Preek 10: Galaten 4: 21-31: “Hagar en Sara: slaaf en vrije”. Orde van dienst: Votum en zegengroet Liedboek 465: 1, 5 Wet E&R 52: “Welzalig de man, die niet wandelt”. (Piano) Gebed Voor de kinderen: Abraham. GK 3 Lezen: Genesis 21: 1-21 Galaten 4: 21-31 Psalm 105: 1, 4, 5 Tekst: Galaten 4: 31 Preek Psalm 72: 1, 2, 3 Gebed Collecten Lied van Sela: “Heer, wijs mij uw weg”. (Opw. 687) Zegen. --------------Bij de preek: Al voor de zomer ben ik begonnen aan deze serie preken over de brief van Paulus aan de Galaten. Omdat het gewoon een erg mooie brief is, waarin de diepste snaren van het evangelie worden beroerd. Maar ook omdat deze brief niet alleen ons, maar ook moslims aan mag spreken. En kan helpen in ons gesprek met moslims. Juist in onze dagen gaat het vaak over de Islam en kun je zomaar met moslims in gesprek raken. Ze wonen vlakbij. In onze tekst komt de leer van Mohammed, de Islam en Koran, (via een omweg) nu meer in beeld. Het gaat namelijk over Abraham en zijn twee zonen. Over Ismaël en Izaak. Over hun moeders Hagar en Sarah. Het joodse volk stamt af van Izaak en Moslims zien zichzelf als nageslacht van Ismaël. Belangrijker is, dat deze zonen ook staan voor een manier van geloven: je ben vrij kind van God of een slaaf van de wet. En daarmee zijn we weer bij het hart van de brief van Paulus aan de christenen in Galatië. En bij het hart van God. Gezegende zondag, Ds. A.A. Kramer. Voor de wet: In de Bijbel wordt ‘geloven’ omschreven als ‘wandelen met God’. Het is een weg. Met God maak je dus geen pas op de plaats, je staat niet stil, maar je wandelt. Je bewandelt een weg. Je gaat vooruit. Van buiten af kijken mensen er soms wel zo tegen aan: ‘Geloven is stilstand’. En soms is het voor mensen zelfs achteruitgang. Ouderwets. Van vroeger. Een modern weldenkend mens gelooft niet meer in God. In de Bijbel is geloven wandelen. Een weg. op weg naar een nieuwe toekomst. Stilstaan is geen optie. Ieder uur, iedere dag, gaan we verder. Je staat op en je slaat de weg in naar zijn Koninkrijk. Je leven wordt een trektocht. Het evangelie is dus geen tijdloos idee. Maar gaat over het handelen van God en over beloften van God in onze geschiedenis. Een geschiedenis, die uit gaat monden in het Koninkrijk van God. Je bent als christen dus heel vooruitstrevend. Dat staat heel mooi in Psalm 119: 1-3: “….”.
De wet is een weg. Wijst de richting aan van Gods Koninkrijk. Een nieuw paradijs. Een wereld waar niemand meer kwaad doet. Vol vrijheid en liefde. En wie wil dat niet? Iemand zei het een keer zo: “Als je die oude wet hoort, dan adem je paradijslucht in”. ------------------Voor de kinderen: Abraham. Preek: “Wat moeten we met deze tekst?!!”. Misschien vroeg u zich dat wanhopig af bij het lezen. De woorden vallen over elkaar heen. Over Izaak en Ismaël. Sarah en Hagar. De Sinai en de Sion. Een aards en een hemels Jeruzalem… Wat wil Paulus allemaal? En daarbij: “Wat moeten we met deze tekst? Wat heb ik daar nu aan?”. Want het gaat weer over de wet. Over het gevaar, dat je een slaaf wordt van de wet. Misschien zeg je: “Daar ben ik helemaal niet mee bezig!”. Ja, en toch ligt hier het hart. Hier ligt de keuze. Tussen slavernij en vrijheid. Tussen trots en liefde. Tussen oordeel en vrijspraak. En niet alleen binnen de kerk. Deze week las ik een artikel in HP/DeTijd over de onrust in onze tijd. Dia. Over jobhoppen en lovehoppen. De schrijver bedoelde dit: we leven in een tijd van enorme keuzevrijheid en welvaart. Je kunt kiezen uit tientallen studies en banen. Uit tientallen kanalen op TV. Op duizenden sites op Internet. En je kunt naar alle plekken op de aarde reizen. Wat een vrijheid en wat een keuzes! Alles kan en mag. Maar dit levert een nieuwe dwang op: als er veel te kiezen valt, laat je dus ook zomaar wat liggen! En dat wil je niet. Je wilt alles meemaken en het beste kiezen. Dus springen vooral twintigers en dertigers van de ene baan naar de andere. Want die andere baan is toch net even wat interessanter. Job-hoppen. Maar ook van de ene liefde naar de andere. Love-hoppen. Want is jouw vriendin wel het beste wat je kunt krijgen? En als je er een tegen komt die nog mooier is, …. Lovehoppen. Liefde á la Carte. Keuzedwang. Ook de ontkerkelijking heeft hiermee te maken, staat er in dat artikel. Want geloven betekent, dat je in God gelooft en in een leven na dit leven. In een nieuw paradijs. Dit leven kan soms zwaar zijn en geluk ver weg, maar straks komt het paradijs en een eeuwig geluk. En dat is een geweldige troost en tegelijk een krachtbron om in dit gebroken leven geluk, maar ook pijn te dragen. Maar als je gelooft, dat met de dood alles is afgelopen, dan wordt de druk heel hoog om in dit leven alles eruit te halen wat er in zit. Stel, dat je iets mist?!! Je bent ook zelf verantwoordelijk voor je geluk of je ongeluk. Als je baan of je vriendin dus niet zo leuk zijn ben je het aan jezelf verplicht om over te stappen naar iets anders. Het kenmerk van een maakbaar leven. Geobsedeerd om het maximale uit het leven van nu te halen, want een ander leven is er niet. Een nieuwe wet, een nieuwe dwang: “Wees gelukkig!!”. Modern wetticisme. En niet weinig jonge mensen bezwijken onder deze keuzedwang. Psychische problemen, relaties, die steeds stukbreken, echtscheidingen, eenzaamheid…
Thema: “Van Abraham leren we kiezen”. *Abraham moest al vroeg leren om te kiezen. Alleen al tussen de honderden afgoden, die in het oude Ur zijn toewijding opeisten. Het is niet zo simpel om heiden te zijn! Toen kwam op een dag de levende God zijn leven binnen. Dia. Tussen al die stomme afgoden klonk opeens een stem: “Abram, verlaat je familie, je goden, neem je vrouw en je kudden en ga naar het land, dat ik je zal wijzen. Ik zal je zegenen en tot een groot volk maken”. En Abraham moest kiezen: zijn houvast in de oude afgoden, in zijn offers, zijn traditie of vertrouwen op een belofte over een verre, onzekere toekomst. Maar Abraham gaat. Het is het begin van een leven vol keuzes. En steeds dezelfde keuze: “Vertrouw je op mij of vertrouw je op jezelf?”. Als Abram 75 jaar oud is, klinkt opnieuw de stem van God. “Abram, ik zal jou en Sarah een kind geven. Kom eens naar buiten: zie je al die miljoenen sterren: zó groot wordt jouw volk!”. En weer moet Abram kiezen: geloof ik dit of niet? Vertrouw ik deze God of niet? Een moeilijke keus. Want Abram is dan al 75. En ook Sarah wordt ouder. Daar komt bij, dat Sarah onvruchtbaar was. Ze heeft tot hun grote verdriet nooit kinderen kunnen krijgen. Er lag een dubbele grendel op haar schoot. De jaren gaan voorbij. Vijf jaar. Tien jaar…. Geen zoon. Abraham en Sarah worden alleen maar ouder. De belofte lijkt steeds verder weg. Totdat Sarah met een plan komt: ‘Abram, de HERE houdt mijn moederschoot gesloten. Dit wordt niks. Dat zie je. Neem mijn slavin, slaap met haar, misschien geeft zij je een zoon’. Abram staat weer voor een keus. Wat Sarah zegt, lijkt erg waar en logisch. En dus slaapt Abram met de slavin. Met Hagar. Ze raakt in verwachting en baart hem een zoon. Abram is dan 86 jaar oud. En Abram noemt hem “Ismaël”. Dat betekent: “God luistert”. En dat is waar. God luistert. Maar Abram heeft niet geluisterd. Want God had hem een zoon bij Sarah beloofd. Op die belofte had hij moeten vertrouwen. Nu koos Abram ervoor om het zelf te regelen. Jaren later brengt God dan de belofte weer terug in Abrahams leven. Dan is Abraham al bijna honderd jaar en Sarah ver in de negentig. Het lijkt nu al helemaal onmogelijk om nog samen een kind te krijgen. Sarah schiet dan ook in de lach, als de HERE hen belooft: “Jullie zullen samen een zoon krijgen”. Maar het gebeurt: op een dag baart een bejaarde Sarah aan Abraham een zoon. Izaak. God maakt zijn belofte waar. Ziet u: steeds zet God Abraham voor de keuze. Straks moet Abraham ervoor kiezen om Ismaël weg te sturen. Hij moet kiezen als God van hem vraagt om Izaak te offeren. En steeds gaat het om de vraag: vertrouw je op jezelf of vertrouw je op mijn belofte? Wil je slaaf zijn of kind? Twee wegen. Paulus neemt deze lijn op in Galaten 4. En hij schetst die keus, die twee wegen, op allerlei manieren: Twee zonen: Ismaël tegenover Izaak.
Dia.
Twee vrouwen: Hagar tegenover Sarah. Twee bergen: de berg Sinaï tegenover de berg Sion. Twee Jeruzalems: het Jeruzalem op aarde en het nieuwe Jeruzalem in de hemel. Anders gezegd: vertrouw je op het vlees of op de Geest? Wil je slaaf zijn of vrij kind van God? En de bijbel schetst ook wat die twee wegen opleveren. De weg van Ismaël levert ruzie op en strijd. Trots en vernedering. Kijk maar wat er gebeurt: zodra Hagar zwanger is, begint ze Sarah te vernederen. Het wordt allemaal zo erg, dat Abraham Hagar en Ismaël wegstuurt.
Dia
De weg langs Izaak, langs de belofte, loopt uit op een nieuw land, kinderen, leven. En uiteindelijk op de grote zoon van Abraham, op de Messias, Jezus, die voor ons het oordeel draagt aan het kruis. En door Jezus zien we wat een ruimte die belofte wel niet geeft: opstanding uit de dood, vergeving, eeuwig leven, een paradijs. *Deze woorden van Paulus moeten wel erg confronterend geweest zijn. Paulus stelt hier de kinderen van Ismaël gelijk aan het joodse volk! Stel je voor. Terwijl de joden al die eeuwen er juist zo trots op zijn, dat zij vrije kinderen van Abraham waren. Ze zeggen dat trots tegen Jezus: “Wij zijn kinderen van Abraham!”. En nu zegt Paulus, dat ze kinderen van Hagar en Ismaël zijn! Stel je voor. Maar de kinderen van Ismaël waren de Arabische volken. Want uit Izaak groeien later de twaalf stammen van het volk Israel. Maar ook uit Ismaël groeien twaalf volken. En zoals tussen Ismaël en Izaak vijandschap groeide, groeide dat tussen die volken. Hier ziet u even heel kort de lijn: dia. Abraham, Sarah, Izaäk, Israel … Abraham, Hagar, Ismael, Arabieren… En nu zegt Paulus, dat de joden uit zijn dagen en iedereen, die naar hun wettische leer luistert, bij die volken hoort. Bij de kinderen van de slavin! Veel pijnlijker had Paulus het niet kunnen zeggen! Zijn woorden waren messteken! Maar hij doet dat om de Galaten wakker te schreeuwen: “Kijk eens wat je doet!! Jullie vallen terug in slavernij! Jullie raken de genade kwijt en jullie vrijheid!”. Het is Paulus’ shocktherapie. *In onze tijd krijgen deze woorden een eigen actualiteit als het gaat om de Islam. Dat is een heel verhaal. Dia Heel kort dit: de grondlegger voor de Islam is Mohammed. Hij schreef de Koran. Het heilige boek van de Moslims. Daarin is Abraham ook de aartsvader van de Moslims. Maar daar loopt de lijn niet via Gods belofte en dus via Sarah en Izaak. De lijn loopt via Hagar en Ismaël. Ismaël, de vader van de Arabieren en dus van de meeste Moslims. Hij is de oudste zoon en dus de erfgenaam. Niet Izaak. Hij is door Abraham geofferd op de berg Moriah en niet Izaak. Met Ismaël heeft Abraham later de Ka’aba in Mekka gebouwd. Dia Nog steeds de meest heilige plek. Bedevaartsoord. De Islam is een echt wettische godsdienst. Een godsdienst vol wetten en regels.
Islam is overgave, onderwerping aan Allah. Als een slaaf. Dat doe je door de regels en wetten van de Koran, het leven (soenna) van Mohammed, de Hadieth, Shariah, Fatwah’s van ayatollah’s en imams… Zoals de vijf zuilen van de Islam: sharia, zalaat, sakkaat, ramadan, hidjj. Dia Gebed: vijf keer per dag. Dia. Ook het leven van Mohammed dus: Mohammed droeg een baard en daarom moeten alle mannen ook een baard dragen. En met het haar boven de oren. Want dat deed Mohammed ook. Door al die regels en wetten te houden verdien je “punten” voor de oordeelsdag en daarmee misschien (!) het paradijs. Je bent een onderworpen slaaf, die de gunst van Allah moet verdienen. Dia. De Islam ziet zichzelf als de zuiverste openbaring van God en Mohammed als het zegel van de profeten. Maar in feite is de Islam een terugval in hard wetticisme. Dia Gevangen in allerlei regels. De woorden van Paulus raken dus niet alleen joden, die de wet als heilsweg zien, maar ook de Moslims uit onze dagen. *Ten slotte: Abraham stond voor de keus: Gods belofte óf zelf regelen. Vrij of slaaf. Hij moest het door schade en schande leren. Israel moest het leren. Moslims. Maar wij ook. Of we nu christen zijn of niet in God geloven. Paulus is er hard tegen aan gelopen op de weg naar Damascus. Wat was hij goed. Wat hield hij alle geboden en wetten toch goed. Tot ver achter de komma. En wat goed, dat hij al die domme christenen de les las. Nu kon God niet meer om hem heen! Totdat Jezus’ stem zijn leven binnenkwam: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij!??”. Toen moest Paulus door dagen van blindheid heengaan voordat hij zag wat er mis was met hem en om zo oog te krijgen voor Gods genade. Voor het hemelse Jeruzalem, dat je alleen kunt binnengaan door de poort van de vergeving en de liefde. De poort van de doop. Maar begrijpt u de vrijheid waar Paulus het over heeft? Begrijpen jullie het, jongens en meisjes? Die vrijheid? Dat is geen vrijheid, waarin je gewoon kunt doen wat je zelf wilt. Een leven zonder God of geloof of geboden. Ook al lijkt dat vaak zo. Ik las over een vrouw en haar liefdes als meisje. Ze was een meisje van 17 jaar in een tijd waarin het heel gewoon was om na een feestje met zomaar een vriendje naar bed te gaan. Je moest toch zelf weten, wat je met je lichaam deed en aan wie je je lichaam gaf. Maar op een dag had haar vader een gesprek met haar. Haar vader was arts. Hij legde uit, dat je baarmoeder, je eierstokken, een schatkist zijn. Een schatkist vol mooie familieparels met het unieke erfelijke materiaal van de kinderen, die je ooit zult krijgen. Daarin zitten de fonkelende diamanten van moederschap en moederliefde. Van liefde voor die ene… “Daar moet je heel zuinig op zijn”, zei haar vader, “en die moet je goed bewaken. Laat de eerste de beste bezoeker geen inbraak plegen en dat mooie wegroven.” Ze vertelt: “Ik had de woorden van mijn vader goed begrepen. Ook al was dat best wel lastig, omdat sommige “rovers” erg leuk waren. En ik wilde er toch ook bij horen en aardig gevonden worden. Toch ging ik nooit te ver.
De woorden van mijn vader gaven mij de vrijheid om ‘nee’ te zeggen. Vrijheid ook, omdat er geen binding was met een jongen, die toch niet bij mij paste. Ik hield ook de regie over het machtsspel van de seksualiteit. Een spel, dat onder jongeren nu eenmaal meedogenloos wordt gespeeld. Ja, ik leek erg ouderwets, onvrij, in de ogen van veel vrienden, maar ik was juist vrij. Ik zag dat ook toen ik zag hoe het met veel vriendinnen ging. Daar liep het minder goed mee af. Sommigen kregen geslachtsziekten zoals syfilis of chlamydia. Een ander werd zwanger en trouwde hals over kop met een onervaren jonge rover. Het huwelijk liep al snel op de klippen. Weer een andere vriendin kreeg de ene ontsteking in haar buik na de andere en verloor haar vruchtbaarheid. Weer een ander onderging een late abortus met alle verdriet en depressies van dien. Ik was daar vrij van. Trouwde en kreeg twee gezonde jongens.” Echte vrijheid ligt in de beloften van onze Vader. Beloften van vergeving. Beloften van een goed en vrij geweten. Belofte van een nieuw leven in zijn Koninkrijk. Beloften, die vast liggen in het sterven en in de opstanding van Jezus. In dit leven sta je steeds weer op een tweesprong: vertrouw je op Gods belofte of wil je je geluk zelf regelen? Van Abraham leren we kiezen. Van Jezus leren we, dat de weg met God naar echt geluk leidt. Amen.