portretten van succesvolle Friese aanpakken
Gedrevenheid en daadkracht:
De Friese aanval
portretten van succesvolle Friese aanpakken
Gedrevenheid en daadkracht:
De Friese aanval
v o o r w o o rd
VOORWOORD voorwoord
inhoud
INHOUD inhoud Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
De kracht van de Friese aanpak Friezen zijn van nature bescheiden. We zullen niet snel onze successen voor het voetlicht brengen. Daar brengen we met deze uitgave nu eens verandering in. In zestien portretten zetten we professionals, betrokken bij het voorkomen van voortijdig schooluitval, in het zonnetje. We hopen dat u zo een goed beeld krijgt van de manier waarop Fryslân invulling geeft aan de Aanval op Schooluitval. Als provincie zijn we vanuit onze verantwoordelijkheid voor de wet op de Jeugdzorg sterk betrokken bij kwetsbare jongeren met een complexe problematiek. Daarom zetten we ons voor deze groep in met een programma van maatregelen. Door krachten te bundelen, met inachtneming van ieders rol en verantwoordelijkheden, willen we samenwerking realiseren rondom een aantal relevante onderwerpen. Alle betrokken partijen zijn hier zeer actief bezig. Mensen zetten zich op een voortvarende manier in om schooluitval te voorkomen. Uit de portretten blijkt de gedrevenheid, het enthousiasme en de daadkracht die hier leeft. Op deze plek wil ik de betrokkenen dan ook complimenteren met hun inzet en de resultaten tot nu toe. Wij hopen dat de praktijkvoorbeelden in deze publicatie u inspireren en een positieve impuls geven voor het vervolg van de Friese aanpak tegen Schooluitval. Wij zijn er nog niet, maar we zijn met elkaar zeker op de goede weg! Gedeputeerde Tineke Schokker-Strampel
De 16 portretten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Thema A: verbetering aansluiting vo-mbo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 - Jongerenpunt Heerenveen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 - Centrum Fijnmechanica ROC Friese Poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 - Overdrachtskalender vo-mbo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 - LeerWerkTrajecten Burgemeester Harmsma School . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 - Exitprocedure VSV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 - Leerafdeling Ziekenhuis Tjongerschans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Thema B: Verbetering Verzuimbeleid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 - Huisbezoeken in Zuidwest-Fryslân . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 - Verzuimspreekuur mbo-leerplicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 - Regionaal Leerplichtoverleg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 - Mentorprogramma Friesland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 - Meldkamer CSG Liudger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Thema C: Opvangvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 - Rebound Plus Zwaagwesteinde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Thema D: Versterking in- en externe zorgstructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 - Schoolmaatschappelijk werk op vo scholen Fultura . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 - Zorgstructuur ROC Friese Poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 - Consultatieteams RMC regio Fryslân Noord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 - Integrale aanpak in Zuidwest-Fryslân . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 De Worstelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
55
inleiding
INLEIDING inleiding Scholen moeten aan dreigende schooluitvallers niet alleen onderwijs geven, maar ook alle sociaalemotionele zorg en steun die nodig is om een plaats in de samenleving te veroveren. Alleen op scholen met een dergelijke brede taakopvatting bestaat een reële kans om te voorkomen dat de meest kwetsbare jongeren volledig buiten de maatschappij komen te staan. Een succesvolle preventie van schooluitval begint met een strakke structuur: duidelijke regels, strakke handhaving, heldere leerdoelen, hard werken en geen flauwe smoezen. Docenten moeten de teugels laten vieren wanneer het kan, maar leerlingen op de huid zitten als het nodig is. Structuur alleen is echter niet genoeg. Het gaat ook om verbondenheid. Leerlingen moeten ervaren dat mensen aan de frontlijn daadwerkelijk om hen geven. Ze moeten merken: ik ben iemand, ik word gewaardeerd, ik hoor erbij. Zulke gevoelens van verbondenheid leiden tot betere schoolprestaties en minder schooluitval. Bovenstaande schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport ‘Vertrouwen in de school. Over de uitval van ‘overbelaste’ jongeren’, dat begin 2009 verscheen. In Fryslân zijn talloze projecten te noemen die aansluiten bij de visie van de WRR. We hebben voor deze publicatie zestien inspirerende praktijkvoorbeelden geselecteerd, die laten zien dat alle betrokkenen er in Fryslân gezamenlijk voor gaan om voortijdig schooluitval terug te dringen.
‘Ik ben iemand, ik word gewaardeerd, ik hoor erbij’
U krijgt onder andere een kijkje in de keuken bij een onderwijsinstelling en de wijze waarop hier beginnend verzuim wordt aangepakt. Ook maakt u kennis met de manier waarop de leerlingen in Fryslân persoonlijke begeleiding krijgen tijdens de verschillende fasen van hun schoolloopbaan. U leest hoe de zorg en de begeleiding van leerlingen die het nodig hebben op verschillende wijzen zijn georganiseerd, zowel binnen als buiten de school. Tot slot wordt duidelijk hoe partners elkaar vinden en samenwerken met maar één doel voor ogen: jongeren in staat stellen zich optimaal te ontwikkelen en hun schoolloopbaan succesvol af te ronden. De programmagelden In Fryslân hebben scholen samen met de drie RMC-regio’s (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) gekozen voor vier speerpunten/ thema’s voor de besteding van de programmagelden in 2009 en 2010. Het gaat om extra geld dat ter beschikking is gesteld aan het onderwijs om de ambitieuze doelstellingen (in 2012 40 procent minder nieuwe instroom voortijdig schoolverlaters t.o.v. 2005/2006) te behalen. De scholen en de RMC-regio’s trekken hierin gezamenlijk op. De zestien portretten in deze publicatie zijn voorbeelden van hoe in Fryslân aan deze speerpunten wordt gewerkt. De praktijkvoorbeelden sluiten aan bij de vier gekozen thema’s.
77
• Thema A: Verbetering aansluiting vo-mbo Om leerlingen beter voor te bereiden op de overgang van vo naar mbo zijn in Fryslân verschillende acties in gang gezet. De Overdrachtskalender vo-mbo is een opmerkelijke: door de kalender wordt elke stap die de leerling zet gevolgd. Een ander project – hier niet opgenomen – is Waar blijven die 50? In regio De Friese Wouden worden groepen van vijftig risicoleerlingen uit het vo naar het mbo gevolgd. De leerafdeling Tjongerschans, waar leren centraal staat, overtuigt u absoluut van de naadloze aansluiting van praktijk en theorie. Ditzelfde geldt voor de aanpak in het Centrum Fijnmechanica in Drachten en de leerwerktrajecten die de Burgemeester Harmsmaschool inzet om jongeren de kans te bieden aansluiting te krijgen op BBL-trajecten op het ROC.
Op meerdere niveaus en in verschillende fasen zie je in Fryslân een zorgstructuur ontstaan om de jongeren ‘binnen boord’ te houden. Lees meer over de Zorgstructuur op ROC Friese Poort, over de integrale aanpak in Zuidwest Fryslân en over het succes van Schoolmaatschappelijk Werk binnen samenwerkingsverband Fultura.
Risicojongeren in een vroegtijdig stadium begeleiden
• Thema B: Verbetering Verzuimbeleid De samenwerking tussen de (contact)gemeenten/ RMC-regio’s en het onderwijs is hier van groot belang om verzuim in de kiem te smoren. In alle drie regio’s zijn maatregelen getroffen om het verzuim aan te pakken, wat inmiddels geresulteerd heeft in een provinciaal protocol tot huisbezoek bij verzuim. Alle partijen geven aan dat het bij een provinciale aanpak van groot belang is om is om duidelijke afspraken te maken. Mooie initiatieven ontmoet u al lezend, waaruit blijkt hoe belangrijk die samenwerking is en hoe deze vorm krijgt: de leerplichtambtenaar op het mbo die tijdens het verzuimspreekuur met verzuimende jongeren in gesprek gaat en de meldkamer van CSG Liudger waardoor elk verzuim direct zichtbaar is. Er is niet aan te ontsnappen. Ook leest u over het huisbezoek van AOC Sneek, de voorloper van het provinciale protocol. • Thema c: Opvangvoorzieningen In Fryslân zijn en worden Rebound en Time-out voorzieningen opgezet om jongeren met meervoudige problematiek een betere opvang en begeleiding te bieden. Naast het vo is de behoefte aan dit soort opvang ook gebleken in het mbo. De samenwerking in de methodiekontwikkeling en bespreking op provinciaal niveau geeft de mogelijkheid om potentiële voortijdig schoolverlaters binnen de poort te houden. Een mooi voorbeeld is de aanpak die Rebound Plus Zwaagwesteinde heeft gekozen. Hier werken verschillende organisaties vanuit dezelfde mensvisie (gebaseerd op het gedachtegoed van Covey). Jongerenwerk, maatschappelijk werk, zorg en docenten werken samen: één kind, één plan heeft hier geïntegreerd vorm gekregen. • Thema D: Versterking in- en externe zorgstructuur De nadruk ligt op de implementatie van het ZAT (Zorg Advies Team) en de samenwerking met de ketenpartners om kennis en kunde in huis te halen om op deze manier risicojongeren in een vroegtijdig stadium te begeleiden. De afstemming met de CJG’s (Centra voor Jeugd en Gezin) is de volgende stap in de aanpak van de zorg in en rond de school.
Veel aandacht voor het ontwikkelen van methodieken
Complex krachtenveld De bovenstaande weergave Het complexe krachtenveld zegt eigenlijk genoeg. Het krioelt van de betrokken ministeries, organisaties, beleidsterreinen, subsidiestromingen en regelingen. Dit is niet verwonderlijk, want elk probleem is anders, elke jongere is anders en er zijn geen standaardoplossingen. Vaak zijn meerdere professionals met hun eigen werkwijze en financieringstroom nodig om de bestaande problematiek van verschillende kanten te tackelen. Ze moeten het met elkaar doen. Het kost veel energie om al die partijen bijeen te brengen en tot een gezamenlijke aanpak te komen. Maar toch lukt dit! Fryslân kent vele succesvolle projecten waarbij partijen echt samen aan de slag zijn gegaan om voortijdig schooluitval aan te pakken. De zestien portretten in deze publicatie laten daadkracht zien. De betrokkenen weten ondanks de complexiteit inhoud te geven aan deze projecten en soms dwars tegen de stroom in iets moois op poten te zetten. Het zegt iets over de betrokkenen. Over hun kracht en doorzettingsvermogen. En over hun enthousiasme. De kracht van de Friese aanpak = de kracht van deze mensen.
99
THEMA A VERBETERING AANSLUITING VO-MBO
o p e l k e v r a a g e e n a n t w o o rd
OPELKEVRAAGEENANTWOORD op elke vraag een antwoord ‘Achter elke jongere die vastloopt, zit een verhaal’, zegt jongerenconsulent Sies Douwenga. ‘Als we doorvragen komen behalve gebrek aan motivatie om naar school te gaan ook bijna altijd andere problemen aan het licht.’ De twee jongerenconsulenten van het Jongerenpunt in Heerenveen proberen de vragen helder te krijgen, eventueel door te verwijzen en ze te begeleiden bij het zoeken naar werk en opleiding.
Jonge inwoners van de gemeenten Heerenveen en Skarsterlân kunnen bij het Jongerenpunt terecht met al hun vragen op het gebied van werk, opleiding, uitkering en stageplekken. Ze kunnen zelf bij het Jongerenpunt naar binnenlopen of worden doorverwezen door scholen, gemeente, RMC en (het vaakst) door UWV WERKbedrijf. Sies Douwenga: ‘Laatst kwam een jongen bij ons die een verkeerde studiekeuze had gemaakt en daardoor erg ongemotiveerd was.’ Hierdoor ging het slecht op school en voelde hij zich een mislukking. Hij stopte met school en kwam thuis te zitten. Zijn eigenwaarde daalde. ‘Samen met hem hebben we gekeken naar het moment waarop het echt mis was gegaan en concludeerden dat alles begonnen was bij de verkeerde schoolkeuze. Hij zag in dat hij een opleiding nodig had en we adviseerden hem om een BBL-opleiding te doen. We zijn op zoek gegaan naar geschikte bedrijven en opleidingen.’ Dankzij coaching, motiverende gesprekken én sollicitatietips kon deze jongen snel aan de slag bij een bedrijf.
Jongerenpunt
‘We nemen jongeren
Heerenveen
bij de hand en laten pas los als we de oplossing Sies Douwenga tel. 0513 - 789 515 e-mail:
[email protected] www.hetjongerenpunt.nl
hebben gevonden’
Schakel ‘Wij zijn de verbindende schakel tussen de aanbiedende organisaties en de jongere,’ zegt Douwenga. ‘Uitgangspunt is dat wij proberen te voorkomen dat de jongere in de uitkering komt. Ook zoeken we samen met de jongere een oplossing als er sprake is van bijvoorbeeld schulden, problemen thuis en verslavingsproblematiek. De vraag van de jongere staat voor ons centraal. We werken laagdrempelig en jongeren praten daardoor gemakkelijk vrij uit. Er zijn genoeg jongeren die met tal van vragen zitten en niet goed weten waar ze terecht kunnen. Dan kunnen wij uitkomst bieden.’ Dankzij een breed netwerk van verschillende instanties kunnen de jongerenconsulenten altijd ergens terecht voor advies, doorverwijzing of aanvullende hulp. ‘We nemen de jongeren bij de hand en laten pas los als we de juiste plek hebben gevonden. En dat werkt. In 2008 hebben we 80 procent van de jongeren direct terug kunnen leiden naar school, werk of een leerwerktraject.’
13 13
houd contact, dat is de helft van het succes
Centrum Fijnmechanica
ROC Friese Poort
DEHELFTVANHETSUCCES houd contact, dat is de helft van het succes
De leerlingen van het Centrum Fijnmechanica (CFM) op ROC Friese Poort leren niet alleen vakkennis, maar vooral ook een goede mentaliteit en bewustwording van plichten naar het bedrijfsleven toe. Praktijkmanager Jouke de Vries coacht ze daarbij. Hij doet dat op een bevlogen manier. Hij onderhoudt intensieve contacten met het bedrijfsleven en bouwt een goede band op met de leerlingen. ‘Echt contact houden, daar gaat het om.’
Jouke de Vries: ‘Wij verzorgen in het CFM BBL-trajecten voor de metaal- en elektrabedrijven in Noord-Nederland en bieden daarnaast functiegerichte trainingen en contractonderwijs voor Noord-Nederlandse bedrijven. Het CFM is voortgekomen uit de PBO, Philips Bedrijfsopleidingen. We hebben in totaal 46 leerlingen in opleiding en ongeveer 50 cursisten uit het bedrijfsleven in huis. Niet alleen neemt hierdoor de zekerheid op behoud van hun baan toe door een hoger scholingsniveau, ook draagt het CFM indirect bij aan een hoger opleidingsniveau in de regio.’
‘Steun, respect en begrip, daar draait het om’
Jouke de Vries tel. 0512 - 767 799 e-mail:
[email protected] www.friesepoort.nl
Aansluiting met praktijk ‘We kunnen veel leren van het bedrijfsleven en hebben hier een setting waar de praktijk leidend is voor de theorie. Wij zijn ervan overtuigd dat juist door deze naadloze aansluiting tussen bedrijfsleven en onderwijs voortijdig schooluitval wordt voorkomen. Naast vakkennis is het bijbrengen van een goede mentaliteit belangrijk binnen de opleiding. De jongeren komen soms als ongeleide projectielen binnen en daarin hebben we een opvoedtaak. Die nemen we erg serieus. Ik zie de leerlingen continue, vijf dagen in de week. Ik ken de praktijk en weet wanneer de leerlingen me nodig hebben. Zo ontstaat er een hechte band. Ze kunnen op me rekenen en dat weten ze. Houd contact met ze, dat is de helft van het succes!’ Coaching ‘Binnen competentiegericht leren hebben leerlingen vooral een coach nodig, in plaats van een leerkracht. Ik schat in het begin van de opleiding in wat leerlingen kunnen, wat voor personen het zijn en wat ze aankunnen. Vervolgens krijgen ze van mij de ruimte die ze aankunnen en coach ik daar waar nodig. Natuurlijk kan ik dit niet alleen. We hebben drie begeleiders met ieder eigen competenties. De eerste biedt structuur, de tweede is enorm sociaal en de derde heeft van beide wat. We bieden de jongeren steun, respect en begrip en ze worden rechtvaardig behandeld. Daar draait het om.’
15 15
op tijd in actie
OPTIJDINACTIE
op tijd in actie
De overstap van vmbo naar mbo is voor veel jongeren lastig, waardoor de kans op voortijdig schoolverlaten reëel is. Teveel leerlingen melden zich niet bij een vervolgopleiding, terwijl ze al wel een keus hebben gemaakt. De oplossing? ‘We volgen werkelijk elke stap van onze leerlingen in hun examenjaar’, zegt Marinus Giesing, coördinator van Samenwerkingsverband 3.02 (regio Noordwest-Fryslân).
‘We houden de vinger Marinus Giesing tel. 058 - 234 76 70 e-mail:
[email protected] www.swv302.nl
aan de pols’
De Overdrachtskalender, waarmee de meeste scholen in Fryslân werken, waarborgt een intensieve begeleiding van de jongeren bij de overgang van vmbo naar mbo. ‘Hiermee brengen we de jongeren, waarbij het risico op voortijdig schoolverlaten het grootst is, vroegtijdig in kaart en ondernemen we bijtijds de nodige actie’, zegt Marinus Giesing. ‘Een belangrijk resultaat is dat we snel kunnen handelen, zoals bij leerlingen die nog geen keus hebben gemaakt of leerlingen die niet verschijnen op de aangegeven vervolgopleiding.’ Op de Overdrachtskalender staan alle acties en data die belangrijk zijn, zoals de uiterste deadline voor inschrijving op de nieuwe school. De decanen van zowel het vmbo als mbo weten zo wanneer welke stap ondernomen moet worden. Door de vinger aan de pols te houden, kunnen leerlingen door de decanen gemotiveerd worden om een keus te maken en zich aan te melden. De decanen checken bij het mbo of de leerling zich daadwerkelijk heeft aangemeld. Is de leerling eind juni nog niet aangemeld bij een mbo, dan wordt de naam van de leerling doorgegeven aan de RMC, dat er vervolgens mee aan de slag gaat. Inzet De Overdrachtskalender is ontwikkeld door de coördinatoren van de Samenwerkingsverbanden VO, de decanenkring Friesland, ROC Friese Poort, ROC Friesland College, AOC Friesland en de RMC. ‘De Overdrachtskalender vereist veel inzet van mensen in het onderwijs’, vertelt Giesing. ‘De kalender geeft overzichtelijk weer hoe we dat doen, wie wat doet en in welke fase. De verschillende acties daarin vormen met elkaar een samenhangend geheel en dus moet je op elkaar aankunnen tijdens dit proces. Een belangrijk resultaat van deze methodiek is dat de onderlinge samenwerking veel intensiever is geworden, doordat we heldere afspraken hebben gemaakt.’
vo-mbo
Overdrachtskalender
Warme overdracht De Overdrachtskalender helpt ook bij het overdragen van informatie over zorgleerlingen. Giesing: ‘Binnen het vo en het mbo was behoefte om deze informatie beter aan elkaar over te dragen; het liefst in de vorm van een warme overdracht. Door dit mee te nemen binnen de Overdrachtskalender werken we aan een optimale overgang voor álle leerlingen.’
17 17
aan de slag met talent
AANDESLAGMETTALENT aan de slag met talent
De Burgemeester Harmsma School in Gorredijk zet LeerWerkTrajecten in voor leerlingen die dreigen uit te vallen. Dankzij het LeerWerkTraject (LWT) kunnen deze leerlingen drie dagen per week stagelopen en volgen ze twee dagen praktijklessen op school. ‘Leerlingen worden op hun stageplek op een volwassen manier benaderd en dat werkt’, zegt decaan Jelke van der Velde.
Voor welke leerlingen is het traject bedoeld? ‘Het gaat om leerlingen van minimaal vijftien jaar die moeite hebben om vijf dagen naar school te gaan. Ze zijn niet meer gemotiveerd en vertonen regelmatig probleemgedrag. Vaak zitten ze in een zorgtraject. Met een LWT kunnen we ze weer perspectief bieden. We gaan met ouders en leerlingen in gesprek om te zoeken naar een goede oplossing. Vaak weten ze al welke richting ze op willen en kunnen we gericht zoeken naar een goede stageplek. Dankzij onze contacten met het bedrijfsleven in Gorredijk lukt dat altijd. We investeren veel in relaties met het bedrijfsleven.’ Wat kan een werkplek bieden wat de school niet kan? ‘Het belangrijkste is dat de jongeren op een volwassen manier worden benaderd. Dat spreekt ze aan. Bovendien hoeven ze zich hier niet tussen honderden andere leerlingen staande te houden. Ze leren op de werkplek snel en veel en kunnen echt met hun talenten aan de slag. Doordat ze hier met het echte werk bezig zijn, voelen ze zich verantwoordelijk. Daarnaast zijn ze bezig met het leren van een vak waar ze écht in geïnteresseerd zijn. Zo wordt de motivatie steeds groter.’
LeerWerkTrajecten
Burgemeester Harmsmaschool ‘Onze school kent Jelke van der Velde tel. 0512 - 463 455 e-mail:
[email protected] www.burgharmsmaschool.nl
geen voortijdig schooluitval’
Wat maakt het LWT succesvol? ‘Een belangrijke voorwaarde is dat de leerling in staat is drie dagen te werken. De leerling moet zich er goed van bewust zijn dat werken anders is dan op school zitten. Maar ook ouders moeten het zien zitten, anders mislukt het LWT. Belangrijk is dat ouders hun kind in de thuissituatie kunnen stimuleren en opvangen als het nodig is. Wij doen dat op school, zij in de thuissituatie. Dat hebben de leerlingen in het begin absoluut nodig. Als de begeleiding goed is en de leerlingen het naar hun zin hebben, stromen ze meestal door naar een BBL-traject op het mbo. Zo komt een startkwalificatie ook voor hen binnen bereik. Onze school kent geen voortijdig schooluitval, omdat we een goede totaalaanpak kennen. We richten ons bij alle leerlingen op hun motivatie en talenten. Dat is de sleutel voor het succes.’
19 19
de start van een nieuw begin
VSV
DESTARTVANEENNIEUWBEGIN de start van een nieuw begin
Exitprocedure Een eindgesprek als startpunt voor een nieuw traject. Baukje de Jager, coördinator van de RMC-regio Fryslân Noord, is blij met de exitprocedure die sinds 2006 door vrijwel alle mbo-opleidingen in Fryslân wordt gebruikt bij voortijdig schoolverlaters. ‘Dankzij een uitgebreid exitgesprek krijgen we informatie boven tafel die nodig is om een passend traject uit te kunnen zetten en die onmisbaar is voor de effectrapportage aan het ministerie.’
Tot 2006 kreeg de RMC alleen een lijst met namen van leerlingen die het mbo voortijdig verlieten. Dat is veranderd. In plaats van enkel en alleen een naam krijgt de RMC nu via het exitverslag informatie over schoolloopbaangegevens, gevolgde ondersteuningsprogramma’s, opgedane werkervaring, redenen van uitstroom en behoeften die de uitgevallen leerling heeft. Hoe ziet het traject eruit? Wanneer duidelijk is dat een jongere de school gaat verlaten, vindt er een afsluitend gesprek plaats tussen de school en de schoolverlater. ‘Dit gesprek en de uitkomsten van het gesprek zijn de start voor een nieuw traject’, vertelt Baukje de Jager. ‘De onderwijsinstelling brengt daarbij ook de toekomstige behoeften in kaart, zodat de jongere op een goede manier doorverwezen kan worden en een passend aanbod kan krijgen.’ Optimale afstemming Het exitverslag vergroot de snelheid van handelen van alle betrokkenen. Hierdoor kan de RMC, direct nadat een jongere de school verlaat, actie ondernemen. Zo raakt hij of zij niet uit beeld. De Jager: ‘We willen dat alle jongeren die voortijdig een mbo-instelling verlaten een exitgesprek krijgen, dat goede input biedt voor de trajectbegeleider. Deze beschikt nu over een volledig startdocument en kan vervolgens direct met de jongere aan de slag. Zo willen we optimale afstemming realiseren en daarmee een sluitend vangnet voor de voortijdig schoolverlater creëren.’
‘We zorgen voor een optimale Baukje de Jager tel. 058 - 233 87 60 e-mail:
[email protected] www.rmcfryslannoord.nl
afstemming’
Ambitie Nog niet in alle gevallen voert de mbo-instelling een gesprek met de schoolverlater. Reden is dat de jongere bijvoorbeeld niet meer op school wil komen en dus niet meer bereikbaar is via de school. Dit geldt voor meer dan de helft van de jongeren die bij leerlingenzorg worden aangemeld. Maar ook speelt mee dat de exitprocedure nog niet binnen alle mbo-opleidingen wordt gebruikt. ‘Hier is absoluut nog winst te behalen. We proberen dit aan te pakken in samenwerking met de mbo-instellingen en de drie RMC-regio’s.’
21 21
a n d e r s k i j k e n n a a r l e re n
ANDERSKIJKENNAARLEREN anders kijken naar leren
‘Tjongerschans was het eerste ziekenhuis in Nederland dat een leerafdeling startte voor MBO Verpleegkunde’, vertelt Gezina Sloots, coördinator van de Leerafdeling. ‘Wij zijn een groot pleitbezorger voor deze manier van leren, waarbij school en werkgever nauw samenwerken.’ Leerlingen leren het vak in de praktijk en leren hun eigen keuzes maken en verantwoordelijkheid te nemen. Verpleegkundigen die hen begeleiden hebben door de hulp extra tijd voor de patiënt.
De Leerafdeling binnen Tjongerschans is een afdeling waar zowel stagiaires als hun begeleiders kennis ontwikkelen en direct toepassen in de dagelijkse praktijk. ‘Het is als het ware een afdeling met ‘leren’ als extra kerntaak’, zegt Gezina Sloots. De Leerafdeling functioneert op dezelfde manier als een andere verpleegafdeling, met hetzelfde aantal verpleegkundigen. De leerlingen draaien dezelfde diensten als de verpleegkundigen die als hun persoonlijk begeleiders zijn aangewezen. ‘Onze ervaring is dat de leerlingen met deze leermethodiek veel sneller zelfstandig zorg kunnen verlenen op de afdeling. Natuurlijk onder de verantwoordelijkheid van gediplomeerd verpleegkundigen.’
Leerafdeling
Ziekenhuis Tjongerschans Gezina Sloots tel. 0513 - 685 144 e-mail:
[email protected] www.tjongerschans.nl
‘Een goed leerklimaat voorkomt uitval’
Leren en oefenen Docenten van het Friesland College en medewerkers van het ziekenhuis verzorgen de scholing. De leerlingen kunnen daarnaast gebruik maken van de faciliteiten van het Skillslab, een ruimte waarin zowel leerlingen als werknemers praktische vaardigheden kunnen aanleren en oefenen. Door deze manier van leren en werken is het slagingspercentage verhoogt en neemt de deskundigheid van de leerling toe. Inmiddels hebben ongeveer 240 leerlingen hun diploma gehaald. Vanwege het succes van deze leerweg hebben ook andere zorginstellingen in Fryslân een vorm van de Leerafdeling geïmplementeerd. Klimaat Sloots: ‘We zijn absoluut trots op wat we met elkaar bereikt hebben de afgelopen jaren. Leerlingen beëindigen hun stageperiode of opleiding niet voortijdig en dat komt door het goede leerproces en leerklimaat. Ook betrekken we ouders bij de opleiding. In de toekomst willen we ze nog meer informeren over de consequenties van onregelmatige diensten, zodat ze hun kinderen daar beter in kunnen begeleiden.’ Door de goede begeleiding van docenten en verpleegkundigen en de prettige werkomgeving is de opleiding ook geschikt voor leerlingen met een rugzakje. ‘De verpleegkundigen worden getraind in reflecteren: ze leren hoe ze leerlingen op een opbouwende manier kunnen begeleiden. Daarmee is de Leerafdeling een zeer effectieve en efficiënte methodiek die voor alle betrokkenen een win-win situatie oplevert.’
23 23
THEMA B VERBETERING VERZUIMBELEID
er bovenop zitten en werken aan motivatie
ENWERKENAANMOTIVATIE er bovenop zitten en werken aan motivatie
Ongemerkt een les missen zit er niet meer in voor leerlingen in Zuidwest-Fryslân. De scholen, aangesloten bij het samenwerkingsverband Fultura, houden hun leerlingen nauwlettend in de gaten. Als een leerling (vermoedelijk) spijbelt, worden de ouders meteen gebeld. Dit gebeurt bij een herhaling nogmaals. Heeft ook dit geen effect, dan volgt daarna een huisbezoek of worden de ouders en leerling op school uitgenodigd. ‘Jongeren weten dat er op ze wordt gepast.’
‘We houden de jongeren niet in de gaten als een soort big brother, maar willen ze vooral laten weten dat ze worden gemist als ze er niet zijn’, zegt Kees Bruin. De huisbezoeken zijn vooral effectief om redenen van verzuim boven tafel te krijgen en om ouders en leerlingen bewust te maken van de risico’s. ‘We leggen ze uit dat de risico’s van schooluitval groot zijn en het later moeilijker wordt om een baan te vinden. Soms dringt dit pas door na een intensief gesprek.’
‘We zitten bovenop het verzuim’
Huisbezoeken in
Zuidwest-Frylân
Kees Bruin tel. 0515 - 414 095 e-mail:
[email protected] www.aocsneek.nl
Registratie Om wat aan verzuim te doen, is volgens Bruin met name de registratie erg belangrijk. ‘Op onze school kunnen docenten in elk lokaal digitaal registreren. Ze zien in één oogopslag wie ziek gemeld is en wie zonder melding niet aanwezig is. Zo kan geen enkele leerling meer afwezig zijn zonder dat het opvalt. We zijn nu ook bezig met een portal voor ouders en leerlingen. Ouders kunnen via deze portal inloggen en zo de schoolresultaten van hun kind te bekijken, maar ook gegevens over bijvoorbeeld spijbelen inzien.’
Inzage De vraag is natuurlijk tot hoe ver je hiermee moet gaan. ‘We leggen de keus bij de ouders. Zij bepalen of ze wel of niet zelf inzage willen in de gegevens van hun kind. Voor sommige ouders is het absoluut zeer nuttig om meer informatie te krijgen over het eventuele spijbelgedrag van hun kind, zodat ze op de hoogte zijn van de situatie en kunnen bijsturen als dat nodig is.’ Naast de registratie besteedt AOC Friesland ook veel aandacht aan motivatie. ‘Door goed kennis te maken met het werkveld kunnen leerlingen gerichter keuzes maken en zijn daardoor extra gemotiveerd. Verzuim pak je niet op één manier aan. Door bovenop het verzuim te zitten én veel aandacht te besteden aan motivatie, zorgen we ervoor dat jongeren weer vrolijk naar school gaan.’
27 27
meer dan een schop onder de kont
EENSCHOPONDERDEKONT méér dan een schop onder de kont
Mbo-leerplichtambtenaren houden in heel Fryslân verzuimspreekuren op het mbo om beginnend verzuim aan te pakken. Elke woensdag komen leerlingen van het Friesland College in Heerenveen op spreekuur bij mbo-leerplichtambtenaar Arlette de Graaf van RMC-regio de Friese Wouden of haar collega om te praten over de reden van hun verzuim en om afspraken te maken. Met succes. De Graaf: ‘Jongeren leren hun verantwoordelijkheid te nemen.’
Wat maakt het verzuimspreekuur succesvol? ‘Een combinatie van snelheid doordat we jongeren kort na de eerste signalen op het verzuim aanspreken, een goede inventarisatie van de achterliggende problematiek en samenwerking met coaches/mentoren op de school maken een succes van het wekelijkse verzuimspreekuur. Ik merk dat die persoonlijke aanpak, waarbij we duidelijke regels stellen, afspraken maken én de scholier de eigen verantwoordelijkheid geven, belangrijk zijn om het verzuim te stoppen.’ Hoe ziet jouw rol als mbo-leerplichtambtenaar eruit? ‘De coaches melden de leerlingen bij het spreekuur aan als ze zestien uren verzuimd hebben in vier weken. Het gaat om jongeren tot 18 jaar die nog geen startkwalificatie hebben. Vaak zien jongeren me als een soort politieagent, maar ik maak ze duidelijk dat ik wil helpen om verdere problemen te voorkomen. Ik ga met hen in gesprek, bij voorkeur samen met de ouders/ verzorgers, de coach en eventuele andere partijen. Het belangrijkste is te achterhalen waarom een jongere verzuimt. Soms is er alleen sprake van een slechte motivatie en dan is de welbekende schop onder de kont voldoende. Maar vaak ook speelt er meer. Problemen thuis, loverboyproblematiek of bijvoorbeeld gameverslaving. Tijdens het spreekuur komen er vaak problemen boven tafel waarvan school en ouders nog niet op de hoogte zijn. We proberen dit in kaart te brengen en ik verwijs door naar de juiste deskundige. Ook de scholen zelf kunnen veel oplossen.’
Verzuimspreekuur
mbo-leerplicht ‘Tijdens het spreekuur Arlette de Graaf tel. 0512 - 581 620 e-mail:
[email protected] www.rmcdefriesewouden.nl
komen veel problemen boven tafel’
Hoe omschrijf je jouw aanpak? ‘De jongere is verantwoordelijk en wordt door mij op de eigen verantwoordelijkheid aangesproken. Door zich te houden aan de afspraken die we op papier zetten, voorkomt de jongere een vervelend traject. Een belangrijk neveneffect van het verzuimspreekuur is dat het onderwijs, de zorg en de mbo-leerplichtambtenaar inmiddels meer kennis van en begrip voor elkaar hebben gekregen. Ik merk dat verzuim steviger op de agenda van de mbo-scholen staat. Dat is een goede zaak, want we hebben elkaar nodig om voortijdig schooluitval uit te bannen.’
29 29
een Friese handleiding voor verzuim
HANDLEIDINGVOORVERZUIM een Friese handleiding voor verzuim
Hoe ga je als leerplichtambtenaar om met leerlingen die met hun ouders een wereldreis gaan maken? En wat doe je als ouders vanwege hun religieuze overtuigingen hun kind niet naar school sturen? Het zijn nieuwe thema’s die om een helder antwoord vragen. Deze en andere thema’s komen tijdens het Regionaal Leerplichtoverleg aan de orde. Met dit overleg werkt het Openbaar Ministerie (OM) als initiator aan een Friese handleiding voor verzuim.
Schoolverzuim is een indicator voor jeugdcriminaliteit. Vandaar dat het OM verzuim hoog op de agenda heeft staan. Nina Ekas, beleidsmedewerker bij het OM, noemt het goed afstemmen van processen en werkwijzen een belangrijke voorwaarde voor een effectief verzuimbeleid. ‘Daarom heeft het OM jaren geleden het Regionaal Leerplichtoverleg ingevoerd. Wij willen met dit overleg een Friese sluitende strafrechtelijke aanpak bereiken.’
Regionaal Leerplichtoverleg
‘Jongeren moeten overal op dezelfde manier
in Fryslân
behandeld worden’
Nina Ekas tel. 058 - 234 16 80 e-mail:
[email protected] www.jeugdcriminaliteitfriesland.nl
Eenheid Twee keer per jaar komen leerplichtambtenaren, het OM, de Raad voor de Kinderbescherming, Halt Noord-Nederland, Bureau Jeugdzorg en de Provincie Fryslân bijeen. Naast nieuwe thema’s als verzuim door religieuze overtuigingen, komen verschillende vragen aan de orde. Welke schoolverzuimzaken krijgen een Halt-afdoening? Voor welke zaken en op welke wijze dient een proces-verbaal opgesteld te worden? En wanneer doe je een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg? Ekas: ‘Veel criteria zijn landelijk vastgelegd, maar kunnen verschillend worden uitgelegd. Om eenheid in werkwijze en visie te krijgen, is het belangrijk dat we met alle betrokkenen heldere afspraken maken. Zo zorg je ervoor dat elke jongere, waar ook in Friesland, op dezelfde manier wordt behandeld en het traject op gelijke wijze verloopt.’ Tijdens het Leerplichtoverleg bespreken de betrokkenen waar ze behoefte aan hebben en wat er nodig is om het proces te verbeteren. ‘We hebben wekelijks een casusoverleg en leerplichtzaken worden aangebracht op speciale leerplichtzittingen. Deze vinden maandelijks plaats waardoor jongeren eerder kunnen voorkomen en er sneller actie ondernomen kan worden.’ Fries model Op dit moment is het OM samen met de ketenpartners bezig om de landelijke Leerplichthandleiding om te zetten naar een Fries model, waar alle betrokkenen zich in kunnen vinden. ‘Een mooi resultaat van het Leerplichtoverleg is dat er over en weer meer begrip is voor elkaars standpunten, mogelijkheden en beperkingen. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: dat jongeren hun startkwalificatie halen en voldoende toegerust de arbeidsmarkt opgaan. Hiervoor is het wel belangrijk dat scholen hun registraties goed bijhouden en tijdig melden.’
31 31
Coördinator Szilvia Simon tel. 058 - 284 25 47 e-mail:
[email protected] www.mentorprogrammafriesland.nl
Mentorprogramma
Friesland
h u l p b i j h e t v e r w e z e n l i j k e n v a n d ro m e n
VERWEZENLIJKENVANDROMEN hulp bij het verwezenlijken van dromen
Empowerment: jongeren meer zelfvertrouwen geven zodat ze sterker in hun schoenen staan. Dat is het doel van het MentorProgramma Friesland, een samenwerking tussen de regionale opleidingscentra Friesland College en Friese Poort samen met Stenden Hogeschool. Het programma richt zich onder meer op overbelaste jongeren die door wat voor problemen dan ook dreigen te struikelen op school. Jongeren melden zichzelf aan met een leervraag en worden vervolgens gekoppeld aan een mentor die snapt waarmee ze worstelen en kan fungeren als rolmodel. Vincent Runia, leerling sociaal cultureel werk en mentor ‘Ik ben MBO-studentmentor van een jongen die een steuntje in de rug nodig heeft. We zien elkaar één keer per week en je ziet nu al dat hij meer zelfvertrouwen krijgt en minder stottert. Het klikt goed tussen ons en dat is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle koppeling. Ik geef tips op basis van mijn eigen ervaringen; ik ben zelf eerder tijdelijk gestopt met school omdat de motivatie helemaal weg was. Deze ervaring kan ik nu bij mijn mentee gebruiken. Je kunt echt helpen en dat geeft veel voldoening.’
Sizaar Mustafa, mentee ‘Ik wilde een eigen bedrijf beginnen en had totaal geen zin meer in school. Ik kwam in contact met mentor Wietse Adema. Hij is ondernemer, voorzitter van de Rotary en heeft een dijk aan ervaring. Zijn advies was om wél mijn diploma halen. Door die gesprekken met hem ben ik doorgegaan. Anders weet ik niet of ik het wel gered had. Door hem leer ik ook het belang van netwerken en via hem heb ik mijn stageplek gevonden. Ik zie hem als mijn grote voorbeeld. Nu ben ik gemotiveerd om door te gaan; ik wil architect worden.’
‘Mijn mentor heeft me geholpen me te focussen op mijn einddoel’
Mentees en mentoren
Irene Terpstra, mentee ‘Ik ben bijna drie jaar niet naar school gegaan. Ik stond niet sterk in mijn schoenen en heb een hele zware tijd gehad. Op een gegeven moment ben ik weer terug naar school gegaan. In die periode ben ik gekoppeld aan mijn mentor Jan Dijksma. Hij heeft me absoluut geholpen om me te focussen op mijn einddoel en de moed niet te verliezen. Ik moest toen in twee weken alles inhalen van dat jaar en ik heb het gered. Soms heb je iemand nodig bij wie je je veilig voelt, die je vertrouwt en je helpt te focussen. Dat is Jan voor mij.’
33 33
staat jouw naam op de lijst?
STAATJOUWNAAMOPDELIJST? staat jouw naam op de lijst?
De Meldkamer. De term doet vermoeden dat hier gaat om een ruimte bij de politie, maar niets is minder waar. De Meldkamer bevindt zich op locatie De Splitting van CSG Liudger in Drachten. Leerlingen die “iets uit te leggen hebben” over verzuim of uit de klas worden gestuurd, moeten zich hier melden. Teamleider en coördinator Marijke Beijleveldt: ‘Onze doelen zijn bereikt. Leerlingen weten dat ze niet om de Meldkamer heen kunnen. Ze zijn in beeld en dat heeft absoluut effect op hun gedrag.’
‘Verzuim wordt zowel in de thuissituatie als op school aangepakt’
Ongeoorloofd schoolverzuim is sinds de start - acht jaar geleden – flink afgenomen en de administratieve handelingen rondom aan- en afwezigheidregistratie zijn sterk verbeterd. Daarmee is De Meldkamer een groot succes. De Splitting heeft twee Meldkamers (voor de onder- en bovenbouw) en die bevinden zich op een zo centraal mogelijke plek in de school. Drie Meldkamerfunctionarissen registreren dagelijks de absenten, de te laatkomers en ziekmeldingen. ‘Die krijgen we dagelijks door van de docenten die afwezigheid ieder lesuur registreren’, vertelt Beijleveldt. ‘Alle afwezigheid - geoorloofd en ongeoorloofd - handelen we af. We vangen daarnaast leerlingen op die uit de les gestuurd zijn en registreren ze. Alle gegevens verwerken we in het systeem zodat we een goed beeld hebben van ons verzuim.’ Als een leerling zich moet melden bij de Meldkamer, staat hun naam ’s ochtends op een lijst. ‘Hoewel dit heel streng overkomt, is de kern juist onze persoonlijke aanpak. Leerlingen weten dat er op ze wordt gelet en uit onderzoek blijkt dat ze zich veiliger voelen. Dat is een mooi resultaat.’ De medewerkers op de Meldkamer hebben veelvuldig contact met ouders. ‘We stellen hen van elk verzuim op de hoogte. Dat doen we per brief en telefonisch. Het blijkt nogal eens dat ouders van niets weten en ze waarderen ons signaal, zodat ze zelf ook actie kunnen ondernemen. Hierdoor wordt het verzuim zowel in de thuissituatie als op school aangepakt.’
Marijke Beijleveldt tel. 0512 - 305 752 e-mail:
[email protected] www.csgliudger.nl
Meldkamer
CSG Liudger
Vervolgstappen Is er langer of herhaaldelijk sprake van ongeoorloofd verzuim, dan bespreekt de Meldkamer dat met de mentor en/of teamleider. Die doet, afhankelijk van de situatie, vervolgens een melding bij de leerplichtambtenaar of brengt de leerling in bij het Zorg Advies Team. Door de Meldkamer is de samenwerking met de leerplichtambtenaar sterk verbeterd, zegt Beijleveldt. ‘Door de nauwe samenwerking creëren we een sluitend vangnet voor beginnend verzuim. En we hebben probleemgevallen nu ook eerder in beeld, waardoor deze leerlingen sneller in een begeleidings- of hulpverleningstraject kunnen instromen.’
35 35
THEMA C OPVANG VOORZIENINGEN
één kind, één plan
Rebound Plus
EÉNKINDÉÉNPLAN
één kind, één plan
Zwaagwesteinde Mee eens of niet mee eens? ‘Boeken lezen en nieuwe dingen leren is iets voor watjes.’ ‘Mezelf ontwikkelen vind ik grote onzin.’ ‘Vandaag is vandaag, wat later komt zien we dan wel weer.’ Jongeren die aangemeld worden bij Rebound Plus vullen net als hun ouders, docenten én een vriend(in)/ klasgenoot een uitgebreide vragenlijst in. Deze geeft een volledig beeld van de leerling die vervolgens in deze voorziening op een bijzondere manier wordt geholpen.
‘Als het op school niet goed gaat met een leerling, zoeken wij verder naar de achterliggende problematiek, zodat we begeleiding op maat kunnen bieden’, zegt Pyt Nauta, coördinator van het samenwerkingsverband 3.02 (regio Noordoost Friesland). Hij is één van de initiatiefnemers van Rebound Plus in Zwaagwesteinde. Leerlingen op het vmbo met specifieke kindkenmerken als bijvoorbeeld ADHD, met problemen thuis en op school én problemen op het gebied van vrije tijd worden in Rebound Plus op een speciale manier begeleid. Het maatschappelijk werk, jongerenwerk en onderwijs werken nauw samen en hebben één aanpak ontwikkeld. Jongeren worden tijdelijk uit het reguliere onderwijs gehaald en het team professionals van Rebound Plus begeleidt hen intensief op drie leefgebieden: de thuissituatie, vrije tijd en onderwijs. Vaak kunnen de jongeren na deze begeleiding weer terug naar hun eigen school om daar de gelegenheid te krijgen een diploma te halen.
Streven naar een zo groot mogelijke kwaliteit van bestaan
Pyt Nauta tel. 0519 - 229 630 e-mail:
[email protected] www.swv302.nl
Kwaliteit van bestaan ‘Onze aanpak is uniek in Nederland’, zegt Nauta. ‘We stellen een integraal handelingsplan op, waarmee we op verschillende leefgebieden werken aan hetzelfde doel. Natuurlijk is er soms ook deskundigheid nodig van andere professionals zoals VNN, dan betrekken we deze zorg er bij. We streven naar een zo groot mogelijke kwaliteit van bestaan van kinderen. Ouders zijn hierbij belangrijke gesprekspartners voor ons. Zij zijn immers de belangrijkste personen in het leven van kinderen en de manier waarop zij opvoeden, heeft directe invloed op de kwaliteit van bestaan van hun kinderen.’ Covey Rebound Plus wil de persoonlijke effectiviteit van kinderen en ouders verhogen. ‘Hiervoor werken we met een methode die onder andere geïnspireerd is op het gedachtegoed van Stephen Covey, ontwikkeld door Rommy Schaap van Stenden Hogeschool. Jongeren leren hiermee persoonlijk effectief te zijn: ze leren hoe zij zelf zaken kunnen oppakken om iets te bereiken. De vragenlijsten waarmee we werken, vormen de basis voor een persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin de doelen van leerlingen staan. Hier werken we met allen partijen aan.’
39 39
THEMA D VERSTERKING IN- EN EXTERNE ZORGSTRUCTUUR
e e n l u i s t e re n d o o r
Schoolmaatschappelijk werk
EENLUISTERENDOOR
een luisterend oor
op VO-scholen Fultura Depressieve klachten, seksueel misbruik, problemen thuis, pesten, faalangst… Leerlingen van de scholen binnen samenwerkingsverband Fultura gaan met allerlei problemen naar de schoolmaatschappelijk werker toe. ‘Door de laagdrempeligheid komen problemen eerder in beeld en kunnen we sneller hulp bieden’, zegt Marjan van Maasakker, regiocoördinator van Fultura (Zuidwest-Fryslân). ‘Dat maakt het schoolmaatschappelijk werk – SMW – van onschatbare waarde.’
Marjan van Maasakker: ‘Een belangrijke succesfactor is dat de voorziening heel laagdrempelig is. Jongeren kunnen zo binnen lopen en dat doen ze ook. Dat komt doordat het SMW binnen de meeste aangesloten scholen een vaste plek heeft binnen de school. De schoolmaatschappelijk werker wordt steeds meer een bekend gezicht en jongeren weten dat ze hier terecht kunnen voor maximaal vijf gesprekken. Ook vervult het SMW een belangrijke brugfunctie tussen de school en de thuissituatie. We zien dat het contact tussen school en de thuissituatie sterk verbeterd is. Als er iets aan de hand is, betrekken we de ouders gelijk. Dat is vanzelfsprekend geworden. De mensen van Timpaan Welzijn, die SMW in onze regio uitvoeren, zijn daar goed in. Bovendien is er de mogelijkheid om SMW in te zetten bij de 10 minuten gesprekken op school.’ Vaste plek ‘Natuurlijk lopen de hulpvragen en de onderliggende problematiek erg uiteen. Daarom is het belangrijk dat scholen een goede samenwerking hebben met externe zorgpartners zoals bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, schoolarts, algemeen maatschappelijk werk, thuiszorg, gezinscoach en GGZ. Maar ook binnen de school is de samenwerking van groot belang. Zo neemt de schoolmaatschappelijk werker deel aan de interne zorgteams en het Zorg Advies Team. Doordat de schoolmaatschappelijk werker steeds meer een vaste plek krijgt binnen de organisatie, komen docenten en mentoren ook binnenlopen met vragen. Ze kunnen hun zorgen over een leerling voorleggen en tips vragen. Zo kunnen we steeds beter inspelen op de zorgvragen van kinderen.’
Marjan van Maasakker tel. 0515 - 560 921 e-mail:
[email protected] www.fultura.nl
‘We kunnen steeds beter inspelen op de zorgvragen van kinderen’
Effecten ‘Wij zijn ervan overtuigd dat SMW voortijdig schooluitval voorkomt. Dat kunnen we natuurlijk niet helemaal in concrete cijfers uitdrukken, maar we zien het effect. Kinderen geven eerder een signaal af en dit wordt sneller opgepakt. Daarnaast hebben we binnen het ZAT beduidend minder jongeren op de lijst. Dat is een prachtig resultaat. We gaan ervan uit dat de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin goede kansen biedt voor de verdere ontwikkeling van SMW binnen de scholen. Met meer uren kunnen we het SMW nóg zichtbaarder en laagdrempeliger maken en ook binnen zorgteams meer gebruik maken van de kennis en ervaring.’
43 43
m e t a n d e re o g e n n a a r l e e r l i n g e n k i j k e n
OGENNAARLEERLINGENKIJKEN met andere ogen naar leerlingen kijken
Een persoonlijk contact met leerlingen. Dat is het belangrijkste kenmerk van de zorgstructuur binnen ROC Friese Poort. Onderdeel hiervan is het Bureau TAB (Traject, Advies en Begeleiding) dat fungeert als een schakel tussen onderwijs en hulpverlening. Jongeren kunnen hier terecht met vragen of problemen op het gebied van onder andere beroepskeuzebegeleiding, sociale vaardigheden, faalangst- en studiebegeleiding en dyslexie.
‘We kunnen veel van elkaar leren’
Zorgstructuur
ROC Friese Poort Minke van der Meulen-Heida tel. 06 - 440 221 49 e-mail:
[email protected] www.rocfriesepoort.nl
‘Wij zijn ervan overtuigd dat een vroegtijdige signalering van de problemen van deze jongeren en een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak de kans vergroot dat zij hun schoolloopbaan met succes kunnen afronden. Daar is onze hele zorgstructuur op gericht’, zegt coördinator Minke van der Meulen-Heida. Als een deelnemer, zoals de leerling genoemd wordt, vragen of problemen heeft, komt hij of zij eerst bij de Beroepsopleiding en daarna eventueel bij Bureau TAB terecht. Dit is een laagdrempelige voorziening binnen de locaties van ROC Friese Poort waar jongeren zelf binnen kunnen lopen. Ongeveer 25 procent van de deelnemers komt met een vraag bij Bureau TAB terecht. ‘We bieden ondersteuning, maar fungeren ook voor deelnemers met een complexere problematiek als schakel tussen onderwijs en hulpverlening. Is er externe deskundigheid nodig, dan wordt deze zorg in huis gehaald. Belangrijk is dat docenten vroegtijdig signaleren en eventuele problemen niet zelf proberen op te lossen.’ Visie Als ondanks alle inspanningen van Bureau TAB de ondersteuning vastloopt, komen de jongeren bij TAB-coördinator Minke van der Meulen-Heida terecht, die hen vervolgens inbrengt bij het Zorg en Advies Team (ZAT). ‘Wij kiezen voor een interdisciplinaire aanpak en de benutting van de specifieke expertise en diensten van externe instanties. Via onze geïntegreerde aanpak krijgen jongeren snel een maattraject aangeboden.’ Coachen en begeleiden Een goede zorgstructuur opbouwen is volgens de coördinator voor veel scholen nieuw. ‘Er is vaak nog weinig visie richting zorgleerlingen. Het belangrijkste is dat we ons steeds meer gaan richten op coachen en begeleiden. Dat betekent dat we met andere ogen naar deelnemers gaan kijken. Het ZAT is zo verrijkend! Door met elkaar, vanuit de eigen deskundigheid, te praten over de problematiek, leer je veel van elkaar. We ontwikkelen binnen de school steeds betere voelsprieten, zodat we problemen sneller kunnen signaleren. We willen jongeren nog eerder binnen het ZAT krijgen. Vandaar dat we binnen de scholen werken aan een signaleringsinstrument, waardoor docenten onderbuikgevoelens beter leren herkennen.’
45 45
werken aan een succesvolle toekomst
EENSUCCESVOLLE TOEKOMST werken aan een succesvolle toekomst
RMC regio Fryslân Noord zet sinds 2000 twee consultatieteams in waarin allerlei professionals vertegenwoordigd zijn: de eerste richt zich op leerlingen tot 18 jaar, de tweede richt zich op jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar. ‘Wij gaan verder waar de zorgstructuur binnen de school ophoudt’, zegt Feikje Gjaltema, teamleider Leerlingenzorg van de gemeente Leeuwarden. ‘Bovendien vinden we dat 18-plussers met meervoudige problematiek en zonder startkwalificatie nog niet losgelaten mogen worden.’
Waarom twee consultatieteams? ‘Alle jongeren moeten straks als zelfstandige burgers kunnen functioneren in de maatschappij. Dat gaat verder dan alleen het behalen van een startkwalificatie. Om jongeren met meervoudige problematiek écht te helpen, moeten we werken aan alle problemen die dit zelfstandig deelnemen aan de samenleving in de weg kunnen staan. En de problematiek houdt niet op bij 18-jarige leeftijd. Ook als de leerplicht niet meer geldt, willen we jongeren helpen om te werken aan hun toekomst. Dat is een politieke keuze. Vandaar dat we een speciaal team inzetten voor 18-plussers. Dit team is uniek in Nederland. Deze groep vereist een andere aanpak die meer gericht is op motiveren en coaching.’
‘Wij richten ons niet alleen op het behalen van een startkwalificatie’
Consultatieteams RMC
regio Fryslân Noord
Feikje Gjaltema tel. 058 - 233 84 66 e-mail:
[email protected] www.rmcfryslannoord.nl
Wanneer komen jongeren bij de teams terecht? ‘We richten ons op jongeren voor wie de toekomst is bedreigd door complexe en meervoudige problematiek. Als blijkt dat de problematiek schooloverstijgend is en té complex is voor de zorgteams op scholen, meldt de leerplichtambtenaar deze jongere bij ons team. Jongeren boven de 18 jaar worden soms via de school, maar meestal via zorginstellingen bij ons aangemeld. Het kan bijvoorbeeld gaan om jongeren die door verslavingsproblematiek schulden hebben, overlastgevend gedrag vertonen en uit huis gezet dreigen te worden.’ Hoe ziet het traject eruit? ‘De professionals uit het consultatieteam voor jongeren tot 18 jaar brengen de problematiek in kaart, zetten een passend traject uit en geven advies aan de leerplichtambtenaar. De jongeren worden wekelijks in het teamoverleg besproken tot hun situatie verbetert. Het consultatieteam voor jongeren vanaf 18 jaar verloopt net iets anders. Het analyseteam brengt de problemen in kaart en stelt een trajectplan op waarin de betrokken hulpverleners afspraken met elkaar maken over het traject. In het uitvoeringsteam zitten de professionals die het hulpverleningstraject uitvoeren. Ze werken op alle leefgebieden waar problemen zijn en stemmen de zorgtrajecten af. Juist in deze afstemming zit de kracht. Door intensief met elkaar op te trekken kun je een goede sluitende aanpak creëren en op alle gebieden werken aan oplossingen.’
47 47
niet praten, maar aanpakken
De integrale aanpak in
NIETPRATENMAARAANPAKKEN niet praten, maar aanpakken
in Zuidwest-Fryslân Jacomien Velthuis tel. 0515-485391 e-mail:
[email protected] www.sneek.nl
Zuidwest-Fryslân is landelijk koploper in het terugdringen van voortijdige schooluitval. ‘We geloven in Zuidwest in samenwerken, samen vanuit integraal jeugdbeleid,’ zegt Jacomien Velthuis, RMC-coordinator a.i. van de regio Zuidwest-Fryslân. Een breed netwerk van bij jeugd betrokken instanties gaat er hier voor om niet alleen voortijdige schooluitval, maar ook maatschappelijke uitval zoveel mogelijk te voorkomen.
‘We hebben elkaar echt nodig om te kunnen bouwen aan passende trajecten, begeleiding en zorg op maat’, vertelt Jacomien Velthuis. ‘Misschien is het geheim van het succes van ZuidwestFryslân dat in elke bij jeugd betrokken organisatie mensen werken die een soort natuurlijke stuwende kracht hebben. In de zorgstructuur in en rond het onderwijs zie je dat bijvoorbeeld in het zorgadviesteam van het samenwerkingsverband Fultura.’
Vuur Volgens Velthuis is betrokkenheid de kern van het succes. ‘Vaak zie je dat in de top van organisaties projecten worden bedacht, waarvan tegen de tijd dat ze de werkvloer bereiken, het vuur al gedoofd is. Hier komt het vuur van onderaf. Deze energie vormt samen met de mentaliteit van “niet praten, maar aanpakken” een sterke motor in de samenwerking. Zo kun je daadwerkelijk het belang van het kind boven het organisatiebelang stellen.’ En als er dan toch iemand tussen wal en schip valt, dan bevragen de partijen elkaar. ‘We werken met een open blik, deskundigheid en enthousiasme. Daarmee boeken we goede resultaten.’
‘Het vuur komt van onderaf’ De samenwerkingspartners binnen Zuidwest-Fryslân
Zelfreflectie Bij een sluitende aanpak om voortijdig schoolverzuim te voorkomen is het belangrijk om recht te doen aan ieders deskundigheid, vindt Velthuis. ‘En die deskundigheid de ander ook te gunnen. Jeugd- en jongerenproblematiek staat in het centrum van de belangstelling en maakt dat er een golf van initiatieven en projecten over het land en dus ook de provincie spoelt. Uit onderzoek blijkt dat het effect van losse projecten niet groot is. Het is daarom de kunst om al die mooie projecten te verankeren in een hele aanpak. Daar slagen we hier heel aardig in en daar zijn we trots op. Maar zelfreflectie is belangrijk. Natuurlijk valt ook in deze regio wel eens een gat. Het is belangrijk elkaar kritisch te bevragen, het vuur op te porren. Het kan er dan weleens heftig aan toegaan, maar dat is prima om de boel wakker en scherp te houden.’
49 49
drie worstelingen
DRIEWORSTELINGEN
drie worstelingen
De zestien portretten laten zien wat je met visie, passie, enthousiasme en daadkracht kunt bereiken binnen het complexe krachtenveld van de vele regelingen, partijen en beleidsterreinen. De betrokkenen bewijzen allemaal dat de wil om jongeren een goede toekomst te bieden, partijen verbindt en mooie resultaten oplevert. Naast de succesfactoren kwamen ook enkele worstelingen naar voren, ontstaan door deze complexiteit. Ter afsluiting belichten we drie worstelingen op micro- (school), meso- (regionaal) en macroniveau (landelijk). Microniveau: toename taken versus beschikbare tijd Scholen kampen met een hoge werkdruk, die alleen maar toeneemt. Schoolleiders, leerkrachten en mentoren hebben hun handen vol aan lesgeven en opvoeden. De problematiek van leerlingen wordt complexer en ook daarin hebben scholen een belangrijke taak. Hoe zorg je dat al deze taken goed uitgevoerd kunnen worden? Er zijn grenzen aan deskundigheid en tijd. Het is daarom belangrijk dat er een goede zorgstructuur gerealiseerd wordt, waar de zorgtaken bij professionals komen te liggen.
Mesoniveau: Inhoud tegenover tellen Scholen worden afgerekend op kwantitatieve uitstroom. Elke “behouden” leerling levert geld op. Maar het aantal zorgleerlingen wisselt sterk per school en per schooljaar en ook de omstandigheden verschillen sterk. Enkel en alleen naar uitstroomcijfers kijken, zegt daardoor niks over de inspanningen die verricht zijn om uitval te beperken. Is het reëel om een school af te rekenen op harde cijfers als juist deze school meer dan gemiddeld investeert in risicoleerlingen? Wat zeggen cijfers dan eigenlijk als je de inhoud achter de cijfers niet kent?
Het is belangrijk dat er een goede zorgstructuur gerealiseerd wordt
Macroniveau: Korte versus lange termijnaanpak Creëren we met oplossingen van vandaag geen problemen voor de toekomst? De korte termijnaanpak en snel willen scoren, lijkt mede door de projectsubsidies op dit moment meer prioriteit te hebben dan lange termijnoplossingen. Terwijl een complex vraagstuk als schoolverzuim uitgebreide analyses en structurele oplossingen nodig heeft. Sommige jongeren gaan liever aan het werk dan naar school. Maar wat gebeurt er met jongeren die dankzij een traject aan het werk zijn gegaan als de markt verslechtert?
51 51
Colofon Gedrevenheid en daadkracht: De Friese aanval op schooluitval is een gezamenlijke uitgave van Provincie Fryslân en de Friese RMC-regio’s. Eindredactie Anneke Bodewitz, Provincie Fryslân Samenstellers Zwana de Vries, Partoer CMO Fryslân Ester Mijnheer, Groot Haar + Orth, communicatieadviesbureau Redactiecommissie Anneke Bodewitz, Provincie Fryslân Karin Kooijman, RMC De Friese Wouden Baukje de Jager, RMC Fryslân Noord Jacomien Velthuis, RMC Zuidwest Friesland Sjoerd Smit, projectcoördinator programmagelden VSV Vormgeving Klaas Pot, Provincie Fryslân Fotografie Fotobureau Hoge Noorden Oplage xxx
Voor meer informatie Uitgebreide informatie over de praktijkvoorbeelden en contactgegevens vindt u op de website: www.ikpjeugdengezin.nl, Fries project Voortijdig Schooluitval. Februari 2010
53 53