PERIODIEKE RAPPORTAGE H2-2012 Versie 1, 31-05-2013
Van den Herik-Sliedrecht
Postadres Postbus 191, 3360 AD Sliedrecht, Bezoekadres Industrieweg 24, 3361 HJ Sliedrecht telefoon +31-184-412881, telefax +31-184-419821, internet www.herik.nl, e-mail
[email protected]
Inhoudopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 3 1
2
3
4
Basisgegevens.................................................................................................................................. 4 1.1
Beschrijving van de organisatie............................................................................................... 4
1.2
Verantwoordelijkheden........................................................................................................... 4
1.3
Basisjaar................................................................................................................................... 5
1.4
Rapportageperiode ................................................................................................................. 6
1.5
Verificatie ................................................................................................................................ 6
1.6
Projecten met CO₂-gerelateerd gunningvoordeel................................................................... 6
Afbakening....................................................................................................................................... 6 2.1
Organisatorische grenzen........................................................................................................ 6
2.2
Operationele grenzen.............................................................................................................. 6
Berekeningsmethodiek.................................................................................................................... 8 3.1
Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren............................................................. 8
3.2
Wijzigingen berekeningsmethodiek & conversiefactoren ...................................................... 8
3.3
Herberekening historische gegevens ...................................................................................... 8
3.4
Uitsluitingen ............................................................................................................................ 8
3.5
Opname van CO2..................................................................................................................... 8
3.6
Biomassa.................................................................................................................................. 8
Directe en indirecte emissies .......................................................................................................... 9 4.1
Herberekening basisjaar & historische gegevens.................................................................... 9
4.2
Directe & Indirecte emissies H1-2012..................................................................................... 9
4.3
Trends.................................................................................................................................... 10
4.4
Voortgang reductiedoelstellingen......................................................................................... 11
4.5
Onzekerheden ....................................................................................................................... 12
4.6
Medewerker bijdrage............................................................................................................ 12
4.7
Conclusie ............................................................................................................................... 12
31-05-2013
Pagina 2 van 12
Inleiding
Algemene inleiding Doel van dit document: Wijzigingen in de berekeningsmethodiek Voortgang op reductiedoelstellingen door analyse van trends
Het opstellen van de periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO₂-prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het kwaliteitsmanagementplan. Deze periodieke rapportage is opgesteld door de energiemanager en het hoofd KAM en beschrijft alle zaken zoals beschreven in§ 7.3 uit de ISO 14064. Een koppelingstabel is bijgevoegd onderaan deze pagina.
§ 7.3 ISO 14064 Periodieke rapportage A §1.1 B §1.2 C § 1.4 D § 2.1 E § 4.2 F § 3.6 G § 3.5 H § 3.4 I § 4.2 J § 1.3 + § 21 K § 3.3 + § 41 L § 3.1 M § 3.2 N § 3.1 O § 4.5 P Inleiding Q § 1.5 Tabel 1: Koppelingstabel periodieke rapportage en § 7.3 uit de ISO 14064
31-05-2013
Pagina 3 van 12
1
Basisgegevens
1.1 Beschrijving van de organisatie Al sinds de jaren '40 van de vorige eeuw is Van den Herik-Sliedrecht actief in de waterbouw. Gestart als oeverwerkers zijn we inmiddels gegroeid tot een veelzijdige organisatie met een brede kijk op zowel natte als droge infrastructuur. Werken met de natuur, zorgen voor veiligheid en bijdragen aan economische vooruitgang vormen de uitgangspunten van onze activiteiten. Hoewel waterbouw nog steeds de kern vormt, omvatten de activiteiten inmiddels ook andere disciplines. Naast de waterbouw heeft Van den Herik-Sliedrecht zich gericht op Peil- en meetwerkzaamheden, natuurontwikkeling, onderhoud van waterbouwkundige werken en vormt ook het opsporen van conventionele explosieven een belangrijk onderdeel van de activiteiten. In aanvulling op de diverse disciplines die binnen de organisatie zijn verenigd, heeft Van den Herik-Sliedrecht samenwerkingsverbanden met specialisten op specifieke deelterreinen. Van idee tot realisatie, betrokken bij iedere stap, werken wij dagelijks aan tientallen projecten. Onze know-how, ervaring en breed scala aan activiteiten maken ons tot een geschikte partner. In een continu veranderende markt zijn wij in staat risico's te benoemen, oplossingen voor vraagstukken aan te dragen en met u te werken aan een betere infrastructuur. Het hoofdkantoor, scheepswerf en haven zijn in Sliedrecht en Van den Herik-Sliedrecht beschikt met name over zeer divers varend + drijvend materieel (zowel binnenvaart als zeevaart) en een aantal al dan niet in het kader van de OCE activiteiten beveiligde grondverzetmachines. Op het terrein vindt met name laswerk + metaalbewerking plaats, alsmede scheepsonderhoud en –verbouw, op- en overslag, en de productie van materieeltoebehoren, aangepaste machines en projectspecifieke hulpmiddelen. 1.2 Verantwoordelijkheden De belangrijkste functies in het managementsysteem zijn:
Eindverantwoordelijke (directievertegenwoordiger): directeur interne zaken (taken gedelegeerd aan het hoofd Bedrijfsbureau) Verantwoordelijke stuurcyclus, documenten, communicatie en besparingsmaatregelen: hoofd KAM Contactpersoon emissie-inventaris (energiemanager): medewerker vergunningen
Voor een nadere beschrijving van verantwoordelijken per ladderdocument wordt verwezen naar het kwaliteitsmanagementplan, § 2.2.
31-05-2013
Pagina 4 van 12
1.3
Basisjaar
Om een goede vergelijkingsbasis tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt bij een wijziging van de conversiefactoren het basisjaar herberekend. Als er een wijziging in conversiefactoren optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens dan wordt dit beschreven in § 3.2. Het herberekende basisjaar wordt in dat geval beschreven in § 4.1.
31-05-2013
Pagina 5 van 12
1.4
Rapportageperiode
1.5 Verificatie De emissie-inventaris H2-2012 (met een beperkte mate van zekerheid) is geverifieerd tijdens de interne audit. 1.6 Projecten met CO₂-gerelateerd gunningvoordeel. De afgelopen periode zijn er geen projecten met CO₂-gerelateerd gunningsvoordeel uitgevoerd. De verwachting is dat in de periode H1-2013 wel projecten met CO₂-gerelateerd gunningsvoordeel zullen worden uitgevoerd.
2
Afbakening
2.1 Organisatorische grenzen Conform §3 van het kwaliteitsmanagementplan zijn de organisatorische grenzen vastgesteld voor H2 2012. Daarbij zijn geen veranderingen naar voren gekomen, die invloed hebben op de emissie inventaris. 2.2 Operationele grenzen Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen Scope 1, 2 & 3 categorieën. Deze indeling is oorspronkelijk afkomstig uit het GHG-protocol ‘A Corporate Accounting and Reporting Standard’. De SKAO rekent ‘business air travel’ en ‘personal cars for business travel’ tot Scope 2. Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van de invoering van de CO2-prestatieladder worden de Scope 1 & 2 categorieën volgens de SKAO aangehouden.
31-05-2013
Pagina 6 van 12
Business Travel = ‘Business air travel’ en ‘personal cars’
Als onderdeel van het energiemanagementsysteem wordt een Energie Audit verslag actueel gehouden dat de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de emissiebronnen. Als er binnen de organisatie door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen sprake is van nieuwe emissiestromen dan worden het Energie Audit verslag en de emissie-inventaris aangepast. Relevante wijzigingen binnen de emissiestromen in de afgelopen periode zijn: Aangekocht materieel: Hydraulische graafmachine Hitachi Zaxis 250LC-3
Nieuwe energiestromen door wijzigen organisatorische grenzen: – Geen.
De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn:
Scope 1: – Business car travel (lease, eigen wagens) – Schepen, machines etc. – Verwarming
Scope 2: – Elektriciteit – Zakelijke vliegtuigreizen – Personal cars business travel (zakelijke kilometers)
31-05-2013
Pagina 7 van 12
3
Berekeningsmethodiek
Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO2-prestatieladder is ingevoerd. Om deze reden is het meest recente Handboek CO2prestatieladder zoals uitgegeven door de Stichting Klimaatneutraal Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) leidend binnen de berekeningsmethodiek. Dit hoofdstuk beschrijft de keuzes die hierbinnen gemaakt zijn in detail. 3.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Het meest recente Handboek CO2-prestatieladder zoals uitgegeven door de SKAO vormt de basis voor de berekeningen binnen elke Periodieke Rapportage. De conversiefactoren zoals daar genoemd worden aangehouden. Voor een lijst met gebruikte conversiefactoren binnen deze Periodieke rapportage zie het Handboek CO2-prestatieladder 2.1, 18 juli 2012. 3.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek & conversiefactoren Voor de initiële berekening van het basisjaar 2009 en de rapportages over 2010 is het Handboek CO2prestatieladder 1.2 gebruikt. Voor de rapportages over 2011 is het Handboek CO2-prestatieladder 2.0 gebruikt. In het nieuwe Handboek CO2-prestatieladder 2.1, 18 juli 2012 zijn geen van belang zijnde conversiefactoren aangepast. 3.3 Herberekening historische gegevens Naar aanleiding van het nieuwe Handboek CO2-prestatieladder zijn geen historische gegevens herberekend. 3.4 Uitsluitingen GHG emissies voortkomend uit airconditioning worden niet meegenomen binnen de CO2rapportage. CO₂-uitstoot benzine & diesel m.b.t. fuel used, betaald met een tankpas, komen terug in ‘business car travel’. 3.5 Opname van CO2 Er heeft in de afgelopen periode geen opname van CO2 plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten. 3.6 Biomassa Er is in de afgelopen periode geen gebruik gemaakt van biomassaverbranding.
31-05-2013
Pagina 8 van 12
4
Directe en indirecte emissies
4.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens Met terugwerkende kracht is de conversiefactor van al het elektriciteitverbruik in H1-2012 naar beneden bijgesteld. Dit naar aanleiding van het vergroenen van het elektriciteitverbruik, doormiddel van inkoop Garantie van Oorsprong Wind NL.
Elektriciteit is nu uit de top 3 van CO2 uitstoot verdwenen; de top 3 wordt: materieel, lease/eigen wagens en zakelijke kilometers. 4.2
Directe & Indirecte emissies H1-2012
Scope 1: – Business car travel (lease, eigen wagens) – Schepen, machines etc. – Verwarming
Scope 2: – Elektriciteit – Zakelijke vliegtuigreizen – Personal cars business travel (zakelijke kilometers)
31-05-2013
Pagina 9 van 12
4.3
Trends
31-05-2013
Pagina 10 van 12
Uit de staafdiagrammen volgt: CO₂-uitstoot brandstof schepen, machines etc daalt t.o.v. H1-2012, invloeden hierop zijn lagere bezettingsgraad materieel, soort werk, in- of verhuur en locatie t.o.v. Sliedrecht. Uit de trend blijkt dat H1-2012 een uitschieter was. Deel van de verklaring hiervoor zijn 2 werken in Frankrijk waar de Prins 2 en 3 + Christophorus veel hebben gevaren en strandsuppletie Domburg als groot werk voor de Christophorus; CO₂-uitstoot business car travel stijgt zeer licht t.o.v. H1-2012; het totaal aantal auto’s in het wagenpark (leaseauto’s & koopauto’s) is wel gelijk gebleven (wel is er een verschuiving geweest in de label verdeling); CO₂-uitstoot personal car business travel daalt t.o.v. H1-2012, invloeden hierop zijn ondermeer reisafstanden naar project- en vergaderlocaties en carpoolen; CO₂-uitstoot business air travel daalt t.o.v. H1-2012, invloed hierop is ondermeer het afnemende aantal vluchten richting projecten in buitenland; CO₂-uitstoot elektriciteit daalt t.o.v. H1-2012, invloed hierop is het vergroenen van elektriciteit op het hoofdkantoor en alle projecten; CO₂-uitstoot verwarming daalt t.o.v. H1-2012, invloed hierop zijn de weersomstandigheden en een defecte verbruiksmeter. 4.4 Voortgang reductiedoelstellingen Zaken die opvallen in verband met bepaling van de voortgang op reductiedoelstellingen: Door inkoop van Wind NL op het hoofdkantoor en alle projecten daalt de CO2-uitstoot van elektriciteit en verdwijnt deze post uit de top 3 van CO2 uitstoot; Verwarmingelementen in de verblijfsruimten vervangen door airco’s met inverterpomp op Prins 1 en de Theodorus; Nog 4 schippers hebben de cursus “voortvarend besparen” gevolgd; 3 extra A labels in het wagenpark, D t/m G labels naar nul en 1 elektrische auto erbij; Veel communicatie en overleg omtrent ISO 14001 en energiebesparingen; o.a. CO2 folder aan hele personeel in augustus 2012; Steeds grotere bewustwording en bv verwarming een tandje lager aan boord.
31-05-2013
Pagina 11 van 12
4.5 Onzekerheden De belangrijkste onzekerheden binnen de inventarisatie directe en indirecte emissies worden gegenereerd door: Verzamelfacturen zonder duidelijke uitsplitsing; Mogelijke fouten in kilometer registratie. De verwachting is dat bovenstaande niet leidt tot een grote verstoring van het totaalbeeld. Naast de genoemde onzekerheden zijn er menselijke fouten op de administratie mogelijk als het niet invoeren van de hoeveelheid brandstof op het juiste boekhoudnummer of onduidelijkheden bij kleine combinatiewerken; door bij de informatieverzameling zowel administratie als projectbewaking te raadplegen wordt deze kans sterk verminderd. Type fouten in de inventaris zelf worden zoveel mogelijk gecorrigeerd d.m.v. trendvergelijking en interne audits. De manier van werken is zodanig dat het onterecht niet meenemen van emissies vrijwel is uitgesloten. Overschattingen die we nog wel verwachten zijn: Meerekenen brandstof van een combinant of ingehuurd schip omdat de factuur onduidelijk is(verzamelfacturen); Geen correctie woon-werk verkeer op lease en zakelijke kilometers (formeel is woon-werk verkeer scope 3). 4.6 Medewerker bijdrage Medewerkers van Van den Herik-Sliedrecht wordt regelmatig gevraagd om een bijdrage te leveren in de uitvoering van reductiedoelstellingen en het aanbrengen van nieuwe ideeën. Daarnaast is de technische expertise van het hoofd TD onmisbaar. Onderstaande onderwerpen zijn in H2-2012 voorgelegd, vanuit het personeel. ONDERWERP Prodrive Learning (zuinig autorijden via IT) Oplaadpunt elektrische auto (werf Sliedrecht) Trekker poolen
WIE LH (09-07-12) Diversen (sept. 2012) DdV (04-10-12)
BESLUIT/ACTIE Keer laten uittesten
OPMERKING -
Laten aanleggen t.b.v. 2 auto’s, achter kantoor Leuke eenmalige actie (aanhanger met vlet rijdt mee met trekker + oplegger)
Inclusief registratie kWh’s -
Middels branche informatie, mailings en andere bronnen komen er ook veel ideeën langs bij de KAM afdeling. Zaken die mogelijk een nieuwe besparingsoptie kunnen zijn voor Van den Herik, worden ter beoordeling doorgespeeld naar een eigen medewerker of extern adviseur. In H2-2012 zijn op die manier uit de markt ‘opgepikt’: Blue Energy Afsluitdijk; proef met energie uit zoet/zout (09-12); ontwikkelingen volgen IT bij diesel/elektrische voortstuwing schepen (12-12); ontwikkelingen volgen Training het nieuwe draaien bij bouwmaterieel (12-12); offerte opgevraagd Keteninitiatief energiebesparende smeerolie (15-10-12); negatief advies van TD 4.7 Conclusie Een conclusie op basis van de halfjaar getallen uit de CO₂-footprint is niet goed mogelijk. De ontwikkelingen per kalenderjaar binnen Van den Herik-Sliedrecht en de omzetcijfers moeten in de analyse worden meegenomen. Daarom zullen alle beschreven ontwikkelingen worden geëvalueerd en geanalyseerd op het managementreview. Wel kunnen we hier zeggen dat er vele positieve ontwikkelingen zijn en de eerste lange termijn doelstelling zeer waarschijnlijk zal worden gehaald.
31-05-2013
Pagina 12 van 12