PASSAGE Imago Mundi Dogan Dikmen Caner Can Malte Stück Griet De Geyter Sofie Vanden Eynde Liam Fennelly
Sint-Egidius intra muros Dendermonde vr. 20 november ‘15 – 20 uur i.h.k.v. Europalia Turkije
ACHTERGROND In 2014 hoorde ik Mustafa Dogan Dikmen voor het eerst zingen. Hij gaf een concert in de Bijloke in Gent. Ik bedacht me dat het fantastisch zou zijn om samen met hem te musiceren. Enkele maanden later werd dit idee al concreter. CC de Adelberg in Lommel vroeg me of ik een programma kon creëren met als thema Istanbul. Lang heb ik niet moeten nadenken. Ook CC de Bogaard uit Sint-Truiden toonde zich geïnteresseerd. Dankzij beide partners kon ik bij de Provincie Limburg een STROOM-beurs bekomen om dit idee verder uit te diepen. Later besloot ook de Vlaamse Gemeenschap dit project te steunen. Als 16-jarige was ik zelf voor het eerst in Istanbul. Dit bezoek aan Turkije was bovendien mijn eerste contact met een totaal andere cultuur. Deze reis heeft een grote indruk op mij gemaakt. En waarschijnlijk heb ik in deze periode voor het eerste mijn mooi afgelijnde wereldbeeld moeten bijstellen. Als een modern Babel brengt Istanbul ons in contact met oud-christelijk en islamitisch erfgoed, met Byzantijnse architectuur en Romeinse overblijfselen, met modernistische stromingen in conflict met een streng-conservatieve maatschappij, blikken die lonken naar Europa versus ogen die zich richten op Azië. En doorheen dat alles stroomt de Bosporus, de zeestraat die de Zee van Marmara verbindt met de Zwarte Zee. Aan de ene kant ligt Europa, aan de andere Azië. Istanbul als stad van twee continenten.
UITWERKING Tussen november 2014 en februari 2015 trok ik een paar keren naar Istanbul om dit project verder vorm te geven. Dankzij mijn ronddwalen door de stad, mijn ontmoetingen met Mustafa Dogan Dikmen en componist Yigit Ozatalay, mijn observaties van het straatleven, mijn bezoeken aan musea voor oude en nieuwe kunst, mijn uiteenzettingen met dramaturge Annemarie Peeters, het snuisteren in eeuwenoude manuscripten, de discussies met mede-muzikant Liam Fennelly, het lezen van teksten van Geert Mak, Orhan Pamuk en andere interessante auteurs, het luisteren naar traditionele en klassieke Turkse muziek, het bezoeken van tentoonstellingen, enz… kwam ik tot het besef dat ik net deze verscheidenheid aan culturen, kunstvormen en impressies in het programma wilde vervatten. PASSAGE moest een patchwork worden dat overloopt van schoonheid, spirituele inkeer, uitbundige levensvreugde, traditie, moderniteit, spontane associaties, wederzijds begrip en onbegrip, verlangen naar verbinding,… Langzaamaan begon ik een idee te krijgen van de muziek die ik wilde brengen. Maar het op een organische manier verbinden van al dan niet korte stukken muziek die ogenschijnlijk niks met elkaar te maken hebben, is geen sinecure. Om een dergelijk programma tot een bevredigend resultaat te brengen, zijn een duidelijke vorm of structuur en een scherp omlijnde achterliggende idee.
DE MEVLANI EN DE SEMA Ik had het geluk gehad om in mijn voorbereidingstijd een Sema bij te wonen van de Mevlani-gemeenschap van Konya. Zo een Sema heeft een erg duidelijke structuur en de symbolische betekenis van de verschillende onderdelen prikkelden mijn verbeelding. Ik houd er erg van om een programma op te bouwen aan de hand van eerder vrije of spontane associaties. De vorm van een Sema verschafte me een duidelijk kader waarbinnen ik me vrij bewegen kon. Graag sta ik even stil bij de begrippen Mevlanigemeenschap en Sema. Mevlani verwijst naar de filosoof, dichter en soefi-mysticus Mohamed Jalal ad-Din Rumi (1207 - 1273). Hij was van Perzische afkomst en is één van de belangrijkste personen uit de Perzische dichtkunst door zijn religieuze dichten die God prijzen. In religieuze kringen wordt hij ook wel Mevlana, dit betekent 'onze meester'. Een bekend werk van Rumi is de Masnavi. Na vele omzwervingen belandde hij in de stad Konya in het huidige Turkije. Rumi was de leidende figuur van de soefibeweging in het middeleeuwse Konya. Hij filosofeerde met name over de voordelen van verdraagzaamheid. Bij zijn dood streden de joden, christenen en moslims van Konya om de eer hem naar zijn graf te mogen dragen. Zijn graf is nog steeds een heilige plaats voor volgelingen. Hij stichtte er onder andere de
dansende derwisjen, een soefi-orde van religieuze dansers en muzikanten. In de dans draaien zij om hun as, waarbij zij mediteren en de naam van God aanroepen. Een Sema is het ritueel van de sufi's. De Ayin is de ceremoniële muziek die gezongen en gespeeld wordt tijdens de Sema. De Ayin bestaat uit vier delen die Selam worden genoemd. Selam betekent begroeting. Gewoonlijk eindigt elke Selam met een instrumentaal stuk, de terennüm, hetgeen vogelenzang betekent. Vooraleer de Sema te beginnen, zingt men de Nâat. Het woord Nâat betekent een lofzang zingen over iemand. In de Nâat voor de Sema zingt men een lofzang voor de profeet Mohammed. De Nâat is ook een poëtische en klassieke muzikale vorm. Na de Nâat komt er de Ney Taksim (prelude of improvisatie op de fluit). De Ney staat voor de nostalgie naar het rietland, het oorspronkelijke vaderland. Deze fluit symboliseert de mens en zingt over het verlangen naar een hereniging met Allah/God. Hierna begint de eigenlijke Ayin, die normaal gezien uit 4 delen bestaat. De eerste Selam wordt gekenmerkt door een langzame en zinderende melodie. In de tweede Selam worden de eenheid en de intensiteit van het ritme en de melodie belangrijker. In de derde Selam bereiken ritme en melodie een hoogtepunt. De vierde Selam brengt rust en ontspanning.
PROGRAMMA ‘PASSAGE’ Dogan Dikmen: zang, ney en percussie Caner Can: qanun Malte Stück: saz en bendir Griet De Geyter: zang Sofie Vanden Eynde: luit, theorbe en artistieke leiding Liam Fennelly: vedel en viola da gamba
“bu şeb hurşîd-i evreng-i risâlet geldi dünyaya” Draman Zâkiri Şeyh Ahmed Efendi (18e eeuw) "Maria, dolce Maria" Francesca Caccini
- geïmproviseerde taksim op ney
"Jetzt ist mein Orpheus tot" en "Hélas" Georg Philip Telemann (1681-1767) “Geldi cevher tîğ-i âteş-bârına âyîneden” Ali Ufkî’den (1610-1675) - geïmproviseerde taksim op qanun "Al tusschen twee berch hoghe" anonymus (16e eeuw) "3 Anatolian Songs" Yigit Özatalay (°1985) “ağlasa âşık belâ-yı hicr ile nâlân olub” Vocale improvisatie op tekst van Sultan Mehmet II
"Chancon legiere a entendre" Conon de Béthune (1150-1220) “âmed nesîm-i subh-dem” Abülkâdir Merâgî (15e eeuw) "ayna da astım meşeye" + "şu aydının uşağı" + "bahçen bozuk değil mi" traditionele Anatolische folkmuziek "Aria di passacaglia" Luigi Rossi (1597-1653) "Lamento di zaida turca" Luigi Rossi “ey şanlı ordu ey şanlı asker” Muallim İsmâʻil Hakkı Bey (19e eeuw) “gâfil ne bilir neşʻve-i pür şevk-i vegâyı” Muallim İsmâʻil Hakkı Bey (19e eeuw) "ayna da astım meşeye" + "şu aydının uşağı" + "bahçen bozuk değil mi" traditionele Anatolische folkmuziek "Lamentatio" G. Dufay (1397-1474) "Segunda parte de la gloria de la missa la sol fa re mi de Josquin" Miguel de Fuenllana (1500 - 1579)
TOELICHTING BIJ HET PROGRAMMA ‘PASSAGE’ Het programma begint met een loflied voor de profeet Mohammed van de 18e eeuwse Osmaanse componist Draman Zâkiri Seyh Ahmed Efendi. Ik vond het logisch om hiertegenover een Maria-lied te plaatsen. Onze christelijke, en later katholieke traditie, heeft vele dergelijke Maria-liederen voortgebracht. Meer specifiek koos ik voor een Maria-lied van de 17e eeuwse vrouwelijke componiste Francesca Caccini waarin aangetoond wordt dat zelfs alleen maar het uitspreken van Maria's naam troost brengt. Volgt een improvisatie op de Ney. Als West-Europese tegenhanger koos ik hiervoor twee fragmenten uit de opera Orpheus van G. Ph. Telemann. De mythologische figuur Orpheus bracht troost met zijn fluit en is sterk gelinkt aan de muziek. Ik vond het ook interessant dat Telemann hier een Franse vorm gebruikt, hetgeen de Babelse spraakverwarring enkel nog versterkt. Dit blokje wordt afgerond met een geïmproviseerd reciteren van het lied van de ney van Rumi en een compositie van Ali Ufki op dezelfde tekst. Daarna krijgen we een improvisatie van de qanun die direct aansluit op de eerste Selam. Het lied al tusschen twee berch hoghe kent dezelfde inhoud als de ballade van de twee koningskinderen. Zij konden bijeen niet komen, het water was veel te diep. De prins verdrinkt. De prinses pleegt zelfmoord. Dit thema komt terug in verschillende literaire tradities. Zo kennen we in de Griekse mythologie het verhaal van Hero en Leander. Het water dat hen scheidde
was de Bosporus. Deze zeestraat is onlosmakelijk verbonden met Istanbul en dit thema dus niet ontbreken. Om het Babelse karakter van het programma te versterken, heb ik voor een oud-Nederlandse tekst gekozen. Het instrumentaal stuk van deze eerste Selam is de hedendaagse compositie voor theorbe solo 3 Anatolian Songs, gearrangeerd door de jonge Turkse componist Yigit Özatalay. Het oorspronkelijke materiaal komt later in het programma nog terug. Voor de tweede Selam koos ik een aantal liefdesliederen. In Turkije kent men tot op de dag van vandaag de traditie van de Asiklar. Deze rondtrekkende muzikanten begeven zich van dorp naar dorp om voor huwelijken en ander feestelijkheden te zingen. Deze Asiklar deden me denken aan de troubadours uit onze middeleeuwen. Conon de Béthune was zo een troubadour, en als figuur in dit programma om zo meer interessant omdat hij meevocht in de kruistochten om Constantinopel te bevrijden. Deze Selam wordt afgesloten door drie Anatolische volksliederen die als basis dienden voor de hedendaagse compositie in de eerste Selam. In de derde Selam koos ik ervoor om de vele militaire conflicten tussen het Ottomaans Rijk en het toenmalige Europa aan bod te laten komen. In het lamento di zaida turca van L. Rossi horen we het geweeklaag van de Turkse prinses Zaida wier lief, Mustafa, ontvoerd werd door christelijke piraten, hetgeen in vroegere tijden geen uitzonderlijke gebeurtenis was. In de 17de eeuw was er een
grote culturele uitwisseling tussen Italië (vooral Venetië) en Istanboel. De Venetiaanse componist L. Rossi heeft zich wel vaker laten inspireren door Oriëntaalse thema's, maar we weten niet of hij ooit voet aan wal zette in het Ottomaanse rijk. Als Osmaanse tegenhanger horen we twee 19de eeuwse triomfliederen van M. Beyt, waarin de grootsheid van het Ottomaanse leger wordt bezongen. Ook deze Selam wordt afgesloten door dezelfde Anatolische volksliederen. In de korte vierde Selam laat ik G. Dufay aan het woord, die in zijn motet de val van Constantinopel in 1453 beweent.
Dankzij een STROOMbeurs (STROOM, de plug-in voor talent in Limburg) kon Sofie Vanden Eynde dit programma ontwikkelen.
UITVOERDERS Mustafa Dogan Dikmen: zang, percussie en ney Dogan werd in 1958 geboren in Ankara. Zang studeerde hij bij o.a. Tülûn Korman, Bekir Sitki Sezgin, Kani Karaca,… en ney bij Niyazi Sayin. Hun invloeden zijn nog steeds te horen in zijn huidige interpretaties. Zelf gaf hij les aan verscheidene Turkse conservatoria en universiteiten (bv. Technische Universiteit Turks Staatsconservatorium. Hij is vaak te horen op Turkse en buitenlandse podia en verleende zijn medewerking aan programma's van Sarband, Concerto Köln, King's Singers, Berlin Philharmonie, Kudsi Erguner Ensemble,… Ook als auteur is hij actief en talrijke artikels over klassieke Turkse muziek staan op zijn naam. Op de nationale radio heeft hij twee eigen programma's. Met zijn eigen Akis Ensemble breekt hij een lans voor de traditionele interpretatie van de Turkse kunstmuziek. Sofie Vanden Eynde: luit, theorbe en artistieke leiding Sofie studeerde aan de Conservatoria van Brussel (A. Sundermann) en Gent (P. Malfeyt) en aan de Schola Cantorium Basiliensis (H. Smith). Ze ontving de Kunstaanmoedigingsprijs van haar geboortestad Lommel en samen met het ensemble Le Jardin Secret won ze de Early Music Competition in York (UK). Ze is te horen als soliste en in duo met Romina Lischka, Rebecca Ockenden, Lore Binon, Alice Foccroule, Benjamin Glorieux,… Ze werkt samen met ensembles als het Hathor Consort, Bel Ayre,
Neue Hofkapelle Graz, l'Achéron,… In 2012 richtte ze IMAGO MUNDI op, een ontmoetingsplaats voor oude en nieuwe muziek, voor westerse en oosterse muziek, voor verschillende disciplines. Caner Can: qanun Caner werd geboren in 1992 en begon als 10-jarige op aanraden van zijn ouders qanun te spelen. Gedurende 8 jaren studeerde hij aan de ITU Turks Staatsconservatorium. Als solist was reeds hij te horen in talrijke concerten, Mevlevi ceremonies, muziekfestivals en dansvoorstellingen, en dit over de gehele wereld (Algerië, India, Zwitserland, Macedonië, Italië,…). Hij is ook qanun-speler in het Turks Presidentieel Klassiek Orkest. Griet De Geyter: sopraan Griet was al van jongs af aan geboeid door de verscheidenheid aan muzikale genres en de mogelijkheden van de stem. Vandaag de dag vertaalt zich dat in de uiteenlopende stijlen en genres die ze op podium brengt. Ze musiceerde met o.a. P. Herreweghe, P. Van Nevel, V. Ashkenazy, L. Vanbeckevoort. Ze volgde haar opleiding aan het Lemmensinstituut te Leuven waar ze zang studeerde bij D. Grossberger en L. Vanhaverbeke en blokfluit bij B. Spanhove en B. Coen. Nadien zette zij haar studies verder aan de Dutch National Opera Academy. Momenteel wordt Griet gecoacht door Margreet Honig.
Malte Stück: saz en bendir Malte Stück werd in 1977 in Hamburg geboren. Hij studeerde Turkologie aan de universiteit van Osnabrück. Aan het conservatorium van Rotterdam studeerde hij Turkse muziek. Hij vervolmaakte zich via privé-lessen bij Talip Özkan in Parijs. Als muzikant is hij actief bij talrijke ensembles die overal in Europa en Turkije te horen zijn. In 2010 richtte hij zijn eigen muziekschool voor Anatolische muziek op in Hamburg. Liam Fennelly: vedel en viola da gamba Liam begon zijn muzikale carrière als knaap in een kinderkoor en nam lessen in viool en altviool. Hij studeerde taal en literatuur van het Midden-Oosten en Centraal Azië. Eind jaren tachtig hernam hij zijn muziekstudies. Hij ging in de leer bij T. Binkley, W. Gillespie, M. Müller, en W. Kuijken. Hij speelt samen met gespecialiseerde ensembles als de Capilla Flamenca, Currende, Hathor Consort en het Ricercar Consort. Liam verleende ook zijn medewerking van verschillende theater-en dansproducties van HardtMachin, muziektheater LOD, en Les Ballets C de la B.