheidsregels zowel op u als op uw kinderen van toepassing zijn. Moedig hen aan het u te vertellen als ze vreemde dingen tegenkomen. Nettiquette - Neem de tijd om te ontdekken hoe uw kinderen hun tijd online doorbrengen en vraag hen om u te laten zien hoe ze met hun vrienden communiceren. - Leer ze om hun privacy online te beschermen door: Veilige profielen aan te maken met ingeschakelde privacyinstellingen, altijd een nickname te gebruiken als ze chatten en onbekende mensen te verwijderen uit hun chat-contactlijst. Hun wachtwoorden te beschermen Alleen contact te leggen met en berichten te beantwoorden van mensen die ze ook offline kennen Altijd uw toestemming te vragen voordat ze foto’s van zichzelf, uw gezin, huis, hun school etc. uploaden Persoonlijke informatie, zoals hun naam, e-mailadres, telefoonnummer, adres, school, sportteam, etc., nooit online aan iemand toe te vertrouwen, tenzij ze die persoon ook in het echt goed kennen. Op websites, social networkingsites of in communicatie met vreemden is het volledig uit den boze om persoonlijke informatie prijs te geven. - Zorg er samen voor dat u: weet hoe u contactpersonen kunt weigeren of personen kunt blokkeren in een contactpersonenlijst. op de hoogte bent van de veiligheids- en rapporteringsfuncties die beschikbaar zijn op de door u gebruikte websites. - Bouw vertrouwen op door uw kinderen ervan te verzekeren dat ze met u ook kunnen praten over hun fouten, zodat u samen naar een oplossing kunt zoeken! Fouten maken hoort bij het leerproces. Cyberpesten Cyberpesten is een specifieke, moderne manier van pesten. Het blijft pesten ! Onder cyberpesten verstaan we alle vormen van pesterijen die een beroep doen op ICT (informatie- en communicatietechnologieën), zoals internet, gsm of computer om slachtoffers lastig te vallen, te bedreigen, te beledigen,... Weetjes over cyberpesten Onderzoek toont aan dat … • cyberpestende jongeren meestal iets ouder zijn dan hun slachtoffer(s). • cyberpesten vaak gepaard gaat met ‘gewone’ pesterijen. • wie veel tijd doorbrengt op het internet, een grotere kans maakt om bij cyberpesten betrokken te raken. • wie meer persoonlijke informatie op het internet zet, een grotere kans maakt op misbruik van die informatie. • ouders het risico op cyberpestproblemen (pesten en gepest
Plan pestbeleid 10
worden) onderschatten. Op een veilige en verantwoorde manier met ICT omgaan is een eerste vereiste om het risico op cyberpesten te verminderen. Ouders en cyberpesten Wat kan je als ouder doen om cyberpesten te voorkomen ? • Informeer je over het gebruik en misbruik van internet en gsm bij jongeren. • Toon interesse in de ICT-bezigheden en –vaardigheden van je kind. Weet waarmee je kind bezig is op pc en gsm en maak duidelijke afspraken over wat kan en niet kan (o.a. tijdgebruik). • Zorg voor een open gesprek over wat binnenkomt en buitengaat via de computer en de gsm. • Bespreek concrete voorvallen, ervaringen of nieuwtjes en verken wat kan of niet kan. Ga samen op zoek naar gepaste manieren van omgaan en communiceren via het internet (‘nettiquette’) en gsm. • Bekijk met je kind hoe het met Facebook en MSN kan omspringen (vrienden maken, boodschappen of contacten blokkeren, informatie delen, …). Hou een oogje in het zeil bij ICT-gebruik. Zeker bij lagere schoolkinderen hoort de computer in een gemeenschappelijke ruimte waar toezicht mogelijk is. • Dring er bij je kind op aan dat het geen paswoorden of andere gevoelige informatie uitwisselt met anderen. • Voorkom negatieve ervaringen door ervoor te zorgen dat uw kinderen weten hoe ze hun eigen privacy moeten beschermen en die van anderen moeten respecteren. • Leer uw kinderen om niet te reageren op pestberichten. • Help uw kinderen te begrijpen welke berichten en welk soort gedrag anderen kwetst en hoe ze dit kunnen voorkomen. • Zorg ervoor dat ze weten hoe ze mensen die hen vervelende berichten sturen in hun contactpersonenlijst kunnen blokkeren. • Houd voeling met de omgeving van uw kinderen. Leer hun vrienden, de ouders van hun vrienden en hun klasgenoten kennen. • Moedig uw kinderen aan om u over eventuele onaangename offline en online ervaring te vertellen. Verzeker hen dat u voor ze klaarstaat, zelfs als ze ook zelf onvoorzichtig zijn geweest en dat u samen met hen oplossingen zult zoeken. Wat als je kind slachtoffer is van cyberpesten? • Let op gedragssignalen (plots niet meer naar school willen, niet meer computeren, gsm’men, …) en ga zo nodig met je kind in gesprek. • Blijf rustig en luister naar zijn/haar verhaal. • Neem het verhaal van je kind ernstig, maar durf ook relativeren. Internet- of gsm-communicatie komt soms harder aan dan bedoeld. • Zorg ervoor dat uw kinderen begrijpen dat het nooit hun schuld is als ze door iemand worden gepest. • Reageer niet zelf op pestmails of pest-sms’jes. • Vertel je kind pestmails, chats en pestsms’jes bij te houden of uit te printen als eventueel bewijsmateriaal. • Bekijk samen met je kind hoe het zich beter kan beschermen. Verander desnoods het gsm-nummer, e-mailadres of de online gebruikersnaam. Zoek uit hoe bepaalde contactpersonen kunnen worden geweerd of geblokkeerd. • Komen de pesterijen uit de schoolomgeving, praat dan met de school, net zoals je dat met gewoon pesten doet.
Plan pestbeleid 11
Doe bij ernstige gevallen aangifte bij de Federal Computer Crime Unit (via www.e-cops.be). Wat als je kind cyberpest? • Maak je zoon of dochter duidelijk dat je niet wil dat hij/zij anderen op die manier pest. Eis dat het (cyber)pesten stopt. • Vraag uitleg over het waarom van zijn/haar gedrag. • Speel in op zijn/haar inlevingsvermogen: ‘Hoe zou jij het vinden als dit met jou zou gebeuren’? • Wijs op de gevolgen van onheus internet- of gsm-gebruik: de impact op het slachtoffer, de wettelijke risico’s en sancties, de negatieve weerslag op jullie relatie, de problemen met de school, … • Bespreek met je kind hoe hij/zij de aangerichte schade en het geschonden vertrouwen kan herstellen (naar het slachtoffer toe, naar jullie toe, naar de school toe). • Bereid de stap naar echte verontschuldigingen voor en kijk toe op de uitvoering. •
Twee vuistregels om mee te geven aan je kinderen : 1. Alle informatie die je in het gewone leven voor jezelf houdt, geef je ook niet prijs op het internet. Denk aan je dagboek of je tandenborstel… die houd je ook voor jezelf. 2. Alles wat je niet in het ware leven recht in iemand zijn gezicht durft zeggen, tik je ook niet in op msn, netlog, Facebook, …. Meer info over veilig internet : www.clicksafe.be Beste ouders, 5.5 facebook Tijdens het aanmaken van een profiel wordt er gevraagd om akkoord te gaan met de algemene voorwaarden. Hierin staat dat je minstens de leeftijd van 13 jaar moet hebben. Kinderen in het basisonderwijs hebben deze leeftijd nog niet. Waarom geen Facebook -13? Wanneer kinderen een profiel aanmaken op Facebook beseffen zij nog niet wat de eventuele gevolgen kunnen zijn bij het plaatsen van online informatie en foto’s. Daarbij vergeten zij ook hun profiel te beveiligen waardoor al hun basisinformatie (woonplaats, telefoonnummer, …), statussen en foto’s beschikbaar worden gesteld voor elke facebookgebruiker. In deze opgesomde voorbeelden kan op verschillende manieren misbruik worden gemaakt wat kan leiden tot andere gevolgen.
- 13
Vals Facebookprofiel = strafbaar Wanneer een kind een Facebookprofiel aanmaakt en liegt over zijn of haar leeftijd maakt hij of zij een vals profiel aan. Goed om te weten is dat een vals Facebookprofiel strafbaar is in België. Daarom vinden we het onze taak om jullie als ouders hier attent op te maken. Toch Facebook? Indien jouw kind toch al een Facebookprofiel heeft aangemaakt, controleer dan zeker of de privacyinstellingen correct zijn. Bijvoorbeeld: vrienden van vrienden is zeker te vermijden, want vrienden van vrienden is eigenlijk iedereen. Als je enkel vrienden aanvaardt, kunnen zij alleen het Facebookprofiel bekijken en niemand anders. Vergeet niet: eens een Facebookprofiel aangemaakt , is dit niet meer te verwijderen!
Plan pestbeleid 12
6. Waar vind je meer info? www.klasse.be/ouders (kijk onder DOSSIERS) www.sasam.be (voor info) www.pestweb.nl (voor info op kindermaat) www.vcov.be (voor vormingsavonden over pesten voor ouders) www.limits.be www.ecops.be (voor het melden van misdrijven op het internet) www.kieskleurtegenpesten.be www.digitips.be (vuistregels voor goed internetgebruik) www.verbondenheid.be www.saferinternet.be (om veilig te kunnen surfen) www.clicksafe.be (actuele informatie, tips en links over veilig internetten voor ouders, leerkrachten, kinderen en jongeren) www.gezinsbond.be/veiligonline (legt ouders klaar en duidelijk uit wat de voordelen en de risico’s zijn van de nieuwe technologieën en geeft heel wat tips over hoe deze thematiek in de opvoeding kunnen geïntegreerd worden.) www.ond.vlaanderen.be/ict/ondersteuning/veiligICT (voor leerkrachten) www.klasse.be/leraren/help.php?q=eerstelijn.be (een goed dossier over cyberpesten voor leerkrachten) www.spamsquad.be (De Belgische portaalsite in de strijd tegen spam) www.stopchildporno.be (Als u kinderpornografische beelden op het internet ontdekt.) www.cyberhate.be (Racistische of discriminerende inhouden melden) www.ecops.be (Een algemeen overheidsmeldpunt voor internetmisbruik in België) www.e-privacy.be (info over jongeren en privacy online) www.cyberpesten.be (informatieve website over dit thema) www.kjt.org (De kinder- en jongerentelefoon biedt steun door middel van een telefonische (102 gratis) en online hulpdienst.) Interessante literatuur : • Pesten, een preventiepakket voor het onderwijs Nathalie Heurckmans • Pesten, gedaan ermee Nathalie Heurckmans en Guy Deboutte • Mijn leerling online (voor ouders en leerkrachten) Justine Pardoen en Remco Pijpers • Mediageweld en kinderen (voor ouders en leerkrachten) Peter Nikken • Eerste hulp bij gedragsproblemen Luk Koning • Veilig Internet Gezinspakket
[email protected] of www.telenet.be Interessante jeugdboeken : • Andertje (vanaf 6 jaar) Kathryn Cave en Chris Riddell • Domme gans Stomme geit (vanaf 5 jaar) Isabel Abedi en Silvio Neuendorf • Sten ziet rood (vanaf 6 jaar) Isabel Abedi en Dagmar Henze • Kwelduivels (vanaf 8 jaar) Guy Didelez • Het Pest Actie Plan (vanaf 10 jaar) Guy Didelez • Het ei van oom Trotter Marc De Bel • Zwart in je vel R. Ahrens
Plan pestbeleid 13
• • •
Plan pestbeleid 14
Mieke wil niet meer naar school Hilde Schuurmans Wiebelkees Liesbeth Van der Jagt Anders, nou en? Helga van de Sanden