Stichting Pensioenfonds Holland Casino
1
PENSIOENREGLEMENT 1 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; het bestuur : het bestuur van het fonds; de statuten : de statuten van het fonds; de werkgever : de aangesloten onderneming volgens artikel 3 van de statuten; de werknemers : de personen, in dienst van de werkgever; de deelnemers : de werknemers, die ingevolge artikel 2 van dit reglement als deelnemer zijn toegetreden; de echtgeno(o)t(e) : de echtgeno(o)t(e) van de deelnemer of de gewezen deelnemer met wie deze tot het tijdstip van overlijden gehuwd is; de weduwe, resp. : de hiervoor omschreven echtgeno(o)t(e) na het tijdstip van weduwnaar overlijden van de (gewezen) deelnemer. de niet-geregistreerde : één ongehuwde vrouw of man niet zijnde een bloed- of partner aanverwant in de op- of neergaande lijn en in de zijlinie tot en met de tweede graad met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer duurzaam (tenminste een half jaar) op hetzelfde adres een gemeenschappelijke huishouding voert en die in een notarieel bekrachtigd samenlevingscontract, waaruit de wederzijdse onderhoudsverplichting blijkt en waarin (enige) vermogensrechtelijke aangelegenheden zijn opgenomen, is aangewezen als begunstigde van het partnerpensioen; de kinderen : de kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die tot de (gewezen) deelnemer in familierechtelijke betrekking staan, alsmede de pleegkinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die door de (gewezen) deelnemer worden onderhouden en opgevoed, één en ander ter beoordeling van het bestuur en mits die personen door de deelnemer in het bestuur zijn aangemeld. Studerende kinderen tot de leeftijd van 27 jaar worden met kinderen van jonger dan 18 jaar gelijk gesteld, tenzij zij aanspraak kunnen maken op een Wajong- of WAO-uitkering de pensioendatum : de eerste van de maand direct volgende op de maand, waarin de deelnemer 62 jaar wordt; arbeidsongeschikt- : arbeidsongeschiktheid conform de Wet op de heid Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), voorzover ontstaan tijdens het dienstverband met de werkgever; mate van arbeidson- : de mate van arbeidsongeschiktheid op basis waarvan de geschiktheid uitkering ingevolge de WAO is vastgesteld; FVP : De Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering; CAO : de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de werknemers van de werkgever; pensioen: pensioenreglement 2 van het fonds. reglement 2
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino In de bepalingen van dit pensioenreglement wordt gelijkgesteld met: echtgeno(o)t(e) : geregistreerde partner echtgenoten : geregistreerde partners huwelijk : geregistreerd partnerschap gehuwd : als partner geregistreerd gehuwde : als partner geregistreerde scheiding of : beëindiging van het geregistreerde partnerschap anders dan echtscheiding door de dood of vermissing.
Pensioenreglement 1
2
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
3
Artikel 2. Deelnemers 1. Als deelnemer wordt opgenomen in het fonds de werknemer in dienst van de werkgever en met wie de werkgever bij arbeidsovereenkomst is overeengekomen dat hij als deelnemer zal toetreden. 2. Het deelnemerschap vangt aan op de datum van indiensttreding, echter niet eerder dan de eerste van de maand direct volgende op de maand, waarin de 25e verjaardag valt. In afwijking van het in de vorige volzin bepaalde vangt het deelnemerschap vóór bedoelde eerste van de maand aan, indien en zodra een van de volgende voorwaarden op de werknemer van toepassing is: a. het betreft een gehuwde werknemer; b. het betreft een werknemer met kinderen; c. het betreft een ongehuwde werknemer met een niet-geregistreerde partner die voldoet aan het gestelde in artikel 1. 3. De werknemer zal, alvorens hij als deelnemer wordt opgenomen, schriftelijk moeten hebben verklaard dat hij: a. akkoord gaat met de bepalingen van dit reglement en van de statuten van het fonds en de voor hem hieruit voortvloeiende verplichtingen zal nakomen; b. alle inlichtingen aan het bestuur zal verstrekken, welke in verband met de toekenning van de pensioenaanspraken nodig zijn en het bestuur in kennis zal stellen van eventuele wijzigingen in zijn burgerlijke staat, gezin, adres, niet-geregistreerde partner of notarieel bekrachtigd samenlevingscontract. Expliciet voor de toekenning van pensioenaanspraken ingevolge het partnerpensioen geldt, dat de deelnemer zich verplicht jaarlijks een voorgeschreven en door beide niet-geregistreerde partners ondertekende gemeenschappelijke verklaring (en bijbehorende bewijsstukken) te overleggen. Indien de deelnemer of de gewezen deelnemer geen of onjuiste inlichtingen verstrekt, is het bestuur bevoegd een hieruit voor het fonds ontstane schade op de betrokkene te verhalen. 4. Het bestuur zal de werknemer van zijn opneming als deelnemer schriftelijk kennis geven, terwijl het bestuur ervoor zal zorgdragen, dat iedere belanghebbende in het bezit wordt gesteld van een exemplaar van de geldende statuten van het fonds, van dit pensioenreglement en van de overeenkomst tussen het fonds en de werkgever. 5. Iedere deelnemer ontvangt jaarlijks schriftelijk mededeling van de voor hem in het fonds verzekerde pensioenaanspraken. Onverminderd het bepaalde in artikel 18 lid 4 verstrekt het bestuur op verzoek aan de deelnemer of gewezen deelnemer een opgave van de hoogte van de opgebouwde aanspraken. Deze opgave zal worden verstrekt binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek. Het fonds is bevoegd voor deze opgave een vergoeding te vragen. Jaarlijks verstrekt het bestuur ten behoeve van de deelnemer een opgave van de aan het desbetreffende of voorafgaande boekjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. Het eerste jaar waarover de opgave van de waardeaangroei van de pensioenaanspraken als bedoeld in de eerste volzin wordt verstrekt is 2001. Het bestuur verstrekt op verzoek van de deelnemer een opgave van de over de jaren 1994 tot en met 2000 toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen. Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
4
6. Het deelnemerschap eindigt: a. door het bereiken van de pensioendatum; b. door het overlijden van de deelnemer; c. door het eindigen van het dienstverband tussen de deelnemer en de werkgever, anders dan door overlijden van de deelnemer, tenzij: 1. Het eindigen van het dienstverband het gevolg is van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid; alsdan blijft het deelnemerschap bestaan voor zover en voor zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, behoudens het bepaalde in de volgende volzin. Indien een gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemer, nadat die recht heeft verkregen op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw conform artikel 13, een andere functie aanvaardt bij de werkgever, al dan niet op basis van een nieuwe arbeidsovereenkomst, dan wordt vanaf de datum waarop die andere functie aanvangt het bestaande deelnemerschap beëindigd en vangt een nieuw deelnemerschap aan. Dit tast het verkregen recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw conform artikel 13 niet aan 2. de deelnemer op dat moment gebruik maakt van een regeling betreffende vrijwillig vervroegde uittreding bij de werkgever; alsdan blijft het deelnemerschap bestaan zolang de deelnemer een uitkering ontvangt uit hoofde van die regeling; 3. door de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering aan het fonds ten behoeve van de deelnemer premie wordt betaald; wordt de pensioenopbouw voortgezet in overeenstemming met het bepaalde in de Reglementen FVP. 7. Indien en zolang de deelnemer met onbetaald verlof is blijven de pensioenaanspraken ongewijzigd gehandhaafd. Gedurende die periode komt de som van de werkgeversbijdrage en de deelnemerscontributie voor rekening van de deelnemer. De deelnemer kan in afwijking van de vorige alinea de opbouw van aanspraken gedurende een periode van onbetaald verlof onderbreken, uitsluitend indien de deelnemer en zijn echtgeno(o)te(e) of niet geregistreerde partner een door het fonds verstrekte verklaring tekenen waaruit blijkt dat zij zich bewust zijn van de gevolgen van de onderbreking van de pensioenopbouw en de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico en dat het risico van overlijden tijdens de periode van onderbreking van de pensioenopbouw verplicht gedekt blijft tegen betaling van een door het bestuur van het fonds vastgestelde dekkende premie 8. Een werknemer die in een periode gerekend vanaf 1 januari 2000 is uitgezonden of gedetacheerd naar een vestiging / dochteronderneming of partnerorganisatie van de werkgever in of buiten Nederland en bij aanvang van de uitzending deelnemer is, blijft deelnemer in de zin van dit pensioenreglement, tot het tijdstip dat tussen de werknemer en de werkgever wordt overeengekomen dat zulks niet langer het geval zal zijn.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
5
Artikel 3. Omschrijving van de pensioenaanspraken 1. Met inachtneming van de bepalingen van dit reglement geeft het deelnemerschap recht op: a. ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer of gewezen deelnemer; b. weduwenpensioen ten behoeve van de echtgenote van de mannelijke deelnemer of gewezen deelnemer; c. weduwnaarspensioen ten behoeve van de echtgenoot van de vrouwelijke deelnemer of gewezen deelnemer; d. partnerpensioen ten behoeve van de niet-geregistreerde partner van de deelnemer of gewezen deelnemer; e. wezenpensioen ten behoeve van de kinderen van de deelnemer of gewezen deelnemer; f. bijzonder weduwenpensioen ten behoeve van de vrouw, wier huwelijk met een deelnemer of gewezen deelnemer is geëindigd door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed; g. bijzonder weduwnaarspensioen ten behoeve van de man, wiens huwelijk met een deelnemer of gewezen deelnemer is geëindigd door echtscheiding of ontbinding na scheiding van tafel en bed; h. bijzonder partnerpensioen ten behoeve van de niet-geregistreerde partner, met wie de duurzame gemeenschappelijke huishouding met een deelnemer of gewezen deelnemer is geëindigd; i. arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van de deelnemer. 2. Waar in dit reglement nabestaanden worden vermeld zijn hieronder te verstaan weduwen, weduwnaars en achtergebleven partners; nabestaandenpensioen betreft het weduwen-, weduwnaars- en partnerpensioen.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
6
Artikel 4. Pensioengrondslag 1. Voor elke deelnemer wordt per 1 januari van elk jaar een pensioengrondslag bepaald. Bij toetreding in de loop van een kalenderjaar wordt de pensioengrondslag bepaald op het ogenblik van toetreding. Deze pensioengrondslag geldt eveneens voor de deelnemersjaren als omschreven in artikel 5 lid 1 tot en met de datum van toetreding. Een pensioengrondslag blijft gedurende het jaar, waarin deze is vastgesteld, ongewijzigd. 2. De pensioengrondslag wordt als volgt vastgesteld: a. Basis voor de pensioengrondslag is 92,86% van het bruto pensioeninkomen zoals omschreven in de CAO (voor diegenen die onder de Hay-salarissystematiek vallen is de vakantietoeslag in de definitie van het bruto pensioeninkomen niet van toepassing; zie CAO protocollaire bepalingen artikel 16 lid 1). Indien de deelnemer minder werkt dan het volgens de CAO geldende aantal uren per week/werkdag of dienst van de normale arbeidsduur, geldend voor voltijdwerknemers, wordt het bruto pensioeninkomen gedeeld door een factor gelijk aan de overeengekomen arbeidsduur gedeeld door de normale arbeidsduur. Indien het deelnemerschap voortbestaat op grond van het bepaalde in artikel 2 lid 6 sub c2 wordt het jaarsalaris door de werkgever vastgesteld op grond van de daarvoor in de regeling betreffende vrijwillige vervroegde uittreding gestelde richtlijnen. b. Vervolgens wordt de aldus verkregen uitkomst verminderd met de franchise, die is vastgesteld op € 10.818 (niveau 2002). De franchise wordt, telkens wanneer zulks zich voordoet, door het bestuur verhoogd met het percentage van de bij CAO overeengekomen algemene collectieve loonontwikkeling bij de werkgever. Indien het bestuur besluit dat de franchise bijstelling behoeft in het licht van de ontwikkeling van de AOW en de lonen, zal de mogelijke bijstelling worden besproken met en voor akkoord voorgelegd aan de werkgever en de vakorganisaties. 3. De pensioengrondslag bedraagt per 1 januari 2002 maximaal € 102.005. Dit maximum wordt jaarlijks per 1 januari met hetzelfde percentage respectievelijk bedrag aangepast als waarmede de salarissen van de deelnemers door de werkgever worden aangepast als gevolg van algemene salarisverhogende maatregelen. 4. Onder laatstelijk vastgestelde pensioengrondslag wordt verstaan: a. voor deelnemers, die de 59-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt: de pensioengrondslag welke per de laatste eerste januari is vastgesteld; b. voor deelnemers, die de 59-jarige leeftijd hebben bereikt: het gemiddelde van de over de laatste drie jaren vóór de pensioendatum vastgestelde pensioengrondslagen.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
7
Artikel 5. Deelnemersjaren 1. Als deelnemersjaren tellen mede alle in ononderbroken dienstverband bij de werkgever doorgebrachte jaren, gelegen na het tijdstip van aanvang van het deelnemerschap, met dien verstande dat de jaren, gelegen vóór de eerste van de maand direct volgend op de maand, waarin de 25ste verjaardag van de deelnemer valt, buiten beschouwing blijven. Als deelnemersjaren tellen tevens mede alle jaren, gedurende welke het deelnemerschap voortbestaat op grond van het bepaalde in artikel 2 lid 6 sub c1 en c2. 2. Voor de deelnemer, die bij de oprichting van het fonds is toegetreden, tellen als deelnemersjaren tevens mede de vóór dat tijdstip gelegen dienstjaren, die hem bij de oprichting van het fonds als deelnemersjaren zijn toegekend. 3. Gedurende de tijd, dat de deelnemer ingevolge ziekte, ongeval of tijdelijke arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn werkzaamheden te verrichten, wordt het dienstverband met de werkgever geacht niet te zijn verbroken. Deze tijd telt steeds mede voor de berekening van het aantal deelnemersjaren. Betaling van bijdragen en van contributies zal gedurende deze tijd worden voortgezet. 4. Indien een deelnemer voorafgaande aan zijn deelnemerschap premievrije pensioenaanspraken heeft verworven uit hoofde van voorgaand dienstverband en de waarde van deze aanspraken is aan het fonds overgedragen, zullen aan deze deelnemer daarvoor extra deelnemersjaren worden toegekend. Het aantal toe te kennen extra deelnemersjaren zal door het bestuur worden vastgesteld op basis van de krachtens de in artikel 32b van de Pensioen- en spaarfondsenwet bedoelde algemene maatregel van bestuur gestelde regels. 5. Indien bij toetreding van een deelnemer blijkt, dat deze deelnemer in het bezit is van een premievrije polis van het fonds op grond van een vroegere periode van deelnemerschap, dient de betrokken deelnemer deze polis in te leveren en zal deze op basis van de op de toetredingsdatum voor deze pensioenen aanwezige voorziening voor pensioenverplichtingen conform het gestelde in lid 4 van dit artikel worden aangewend voor de toekenning van extra deelnemersjaren. 6. Aan het aantal meetellende deelnemersjaren wordt een maximum gesteld van 37 direct aan de pensioendatum voorafgaande jaren. Indien door ongelimiteerde toekenning van extra deelnemersjaren het aantal deelnemersjaren het in de vorige volzin genoemde maximum zou overschrijden, worden naast de toekenning van extra deelnemersjaren tot aan dit maximum, extra premievrije pensioenaanspraken toegekend, voor zover deze pensioenaanspraken uitgaan boven die, welke bij de toekenning van extra deelnemersjaren in aanmerking zijn genomen. 7. Het aantal deelnemersjaren zal in jaren en maanden worden bepaald. Hierbij zal een aantal dagen, minder dan 15 verwaarloosd worden, terwijl 15 dagen of meer voor een volle maand zullen worden gerekend.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
8
8. Indien het tussen de deelnemer en de werkgever in enig jaar overeengekomen aantal wekelijkse werkuren minder is dan het normale aantal werkuren zal het betreffende deelnemersjaar slechts in de verhouding van het beperkte aantal werkuren tot het normale aantal werkuren in aanmerking worden genomen.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
9
Artikel 6. Ouderdomspensioen 1. Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde overlijdt. 2. Het jaarlijkse ouderdomspensioen bedraagt bij 37 deelnemersjaren 70% van de laatstelijk vastgestelde pensioengrondslag. Bij minder dan 37 deelnemersjaren wordt het percentage naar evenredigheid verlaagd. 3. Indien de laatstelijk vastgestelde pensioengrondslag lager is dan enige eerder vastgestelde pensioengrondslag, zal het ouderdomspensioen voor deelnemersjaren, gelegen vóór het tijdstip van vaststelling van bedoelde laatste pensioengrondslag, voorzover gebaseerd op een hogere pensioengrondslag, daardoor niet worden aangetast. 4. Indien een gewezen deelnemer op de datum van ingang van het ouderdomspensioen in het genot is van een uitkering ingevolge de Ziektewet of de WAO welke tijdens zijn deelnemersschap is toegekend, zal zijn ouderdomspensioen, met inbegrip van het tijdelijk ouderdomspensioen op grond van pensioenreglement 2, worden verminderd met die uitkering ingevolge de Ziektewet of de WAO zolang die uitkering voortduurt. 5. Op verzoek van de (gewezen) deelnemer kan op de pensioendatum het alsdan ingaande ouderdomspensioen worden omgezet in een ouderdomspensioen dat gedurende 5 dan wel 10 jaren gerekend vanaf de pensioendatum hoger is dan het oorspronkelijk uit te keren ouderdomspensioen en na afloop van deze periode lager is dan het oorspronkelijk uit te keren ouderdomspensioen. De in de vorige volzin omschreven variatie tussen de hoogste en de laagste uitkering van het ouderdomspensioen is toegestaan in de verhouding van 133:100, 120:100 en 110:100. De omzetting geschiedt sekseneutraal op basis van het door het bestuur vastgestelde uniform tarief. Indiening van een verzoek dient uiterlijk 3 maanden voor de pensioendatum te geschieden en het verzoek dient mede door de partner van de (gewezen) deelnemer ondertekend te zijn. In de tabel staat een overzicht van de omrekeningstarieven waarmee het levenslange ouderdomspensioen op de pensioendatum vermenigvuldigd dient te worden om op het betreffende pensioen te komen na de pensioendatum. Hoog / laag Van 62 tot 72 hoog, daarna laag Van 62 tot 67 hoog, daarna laag
Verschil tussen hoogste en laagste uitkering 33% 20% 10% 1,105/0,831 1,068/0,890 1,036/0,942 1,191/0,895 1,121/0,934 1,062/0,966
Als gekozen wordt voor een 10-jarige periode waarin de pensioenuitkering 10% hoger is dan de uitkering na deze periode, dan dient het bereikbare pensioen op de pensioendatum vermenigvuldigd te worden met 1,036 om tot de uitkering te komen voor de eerste 10 jaar na de pensioendatum. Om tot de pensioenuitkering te komen na deze 10 jaar dient het bereikbare pensioen vermenigvuldigd te worden met 0,942. Als gekozen wordt voor een 5-jarige periode waarin de pensioenuitkering 10% hoger Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
10
is dan de uitkering na deze periode, dan dient het bereikbare pensioen op de pensioendatum vermenigvuldigd te worden met 1,062 om tot de uitkering te komen voor de eerste 5 jaar na de pensioendatum. Om tot de pensioenuitkering te komen na deze 5 jaar dient het bereikbare pensioen vermenigvuldigd te worden 0,966.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
11
Artikel 7. Arbeidsongeschiktheidspensioen 1. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in vanaf het tijdstip dat de deelnemer gedurende één jaar: a. een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsver-zekering (WAO) heeft genoten (bij ingang 2de WAO-jaar), dan wel b. in het geval de deelnemer bij aanvang van het deelnemerschap al gedeeltelijk arbeidsongeschikt was, een verhoogde WAO-uitkering heeft genoten. Het arbeidsongeschiktheidspensioen loopt tot de datum waarop de WAO-uitkering eindigt respectievelijk de mate van arbeidsongeschiktheid is gedaald tot het niveau bij aanvang van het deelnemerschap, doch uiterlijk tot de pensioendatum of tot en met de maand van eerder overlijden van de deelnemer 2. a. De deelnemer wordt geacht arbeidsongeschikt te zijn indien en zolang hij in aanmerking komt voor een uitkering ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering. b. Het jaarlijkse arbeidsongeschiktheidspensioen is gelijk aan 80% van het positieve verschil van 92,86% van het bruto pensioeninkomen, zoals beschreven in de CAO, zoals dat geldt per 1 januari van het jaar waarin het arbeidsongeschiktheidspensioen in gaat en het op jaarbasis omgerekende maximum dagloon krachtens de WAO per 1 januari van dat jaar, vermenigvuldigd met het sub f bedoelde toekenningspercentage. c. Het sub b bedoelde arbeidsongeschiktheidspensioen wordt zonodig aangevuld tot 70% van het positieve verschil van het bruto pensioeninkomen, zoals beschreven in de CAO, zoals dat geldt per 1 januari van het jaar waarin het arbeidsongeschiktheidspensioen in gaat en het op jaarbasis omgerekende maximum dagloon krachtens de WAO per 1 januari van dat jaar, vermenigvuldigd met het sub f bedoelde toekenningspercentage. d. Voor fooiontvangende werknemers wordt voor de toepassing van dit artikel tot het bruto pensioeninkomen gerekend de conform de CAO berekende tronc-/ fooienuitkering, die voor de toepassing van dit artikel wordt vastgesteld door het aantal aandelen tronc-/fooienregeling te vermenigvuldigen met het gemiddelde percentage tronc-/ fooienuitkering per aandeel over het voorgaande kalenderjaar. De vorige volzin kan worden aangepast als de tronc- / fooienregeling in de CAO wordt gewijzigd. e. Indien en zodra de hoogte respectievelijk de duur van de uitkering ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering wezenlijk wordt gewijzigd, komt de sub c. bedoelde aanvullingsregeling te vervallen. Het bestuur zal alsdan besluiten of de aanvullingsregeling zal worden vervangen door een andere aanvullingsregeling. f. Het toekenningspercentage is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid waarop de uitkering ingevolge de WAO is gebaseerd, één en ander op basis van onderstaande tabel: Mate van arbeidsongeschiktheid Toekenningspercentage minder dan 15% 0,00% 15 - 25% 20,00% 25 - 35% 30,00% 35 - 45% 40,00% 45 - 55% 50,00% 55 - 65% 60,00% Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
12
65 - 80% 72,50% 80 - 100% 100,00% Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid wordt verlaagd, wijzigt het toekenningspercentage overeenkomstig. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid wordt verhoogd, wijzigt, zolang het dienstverband van de deelnemer met de werkgever voortduurt, het toekenningspercentage overeenkomstig. Nadat het dienstverband is verbroken blijft het toekenningspercentage bij verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid ongewijzigd. Voor de deelnemer die bij aanvang van het deelnemerschap, als bedoeld in artikel 2 lid 1 of in artikel 2, lid 6, letter c, sub 1, al arbeidsongeschikt was in de zin van de WAO, wordt het toekenningspercentage niet bepaald door in de tabel uit te gaan van de totale mate van arbeidsongeschiktheid ingevolgde de WAO, maar van de toename van de mate van arbeidsongeschiktheid conform de WAO na de aanvang van het deelnemerschap. Voor de toepassing van de tabel wordt de mate van arbeidsongeschiktheid gelijkgesteld aan de toename van het percentage van arbeidsongeschiktheid conform de WAO na aanvang van het deelnemerschap gedeeld door een factor gelijk aan 100% minus het percentage van arbeidsongeschiktheid conform de WAO op de datum van aanvang van het deelnemerschap. Voor de toepassing van de letters b en c van dit lid wordt voor deelnemers die uit een eerder deelnemerschap in de zin van artikel 2 al een arbeidsongeschiktheidspensioen genieten, uitgegaan van het bruto pensioeninkomen gedeeld door de in de vorige volzin bedoelde factor. De uitkomst die wordt gevonden na toepassing van het bepaalde in de vorige volzin en de letters b en c van dit lid wordt vervolgens vermenigvuldigd met die factor. g. Indien de deelnemer minder werkt dan het volgens de CAO geldende aantal uren per week/werkdag of dienst van de normale arbeidsduur, geldend voor voltijdwerknemers, wordt voor de toepassing van dit artikel onder bruto pensioeninkomen verstaan het bruto pensioeninkomen gedeeld door een factor gelijk aan de overeengekomen arbeidsduur gedeeld door de normale arbeidsduur.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
13
Artikel 8. Nabestaandenpensioen 1. Het nabestaandenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde overlijdt. 2. Het jaarlijkse nabestaandenpensioen bedraagt 5/7 van het volgens artikel 6 vastgestelde ouderdomspensioen. Bij overlijden van een deelnemer zal dit ouderdomspensioen worden vastgesteld in de veronderstelling dat de deelnemer tot de pensioendatum met de laatste voor hem vastgestelde pensioengrondslag en het laatstelijk voor hem geldende aantal werkuren zou hebben deelgenomen, ware hij in leven gebleven. Indien artikel 8a (omzetting nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen) toepassing heeft gevonden, wordt het nabestaandenpensioen, in afwijking van de vorige zin, berekend met inachtneming van de regels in die bepalingen. 3. Indien op grond van artikel 9 bijzonder nabestaandenpensioen is toegekend, wordt dit samen met de daarover toegekende verhogingen als bedoeld in artikel 14 lid 2 op het volgens lid 2 vastgestelde nabestaandenpensioen in mindering gebracht.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
14
Artikel 8a. Keuzemogelijkheid: toeslag op het ouderdomspensioen in ruil voor het (gedeeltelijke) nabestaandenpensioen 1. Vanaf een half jaar, maar ten minste drie maanden vóór de pensioendatum kunnen de deelnemer en de gewezen deelnemer kiezen voor een verhoging van de aanspraak op ouderdomspensioen in plaats van een (gedeeltelijke) aanspraak op nabestaandenpensioen. 2. Een verhoging van het ouderdomspensioen van de deelnemer of gewezen deelnemer in plaats van de (gedeeltelijke) aanspraak op nabestaandenpensioen, vindt slechts plaats indien de keuze blijkt uit een vóór de pensioendatum door de deelnemer of gewezen deelnemer en diens partner ondertekend keuzeformulier. Het keuzeformulier wordt na een daartoe strekkend verzoek door het fonds aan de deelnemer of gewezen deelnemer ter beschikking gesteld. 3. Een keuze van de deelnemer of gewezen deelnemer (en diens partner) voor verhoging van het ouderdomspensioen in plaats van de (gedeeltelijke) aanspraak op nabestaandenpensioen, heeft tot gevolg dat op grond van dit pensioenreglement de tot de pensioendatum opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen wordt verhoogd. De opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen ten behoeve van de partner, met wie de deelnemer of gewezen deelnemer op de pensioendatum is gehuwd, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of samenwoont, wordt verlaagd. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 6 van dit artikel. Voor iedere € 100,- nabestaandenpensioen die de (gewezen) deelnemer op basis van dit artikel omzet, bedraagt de verhoging van het levenslang ouderdomspensioen € 21,-, hetgeen betekent dat bij een volledige inruil van een volledig nabestaandenpensioen het ouderdomspensioen met 15% wordt verhoogd. 4. De in lid 3 van dit artikel genoemde omzettingsfactor kan voor alle deelnemers en gewezen deelnemers, die nog geen gebruik hebben gemaakt van de in dit artikel opgenomen keuzemogelijkheid, door het bestuur na ingewonnen actuarieel advies worden gewijzigd. 5. Voor de deelnemer of gewezen deelnemer die op de pensioendatum geen echtgeno(o)t(e) of partner heeft, wordt de in het derde lid omschreven verhoging van het ouderdomspensioen automatisch en volledig toegepast. 6. Een aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 9 leden 1 en 2 kan niet worden omgezet in ouderdomspensioen. Het bovenstaande vindt geen toepassing indien de aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen is vervallen wegens het overlijden van de gerechtigde. 7. Een verhoging van het ouderdomspensioen van de deelnemer of gewezen deelnemer in plaats van de aanspraak op nabestaandenpensioen, is uitsluitend mogelijk voor nabestaandenpensioen dat is opgebouwd vanaf 1 januari 2002. Nabestaandenpensioen dat vóór 1 januari 2002 is opgebouwd kan derhalve niet in een hoger ouderdomspensioen worden omgezet.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
15
Artikel 9. Bijzonder nabestaandenpensioen, Wet pensioenverevening bij scheiding 1. Het bijzonder nabestaandenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde overlijdt. 2. Het bijzonder nabestaandenpensioen is gelijk aan het premievrije nabestaandenpensioen, dat aan de deelnemer zou zijn toegekend, indien het deelnemerschap op de datum van ontbinding van het huwelijk resp. op de datum van beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding zou zijn beëindigd. Indien ontbinding van het huwelijk resp. beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding plaatsvindt na het einde van het deelnemerschap is het bijzonder nabestaandenpensioen gelijk aan het bij het einde van het deelnemerschap toegekende nabestaandenpensioen. 3. De gewezen echtgeno(o)t(e) of niet-geregistreerde partner ontvangt een bewijs van zijn/haar aanspraak. 4. Het bepaalde in de voorgaande leden vindt geen toepassing indien beide echtgenoten resp. beide niet-geregistreerde partners bij notarieel verleden akte anders overeenkomen of de rechter bij het vonnis tot echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed op verzoek van beide echtgenoten anders beslist. Partijen leggen daarbij aan de notaris onderscheidenlijk de rechter een verklaring van het fonds over, waarin dat verklaart dat het bereid is een uit de afwijking voortvloeiend risico te dekken. 5. In geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed op of na 1 mei 1995 of ingeval van eindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden, vindt verevening van het tijdens het huwelijk dan wel de duur van het geregistreerd partnerschap bij het fonds opgebouwde (tijdelijk) ouderdomspensioen plaats conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing indien partijen verevening van pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding. 6. Het deel van het te verevenen (tijdelijk) ouderdomspensioen van de gewezen echtgeno(o)t(e) en het bijzonder nabestaandenpensioen, vastgesteld overeenkomstig de leden 1 tot en met 4, kunnen, tenzij sprake is van scheiding van tafel en bed, worden omgezet in een eigen recht op ouderdomspensioen voor de gewezen echtgeno(o)t(e), mits wordt voldaan aan het navolgende: a. De omzetting wordt door beide partijen overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding; b. Binnen twee jaren na het tijdstip van de scheiding is hiervan mededeling gedaan aan het fonds door middel van het daarvoor bestemde formulier; c. Het fonds heeft ingestemd met de omzetting. 7. Het fonds zal niet instemmen met de beoogde omzetting als bedoeld in lid 6, indien een andere toeslagregeling is overeengekomen dan die welke is beschreven in artikel 14, of indien de omzetting die wordt overeengekomen voor het fonds verzekerings Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
16
technisch nadelig is. Het fonds zal slechts instemmen met de omzetting indien het recht op (tijdelijk) ouderdomspensioen van de gewezen partner ingaat op de, bij het fonds geldende, pensioendatum. Het fonds kan de instemming met de omzetting afhankelijk stellen van de uitslag van een medisch onderzoek naar de gezondheid van de (gewezen) deelnemer. 8. De (gewezen) deelnemer kan met de gewezen echtgeno(o)t(e) overeenkomen dat het in de leden 1 en 2 bedoelde bijzonder nabestaandenpensioen wordt omgezet in een hoger ouderdomspensioen en dat daarop volgend het ouderdomspensioen wordt verevend op de wijze als bedoeld in lid 5. Het in artikel 8a bepaalde omtrent de omzettingsfactoren is alsdan van overeenkomstige toepassing. 9. De kosten van verevening of omzetting zal het fonds in gelijke delen aan beide partijen in rekening brengen. 10. In geval van beëindiging van een partnerschap van niet-geregistreerde partners, kan het fonds dit artikel toepassen als ware sprake van echtscheiding, indien beide partijen dit zijn overeengekomen in de notarieel verleden samenlevingscontract dan wel in een notariële akte opgemaakt bij de ontbinding van het samenlevingscontract.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
17
Artikel 10. Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin het kind 18 resp. 27 jaar wordt, of, indien het kind eerder overlijdt, tot en met de maand waarin dit overlijden plaatsvindt. 2. Het jaarlijkse wezenpensioen bedraagt voor ieder kind 1/7 van het volgens artikel 6 vastgestelde ouderdomspensioen. Bij overlijden van een deelnemer zal dit ouderdomspensioen worden vastgesteld in de veronderstelling dat de deelnemer tot de pensioendatum met de laatste voor hem vastgestelde pensioengrondslag en het laatstelijk voor hem geldende aantal werkuren zou hebben deelgenomen, ware hij in leven gebleven. Voor volle wezen wordt het wezenpensioen verdubbeld. 3. Indien meer dan vijf kinderen recht hebben op wezenpensioen, dan genieten deze gezamenlijk niet meer dan een bedrag, gelijk aan vijf maal het wezenpensioen, bedoeld in lid 2.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
18
Artikel 11. Bijzondere bepalingen ten aanzien van nabestaanden- en wezenpensioen 1. Bij huwelijk van een gewezen deelnemer na de pensioendatum respectievelijk het aangaan van een duurzame gemeenschappelijke huishouding door een gewezen deelnemer na de pensioendatum zal geen aanspraak op nabestaanden- en wezenpensioen worden verleend. 2. De aanspraak op nabestaandenpensioen ten behoeve van de echtgeno(o)t(e) respectievelijk niet-geregistreerde partner van een deelnemer of een gewezen deelnemer kan zonder haar/zijn toestemming niet bij overeenkomst tussen de gewezen deelnemer en het fonds of de werkgever worden verminderd. Elk beding, strijdig met het bepaalde in de vorige zin is nietig.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
19
Artikel 12. Financiering 1. De financiering der pensioenaanspraken geschiedt door betaling van een koopsom voor de pensioenen, vastgesteld over de achterliggende deelnemersjaren, voor zover deze nog niet gefinancierd zijn, een koopsom voor het in het komende jaar te verkrijgen recht op pensioen en een risicopremie ter dekking van het overlijdensrisico van het nog niet ingekochte nabestaanden- en wezenpensioen, alsmede de premie ter dekking van de premievrijstelling gedurende arbeidsongeschiktheid van de deelnemer, alsmede het arbeidsongeschiktheidspensioen. 2. De deelnemers betalen een contributie van 7% van de pensioengrondslag. De werkgever is gerechtigd deze contributie bij elke salarisbetaling van het salaris in te houden in evenveel gelijke termijnen als waarin het salaris wordt uitbetaald. Indien het tussen de deelnemer en de werkgever in enig jaar overeengekomen aantal wekelijkse werkuren minder is dan het normale aantal werkuren zal de pensioengrondslag voor de bepaling van de deelnemerscontributie slechts in de verhouding van het beperkte aantal werkuren tot het normale aantal werkuren in aanmerking worden genomen. De hoogte van de bijdrage van de werkgever wordt in een overeenkomst tussen het fonds en de werkgever vastgelegd. Deze overeenkomst is aan dit reglement gehecht. 3. In afwijking van het in lid 1 bepaalde wordt tot de eerste van de maand direct volgende op de maand waarin de deelnemer 25 jaar wordt, uitsluitend een risicopremie betaald ter dekking van het overlijdensrisico van het nabestaanden- en wezenpensioen en de premievrijstelling in geval van arbeidsongeschiktheid. De deelnemer is gedurende die periode geen contributie verschuldigd. 4. Indien en zolang door de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering aan het fonds ten behoeve van de deelnemer premie wordt betaald, wordt de pensioenopbouw voortgezet in overeenstemming met het bepaalde in de Reglementen FVP. 5. Vervallen. Zie artikel 2 lid 7. 6. De werkgever behoudt zich het recht voor in geval van ingrijpende wijziging van omstandigheden, zoals financieel onvermogen of ingrijpende wijziging van Sociale wetten, de grootte van zijn bijdrage voor toekomstige jaren te verminderen of de betaling daarvan geheel te staken. Het reglement zal op dat tijdstip worden aangepast. Echter zullen pensioenaanspraken, welke op dat tijdstip op grond van verstreken jaren zijn verkregen, niet gewijzigd kunnen worden, behalve in het geval als bedoeld in artikel 8, lid 5 van de statuten. Wanneer de werkgever voornemens is tot uitoefening van de bevoegdheid op grond van het in de eerste zin van dit lid genoemde voorbehoud over te gaan, zal hij dit onverwijld schriftelijk mededelen aan het bestuur van het fonds en aan degenen, wier pensioen of aanspraak op pensioen, daardoor wordt getroffen.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
20
Artikel 13. Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid 1. Aan een deelnemer wordt premievrije voortzetting van de pensioenopbouw verleend vanaf het tijdstip dat hij gedurende één jaar: a. een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) heeft genoten (bij ingang 2de WAO-jaar), dan wel b. in het geval de deelnemer bij aanvang van het deelnemerschap al gedeeltelijk arbeidsongeschikt was, een verhoogde WAO-uitkering heeft genoten. De premievrije voortzetting van de pensioenopbouw loopt tot de datum waarop de WAO-uitkering eindigt respectievelijk de mate van arbeidsongeschiktheid is gedaald tot het niveau bij aanvang van het deelnemerschap. Bij de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw wordt uitgegaan van de in lid 2 bedoelde percentages. De premievrije voortzetting betreft het gedeelte van de pensioenopbouw dat in toekomstige jaren zou worden opgebouwd op basis van de pensioengrondslag welke geldt per 1 januari van het jaar waarin het recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw is ontstaan. 2. a. De in lid 1 bedoelde premievrije voortzetting van de pensioenopbouw is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Een en ander op basis van onderstaande tabel: Mate van arbeidsongeschiktheid Percentage premievrije voortzetting minder dan 15% 0,00% 15 - 25% 20,00% 25 - 35% 30,00% 35 - 45% 40,00% 45 - 55% 50,00% 55 - 65% 60,00% 65 - 80% 72,50% 80 - 100% 100,00% b. Zolang het deelnemerschap voortduurt, zijn op het gedeelte van de pensioenopbouw waarvoor geen premievrije voortzetting wegens arbeidsongeschiktheid geldt de bepalingen met betrekking tot deeltijdwerknemers, zoals opgenomen in artikel 4 lid 2 sub a, artikel 5 lid 8 en artikel 12 lid 2 van toepassing. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid, waarop de uitkering WAO is gebaseerd, wordt gewijzigd, wijzigt het percentage premievrije voortzetting overeenkomstig. c. Zodra het dienstverband van de deelnemer met de werkgever wordt verbroken, is op het gedeelte van de pensioenopbouw waarvoor geen premievrije voortzetting wegens arbeidsongeschiktheid geldt, artikel 18 van toepassing. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid, waarop de uitkering ingevolge de WAO is gebaseerd, wordt verlaagd, wijzigt het percentage premievrije voortzetting overeenkomstig. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid, waarop de uitkering ingevolge de WAO is gebaseerd, wordt verhoogd, blijft het toekenningspercentage ongewijzigd. 3. Voor de deelnemer die bij aanvang van het deelnemerschap, als bedoeld in artikel 2 lid 1 of in artikel 2, lid 6, letter c, sub 1, al arbeidsongeschikt was in de zin van de WAO, wordt het percentage premievrije voortzetting niet bepaald door in de tabel uit te gaan van de totale mate van arbeidsongeschiktheid ingevolgde de WAO, maar van de toename van de mate van arbeidsongeschiktheid conform de WAO na de aanvang van het deelnemerschap. Voor de toepassing van de tabel wordt de mate van arbeidsongeschiktheid gelijkgesteld aan de toename van het percentage van arbeidsonge Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
21
schiktheid conform de WAO na aanvang van het deelnemerschap gedeeld door een factor gelijk aan 100% minus het percentage van arbeidsongeschiktheid conform de WAO op de datum van aanvang van het deelnemerschap.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
22
Artikel 14. Procentuele verhogingen 1. Indien de daartoe bestemde Reserve Pensioenverbetering zulks toelaat, zullen de ingegane pensioenen (alsmede de bijbehorende uitgestelde nabestaanden-en wezenpensioenen) jaarlijks per 1 januari worden verhoogd met een toeslag. Het toeslagpercentage zal telkenjare worden vastgesteld door het bestuur. 2. Het in lid 1 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de op grond van artikel 13 van premiebetaling vrijgestelde (gedeelten van) pensioenaanspraken van arbeidsongeschikte deelnemers, op de op grond van artikel 18 lid 2 verleende aanspraken op uitgesteld pensioen en op de op grond van artikel 5 lid 6 verleende extra premievrije aanspraken, alsmede op de aan zijn gewezen echtgeno(o)t(e) of niet-geregistreerde partner op grond van artikel 9 toegekende aanspraak. 3. Voorzover het in de voorafgaande leden bepaalde betrekking heeft op rechten of aanspraken van arbeidsongeschikte deelnemers zal de eerste verhoging worden vastgesteld per 1 januari, volgend op het tijdstip van intreden van de arbeidsongeschiktheid.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
23
Artikel 15. Eventuele herverzekering 1. Het bestuur kan verplichtingen, voortvloeiend uit dit reglement, geheel of ten dele dekken door het sluiten van overeenkomsten met één of meer levensverzekeringsmaatschappijen die daartoe op grond van artikel 9 van de Pensioen- en spaarfondsenwet of artikel 24 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf bevoegd zijn. Behoudens indien het zuivere risicodekking betreft, behoeft een dergelijk besluit van het bestuur, om van kracht te zijn, de goedkeuring van de werkgever en van de Ondernemingsraad. 2. Het fonds zal als contractant en bevoordeelde op de desbetreffende polissen worden aangewezen. Het bestuur heeft echter het recht als bevoordeelde de belanghebbende aan te wijzen. 3. Het fonds is slechts aansprakelijk, voor zover de verzekeraar zijn uit de overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen nakomt. De voorwaarden dezer overeenkomsten liggen voor belanghebbenden bij het bestuur ter inzage. 4. Het fonds zal zich in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij liquidatie, ten opzichte van de belanghebbende ten volle kunnen kwijten door aan hem de desbetreffende polis, rechtgevende op gelijke uitkeringen, als waartoe het fonds gehouden is, over te dragen. Indien de polis aan de belanghebbende wordt overgedragen zal hij als contractant en bevoordeelde moeten worden aangewezen. Van deze overdracht en bevoordeling zal aantekening op de polis gesteld worden. Bovendien zal door de verzekeraar op de polis worden aangetekend, dat ten aanzien van de daarin belichaamde verzekeringen, voor zover deze betrekking hebben op tijdens het deelnemerschap in het fonds opgebouwde aanspraken, uitsluitend de bepalingen van de Pensioen- en spaarfondsenwet - voor zover nog van toepassing - en met name het bepaalde in artikel 32 dier wet van kracht blijven en dat noch afkoop is toegestaan, noch wijziging van de begunstigde anders dan ten behoeve van de verzekerde of diens nabestaanden.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
24
Artikel 16. Uitgesloten risico's 1. Met betrekking tot de uitgesloten risico's gelden, indien en voor zover de pensioenverplichtingen zijn herverzekerd, de voorwaarden van de verzekeraar, behoudens dat het bepaalde in lid 2 ook in dit geval van toepassing blijft. 2. Het recht op nabestaanden- en/of wezenpensioen gaat verloren voor die belanghebbende(n), door wiens (wier) opzettelijk toedoen de (gewezen) deelnemer overlijdt. 3. In de gevallen waarin het recht op nabestaanden- en/of wezenpensioen vervalt zal behoudens ingeval van overlijden als bedoeld in lid 2 een nabestaanden- en/of wezenpensioen verleend worden, gebaseerd op de som van de reservewaarden van alle op het leven van de desbetreffende deelnemer of gewezen deelnemer bij het fonds verzekerde pensioenen, waarbij het nabestaanden- en/of wezenpensioen in geen geval groter mag zijn dan het normale nabestaanden- en/of wezenpensioen.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
25
Artikel 17. Vervroegd pensioen 1. Vervroegde ingang van het ouderdomspensioen kan door het bestuur aan een deelnemer op diens verzoek na ontslag op tenminste 60-jarige leeftijd worden verleend, op voorwaarde dat het dienstverband tenminste 10 onmiddellijk aan het ontslag voorafgaande jaren heeft geduurd. 2. Het bedrag van het vervroegd pensioen en van het uitgesteld nabestaanden- en/of wezenpensioen zal door het bestuur, gehoord de actuaris, worden vastgesteld op basis van de voor die deelnemer in het fonds aanwezige voorziening voor pensioenverplichtingen. Zo nodig zal rekening worden gehouden met de bepalingen van de overeenkomst gesloten met de verzekeraar. Bij de berekeningen gebruikt het fonds voor mannen en vrouwen gelijke vervroegingsfactoren.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
26
Artikel 18. Einde van het deelnemerschap 1. Indien het deelnemerschap eindigt anders dan wegens pensionering of overlijden en de deelnemer minder dan 1 jaar contributie heeft betaald, zal de door de deelnemer betaalde contributie worden gerestitueerd en vervallen alle aanspraken op pensioen. 2. Indien het deelnemerschap eindigt anders dan wegens pensionering of overlijden en de deelnemer 1 jaar of langer contributie heeft betaald, en het bepaalde in artikel 17 is niet van toepassing, heeft de gewezen deelnemer aanspraak op uitgesteld ouderdoms-, nabestaanden- en wezenpensioen, conform het bepaalde in de artikelen 5, 6, 8 en 10. 3. Indien ingevolge artikel 5, leden 4 en 5, extra deelnemersjaren zijn toegekend, alsmede indien aanspraken zijn verkregen op grond van artikel 12 lid 4, is te allen tijde lid 2 van toepassing. 4. De gewezen deelnemer zal steeds een schriftelijk bewijs van zijn rechten ontvangen. 5. Indien de in lid 2 bedoelde pensioenaanspraken het in artikel 32 van de Pensioen- en spaarfondsenwet bedoelde bedrag niet te boven gaan kunnen deze op verzoek van de gewezen deelnemer worden vervangen door een uitkering ineens indien deze deelnemer bij het eindigen van het deelnemerschap of op een later tijdstip ten genoegen van het bestuur aannemelijk maakt dat hij/zij geëmigreerd is.Het bedrag van de uitkering ineens zal worden bepaald door het bestuur na advies van de actuaris op basis van de voor de betrokkenen in het fonds aanwezige voorziening voor pensioenverplichtingen. Bij de berekeningen gebruikt het fonds voor mannen en vrouwen gelijke afkoopfactoren. 6. De in lid 2 bedoelde pensioenaanspraken kunnen op verzoek van de gewezen deelnemer danwel door het bestuur, behoudens bezwaar van de deelnemer, met inachtneming van het bepaalde in artikel 32a van de Pensioen- en spaarfondsenwet worden overgedragen aan het pensioenfonds dan wel de verzekeringsmaatschappij waar de (nieuwe) werkgever van de gewezen deelnemer de pensioenaanspraken van betrokkene heeft verzekerd. De in lid 2 bedoelde aanspraken kunnen op verzoek van de gewezen deelnemer, met inachtneming van het bepaalde in artikel 32a van de Pensioen- en spaarfondsenwet, worden overgedragen naar een individuele pensioenpolis, ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij. In dit geval zijn de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet, voorzover deze betrekking hebben op B-polissen, van overeenkomstige toepassing. Het bedrag van de overdrachtsom zal door het bestuur worden vastgesteld op basis van de krachtens de in artikel 32b van de Pensioen- en spaarfondsenwet bedoelde algemene maatregel van bestuur gestelde regels.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
27
Artikel 19. Betaling van pensioenen 1. Pensioenen zullen worden uitbetaald in maandelijkse termijnen, telkens aan het einde van de maand, en wel: a. Het ouderdoms- en arbeidsongeschiktheidspensioen zal worden uitbetaald aan de (gewezen) deelnemer; b. het nabestaandenpensioen zal worden uitbetaald aan de weduwe, weduwnaar of niet-geregistreerde partner van de overleden (gewezen) deelnemer; c. het bijzonder nabestaandenpensioen zal worden uitbetaald aan de in aanmerking komende gewezen echtgenote, echtgenoot of niet-geregistreerde partner van de overleden (gewezen) deelnemer; d. het wezenpensioen zal worden uitbetaald aan de wettelijke vertegenwoordiger van het kind, indien het kind minderjarig is resp. aan het kind indien dit meerderjarig is. 2. Uitbetaling van pensioenen geschiedt tegen overlegging van een behoorlijk bewijs van in leven zijn van de pensioengerechtigde. Indien door overlijden van een deelnemer of gewezen deelnemer een (bijzonder) nabestaanden- en/of wezenpensioen moet worden uitgekeerd, zal moeten worden overgelegd een uittreksel uit het Bevolkingsregister, vermeldende de datum van overlijden van de deelnemer of gewezen deelnemer en zo mogelijk een verklaring van de geneeskundige die de overleden (gewezen) deelnemer tijdens diens laatste ziekte of na het ongeval, waardoor de deelnemer of gewezen deelnemer overleed, heeft behandeld of van de nagelaten betrekkingen van de deelnemer of gewezen deelnemer betreffende de aard van de ziekte of van het ongeval, dat de dood veroorzaakt heeft. Tevens moeten alle andere stukken, welke door het bestuur of de verzekeraar verlangd worden, worden overgelegd. 3. Het pensioen wordt uitgekeerd door overmaking op een door de pensioengerechtigde in Nederland aangehouden bank- of girorekening. 4. Alle uitkeringen binnen Nederland geschieden zonder kosten voor de belanghebbenden, met uitzondering van die voor bovenbedoelde bewijzen en verklaringen. 5. Indien een uitkering niet binnen 5 jaren na het tijdstip, waarop zij opvorderbaar is geworden, is opgevorderd, vervalt deze uitkering aan het fonds. 6. Alle uitkeringen zullen geschieden in Nederlandse courant. 7. Indien het pensioen op het tijdstip van ingang het in artikel 32 van de Pensioen- en spaarfondsenwet bedoelde bedrag niet te boven gaat, zal het worden vervangen door een uitkering ineens. Het bedrag van de uitkering ineens zal worden bepaald door het bestuur, na advies van de actuaris, op basis van de voor de betrokkene in het fonds aanwezige voorziening voor pensioenverplichtingen, zonodig rekening houdende met de bepalingen van de overeenkomst met de verzekeraar.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
28
Artikel 20. Belastingen en heffingen De pensioenuitkeringen zullen worden verminderd met die belastingen en heffingen, welke het fonds verplicht is af te dragen ingevolge de op het tijdstip van uitkering van kracht zijnde wetten of besluiten.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
29
Artikel 21. Overdracht, inpandgeving van rechten enz Overdracht, inpandgeving of enige andere handeling, waardoor de deelnemer of gewezen deelnemer enig recht op zijn pensioen of zijn aanspraak op pensioen aan een ander toekent, is slechts geldig voorzover beslag op zijn pensioen geldig zou zijn bij het ontbreken van andere inkomsten. De pensioenen en de aanspraken op pensioen ingevolge dit pensioenreglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien in dit pensioenreglement en bij of krachtens de Pensioen- en spaarfondsenwet.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
30
Artikel 22. Inwerkingtreding; overgangsbepalingen 1. Dit reglement treedt in werking per 1 januari 1992 en vervangt het voordien gegolden hebbende reglement. Het reglement is laatstelijk gewijzigd per 26 mei 2004. 2. De aanspraken en rechten van degenen van wie vóór 1 januari 1992 het dienstverband met de werkgever is beëindigd worden door dit reglement niet beïnvloed. 3. a. Voor mannelijke deelnemers, die per 31 december 1991 deelnemer waren, zal het bij voortzetting van het deelnemerschap tot de pensioendatum te bereiken ouderdomspensioen tenminste gelijk zijn aan 1,75% maal het aantal dienstjaren, als bedoeld in artikel 7 van het per 31 december 1991 van kracht zijnde pensioenreglement. Voor de toepassing van de artikelen 8 en 10 wordt een uit deze bepaling voortvloeiende verhoging van het ouderdomspensioen mede in aanmerking genomen. b. Indien bij beëindiging van het deelnemerschap lid 2 van artikel 18 van toepassing is, worden de toe te kennen aanspraken verhoogd met een evenredig gedeelte van de sub a. bedoelde verhoging, en wel in de verhouding van het aantal achterliggende deelnemersjaren tot het aantal van de bij voortzetting van het deelnemerschap tot de pensioendatum te bereiken deelnemersjaren. 4. Voor vrouwelijke deelnemers, die per 31 december 1991 deelnemer waren, gelden de volgende bepalingen: a. De per 31 december 1991 verworven aanspraken op pensioen, met uitzondering van de aanspraak op tijdelijk ouderdomspensioen, zullen in dit pensioenreglement worden ingebracht conform het bepaalde in artikel 5 lid 5. b. Het per 31 december 1991 verworven tijdelijk ouderdomspensioen wordt omgezet in een tijdelijk ouderdomspensioen conform artikel 5 lid 1 van pensioenreglement 2. c. Indien de in dit lid bedoelde deelnemer bij beëindiging van het deelnemerschap nog niet deelneemt aan pensioenreglement 2, en lid 2 van artikel 18 is van toepassing, heeft de deelnemer tevens aanspraak op het sub b bedoelde tijdelijk ouderdomspensioen. Op dat tijdelijk ouderdomspensioen zijn de van belang zijnde bepalingen van pensioenreglement 2 van toepassing. 5. Indien een werknemer, die op 1 januari 1980 in dienst van de werkgever was respectievelijk tussen 1 januari 1980 en 1 november 1980 in dienst van de werkgever is getreden, door het bestuur op zijn verzoek is vrijgesteld van de verplichting tot betaling van een contributie over de periode van 1 januari 1980 respectievelijk de datum van indiensttreding tot 1 november 1980, zal die dienstperiode voor de berekening van de uit zijn deelnemerschap voortvloeiende rechten op pensioen buiten beschouwing worden gelaten. 6. De indexering van de aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen van gewezen echtgenoten of niet-geregistreerde partners van actieve deelnemers krachtens artikel 14 lid 2 is per 1 januari 1999 ingevoerd en heeft geen terugwerkende kracht. 7. Artikel 8a van dit pensioenreglement treedt per 1 januari 2002 in werking voor alle op dat tijdstip aanwezige deelnemers met inbegrip van de deelnemers voor wie op grond van artikel 13 de pensioenopbouw wordt voortgezet. Artikel 8a is derhalve Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino niet van toepassing voor de gewezen deelnemers die voor 1 januari 2002 krachtens artikel 18 premievrije aanspraken op pensioen hebben verkregen en voor de op die datum reeds gepensioneerde deelnemers
Pensioenreglement 1
31
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
32
Artikel 23. Geschillen De rechthebbende op een reglementair pensioen ten laste van het fonds heeft het recht een klacht betreffende uitvoering van de reglementaire bepalingen van het fonds in te dienen bij het bestuur. Het bestuur stelt de belanghebbende, binnen twee maanden na indiening van de klacht, schriftelijk en gemotiveerd van zijn beslissing op de hoogte. Een klacht dient schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend.
Pensioenreglement 1
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
33
Aan pensioenreglement 1 wordt een addendum toegevoegd, luidende als volgt:
Addendum bij pensioenreglement 1 van Stichting Pensioenfonds Holland Casino. De bepalingen van dit addendum zijn van toepassing op de per 1 januari 1992 in dienst van de werkgever zijnde deelnemers die bij het bereiken van de pensioendatum 25 jaar of minder in dienst van de werkgever zijn geweest. Artikel 1. Een deelnemer op wie dit addendum van toepassing is, die in dienst van de werkgever de pensioendatum bereikt, zal in beginsel de mogelijkheid worden geboden om desgewenst het dienstverband voort te zetten. De uitkering van zijn ouderdomspensioen zal dan worden opgeschort tot uiterlijk de eerste van de maand volgend op de maand waarin hij de 65-jarige leeftijd bereikt dan wel tot de eerste van de maand volgend op de maand waarin het dienstverband met de werkgever eerder eindigt. De niet uitgekeerde termijnen van ouderdomspensioen zullen op sekseneutrale wijze worden aangewend tot verhoging van zijn ouderdomspensioen. De niet uitgekeerde termijnen van zijn tijdelijk ouderdomspensioen zullen bij voortzetting van het dienstverband op sekseneutrale wijze worden aangewend tot verhoging van zijn ouderdomspensioen, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 van dit addendum. Artikel 2. De deelnemer dient zijn wens tot doorwerken uiterlijk drie maanden voor het bereiken van de pensioendatum bij de werkgever kenbaar te maken. Artikel 3. Indien artikel 1 toepassing vindt, vervalt het recht op tijdelijk ouderdomspensioen als bedoeld in pensioenreglement 2 van het fonds voorzover dat tijdelijk ouderdomspensioen vanwege het na de pensioendatum voortzetten van het dienstverband met de werkgever niet wordt uitgekeerd. Indien het dienstverband wordt beëindigd vóór de eerste van de maand volgend op de maand waarin hij de 65-jarige leeftijd heeft bereikt, gaat het tijdelijk ouderdomspensioen in per de eerste dag van de maand volgend op die waarin het dienstverband eindigt. Artikel 4. Het totale levenslang en tijdelijk ouderdomspensioen dat de deelnemer ontvangt van het fonds kan nooit meer bedragen dan 100% van het laatste jaarsalaris als bedoeld in artikel 4, lid 2 van pensioenreglement I van de deelnemer voor zover dat krachtens fiscaal recht als pensioengevend mag worden aangemerkt. Dit maximum wordt na de eerste van de maand van het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de deelnemer verminderd met een bedrag ter grootte van de AOW-uitkering, inclusief de vakantie-uitkering voor een gehuwde gerechtigde met een partner van 65 jaar of ouder.
Pensioenreglement 1