PERIODIEKE RAPPORTAGE H2-2014 Versie 1, 16-06-2015
Van den Herik-Sliedrecht
Postadres Postbus 191, 3360 AD Sliedrecht, Bezoekadres Industrieweg 24, 3361 HJ Sliedrecht telefoon +31-184-412881, telefax +31-184-419821, internet www.herik.nl, e-mail
[email protected]
Inhoudopgave Inleiding .................................................................................................................................................. 3 1
2
3
4
Basisgegevens ................................................................................................................................. 4 1.1
Beschrijving van de organisatie............................................................................................... 4
1.2
Verantwoordelijkheden ........................................................................................................... 4
1.3
Basisjaar .................................................................................................................................. 5
1.4
Rapportageperiode................................................................................................................... 6
1.5
Verificatie ................................................................................................................................ 6
1.6
Projecten met CO₂-gerelateerd gunningsvoordeel. ................................................................. 6
Afbakening ...................................................................................................................................... 6 2.1
Organisatorische grenzen ........................................................................................................ 6
2.2
Operationele grenzen ............................................................................................................... 6
Berekeningsmethodiek .................................................................................................................... 7 3.1
Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren .............................................................. 8
3.2
Wijzigingen berekeningsmethodiek & conversiefactoren ....................................................... 8
3.3
Herberekening historische gegevens ....................................................................................... 8
3.4
Uitsluitingen ............................................................................................................................ 8
3.5
Opname van CO₂ ..................................................................................................................... 8
3.6
Biomassa ................................................................................................................................. 8
Directe en indirecte emissies ........................................................................................................... 8 4.1
Herberekening basisjaar & historische gegevens .................................................................... 8
4.2
Directe & Indirecte emissies H2-2014 .................................................................................... 8
4.3
Trends ...................................................................................................................................... 9
4.4
Voortgang reductiedoelstellingen .......................................................................................... 10
4.5
Onzekerheden ........................................................................................................................ 11
4.6
Medewerker bijdrage ............................................................................................................. 11
4.7
Conclusie ............................................................................................................................... 11
16-06-2015
Pagina 2 van 11
Inleiding
Algemene inleiding Doel van dit document: Wijzigingen in de berekeningsmethodiek Voortgang op reductiedoelstellingen door analyse van trends
Het opstellen van de periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO₂-prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het kwaliteitsmanagementplan. Deze periodieke rapportage is opgesteld door de energiemanager en het hoofd KAM en beschrijft alle zaken zoals beschreven in § 7.3 uit de ISO 14064. Een koppelingstabel is bijgevoegd onderaan deze pagina.
§ 7.3 ISO 14064 Periodieke rapportage A § 1.1 B § 1.2 C § 1.4 D § 2.1 E § 4.2 F § 3.6 G § 3.5 H § 3.4 I § 4.2 J § 1.3 + § 2.1 K § 3.3 + § 4.1 L § 3.1 M § 3.2 N § 3.1 O § 4.5 P Inleiding Q § 1.5 Tabel 1: Koppelingstabel periodieke rapportage en § 7.3 uit de ISO 14064
16-06-2015
Pagina 3 van 11
1
Basisgegevens
1.1 Beschrijving van de organisatie Al sinds de jaren '40 van de vorige eeuw is Van den Herik-Sliedrecht actief in de waterbouw. Gestart als oeverwerkers zijn we inmiddels gegroeid tot een veelzijdige organisatie met een brede kijk op zowel natte als droge infrastructuur. Werken met de natuur, zorgen voor veiligheid en bijdragen aan economische vooruitgang vormen de uitgangspunten van onze activiteiten. Hoewel waterbouw nog steeds de kern vormt, omvatten de activiteiten inmiddels ook andere disciplines. Naast de waterbouw heeft Van den Herik-Sliedrecht zich gericht op peil- en meetwerkzaamheden, natuurontwikkeling, onderhoud van waterbouwkundige werken en vormt ook het opsporen van conventionele explosieven een belangrijk onderdeel van de activiteiten. In aanvulling op de diverse disciplines die binnen de organisatie zijn verenigd, heeft Van den Herik-Sliedrecht samenwerkingsverbanden met specialisten op specifieke deelterreinen. Van idee tot realisatie, betrokken bij iedere stap, werken wij dagelijks aan tientallen projecten. Onze know-how, ervaring en breed scala aan activiteiten maken ons tot een geschikte partner. In een continu veranderende markt zijn wij in staat risico's te benoemen, oplossingen voor vraagstukken aan te dragen en met u te werken aan een betere infrastructuur. Op de inrichting te Sliedrecht bevindt zich een kantoorgebouw, werkplaatsen, diverse opslagruimten en een haven. Hier wordt het materiaal en materieel gestald en vinden nieuwbouw-, verbouw- en onderhouds-, reparatie- en sloopwerkzaamheden plaats. 1.2 Verantwoordelijkheden De belangrijkste functies in het managementsysteem zijn:
Eindverantwoordelijke (directievertegenwoordiger): directeur interne zaken (taken gedelegeerd aan het hoofd Bedrijfsbureau) Verantwoordelijke stuurcyclus, documenten, communicatie en besparingsmaatregelen: hoofd KAM Contactpersoon emissie-inventaris (energiemanager): medewerker vergunningen
Voor een nadere beschrijving van verantwoordelijken per ladderdocument wordt verwezen naar het kwaliteitsmanagementplan § 2.2.
16-06-2015
Pagina 4 van 11
1.3
Basisjaar
In de periode 2009-2013 is het inventarisatiesysteem van de CO₂-Footprint doorontwikkeld, wat geresulteerd heeft, in dat de basiscijfers van de CO₂-inventarisatie, beter te verdelen zijn naar de diverse materieelstukken. Door deze ontwikkeling is besloten om het jaar 2013 vast te stellen als een nieuw basisjaar conform de NEN-ISO-14064. CO₂-footprint 2013: 6.225 ton
85%
Scope 1 Business car travel Scope 1 Schepen, machines etc. Scope 1 Verwarming Scope 2 Business air travel Scope 2 Elektriciteit Scope 2 Personal car business travel
12%
0%1% 2% 0% 27 maart 2013 Versie 1
Om een goede vergelijkingsbasis tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt bij een wijziging van de conversiefactoren het basisjaar herberekend. Als er een wijziging in conversiefactoren optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens dan wordt dit beschreven in § 3.2. Het herberekende basisjaar wordt in dat geval beschreven in § 4.1.
16-06-2015
Pagina 5 van 11
1.4
Rapportageperiode
CO₂-footprint H2-2014 4.142 ton 89%
Scope 1 Business car travel Scope 1 Schepen, machines etc. Scope 1 Verwarming Scope 2 Business air travel Scope 2 Elektriciteit Scope 2 Personal car business travel
8%
2% 0%
1% 0%
24 maart 2015 Versie 1
1.5 Verificatie De emissie-inventaris H2-2014 (met een beperkte mate van zekerheid) is geverifieerd tijdens de interne audit. 1.6 Projecten met CO₂-gerelateerd gunningsvoordeel. In de afgelopen periode zijn drie projecten met CO₂-gerelateerd gunningsvoordeel uitgevoerd.
2
Afbakening
2.1 Organisatorische grenzen Conform § 3 van het kwaliteitsmanagementplan zijn de organisatorische grenzen vastgesteld voor H22014. Daarbij zijn geen veranderingen naar voren gekomen, die invloed hebben op de emissie inventaris. 2.2 Operationele grenzen Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen Scope 1, 2 & 3 categorieën. Deze indeling is oorspronkelijk afkomstig uit het GHG-protocol ‘A Corporate Accounting and Reporting Standard’. De Stichting Klimaatneutraal Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) rekent ‘business air travel’ en ‘personal cars for business travel’ tot Scope 2. Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van de invoering van de CO2-prestatieladder worden de Scope 1 & 2 categorieën volgens de SKAO aangehouden. 16-06-2015
Pagina 6 van 11
Business Travel = ‘Business air travel’ en ‘personal cars’
Als onderdeel van het energiemanagementsysteem wordt een Energie Audit verslag actueel gehouden dat de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de emissiebronnen. Als er binnen de organisatie door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen sprake is van nieuwe emissiestromen dan worden het Energie Audit verslag en de emissie-inventaris aangepast. Relevante wijzigingen binnen de emissiestromen in de afgelopen periode zijn: Aangekocht materieel: – 2x Hitachi Zaxis 210 – Liebherr R 954
Nieuwe energiestromen door wijzigen organisatorische grenzen: – Geen
De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn:
Scope 1: – Business car travel (lease, eigen wagens) – Schepen, machines etc. – Verwarming
Scope 2: – Elektriciteit – Zakelijke vliegtuigreizen – Personal cars business travel (zakelijke kilometers)
3
Berekeningsmethodiek
Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO2-prestatieladder is ingevoerd. Om deze reden is het meest recente Handboek CO2prestatieladder zoals uitgegeven door de SKAO leidend binnen de berekeningsmethodiek. Dit hoofdstuk beschrijft de keuzes die hierbinnen gemaakt zijn in detail.
16-06-2015
Pagina 7 van 11
3.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Het meest recente Handboek CO2-prestatieladder zoals uitgegeven door de SKAO vormt de basis voor de berekeningen binnen elke Periodieke Rapportage. De conversiefactoren zoals daar genoemd worden aangehouden. Voor een lijst met gebruikte conversiefactoren binnen deze Periodieke rapportage zie het Handboek CO2-prestatieladder 2.2, 4 april 2014. 3.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek & conversiefactoren Voor de initiële berekening van het basisjaar 2013 is het Handboek CO2-prestatieladder 2.1 van 18 juli 2012 gebruikt. 3.3 Herberekening historische gegevens Er zijn geen historische gegevens herberekend. 3.4 Uitsluitingen GHG emissies voortkomend uit airconditioning worden niet meegenomen binnen de CO2rapportage. CO₂-uitstoot benzine & diesel m.b.t. fuel used, betaald met een tankpas, komen terug in ‘business car travel’. 3.5 Opname van CO₂ In de afgelopen periode heeft geen opname van CO2 plaatsgevonden, binnen de bedrijfsactiviteiten. 3.6 Biomassa In de afgelopen periode is geen gebruik gemaakt van biomassaverbranding.
4
Directe en indirecte emissies
4.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens Er zijn geen historische gegevens herberekend. 4.2
Directe & Indirecte emissies H2-2014
Scope 1: – Business car travel (lease, eigen wagens) – Schepen, machines etc. – Verwarming
Scope 2: – Elektriciteit – Zakelijke vliegtuigreizen – Personal cars business travel (zakelijke kilometers)
16-06-2015
Pagina 8 van 11
4.3
Trends CO₂-trends H1-2009 t/m H2-2014 5.000 4.380
4.500
3.888
4.000
3.680 3.326
Ton CO₂-uitstoot
3.500
3.129
3.000 2.500
2.637 2.635 2.318 2.318
2.389
2.231 2.037
Schepen, machines etc.
2.000 1.500 1.000 500 0
24-03-2015
CO₂-trends H1-2009 t/m H2-2014 370
364
365
365
360 351 350 339
Ton CO₂-uitstoot
340 331 330
334
331
327
325 320
320 Business car travel 310
305
300 290 280 270
24-03-2015
16-06-2015
Pagina 9 van 11
CO₂-trends H1-2009 t/m H2-2014 120
114 104
101 100
Ton CO₂-uitstoot
80
80
83
79
80
73
71
67 60 56
60 44 40
Business air travel 52
4745
44 40
Elektriciteit
44
40
40
33
Personal car business travel
29
28 16
16
12
14 8
10 4
53
12 8
1311
Verwarming
28
24
22 23 20
69
64
23 1311
18 11
0
24-03-2015
Uit de staafdiagrammen volgt: CO₂-uitstoot brandstof schepen, machines etc. daalt t.o.v. H1-2014, invloeden hierop zijn een lagere bezettingsgraad (groot verbruikers) materieel, soort werk, in- of verhuur en locatie t.o.v. Sliedrecht; CO₂-uitstoot business car travel daalt t.o.v. H1-2014, invloeden hierop zijn ondermeer meer reisafstanden naar project- en vergaderlocaties, de veranderende energielabel verdeling (CO2 verlaging); CO₂-uitstoot personal car business travel stijgt t.o.v. H1-2014, invloeden hierop zijn ondermeer meer reisafstanden naar project- en vergaderlocaties; CO₂-uitstoot business air travel stijgt t.o.v. H1-2014, invloed hierop is het toenemende aantal vluchten richting projecten; CO₂-uitstoot elektriciteit blijft hetzelfde als H1-2014. Dit ondanks een toename van het aantal projectlocaties t.o.v. van H1-2014. Invloed hierop is de inkoop van groene (wind)energie; CO₂-uitstoot verwarming daalt t.o.v. H1-2014, invloed hierop zijn de weersomstandigheden en afname van het aantal projectlocaties. 4.4 Voortgang reductiedoelstellingen Opvallende zaken van afgelopen periode:
Twee keer LED verlichting gemonteerd in giek van kraanschip Zonwering op kraancabines helpt ook airco gebruik verminderen Ophangen bandenpomp op terrein Sliedrecht (idee uit MVO overleg) Communicatie bericht over “banden op spanning” geplaatst op intranet Werken aan zuinige techniek dijkverbetering Inkoop wind NL op 3 project locaties Aandeel A + B labels is toegenomen tot 61 %
16-06-2015
Pagina 10 van 11
4.5 Onzekerheden De belangrijkste onzekerheden binnen de inventarisatie directe en indirecte emissies worden gegenereerd door: Verzamelfacturen zonder duidelijke uitsplitsing; Mogelijke fouten in kilometerregistratie. De verwachting is dat bovenstaande niet leidt tot een grote verstoring van het totaalbeeld. Naast de genoemde onzekerheden zijn er menselijke fouten op de administratie mogelijk als het niet invoeren van de hoeveelheid brandstof op het juiste boekhoudnummer of onduidelijkheden bij kleine combinatiewerken; door bij de informatieverzameling zowel administratie als projectbewaking te raadplegen wordt deze kans sterk verminderd. Typefouten in de inventaris zelf worden zoveel mogelijk gecorrigeerd d.m.v. trendvergelijking en interne audits. De manier van werken is zodanig dat het onterecht niet meenemen van emissies vrijwel is uitgesloten. Overschattingen die we nog wel verwachten zijn: Meerekenen brandstof van een combinant of ingehuurd schip omdat de factuur onduidelijk is(verzamelfacturen); we vragen hiervoor aandacht bij diverse interne overleggen; Geen correctie woon-werk verkeer op lease en zakelijke kilometers (formeel is woon-werk verkeer scope 3). 4.6 Medewerker bijdrage Medewerkers van Van den Herik-Sliedrecht wordt regelmatig gevraagd om een bijdrage te leveren in de uitvoering van reductiedoelstellingen en het aanbrengen van nieuwe ideeën. Onderstaande onderwerpen zijn in H2-2014 voorgelegd, vanuit het personeel. ONDERWERP Fiets met bagagekist als vervanger van de auto Kleinere generator op P2
WIE OCE Diversen
BESLUIT/ACTIE Gedaan in overleg met projectleider Plan goedgekeurd
OPMERKING Handig vanwege groot werk terrein en langlopend project Stiller en zuiniger voor in het weekend
4.7 Conclusie De nieuwe doelstellingsperiode is positief van start gegaan. De bewustwording op gebied van energiebesparing is duidelijk toegenomen. Met name de technische dienst heeft nog wel wat opties om uit te werken voor de toekomst.
16-06-2015
Pagina 11 van 11