Preek van 1 februari 2015, Zondag van het werelddiaconaat gehouden in De Morgenster in Papendrecht door Piet van Die
NIET ONDER DE DUIM Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen. (Kolossenzen 2,14) De postbode Er zijn mensen die dagelijks met vrees en beven de postbode zien komen. Ze vrezen niet de postbode zelf, maar de mogelijke rekeningen die hij door hun brievenbus zal stoppen. Die kunnen ze niet of nauwelijks betalen. Ze leven constant in de zorg: zal het deze maand weer lukken? Ze komen eigenlijk altijd tekort. En ze voelen zich dan ook tekortschieten. Ze rekenen en rekenen, maar onder de streep komen ze altijd negatief uit. Maar behalve van rekeningen op de deurmat kun je ook last hebben van rekeningen in je hoofd. Je plust en mint over je leven, maar ergens onder de streep kom je altijd negatief uit. Doe ik wel genoeg voor mijn kinderen? Eigenlijk moet ik wat meer aandacht besteden aan een vriend. Ik móet dat diploma halen. Je legt misschien zelf de lat hoog. Maar dan zijn er ook nog de verwachtingspatronen van anderen. Van de maatschappij bijvoorbeeld. We moeten ‘participatiesamenleving’ worden. Dat betekent dat je meer voor elkaar moet doen. Maar hoe moet dat als je al mantelzorger bent en het groeit je al boven het hoofd? Je moet de mensen niet de kost geven die in het huishoudboekje van hun geest elke maand negatief uitkomen. Ze leven in een permanente staat van schuldgevoel. Rekeningen van het geloof En wat te denken van het geloof? Het zou een bron van bevrijding moeten zijn. Maar in de praktijk is het vaak een poel van schuldgevoel. Je doet het nooit goed genoeg, lijkt het wel. Je zou wat meer aan geloof en kerk moeten doen, vind je. Maar van wie? Van jezelf, van God of van je opvoeding? Het is zo lastig uit elkaar te houden. Maar het is een ongeschreven rekening die in je hoofd kan spoken. 1
Je kunt jaloers worden op anderen die zo voorbeeldig gelovig zijn. Ze leven een geloof met vreugde en overgave. Dat zou je ook wel willen hebben. Maar ja, onder de streep…? Denk nu niet: dat komt in onze tijd nauwelijks meer voor. Er zijn legers mensen die altijd in de weer zijn voor anderen, maar ook altijd het gevoel hebben dat ze het niet goed doen. Ze leven met alles en iedereen mee. Ze trekken zich al het leed in de wereld aan. Maar in de kerk voelen ze zich nog als eerste aangesproken als er een oproep wordt gedaan om meer te doen. Elk onheilsbericht via het journaal is als een rekening die bij hen zelf bezorgd wordt. Maar wie meeleeft met de hele wereld, heeft geen leven meer. Je leeft dan in een permanente staat van tekortschieten. Eisen en voorschriften in Kolosse In de gemeente van Kolosse was een aantal nieuwe betaalrekeningen geopend. De christenen daar vormden in principe een voorbeeldgemeente. De boodschap van het evangelie was er aangeslagen. Het was er een ongehoord bevrijdende kracht gebleken. En waar Paulus vooral zo trots op was: het was een gemeente waar liefde de toon zette. Nee, Paulus kon tevreden zijn. Nou ja: tevreden? Toch niet helemaal. Langzaam maar zeker leken toch weer regeltjes in het spiritueel leven van de christenen in Kolosse te sluipen: dit niet doen en dat niet doen. Waar het precies om ging, weten we niet zeker. De brief waarmee wij het moeten doen is toch een soort telefoongesprek: je hoort alleen de stem aan deze kant van de lijn. Je moet dus maar raden wie en hoe de ander aan de andere kant is. Maar zeker is dat de regeltjes gingen over wat je wel en niet mocht eten en drinken. En er ontstonden ook weer allerlei voorschriften over het houden van religieuze dagen en tijden. Hoe dan ook: het geloof werd weer ingesponnen in een web van statuten en bepalingen. Daarnaast waren er ook nog eens gelovigen die golden als superchristenen. Ze cijferden zich weg in naastenliefde, waren spiritueel gevoelig, deden bijzonder religieuze ervaringen op. Mooi als je zulke mensen in je midden hebt! Maar deze supergelovigen waren postbodes met hoge rekeningen in hun tas, want hun houding was: zoals wij zijn, moeten ook jullie worden. Maar dat waren rekeningen die anderen niet konden betalen.
2
‘Voldaan’ Kortom, van het geloof werd weer economie gemaakt. Economie: het stelsel van voor wat hoort wat. Niets voor niets. Maar de kern van het evangelie is nu juist een boodschap die gratis is. Niet goedkoop, wel gratis. Het is een rebelse boodschap die letterlijk óntregelt. Het draait in het geloof niet om eisen en plichten, maar om een mens: Jezus. En het bijzondere van deze mens is, aldus Paulus, dat de volheid van Gods liefde in deze mens was. En deze mens is het hoofd van zijn gemeente. En daarom woont Gods liefde ook in de gemeente. Want denk aan een lichaam met een brein: via het brein wordt het lichaam bezield en bestuurd. Zo vormen christenen samen het lichaam van de kerk dat bezield en bestuurd wordt – nee, niet door regels van dit niet doen en dat niet doen, maar: door Jezus die het hoofd is. En waar zijn Geest, daar is vrijheid. En dan komt Paulus al schrijvend uit bij een prachtig beeld. God heeft in Jezus een document met alle voorschriften en eisen uitgewist en vernietigd. Hij heeft de rekeningen die de religieuze postbodes verspreiden gespijkerd aan het kruis. ‘Voldaan’ staat er op te lezen. Het kruis is het teken dat alles is betaald. Dat is een ongehoorde boodschap. Ongehoord, omdat er geen leven kan bestaan zonder regels. Geen leven komt ooit uit onder de economie van ‘voor wat hoort wat’ en ‘niets voor niets’. Maar het evangelie schuift die regels en die economie op het tweede plan en zet iets anders op de eerste plaats: het heeft een boodschap aan mensen. En die boodschap is: als je mag leven onder dat bezielend hoofd, laat niets je dan weer onder de duim krijgen. Onder de duim – dat is alles wat je neerdrukt, wat je vrijheid en vreugde eronder houdt. Onder de duim? Wat houdt jou onder de duim? Misschien is het wel je eigen verantwoordelijkheidsgevoel. Met verantwoordelijkheidsgevoel is natuurlijk niks mis. Goeie zaak! Maar het kan ook de weegschaal van je leven behoorlijk uit evenwicht brengen. Dan ligt er op het schaaltje draaglast teveel en op het schaaltje draagkracht te weinig. En natuurlijk, soms zijn er van die perioden in een mensenleven dat je tijdelijk meer moet geven dan je ontvangt. Maar het kan ook teveel worden. Veel mantelzorgers lopen ongemerkt in die fuik. En als je te laat je grenzen aangeeft, wordt het steeds moeilijker om het alsnog te doen. Je faalt voor je gevoel. Maar het is je eigen verantwoordelijkheidsgevoel dat je te 3
lang onder duim hield. Dan heb jij geen verantwoordelijkheidsgevoel, het verantwoordelijkheidsgevoel heeft jou. Wat houdt jou onder de duim? Misschien is het wel een verslaving. Je drinkt teveel. Je blowt teveel. Diep van binnen weet je het zelf. Elke keer probeer je er iets aan te doen. Maar je komt maar niet uit de cirkel van zelfverwijt en verdoving. Je probeert de cirkel aan te ontsnappen, maar als het je niet lukt is de zucht naar verdoving weer groter, waardoor je zelf verwijt weer toeneemt, waardoor…afijn ga zo maar even door. Wat houdt jou onder de duim? Misschien is het je werkwoede. Je stort je in van alles en nog wat. Je kunt niet stoppen. Door je eigen perfectionisme dat je opjaagt. Maar misschien wordt al die werkwoede ook wel aangejaagd door angst voor prestigeverlies. Of door je eigen hart dat je aanklaagt en dat op je beurt weer onder de duim wilt houden. In welke rekening zit jij gevangen? Tegoed In de hoofden van de meesten van ons zit een postbode die dagelijks rekeningen brengt of eisen op de deurmat schuift: je moet hier aan voldoen, daar aan voldoen. Zet voor de lol eens op papier wat die innerlijke postbode aan boodschappen bij je binnen brengt. ‘Ik moet van mezelf…’ ‘Er wordt van mij verwacht dat…’ Maar bedenk dan eens: dat lijstje heeft God genageld aan het kruis. En er staat op: voldaan. Het mag niet meer tussen ons en het volle leven staan. Er staat maar één ding tussen ons en het volle leven, en dat is geen ding maar een iemand: Jezus. En hij heeft geen boodschap aan regels, maar aan mensen. Waar hij is leren mensen op te ademen, vrijer te leven. Maar ja, de praktijk… Geen leven zonder regels. Geen geloof zonder opdracht. Dat maakt het zo moeilijk. Waar begint je vrijheid en waar lever je die ongemerkt weer in? Vandaag is het werelddiaconaatzondag. Dat betekent: we staan stil bij de taak die de kerk heeft ten opzichte van hen die onze materiële hulp nodig hebben. Onmisbaar. Maar het diaconaal werk wordt ook zo snel getrokken in de sfeer van: het moet. En zo zit het ook al snel in ons eigen hoofd. Maar dan wordt diaconaat een vreugdeloze verplichting. Iets dat je doet uit schuldgevoel, vanuit het besef van tekortschieten. Want je doet voor je gevoel nooit genoeg.
4
Maar Paulus wil zijn gemeente leren om nu eens niet te leven uit een tekort, maar uit een tegoed - het tegoed aan vrijheid en liefde. Wie leeft uit een tegoed heeft iets over om van te delen. Geestelijk, maar als je het zelf goed hebt ook materieel. Laten we zo delen en dienen voor een wereld die nieuw wordt. Dan worden we zelf brieven, niet met eisen, maar met een boodschap aan mensen.
5