Periodieke rapportage 2e helft 2014 18 maart 2015 versie definitief
Inhoudsopgave Inleiding
3
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Basisgegevens Beschrijving van de organisatie Verantwoordelijkheden Basisjaar Rapportageperiode Verificatie
4 4 4 4 4 4
2. 2.1 2.2 2.3
Afbakening Organisatorische grenzen Operationele grenzen Projecten met gunningsvoordeel
5 5 5 6
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Berekeningsmethodiek 7 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren 7 Berekening / allocatie van emissies binnen projecten met gunningvoordeel Wijzigingen berekeningsmethodiek 7 Herberekening basisjaar & historische gegevens 7 Uitsluitingen 7 Opname van CO2 7 Biomassa 7
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Analyse van de voortgang Herberekening basisjaar & historische gegevens Directe & Indirecte emissies H1 2014 Trends Voortgang reductiedoelstellingen Onzekerheden Medewerker bijdrage
7
8 8 8 9 10 11 11
2
Inleiding Als onderdeel van haar implementatie van de CO2-Prestatieladder rapporteert J. Bijleveld BV elk halfjaar over haar CO2-uitstoot, maatregelen en voortgang op de reductiedoelstellingen. Deze periodieke rapportage beschrijft de volgende aspecten - Een analyse van de CO2-uitstoot van 2014 (2014 H2) - De voortgang op reductiedoelstellingen door analyse van trends - Eventuele wijzigingen in de berekeningsmethode Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO2-prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het Kwaliteitsmanagementplan. Deze Periodieke rapportage beschrijft alle zaken zoals beschreven in § 7.3 uit de ISO 140641. Een koppelingstabel vindt u hieronder.
§ 7.3 ISO 14064-1 Periodieke rapportage a § 1.1 b § 1.2 c § 1.4 d § 2.1 e § 4.2 f § 3.7 g § 3.6 h § 3.5 i § 4.2 j § 1.3 + § 4.1 k § 3.4 + § 4.1 l § 3.1 m § 3.3 n § 3.1 o § 4.5 p Inleiding q § 1.5 Tabel 1: Koppelingstabel Periodieke Rapportage en § 7.3 uit de ISO 14064-1
3
1.
Basisgegevens
1.1
Beschrijving van de organisatie
De werkzaamheden van J. Bijleveld BV bestaan grotendeels uit het uitvoeren van grond- weg en waterbouw.
1.2
1.3
Verantwoordelijkheden Eindverantwoordelijke (directie-verantwoordelijke): Directie Verantwoordelijke stuurcyclus CO2: M. Glorie Contactpersoon emissie-inventaris : M. Glorie Basisjaar
Het basisjaar is 2010. Om een goede vergelijkingsbasis tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt bij een wijziging van de conversiefactoren het basisjaar herberekend. Als er een wijziging in conversiefactoren optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens dan wordt dit beschreven in § 2.3. Het herberekende basisjaar wordt in dat geval beschreven in § 4.1.
1.4
Rapportageperiode
Deze Periodieke rapportage beschrijft de CO2-emissies van de 2e helft 2014.
1.5
Verificatie
De emissie inventaris is niet geverifieerd.
4
2.
Afbakening
2.1
Organisatorische grenzen
Voor de CO2-Prestatieladder worden de volgende organisatieonderdelen meegenomen binnen de organisatorische grenzen: Aannemingsbedrijf J. Bijleveld BV te Koudekerk aan de Rijn.
2.2
Operationele grenzen
Gas Gas voor voor verwarming verwarming
Brandstof Brandstof in in eigen eigen materieel materieel en en voertuigen voertuigen Elektriciteit Elektriciteit
Zakelijke Zakelijke km’s km’s met met privé-auto privé-auto
Vliegreizen Vliegreizen WoonWoonwerkverkeer werkverkeer
2 pe Sco
Scope 1 is alle directe CO2-uitstoot van het bedrijf. Scope 2 is alle indirecte CO2-uitstoot die direct te beïnvloeden is, namelijk uitstoot door elektriciteit, vliegreizen en zakelijke kilometers met privé-auto’s. Scope 3 is alle overige indirecte uitstoot.
1 pe Sco
Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen Scope 1, 2 & 3 categorieën. In de scope-indeling van de CO2Prestatieladder houdt dit het volgende in:
Elektriciteit Elektriciteit op op klantlocatie klantlocatie Productie Productie van van ingekochte ingekochte materialen materialen
3 pe Sco
Zakelijke Zakelijke km’s km’s met met openbaar openbaar vervoer vervoer
Gebruik Gebruik van van verkochte verkochte producten producten Winning Winning van van ingekochte ingekochte grondstoffen grondstoffen
Afvalverwerking Afvalverwerking
Als onderdeel van het energiemanagementsysteem wordt een Energie Audit verslag actueel gehouden dat de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de emissiebronnen. Als er binnen de organisatie door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen sprake is van nieuwe emissiestromen dan worden het Energie Audit verslag en de emissie-inventaris aangepast.
De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn:
Scope 1: – Verwarming kantoor; – Brandstofverbruik wagenpark (bedrijfswagens); – Brandstofverbruik materieel.
5
2.3
Scope 2: – Elektriciteit kantoor; Projecten met gunningsvoordeel
In deze periode zijn de volgende projecten met gunningsvoordeel actief en vormen onderdeel van deze rapportage:
Er zijn geen projecten met gunningvoordeel.
6
3.
Berekeningsmethodiek
Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO2-prestatieladder is ingevoerd. Om deze reden is het meest recente Handboek CO2-prestatieladder zoals uitgegeven door de Stichting Klimaatneutraal Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) leidend binnen de berekeningsmethodiek.
3.1
Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren
Het meest recente Handboek CO2-prestatieladder zoals uitgegeven door de SKAO vormt de basis voor de berekeningen binnen elke Periodieke Rapportage. De conversiefactoren zoals daar genoemd worden aangehouden. Voor een lijst met gebruikte conversiefactoren binnen deze Periodieke rapportage zie het Handboek 2.2.
3.2
Berekening / allocatie van emissies binnen projecten met gunningvoordeel
Er zijn geen projecten met gunningvoordeel.
3.3
Wijzigingen berekeningsmethodiek
Er zijn geen wijzigingen in de berekeningsmethodiek.
3.4
Herberekening basisjaar & historische gegevens
Er is tijdens de berekening van deze rapportage is een foutieve berekening ontdekt. Het aantal tonnen uitgestoten CO2 gerelateerd aan omgezette euro’s is foutief berekend. Hierdoor heeft een herberekening van deze gegevens plaats gevonden. (zie onderstaande tabel) Doordat de gegevens nu een geheel andere uitkomst weergeven blijkt dat de CO2 uitstoot gestegen is en niet gedaald de afgelopen jaren. Door deze foutieve berekening is ervoor gekozen om de doelstelling aan te passen. In het energiemanagementplan paragraaf 6.1 wordt de aangepaste doelstelling weergegeven.
3.5
Uitsluitingen
In het kantoor van J. Bijleveld BV is airconditioning aanwezig. Er is een onderhoudscontract en onderhoud aan de airco’s gepleegd in het jaar 2012. Volgens het Handboek 2.2 hoeft koudemiddel niet verplicht opgenomen te worden in footprint. CO2 emissies voortkomend uit airconditioning zijn daarom ook niet opgenomen in de CO2rapportage. Er zijn geen overige uitsluitingen.
3.6
Opname van CO2
Er heeft in de afgelopen periode geen opname van CO2 plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten.
3.7
Biomassa
Er is in de afgelopen periode geen gebruik gemaakt van biomassaverbranding.
7
4.
Analyse van de voortgang
4.1
Herberekening basisjaar & historische gegevens
Er is tijdens de berekening van deze rapportage is een foutieve berekening ontdekt. Het aantal tonnen uitgestoten CO2 gerelateerd aan omgezette euro’s is foutief berekend. Hierdoor heeft een herberekening van deze gegevens plaats gevonden. (zie onderstaande tabel) Doordat de gegevens nu een geheel andere uitkomst weergeven blijkt dat de CO2 uitstoot gestegen is en niet gedaald de afgelopen jaren. Door deze foutieve berekening is ervoor gekozen om de doelstelling aan te passen. In paragraaf 6.1 wordt de aangepaste doelstelling weergegeven.
4.2
Directe & Indirecte emissies H2 2014
In de 2e helft 2014 bedroeg de CO2-footprint van J. Bijleveld BV 107 ton CO2.
CO2 Uitstoot 1e helft 2014
Witte Diesel Benzine Rode Gasolie Elektra gas Gasflessen
Deze uitstoot wordt vooral veroorzaakt door het materieel en bedrijfsauto’s (94% van het totaal). Het gebruik van aardgas en het elektriciteitsgebruik hebben een kleine invloed op de totale footprint (2% en 4%). De vliegkilometers (0%) en het propaanverbruik (0%) hebben geen invloed op de totale footprint. De meeste CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door de projecten (99%). Gezien het type organisatie dat J. Bijleveld BV is, valt te verwachten dat de overhead-activiteiten een bescheiden plek innemen. In de tweede helft 2014 waren er geen projecten met gunningsvoordeel.
8
4.3
Trends
CO2 uitstoot in tonnen 250 200 150 100 CO2 uitstoot in tonnen
50 0 2010 2011 2012 2013 (basis)
1e helft 2014
2e helft 2014
2014
Ten opzichte van het basisjaar (2010) is de uitstoot in 2014 gestegen. Door een foutieve berekening (zie onderstaande tabel) bleef Bijleveld in de waan dat de CO2 uitstoot was gedaald en dat zij op de goede weg waren om CO2 uitstoot te reduceren. Om deze reden is de doelstelling bijgesteld en zal Bijleveld komend jaar extra maatregelen treffen om de CO2 uitstoot te reduceren. 2010
2011
2012
2013
Energiestromen CO2-uitstoot
1e helft
2e helft
2014
2014
2014
210
193
199
202
115
107
221
2.918.000
2.528.000
2.266.000
2.531.000
1.292.863
1.311.388
2.604.251
1.39
1.30
1.14
1.25
1.12
1.23
1.18
0.72
0.76
0.88
0.80
0.88
0.82
0.85
(ton) Omzet CO2 uitstoot (g/€) Foutieve berekening CO2-uitstoot (g/€)
9
Helaas blijkt dat de CO2 uitstoot gestegen is afgelopen jaren. Er zijn diverse verklaringen voor de CO2 uitstoot stijging tussen 2013 en 2014: Door foutieve berekening bleef Bijleveld in de waan dat de CO2 uitstoot daalde en hebben zij geen extra middelen ingezet voor de reductie van CO2; In 2014 zijn meer werkzaamheden in kleigrond uitgevoerd; In 2014 zijn meer rioleringswerkzaamheden uitgevoerd; Er is een dieseltank van 1000 liter gestolen; Projecten zijn in afstand verder weg; Extra materieel aangeschaft; Meer mechanische straatwerkzaamheden uitgevoerd in plaats van straten met de hand.
4.4
Voortgang reductiedoelstellingen
Voortgang reductiedoelstelling uitstoot CO2 per omgezette € 1 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 Voortgang reductiedoelstelling
0,4 0,3 0,2 0,1 0 Som van 2010
Som van 2011
Som van 2012
Som van 2013
Som van H1 2014
De reductiedoelstelling van J. Bijleveld is 8% per euro omzet ton CO2 reductie in 2015 ten opzichte van 2010. Dat wil zeggen ongeveer 2% CO2 reductie per jaar. Tijdens het opstellen van deze rapportage is gebleken dat er een foutieve berekening is gemaakt, waardoor de CO2 uitstoot gestegen bleek te zijn. Zoals eerder in dit verslag beschreven zijn er diverse oorzaken waardoor de uitstoot gestegen kan zijn. Duidelijk is dat Bijleveld in 2015 extra maatregelen zal nemen om CO2 reductie te generen en duidelijkheid wil scheppen waarom de uitstoot gestegen kan zijn. Deze maatregelen zijn weergegeven in het energiemanagementverslag en actieplan 2015. Tevens is besloten de doelstelling aan te passen, omdat deze niet meer haalbaar blijkt te zijn voor de aangegeven einddatum. De aangepaste doelstelling is ook weergegeven in het energiemanagementverslag en actieplan 2015.
10
Co2 uitstoot in tonnen
Scope 1 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 Som van 2012
Scope 1 193,55
Som van 2013
195,34
Som van 2014
216,53
Co2 in tonnen
Scope 2
4.5
12 10 8 6 4 2 0 Som van 2012
Scope 2 9,26
Som van 2013
10,17
Som van 2014
5,47
Onzekerheden
De bepaling van het elektriciteitsverbruik wordt teruggerekend naar een heel jaar. Hierdoor kan de CO2-uitstoot door elektriciteit tot 2% afwijken.
4.6
Medewerker bijdrage
J. Bijleveld BV maakt het op de volgende manier mogelijk voor medewerkers om bij te dragen aan en mee te denken over CO2-reductie:
11
-
Medewerkers kunnen contact op nemen met Danielle Bijleveld of Michelle Glorie voor ideeën met betrekking tot de CO2-reductie. Medewerkers kunnen letten op het brandstof- en elektriciteitsverbruik door hier bewust mee om te gaan en anderen te wijzen op de bewust omgang hiervan.
De medewerkers hebben in deze periode de volgende acties ondernomen: Ze zijn bewust omgegaan met het verbruik van brandstof en elektriciteit.
12