pilot projectvoorstel Preventieve en vroegtijdige inzet ZAT Versie 1 oktober 2013 Inleiding Alle kinderen en jongeren in ons land verdienen een passende onderwijsplek. Dat geldt in het bijzonder voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Leraren, onderwijsondersteunend personeel, schoolleiders en schoolbesturen staan gezamenlijk voor de taak om dat waar te maken. Samenwerking met de jeugdketen wordt voor alle onderwijssectoren verplicht. Schoolbesturen krijgen de plicht om problemen die niet uitsluitend het onderwijs betreffen vroegtijdig te signaleren en daar actie op te ondernemen.(Uit Referentiekader Passend Onderwijs - VO-raad januari 2013). Een passende intensieve samenwerking met specialistische hulp is derhalve gewenst. Gelijktijdig aan de veranderingen in het onderwijs, lopen de ontwikkelingen van de transitie van de jeugdzorg. Alle zorg voor jeugd komt onder regie van de gemeente. De specialistische Jeugd&Opvoedhulp komt daar ook onder te vallen. Het geeft gemeenten de kans om zorg voor jeugd op een andere manier vorm te geven. De opdracht voor Zorg voor Jeugd is om verbinding te zoeken met Passend Onderwijs. De activiteiten voor specialistische jeugdzorg in dat kader is het voorkomen van vroegtijdige schooluitval en vroegtijdig te interveniëren in gezinnen om escalatie en vergroten van problemen te voorkomen. Vorig jaar is het project `preventieve en vroegtijdige inzet ZAT naar voren’ gestart. Vanuit een ingestelde werkgroep met scholen uit het SWV en 5 externe partners ( SOVEE, Zandbergen, GGD,LPA,BJZ ) is onderzocht, op welke wijze de voorgestelde veranderingen gerealiseerd konden worden. Ook de gemeente Amersfoort is betrokken bij de besprekingen. SOVEE als eerstelijns voorziening en Zandbergen, een jeugdzorgaanbieder zijn initiatiefnemers geweest in het verder uitwerken van de werkgroep-uitkomsten. Werkgroepuitkomsten Het blijkt dat scholen 1. vanuit de onderwijsondersteuningsvragen van leerlingen met meer complexe problematiek: behoefte hebben aan vroegtijdige ondersteuning, consultatie en advies vanuit PM 0 (intakeperiode) een snelle doorgeleiding naar (achterliggende) externe partners met voldoende doorzettingsmacht vanuit PM 0 (intakeperiode) wensen een duidelijke verbindingsfunctie wensen vanuit PM 3 (intern zorgteam) en ZAT naar specialistische ondersteuning en hulpverlening, eveneens met doorzettingsmacht.
2. ondersteuning nodig hebben /behoeven, die aanvullend is aan, dan wel de onderwijsopdracht te boven gaat.
Algemene gedachte vanuit het SWV VO (VSO) i.s.m. SOVEE en Zandbergen en Gemeente Amersfoort Vanuit de wens preventief en vroegtijdig de jeugdzorg in te zetten in het onderwijs, is een concept voorstel ontworpen. Daarin is de verbinding gelegd op uitvoeringsniveau tussen jeugdzorg en onderwijs om op deze manier een bijdrage te leveren aan snelle, passende gecoördineerde hulp aan jeugdigen en hun gezinnen. Daarbij wordt gedacht aan het starten met een pilot op een aantal scholen. De pilot is een initiatief van het SWV Eemland, SOVEE en Zandbergen met /in afstemming met GGD, LPA en BJZ en Gemeente Amersfoort. Uitgangspunt is dat hulp snel voor handen is en dat deze zo vroeg en zo licht mogelijk wordt ingezet, uitgaande van de vraag van het kind en zijn/haar gezin. Zo veel mogelijk van die hulp dient te worden uitgevoerd door dezelfde hulpverlener. Hierin wordt het principe 1 kind 1 plan gehanteerd en `doen wat nodig is’, liefst zo dicht mogelijk in en met de directe leefomgeving van het gezin van de jeugdige. Onderdeel van de pilot zal zijn welke functie het ZAT gaat vervullen in de nieuwe situatie na de /vanuit de transitie jeugdzorg. In hoofdlijnen is men tevreden over de huidige ondersteunings- en zorgstructuur en de werking van het ZAT. Toch zal, in het licht van het Passend Onderwijs en de Transitie Jeugdzorg, moeten worden bekeken hoe we de situatie kunnen optimaliseren en versterken. I. De pilot zal plaatsvinden onder aansturing en verantwoordelijkheid van het SWV Eemland. Zandbergen participeert in het Netwerk voor Jeugd waardoor vele vormen van aanvullende specialistische hulp snel beschikbaar zijn.Verder kan SOVEE snel schakelen naar / snelle verbinding maken met de GGD en leerplicht. II. De gerichte beschikbaarheid en snelle efficiënte inzetbaarheid van de professional uit de jeugdzorg (Indicatievrije trajecten) die kan ` doen wat nodig is” is een belangrijke voorwaarde voor de pilots. Zowel in als buiten de school. Voor deze pilots wordt verder afgesproken dat op het moment dat er een indicatie nodig is, deze op de `achtergrond’ met Bureau Jeugdzorg, door Zandbergen geregeld wordt. Bureau Jeugdzorg heeft in deze wel een toetsende rol op het punt van veiligheid. III. Indien er derhalve sprake is van een multi- problemsituatie of complexe ondersteuningsvraag op meerdere leefgebieden van de leerling, kunnen meerdere preventieve en vroegtijdige begeleidingstrajecten direct worden ingezet, ook om uitstroom naar zwaardere vormen van hulp en vroegtijdig schooluitval te voorkomen. De deelnemende partners beschikken over ruime ervaring ten behoeve van het begeleiden binnen het onderwijs c.q. gezinsbegeleiding en opvoedhulp. Voor deze pilots geldt het volgende: SOVEE heeft vooral expertise op licht ambulante ondersteuning en heeft ook al jarenlange ervaring in het werken op scholen. Zandbergen is een expert op specialistische opvoed- en opgroeihulp in.
Projectvoorstel In dit projectvoorstel gaan we achtereenvolgens in op de volgende onderdelen: De uitgangspunten van de pilot De doelstelling,opbrengsten en werkwijze Plan van aanpak Monitoring en evaluatie Uitgangspunten pilot De pilot vindt plaats in het schooljaar 2013-2014 op twee of drie scholen die zich beschikbaar stellen. Het heeft de voorkeur om de pilots binnen verschillende onderwijstypen uit te voeren, zodat ervaring onderwijs-breed kan worden opgedaan. Hierbij valt te denken aan een VMBO, een scholengemeenschap (TL-HAVO-VWO) en praktijkonderwijs (PRO). Voor de inzet van de zorgcoordinatoren stelt het SWV per pilot een vergoeding voor. Te denken valt aan een vergoeding voor 2 u. per week x 40 a E. 50, -- per uur. Als de resultaten vanuit de pilot voldoende ondersteunend zijn voor de scholen, kan gedacht worden aan een vervolg binnen het hele VO onderwijs in Eemland. In onderstaand voorstel werken we dat idee verder uit. We sluiten met dit voorstel ook aan bij het al ingevoerde PM denken binnen de ondersteuningsstructuren van de scholen in het SWV Eemland. In de bijlage staat meer inforamtie over het PM-denken. Bij de uitwerking van de pilot gelden de volgende uitgangspunten: Leerlingen met problemen en hun gezinnen worden snel en effectief geholpen. De vraag van de leerlingen/gezinnen en van de school staan centraal. De pilot wordt uitgevoerd om vanuit de bestaande ondersteuningsstructuren ( ZAT, PM 3 ) te zoeken naar aanvullende, snel inzetbare en preventieve ondersteuning. De pilot wordt uitgevoerd om te onderzoeken wat voor hulp de scholen geboden kan worden in het kader van de zorgplicht en aanmelding aan de poort. De pilot wordt uitgevoerd om samen met de deelnemende scholen te experimenteren rond de transitie op de jeugdzorg en passend onderwijs. Verbinding met sociale wijkteams en specialistische teams (JIT, Menskracht) moet tot stand gebracht worden op een wijze die past bij het onderwijs en bij het wijkgerichte werken. Ook aan andere bekende partners in deze moet worden gedacht zoals GGD en Leerplicht. De experimentstatus van de pilot moet positieve ervaringen bundelen ten aanzien van preventie en snelle toegang tot ondersteuning en hulp voor risicoleerlingen. De pilot sluit aan bij de interne ondersteunings(zorg) structuur van de deelnemende scholen; wat goed werkt voor de school wordt behouden en wat beter kan wordt aangepakt. De pilot is er op gericht het huidige hulpaanbod efficiënter en effectiever met het onderwijs te verbinden en mogelijk nieuw aanbod in zeer nauwe samenwerking met de scholen, te ontwikkelen.Binnen de pilot werken SOVEE en Zandbergen intensief samen, doordat er met vaste contactpersonen wordt gewerkt. 1 kind 1 plan 1 regisseur, gericht op eigen kracht van het gezin en omgeving, laagdrempelige hulp, zo vroeg en preventief mogelijk. Externe partners sluiten in een zo vroeg mogelijk stadium aan bij vraag van de leerling en de school. Regie voor de in te zetten hulp blijft primair bij de school (zorgcoördinator) liggen. Een goede efficiënte samenwerking tussen met name de zorgcoördinator en de generalist is de sleutel tot succes. SWV Eemland is opdrachtgever van de pilot.
De huidige werkgroep preventieve en vroegtijdige inzet ZAT wordt klankbordgroep voor de pilot. Op het moment dat een verschil van mening tussen partijen onoverbrugbaar is, zal er een escalatiemodel gehanteerd worden. Aansturing De pilot wordt aangestuurd en uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband VO Eemland in samenwerking met SOVEE en Zandbergen. Er wordt gewerkt met een klankbordgroep die minimaal twee maal per jaar bij elkaar komt. Deze klankgroep wordt gevormd uit vertegenwoordigers vanuit de scholen en de jeugdzorg (zie hierboven, onder uitgangspunten). Doelstellingen, opbrengsten en werkwijze pilot De hieronder geformuleerde doelstellingen en opbrengsten en werkwijze zijn de uitkomsten van de wensen vanuit de scholen (directieberaad juli 2013) en overleg met de gemeente Amersfoort. Doelstellingen 1. Kennis en kunde van de partners uit het ZAT en vanuit de huidige bilaterale contacten georganiseerder – en voor de scholen sneller en effectiever- inzetten en daar waar nodig vernieuwingen door te voeren. Een belangrijke voorwaarde hierin is om duidelijk te krijgen wat de verantwoordelijkheid is van de zorgcoördinator en wat van de professionals in de jeugdzorg. De professionals in de jeugdzorg zijn grofweg te onderscheiden in generalisten en specialisten. De generalist heeft een brede deskundigheid, maakt integrale afwegingen en heeft een breed handelingsrepertoire. De specialist heeft specifiek deskundigheid en diepgaande kennis en kunde op specifieke domeinen en maakt specifieke zorginhoudelijke integrale afwegingen. De generalist werkt zeer nauw samen met de zorgcoördinator en vanuit de wensen van de school. 2. Een werkwijze ontwikkelen waardoor de meer ingewikkelde ondersteuningsvraag van de leerling/ouders en school eerder wordt geformuleerd en juiste ondersteuning en effectief wordt ingezet. Voorkomen moet worden dat hulpvragen van cliënten worden doorgeschoven. Als vanaf het begin duidelijk is dat specialistische zorg nodig is, dan dient die ook te worden ingezet. 3. Het daadwerkelijk vroegtijdig uitvoeren van ondersteuning aan jeugdigen met gedragsproblemen en/of hun gezinnen. Voorkomen moet worden dat hulpvragen van cliënten worden doorgeschoven. Als vanaf het begin duidelijk is dat specialistische zorg nodig is, dan dient die ook te worden ingezet. Opbrengsten pilot De pilot moet leiden tot de volgende opbrengsten: Preventieve interventie, er wordt voorkomen dat problemen escaleren. Snelle start van een zo licht mogelijke vorm van begeleiding (binnen 2 weken) van de generalist. Indien intensievere hulp nodig is is deze snel beschikbaar door specialist in Jeugd- en Opvoedhulp De pilots zijn bedoeld om uit te proberen `wat werkt’ in de bewegingen van Passend Onderwijs en transitie/transformatie Jeugdzorg. Daarin geven we onszelf ook de ruimte, aansluitend aan dat wat al wel werkt op de scholen, om de toepasbaarheid van best practices elders uit het land te onderzoeken en mogelijk uit te proberen. Duidelijk plan van aanpak. Gedeelde verantwoordelijkheid in begeleidingsafspraken tussen school en generalist/specialist op de meer complexe ondersteuningsvragen, waarbij de school de eindverantwoordelijkheid houdt.
Duidelijke afbakening van de taakgebieden van zorgcoördinatie en generalist/specialist. Tijdwinst voor scholen. Monitoring uitkomsten vertalen naar eventuele aanbevelingen , ten behoeve van de school,jeugdzorg en gemeente, eventueel een vervolg in 2015. Werkwijze ontwikkelen Voor elke school die meedoet aan de pilot zal de werkwijze en aanpak van te voren worden beschreven, gemonitord en geëvalueerd . Vanuit de pilot geldt, dat na afloop van de pilot een verslag wordt gemaakt over de algehele uitkomsten en gespecificeerd naar de verschillende deelnemende scholen. De samenwerking tussen zorgcoördinator, generalist en eventueel in te zetten juiste specialist vanuit jeugdzorg ( afhankelijk van de vraag) ten dienste van het zo vroeg mogelijk oplossen van de hulpvraag ,is onderdeel van de monitoring van de pilots. Het zijn pilots en het is maatwerk, dus ook mogelijke andere constructen zijn onderwerp van onderzoek. Plan van aanpak Keuze scholen: VMBO en/of PRO – scholengemeenschap TL/HAVO/VWO. Guido de Brès heeft aangegeven mee te willen doen aan de pilot. Twee andere scholen, het Vakcollege en De Baander, zijn genegen om mee te doen. Opstellen uitvoeringsplan op maat. Elke school heeft zijn eigen zorgstructuur en heeft binnen de uit te voeren pilot eigen ideeën en wensen. Hier wordt rekening mee gehouden. De zorgcoördinator is vanuit de scholen het 1e aanspreekpunt en degene die binnen de school de regie voert. . Inrichten projectorganisatie. In overleg met de opdrachtgever richten we een kleine projectorganisatie in. Beginsituatie in kaart brengen: Quickscan huidige ervaringen Behoefte aan ondersteuning Uitvoering Evaluatie Looptijd: Schooljaar 2013 - 2014 Monitoring en evaluatie De deelnemende partijen beschouwen deze pilot ook als een moment om van elkaar te leren tegen de achtergrond van de (gemeentelijke) ontwikkelingen van het Passend Onderwijs en de transitie/transformatie van de jeugdzorg. Halverwege en aan het eind van de pilot zullen de vooraf geformuleerde monitorvragen worden beantwoord. . Verder zal gedurende de looptijd van de pilot aandacht zijn voor de wijze waarop de opgedane kennis naar de andere scholen uit het samenwerkingsverband vertaald zal worden. Er is dus sprake van monitoring zowel vanuit het perspectief gemeente/jeugdzorg als vanuit het perspectief onderwijs. Een belangrijke voorwaarde voor succes is het creëren van draagvlak gedurende de pilot. Onder regie van het SWV Eemland en in nauwe samenspraak met SOVEE, Zandbergen (en op afstand de Gemeente Amersfoort ) zal er de monitoring uitgevoerd worden. In de bijlage wordt aangegeven op welke aspecten de monitoring zal plaats vinden. Afstemming met gemeente Amersfoort De gemeente Amersfoort en de regio Eemland hecht eraan dat de pilot voldoet aan de leidende principes die in het kader van de transitie jeugdzorg zijn vastgesteld. Verder is de
verbinding met de wijkteams van belang. In de pilots zal deze gemeentewens in samenwerking en afstemming met de VO scholen ten uitvoer gebracht worden. De leidende principes van de gemeente Amersfoort: Inhoudelijk: Het kind centraal vanuit het principe één gezin één plan Een zoveel mogelijke waarborging van de veiligheid van het kind (een adequate risico- en veiligheidsanalyse aan de voorkant door daartoe uitgeruste professionals) Mensgericht, stimulerend laagdrempelig De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht en die van de omgeving (familie,wijk, school) en daarmee de professional als coach Burger bepaalt de zorg / hulpvraag = vraaggericht Van curatie naar vroeginterventie en preventie. Organisatorisch en procesmatig Uitgaande van de benodigde functies en niet van de bestaande stenen / organisaties De cliëntvraag en route zijn leidend bij het inrichten van de zorg voor jeugd. Een dynamische, kortcyclische intake/indicatie (Observeren, signaleren, analyse, diagnose en doorverwijzing Zo min mogelijk bureaucratie. Geen overlap en zo min mogelijk schakels en gezichten Generalisten aan de voorkant met optimale professionele handelingsruimte Streven naar maximale lokale uitvoering van de zorg voor jeugd Sociale basisvoorzieningen (sport, cultuur, onderwijs, wonen, werk, zorg, geloofsgemeenschappen) betrekken bij de rol van het signaleren en eventueel oplossen hiervan. De pilot sluit naar onze mening goed aan bij deze principes. Vanuit de pilot wordt actief de samenwerking gezocht met de wijkteams, onder andere door informatie-uitwisseling, doorverwijzing en afstemming over cliënten. Hoe uiteindelijk de samenwerking uit zal zien zal blijken uit de ervaringen die gedurende de pilot worden opgedaan. De projectaansturing en de gemeente Amersfoort zullen met enige regelmaat afstemmingsoverleg hebben over monitoring en voortgang.