Pieter Rink (1851-1941), van regent tot volksvertegenwoordiger Een halve eeuw progressief liberaal in de Haagse politiek
Arno Bornebroek
Eburon Delft 2014
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 3
7-5-2014 11:48:54
Colofon Op de voorzijde: Pieter Rink, olie op doek door W. van den Heuvel, 1925 (Particuliere collectie) Op de achterzijde: Pieter Rink, olie op doek door Isaac Israëls, 1931 (VVD Partijbureau, Den Haag) ISBN 978-90-5972-804-2 Uitgeverij Eburon Postbus 2867 2601 CW Delft tel.: 015-2131484 / fax: 015-2146888
[email protected] / www.eburon.nl Boekontwerp: Textcetera, Den Haag © 2014 A. Bornebroek. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende.
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 4
7-5-2014 11:48:54
Inhoudsopgave
Voorwoord7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Inleiding11 Rink uit Tiel 15 Maatschappelijk en politiek engagement 25 Om de erfenis van Thorbecke 1872-1891 33 Het kiesrecht 1894-1901 39 Het kabinet-Kuyper 1901-1905 55 De Drankwet 61 De verkiezingen van 1905 69 De kabinetsformatie van 1905 75 Kabinet-De Meester 83 Minister van Binnenlandse Zaken 95 Einde van het kabinet 111 Rink en de sociale wetgeving (1909-1913) 117 Partijvorming en algemeen kiesrecht (1911-1917) 127 De Vrijheidsbond 139 De zaak Rink, 1920 149 Het gevecht tegen ambtelijke windmolens 157 Tot slot 163
Noten169 Literatuur181 Hoe dit boek tot stand kwam 185 Rink en het melkmeisje van Vermeer 186
-5-
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 5
7-5-2014 11:48:54
Voorwoord
Binnen de Nederlandse democratische verhoudingen is de relatie tussen politieke partij en politicus het laatste decennium sterk veranderd. De invloed van de partij is tanende, de macht van het individu neemt, onder invloed van de massamedia, zienderogen toe. Door het indringende karakter van de televisie kan met een telegenieke of charismatische persoonlijkheid zelfs een situatie ontstaan, dat een partij rond een persoon wordt gebouwd. De Lijst Pim Fortuyn is daar een voorbeeld van, evenals de beweging rond Geert Wilders. Deze ‘politici zonder partij’ zijn nog uitzonderingen maar evident is dat de politieke persoonlijkheid in opmars is, welk etiket men er ook opplakt: populisme of personalisering van de politiek. Gelijktijdig is de macht van de partij binnen het parlement nog ongebroken. Via dichtgetimmerde coalitieakkoorden en met ijzeren fractiediscipline wordt er in Nederland geregeerd, waarmee het debat naar de achtergrond verschuift. Vinden er nog wel echte inhoudelijke debatten plaats of wordt er in andere bewoordingen standpunten herhaald? Honderd jaar geleden was het omgekeerd. Het debat stond centraal en partijvorming was nieuw. Weliswaar was de oudste Nederlandse politieke partij, de Antirevolutionaire Partij (1879) al decennia actief, maar de meeste politieke stromingen worstelden met partijvorming. Met name de liberalen. Eigenlijk wilden zij geen partij, maar zij werden door de moderne ontwikkelingen gedwongen er toe over te gaan. Wat had dit voor invloed op het politieke debat, op het functioneren van de politicus? Door de huidige ontwikkeling wordt dit aspect van de politieke geschiedenis verrassend actueel. Welk licht kan de politieke geschiedenis werpen op de recente ontwikkelingen?
-7-
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 7
7-5-2014 11:48:54
Het leven van Rink bestrijkt twee werelden; hij leefde zogezegd op de grens van twee (politieke) culturen. Het bijzondere van Pieter Rink is zonder twijfel dat hij, met een kleine groep geestverwanten – de progressieve of vrijzinnig-democraten – vanuit de oude wereld actief heeft meegewerkt aan de komst van de moderne samenleving. Hij werd daarmee één van de grondleggers van de moderne liberale partij. Hij stond niet aan de kant van de mensen die hun angst uitspraken over cultureel verval en degeneratie, maar was hij tevreden met de nieuwe opkomende (massa)cultuur? Was de uitkomst van de botsing tussen moderne en traditionele levensvormen, dat wat hij voor ogen had? Kunnen we die botsing vergelijken met de hedendaagse grote veranderingen die in de politiek plaatsvinden? Toen de opkomst van de partijcultuur en het verdwijnen van de individuele politicus, die vrij en zonder mandaat zijn werk deed. Nu de onstuitbare opmars van de mediagenieke persoonlijkheden in de politiek en, de bijna te voorspellen, afnemende invloed van de partij. Hoe moet Pieter Rink geplaatst worden? Binnen de liberale stroming behoorde hij tot de vooruitstrevende vleugel met aandacht voor de armoede onder het volk en met de wens om de ‘gewone man’ door middel van stemrecht invloed te geven. Aan de geprivilegieerde positie van de bovenlaag, waartoe hij zelf behoorde, diende een einde gemaakt te worden door vergaande democratisering. De scheuringen die hieruit voortkwamen met de conservatief liberalen heeft Rink gespeten. Zowel die van 1894 als die van 1901 die leidde tot de oprichting van de Vrijzinnig-Democratische Bond. Hij wees de stichting van de progressieve VDB af als scheurmakerij. Het liberalisme worstelde met de modernisering van de politiek. Rink was deel van dit proces. Hij zat op de voorste rijen, keek toe en debatteerde mee. En Rink streed op de achtergrond met wisselend succes naar hereniging, die begin jaren twintig voor een groot deel tot stand kwam. Het was de tijd dat Rink een stap terug deed in de politiek. Enigszins vergelijkbaar is de positie van Rink binnen de vernieuwing dan wel modernisering van de politieke cultuur in Nederland. Het politieke handwerk bestond in de negentiende eeuw uit debatteren, wetten maken, het bestuur controleren en de gelden verdelen,
-8-
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 8
7-5-2014 11:48:54
maar dat zou veranderen onder invloed van Domela Nieuwenhuis en Abraham Kuyper. Voor hen voldeed maken van wetten niet. Er bestond samenhang tussen de wetten onderling en met de wetten kon de maatschappelijke structuur worden veranderd. In essentie verkreeg de politiek door hen een zingevende betekenis. Ideologie en religie traden het Nederlandse parlement binnen; de toekomstvisies werden ontvouwd en, voor het eerst, aan het volk voorgelegd. Pieter Rink werkte als vooruitstrevend liberaal hier deels aan mee. Onder andere werkte hij samen met Kuyper aan de Gemeentewet in 1900, die de lokale autoriteiten meer armslag moest geven. Het was deze wet die de liberale stromingen verder uit elkaar dreef. De conservatieven voelden niets voor meer (lokaal) overheidsingrijpen. Enkele jaren later toonde Rink zich een voorstander van een stembusakkoord dat Kuyper buiten de regeringsmacht moest houden. Dit lukte en het kabinet-De Meester trad aan met Rink als minister van Binnenlandse Zaken. Ook dit kabinet zorgde voor verdeeldheid onder de liberalen. De man die geen behoefte had aan partijvorming, werd de grondlegger van de liberale partij in Nederland; de man die eenheid onder de liberalen wenste, veroorzaakte juist de verdeeldheid. Dit is geen biografie, hoewel het leven van Pieter Rink in dit boek centraal staat. Het uitgangspunt van het onderzoek was het politieke leven van Rink dat ruim vier decennia deel uitmaakte van de Nederlandse politiek. Rink was lid van de Eerste en Tweede Kamer, minister, fractievoorzitter en nam deel aan tal van belangrijke staatscommissies. Toch is Rink een grote onbekende in de Nederlandse politieke geschiedenis. Dat maakt nieuwsgierig naar de vraag waarom. Rinks politieke leven omspande de periode waarin het liberalisme van heersende stroming marginaliseerde in de Nederlandse politiek; het tijdvak waarin het principiële gevecht om democratie of verdere democratisering gestreden werd, de jaren waarin het politieke meerstromenland voor de twintigste eeuw gevormd werd. Met de schijnwerper op het leven van Rink kunnen deze processen goed zichtbaar worden gemaakt, omdat in zijn levensloop het liberalisme van die tijd weerspiegeld wordt. Centraal in Rinks denken stond het Verlichtingsideaal van de ‘volksverheffing’. Een beschavingsoffensief dat er toe moest leiden
-9-
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 9
7-5-2014 11:48:54
dat alle burgers volwaardige deelgenoten van de samenleving werden. Daarvoor was goed onderwijs nodig, moest de armoede bestreden worden en moesten de burgers hun rechten krijgen. De strijd voor sociale zekerheid en voor algemeen kiesrecht die hieruit voortvloeien, vormen de rode draad in deze studie waar omheen het leven van Rink en het liberalisme gevlochten worden.
- 10 -
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 10
7-5-2014 11:48:54
Hoofdstuk 1
Inleiding
Rink stierf in de donkerste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Drie dagen voor zijn dood op 6 augustus 1941 had aartsbisschop J. de Jong fel geprotesteerd tegen de gelijkschakeling van de katholieke organisaties in Nederland. Een dag later legden de redactie en de directie van het katholieke dagblad de Volkskrant hun functies neer, de bezorgers stopten hun werk en de krant verdween. Het was de zoveelste maatregel van de bezetter om de Nederlandse samenleving een nationaalsocialistische grondslag te geven. Deze gelijkschakeling was niets anders dan de vervanging van een pluriforme democratie door een dictatuur. In deze dictatuur was ondertussen de jacht op de joden geopend. De ene na de andere maatregel – toentertijd verordeningen genoemd – beperkte het leven van de joden. Door hun bedrijven te ‘ariseren’ werden zij uit het economische leven gestoten. Al hun bezittingen moesten ingeleverd worden. Zij werden op ordinaire wijze beroofd. Na de economische uitstoting volgde de sociale isolatie. Op 3 juli 1941 werden alle joden verplicht een J in hun persoonsbewijs te stempelen. Zij mochten zich niet meer ophouden in restaurants, parken, theaters, bibliotheken, markten, enzovoort. In Amsterdam, waar de meeste Nederlandse joden woonden, bleef een naargeestig getto over. Er was in februari 1941 nog een sprankje hoop geweest toen met een massale staking in Amsterdam geprotesteerd werd tegen deze jodenjacht, maar de harde onderdrukking van de staking deed deze hoop vervliegen. In die periode was er ook geen uitzicht op verbetering. De Duitse troepen waren op 22 juni 1941 de Sovjet Unie binnengevallen en behaalden zege na zege. Zij leken oppermachtig en ontnamen daarmee velen hun illusies.
- 11 -
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 11
7-5-2014 11:48:54
Voor de overtuigd democraat en liberaal in hart en nieren Pieter Rink moeten deze maanden in 1941 als een angstdroom v oorbijgetrokken zijn. Rink was ondanks zijn hoge leeftijd – op 13 augustus zou hij 90 geworden zijn – helder van geest en fysiek gezond, pas een paar dagen voor zijn dood verzwakte hij snel. Hij heeft bewust meegemaakt hoe de donkere wolken zich in de jaren dertig samentrokken en hoe de Duitse bezetter in sneltreinvaart een einde maakte aan de liberale democratie waar hij zich zijn leven lang voor had ingezet. Het politieke leven van Rink had in het teken gestaan van de voltooiing en later de verdediging van de democratie. Hij plaatste zichzelf in de sporen van J.R. Thorbecke; hij wilde met zijn strijd voor algemeen kiesrecht het werk van Thorbecke afmaken. Daarin was hij geslaagd, al was hij zich er terdege van bewust dat daarmee de strijd niet gestreden was. Het volk moest opgevoed en geschoold worden om volwaardig in een democratie te kunnen functioneren. En om de democratie zelf optimaal te laten werken. In 1933 had hij dit nogmaals benadrukt, omdat hij stromingen zag opkomen die gedragen werden door personen van wie Rink betwijfelde of zij wel voldoende politieke scholing bezaten. Zij knaagden aan het stelsel van Thorbecke en elke verzwakking van dit stelsel beschouwde Rink als een achteruitgang. Hij waarschuwde tegen de linkse en rechtse dictatoriale stromingen. Toen kon hij nog geruststellend zeggen dat deze hervormers klein in aantal waren en door onderlinge meningsverschillen verscheurd.1 Het was de laatste keer dat Rink in het publiek optrad. Hij trok zich terug uit het openbare leven en werd nog hoogst zelden gezien. Maar hij bleef tot op enkele dagen voor zijn overlijden een grote belangstelling houden voor de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het was wrang dat vanaf het moment dat hij terugtrad de redenen om zich ongerust te maken over de democratie zich opstapelden. Het democratische bouwwerk kwam van binnen en buiten onder toenemende druk te staan. Deze sombere laatste levensjaren hadden ook een persoonlijke dimensie. Zijn kleinzoon, en naamdrager – waar Rink veel waarde aan hechtte – sneuvelde bij hevige gevechten aan de voet van de Grebbeberg op 12 mei 1940 als kornet van het 1e Regiment Huzaren. Kleinzoon
- 12 -
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 12
7-5-2014 11:48:54
Pieter Rink (1917-1940) werd begraven op het kerkhof te Barneveld. Hij werd postuum geëerd met het Bronzen Kruis en het Oorlogsherinneringskruis met de gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen.2 Met de dood van de kleinzoon kwam er een eind aan deze familietak Rink die sinds het einde van de Middeleeuwen in de Betuwe voorkwam.
- 13 -
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 13
7-5-2014 11:48:54
Pieter Rink, 1871 (Particuliere collectie)
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 14
7-5-2014 11:48:55
Hoofdstuk 2
Rink uit Tiel
Rink voldeed aan het klassieke beeld van de gentleman. Zijn uiterlijk was altijd keurig verzorgd, kaarsrecht lopend, voorzichtig iets stijf bewegend. Zijn gedrag werd door hoffelijkheid gekenmerkt, een keurige woordkeuze ging gepaard met bedachtzaamheid en bedaardheid. In het debat liet hij zich zelden verleiden tot een uitval. Eerder trok hij zich terug, wat soms de tegenstander in verlegenheid bracht. Van zijn lippen kwam geen onvertogen woord, geen sneer naar de politieke tegenstanders, geen sarcastische opmerking. Het paste niet bij hem. Rink was opgebouwd uit eenvoud en integriteit. Vriend en vijand gaven een smetteloos beeld van hem. Zijn vriend, de liberaal politicus H.C. Dresselhuys, bood ter gelegenheid van Rinks zeventigste verjaardag een herdenkingstegel aan met daarop de tekst van Vondel: ‘Een geweten zonder rimpel’. Misschien kwam zijn zorgvuldige wijze van spreken voort uit zijn beroep als advocaat. Er werd gezegd dat hij een jurist ‘par droit de naissance’ was. Midden in de 17e eeuw kwam de eerste advocaat voor in de familie Rink, daarna ging het beroep over van vader op zoon. Ook zijn eigen zoon was in de advocatuur werkzaam en zou in zijn vaders praktijk opgenomen worden. Eerst nog, in 1903, als een soort van stille vennoot onder de voorwaarde dat hij zou promoveren. Na de promotie zou Pieter Rink de rechtspraktijk contractueel op zijn zoon Stephan overdragen.3 De familie Rink behoorde al die generaties tot de elite van het Betuwse stadje Tiel. Het Tielse patriciaat, dat het voor het zeggen had, bestond uit een handvol families. Het waren allemaal mannen van wie de meesten aan de Utrechtse universiteit gestudeerd hadden en die,
- 15 -
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 15
7-5-2014 11:48:55
eenmaal terug in hun stad, de bestuurlijke functies innamen. Zij kwamen in de gemeenteraad of werden wethouder. Zij werden curator van de Latijnse school, rechter of secretaris van Neder-Betuwe, enzovoort. Het leek alsof deze functies erfelijk waren en in zekere zin werd het zo ervaren. Er rustte een verplichting op de elite om haar sociale verantwoordelijkheid te nemen. Zij had de kennis en bestuurlijke kwaliteiten en diende die in te zetten in het belang van de gemeenschap. Men was het aan zijn stand verplicht. Het was een standenmaatschappij en daarin kende men zijn plaats. Dat zou veranderen. De geschiedschrijvers van Tiel dateren het begin van deze verandering rond 1850 met de toename van de economische bedrijvigheid.4 Dat viel samen met de geboorte van Pieter Rink op 13 augustus 1851 als zoon van Stephanus Rink (1813-1895) en Gabrielle Jacomina van der Wiligen (1813-1853). Hij was het vijfde kind,
Stephanus Rink (1813-1895) Olieverf op doek. Kunstenaar onbekend. (Particuliere collectie) - 16 -
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 16
8-5-2014 14:39:38
drie zusters en een broer waren hem voorgaan. Er kwam twee jaar later nog een jonger broertje, Carel Hendrik Johan Willem genaamd, maar zijn geboorte ging met een drama gepaard. De moeder stierf in het kraambed. Carel Rink zou ook niet oud worden. Hij stierf op dertigjarige leeftijd, na een glanzende carrière als advocaat en procureur in Tiel en een verblijf in Nederlands-Indië als president van de Landraden van Magelang en Temanggoeng. In hetzelfde jaar, 1883, stierf ook zijn oudere broer Hendrik Jan Rink, die hoogleraar was aan de Universiteit van Groningen. Pieter Rink bleef dus op relatief jonge leeftijd achter met zijn drie oudere zussen. Eén trouwde met een predikant, de andere met een viceadmiraal en Beatrix zou het langste in Pieters leven blijven; zij stierf ongehuwd in 1933. Dit was een zware slag voor Pieter, die als het ware alleen overbleef. Hij zocht en vond troost bij zijn kinderen. Eén van zijn kinderen keek in een sinterklaasgedicht in 1934 terug op dit moeilijke jaar en verwoordde zijn vaders beproeving: ‘Pas later zien we het antwoord; dat is om ’t leven beter te beseffen’ en: ‘Want lang niet altijd valt ’t licht, iets wat ons pijn doet, anderen uit te leggen.’5
Ambtmansstraat, Tiel, 1894 (Particuliere collectie)
- 17 -
Pieter_Rink_Bornebroek.indd 17
7-5-2014 11:48:56