Pieter BRUEGEL DE OUDE
Pieter Bruegel de Oude Pieter Bruegel de mysterieuze Waarom is Pieter Bruegel mysterieus? Omdat we eigenlijk niet zo heel veel over hem weten. We weten bijvoorbeeld niet waar en wanneer hij geboren is. We hebben sterke vermoedens, maar écht zeker zijn we het niet. Hij zou geboren zijn tussen 1525 en 1530. We zitten dan volop in de Renaissance. Het is de periode waarin de eerste boeken gedrukt worden, waarin nieuwe gebieden ontdekt worden. Denk maar aan Columbus! Het is ook een periode waarin de kunst veel succes kende, en kunstenaars als Bruegel dus veel werk hadden. Pieter Bruegel de schilder Bruegel heeft zijn beroep geleerd in Antwerpen in het atelier van Meester Pieter Coeck. Pieter Coeck was ook een schilder. Antwerpen was in de Renaissance een belangrijke havenstad. Er kwamen handelaars, geleerden en kunstenaars uit de hele wereld. Het was een echte wereldstad. Bruegel heeft twaalf jaar van zijn leven in Antwerpen gewoond en gewerkt. Nadat hij getrouwd was, gingen hij en zijn vrouw in Brussel wonen. Pieter Bruegel de reiziger Onze schilder heeft ook de wereld verkend. Niet de hele wereld, maar toch een stukje ervan. Een van zijn reisbestemmingen was Italië. Hij reisde via Frankrijk, over de Alpen, naar Italië. Daar heeft hij de mooie landschappen goed bekeken en ze na daarna als een tekening op papier gezet. Deze reis was heel belangrijk voor zijn latere schilderwerken. De landschappen die hij schilderde gelijken heel goed op de landschappen die hij in Italië had gezien. Pieter Bruegel de tekenaar Bruegel was niet alleen een schilder, hij was ook een tekenaar. Toen hij terugkwam van zijn reis naar Italië, ging hij werken in het atelier van een uitgever, namelijk Hiëronymus Cock. Hij maakte er tekeningen die bedoeld waren om gravures van te maken. Bij een gravure wordt de tekening eerst in een metalen of houten plaat 'gegraveerd'. Daarna doet men er inkt over en kan de tekening op papier worden gedrukt. Bruegel maakte tekeningen die daarna door de graveurs op een metalen plaat werden gegraveerd. Pieter Bruegel de Oude Zoals je misschien al hebt gemerkt, wordt Bruegel ook wel Pieter Bruegel de Oude genoemd. Dat komt omdat een van zijn zonen ook Pieter heette. Bruegel had twee zonen: Pieter Bruegel II en Jan Bruegel. Om een onderscheid te maken tussen de verschillende Pieters kregen ze een bijnaam. Vandaar dus Pieter Bruegel de Oude, Pieter Bruegel de Jonge en Jan Bruegel die later ook de 'Fluwelen Bruegel' werd genoemd. Pieter Bruegel de Oude is gestorven in 1569 en werd begraven in de Brusselse Kapellekerk.
Vlaamse Spreekwoorden, 1559 In dit schilderij heeft Bruegel bekende spreekwoorden geschilderd. Je kent ze wel, spreekwoorden als 'honger hebben als een paard', 'beter laat dan nooit', 'als de kat van huis is dansen de muizen op tafel', 'hoge bomen vangen veel wind', 'water bij de wijn doen'. Dit schilderij van Bruegel staat bol van de spreekwoorden. Er zijn er wel meer dan 100 terug te vinden in dit schilderij.
Enkele voorbeelden uit Bruegels schilderij
" De grote vissen eten de kleine " De sterken profiteren van de zwakken.
"Met het hoofd tegen de muur lopen" Hij heeft niet kunnen bereiken wat hij wou "De kat de bel aanbinden" Een heel gevaarlijke opdracht beginnen "Elkaar bij de neus nemen" Ze nemen elkaar beet, ze bedriegen elkaar "Hij doet de wereld op zijn duimpje draaien" Hij is een machtig en rijk man en laat iedereen doen wat hij wil "Achter het net vissen" Zijn kans gemist hebben "Door de mand vallen" Betrapt worden op een leugen, je kan niet nakomen wat je beloofd hebt te kunnen of te doen "Zijn geld in het water smijten" Zijn geld verkwisten "Op hete kolen zitten" Niet langer kunnen wachten Neem in je rugzak het magneetbordje met de verschillende magneetjes. Aan jou nu om het juiste spreekwoord bij de juiste afbeelding te plaatsen! Wanneer je alles gevonden hebt, kan je vergelijken met de oplossing op het kaartje bij het schilderij. Vergeet niet de magneetjes achteraf opnieuw te mengen, anders wordt het té gemakkelijk voor je opvolger...
Luilekkerland, 1567 Wat is een luilekkerland? Een land met een overvloed aan lekkernijen, een paradijs waar de mensen zich naar hartelust tegoed kunnen doen. Bestudeer het schilderij goed! Wat gebeurt er volgens jou? Schrijf je eigen versie van het verhaal! Noteer ook 5 details uit het schilderij en laat je erdoor inspireren. Valt het je ook op dat Bruegel hier veel minder personages gebruikt dan in zijn andere schilderijen?
Waarop zou deze gulzige ridder wachten?
Gebruik het boekje uit je rugzak en zoek de bladzijde Luilekkerland
Ziehier wat Bruegel met het schilderij wil vertellen. Gebruik het spiegeltje uit je rugzak om de tekst te lezen! tmoorts rE .nekireiul ne nekkebrekkel roov staalp nee si dnalrekkeliuL ej ej sla nekiereb lekne teh tnuk ej ne dnal teh rood klem nav reivir nee ,tkjik deog ej slA .jirbetsjir greb etorg nee rood nenab et teew gew nee tmok greb nee tiu ten tad ejtennam nee nevobsthcer ej eiz nad neod et stein ej feoh dnal tid nI .dnah njiz ni lepel nee tem neporkeg eird ed snee raam kjikeB .negolvegnaa raamoz re nete teh tmok ne djitlaam eieo g nee ten nebbeh eZ .nepals et ne g gil re eid nennam tnuk eJ .edreeleg nee ne reob nee ,taadlos nee si teH .nezeik ed rethca ,snal nee teiz eJ .nebbeh hciz jib ez eid netubirtta ed naa nennekreh ez ,sejtraat lov ejkadfa nee redno tgil reddir neE .feiregfjirhcs ne siez nee nee ,dnor ejtie tkookeg nee tpool re ,sejtsrow nav gniniehmo nee si re .cte ,neg gil letohcs nee po taag pik nedarbeg
De val van de opstandige engelen, 1562 Dit schilderij toont het gevecht tussen het goede en het kwade. De engelen in de hemel stellen het goede voor. In het midden van het schilderij zien we de aartsengel Michaël, gewapend met een zwaard en een schild. De engelen proberen zich te verdedigen tegen allerlei monsters die het kwade voorstellen. De monsters zijn eigenlijk gevallen engelen. Doordat ze als engel vroeger iets kwaads hebben uitgespookt, worden ze naar de hel gestuurd. Onderweg naar de hel, veranderen de engelen in monsters. Aartsengel Michaël en de andere engelen doen hun best om de monsters die terug naar de hemel willen, tegen te houden.
Wie zal winnen ?
Teken jouw eigen monster op Bruegeliaanse wijze en doe mee aan de tentoonstelling 'Seriemonsters' door je tekening een plaatsje te geven in de daarvoor voorziene expositieruimte. Gebruik het witte blad dat je vindt op een schrijfplankje in je rugzak samen met de kleurpotloden. Vergeet ook niet je kunstwerk een naam te geven door een kaartje in te vullen en het bij je schilderij te hangen. Schrijf er ook je eigen naam bij, zo weten we wie de kunstenaar is! Als je wil, kan je er ook nog wat uitleg bij schrijven voor de bezoekers die jouw werk komen bewonderen. Zo weten we welke kunstenaars hun werk in de tentoonstellingen hebben opgehangen.
Je kunt je fantasie laten werken door ook eens een kijkje te nemen bij het schilderij Dulle Griet. Ook daar heeft Bruegel monsters geschilderd.
De lente Zoek de schilderijen met volgende titels: Graanoogst, 1565 Terugkeer van de kudde, 1565 Jagers in de sneeuw, 1565 Tip: de kaartjes bij de schilderijen kunnen je een handje helpen om ze gemakkelijk terug te vinden. Bruegel heeft een reeks schilderijen over de verschillende seizoenen. De reeks heet De maanden en bestaat uit zes schilderijen. Omdat de seizoenen het werk van de boeren en de mensen bepalen, kunnen we gemakkelijk de verschillende seizoenen onderscheiden in de schilderijen. De zomer is een periode met veel zon, veel licht. De boeren werken op het land, oogsten hun graan, eten en rusten uit in de schaduw van de bomen. In de herfst verliezen de bomen hun blaadjes, wordt het donkerder en kouder en worden de dieren weer op stal gezet. In de winter kan het sneeuwen, vriest het, bevriest het meer en kan er geschaatst worden. De jagers keren terug van de jacht, samen met hun honden. Het schilderij dat de lente moest voorstellen, is verloren gegaan. Wat als jij het nu eens zou tekenen? Hoe zou jij de lente voorstellen? Gebruik het boekje uit je rugzak en zoek de pagina De Lente. Er is plaats voorzien om jouw versie van de lente te tekenen. Kleur ze in met de potloden uit je rugzak.
De zomer, de herfst en de winter
De boerenbruiloft, 1568 Bruegel leefde in de 16de eeuw. Hij hield ervan om het dagelijkse leven uit zijn tijd uit te beelden in zijn schilderijen: een dorpsfeest, kinderspelen, het boerenleven… Hier heeft hij een bruiloft uitgekozen. Er zijn muzikanten, de genodigden zitten aan tafel, eten, drinken en discussiëren. Links onderaan zit een meisje op de grond die haar vingers aflikt. En waar is de bruid eigenlijk? De bruid zit aan tafel voor een zwart doek. Ze draagt een kroontje en zit onder een lampionnetje.
De bruid zit te dromen… ze ziet er gelukkig uit !
Verschilt de 16de eeuw (1500-1599) heel erg van onze tijd? Wat bestond er in die eeuw, wat niet? Welke van volgende voorwerpen uit het lijstje zou Bruegel ook nog gebruikt kunnen hebben, denk je? Een denkspelletje. Wandel door de tentoonstelling en bekijk de schilderijen. Drie van de hieronder afgebeelde voorwerpen bestonden al in Bruegels tijd. Maar welke? Je vindt ze terug in de schilderijen. Gebruik het boekje uit je rugzak op de pagina Boerenbruiloft. Je vindt er twee kolommen. Kleef de afbeeldingen in de juiste kolom.
Het polshorloge
De gitaar
De schaatsen
De fiets
De stoomboot
De speelkaarten
De oplossing vind je terug op het kaartje bij het schilderij Boerenbruiloft.
Kinderspelen, 1560 Bruegel houdt ervan veel mensen voor te stellen op zijn schilderijen. Hier zijn het spelende kinderen. Bruegel heeft wel meer dan tachtig kinderspelen uitgebeeld in dit Speel jij dit spel nog schilderij. Maar hij heeft ook vandaag ? iets eigenaardigs gedaan met de kinderen. Als je goed kijkt, dan valt het je misschien op dat ze allemaal op elkaar gelijken. Ze hebben hetzelfde gezicht en dragen allemaal dezelfde soort kleren. Eigenlijk stelt hij ze voor als volwassenen, maar dan in het klein. Zie je de kinderen lachen? Ze spelen in alle ernst en zijn heel serieus. Onze schilder heeft dit niet zomaar gedaan, hij wou er iets mee vertellen. Ondertussen zitten er al veel spelletjes tussen die wij niet meer kennen. Zie jij spelletjes die je ook nog kent? Of speelgoed waar jij vandaag ook nog mee speelt? Even testen! Ga in je boekje op zoek naar de pagina Kinderspelen. Je vindt er enkele details terug uit het schilderij samen met hun benaming. Aan jou om de juiste benaming met de juiste afbeelding te verbinden! Je vindt de oplossing op het kaartje bij het schilderij.
Landschap met de val van Icarus, 1559 Bruegel gebruikt voor het verhaal van dit schilderij een oude Griekse mythe. Een mythe is een verzonnen verhaal dat een wijze levensles wil meegeven aan zijn luisteraars. Vaak komen er vreemde personages in voor zoals goden en mensen met speciale krachten of dieren die kunnen spreken. Vroeger werden verhalen verteld De herder hoedt zijn omdat mensen nog niet konden lezen. schaapjes, alsof er Met die fantastische verhalen werd uitgelegd hoe een niets gebeurd is… onweer ontstaat of wat een aardbeving is. Of ze legden uit dat er iets ergs met je kon gebeuren als je iets deed wat niet mocht. Het verhaal van Icarus is ook een mythe. Het komt uit het boek Metamorfosen van de schrijver Ovidius. Hoewel de titel van Bruegels schilderij 'Landschap met de val van Icarus' is, is het verhaal slechts een detail in het schilderij. Als je de titel van het schilderij niet zou kennen, dan zou je ook niet onmiddellijk weten dat het over Icarus gaat. Bruegel wil eigenlijk duidelijk maken dat het leven zijn gewone gangetje gaat, ook al gebeurt er iets ergs. Kijk eens goed, vind jij Icarus terug in het schilderij? Zoek in je boekje de pagina Landschap met de val van Icarus. Omcirkel Icarus in het schilderij. Je vindt er ook een labyrint. Help hem bij het zoeken naar zijn veren en vleugels! Teken de juiste weg met je potlood. Vergeet niet langs te gaan in de hoekjes om de veren en vleugels op te pikken! Vergelijk jouw weg met de weg op het oplossingskaartje!
Icarus was de zoon van Daedalus, een beroemde architect die op Kreta een labyrint had gebouwd. Op een dag was Koning Minos heel kwaad op Daedalus en hij sloot hem en zijn zoon Icarus op in het labyrint. Om te kunnen ontsnappen bedachten ze samen een plan. Daedalus maakte met veren en was een paar vleugels voor hem en zijn zoon. Ze leerden vliegen. Vóór ze uit het labyrint ontsnapten, gaf hij zijn zoon een goede raad mee: 'Vlieg niet te laag, anders worden je vleugels vochtig en te zwaar om mee te vliegen. Vlieg ook niet te hoog, want dan gaan je vleugels verschroeien door de warmte, neem dus de middenweg!' Het lukte Icarus en zijn vader weg te vliegen en uit het labyrint te ontsnappen. Maar Icarus vond het zo leuk te vliegen en te zweven dat hij de goede raad van zijn vader vergat. Hij vloog steeds hoger en dichter naar de zon. Door de warmte begon de was van zijn vleugels te smelten, en stortte hij in zee.