Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang SKW
Versie september 2011
Inleiding De missie van Kinderopvang SKW is het verzorgen van kwalitatief goede kinderopvang, die aansluit bij de leefomgeving van kinderen. Het kind en zijn of haar ouders/verzorgers staan centraal als het gaat om de inhoud van de opvang bij Kinderopvang SKW. Wij proberen een sfeer te creëren waarbij kinderen en ouders zich op hun gemak voelen. Het zwaartepunt van de opvoeding van kinderen ligt thuis, bij de ouders. We beschouwen onszelf als partner in de opvoeding van de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Veiligheid, betrokkenheid en aandacht in de begeleiding voor zowel het individuele kind als ook alle kinderen met elkaar, zijn voor ons belangrijke aspecten hierin. In nauwe samenwerking met de ouders dragen wij zo ons steentje bij aan de begeleiding van het kind naar zelfstandigheid. In dit beleidsplan beschrijven wij in het eerste deel onze pedagogische visie en uitgangspunten. In het tweede deel benoemen we de voorwaarden die we creëren om onze pedagogische visie en uitgangspunten te ondersteunen. De vestigingen van Kinderopvang SKW hebben, binnen de grenzen van het algemene beleid, ieder een eigen identiteit en uitstraling. Iedere vestiging heeft een pedagogisch werkplan waarin het algemene pedagogisch beleid is geconcretiseerd en vertaald naar de praktijk. Omwille van de leesbaarheid van dit beleidsplan is gekozen voor de termen: - Ouders in plaats van ouders / verzorgers - Pedagogisch medewerker in plaats van pedagogisch medewerk(st)er - Kindercentrum in plaats van kinderdagverblijf en/of buitenschoolse opvangvestiging; - Hij in plaats van hij / zij.
Versie september 2011
2
DEEL 1 Pedagogische thema’s Aan de hand van vier thema’s beschrijven we hieronder onze pedagogische visie en uitgangspunten.
1.1. Emotionele veiligheid Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een kind om zich gelukkig te voelen en om zich te willen en kunnen ontwikkelen. Het kind moet fysiek veilig zijn: de omgeving mag geen gevaar voor het kind vormen. Daarnaast moet het kind emotioneel veilig zijn: het kind moet zich geliefd voelen, zichzelf kunnen uiten, een duidelijk en positief gevoel van eigenwaarde kennen en vrij zijn. Kinderen hebben verschillende behoeftes. Soms is de behoefte van het ene kind strijdig met de behoefte van een ander kind. Het vervullen van de behoefte van het ene kind mag nooit ten koste gaan van een ander kind. Als we met een kind bezig zijn, hebben we tegelijk ook oog en oor voor de andere kinderen. Het opgroeien in een groep betekent niet dat een kind verplicht is om op ieder moment mee te gaan in de groepsprocessen. Ieder kind is uniek, heeft zijn eigen behoeftes en zoekt zijn eigen richting. Door het leven in een groep ontdekt een kind zijn eigen behoeften en grenzen. Deze stellen hem in staat om zich van anderen te onderscheiden, maar ook om te ontdekken wat hij met anderen gemeen heeft. Pedagogisch medewerkers herkennen en erkennen de individuele behoeften, talenten en mogelijkheden van elk kind en spelen hier op in. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: - We benaderen ieder kind als uniek individu; - We behandelen elk kind met respect en leren kinderen om respect voor anderen en hun omgeving te hebben; - We proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de gewoontes, normen en waarden van het gezin van het kind; - We hanteren duidelijke en consequente regels zonder hier rigide in te worden; - We dragen zorg voor een heldere dagindeling, vaste ritmes en een aantal herkenbare rituelen, waarbij tegelijk ook ruimte is voor spontaniteit en een vrije invulling van tijd. Naarmate kinderen ouder worden, wordt in overleg met de ouders, de mate van vrijheid groter; - We vinden het belangrijk dat kinderen zich kunnen hechten aan mensen die een grote rol in hun leven spelen. We beperken het aantal pedagogisch medewerkers dat een kind als begeleider heeft tot maximaal drie. Elke dag is een van deze vaste begeleiders aanwezig. Vriendjes mogen af en toe op de buitenschoolse opvang meespelen als dit mogelijk is zonder dat er dan meer kinderen in de groep zitten dan toegestaan.
Versie september 2011
3
- Emoties mogen worden geuit en worden niet bekritiseerd. We leren kinderen om op een positieve wijze om te gaan met de eigen emoties en respect te hebben voor die van anderen. We leren kinderen hoe ze zich kunnen uiten zonder dat het bedreigend of belastend voor anderen is; - We geven kinderen de ruimte om zich geleidelijk te kunnen aanpassen aan nieuwe situaties. Hierbij gaan we uit van de behoefte van het kind en de mogelijkheden van de ouder en kindercentrum. In de kinderdagverblijven hanteren we een standaardwenperiode van twee weken, in de buitenschoolse opvang vragen we de ouder om in ieder geval de eerste dag met het kind mee te komen. We maken met ouders individuele afspraken over het wennen.
1.2. Persoonlijke competenties Ieder kind wordt geboren als een individu met een uniek karakter en eigen kwaliteiten. Kinderen hebben van nature de drang om zichzelf te ontwikkelen, om te leren en te ontdekken. Dit doet het kind spelenderwijs, waarbij hij wordt beïnvloed en gestimuleerd door de volwassenen en andere kinderen om zich heen en de omgeving waarin het zich bevindt. Gaandeweg zullen kinderen ontdekken waar de eigen talenten en voorkeuren liggen. Een belangrijke taak van pedagogisch medewerkers is om kinderen te ondersteunen en stimuleren om veel en verschillende soorten ervaringen, vaardigheden en kennis op te doen, binnen de grenzen van de mogelijkheden en behoeftes van het kind. Belangrijke uitgangspunten zijn hierbij: - We bieden een ruim en afwisselend assortiment aan materialen en middelen, passend bij de leeftijd en ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt; - We bieden kinderen de ruimte tot het nemen van eigen initiatieven en het maken van eigen keuzes. We bieden kinderen keuzemogelijkheden in activiteiten en materialen. Kinderen in de buitenschoolse opvang beslissen onder andere mee over de aanschaf van speelgoed en de inrichting van de ruimtes; - We creëren een veilige, aantrekkelijke, prikkelende en uitdagende leefomgeving in het kindercentrum; - We bieden kinderen de mogelijkheid om iedere dag buiten te spelen; - We stimuleren kinderen om op te komen voor zichzelf; - We prikkelen kinderen om te gaan ondernemen en dingen, passend bij hun leeftijd en ontwikkelingsfase, zelfstandig te doen. . Door het zgn. “opendeurenbeleid” kunnen kinderen op bepaalde momenten van de dag kiezen wat ze willen doen en in welke groep. Het “opendeurenbeleid” wordt per vestiging verschillend toegepast en wordt verder toegelicht in de pedagogische werkplannen. Waar nodig helpen, adviseren en moedigen we aan; - We volgen ieder individueel kind nauwgezet in zijn ontwikkeling. Waar nodig ondersteunen we het kind in zijn ontwikkeling door het iets nieuws, iets anders of hulp te bieden; - We brengen balans aan tussen de ontwikkeling van algemene vaardigheden en het stimuleren en ondersteunen van specifieke talenten en voorkeuren.
Versie september 2011
4
1.3. Sociale competenties Het bestaan van een kind is ondenkbaar zonder relaties met andere kinderen, volwassenen en omgeving. Om het sociale verkeer soepel te laten verlopen, heeft het kind sociale vaardigheden nodig. Daarnaast is het van belang dat het kind zich kan uiten, aan anderen en voor zichzelf duidelijk kan maken wat het wil, niet wil, denkt en voelt. Via taal bijvoorbeeld, maar ook via emotionele en creatieve uitingen. Pedagogisch mederwerkers ondersteunen kinderen in het vergroten van de eigen sociale vaardigheden en manieren waarop zij zichzelf kunnen uitdrukken. Belangrijke uitgangspunten zijn hierbij: - We stimuleren en begeleiden de interactie tussen de kinderen; - We leren kinderen dat er overeenkomsten maar ook verschillen tussen mensen zijn en geven hen handvaten om daar op positieve, ontspannen wijze mee om te gaan; - We vinden het belangrijk dat kinderen hun eigen grenzen en die van anderen leren kennen, verkennen en respecteren; - We hebben aandacht voor goede communicatie, zowel tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen als tussen de kinderen en pedagogisch medewerkers onderling (voorbeeldfunctie); - We stimuleren de creativiteit en uitdrukkingsvaardigheid van kinderen op spelenderwijze.; - We nodigen kinderen uit om met verschillende materialen kennis te maken en laten kinderen vrij in hoe en met wie zij de beschikbare materialen willen gebruiken; - In de activiteiten wordt aandacht besteed aan het op verantwoorde wijze omgaan met natuur, dieren en milieu en wordt betrokkenheid bij de buurt waarin het kind leeft nagestreefd. - We stimuleren kinderen om eigen verantwoordelijkheden te dragen;
1.4. Overdracht van waarden en normen Kinderen nemen de gewoontes, waarden en normen over van het gezin en de groep waartoe zij behoren. De opvattingen, gewoontes en rituelen van ouders en het kindercentrum en ouders onderling kunnen verschillen. We beschouwen deze diversiteit als een verrijking van de leefomgeving van de kinderen en onszelf. We bespreken de verschillen met de ouders, waarna op basis van respect voor elkaars mening en ieders mogelijkheden, afspraken worden gemaakt over de werkwijze die het kindercentrum ten aanzien van het kind hanteert.
Versie september 2011
5
Het leven van een kind houdt niet op bij het eigen gezin en het kindercentrum. Hoe ouder en zelfstandiger het kind wordt, hoe groter de wereld van het kind wordt. Al doende zal het kind ervaren dat niet iedereen hetzelfde denkt, vindt, doet en zegt. Kinderen spelen met hetgeen hen wordt aangereikt om uiteindelijk tot een eigen set van normen en waarden te komen. Belangrijke uitgangspunten zijn hierbij: - Er zijn veel verschillende manieren om te leven, op te voeden en te verzorgen. Geen manier is boven de ander verheven. We respecteren en erkennen ieders persoonlijke achtergrond, verwachten dat ook van anderen en dragen dit over aan de kinderen; - In het kindercentrum hebben we een aantal algemene gewoontes, rituelen en regels. In overleg met ouders kunnen aanvullende of andere afspraken gemaakt worden ten aanzien van de opvoeding en verzorging van hun kind; - Verjaardagen en andere feesten worden in het kindercentrum gevierd. Welke feesten dat precies zijn en op de wijze waarop zij gevierd worden kunnen per kindercentrum verschillen; - We laten het kind in zijn waarde. We wijzen een kind nooit als geheel af, maar ongewenst gedrag en de gevolgen en consequenties ervan worden concreet en op voor het kind begrijpelijke wijze geformuleerd; - We streven ernaar dat conflicten op zodanige wijze worden opgelost dat niemand verliest. - Medewerkers zijn zich bewust van hun eigen waarden en normen en hun functie als rolmodel
1.5 Baby’s Binnen de SKW hebben we aparte aandacht voor het omgaan met baby’s. Hiervoor wordt in de eerste helft van 2012 een apart babybeleid geschreven. Dit beleid zal dan verder uitgewerkt worden in de pedagogische werkplannen.
Versie september 2011
6
Versie september 2011
7
DEEL 2 Voorwaarden In dit deel benoemen we in een viertal hoofdstukken de voorwaarden die we creëren om onze pedagogische visie en uitgangspunten te ondersteunen.
2.1. Leefomgeving en begeleiding Ieder kind heeft recht op een veilige en schone leefomgeving. Het kindercentrum is zodanig ingericht dat het past bij de kinderen die erin verblijven en het pedagogisch beleid ondersteunt Van Pedagogisch medewerkers wordt verwacht dat zij ten alle tijde handelen conform het door Kinderopvang SKW vastgestelde pedagogisch en ander beleid en aan de gedragscode van de SKW. Er is altijd toezicht op de kinderen, zowel bij het binnen- als buitenspelen en het slapen. Bij uitstapjes zijn er voldoende volwassenen om de kinderen veilig te begeleiden, de afspraken hierover kunnen per leeftijdsgroep verschillen en zijn vastgelegd in het pedagogisch werkplan van de kindercentra. Wij gebruiken alleen speeltoestellen, boxen en bedjes die voldoen aan de regelgeving. Jaarlijks voert ieder kindercentrum een risico-inventarisatie en –evaluatie op het gebied van veiligheid en gezondheid uit. Hiervoor gebruiken wij de Risicomonitor, uitgegeven en ontwikkeld door de Stichting Consument en Veiligheid en FCB Er is een voor ieder toegankelijk en zichtbaar calamiteiten- en ontruimingsplan. Het ontruimen van het kindercentrum wordt jaarlijks geoefend. Alle beroepskrachten bij Kinderopvang SKW beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen. Pedagogisch medewerkers zijn volledig gediplomeerd voor het werken in de kinderopvang of in opleiding daartoe. Een pedagogisch medewerker in opleiding werkt nooit alleen en zelfstandig, maar alleen onder supervisie van een gediplomeerde en ervaren collega. Per vestiging is vastgesteld hoeveel pedagogisch medewerkers in opleiding en stagiaires daar maximaal kunnen werken, op welke wijze pedagogisch medewerkers in opleiding worden ingezet en begeleid en wat zij wel en niet mogen. Iedere beroepskracht en stagiaire is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële gegevens (de zogeheten VOG). De voertaal in de vestigingen is Nederlands. Kinderen worden in de kindercentra in groepen ingedeeld. Iedere groep heeft een eigen ruimte. Deze ruimte is de basis waar kinderen zich altijd in kunnen terugtrekken, en waar een aantal vaste, gezamenlijke activiteiten zoals ontvangst en eten plaatsvinden. Bij de buitenschoolse opvang kan het voorkomen dat meerdere basisgroepen gebruik maken van een ruimte. Dit wordt dan nader omschreven in het pedagogisch werkplan. Een groep in een kinderdagverblijf bestaat uit maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar en twee pedagogisch medewerkers per dag.
Versie september 2011
8
Een buitenschoolse opvanggroep bestaat uit maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar met twee pedagogisch medewerkers per dag of maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 8 tot 13 jaar met drie pedagogisch medewerkers per dag. Bij de groepsindeling streven we naar een evenredige verdeling in leeftijden en sekse. Ieder kind heeft een vaste pedagogisch medewerker als mentor, die ook als eerste aanspreekpunt voor ouders fungeert.
2.2. Voeding en verzorging Ieder kind heeft recht op een goede verzorging en gezonde, gevarieerde voeding. Op de tijden dat het kind aanwezig is draagt het kindercentrum daar zorg voor. Onder gezonde en gevarieerde voeding verstaan wij onder andere een op het individuele kind aangepaste, evenwichtig samengestelde soorten en hoeveelheden voeding en terughoudendheid met verzadigde vetten en geraffineerde suikers. In het eten en drinken dat wij kinderen aanbieden volgen we de wensen van ouders. Zo zullen wij geen varkensvlees geven aan een kind waarvan de ouder dat niet wil. Ook volgen wij door ouders aangegeven dieetvoorschriften. Algemeen voorkomende dieetproducten, zoals bijvoorbeeld sojamelk en glutenvrij brood, worden door het kindercentrum aangeschaft. We verwachten van ouders dat zij zorgdragen voor zeer gespecialiseerde dieetvoeding voor hun kind. Medicijnen worden alleen op het kindercentrum gegeven als daartoe medische noodzaak is en de ouder daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. Niet alle geneesmiddelen mogen door pedagogisch medewerkers worden toegediend. Zo is bijvoorbeeld het geven van injecties voorbehouden aan gekwalificeerde medische beroepsbeoefenaars, zoals verpleegkundigen en artsen. Wij nemen de regels omtrent hygiëne en voedingverzorging in acht zoals die zijn vastgelegd in de Hygiënecode voor de voedingsverzorging in zorginstellingen, uitgegeven door het Voedingscentrum. Deze hygiënecode is in overeenstemming met de Warenwet. Nadere informatie hoe er wordt omgegaan met voeding en verzorging is vastgelegd in het pedagogisch werkplan van de kindercentra.
2.3. Samenwerking met ouders Voor zowel ouders als kindercentrum staat het welzijn en welbevinden van het kind voorop. Over de wijze waarop het belang van het kind het best gediend wordt kunnen meningen en visie uiteenlopen.
Versie september 2011
9
We bespreken eventuele verschillen met de ouders, waarna op basis van respect voor elkaars mening en ieders mogelijkheden, afspraken worden gemaakt over de werkwijze die het kindercentrum ten aanzien van het kind hanteert. Naast de dagelijkse breng- en haalcontacten voeren ouders en pedagogisch medewerkers minimaal eens per jaar een gesprek over het wel en wee en ontwikkeling van het kind. In dit gesprek wordt ook besproken hoe de ouder de geleverde diensten en de samenwerking ervaart. Daarnaast vragen we regelmatig middels enquêtes ouders schriftelijk om hun mening. Ieder kindercentrum heeft een oudercommissie die adviseert over zaken die het kindercentrum in z’n algemeen aangaan en over het beleid van het kindercentrum. Minimaal een keer per jaar worden er op de kindercentra ouderavonden georganiseerd. De inhoud en vorm van deze bijeenkomsten verschilt per keer, naar gelang van de behoefte van ouders en de actualiteit. Ouders die niet tevreden zijn over onze dienstverlening of een klacht hebben, kunnen deze bespreken met de vaste pedagogisch medewerker van hun kind. Als de pedagogisch medewerker niet kan helpen of als de ouder niet tevreden is met de afhandeling van de klacht, kan de ouder in gesprek gaan met of een brief sturen aan de manager van de vestiging, manager Kinderopvang of directeur (in deze volgorde). De ouder kan altijd een klacht indienen bij een onafhankelijke klachtencommissie. De klachtenprocedure hangt op alle locaties en staat op onze website.
Samenwerking met andere organisaties De kwaliteit van onze dienstverlening proberen wij te vergroten door samen te werken met derden. Het kan voorkomen dat een kind aanvullende begeleiding of hulpmiddelen nodig heeft, bijvoorbeeld omdat het een ontwikkelingsachterstand of handicap heeft. In overleg met de ouder wordt dan hulp op maat gezocht. Zo kan er bijvoorbeeld samen met een ouder een beroep doen op het project Okido, voor extra of gespecialiseerde begeleiding voor het kind of voor pedagogisch advies. We hebben een netwerk van organisaties waarmee we samenwerken, waar we advies kunnen vragen of waar we ouders die dat willen naar kunnen verwijzen, zoals scholen, GGD Amsterdam, de buurtregisseurs, het consultatiebureau, het centrum Opvoedingsondersteuning Oost/Watergraafsmeer, het ouder-kindcentrum en het advies- en meldpunt kindermishandeling. Voor ons activiteitenaanbod werken we regelmatig samen met bijvoorbeeld scholen, het sportbuurtwerk, buurthuizen, peuterspeelzalen, muziekdocenten, speeltuinen, instellingen voor ouderen en andere kinderopvangorganisaties. Per vestiging kan dit verschillen.
Versie september 2011
10
Tenslotte In dit pedagogisch beleidsplan hebben wij de essentie van onze pedagogische visie en handelwijze weergegeven. De pedagogische werkplannen van de kindercentra zijn op dit beleidsplan gebaseerd en geven een nadere en concretere invulling van onze ziens- en handelwijze weer. Dit pedagogisch beleidsplan is na advies van de oudercommissies van Stichting Kinderopvang Watergraafsmeer vastgesteld en zal eens in de twee jaar worden geëvalueerd.
Versie september 2011
11