Pedagogisch beleid BSO De Kikvors
Stichting BELhamels
1. Voorwoord
3
2. Inleiding
3
3. Emotionele veiligheid
4
4. Persoonlijk competentie
5
5. Sociale competentie
6
6. Waarden en normen
6
7. Ouders en oudercommissie
7
8. Kinderraad
8
9. Privacyreglement
8
10. Klachtenregeling
8
11. Vierogenprincipe
9
12. Veiligheid en hygiëne
9
13. Uitgebreid beschreven dagdeel
10
14. Afspraken
11
15. Verschil in benadering en aanbod jongste en oudste kinderen
12
16. Plaatsing en opvangtijden
13
17. Personeel
14
18. Samenvoegen van groepen
14
2
1. Voorwoord Wij vinden het belangrijk dat de kinderen vrij kunnen spelen en bewegen, zeker omdat dit goed is voor de ontwikkeling en gezondheid van de kinderen. Wanneer de kinderen een lange schooldag achter de rug hebben bieden wij ze dan ook het liefst veel buitenactiviteiten aan. Vaak worden de activiteiten gekoppeld aan een thema. Hierbij maken we uiteraard graag gebruik van de natuur en de seizoenen. Een moestuin behoort tot één van onze projecten. De kinderen kunnen zelf hun groenten en fruit kweken, verzorgen en opeten. In een paar minuten lopen kunnen we onze vliegers oplaten vanaf het veldje naast de Hilt of voetballen. Of kikkervisjes vangen in één van de vele slootjes om de BSO heen. Er worden hutten gebouwd op het plein en in de winter helpen de kinderen de talrijke vogels aan voederplaatsen door het timmeren van voederplankjes en vogelhuisjes. In het pedagogisch beleid komt tot uitdrukking hoe wij met de kinderen omgaan en waarom wij dat op deze manier doen. De kinderen hebben een stem in allerlei zaken die hen direct aangaan. Omdat wij het belangrijk vinden dat de kinderen hun ideeën kunnen uitvoeren zullen we op zoek gaan naar mogelijkheden om dit te bewerkstelligen. Soms lukt dat niet gelijk en zullen we er een andere keer op terugkomen. Zo leren de kinderen samen denken, beslissen en verantwoordelijk zijn. In ons pedagogisch beleidsplan wordt beschreven hoe wij werken aan de 4 competenties, genoemd in de Wet Kinderopvang. Daarnaast is ons algemeen beleid voor buitenschoolse opvang hierin beschreven. Het pedagogisch beleidsplan ligt voor ouders ter inzage op het kinderdagverblijf of is te vinden op onze site: www.stichtingbelhamels.nl. Uiteraard blijft dit pedagogisch beleidsplan altijd in ontwikkeling. Het wordt dan ook aangepast zo gauw nieuwe afspraken gemaakt worden. WIJ WENSEN U VEEL LEESPLEZIER! 2. INLEIDING Het pedagogisch beleidsplan is opgesteld voor pedagogisch medewerk(st)ers en biedt houvast bij hun dagelijkse omgang met kinderen. Zo nodig kunnen medewerk(st)ers worden aangesproken op hun handelen. Ook informeert het de ouders van kinderen die de BSO bezoeken, of gaan bezoeken, over onze werkwijze en de omgang met de kinderen. Andere betrokkenen (bijvoorbeeld de gemeente, GGD) kunnen inzicht krijgen in onze pedagogische werkwijze. Een veilige en stimulerende omgeving is een voorwaarde voor een gezonde en goede ontwikkeling van het kind. De inbreng van zowel het kind als de pedagogisch medewerkers staan hierbij centraal. Bij Stichting BELhamels vinden we het van belang dat er uit een kind een mens groeit, dat eerlijk is en respect toont voor zichzelf, voor de ander en zijn omgeving. Een mens dat zich verantwoordelijk voelt, dat openstaat voor de ander, sociaal denkend en assertief is. Deze kenmerken zien we als de belangrijkste eigenschappen van een goed functionerend mens in onze maatschappij. Het pedagogisch beleidsplan is opgesteld voor de BSO van Stichting BELhamels. De buitenschoolse opvang biedt opvang aan kinderen van 4 t/m 8 jaar (groep 1 t/m 4 van de basisschool) in het lokaal waar `s morgen de peuters spelen, volgens de visie van Stichting BELhamels, zoals beschreven staat in het pedagogisch beleidsplan. Kinderen van 8 jaar die in groep 5 zitten zijn ook welkom, mits de kinderen zich bij ons op hun gemak voelen en aansluiting vinden met de groep. De groep bestaat uit 3
maximaal 20 kinderen. Voor de eerste 10 kinderen is er 1 pedagogisch medewerk(st)er, bij meer kinderen zijn er 2 pedagogisch medewerk(st)ers. De pedagogisch medewerk(st)ers ondersteunen deze visie en zijn gemotiveerd vanuit deze visie te werken. Kinderen van diverse scholen maken gebruik van de buitenschoolse opvang. Kinderen worden lopend naar en van school gebracht en gehaald, in duidelijk herkenbare hesjes. Bij Stichting BELhamels werken we met een verticale groep. Dit houdt in dat kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zijn. De vier pedagogische opvoedingsdoelen die in de Wet kinderopvang genoemd worden, zijn uitgangspunt bij het opstellen van dit pedagogisch beleidsplan. Deze vier pedagogische basisdoelen zijn: A.
het aanbieden van een gevoel van emotionele veiligheid
B.
het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie
C.
het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie
D.
het bieden van de kans om zich waarden en normen eigen te maken
3. Emotionele veiligheid Wij zorgen dat het kind zich emotioneel veilig kan voelen. Dat het kind het naar zijn zin heeft en dat het zich prettig voelt. Dit is ook een voorwaarde voor het kind om zich verder te kunnen ontwikkelen. We geven de kinderen een gevoel van emotionele veiligheid door duidelijk te zijn in wat wel en niet kan. Als pedagogisch medewerk(st)er zijn we consequent en voorspelbaar in onze reacties. Er is een zekere mate van structuur (afspraken, regelmaat en gewoonten) omdat dit de kinderen duidelijkheid biedt. Het kind weet waar het aan toe is en wat hem te wachten staat. Het herkenbare en terugkerende geeft een gevoel van veiligheid en vertrouwen en bij jonge kinderen een tijdsgevoel waardoor de dag overzichtelijk wordt. Er staan vaste leidsters op de groep, zo is er herkenning en weten de kinderen wie er op welke dag is. Dit geeft de kinderen houvast. De kinderen voelen zich welkom met hun eigenwijze wijze, we kunnen gedrag (aangeleerd) loskoppelen van wie het kind is (aangeboren). Complimentjes over wat het kind doet, wat het kan of wie het is, zijn onvoorwaardelijk gemeend. Wij vinden het belangrijk dat er op de BSO een ongedwongen en vrije sfeer is. De kinderen mogen zelf kiezen wat ze gaan doen en met wie. Er is een aparte ruimte gecreëerd waar de kinderen aan een (hoge) tafel kunnen knutselen, eten en drinken of een puzzel maken. Verder is er een huishoek, een autohoek, een leeshoek, een bouwhoek en een mooi kasteel waar de kinderen boven ook kunnen spelen. De ervaring van “je een poosje vervelen”, zien wij ook als een leerervaring. Daaruit komt voort: zelf initiatief nemen, zelf iets bedenken om te gaan doen. Zo leren kinderen zichzelf te vermaken. Afhankelijk van de groepssamenstelling kunnen activiteiten aangeboden worden. In principe zijn de kinderen vrij om te kiezen aan welke activiteit ze willen deelnemen maar het kan ook voorkomen dat de groep zich leent om de jongste kinderen aparte activiteiten aan te bieden. Zo kunnen de oudste kinderen bijvoorbeeld naar het voetbaldeel op het plein gaan om een voetbalcompetitie te houden. De jongste kinderen kunnen dan bijvoorbeeld op het schoolplein blijven om te kleuren met stoepkrijt, touwtje springen, hinkelen of bellenblazen. Bij kinderen die erg moe zijn na een lange schooldag of kinderen die nog in een wenfase zitten, kan een pedagogisch medewerk(st)er ervoor kiezen om binnen 4
een één op één activiteit te doen, bijvoorbeeld voorlezen. Op deze manier wordt op de behoefte van de gehele groep ingespeeld.
4. Persoonlijke competentie Het is belangrijk dat de kinderen de mogelijkheid krijgen persoonlijkheidskenmerken als zelfstandigheid, zelfredzaamheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit te ontwikkelen. In principe gebeurt het ontwikkelen van de persoonlijke competentie vanuit het kind zelf, door spel en door het ontdekken van de wereld om zich heen. We vinden het belangrijk kinderen te stimuleren dingen zelf te doen om ze op die manier te laten ervaren dat ze veel dingen al zelf kunnen. Dit geeft het kind zelfvertrouwen en een kans tot verdere ontwikkeling. De ruimte is zodanig ingericht dat kinderen zelf kunnen doen wat ze willen en zelf het spel- of knutselmateriaal kunnen pakken dat ze willen. Door kinderen zelf te laten kiezen hoe zij hun vrije tijd besteden in de BSO, worden zij geprikkeld zelfstandig initiatieven te nemen. Kinderen die veel eenzijdige keuzes maken, of moeite hebben zelf initiatief te nemen worden daarin begeleid en gestimuleerd door de pedagogisch medewerk(st)ers. Voorbeeld: Een kind wil alleen maar in de gymzaal spelen. De pedagogische medewerk(st)er heeft voor de maand een leuk thema bedacht, maar het kind wil er niet aan mee doen. De pedagogische medewerk(st)er betrekt het kind bij het thema en zorgt dat het kind toch interesse krijgt om mee te doen. Dit kan bijvoorbeeld door het kind te betrekken bij de voorbereidingen of het begeleiden van de activiteit. Door het aanbieden van gevarieerd spel doen kinderen nieuwe ervaringen op. Er is voldoende spelmateriaal aanwezig dat de persoonlijke competentie van kinderen stimuleert. Kinderen worden uitgedaagd om eerst zelf te proberen iets op te lossen. Dit kan zowel het uitproberen van een nieuwe vaardigheid als het oplossen van een ruzie zijn. De pedagogisch medewerk(st)er speelt hierbij een ondersteunende rol, door de kinderen aan te moedigen om iets te proberen of handreikingen te geven om een conflict op te lossen.
5. Sociale competentie Het omgaan met andere leeftijdsgenootjes is een belangrijke manier om sociale competenties te ontwikkelen. Bijvoorbeeld om zich in een ander te kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, het samenwerken, andere helpen, conflicten voorkomen en oplossen en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De groepssamenstelling wisselt per dag. Alle kinderen spelen bij en met elkaar, zoals dat in een gezin ook het geval is. De grote kinderen houden rekening met de kleine kinderen en de kleine kinderen met de grote. Voorbeeld: De grote kinderen zijn aan het voetballen, maar daar willen ook kleinere kinderen aan meedoen. Zij spreken af dat er bij ieder team een paar kleine kinderen mogen en spelen zo samen. De kleine kinderen leren van de grote kinderen en soms ook nog andersom. De groep brengt een extra dimensie in het aanleren/vergroten van sociale vaardigheden. Kinderen komen met zowel jongere als oudere kinderen in aanraking. Ze leren daarmee aspecten als rekening houden met elkaar, elkaar helpen, luisteren naar elkaar en opkomen voor jezelf. 5
Kinderen kunnen gedurende de hele opvangperiode in dezelfde groep blijven. Kinderen uit één gezin zitten bij elkaar in de groep. Grotere kinderen kunnen zorgzaamheid ontwikkelen voor jonge kinderen. Kinderen leren rekening houden met elkaar. We stimuleren de kinderen zoveel mogelijk zelf te doen. Wanneer ze hulp nodig hebben, kunnen ze elkaar helpen of de pedagogisch medewerk(st)er vragen hen te helpen. We proberen de kinderen zoveel als mogelijk de fatsoensnormen bij te brengen. De pedagogisch medewerk(st)er beloont de kinderen met complimenten. Als de kinderen zich herhaaldelijk niet aan de Afspraken houden, dan moeten ze van ons even aan tafel zitten en wordt er samen met een pedagogisch medewerk(st)er met het kind gepraat en uitgepraat.
6. Waarden en normen Kinderen moeten de kans krijgen om zich waarden en normen, de cultuur van de samenleving waarvan zij deel uitmaken, eigen te maken. De BSO wordt gezien als een aanvulling op de eigen gezinssituatie. Hier kan een kind in aanraking komen met andere aspecten en de diversiteit van onze samenleving. Een kind leert respect voor anderen en zijn omgeving te hebben als het zelf met respect behandeld wordt. Doordat de BSO in een groep plaats vindt, is het vormen van ideeën en het hebben van opvattingen en het gedrag af te stemmen op eigen waarden, iets waar kinderen dagelijks mee bezig zijn. Volwassenen spelen in dit proces een belangrijke rol. Dit betekent dat de pedagogische medewerk(st)ers ook met respect met elkaar en met de kinderen omgaan. Hierbij hanteren we normaal taalgebruik en houden we ons aan de Afspraken die gezamenlijk afgesproken zijn. Van de kinderen verwachten we ook dat ze zich houden aan de Afspraken, dat ze aardig zijn tegen elkaar en tegen de medewerk(st)ers (niet schelden, slaan enz.). Naast volwassenen spelen ook andere, vaak oudere kinderen een belangrijke rol in het eigen maken van normen en waarden. Kinderen kijken op tegen de grote kinderen. Vinden ze stoer, groot en imiteren hun gedrag al snel. De pedagogisch medewerk(st)er volgt dit proces en maakt de oudere kinderen bewust van de rol die zij spelen voor kleinere kinderen. Zo kan het oudere kind worden aangesproken op het taalgebruik of op het gedrag dat niet geaccepteerd wordt waar kleine kinderen bij zijn. We vragen het kind rekening te houden met het jonge kind, dat nog niet hetzelfde als het oudere kind weet of kan. Naast respect voor anderen vinden wij het belangrijk dat kinderen leren omgaan met materialen en de omgeving (wereld) om ons heen. Van de kinderen wordt verwacht dat ze voorzichtig omgaan met het speelgoed van de BSO of van de andere kinderen en dat ze met respect omgaan met knutselwerken van andere kinderen. Wij willen kinderen leren met zorg om te gaan met de natuur en het milieu, bv. door geen takken van de bomen te scheuren, en samen voor een schone, opgeruimde leefomgeving te zorgen.
7. Ouders en oudercommissie Wij vinden een goed contact met de ouders tijdens het halen en brengen erg belangrijk. Het biedt de gelegenheid om over en weer belevenissen en bijzonderheden van het kind aan elkaar door te geven.
6
De basis hiervoor ligt al bij het intakegesprek, daarom zorgen we ook dat we hier de tijd voor nemen. Voor de pedagogisch medewerk(st)ers is het belangrijk te weten hoe het thuis gaat; zij kunnen daar op inspelen. Ook over belangrijke veranderingen in de thuissituatie (bijvoorbeeld een broertje of zusje op komst, verhuizing, overlijden van familielid, of echtscheiding) worden pedagogisch medewerk(st)ers graag op de hoogte gebracht, omdat dit vaak voor de kinderen ingrijpende gebeurtenissen zijn. Voor nieuwe kinderen is de eerste keer naar de BSO altijd een spannende dag. Wie zal er allemaal zijn? Kennen ze andere kinderen? Wie is de groepsleiding? Zal ik de groepsleiding wel vinden op het plein om samen naar de BSO te lopen? Allemaal vragen die tijdens een kennismaking met de BSO beantwoord kunnen worden. Daarom kunnen u en uw kind voor dat de werkelijke opvang start, samen een kijkje komen nemen op de BSO en samen een uurtje, of langer als dat gewenst is, meedraaien. Wel vragen we u vooraf even een afspraak hiervoor te maken. We houden dan rekening met uw komst. U en uw kind kunnen op zo’n middag alvast wat sfeer proeven op de BSO. Het beste kunt u dan ook een afspraak maken op de dag waarop uw kind ook daadwerkelijk zal komen. Zo herkent hij misschien al wat kinderen van zijn eigen school of woonwijk. Als het voor de ouder te organiseren is, is het ook mogelijk dat de ouder de eerste dag mee loopt van school naar de BSO. Als de kinderen al bij ons op de peutergroep heeft gezeten is de overgang niet zo groot. De kinderen ervaren het als een veilig terug komen. Iedere 6 weken is er een werkoverleg met alle pedagogisch medewerk(st)ers van de BSO. Vaste onderwerpen die besproken worden zijn: · · · · · ·
Actiepunten vorige vergadering Mededelingen GGD Promotie/redactioneel Activiteiten (lopend en geplande) Inkopen en schoonmaak
Ouderavonden bieden de mogelijkheid om uitgebreider dan tijdens de breng- en haalcontacten over het kind op de groep te kunnen praten. Hier kunnen opvoedingsideeën en tips uitgewisseld worden en kunnen pedagogisch medewerk(st)ers en ouders elkaar adviseren. Naast wederzijdse afstemming vinden we onderlinge betrokkenheid tussen ouders en pedagogisch medewerk(st)ers van belang voor een goede samenwerking. Eens per half jaar, in oktober en in april, zijn er 10 minuten gesprekjes. Oudergesprekken worden alleen extra uitgevoerd als er problemen met het kind op de groep zijn. Ouders kunnen een afspraak maken of de leidster(s) kan een gesprek aanvragen met de ouders als er problemen zijn. Stichting BELhamels heeft per onderdeel een eigen ouderraad, waarin ouders van het onderdeel, bijvoorbeeld de BSO, zitting hebben. De ouderraad is belangrijk voor de BSO omdat het dient als klankbord voor het beleid. De ouderraad van Stichting BELhamels stelt zich ten doel: · · ·
De gemeenschappelijke belangen van kinderen en ouders zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. De invloed uit te oefenen op het beleid van de buitenschoolse opvang. De communicatie te bevorderen tussen ouders en leidsters van de buitenschoolse opvang. 7
·
De communicatie tussen ouders onderling te bevorderen.
De oudercommissie en ouders kunnen altijd informatie en advies vragen bij de Bond voor Ouders en de Kinderopvang. (BoinK)
8. Kinderraad We vinden het belangrijk dat kinderen mee kunnen denken, mee kunnen praten en een klein beetje mee verantwoordelijkheid kunnen nemen met betrekking tot het reilen en zeilen op de BSO. Op de BSO worden kinderen actief betrokken bij het maken van keuzes, voorbereidingen zoals de aanschaf van materialen, inspraak bij de keuzes van activiteiten en meehelpen tijdens de uitvoering van een activiteit voor de jongere kinderen. De Kinderraad stelt ons in de gelegenheid hier nog meer vorm aan te geven. Kinderen vanaf groep 3 vormen de Kinderraad waar 3 tot 5 kinderen aan deelnemen. Elk half jaar wordt er een nieuwe Kinderraad samengesteld. Kinderen kunnen zich hiervoor opgeven bij de pedagogisch medewerk(st)er. Periodiek vinden er bijeenkomsten plaats waarin de Kinderraad actief aan de slag gaat.
9. Privacyreglement Individuele ouders hebben recht op privacybescherming door zorgvuldige behandeling van alle (in vertrouwen) gegeven informatie. Ouders worden op de hoogte gesteld indien er over hun kind contact en/ of overleg is met derden die niet aan de opvang zijn verbonden. (school, hulpverlenende instanties e.d.) Er wordt door de pedagogisch medewerk(st)er geen vertrouwelijke informatie over kinderen en/of ouders aan andere kinderen, ouders en collega’s in de opvang gegeven. Als u uw kind(eren) niet zelf kunt ophalen, dient u een formulier te ondertekenen dat de pedagogisch medewerk(st)ers uw kind(eren) aan iemand anders mee mogen geven. U ontvangt dit formulier bij het intakegesprek.
10. Klachtenregeling Klagen heeft vaak een negatieve bijklank. Dat is jammer, want een klacht hoeft niet te blijven steken in kritiek. Het kan juist aanleiding zijn om tot verbeteringen te komen. Een perfecte kinderopvang, waar nooit iemand kritiek heeft, bestaat niet. Kinderopvang is mensenwerk en iedereen maakt wel eens een fout. Hiermee is niet gezegd dat fouten door de vingers gezien moeten worden. Het is van groot belang dat kritiek op de juiste plaats terecht komt en serieus behandeld wordt. Als u een klacht heeft, wees dan openhartig over uw ontevredenheid. Wij proberen vanuit onze verantwoordelijkheid een passende oplossing of maatregelen te treffen. Vaak helpt een goed gesprek al tot het komen van een oplossing. Stichting BELhamels is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie. Dit is Stichting Klachtencommissie Kinderopvang te Baarn. Als u een klacht heeft dan heeft u het recht om u tot de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang te wenden. 8
De SKK is een landelijk werkende organisatie met een centraal informatie- en meldpunt. Zij zijn tijdens kantooruren telefonisch bereikbaak op 0900-0400034 en per mail:
[email protected]
11. Het vieropgenpricipe Binnen Stichting BELhamels wordt het vierogenprincipe vorm gegeven door vestigingen zoveel mogelijk transparant te maken (ramen tussen groepsruimtes, glas in deuren etc.), zodat er altijd zicht is op kinderen en collega’s. Ook de aanwezigheid en inzet van stagiaires wordt gebruikt om het vierogenprincipe te waarborgen. Vanuit onze pedagogische visie vinden wij het zeer waardevol voor een kind om af en toe in kleine groepjes een activiteit te doen onder begeleiding van 1 pedagogisch medewerker. Juist in kleine groepjes wordt de kwaliteit van de interactie tussen kinderen onderling en tussen kinderen en pedagogisch medewerker bevorderd. We hebben er daarom voor gekozen om de mogelijkheid om met een klein groepje kinderen binnenshuis of buitenshuis een activiteit te doen onder begeleiding van 1 pedagogisch medewerker te behouden. Er zullen tijdens de opvangtijden altijd meerdere volwassenen aanwezig zijn. De lokalen zijn voorzien van grote raampartijen zodat de kinderen en leidsters zichtbaar zijn als er iemand door de gang van het gebouw loopt. 12. Veiligheid en hygiëne De BSO voldoet aan de veiligheidseisen die door de wet kinderopvang gesteld worden aan de kinderopvang. De GGD voert jaarlijks een inspectie uit. Het gebouw is geschikt om kinderen op een veilige manier te laten spelen. Uiteraard is een optimale hygiëne van groot belang. Niet alleen vanwege besmettingen, die een ongezond leefklimaat in de hand werken, maar ook begrippen als voorbeeldgedrag, verantwoordelijkheid dragen voor de eigen gezondheid en mentaliteit spelen hierbij een rol. Zo is er ook aandacht voor hygiëne op de groep. De kinderen moeten hun handen wassen voor zij aan tafel gaan om te eten en nadat ze naar het toilet zijn geweest. De ruimtes waar de kinderen spelen zijn schoon en netjes. Algemene aandachtspunten voor de BSO zijn: Het opruimen en schoonhouden van de ruimten, het regelmatig wassen van speelgoed en pluche beesten. Kort houdbare levensmiddelen moeten worden gecontroleerd, koelkast en keuken moeten worden schoongehouden. Na sluitingstijd worden de tafels, stoelen, aanrecht, toiletten en vloeren schoongemaakt. De kinderen van groep 1 en 2 worden bij het brengen naar school in de klas gebracht en bij de schoolingang opgehaald. Met de school worden ook afspraken gemaakt, mocht de pedagogisch medewerker onverhoopt te laat bij school zijn. Dit zal in de praktijk nauwelijks gebeuren, maar het is beter om afspraken te maken voor het geval dat. Ouders geven door aan de BSO en aan school als hun kind een keer niet mee gaat naar de BSO. Wij zorgen ervoor dat de kinderen op een veilige manier over straat gaan. Daarbij is het belangrijk de veiligheidsafspraken tijdens de wandeling in acht te nemen. Voor zowel de BSO als voor de ouders ligt hier een taak. Zij moeten hun kinderen wijzen ook op de veiligheidsafspraken die gelden voor het verkeer. De BSO heeft een ongevallen verzekering die dekt vanaf het moment dat een kind van school vertrekt. De tijd dat het kind op school aanwezig is, is de BSO niet verantwoordelijk voor de kinderen.
9
Als kinderen zelfstandig, vanaf groep 3, van de BSO naar school gaan en zelfstandig van school naar de BSO komen, zijn de ouders verantwoordelijk en vullen hier een formulier voor in. De scholen in Eemnes hebben verschillende tijden. Het kan voorkomen dat we er voor kiezen om een kwartiertje te wachten op het schoolplein tot de volgende school uit is. De kinderen spelen dan onder toeziend oog van de pedagogisch medewerk(st)er op het schoolplein.
13. Uitgebreid beschreven dagindeling Voorschoolse opvang Als de kinderen voor schooltijd komen dan mogen ze vrij binnen spelen. Er wordt wel gevraagd aan de ouders of de kinderen al ontbeten hebben. Zo niet, dan krijgen zij een broodje en drinken voor zij naar school gaan. De kinderen die naar de Hobbistee en het Noorderlicht gaan, deze ligt aangrenzend met de BSO, kunnen er zelf lopend heen. Kinderen van andere scholen worden op tijd door een pedagogisch medewerk(st)er met een wandeling naar school gebracht. Deze pedagogisch medewerk(st)er loopt mee de school in en brengt de kinderen naar hun klas als dat gebruikelijk is op school/in de groep.
Naschoolse opvang Hierbij een uitgebreid beschreven dagindeling van de BSO waar is gekozen voor een volledige bezetting. Dit wil zeggen dat er deze dag 20 kinderen aanwezig zijn en 2 pedagogisch medewerk(st)ers. Aan tafel overleggen de pedagogisch medewerk(st)ers met de kinderen wat ze willen gaan doen op de BSO. Onze voorkeur gaat uit, mits het weer het toelaat, om buiten te spelen. Hierin stimuleren we de kinderen en de pedagogisch medewerk(st)ers spelen buiten mee met de kinderen. Als er toch kinderen zijn die graag binnen willen spelen, wordt een afspraak gemaakt om eerst even naar buiten te gaan en dan later naar binnen om daar te spelen. Om 14.15 uur gaat een pedagogisch medewerk(st)er naar de scholen met een continurooster, om daar de eerste kinderen op te halen die uit school komen om 14.30 uur. Bij de BSO aangekomen, doen de kinderen hun jas, tas e.d in de luizentas aan de kapstok op hun eigen plek, dat is aangegeven met een eigen naamkaartje. De kinderen gaan, nadat ze hun handen hebben gewassen, aan tafel om te drinken en eten een koekje, appel of iets dergelijks. Hierbij wordt voor een thuissituatie gekozen, om gezamenlijk aan tafel te zitten en de dag door te spreken. De pedagogisch medewerk(st)er vraagt hoe ze het hebben gehad op school en overlegt wat ze deze dag gaan doen. Wanneer het hier om wat oudere kinderen gaat helpen zij mee om de tafel schoon te maken en zetten ze drinken neer voor de volgende kinderen die straks uit school komen. Daarna vermaken deze kinderen zich met de computer, lezen zij een boekje of zetten alvast spullen klaar in de gymzaal, zoals ballen, springtouwen enz. Daarna komen de kinderen van de andere scholen. Deze kinderen zijn even voor half 4 op de BSO. Ook deze kinderen schuiven aan tafel, na het opruimen van hun spullen en het handen wassen, en weer wordt overlegd wat ze willen doen deze middag. Als ze klaar zijn vinden zij ook een plek in de gymzaal, de speelhoek of een andere hoek. Dan ontfermt zij zich over de al spelende kinderen terwijl de eerste pedagogisch medewerk(st)er aan tafel blijft zitten. Zij houdt tevens het formulier bij, welke kinderen 10
er binnenkomen en ook weet zij wat er met ieder kind is afgesproken wat ze straks gaan doen. (Knutselen, buiten spelen, vrij binnenspelen of in de gymzaal spelen enz.) Als iedereen klaar is met drinken wordt de tafel afgeruimd, de tafels en banken worden schoongemaakt en er wordt afgewassen door een pedagogisch medewerk(st)er. De kinderen zijn vrij om te kiezen wat ze willen doen. Ze geven aan waar zij zich bevinden door hun naam op het planbord te hangen bij de ingang van de groep. De activiteiten die aangeboden worden kunnen per dag verschillen. De Pedagogisch medewerk(st)er bepaalt welke activiteiten er die dag zijn en hoeveel kinderen maximaal per activiteit mee kunnen doen. De kinderen maken op deze manier gebruik van alle ruimten waardoor een opeenhoping van té grote groepen kinderen voorkomen wordt. Wij stimuleren kinderen altijd zoveel mogelijk zelf te kiezen en te doen. Wanneer ze hulp nodig hebben, kunnen ze elkaar helpen of de pedagogisch medewerk(st)er vragen om hen te helpen. Als het mooi weer is gaan de pedagogisch medewerk(st)ers altijd naar buiten. Zij spelen op het plein waar de peuters ook spelen. De oudere kinderen kunnen gebruik maken van het aangrenzende plein welke ook van het Noorderlicht is. Met de kleinere kinderen worden dan buitenactiviteiten gedaan. Bijvoorbeeld verstoppertje, tikkertje of we spelen met een bal. Ook wordt er door de kinderen veel gebruik gemaakt van de speeltoestellen die op het schoolplein staan. Als het slecht weer is, worden er binnenactiviteiten gedaan. Er is allerlei speelgoed aanwezig waar ieder kind mee mag spelen. Zo kunnen kinderen zich helemaal uitleven in de huishoek waar verschillende kinderwagens staan opgesteld met veel poppen en kleertjes. Ook staat er een heus keukenblokje met spulletjes, een speelkasteel en kinderen kunnen zich gaan verkleden, familiespelletjes doen, knutselen of zich lekker uitleven in de gymzaal welke wij ook mogen gebruiken van het Noorderlicht. We proberen de kinderen zoveel als mogelijk de fatsoensnormen bij te brengen. Sociaal gedrag en handelen wordt van de kinderen verwacht en waar nodig is worden de kinderen gecorrigeerd. De pedagogisch medewerk(st)ers belonen de kinderen met complimenten en vertellen wat welk gedrag we graag zien. Bijvoorbeeld, we lopen in de gangen in plaats van niet rennen in de gang. Ook als kinderen tijdens spel veel en hard geluid maken vragen wij of het wat zachter mag in plaats van te zeggen dat de kinderen niet zo moeten schreeuwen. Zo benaderen wij de kinderen positief. Als kinderen na herhaaldelijke verzoeken nog steeds negatief gedrag laten zien, moeten ze van ons even aan tafel zitten en wordt er samen met een pedagogisch medewerk(st)er met het kind gepraat en uitgepraat. Om 16.30 uur gaan de kinderen aan tafel zitten, nadat zij de handen hebben gewassen. We drinken gezamenlijk en eten een cracker om de dag af te sluiten. Daarna mogen de kinderen weer vrij spelen tot ze door hun ouders worden opgehaald. Tijdens de schoolvakanties worden extra activiteiten georganiseerd. Met mooi weer zetten we een zwembadje op, gaan we naar een museum, kinderboerderij, Soester duinen etc.. Iedere zomervakantie werken wij met een thema. Zo kunnen we bijvoorbeeld kiezen voor een “landenthema” waarbij we iedere week een ander land behandelen. Samen met de kinderen bedenken we activiteiten die we deze week kunnen doen. In de “Chinaweek” eten we met stokjes, we knutselen/schilderen Chinese tekens en leren Chinese woorden. In de “Italiëweek” maken en eten we pizza, we voetballen een Italiëcompetitie, schilderen de vlag enz.
14. Afspraken 11
Er worden wel vanuit de leiding afspraken gehanteerd om de sfeer en de leefbaarheid in de groep te beïnvloeden. De afspraken bevinden zich op het vlak van hygiëne, sociale omgang en zelfredzaamheid. Afspraken bij binnenkomst: -
Jas en tas in de luizentas doen en ophangen aan de kapstok hangen Goedendag zeggen
Voor en tijdens het fruit/koekje eten en drinken: -
Voor of na het eten en drinken naar het toilet Handen wassen en aan tafel gaan zitten Aan tafel blijven zitten en rustig praten
Tijdens het spelen: Opruimen voordat je aan iets anders begint Niet iedereen in de zelfde hoek Aardig zijn voor elkaar Probeer eerst ruzietjes zelf op te lossen Als je buiten het terrein speelt, altijd aan de pedagogisch medewerk(st)er zeggen waar je bent alleen de 8-jarigen mogen buiten het hek spelen en na overeenstemming ouders) Als je ergens anders gaat spelen buiten het zicht van de pedagogisch medewerker zeg je dat De pedagogisch medewerk(st)ers gedag zeggen als je naar huis gaat Na het snuiten van de neus de handen wassen, niesen doe je met je arm voor je mond/neus. 15. Verschil in benadering en aanbod voor jong en oudere kind Omdat er een gemengde groepssamenstelling is vraagt dit ook aandacht. De rol van de pedagogisch emdewerk(st)er wordt afgestemd op de behoefte van het individuele kind. Kinderen van 4 jaar hebben andere behoeftes dan een kind van 8 jaar. Kinderen willen aandacht en gezien worden. De pedagogisch medewerk(st)ers geven alle kinderen aandacht door te luisteren naar verhalen en de tijd daarvoor te nemen. Ze ondersteunen kinderen die het op een of andere manier moeilijk hebben. Indien nodig wordt er met ouders gesproken zodat er gezamenlijkheid ontstaat in de probleemsignalering en het oplossen daarvan. Rol van de pedagogisch medewerk(st)er t.o.v. het jongste kind -
Zorgen dat het kind zich op zijn gemak voelt, d.m.v. persoonlijke aandacht De tijd nemen om kinderen te helpen en uit te leggen hoe de regeltjes in de groep zijn Hulp bieden bij lichamelijke verzorging Creëren van een rustige, veilige en gevarieerde speelplek Helpen bij het oplossen van onderlinge ruzietjes Verhaaltje voorlezen
Rol van de pedagogisch medewerk(st)er t.o.v. het oudere kind -
Luisterend oor 12
Stimuleren van zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel door kinderen zoveel mogelijk zelf naar oplossingen te laten zoeken Bieden van een uitdagende speelplek d.m.v. spelmateriaal, activiteiten en vrije keuze in indeling van hun vrije tijd Door het aangeven van grenzen en afspraken maken met de kinderen, de kinderen zelf vrij laten in keuzes die zij maken
16. Plaatsingsbeleid en opvangtijden Algemene visie De buitenschoolse opvang biedt opvang aan kinderen zodat ouders de mogelijkheid hebben om werk of studie te combineren met de opvoeding van hun kind(eren). Kinderen kunnen voor en na schooltijd en in de schoolvakanties bij de BSO terecht. De BSO is een plek waar kinderen op een leuke en veilige manier hun vrije tijd kunnen doorbrengen. Vrije tijd voor kinderen is tijd waarin kinderen vrij kunnen spelen, zonder verplichtingen. Plaatsingsbeleid Ieder kind van 4 - 8 jaar is in principe welkom bij Stichting BELhamels, tenzij de begeleiding te zwaar is vanwege een handicap. Moeilijke kinderen kennen wij niet, wel kinderen die tijdelijk of constant meer aandacht nodig hebben. Opvangtijden De opvangtijden zijn bij BSO DE Kikvors zeer flexibel. In principe is de opvang geopend, in de periode dat er school is op de:
Maandag
van 07.30-8.30 uur en van 14.30-18.30 uur
Dinsdag
van 07.30-8.30 uur en van 14.30-18.30 uur
Woensdag
van 07.30-8.30 uur en van 12.00-18.30 uur
Donderdag
van 07.30-8.30 uur en van 14.30-18.30 uur
Vrijdag
van 07.30-8.30 uur en van 12.00-18.30 uur
In de schoolvakanties is de opvang geopend van maandag tot en met vrijdag van 07.30-18.30 uur. Er is geen minimum plaatsing; het kind kan al voor één dagdeel per week geplaatst worden. De ouder betaalt per dagdeel. Een lang dagdeel bestaat uit de voorschoolse- en naschoolse opvang. Een kort dagdeel bestaat uit alleen de naschoolse opvang. De BSO zorgt voor continuïteit in de opvang. Voor en na schooltijd en in de schoolvakantie is er opvang voor de kinderen. Daarnaast kan er in overleg en eventueel tegen extra betaling op ingelaste vrije dagen van scholen extra opvang geregeld worden, mits dit tijdig wordt doorgegeven. Er is ruimte voor flexibiliteit in de opvang mogelijk doordat er ruimte is om te ruilen van de dagen of een extra uurtje af te nemen.
13
17. Personeel De kinderen worden opgevangen door deskundige pedagogisch medewerkers die allen op persoonlijke wijze een klimaat scheppen waarin ieder kind tot zijn recht komt en de zorg en aandacht krijgt die het nodig heeft. Alle pedagogische beroepskrachten beschikken over het diploma PW niveau 4 of hebben een andere relevante pedagogische of HBO kwalificatie. Binnen Stichting BELhamels dragen wij onze verantwoordelijkheid voor het signaleren van kindermishandeling en voor het ondernemen van actie na het signaleren. Onze directeur is er verantwoordelijk voor dat de signalen bij de juiste instantie terechtkomen. Om aankomende beroepskrachten de kans te geven ervaring op te doen binnen de buitenschoolse opvang/kinderopvang is er jaarlijks een aantal stagiaires bij Stichting BELhamels. Zowel de kinderen als de stagiaire zelf hebben er belang bij vertrouwd met elkaar te raken. Ze zullen daarom zoveel mogelijk op vaste dagen werken. Alle activiteiten en werkzaamheden van de stagiaires gebeuren onder begeleiding van ervaren beroepskrachten. Gedurende de stage worden de stagiaires boventallig ingezet. Dit houdt in dat het team van vaste leidsters wordt aangevuld met een stagiaire. De professionaliteit en de kwaliteit blijven zo gewaarborgd. Onze huishoudelijke medewerksters zorgen er dagelijks voor dat na sluitingstijd het hele gebouw wordt schoongemaakt. (tafels, stoelen, aanrecht, toiletten, vloeren en dergelijke) Op grond van artikel 50 van de Wet Kinderopvang moet iedereen die bij Stichting BELhamels wil werken (ook stagiaires) in het bezit zijn van een recente verklaring omtrent het gedrag (VOG). Uit de verklaring blijkt dat het gedrag van deze persoon geen bezwaar oplevert voor het werken in de kinderopvang.
18. Samenvoegen van groepen Als er nog maar een paar BSO kinderen zijn aan het eind van de dag en ook nog maar een paar peuters van de peuteropvang, zullen we de groep samenvoegen. Hierbij wordt er rekening gehouden met de kind-leidsterratio van de peuteropvang, namelijk 1 leidster op 8 kinderen. Het voordeel hiervan is dat de peuters de BSO kinderen al kennen en als de peuters zelf doorstromen naar de BSO, zij de kinderen al kennen en de overgang niet zo groot is. De stap naar de basisschool is tenslotte al groot genoeg.
14