Pinksteren: de Geest waait Kristin Vanschoubroek Viering, 19 mei 2013 Pinksteren: van vertwijfeling naar vertrouwen, van persoonlijke liefde naar universele liefde, van angstig schuilen naar op weg gaan.
Welkom Ik ben heel blij dat ik in deze viering van Pinksteren mag voorgaan. Ik hou veel van dit feest van de Geest. Reeds als kind had ik er voeling mee. Pinksteren was het sluitstuk van een lange, intense periode: we hadden de vasten gehad, de Goede Week waarin het lijden centraal stond, Pasen als feest van de opstanding, Hemelvaart, en nu Pinksteren. Nu kon de zomer echt beginnen. Nu was het tijd om voluit te leven. Pinksteren was het feest van de voltooiing. Ook de natuur was helemaal open gekomen, in volle bloei. De rode kazuifel van de priester paste daar helemaal bij, bij vruchtbaarheid en rode vruchten. Ik hou van het vieren van hoogdagen omdat ik geloof in samengebalde kracht. Als we met veel mensen samen feesten, van over de hele wereld, over de verschillende generaties heen, door de eeuwen heen, om de spirituele betekenis van diepgaande menselijke processen te vieren, dan creëren we verbondenheid en een veld van liefde. Het is een remedie tegen verzuring en individualisme. Daarom ben ik heel blij dat jullie hier zijn, en dat we samen het feest van de Geest kunnen vieren. We steken het vuur aan, we verbinden ons met de grote Geest, die ook La Verna in het leven heeft geroepen en die ons hier samenbrengt. We steken de kaars aan opdat de liefdeskracht in ons allen zou werken en opdat ieder van ons tijdens deze viering ‘be-Geesterd’ zou worden. We zullen tijdens deze viering ook veel zingen. Zingen wekt de Geest op. Het brengt ons in verbinding met een bewustzijn dat verder gaat dan ons denken en onze emoties. Zingen, en vooral het zingen van mantra's, brengt ons in verbinding met het eeuwige NU. En dat is helend.
Inleiding Pinksteren is het feest van de Geest. We kennen de Geest vanuit de christelijke traditie, vooral vanuit het kruisteken: in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Geest is de derde goddelijke kracht. De Vader (en ik zou er ook willen aan toevoegen de Moeder) is de eerste kracht en staat voor de scheppende kracht. De Zoon (en ook de Dochter) is de tweede kracht en staat voor de geschapene (de mens) of het geschapene 1
(dieren, planten en alles wat op aarde is). De Geest is de derde kracht, de inspiratie, de kracht die de scheppende kracht en het geschapene met elkaar verbindt. Misschien kan dit wat abstract lijken. Straks zal het wellicht duidelijker worden. Het woord ‘geest’ komen we tegen in vele woorden en uitdrukkingen. We zeggen bijvoorbeeld: ‘dat is een geestig iemand’ (iemand met gevoel voor humor), of ‘die is begeesterd’ (hij zit vol vuur, bezieling, gloed), of ‘zij spreekt met geestdrift’ (bevlogen, bezield, vurig), of ‘hij heeft een rijk geestelijk leven’ (het is iemand met veel diepgang). ‘Enthousiasme’ is ook een woord dat past bij de geest. Het woord ‘enthousiasme’ betekent in oorsprong 'het één zijn met God'. Als we enthousiast zijn, is ons hele zijn erbij betrokken, ons lichaam, ons voelen, ons denken en ons hart.
Duiding en Bijbelverhaal Ik zei daarstraks al dat Pinksteren het sluitstuk is van een reeks feesten, de afronding van een heel verhaal. Je kan Pinksteren maar begrijpen als je het geheel ziet. Daarom wil ik graag vertellen wat voor mij de spirituele betekenis is van de verschillende feesten waar Pinksteren het eindakkoord van uitmaakt. Goede Vrijdag Op Goede Vrijdag wordt Jezus gedood. Hij sterft aan het kruis. De kruisdood was een schandelijke dood. De leerlingen zijn diep ontgoocheld: Jezus zou redding brengen. In plaats daarvan sterft hij als een misdadiger, smalend ‘de koning der Joden’ genoemd. Voor hen is deze dood het absolute einde: het verlies van hun meester en vriend, maar ook van hun droom, het verlies van datgene waar ze alles hadden voor opgegeven. Behalve Maria en Johannes, die bij het kruis bleven, hebben ze allen de benen genomen. Pasen Drie dagen na de dood van Jezus worden zijn leerlingen zich ervan bewust dat hun goede vriend Jezus niet dood is, dat hij verder leeft. Het is niet toevallig dat Maria Magdalena als eerste ontdekt dat Jezus verder leeft. Zij had een diepe spirituele verbinding met hem. Ook de apostelen volgen in deze ervaring. Ze voelen allen dat Jezus met hen is, dat hij hen spiritueel niet verlaten heeft. Zijn fysieke lichaam mag dan wel gestorven zijn, in vele tekenen en ontmoetingen zien ze hem, voelen ze hem, ervaren ze zijn aanwezigheid. Ze voelen zich diep verbonden met hem. Hij duikt op onverwachte momenten op. Deze ervaring is herkenbaar. Ik herinner mij dat ik enkele dagen nadat mijn vader was gestorven heel goed zijn essentie aanvoelde. Ik voelde zijn wezen heel dicht bij mij en ik kon mij ermee verbinden. Ook toen mijn schoonmoeder stierf, schreef ik na drie dagen een tekst over haar die mij als het ware werd ingegeven en waarbij ik voeling had met haar wezen. Na iemands dood kan je soms beter dan tijdens het leven zelf begrijpen wat de diepere betekenis van het leven van die persoon was. Je komt als het ware in een andere, een zuiverdere verbinding. Na de dood voelen sommige mensen heel sterk de aanwezigheid van de overleden persoon aan. Ik hoor soms vertellen dat ze in verschillende tekens voelen dat iemand na de dood nog bij hen is, ook zelfs lijfelijk, en hen steun geeft, of een boodschap doorgeeft of een teken geeft. Ikzelf voel het zo aan dat de ziel van de overledene nog niet
2
onmiddellijk weg is, dat ze nog gedurende een hele tijd dicht bij de mensen hier op aarde kan blijven. Hemelvaart Nu terug naar het verhaal van Jezus. Gedurende een periode van veertig dagen ervaren zijn leerlingen zijn aanwezigheid. Ik leerde in de kabbalah dat veertig een symbolisch getal is en staat voor een lange tijd. De leerlingen leven een lange tijd in de aanwezigheid van hun vriend en meester. Tot het moment van de Hemelvaart. De Bijbel vertelt dat Jezus na veertig dagen ten hemel wordt opgenomen. De Hemelvaart wordt beeldrijk beschreven. We kunnen het volledig voor ons zien: een plaats in de natuur met Jezus en zijn apostelen en Jezus wiens voeten van de grond loskomen en die helemaal naar de hemel opstijgt. De Bijbel is rijk aan symboliek. Ik vind het een kracht van de Bijbelverhalen dat er een manier wordt gevonden om iets dat niet rationeel uitgedrukt kan worden, toch voor te stellen aan de hand van beelden. Mij helpen die beelden om het innerlijk proces te verstaan. Jezus stijgt op ten de hemel en hij zegt: “Ik ga heen naar de Vader. In het huis van de Vader zijn vele kamers. Ik ga heen om jullie een plaats te bereiden.” Zijn ziel vertrekt, hogerop, naar het licht. Het betekent dat zijn taak op aarde nu echt is volbracht. De ziel van Jezus gaat nu helemaal naar het licht. Hij versmelt met het licht. Hij wordt licht. Hij verdwijnt in hogere sferen. Zijn spirituele aanwezigheid op aarde wordt nu helemaal teruggetrokken. De apostelen weten niet wat er gebeurt. Ze staren hem na... “Ga en verkondig mijn boodschap,” heeft Jezus hen nog gezegd. Hij geeft hen een teken dat het niet langer nodig is aan hem gehecht te zijn, maar dat de tijd rijp is om zijn boodschap te verspreiden en ze waar te maken tussen de mensen. Ze moeten niet langer naar boven kijken, hij nodigt hen uit naar elkaar te kijken, naar de mensen, naar de samenleving. Daar kunnen ze zijn boodschap van liefde waarmaken. En hij belooft hen dat ze dit niet alleen moeten doen, dat ze hulp zullen krijgen, dat hij hen de geest zal zenden. Maar de apostelen begrijpen het niet. Voor hen sterft hun geliefde vriend en meester voor de tweede keer. Op Goede Vrijdag zijn ze hem verloren door de fysieke dood. Nu verliezen ze ook zijn spirituele aanwezigheid. Nu voelen ze zich echt verlaten. Wie gaat nu hun verlangen, hun droom over een betere wereld voeden? Ze moeten het nu zelf doen. Maar ze kunnen het niet. Angst en eenzaamheid overvallen hen. Ze sluiten zich op en blijven angstvallig bij elkaar. Ze voelen zich in een uitzichtloze situatie. Hun adem is afgesneden, ze durven niet leven. Ze houden zich ook angstvallig verborgen en durven de wereld niet in. De schrik om herkend te worden als metgezel van Jezus, slaat toe. Misschien riskeren ze wel hun leven als ze zich bekennen tot een vriend van hem. Nu hij er niet meer is, is hun vertrouwen volledig zoek. Het enige wat ze kunnen doen is samenzitten. Ook de vrouwen zijn erbij: Maria en Maria Magdalena. In elkaars aanwezigheid zijn, dat is nog het enige dat een beetje troost kan geven. Ook dit is herkenbaar voor ons. Ook wij kunnen na een verlies, een tegenslag of iets dat nog moet ontluiken maar nog niet rijp is, een impasse doormaken, een periode van niet meer vooruit of achteruit kunnen. Het is vaak een heel lastige periode. Je kan immers niets doen. Het is ook vaak een periode van angsten, precies omdat alles vastzit. Het stroomt niet. Het
3
leven binnenin je lijkt gestrand. Ook al weet je dat er zoveel te doen is, als je in ademnood bent, lukt het niet om zaken aan te pakken. Zo'n impasse is vaak een noodzakelijke periode. Het is soms de enige mogelijkheid om het rijpingsproces binnenin zich te laten voltrekken. Wat een beetje kan helpen is, net als bij de apostelen, samenzijn met mensen die begrijpen waar je doorheen gaat, of sterker nog die hetzelfde doormaken. Die verbondenheid en solidariteit is soms het enige dat je kan rechthouden. Pinksteren Het verhaal gaat voort. Nu komt Pinksteren. Het joodse pinksterfeest werd in die tijd al gevierd, vijftig dagen na het joodse paasfeest. De joden herdachten het moment waarop Mozes, ook door de kracht van de Geest, de tien geboden ontving op de Sinaïberg. De tien geboden waren richtlijnen voor het volk om uit de slavernij te geraken en hun tocht naar het Beloofde Land verder te zetten. Het verhaal van Mozes en dat van Jezus zijn parallelle verhalen. Daar waar Mozes zijn volk naar het Beloofde Land leidde, een concreet grondgebied, leidt Jezus zijn volk naar het Rijk Gods dat spiritueel is. Maar nu terug naar het feest van Pinsteren bij de volgelingen van Jezus. Te midden van hun uitzichtloosheid gebeurt er iets... De komst van de Heilige Geest Toen de dag van het pinksterfeest aanbrak, waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de Heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. [...] Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: 'Ze zullen wel dronken zijn.' (Handelingen 2, 1-8, 12)
Deze Bijbeltekst komt uit de ‘Handelingen van de apostelen’. Men gaat ervan uit dat de evangelist Lucas de auteur ervan is. Hij was arts en stond bekend om zijn mededogen. Hij schrijft op een plastische wijze over de komst van de Geest. Ook hier helpen de beelden om iets wat met het blote oog niet te zien is aanschouwelijk te maken. Hij spreekt over wind, over vlammen, over vuurtongen, allemaal beelden om iets uit te drukken wat niet hoort bij de tastbare wereld. Met dit verhaal van Pinksteren wordt ons duidelijk gemaakt dat er een kracht is die van ons bezit kan nemen, onverwacht en hevig. En dat die kracht transformerend is. Vuur staat voor transformatie en zuivering, tongen staat voor spreken, voor weer stem krijgen, wind staat voor een energie die ons vooruit duwt en in beweging zet. 4
Deze kracht komt nu te midden van de apostelen en is zo ingrijpend dat hun hart en hun keel er helemaal van opengaan. De liefdeskracht die ze in Jezus hadden gezien en die ze hadden zien verdwijnen, komt vanuit de hemel terug en krijgt doorheen hun kruin nu helemaal toegang tot in hun diepste wezen. Wij zouden nu zeggen: al hun chakra's gaan open. Een diepe ervaring van liefde doorstraalt hen helemaal. En hun zielen beginnen te spreken, zonder schroom of schaamte, over de ware kracht van de liefde. De apostelen zijn nu ook bevrijd van hun angst, ze openen de deuren en gaan de straat op. Aan al wie het horen wil, verkondigen ze de boodschap van liefde. Ze zijn bij hun eigen missie, hun zending gekomen. Het universele van hun boodschap wordt uitgedrukt door de woorden: alle mensen verstonden de boodschap in hun eigen taal. In die tijd leefden er in Jeruzalem namelijk Joden die afkomstig waren uit verschillende gebieden. Jeruzalem was een stad van vele volkeren en vele talen. En plots kwam daar een boodschap die iedereen verstond. Liefde verbindt mensen en overstijgt de verschillen. De apostelen spreken met zoveel overgave en vreugde dat sommigen mensen die het niet begrijpen, zich afvragen of ze niet dronken zijn. Misschien wel, maar dan dronken van liefde... De liefde die de apostelen voelden voor de persoon van Jezus heeft zich getransformeerd naar universele liefde. Nu gaan ze echt aan de slag. Ze gaan naar de mensen. Er zijn verhalen over genezingen, over wonderen, die ze nu zelf kunnen verrichten. Ze zijn één geworden met hun goddelijke natuur, niet langer afgescheiden van de bron. Ze zijn als het ware opnieuw geboren, niet alleen in hun fysieke lichaam maar ook in de Geest. Ook dit kunnen we herkennen. Op een bepaald moment kunnen we een kracht voelen in ons die ons kan vullen en vervullen, een kracht die tot dan ongekende kamertjes van ons innerlijk huis schoonveegt en er leven aan geeft. Soms maakt die kracht schuddend en bevend bezit van ons en is het een intens emotioneel gebeuren, andere keren is het meer een geleidelijk proces, als een smeulend vuur dat ons onderhuids transformeert. De intensiteit en de wijze waarop die kracht zich in ons manifesteert, is voor ieder van ons uniek. Ieder gaat een eigen weg. Het is kracht waar we na verloop van tijd iets mee moeten doen, want als we er niets mee doen, dan zijn we ten dode opgeschreven. Als je liefdeskracht in jezelf voelt, maar je brengt ze niet naar buiten, dan kan ze tegen jezelf gaan werken en kan je bijvoorbeeld depressief worden, of ten prooi vallen aan slapeloosheid of rusteloosheid, ... Het beleven van die kracht is het echte leven en geeft ons leven. Het gaat erom dat we in verbinding blijven met de Bron van Liefde en dat we van daaruit gaan leven. Het is ook de kracht die ons in staat stelt om anderen te helpen om tot genezing te komen. Deze getuigenis wil ik graag eindigen met een pinksterervaring van mijn moeder. Mijn moeder was vorige zondag bij ons thuis en ik vertelde over de voorbereiding van de viering. Ze zei: “Pinksteren is voor mij ook een heel mooi feest, want ik herinner mij dat ik op de eerste Pinksteren na het overlijden van papa weer moed kreeg, dat ik voelde dat we ons er als gezin doorheen zouden slaan, dat het ons zou lukken.” 5
Mijn vader was gestorven op 3 maart van dat jaar, nu veertig jaar geleden. Mijn moeder beleefde die eerste Pinksteren na de dood van haar man als een dag van heropstanding. En tot slot nog dit. Deze tijd is misschien wel het tijdperk van de Geest, van het bewustzijn dat we God niet buiten ons moeten zoeken, maar dat we de weg naar binnen mogen gaan om daar onze eigen goddelijkheid te ervaren. Ons ego, onze persoonlijkheid wordt dan het instrument om ons diepste zijn, de echte belangeloze en universele liefde, in de wereld te brengen. We mogen de taal van het hart spreken in het vertrouwen dat die zal worden begrepen.
6