Prestatieafspraken 2014
Gemeente Eindhoven en de Eindhovense woningcorporaties
Gemeente Eindhoven
Woonstichting ’thuis
Dhr. Y. Torunoglu
Dhr. L. de Groot
Wethouder Wonen, Wijken, Ruimte en
Directeur-bestuurder
Burgerparticipatie
Stichting Trudo
Stichting Vitalis Sociale Woonvormen
Drs. A.A.M. Aussems MRE MFE MMO
Dhr. L.J.J. Rulkens RA
Directeur-bestuurder
Voorzitter Raad van Bestuur
Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl
Stichting Wooninc.
Mw. ir. I. de Boer
Mw. J.A.P.M. Pijnenburg
Algemeen directeur-bestuurder
Directeur-bestuurder
Dhr. drs. M.T. Eggermont RA
Dhr. drs. H. Buursink
Algemeen directeur-bestuurder
Directeur-bestuurder
Pagina 2 van 34
Preambule: prestatieafspraken 2014 De gemeente Eindhoven en de Eindhovense woningcorporaties maken al enige jaren prestatieafspraken. Daarin staat verwoord welke bijdrage wij leveren aan wonen en leven in onze stad. De context voor prestatieafspraken is in korte tijd fors gewijzigd als gevolg van: • gewijzigd overheidsbeleid (hervormingen en bezuinigingen op belangrijke sociaalmaatschappelijke thema’s); • veranderde marktomstandigheden (o.a. stagnerende woningmarkt en zeer beperkte nieuwbouw); • economische en maatschappelijke ontwikkelingen (op weg naar een participatie-samenleving). Deze nieuwe context vraagt om een constructieve en krachtige samenwerking tussen gemeenten, woningcorporaties en woonconsumenten op lokaal en regionaal niveau. Met het oog de prestatieafspraken voor 2014 maken we binnen de gemeente Eindhoven de volgende afspraken om deze samenwerking verder vorm en inhoud te geven: Gemeente, corporaties en huurders werken samen Uit de evaluatie van de prestatieafspraken 2013 en het overleg over de prestatieafspraken 2014 is gebleken, dat de beste resultaten kunnen ontstaan door corporaties, gemeente en huurders aan elkaar te verbinden. Tegelijkertijd kan de betrokkenheid van huurders bij de prestatieafspraken de legitimiteit van het werk van de Eindhovense corporaties versterken. Ook de gemeente heeft de nadrukkelijke wens om huurders eerder te betrekken bij het opstellen van prestatieafspraken. Wij werken daarom toe naar een situatie waarin de huurders een volwaardige partner zijn bij de prestatieafspraken, bijvoorbeeld in de vorm van een 3-partijenovereenkomst. De uitdaging is op welke manier we dit concreet vorm gaan geven. In 2014 gaan we daarom: 1. de huurdersvertegenwoordiging begeleiden met als doel hun bijdrage in het kader van het prestatieveld ‘betrekken van bewoners bij beleid en beheer’ te professionaliseren (actie: corporaties); 2. verkennen op welke manier we naast de huurdersvertegenwoordiging de huurders breder kunnen interesseren en betrekken bij beleidsontwikkeling in het algemeen en de prestatieafspraken specifiek (bijv. door de inzet van digitale panels); 3. een ‘roadmap’ opstellen met de ambitie dat huurders partner zijn bij de prestatieafspraken. We gaan dit doen door het verkennen van voorbeelden van andere gemeenten (bijv. Tilburg en Wijk bij Duurstede) en het inwinnen van extern advies bij een specialist op dit terrein. De huurdersvertegenwoordiging betrekken we bij de opstelling van deze ‘road map’. Samenwerking woningcorporaties Het gegeven dat de verschillende corporaties een eigen identiteit hebben met eigen accenten is in het belang van de Eindhovense volkshuisvesting en woningmarkt. We benutten deze verschillen en houden elkaar scherp. Die verscheidenheid is een belangrijk pluspunt voor de huurders en voor de gemeente. Een succesvolle samenwerking tussen de Eindhovense corporaties is een voorwaarde om voor elk de gewenste bijdrage aan wonen en leven in de stad te kunnen leveren.
Pagina 3 van 34
Daarom werken we toe naar een situatie, waarbij : • Op basis van een gemeenschappelijke visie er een gedeelde en onderschreven probleemanalyse komt zonder dat dit tot doorslaat in eindeloze onderzoeken en rapporten; • De corporaties, gezamenlijk de volkshuisvestelijke kerntaken oppakken, die als communicerende vaten werken. Waar de een iets niet doet op een bepaald deelthema heeft tot gevolg, dat anderen dit dan wel moeten doen. Vanzelfsprekend mogen er geen gaten in het speelveld vallen; • De corporaties , gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen voor die totale opgave en voor het verdelen van ieders bijdrage daarin. In 2014 gaan we daarom: 1. Als vertrekpunt voor de gedefinieerde opgave op het gebied van de kerntaken volkshuisvesting met de corporaties en de gemeente een Woonvisie voor de stad op stellen; 2. In het reguliere overleg tussen corporaties en gemeente (BOW) de thema’s vastleggen waarop prestaties verlangd worden; 3. In het reguliere overleg tussen corporaties (PEC) de onderlinge verdeling van ieders bijdrage aan de afgesproken prestaties vaststellen.
Pagina 4 van 34
Onze visie op Eindhoven Waar komt de stad vandaan? Eindhoven ligt op het scharnierpunt van twee gebieden met een heel eigen cultuur. Aan de ene kant de Hollandse delta, waar zich in de afgelopen eeuwen in steden als Brugge, Antwerpen en Amsterdam een cultuur van ondernemerschap en koopmansgeest heeft ontwikkeld. Plannen en initiatieven worden hier al eeuwenlang ‘van onderop’ ontwikkeld, in vennootschappen en coöperaties. Pas na de Tweede Wereldoorlog mengde de overheid zich hier in de gang van zaken, daarvoor stuurden burgers zelf de inrichting van hun dorpen en steden aan. Aan de andere kant is er het landschap van de Kempen, een gebied dat pas laat verstedelijkte en eeuwenlang een lege indruk maakte. Hier ontstond een bewoningsgeschiedenis van kloosters, landbouwkolonies, militaire kampen en bedrijfsdorpen. Eindhoven heeft zich vanuit deze geschiedenis de afgelopen eeuw sterk ontwikkeld als werkstad. De opkomende industrie stimuleerde dat mensen van buiten zich hier vestigden. Grote ondernemingen zoals Philips en DAF hebben de toon gezet en de stad haar ‘DNA’ gegeven. Voor arbeiders uit het hele land was en is het aantrekkelijk om hier te komen werken, maar zeker ook te wonen. Ze kwamen overal vandaan: eerst uit Drenthe en Friesland, later uit Spanje en Marokko, nu van over de hele wereld. De grote ondernemingen namen hun verantwoordelijkheid en bouwden voor deze arbeiders woningen en -buurten, die later door de woningcorporaties werden overgenomen. Een bijzondere ontstaansgeschiedenis, waar we met recht trots op kunnen zijn. Deze buurten en woningcomplexen bepalen nu nog in belangrijke mate de woonsfeer van Eindhoven. Dat mensen uit allerlei windstreken hier naar toe komen, heeft ook iets te maken met de cultuur en de typisch Brabantse gastvrijheid. Als je hier eenmaal bent, word je opgenomen: iedereen hoort erbij.
Waar staat Eindhoven nu? De ligging van Eindhoven in de Eur-delta, het gebied van Rijn, Maas en Schelde, is sterk bepalend voor onze stad en regio. Een gebied met 30 miljoen inwoners, dat concurreert met andere metropolitane delta’s. Eindhoven ligt hier strategisch in het midden. Aan de ene kant is er een sterke relatie met de Randstad en Amsterdam in het bijzonder, via de A2-zone. Aan de andere kant zijn er sterke banden van onze brainport met het ELAT-gebied: Eindhoven, Leuven, Aken/Luik en Hasselt. Die combinatie biedt volop kansen. De intensiteit van kennis is hier groot, er ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden en landsgrenzen zijn steeds minder van belang. Die samenwerking gaat terug op de cultuurhistorie van dit gebied: er is sprake van een hernieuwd corporatisme. Ondernemers, overheden en kennisinstellingen werken bijvoorbeeld intensief samen. Maar ook burgers organiseren zich steeds vaker via coöperatieve wegen, bijvoorbeeld rond collectieve energievoorziening, buurtcoöperaties en ‘slimmer leven’. Het resultaat van alle inzet is dat we ons in 2012 de slimste regio van de wereld mochten noemen; in 2013 was Burgemeester van Gijzel zelfs voorzitter van dit selecte internationale gezelschap. De combinatie van technologie en maakindustrie heeft zich doorontwikkeld naar een combinatie van high-tech en design. Eindhoven is voortdurend in staat op slimme manieren innovaties tot stand te brengen: slimme mensen maken een slimme stad. Daarnaast is Eindhoven opgeklommen tot de tweede economie van Nederland; we prijzen ons daar gelukkig mee. Overigens wel vanuit het besef dat een dergelijke koppositie geen onveranderlijk gegeven is; het is een kwetsbare positie waar voortdurend hard voor geknokt moet worden.
Pagina 5 van 34
Qua wonen en cultuur is het in onze stad goed toeven. Eindhoven wordt wel een ‘super village’ genoemd: een superdorp. Er is hier veel leefkwaliteit, in een fijnmazige stedelijke structuur die ontstaan is door samensmelting van dorpen. Zij geven de buurten en wijken van Eindhoven identiteit. En niet alleen de stad is aantrekkelijk, ook het ommeland met de dorpse kernen heeft volop kwaliteiten. Door dit alles is de trots op Eindhoven als geheel gegroeid. Grote evenementen die de stad succesvol organiseert – DutchDesignWeek, GLOW – dragen eraan bij dat Eindhoven steeds beter op de kaart wordt gezet. 040 wordt een steeds sterker ‘merk’. Waar gaat Eindhoven naar toe? De regio Eindhoven heeft dus een uitermate sterk economisch profiel en Brainport wordt steeds meer een begrip. Behoud van dat profiel is echter niet vanzelfsprekend. Zoals gezegd: het is ook een kwetsbaar profiel, dat door de mondiale economische op- en neergang direct, ingrijpend en snel wordt beïnvloed. Bovendien is de concurrentie tussen stedelijke gebieden groot, zowel binnen Nederland en daarbuiten. De stedelijke ontwikkeling correleert steeds meer met de economische ontwikkeling en wie voorsprong wil houden, moet blijvend investeren. Investeren in een aantrekkelijke stad met een onderscheidend imago – om daarmee bewoners en bedrijven aan zich te binden en vast te houden. En die investeringen vinden alleen plaats wanneer er sprake is van voortgaande economische ontwikkeling. Ingrediënten voor dit klimaat van ondernemerschap, creatie en innovatie zijn de aanwezigheid van voldoende geschoolde mensen, de stad als proeftuin om innovaties te testen in ‘living labs’ en een afzetmarkt voor nieuwe producten. Kortom: Eindhoven moet zoveel mogelijk mensen aan zich binden. Wat mensen van buiten de regio aantrekt, verbindt degenen die er wonen. Wie zich in Brainport vestigt, komt er om te studeren of te werken. De aantrekkingskracht zit in de sociaaleconomische structuur van de regio. Wie hier komt, is slim. En wie zich met de structuur van Brainport verbindt, maakt de regio weer iets slimmer. De kwaliteit van het wonen draagt hier in belangrijke mate aan bij. Hier vloeit een essentiële en gemeenschappelijke taak voor onder meer de gemeente en de woningcorporaties uit voort. We moeten elkaar op zo’n manier helpen en versterken dat Eindhoven Brainport als geheel verder wordt geholpen. Uiteindelijk wordt iedereen in deze stad daar beter van. Deze gezamenlijke visie op de stad zal in 2014 verder uitgewerkt worden in een woonvisie. De gemeente is verantwoordelijk voor de woonvisie en de keuzes die worden gemaakt. Omdat de gemeente afhankelijk is van andere partijen om bij te dragen aan onze ambitie zal de woonvisie zoveel mogelijk in co-creatie met belanghebbenden tot stand komen. Daarbij is het belangrijk de visie te ontwikkelen vanuit een gedeelde en onderschreven probleemanalyse en van daaruit het gewenste eindresultaat te benoemen. Het doel van de visie is om te komen tot beleid op het gebied van wonen, in afstemming met de regio, waarmee optimaal wordt voorzien in de Eindhovense woonbehoefte, nu en in de toekomst. Daarmee moet een bijdrage worden geleverd aan de gewenste sociale, economische en ruimtelijke ontwikkeling van de stad Eindhoven. Wonen is namelijk meer dan alleen de woning en woonomgeving. Er liggen directe relaties met andere ontwikkelingen en ambities. De gemeente zal de corporaties betrekken bij het opstellen van de woonvisie. De corporaties leveren een actieve bijdrage aan de woonvisie. Daarmee zorgen we ervoor dat de nieuwe woonvisie een solide basis vormt voor de Prestatieafspraken 2015 e.v.
Pagina 6 van 34
Onze rol in de stad: de gezamenlijke inzet van gemeente en woningcorporaties Beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit Inleiding Prestatieafspraken gaan over maatschappelijk presteren, over maatschappelijk resultaat. Het maatschappelijk presteren van een woningcorporatie wordt bereikt binnen het domein, of het werkterrein, van de corporatie. En hoe ruim of eng je dat domein ook definieert, het gaat in de eerste plaats, vooral, of volgens sommigen zelfs uitsluitend, over wonen. Als het over wonen gaat, dan kan het resultaat worden uitgedrukt in drie dimensies: beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit (BBK). Drie dimensies die niet losstaan van elkaar, maar ook niet in elkaars verlengde liggen. Je kunt ze zien als drie assen die samen de ruimte vullen waarin de corporatie opereert en die daarmee kunnen worden gebruikt om de prestaties van individuele of samenwerkende corporaties te beschrijven.
Met daarbij twee belangrijke uitgangspunten die nog steeds overeind staan: corporaties hoeven niet alles met iedereen samen te doen en zij hoeven niet allemaal hetzelfde te doen. Belangrijk is ook het besef dat we hier te maken hebben met communicerende vaten. Corporaties beïnvloeden met hun handelen elkaar en daarmee het totaalbeeld voor Eindhoven als geheel (‘als de één het laat lopen, moet de ander harder werken’). Wanneer het presteren van de ene corporatie consequenties heeft voor een ander, dan moeten daar afspraken over worden gemaakt. En daarnaast zijn er de investeringen bìnnen een corporatie: de uitgaven aan BBK versus de uitgaven aan andere maatschappelijke doelstellingen. Het een kan niet los worden gezien van het ander. De corporaties in de woningmarkt We hebben onszelf de vraag gesteld of corporaties onderdeel zijn van de woningmarkt of zich meer ‘aanvullend’ op die markt beschouwen. In het verlengde daarvan: begeven corporaties zich op terreinen waar marktpartijen net zo goed een prestatie kunnen leveren? De corporaties zien zichzelf als marktpartijen; alleen al door het bezit in de stad zijn zij een onlosmakelijk onderdeel van de woningmarkt. Zij werken in die delen van de markt waar ‘profit’ niet werkt c.q. het af laat weten. Daarbij wordt scherp gestuurd op waardeontwikkeling en er wordt zoveel mogelijk marktconform geopereerd. Wanneer andere marktpartijen zich manifesteren op een bepaald terrein waar corporaties ook actief op zijn (zoals nu met de studentenhuisvesting gebeurt), is dat geen aanleiding voor een ‘blijf van mijn erf’-reactie. Wanneer dat een bijdrage levert aan het wonen en de BBK daarvan, is dat prima. Het functioneren van de corporaties in de woningmarkt is daarmee niet statisch of scherp afgebakend: zij zien vanzelf waar de markt het niet oppakt en acteren daar op. In verhouding gemeente en woningcorporaties is het zaak verwachtingen over en weer goed te managen. In sommige gevallen spreekt de gemeente een corporatie aan als marktpartij, maar soms ook als publieke partij. Pagina 7 van 34
De gemeente moet zich ervan bewust zijn dat corporaties andere rendementseisen hanteren dan bijvoorbeeld ontwikkelaars. Ook gaan corporaties een langdurig commitment aan bij hun projecten. Gemeente en corporaties zijn daarmee duurzaam aan elkaar verbonden. Dat is geen kwestie van definitie, maar van onderling respect. Om meer ruimte op te zoeken om onze gezamenlijke opgave voor Eindhoven te realiseren zullen we nadrukkelijk het gesprek met elkaar voeren over de verdeling van de verantwoordelijkheden, en de regels of afspraken die daarmee gepaard gaan. Projecten of initiatieven die daarmee kunnen worden geholpen zullen in een vroegtijdig stadium met elkaar worden besproken, en er zal actief worden meegedacht naar nieuwe vormen van samenwerking daarbij. Dat betekent niet alleen dat de gemeente in dat geval loslaat, maar ook dat de corporaties in die gevallen een stap extra moeten zetten. Die doen we open, transparant, in vertrouwen en met rechte rug, ook als het een keer fout gaat. Een van de zaken die we concreet uitwerken is het experiment met de private kwaliteitstoets voor het Bouwbesluit. Beschikbaarheid Kees: wil jij op basis van de teksten uit de formats hier een beknopte samenvatting maken. Beschikbaarheid is in essentie de mate waarin de individuele bewoner in staat is om een geschikte woning te vinden. Het gaat daarbij over de match tussen vraag en aanbod. Beschikbaarheid is uiteindelijk het resultaat van een groot aantal prestatie indicatoren zoals: omvang van de voorraad; veranderingen in de voorraad (nieuwbouw, sloop, verkoop) en de mutatiegraad. We geven een overzicht van de situatie begin 2013 en de verwachte ontwikkeling 2014. De opsomming beoogt niet exact of limitatief te zijn. En beschikbaarheid staat zeker niet los van betaalbaarheid en kwaliteit. Aan een geschikte woning heb je niets als je hem niet kunt betalen. En de geschiktheid heeft een zodanige relatie met kwaliteit dat sommige van deze indicatoren ook onder die laatste factor gerangschikt kunnen worden. Maar dat heeft geen effect op de afwegingen die vervolgens gemaakt kunnen worden. We lichten er een aantal bijzondere doelgroepen uit: arbeidsmigranten, middeninkomens,xxxxxxxxxx Betaalbaarheid Kees: wil jij op basis van de teksten uit de formats hier een beknopte samenvatting maken.
De betaalbaarheid draait natuurlijk in de eerste plaats om de huurprijs van de woning. Maar die staat nooit op zichzelf en is altijd relatief. Huurbeleid Het woonkostenonderzoek in 2012 heeft ons veel inzicht verschaft in de betaalbaarheid van het wonen in Eindhoven. Dit zal binnen het regionale kenniscentrum worden uitgebreid. Doelgroepen bedrijfskosten Kwaliteit maken.
Kees: wil jij op basis van de teksten uit de formats hier een beknopte samenvatting
Pagina 8 van 34
Ook hier een veelheid aan factoren die we, meer of minder op woningniveau dan wel alleen gemiddeld, beschikbaar hebben.
Leefbare wijken Duurzaamheid Maatschappelijk Vastgoed Inclusieve wijk
Pagina 9 van 34
Beschikbaarheid
Bijzondere doelgroepen (trekker Yasin) Ambitie Starters zonder woonduur hebben een moeilijke positie op de Eindhovense woningmarkt. Ze komen dikwijls niet in aanmerking voor een corporatiewoning vanwege hun inkomen. En als ze wel in aanmerking komen voor een woning bij de corporaties werkt het in hun nadeel dat het grootste deel van de woningen in Eindhoven op basis van inschrijftijd wordt verdeeld. Specifieke groepen waar we hier aan denken zijn bijvoorbeeld net afgestudeerden, mensen die net gescheiden zijn of migranten uit andere delen van het land. Daarnaast ligt er een opgave om voldoende woonruimte beschikbaar te houden voor specifieke groepen zoals statushouders of huishoudens met urgentie. Onze ambitie is om in 2014 de toetreding tot de woningmarkt voor starters zonder woonduur makkelijker te maken en systemen hierop in te richten. Resultaten collectief In 2014 onderzoeken we welke knelpunten (in het systeem) er bestaan voor de verschillende doelgroepen en werken we aan een betere toetreding tot de woningmarkt voor starters zonder woonduur. Daarnaast maken we afspraken over de taken van de corporaties met betrekking tot de huisvesting van afzonderlijke doelgroepen. Dit onderwerp heeft een relatie met de woonvisie die in 2014 zal worden opgesteld. Er zijn geen individuele resultaten benoemd omdat in 2014 de knelpunten onderzocht worden. Pas daarna worden individuele resultaten afgesproken (via het PEC).
Pagina 10 van 34
Beschikbaarheid
EU-arbeidsmigranten/Moelanders (trekker Angela) Ambitie -
Structurele huisvesting van 200 EU-arbeidsmigranten/MOE-landers voor kort verblijf door corporaties Onderzoeken naar de omvang van het vraagstuk en het verdiepen in de klantvraag Loskoppelen werk en woning Onderzoek naar de slaagkansen van arbeidsmigranten binnen het huidige woonruimteverhuursysteem Emancipatie van de doelgroep Bevorderen positieve beeldvorming m.bt. de doelgroep Beheersbaarheid van overlast en borging van reguliere aanpak van overlast binnen gemeente Aandacht voor regionale (SRE) aanpak
Resultaten collectief Ad. 1 In Eindhoven zijn afspraken gemaakt om in 2014 200 tijdelijke huisvestingsplaatsen aan te bieden. Partijen beseffen dat dit aantal arbitrair is en maken daarom nadere afspraken voor de aankomende jaren op basis van verdiepend onderzoek naar ontwikkeling van de vraag. In de praktijk blijkt dat het gewenste aantal eenheden niet wordt gerealiseerd. Dit heeft te maken met diverse dilemma's. Het soepel omgaan met lokale regelgeving en beleidskaders levert een positieve bijdrage in de realisering van deze huisvestingsopgave. Ad. 2 De omvang van het vraagstuk aan de hand van een onderzoek concretiseren en onderzoek plegen naar de klantwens en het zoeken naar het optimum qua product in termen kwaliteit, prijs en onrendabele top. In Eindhoven is in 2013 een kwantitatief onderzoek gepleegd (BIO) naar de huisvestingsvraag van tijdelijke (geregistreerde) arbeidsmigranten. In aansluiting daarop wordt in 2014 een onderzoek gedaan naar de kwalitatieve huisvestingsvraag. Dit door het enquêteren van de arbeidsmigranten. De huidige data betreffen alleen de geregistreerde migranten. Gestreefd wordt naar een breder inzicht: het onderzoek moet inzicht geven in de feitelijke en gewenste huisvestingssituatie van zowel geregistreerde als niet-geregistreerde arbeidsmigranten in het licht van hun toekomstplannen. Ad. 3 Het borgen van een overgangsperiode voor huisvesting bij het verliezen van werk. In eigen huurcontracten van arbeidsmigranten met corporaties; of goede contractuele afspraken tussen corporaties en werkgevers over huisvesting. Ontwikkelen huurovereenkomst op basis van short stay. Ad. 4 Onderzoeken (inclusief aanbevelingen) of en eventueel welke aanpassingen nodig voor een betere slaagkans op de woningmarkt (bijv. extra woonduur geven of een quotum van woningen met lage prijs/kwaliteit voor deze groep bestemmen) en wat de consequenties van die aanpassingen zijn (bv. verdringing). Ad. 5 Inzet op sociale aspecten, ontmoetingsmogelijkheden, taallessen etc. door Migranten Informatie Punt van Stichting SRADA en het Vreemdelingen Informatiepunt van de gemeente. Pagina 11 van 34
Ad. 6 In communicatie erop wijzen dat huisvesting van arbeidsmigranten geen opvang is, geen zorgvoorziening, geen maatschappelijke opvang van zorgcliënten. O.a. via MIP (SRADA) en Vreemdelingen Informatiepunt. Ad. 7 Handhaving op illegale kamerverhuur en woonoverlast. Inrichten van meldpunt (bij VTH via wijkcoördinatoren) met rol in het systematisch verzamelen en monitoren van informatie (raadsbesluit 15-03-2011) en het organiseren van een ‘lokale MOE-landers tafel’: periodiek overleg. Geen verlenging van de convenanten met brancheverenigingen en hulp-stichtingen. Ad. 8 SRE beleid afstemmen.
Resultaten individueel Op basis van de resultaten van de onderzoeken worden nadere afspraken gemaakt over de verdelingen van de opgave onder de corporaties. Ook de totale opgave wordt dan nader ingevuld.
Pagina 12 van 34
Beschikbaarheid
Voorraad (trekker Ingrid) Ambitie In het Bestuursconvenant Stedelijk Gebied 2013 is afgesproken dat elke individuele gemeente beschikt over een sociale woningvoorraad (kernvoorraad huur + sociale koop) die groot genoeg is om de eigen lokale doelgroep van beleid + de sociale taakstelling op basis van de eerder gemaakte afspraken te huisvesten. Daarnaast maken de gemeente en corporaties in Eindhoven aanvullend afspraken over de kernvoorraad. In de Prestatieafspraken 2013 is geconstateerd dat de kernvoorraad voldoende groot is in Eindhoven ten opzichte van de doelgroep. In het eerste kwartaal van 2014 komen nieuwe cijfers beschikbaar. De gemeente en corporaties zullen op basis van deze cijfers in gesprek gaan over de omvang van de kernvoorraad in Eindhoven en hierover eventueel aanvullend afspraken maken voor 2015 ev. Resultaten collectief Kwantitatief: • Omvang van de voorraad: 45.000* betaalbare huurwoningen (tot liberalisatiegrens 681 €) • In eigendom woningcorporaties: 39.500* • Sociale koopwoningen: 14.500* • Prognose nieuwbouw betaalbare huurwoningen: • Prognose verkoop betaalbare huurwoningen: • Prognose sloop betaalbare huurwoningen: *bron: gemeente Eindhoven ultimo 2012 Vindbaarheid **: • • • •
Mutatiegraad Woonruimteverdeling Urgentie Verhuur zonder passendheidscriteria.
**volgt uit jaarverslag ‘woonruimteverhuur’ Resultaten individueel Gemeente: -
Woonbedrijf: • • • • •
Omvang van de voorraad: 25.238 betaalbare huurwoningen (waarvan 1.439 onzelfstandig) Sociale koopwoningen: Prognose nieuwbouw betaalbare huurwoningen:131 Prognose verkoop betaalbare huurwoningen: 17 Prognose sloop betaalbare huurwoningen:208 Pagina 13 van 34
‘thuis: • • • • • •
Omvang van de voorraad betaalbare huurwoningen (tot liberalisatiegrens 681 €) en de veronderstelde verandering daarin. Aantal sociale huurwoningen per datum 01-01-2014: 3604 woningen Aantal sociale koopwoningen per datum 01-01-2014: 225 woningen (verkocht onder KG die terug kunnen komen) Prognose nieuwbouw huurwoningen voor 2014: 119 woningen Prognose verkoop huurwoningen naar sociale koopwoningen voor 2014: 63 woningen Prognose sloop huurwoningen in 2014: 70 woningen
Wooninc.: Wooninc. focust zich op met name senioren, jongeren en bijzondere doelgroepen en wij onderscheiden ons met het Wooninc. Plusconcept. Wooninc. zorgt naar rato van haar marktaandeel voor beschikbaarheid van voldoende voorraad betaalbare woningen voor huishoudens met een laag inkomen met een optimale prijskwaliteitverhouding. Wooninc. streeft er in dat kader naar om 700 mutaties te realiseren. Dit met inzet van medewerkers als wooncoach die met name senioren begeleiden bij het vinden van passende woonruimte en een passende huurprijs. Met doorstroming van “goedkope scheefwoners” (prognose 40 huishoudens) willen we bereiken dat betaalbare woningen beschikbaar komen voor huurders met een laag inkomen. Dit door de actieve inzet van medewerkers die huurders bewegen om te verhuizen. Door bij huurders maatwerk te leveren is de verwachting dat verhuizingen met (be)hulp van Wooninc. ontstaan. Omdat de dynamiek van de markt aan het veranderen is scherpt Wooninc. haar proces van verhuur nog scherper aan waardoor de leegstand wordt geminimaliseerd. Door (direct) optreden bij illegale of onrechtmatige bewoning worden vrijkomende woningen beschikbaar gesteld. • • • • •
Omvang van de voorraad: betaalbare huurwoningen (tot liberalisatiegrens 681 €): 6.250 (exclusief verkoop en nieuwbouw) Sociale koopwoningen: Prognose nieuwbouw betaalbare huurwoningen: 98 Prognose verkoop betaalbare huurwoningen: 45 Prognose sloop betaalbare huurwoningen: --
Trudo: • • • • • * 2014
Omvang van de voorraad: betaalbare huurwoningen (tot liberalisatiegrens 681 €): 5.267 Sociale koopwoningen: 2.879 Prognose* nieuwbouw betaalbare huurwoningen: 0 Prognose* verkoop betaalbare huurwoningen: 165 Prognose* sloop betaalbare huurwoningen: 69
Pagina 14 van 34
Vitalis: • • • • •
Omvang van de voorraad: betaalbare huurwoningen (tot liberalisatiegrens 681 €) 952 zelfstandige eenheden ultimo 2013 Sociale koopwoningen: Vooruitzicht verkoop 63 sociale huurappartementen in 2014 Prognose nieuwbouw betaalbare huurwoningen: 35 sociale huurappartementen in 2014, locatie Engelsbergen (Gestel) Prognose verkoop betaalbare huurwoningen: zie sociale koopwoningen. Prognose sloop betaalbare huurwoningen: N.v.t.
Pagina 15 van 34
Betaalbaarheid
Huurbeleid (trekker Marc) Ambitie: Door de aanhoudende crisis is een betaalbare huurwoning voor steeds meer mensen noodzakelijk. Door de verhuurdersheffing moeten corporaties iedere euro twee keer om draaien. Betaalbaarheid krijgt daarbij, ten opzichte van beschikbaarheid en kwaliteit, steeds meer gewicht. De Eindhovense corporaties willen de verhuurdersheffing zo weinig mogelijk doorberekenen aan hun klanten. Daarmee blijft onze maatschappelijke prestatie in de vorm van betaalbaarheid, zoveel mogelijk in stand. Onze ambitie ten aanzien van betaalbaarheid hebben we vertaald in: •
Het huurprijsbeleid
•
Aandacht voor kwetsbare inkomensgroepen
•
Niveau bedrijfskosten
In het kader van duurzaamheid (onderdeel van kwaliteit) streven we bovendien naar een reductie van het gemiddeld feitelijk energiegebruik in de woningen.
Resultaten collectief, huurprijsbeleid: • • •
In 2014 laten de Eindhovense corporaties zien dat zij de jaarlijkse huurverhoging tot het minimum noodzakelijke zullen beperken De Eindhovense corporaties maken in 2014 geen gebruik van de mogelijkheid van inkomensafhankelijke huurverhoging. In verband met de inwerkingtreding van de Warmtewet op 1 januari 2014 zullen de corporaties onderlinge afstemming zoeken over de te hanteren prijs per Kilojoule warmte.
Ter informatie: de inflatie over 2013 is door het CBS vastgesteld op 2,5 (even hoog als in 2012).
Resultaten individueel
Gemeente: n.v.t.
Pagina 16 van 34
Woonbedrijf: Wij vinden het belangrijk dat de huurprijs een afspiegeling is van de kwaliteit van de woning. Dat betekent dat wij voldoende differentiatie houden in huurprijzen onder de liberalisatiegrens (€ 699,48). Dat verschaft ons ook de ruimte om onze klant de mogelijkheid te bieden van individuele verbetering tegen huurverhoging. • • •
In onze begroting voor 2014 hebben wij gerekend met een gemiddelde huurverhoging ter grootte van de inflatie, dus zonder de algemene of inkomensafhankelijke extra huurverhogingen boven inflatie. In 2014 zal Woonbedrijf het niveau van de streefhuren (huurprijs na mutatie) gemiddeld verlagen. Voor nieuwbouwprojecten die de definitiefase nog niet zijn gepasseerd, hebben wij in de begroting rekening gehouden met substantieel lagere stichtingskosten. Dit zullen wij in de komende jaren realiseren door slimmer te ontwerpen en te bouwen, maar ook door kritischer te zijn op de kwaliteit (m2’s, afwerkingsniveau, onderhoudskosten). Op die manier blijven we in staat om ook nieuwe woningen aan te bieden met een aanvangshuur beneden de liberalisatiegrens.
‘thuis: In de begroting voor 2014 is gerekend met inflatie + 1,5%. In het kader van de nog nader te bepalen strategische keuzes met RvC en nog te voeren overleg met de huurdersorganisaties kunnen we hier nog geen definitieve uitspraken of toezeggingen doen. De streefhuren bedragen 80% van max redelijk voor appartementen en 74% van max redelijk bij grondgebonden woningen.
Wooninc.: Wooninc. waakt ervoor dat bij mutatie de huurprijs in principe niet boven de huurtoeslaggrens uitkomt. Maar ook dat de huurprijs niet meer in verhouding staat tot de kwaliteit. Wooninc. gaat (ook) in 2014 uit van een ondergrens van 80% van de maximaal redelijke huur. Bij de jaarlijkse huurverhoging zorgt Wooninc. ervoor dat zittende huurders met recht op huurtoeslag dit recht blijven behouden. Dat kan betekenen dat op individuele basis de huurverhoging naar beneden wordt bijgesteld.
Trudo: Trudo heeft gemiddeld de laagste huren van Eindhoven. Trudo hanteert ook in 2014 een inflatievolgend huurbeleid. Op deze manier probeert Trudo de woonquote voor zijn klanten zo laag mogelijk te houden.
Vitalis: Vitalis heeft zich afgelopen jaar geheroriënteerd op haar zgn. zorgservicekosten. In 2014 wordt een verlaging doorgevoerd van deze kosten tegen een zelfde serviceaanbod.
Pagina 17 van 34
Betaalbaarheid
Kwetsbare inkomensgroepen (trekker Marc) Ambitie Door de aanhoudende crisis is een betaalbare huurwoning voor steeds meer mensen noodzakelijk. Door de verhuurdersheffing moeten corporaties iedere euro twee keer om draaien. Betaalbaarheid krijgt daarbij, ten opzichte van beschikbaarheid en kwaliteit, steeds meer gewicht. De Eindhovense corporaties willen de verhuurdersheffing zo weinig mogelijk doorberekenen aan hun klanten. Daarmee blijft onze maatschappelijke prestatie in de vorm van betaalbaarheid, zoveel mogelijk in stand. Onze ambitie ten aanzien van betaalbaarheid hebben we vertaald in: • Het huurprijsbeleid • Aandacht voor kwetsbare inkomensgroepen • Niveau bedrijfskosten In het kader van duurzaamheid (onderdeel van kwaliteit) streven we bovendien naar een reductie van het gemiddeld feitelijk energiegebruik in de woningen. Resultaten collectief, kwetsbare inkomensgroepen: De Eindhovense corporaties maken in 2014 geen gebruik van de mogelijkheid om hoge inkomens een extra huurverhoging op te leggen (zie subthema huurbeleid). Wij zijn ons er echter wel van bewust dat er grote verschillen bestaan in de woonquotes van verschillende huishoudens. Die verschillen worden niet zozeer veroorzaakt door huurprijs (en de huurtoeslag) maar vooral door het netto-inkomen en de bijkomende (energie)kosten. Twee typen huishoudens hebben relatief hoge woonquotes: eenoudergezinnen en ouderen zonder een (ten opzichte van de AOW) aanvullend pensioen. Uiteraard profiteren zij van ons streven naar huurmatiging (zie subthema huurbeleid) en van de verbetering van de energielabels in de bestaande voorraad. Maar wij zetten ons in om het effect van dit algemene beleid voor deze doelgroepen te vergroten. • In het kader van duurzaamheid (onderdeel van kwaliteit) streven we naar een reductie van het gemiddeld feitelijk energiegebruik in de woningen. In het kader van betaalbaarheid zullen we de genoemde groepen met hoge woonquotes, daarbij actief benaderen. • We erkennen dat verhuizen naar een woning met een lagere huurprijs geen oplossing is voor het vraagstuk van de eenoudergezinnen. Voor de groep van ouderen zonder aanvullend pensioen kan een verhuizing naar een kleinere woning wel een oplossing bieden. We hebben de indruk dat die mogelijkheid voldoende bekend is, maar onderzoeken welke belemmeringen bestaan voor het gebruik van deze oplossing1. • We zullen, samen met de gemeente, zorgen voor een betere bewustwording bij de genoemde groepen van de bestaande regelingen voor reductie van de woonkosten (huurtoeslag, heffingskortingen of kwijtscheldingsregelingen). • In 2014 wordt het nieuwe sociaal beleid (WijEindhoven) in de hele stad uitgerold. Wij zorgen voor een goede aansluiting van de generalistenteams per wijk op de dienstverlening van de medewerkers van de corporaties, in de gevallen waarin de financiële positie, in het bijzonder de woonkosten, onderdeel uitmaakt van de problematiek van het huishouden. 1
Met als reeds bekende voorbeelden de harmonisatie van de huur in één keer bij mutatie, of de ruimtelijke spreiding van woningen met een bescheiden huur Pagina 18 van 34
Resultaten individueel
Gemeente: n.v.t.
Woonbedrijf: Energiebesparende maatregelen als individuele verbetering: ongeacht de aanpak op complexniveau door Woonbedrijf kunnen individuele bewoners de afweging maken hun eigen kosten te beperken door een slimme afweging van de kosten van verbetering versus de besparing op de energiekosten. Inzet van klimateams gericht op voorlichting en verandering van gedrag om de kosten van energiegebruik te verminderen. Hiermee worden vooral de groepen bereikt die niet van nature bij duurzaamheid zijn betrokken. Differentiatie van de huurprijsverhoging op grond van de prijs-kwaliteit verhouding met matiging van de prijs(verhoging) van de relatief dure woningen. Constructieve opstelling bij de minnelijke schikking in het kader sanering van schulden door de gemeente ter voorkoming van huisuitzettingen.
‘thuis: Bij onderhoudsprojecten bewustwording en voorlichting aan bewoners over energiebesparend gedrag en info over bestaande regelingen voor reductie van woonkosten. Hiermee worden vooral de groepen bereikt die niet van nature bij duurzaamheid zijn betrokken. Wooninc.: Wooninc. streeft ernaar om 700 mutaties te realiseren. Dit met inzet van medewerkers als wooncoach die huurders begeleiden bij het vinden van passende andere woonruimte. In individuele gevallen kan sprake zijn van “ïngroeihuren”. Wij blijven alert op huurders met betalingsproblemen. Wooninc. blijft streven om het aantal uitzettingen (van veelal kwetsbare inkomensgroepen) te minimaliseren door het sturen op het treffen van (financiële) regelingen, de inzet van partners en strikte afspraken met de deurwaarders. Het aantal uitzettingen is in 2014 geprognotiseerd op 15. (20 in 2013). Vermindering c.q. beperking van de totale woonlasten door het sturen op betaalbaar houden van servicekosten door inzet van vrijwilligers en zelfwerkzaamheid in de Wooninc.Plusgebouwen en het investeren in energiebesparende maatregelen, zoals bijvoorbeeld investeren in zonnepanelen, Hr-ketels, dubbel glas en naisolatie. Daarnaast houden wij de consumptieprijzen van onze Wooninc.Plusgebouwen bewust laag, om bewoners in staat deel te nemen aan activiteiten. In 2014 worden deze prijzen niet verhoogd. In principe niet (grootschalig) overgaan tot sloop en nieuwbouw van woningen met een lage huurprijs waardoor deze behouden blijven voor huurders met een laag inkomen.
Pagina 19 van 34
Trudo: Trudo houdt brede intakes bij toegewezen urgenten en huishoudens die in het kader van sloop/nieuwbouw geherhuisvest dienen te worden. Onder beide groepen bevinden zich kwetsbare huishoudens. Behalve hun woonbehoefte wordt bij die brede intake in beeld gebracht hoe het huishouden ook op andere terreinen een steuntje in de rug geboden kan worden om vooruit te komen in het leven. Trudo neemt daarbij de rol als verbindingsofficier tussen klanten enerzijds en de overheid en de instellingen uit het maatschappelijk middenveld anderzijds. Indien er financiële problemen aan de orde zijn dan wordt het huishouden wegwijs gemaakt in bestaande regelingen. Indien mogelijk en gewenst helpen we klanten, via partners uit het maatschappelijk middenveld, naar een traject richting werk.
Vitalis:
• • •
Vitalis biedt aan haar (kwetsbare) ouderen een totaalconcept aan (zgn. Vitalisconcept) van Zorg, Wonen en Welzijn. Vitalis heeft in 2013 hierin verdere samenwerking gezocht met het werken van zgn. zorgcirkels. Dit houdt in het kort in doordat zorginstellingen samenwerken in het organiseren van de nachtzorg én daarbij gebruik maken van toezichthoudende zorgdomotica, de kwaliteit van de zorg tijdens de nacht kan worden verhoogd. In het kader van leefbaarheid en ‘openstellen’ van de Vitalis locaties, is het zgn. Ankerpunten in de wijk geïntroduceerd. Het doel is samenwerking en het samen-wonen in de wijk aangenaam te maken voor jong en oud.
Pagina 20 van 34
Betaalbaarheid
Bedrijfskosten (trekker Marc) Ambitie Door de aanhoudende crisis is een betaalbare huurwoning voor steeds meer mensen noodzakelijk. Door de verhuurdersheffing moeten corporaties iedere euro twee keer om draaien. Betaalbaarheid krijgt daarbij, ten opzichte van beschikbaarheid en kwaliteit, steeds meer gewicht. De Eindhovense corporaties willen de verhuurdersheffing in beperkte mate doorberekenen aan hun klanten. Daarmee blijft onze maatschappelijke prestatie in de vorm van betaalbaarheid, zoveel mogelijk in stand. Onze ambitie ten aanzien van betaalbaarheid hebben we vertaald in: • • •
Het huurprijsbeleid Aandacht voor kwetsbare inkomensgroepen Niveau bedrijfskosten
In het kader van duurzaamheid (onderdeel van kwaliteit) streven we bovendien naar een reductie van het gemiddeld feitelijk energiegebruik in de woningen.
Resultaten collectief Alle corporaties hebben in 2013 ingegrepen in hun kostenstructuur. Personele ingrepen, aanscherping van inkoopbeleid, verbetering van ICT en rationalisering van onderhoudsprocessen hebben geleid tot verlaging van bedrijfs- en onderhoudskosten en hebben de ruimte voor verdere reductie in beeld gebracht. In 2014 zullen de corporaties laten zien dat zij de jaarlijkse huurverhoging tot het minimum noodzakelijke kunnen beperken. In 2014 realiseren wij de in onze begroting ingerekende kostenbesparingen, zoals navolgend omschreven: Resultaten individueel Gemeente: De gemeente is onderdeel van de bouwkolom en heeft invloed op bedrijfskosten. De gemeente spant zich in om een bijdrage te leveren aan een verlaging van de bedrijfskosten, o.a. door regeldruk te verminderen, de onnodige stapeling van eisen en kosten te voorkomen en procedures zo soepel mogelijk te laten verlopen. Woonbedrijf: Slim clusteren van werkzaamheden in het kader van planmatig onderhoud en geclusterde aanbesteding van contractonderhoud, draagt bij aan een reductie van de gemiddelde onderhoudskosten met € 200 per woning, per jaar. Verbetering van de informatiehuishouding leidt tot afname van de organisatiekosten. We hebben de norm voor de organisatiekosten (als percentage van de huuropbrengsten) met 2% verlaagd. Daarbij hebben we de sinds 2012 gerealiseerde besparingen geëxtrapoleerd, waardoor voor de jaren 2015 t/m 2018 een reductie van de organisatiekosten (in euro’s per woning, per jaar) met in totaal 10% is voorzien.
Pagina 21 van 34
‘thuis: Voor 2014 is voorzien in een daling van 4% t.o.v. het jaar 2013.
Wooninc.: De focus van Wooninc. blijft op kostenbeheersing. De netto-organisatiekosten (na verrekening bijdrage bewoners in servicekosten) zijn begroot op minder dan € 700 per verhuureenheid. Een verdere kostenreductie op de organisatiekosten is vooralsnog niet aan de orde; er is rekening gehouden met een loonstijging van 0% over de komende vier jaren, te realiseren door vernieuwing van het automatiseringssysteem, nog efficiënter te werken en aanpassing van het loongebouw. De overige bedrijfskosten zijn scherp begroot, maar toch verwachten wij dit en komende jaren een verdere reductie te bereiken door nog scherper in te kopen, door in onderhoud nog meer te werken in ketensamenwerking en verder te “ontdubbelen” in de relatie opdrachtgever / opdrachtnemer. Voor onderhoud is het bedrag per verhuureenheid voor de komende vier jaar vast en taakstellend € 875. Efficiënter werken, scherper inkopen, verlagen van de faalkosten en ontdubbelen moeten tenminste een eventuele prijsstijging goedmaken.
Trudo: Trudo zal niet op onderhoud bezuinigen. De heffingen worden betaald uit de besparingen als gevolg van afslanking van het werkapparaat en een besparing op rentelasten door het aflossen van vreemd vermogen. Verder zullen beoogde investeringen in het verduurzamen van de voorraad worden getemporiseerd en worden organisatiekosten kritisch tegen het licht gehouden.
Vitalis: Vitalis gaat naar een marktconforme kostenstructuur.
Pagina 22 van 34
Kwaliteit
Leefbaarheid (trekker Ingrid) Ambitie We erkennen onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een leefbare stad en leefbare wijken. Uitgangspunt is de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in een gebied. Het gaat ons om het realiseren van een voldoende basiskwaliteit en het zoveel mogelijk wegwerken van achterstanden (individueel en collectief). Centraal hierbij staat een gezamenlijke aanpak met een focus op de juiste doelen en een daarop afgestemde extra inzet van gemeente en partners. Onder druk van o.a. de verhuurdersheffing en bezuinigingen wordt door de corporaties en gemeente kritisch gekeken naar taken en uitgaven. Waar mogelijk moet beter en effectiever worden samengewerkt, om daarmee ook kosten te besparen. De gemeente en corporaties hebben een gezamenlijke aanpak hiervoor ontwikkeld. Informatie over de wijken wordt gezamenlijk geanalyseerd, de (verander)opgave wordt gezamenlijk bepaald en interventies worden gezamenlijk of in elk geval in onderlinge afstemming geprogrammeerd. Eind 2013 zijn de actiegebieden voor de periode 2015 t/m 2018 samen aangewezen. Ondertussen leiden de veranderingen in de zorg er vermoedelijk toe dat de druk op leefbaarheid en daarmee op de buurtbeheerfunctie toeneemt.
Resultaten collectief Nakomen afspraken Buurtcontracten 2014 We houden de leefbaarheid in wijken op peil. Monitoring op basis van de Buurtthermometer. We werken nauw samen in Wij Eindhoven. Voor de Actiegebieden 2015-2018 bepalen van de opgave en beoogd resultaat en afspraken maken over de gewenste inzet.
Resultaten individueel
Gemeente: Een aanwijzing als actiegebied staat voor gerichte inzet van partijen bovenop de inzet van reguliere middelen. Voor de actiegebieden 2013-2014 is deze inzet bepaald en vastgelegd in het buurtcontract 2014. De inzet van instrumenten per actiegebied verschilt. In het algemeen geldt dat de volgende instrumenten worden ingezet: • • • • •
subsidie en waardebonnen; inzet stadsdeelteam, wijkcoördinator en stadstoezicht door de gemeente; samenwerkingsafspraken met de corporaties, politie en andere professionele partners; inrichting van een steunpunt of buurtinfowinkel; buurtcontract.
Pagina 23 van 34
Woonbedrijf: Organisatie De organisatie van Woonbedrijf is afgestemd op het beheer van buurten en wijken. De medewerkers van de frontoffice zijn ingedeeld in gebiedsteams overeenkomstig de stadsdeelindeling van de gemeente. Daarbinnen zijn de teams opgesplitst naar buurtteams die het beheer verzorgen van meerdere buurten binnen de stadsdelen. In totaal zijn 8 buurtbeheerders, 19 senior-klantbeheerders en 2 coördinatoren gebiedsontwikkeling dagelijks actief in het sociaal beheer. Budget In 2014 beschikken deze medewerkers gezamenlijk over een budget van 2,5 miljoen euro (exclusief hun eigen personeelskosten). Dit budget is voor 55% gericht op mensen en voor 45% op fysieke zaken. Binnen dit budget zijn de volgende belangrijkste deelbudgetten te onderscheiden: Buurtbeheer (jaarlijks terugkerende beheeractiviteiten):
€ 730.000
Aanpak semi-openbare ruimte:
€ 350.000
Gebiedsgerichte interventies:
€ 230.000
Communityvorming:
€ 75.000
Buurtcultuurfonds (bewonersinitiatieven):
€615.000
Daar waar bijzondere fysieke activiteiten plaatsvinden in of rond de complexen van Woonbedrijf worden in het kader van deze aanpak regelmatig nevenactiviteiten georganiseerd gericht op samenwerking, medewerking, onderlinge contacten tussen de betrokken bewoners en feestelijke afronding. De kosten maken onderdeel uit van het project en varieert met de aard en duur van de projecten. Kwaliteit De uitgaven via het buurtcultuurfonds komen terecht bij initiatieven uit de wijk die, via de aanvraag, gekoppeld worden aan lokale culturele instellingen en inhoudelijk getoetst door het Prins Bernhard Fonds. De uitgaven die gericht zijn op interventies in de wijk worden beschreven volgens de landelijke format van ‘Wat werkt in de Wijk’, vergeleken met andere in de deze databank opgenomen interventies, en getoetst op hun effectiviteit. Partners Naar schatting wordt ongeveer 60% van de uitgaven direct beïnvloed door stakeholders. Belangrijkste instrumenten daarvoor zijn ‘de aanvraag’ (cultuurfonds) en afspraken over beheer en interventies in het kader van het gemeentelijke gebiedsgericht werken.
‘thuis: Inzet van acht buurtbeheerders. Houden toezicht op naleving leefregels. Sociaal beheer: tegengaan overlast en huisvesting bijzondere doelgroepen. Vijf sociaal beheerders die gebiedsgericht worden ingezet, leggen verbinding met andere professionals. Extra inzet in actiegebieden. Investeringen in sociaal beheer (en in onderhoud) gaan komende tijd wel omlaag. Totaal budget voor leefbaarheid in 2014 voor het totale woningbezit van ’thuis bedraagt: € 1.158.000 Dit is € 110 per woning. Dit is als volgt verdeeld: Pagina 24 van 34
Buurtbeheer
€ 224.000
Sociaal beheer
€ 280.000
Huurdersorganisatie en vrijwilligers
€ 115.000
Ondersteuning bewonersinitiatieven
€ 539.000
Wooninc.: Verbeteren van de sociale, maatschappelijke, fysieke en economische woon- en leefomgeving in wijken en buurten door inzet en participatie van bewonerscommissies. Daar waar geen sprake is van bewonerscommissies bewonersparticipatie stimuleren Met behulp van de inzet van in totaal 15 huismeesters/beheerders de leefbaarheid in stand houden en daar waar nodig verbeteren. Integratie, sociale samenhang en sociale controle en voorkoming van vereenzaming van zelfstandig wonende ouderen door het beheren (Jagershoef, de Buut, Buurtsalon Bakker vier) en participeren (Plein 1) in buurtontmoetingsruimtes en het beheer van de recreatieruimtes in onze 7 Eindhovense Wooninc.Plusgebouwen. De activiteiten in Wooninc.Plus-complexen zijn ook toegankelijk voor andere buurtbewoners. Eigen fonds voor activiteiten in de directe leefomgeving en het stimuleren van bewonersinitiatieven om hier gebruik van te naken. In het kader van sociaal beheer reageren op (buren)overlast. Dit met oog voor de eigen verantwoordelijkheid van huurders. Mede door inzet op het gebied van overlastteams, maar ook op individueel niveau waar met behulp van de juiste netwerkpartners de juiste acties kunnen worden ondernomen. Aandacht voor veiligheid door het houden van wijkschouwen, toepassen van maatregelen uit het Politiekeurmerk en het organiseren van workshops veiligheid in onze Wooninc.Plusgebouwen.
Trudo: Trudo maakt jaarlijks voor al haar complexen activiteitenoverzichten. Daarin geeft Trudo aan wat het in de buurt of het complex van plan is rondom de thema’s betaalbare huisvesting, woonondersteuning, interventies en leefbaarheid , slimmer investeren en sociale stijging. Op basis van die activiteitenoverzichten worden er prestatieafspraken gemaakt met de bewonersorganisaties. Onderdeel van die afspraken is dat de bewoners(organisaties) een beroep kunnen doen op het leefbaarheidsfonds . De uitvoering daarvan ligt voor 100% bij het Klantenplatform. In de stedelijke vernieuwingsbuurten plegen we door middel van interventies extra inzet. Die interventies zijn ook opgenomen in de activiteitenoverzichten. Op buurtniveau is er sprake van de inzet van buurtbeheerders. Pagina 25 van 34
Trudo onderzoekt periodiek de perceptie van zijn klanten met betrekking tot leefbaarheid.
Vitalis: Voorzieningen worden meer opengezet voor de omgeving. Inzet op kunst en cultuur in de complexen (is meer zorg-gerelateerd). Inzet op huismeesters, hebben ook bijvoorbeeld een rol als receptioniste. Veel wordt nu nog vanuit de zorg gefinancierd.
Pagina 26 van 34
Kwaliteit
Duurzaamheid (trekker Hilde) Ambitie De ambitie voor 2014 borduurt verder op de in 2013 ingeslagen weg: ‘Een groot deel van de creativiteit en ontwikkelkracht van onze toptechnologische regio is gericht op de enorme uitdaging van duurzaamheid. Daarbij bieden de hoge concentratie van technologie en onze cultuur van samenwerken – het coöperatieve DNA van Zuidoost Brabant – unieke kansen voor synergie. Voor onze samenwerking is echter nog veel belangrijker dat de toepassingen van nieuwe technologie in onze regio ten goede komen aan onze inwoners. Door onze bevolking met deze toepassingen vertrouwd te maken, krijgen ze eerder een plek in het dagelijks leven. Op die manier ontstaat een ‘living lab’, of een testmarkt voor vernieuwende producten.’ We laten ons hierbij leiden door 9 op ‘The Natural Step’ gebaseerde gezamenlijke strategische doelen en 3 vernieuwende deelthema’s: De Energiecoöperatie, Duurzaamheid in Nieuwbouw en Duurzaamheid in de Buurt. De ambitie is met name gekoppeld aan doelstellingen op het vlak van betaalbaarheid ( woonkosten) en kwaliteit ( verhuurbaarheid op termijn bij stijgende energiekosten). Resultaten collectief • • • • •
Energy-Roadmap Inzet energiebudgetten voor een kwaliteitsimpuls (Bijv. Stroomversnelling) Materialen/grondstoffenbank ontwikkelen (co-creatie met leveranciers, sloop- en bouwbedrijven) Draagvlak en bewustwording onder huurders en eigenaar-bewoners (oa. gezamenlijk platform duurzaamheid en Waanzinnige Woonwijk) Intensivering van aandacht voor natuur in de stad, biodiversiteit (Kansenkaart biodiversiteit en inzet Trefpunt Groen)
Resultaten individueel
Gemeente: • • • • • • • • • •
Verder met uitrol duurzaamheidstrainingen mbv TNS eigen organisatie Mede-opdrachtgever voor de Energy-Roadmap Handreiking voor lokale energiecoöperaties voor productie groene energie en onderzoek naar mogelijkheden inzet braakliggende gronden en gemeentelijke daken. Platform Duurzaamheid in co-creatie met, van en voor de stad aanbesteding slim verduurzamen gemeentelijke gebouwen inzet GBO om mbv TNS vraag naar duurzaamheid uit buurten op te halen en te stimuleren kansenkaart biodiversiteit lanceren intensief energiemanagement eigen organisatie slimme verduurzaming onderwijshuisvesting netwerk voor duurzame ondernemers opzetten. Pagina 27 van 34
Woonbedrijf: • • • • • •
Buurttransformator: uitvraag aan Brainport-partijen t.b.v. de verduurzaming Aireygebied doorzetten t.b.v. tweede buurt in Eindhoven. Gedacht wordt aan Woensel Noord, Woensel Zuid, Stratum of Tongelre. In Aireygebied realisatie PV, keuzepakketten. Mede-opdrachtgever voor de Energy-Roadmap. Realisatie 80 woningen Aireygebied, nog 62 (van de 74) woningen Tongelrese Akkers, Veld G Strijp S en TUE-campus. Ook twee torens Gestel bovenmatig duurzaam. ‘duurzaam samenleven’ verder uitwerken met Groene Huurders nieuwbouw Aireygebied. Bij herontwikkeling en nieuwbouw Van Riebeecklaan in Tongelre vergelijkbare werkwijze met 'groene huurders' onderzoeken. i.s.m. BMF 6 tot 8 klimateams. Bijdrage Waanzinnige Woonwijk in Hanevoet in Gestel. In periode 2013-2017 circa 5.000 woningen van laag energielabel naar minimaal label B brengen. Mogelijk aansluiten bij ‘Stroomversnelling’.
‘thuis: • • • • • • •
Verder invulling geven aan Energie Exploitatie Maatschappij voor exploitatie WKO installaties bij nieuwbouw Vredesplein e.o. (450 woningen; 337 individueel, 73 collectieve installatie). Evaluatie pilotprojecten zonnepanelen. TNS methode te gaan gebruiken om duurzaamheidsbeleid van ’thuis vorm te geven. Jaarlijkse monitoring energieverbruik alle woningen. In 360 won bestaand bezit energiebesparende maatregelen treffen als onderdeel verduurzamen bestaande voorraad ( 3000woningen in de periode 2012-2017) Vergaande renovatiepilot 10 IBC-woningen i.s.m. ENWIB. Oplevering 112 appartementen. Verbetering van G / F naar gemiddeld energielabel B.
Wooninc.: • • • • •
Aanbieden plaatsen pv cellen op bestaande daken bij grondgebonden woningen. Tijdens grootonderhoud totaal 224 woningen in uitvoering naar label B Plaatsen collectieve pv cellen voor vermindering woonlasten 2 systemen , totaal +/- 200 woningen. PVE nieuwbouw voorziet in hergebruik materialen. Bestaande HWA systemen aansluiten op het gescheiden systeem tijdens rioolvernieuwing in de straat.
Trudo: •
•
Vredeoord. Voor Vredeoord is in 2013 een (concept) stedenbouwkundig plan gemaakt. Daarin is bij het landschappelijk kader rekening gehouden met een verantwoorde waterhuishouding, waarbij het water via een wadi in de bodem infiltreert. De hoeveelheid aan te brengen verharding is geminimaliseerd en er wordt veel groen met bomen aangelegd. Daarmee wordt aandacht gegeven aan de reductie van fijnstof. Het stedenbouwkundig plan wordt in 2014 verder uitgewerkt in een globaal bestemmingsplan. Vervolgens wordt een uitwerkingsplan gemaakt voor fase 1, waarin onder meer getracht wordt om (zelf)bouw van duurzame koopwoningen te stimuleren. Goedkope nieuwbouwconcepten. Het dilemma van duurzaam bouwen is dat het product duurder wordt om te bouwen, terwijl de markt vraagt om goedkopere woningen. De opgave is dus om duurzaam en fors goedkoper te bouwen. Volker Wessels heeft een nieuwe woning ontwikkeld als opvolger voor de Volker Wessels pluswoning. Deze woning moet een oplossing bieden voor dit dilemma en is redelijk revolutionair, nieuw concept. Trudo gaat samen met Volker Wessels de eerste tien woningen bouwen in Nederland. In 2014 starten Pagina 28 van 34
•
we de planontwikkeling voor één bouwlokatie. Zonnepanelen. In 2013 hebben we huurders een aanbod gedaan om tegen een huurverhoging zonnepanelen te laten plaatsen. In 2014 gaan we proberen hier een vervolg aan te geven. Eventueel betrekken we ook slimme kopers in het aanbod.
Vitalis: • • • • • •
Onderzoek mogelijkheden voor: restwarmte Tongelreep voor locatie Wissehage/Kortonjo en ’t Lint, restwarmte TUe voor locatie Peppelrode en warmtenet naar Brunswijck. Bij alle nieuwbouwprojecten en renovaties haalbaarheid onderzoeken van PV-cellen. Standaard in PvE. Nader onderzoek uitvoering PV-cellen daken Parc Gender. Afronden nieuw PVE nieuwbouw met aandacht voor duurzaamheid en vertaling naar LTHP. Bewust maken bewoners van energiegebruik en zelf te nemen maatregelen (LED/verwarming /ed). Uitleg wordt gegeven aan bewoners en gebruikers van de diversen locaties door Vitalis middels nieuwsbrieven / bijeenkomsten en andere media. Bij renovaties wordt bekeken hoe we de energielabels een klasse (of meer) kunnen verbeteren. (voor 2014 projecten in voorbereiding, geen uitvoering) Inventarisatie duurzaamheid hele bezit door ZRI. Eind 2014 prioriteitenlijst van maatregelen.
Pagina 29 van 34
Kwaliteit
Maatschappelijk Vastgoed (trekker Ingrid) Ambitie In de stad streven we op gebiedsniveau een optimale mix van voorzieningen na en willen we maatschappelijk vastgoed gericht inzetten. In 2012 is daarom een start gemaakt met het doorlichten van het aanbod van maatschappelijk vastgoed in relatie tot de ruimtevraag om daarmee een beeld te krijgen een mogelijke mismatch tussen vraag en aanbod. Het gaat dan niet alleen om het vastgoed dat de gemeente in bezit heeft maar ook om vastgoed van andere partijen in de stad. De verwachting is dat een betere afstemming tussen vraag en aanbod kan leiden tot een maatschappelijk en economisch (minder accommodaties) meer verantwoorde inzet van het beschikbare maatschappelijk vastgoed in de stad. De weg die we binnen dit traject gezamenlijk met de partners en de burgers bewandelen is nieuw. Voorheen nam de gemeente de volledige regie. De huidige dynamiek rondom de maatschappelijke opgave vraagt een andere aanpak; er is meer flexibiliteit nodig en de burgers en partners willen steeds meer eigen verantwoordelijkheid nemen. Bij deze behoeften werken geen strakke kaders en lange termijnplanningen. Het snel kunnen zetten van kleine stappen past beter bij de huidige dynamiek. Resultaten collectief Voor 2014 spreken we af dat de corporaties actief participeren in de gebiedsverkenningen en dat we samenwerken in het zoeken van een oplossing in situaties waar een mismatch tussen vraag en aanbod wordt geconstateerd.
Resultaten individueel Gemeente: tekst komt via Michiel Oomen, Vastgoed gemeente Woonbedrijf: Woonbedrijf beheert ruim 50 objecten (panden, woningen, gebouwdelen) die kunnen worden aangemerkt als onroerend goed met een maatschappelijk karakter. Hierbinnen kunnen de volgende categorieën worden onderscheiden: 1. Verhuur van (commercieel) onroerend goed aan instellingen of bedrijven met een maatschappelijk karakter. Voorbeelden hiervan zijn gebruikers als Korein, de Bilbliotheek, sportbedrijf De Karpen, Lumens; Dit is de grootste categorie. 2. Verhuur en gebruik van onroerend goed door instellingen of bedrijven in het kader van het afstemmen van hun dienstverlening op de bewoners in de buurten en wijken. Voorbeelden hiervan zijn de uitvalsbasis-woningen van GGzE, de Inloper in Philipsdorp, steunpunten van Lunet. 3. Verhuur of gebruik van onroerend goed door bewoners of bijzondere gebruikers in de buurt of wijk. Voorbeelden hiervan zijn Bakske Doen (Geestenberg), het Hoofdkwartier in Drents Dorp, de soos in de Andromeda, infowinkels van bewonersorganisaties en misschien ook nog wel Flipside. Voor de categorieën 1 en 2 dat Woonbedrijf hier optreedt als verhuurder van onroerend goed, de dienstverlening geleverd wordt door een andere partij (met uitzondering natuurlijk voor de situaties waarin het Pagina 30 van 34
om de dienstverlening gaat van Woonbedrijf zélf) en er gebruik wordt gemaakt van de diverse mogelijkheden en spreiding van het totale aanbod van onroerend goed van Woonbedrijf. Bijkomend voordeel daarbij is dat het onroerend goed van Woonbedrijf juist dicht staat bij de huisvesting van kwetsbare groepen en huishoudens. Voor categorie 3 geldt dat Woonbedrijf hier initiatieven (mee) stimuleert - beschikbaarheid - en faciliteert mee financieel mogelijk maakt - . Méér dan bij de eerste twee categorieën is hier sprake van een financiële bijdrage in de dienstverlening door bijvoorbeeld matiging van de huurprijs. In 2014 zal Woonbedrijf het onroerend goed categoriseren naar de DAEB en niet-DAEB richtlijnen van het Ministerie en zich buigen over de toekomst bij Woonbedrijf van het niet-DAEBbezit. In 2014 zal Woonbedrijf zich oriënteren op de (leegstands)risico’s in haar portefeuille als gevolg van de veranderingen in de organisatie van de zorg en de reactie daarop van zorg- en welzijnverlenende instellingen. In deze oriëntatie zal Woonbedrijf zich mede richten op de (inrichting van) het gemeentelijke beleid. Met het oog op de onzekere toekomst verwacht Woonbedrijf terughoudend om te gaan met uitbreiding van de categorieën 1 en 2. In 2014 zal Woonbedrijf haar aanpak rond de initiatieven van bewoners (eigen verantwoordelijkheid) continueren. In 2014 zal Woonbedrijf de mogelijkheden blijven onderzoeken van vrijkomend (maatschappelijk) vastgoed voor aanwending voor haar kerntaken (DAEB-activiteiten), vergelijkbaar met de reeds lopende initiatieven voor het huisvesten van oudere migranten, moelanders en studenten.
‘thuis: ’thuis beschikt in zeer beperkte mate over vastgoedobjecten, die kunnen worden aangemerkt als onroerend goed met een maatschappelijk karakter. Veelal betreft het de categorie van tijdelijk gebruik door bewoners of buurtorganisaties met het oog op herstructureringsprojecten of wijkactiviteiten. Daar waar nodig wordt dit beleid in 2014 gecontinueerd. Wooninc.: Wooninc. is eigenaar van divers maatschappelijk vastgoed, waaronder: buurtcentra, scholen, gezondheidscentra, scoutinggebouw, ontmoetingsruimten etc. Waar nodig en mogelijk en waar anderen dat nalaten investeert Wooninc. ook in 2014 in kleinschalige basisvoorzieningen in buurten en wijken waar Wooninc. bezit heeft en die bijdragen aan de sociale en economische ontwikkeling van mensen en die ervoor zorgen dat zij daar veilig en prettig kunnen (blijven) wonen. In het kader van een efficiëntere en effectievere inzet van buurtontmoeting in Eindhoven stelt Wooninc. haar recreatieruimtes in de Wooninc. Plusgebouwen voor de buurt open voor deelname aan en organisatie van activiteiten. Trudo: Trudo wil betrokken zijn bij het optimaliseren van vraag en aanbod van maatschappelijk vastgoed in de Kruidenbuurt, Woensel-West en de Bennekel.
Vitalis: Pagina 31 van 34
Ankerpunten in de wijk Ankerpunt voor de wijk is een initiatief van Vitalis om door samenwerking het samen-wonen in de wijk aangenaam te maken voor jong en oud. Bijzondere projecten hierin zijn: • Vitalis Vonderhof. Geheugensteuntje; voor mensen met beginnende geheugenproblemen en dementie. Er zijn gespreksgroepen, themabijeenkomsten, hulpmiddelen, spellen, folders en boeken. Voor mantelzorgers, partners, familieleden, kind of buren met dementie kan men anderen ontmoeten. • Bewoners in Vitalis Wilgenhof en Vitalis Residentie Wilgenhof kunnen voortaan bij het Informatiecentrum in Vitalis Wilgenhof aan de Gasthuisstraat in Eindhoven terecht voor vragen over zorg- en huurtoeslag. Advies WMO, hulp bij aanvragen, invullen van formulieren, vragen over eigen bijdrage CAK, vragen over ziektekostenverzekeringen of hulp bij invullen van belastingformulieren.Te zijner tijd worden ook de oudere wijkbewoners uitgenodigd voor als zij vragen of hulp nodig hebben. Het Informatiecentrum in Vitalis Wilgenhof is geopend op iedere woensdag van 10.00 uur tot 12.00 uur. Dit is vrijblijvend en kan zonder afspraak. • Vitalis Vonderhof. De Literaire Salon is een ontmoetingsplaats voor lezers én schrijvers, voor voordrachtskunstenaars én bewonderaars, kortom: voor literatuurliefhebbers. Iedereen is welkom: bewoners, buurtbewoners, personeel en familie. De Literaire Salon gaat van start in het kader van het project met gevelteksten. Via dit project wordt de verbinding tussen Vonderhof en de buurt zichtbaar gemaakt. De gedichten die we lezen en bespreken in de Literaire Salon zullen daarom gaan over verbinding, wonen, wijk en buren. Deelname buurtruimte 040. Overig: Woensel: De Horst/Kronehoef: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Peppelrode: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Brunswijck: eetpunt, sociale en culturele activiteiten Strijp/Gestel: Engelsbergen: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Vonderhof: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Theresia: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Stratum: Wissehaege: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Kortonjo: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Wilgenhof: eetpunt, sociale en culturele activiteiten. Berckelhof: eetpunt, sociale en culturele activiteiten.
Pagina 32 van 34
Kwaliteit
Inclusieve wijk (trekker Lenie) Ambitie De ambitie van de gemeente Eindhoven is om toe te werken naar ‘inclusieve wijken’. Wijken waarin de basisvoorzieningen fysiek en sociaal op orde zijn. Dit betekent: •
dat er voldoende geschikte woningen zijn
•
dat de openbare ruimte bereikbaar en toegankelijk is zodat deze uitnodigt tot ontmoeting en meedoen
•
dat de voorzieningen voor iedereen, ongeacht eventuele fysieke, geestelijke en/of psychische beperkingen, toegankelijk zijn.
Het gedachtegoed WIJeindhoven is daarbij richtinggevend voor de inrichting van de stad. In deze visie staat centraal dat de basisvoorzieningen (de nulde lijn) op orde moeten zijn. Een inclusieve stad zorgt ervoor dat mensen minder een beroep gaan doen op professionele ondersteuning in de eerste en tweede lijn. En bovendien dat er ‘normalisatie’ plaatsvindt in plaats van ‘verbijzondering’ (mede gezien het wederkerigheiddenken van belang). De gemeente wil samen met de corporaties, die als basistaak het bouwen, beheren en verhuren betaalbare woningen en ondernemen van activiteiten om de leefbaarheid te verbeteren in de buurten waar hun woningen staan hebben, verder invulling gaan geven aan de inclusieve wijk. Ontwikkelingen Er zijn veel ontwikkelingen gaande op het terrein van wonen-welzijn-zorg. Denk aan de decentralisatie van de AWBZ/Wmo 2015. Taken die voorheen bij het Rijk lagen komen naar de gemeente. Een ontwikkeling die direct zijn weerslag heeft op de fysieke omgeving is de extramuralisering van de zorg, het scheiden van wonen en zorg. Steeds minder inwoners komen in aanmerking voor een verblijf in bijvoorbeeld een verpleeghuis of GGZ-instelling. Dit betekent dat steeds meer mensen die voorheen in een intramurale voorziening woonden, nu in de wijken blijven wonen. Dit heeft grote gevolgen voor zowel de fysieke als sociale kant van wonen, voor huisvesting en het (samen) leven en de leefbaarheid in wijken. Is de huidige woningvoorraad voldoende en geschikt voor deze inwoners (denk aan toenemende groep ouderen, gehandicapten, mensen met een GGZ-achtergrond). Hoe garanderen we de leefbaarheid in de wijken? En wat is hiervoor nodig, zowel vanuit de gemeente, vanuit de zorginstellingen en vanuit de corporaties?
Pagina 33 van 34
In een advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur2 aan minister Blok (Wonen) over de gevolgen van de hervormingen van de langdurige zorg voor de woningmarkt, de governance en voor de ruimtelijke patronen signaleert de raad de volgende knelpunten: •
er is een toenemend verschil, zowel kwantitatief als kwalitatief, op de woningmarkt ontstaan tussen vraag en aanbod van ‘wonen met zorg’, ‘wonen met diensten’ en andere geschikte woningen voor mensen met beperkingen;
•
een lokale inventarisatie van de woning- en voorzieningenbehoefte is nodig; daarna kan naar oplossingen worden gezocht;
•
coalities, van bijvoorbeeld woningcorporaties, zorginstellingen en welzijnaanbieders, die voor mensen met een zorgvraag de domeinen wonen, zorg en welzijn verbinden, moeten worden gekoesterd en gestimuleerd. Er is focus nodig op de langere termijn om de gedeelde opgave voor het woon- , zorg en welzijnsdomein te realiseren.
Resultaten collectief •
In 2013 is de afname van intramurale capaciteit berekend. Deze afname van 1.000 personen is niet één op één te vertalen in nieuwbouwprogrammas (onder de oude situatie zouden deze mensen intramuraal gehuisvest zijn; nu blijven zij ‘thuiswonen’). Labeling van geschikte bestaande woningvoorraad,voorkeursbehandeling bij woonruimteverhuur, aanpassing bestaande (huur)woningen (voortzetting opplusprogramma) behoren tot de mogelijkheden. De afname zal in de tijd geleidelijk gaan. Daarom is het wenselijk een platform in te richten van zorginstellingen, zorgverzekeraar CZ, woningcorporaties en gemeente met als doel enerzijds informatie-uitwisseling en anderzijds afstemmen en vormgeven van een gezamenlijke visie en uitwerking over hoe om te gaan met het scheiden wonen en zorg en ontwikkelingen binnen de Wmo 2015. Mogelijk kunnen hier innovatiepartijen bij aan sluiten (TU/e/Designacademy, TNO) vanuit verwachtte winst voor iedereen als er meer ‘woningen van de toekomst’ komen. In het eerste kwartaal van 2014 wordt per wijk geïnventariseerd wat de woningvoorraad aan geschikte woningen is en of deze ook nog geschikt is voor de toekomstige vraag. Daartoe wordt aan de hand van criteria een beter inzicht verkregen in het bestaande geschikte woningbestand. Vanuit de projectleider sociale basis (onderdeel van programmasturing sociaal domein) wordt verdere afstemming gezocht met de corporaties om de inclusieve wijk/stad verder uit te werken.
•
•
2
Advies Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (i.s.m. WRR), 15 januari 2014. ‘Langer zelfstandig, een gedeelde opgave van wonen, zorg en welzijn.
Pagina 34 van 34