PARKEREN E E N K W E S T I E VA N K I E Z E N
Parkeernota 2003, deel B: financieel kader
,1+28'
,1/(,',1*
8,7:(5.,1*0$$75(*(/(1 7DEHO)DVHULQJLQYRHULQJYHQVWHUWLMGHQ
29(5=,&+79$15(68/7$7(10$$75(*(/(1
&21&/86,(6 8
,QOHLGLQJ In het collegeprogramma staat beschreven dat de parkeersector gedurende een reeks van jaren (tot en met 2015) in totaal 45 miljoen euro moet bijdragen aan de dekking van noodzakelijke maatregelen ten behoeve van de bereikbaarheid voor de automobilist. Als gevolg van voortschrijdend inzicht is de oorspronkelijke taakstelling door het bestuur in 2001 bijgesteld naar 32 miljoen euro. Deze taakstelling heeft zijn beslag gekregen in de nieuwe Parkeernota “Parkeren een kwestie van kiezen”, deel A en deel B. Het beleidsmatige kader van het parkeerbeleid is beschreven in deel A van de nota. In voorliggend deel B worden de financiële consequenties van het parkeerbeleid nader uitgewerkt en is onderzocht op welke wijze de inkomsten uit de totale gemeentelijke parkeerexploitatie kunnen worden vergroot. De in deel B van de Parkeernota gepresenteerde cijfers zijn berekend met behulp van drie rekenmodellen. Er is gebruik gemaakt van een exploitatiemodel straatparkeren dat is ontwikkeld door Deloitte & Touche. Met behulp van dit model zijn alle beleidsmaatregelen die betrekking hebben op het straatparkeren doorberekend. Alle gegevens die betrekking hebben op het garageparkeren zijn afkomstig uit het exploitatiemodel offstreetparkeren dat is ontwikkeld door het bureau Hofstra Management Consultancy. Ten behoeve van de Parkeernota is een derde rekenmodel ontwikkeld waarin de gegevens uit de beide andere modellen worden geïntegreerd. Alle maatregelen uit deel A van de Parkeernota zijn ingevoerd in het rekenmodel en doorberekend op hun financiële consequenties. Sommige beleidsmaatregelen kosten geld en andere beleidsmaatregelen leveren geld op. In totaal dienen alle maatregelen te samen 32 1 miljoen euro op te brengen tot en met het jaar 2016. Voor alle duidelijkheid zij vermeld dat een aantal gegevens die in het rekenmodel zijn ingevoerd, gebaseerd zijn op aannames. De uiteindelijke resultaten zoals die door het model worden voorspeld, dienen met de nodige voorzichtigheid en voorbehoud te worden geïnterpreteerd. In hoofdstuk 2 zijn de aannames per maatregel weergegeven /HHVZLM]HU In hoofdstuk 2 worden alle maatregel uit deel A van de Parkeernota kort beschreven. Per maatregel is inzichtelijk gemaakt welke aannames ten grondslag liggen aan het berekenen van het financiële effect van de maatregel. In hoofdstuk 3 worden de resultaten gepresenteerd en in hoofdstuk 4 de conclusies.
1
In het collegeprogramma is uitgegaan van het jaar 2015. Bij de behandeling van de Ontwerp-Parkeernota heeft het college van B&W de taakstelling uitgebreid tot en met het jaar 2016.
4
5
8LWZHUNLQJPDDWUHJHOHQ 2SKHIIHQSDUNHHUSODDWVHQELQQHQVWDG In het nieuwe parkeerbeleid is het streven om na de oplevering van de openbare parkeergarages, een gedeelte van de kortparkeerplaatsen in de binnenstad op te heffen. De belanghebbenden (bewoners en bedrijven) mogen zolang hun auto blijven parkeren op straat in de nabijheid van hun woning/onderneming. Na oplevering van de bewonersgarages staat het opheffen van vergunninghoudersplaatsen in de binnenstad op het programma. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat vergunninghouders (op vrijwillige basis) hun parkeervergunning inleveren voor een plaats in een bewonersgarage. 8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • Er wordt uitgegaan van realisatie van 3 openbare parkeergarages. Met het oog op de te behalen financiële taakstelling voor het Parkeerbedrijf wordt afgezien van verdere planvorming door gemeente Utrecht voor de parkeergarage onder het voorplein van het Spoorwegmuseum. • Het gaat om totaal 236 op te heffen straatparkeerplaatsen in de binnenstad (bij vier openbare parkeergarages is als rekeneenheid gehanteerd het opheffen van 315 straatparkeerplaatsen. Bij het realiseren van drie parkeergarages wordt als rekeneenheid uitgegaan van het opheffen van 236 parkeerplaatsen). • Na realisatie garages Grifthoek en na oplevering van de parkeergarage Lucasbolwerk (2007) worden 157 parkeerplaatsen opgeheven. De locaties waar de parkeerplaatsen worden opgeheven zijn eyecatchers Janskerkhof, Oudegracht Tolsteegzijde en Oudegracht 2 Weerdzijde. • Na realisatie van de parkeergarage Ledig Erf/Vaartsche Rijn (2010) worden de resterende 79 parkeerplaatsen opgeheven. De locaties waar de parkeerplaatsen worden opgeheven zijn eyecatchers (Kromme) Nieuwegracht, Lange Nieuwstraat en Nicolaaskerkhof. • De tariefsverhoging per 2006 is doorberekend in de waarde per parkeerplaats. • De handhavingkosten wijzigen niet aangezien er nog steeds gehandhaafd dient te worden (ook na het gedeeltelijk opheffen van de parkeerplaatsen). 8LWEUHLGLQJDDQWDOSDUNHHUJHELHGHQ In de parkeernota (deel A) is een onderzoeksgebied aangegeven waar de komende jaren betaald parkeren kan worden ingevoerd. De berekeningen beperken zich tot dit onderzoeksgebied. Uitgegaan is van het invoeren van betaald parkeren vanaf 15 september 2003 (startdatum). De uiteindelijke datum waarop in het onderzoeksgebied betaald parkeren is ingevoerd is vastgesteld op 2012. In de Parkeernota wordt voorgesteld over te gaan tot invoering van drie afzonderlijke gebieden met in elk gebied een afgestemd parkeerregime. Gedifferentieerd wordt er naar binnenstad, eerste schil en tweede schil om de binnenstad. Dit betekent aparte tarieven voor kortparkeren, vergunningparkeren voor bewoners en zakelijk belanghebbenden en bezoekerskaarten. De nieuwe parkeergebieden bevinden zich grotendeels in de tweede schil. Uitbreiding van het gebied van betaald parkeren gaat gepaard met een toename van de kosten voor het Parkeerbedrijf. Zo moet er bijvoorbeeld nieuwe betaalapparatuur worden aangeschaft, neemt het onderhoud toe en nemen ook de kosten voor handhaving door de Parkeerpolitie toe. Tevens is in het model rekening gehouden met extra personele uitbreiding. Deze zogenaamde additionele kosten zijn onderdeel van deze maatregel.
2
De eyecatchers staan beschreven in hoofdstuk 6 van deel A van de Parkeernota.
6
8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO H FOXVWHUWRW ,QWHYRHUHQRS 3 Schildersbuurt (deel I) 15-09-2003 Rest Schildersbuurt 01-01-2004 Nieuw Engeland 01-01-2005 Dichterswijk 01-01-2005 Deel I Kanaleneiland 01-07-2005 Rivierenwijk 01-01-2006 Lombok 01-06-2006 Deel II Kanaleneiland 01-01-2006 H
FOXVWHUWRW ,QWHYRHUHQRS Tuindorp 01-01-2007 Sterrenwijk 01-01-2007 Ondiep 01-01-2008 Transwijk 01-01-2008 Hoograven 01-01-2009 H
3 FOXVWHUWRW ,QWHYRHUHQRS Voordorp 01-01-2010 Rijnsweerd 01-01-2010 Lunetten 01-01-2011 Maarschalkweerd 01-01-2012 8LWEUHLGLQJYDQEHWDDOGSDUNHHUWLMGHQ In de huidige situatie in het betaald parkeergebied is in de meeste gebieden 14 uur betaald parkeren van 09.00 tot 23.00 uur. Alleen in een aantal gebieden in de tweede schil gelden betaald parkeertijden van 09.00 tot 21.00 uur. In de Parkeernota wordt voorgesteld het aantal uren betaald parkeren uit te breiden. De • • •
betaald parkeertijden worden bij deze maatregel als volgt gefaseerd gewijzigd: binnenstad: uitbreiding tijden van 07.00 uur tot 03.00 ´s nachts (hele week) eerste schil: handhaving tijden van 09.00 tot 23.00 uur tweede schil: handhaving tijden van 09.00 tot 21.00 uur.
8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • De inflatie over deze opbrengsten is in maatregel 4 verwerkt. • In het weekend is uitgegaan van een hoge bezettingsgraad van de parkeerplaatsen tot 03.00; door de week is gerekend met een veel lager percentage. • Het invoeren van een langere duur van het betaald parkeren betekent een verhoging van de inkomsten van het kort parkeren. In het model is rekening gehouden met een toename van de kosten voor de handhaving door de avondurentoeslag parkeerpolitie en onderhouds- en beheerskosten van de parkeerautomaten. 7DEHO)DVHULQJLQYRHULQJYHQVWHUWLMGHQ %LQQHQVWDG 01-01-2005 08.00-24.00 01-01-2007 07.00-01.00 01-01-2009 07.00-03.00
3
H
VFKLO 09.00-23.00 Idem Idem
H
VFKLO 09.00-21.00 Idem idem
In het noordelijke gedeelte van de Schildersbuurt is per 15 september 2003 betaald parkeren ingevoerd.
7
1LHXZHWDULHYHQNRUWSDUNHUHQ Sommige maatregelen kosten geld en andere maatregelen leveren geld op. Een van de maatregelen die geld oplevert is het verhogen van de kortparkeertarieven. Het college heeft in maart 2003 bepaald dat de tariefsverhogingen pas mogen ingaan bij de start van de bouw van de parkeergarage Lucasbolwerk. Zowel binnen als buiten de binnenstad is er op dit moment een bezoekerskaart van kracht. De hoogte van het tarief is afhankelijk van de reguliere tarieven voor het kortparkeren. Voor een parkeertarief van 37,5% van de vigerende tarieven kunnen bezoekers aan bewoners uit de betreffende gebieden gebruik maken van de betaalde parkeerplaatsen. Een verhoging van de tarieven heeft consequenties voor de hoogte van het tarief van de bezoekerskaart. In het model is hiermee rekening gehouden. 8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • Bij de doorrekening is rekening gehouden met de gefaseerde invoering van de betaald parkeertijden (maatregel 3). • De tariefsverhoging gaat in per 01-01-2006. • In het model is rekening gehouden met verhoging van de tarieven voor de bezoekerskaart (37,5% van vigerende kortparkeertarieven). 1LHXZHWDULHYHQYHUJXQQLQJHQ Het college heeft in het Bedrijfsplan Parkeerbedrijf Gemeente Utrecht (Kadernota, 2000) als uitgangspunt gesteld dat de tarieven voor de vergunninghouders worden opgehoogd naar kostendekkend niveau. Dat wil zeggen dat bij de kostentoerekening wordt uitgegaan van de personele kosten (inclusief alle uren die worden gemaakt ten behoeve van baliehandelingen, telefoon, beoordelingen, porti- en drukkosten vergunningen etc.) en een gedeelte van de kosten van het parkeerbeheersysteem. 8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • De ophoging van de vergunningtarieven naar kostendekkend niveau loopt parallel aan de datum waarop de kortparkeertarieven worden verhoogd. Vanaf 01-01-2006 gelden dan nieuwe tarieven voor vergunningen bewoners en zakelijk belanghebbenden. • De tarieven voor zakelijk vergunninghouders zijn drie maal zo hoog als de tarieven voor de bewonersvergunningen. • De onderlinge verhouding tussen de parkeertarieven in de schillen en de binnenstad bedraagt 6: 3: 2. ,QYRHULQJEHWDDOGSDUNHUHQRSNRRS]RQGDJ Op zondag is er op dit moment geen betaald parkeren van kracht. Bij deze maatregel wordt uitgegaan van invoering van betaald parkeren op koopzondagen. Binnen het huidige beleidskader is ruimte voor 12 vaste (elke eerste zondag van de maand) en 6 thematische koopzondagen. Deze 18 koopzondagen in de binnenstad zijn als uitgangspunt voor de berekening gehanteerd. In het model wordt uitgegaan van een gemiddelde parkeerdruk in de binnenstad. Punt van aandacht is dat zowel de handhavingskosten, de beheerskosten alsmede de personele kosten voor het Parkeerbedrijf progressief zullen toenemen. 8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • Alleen koopzondagen in de binnenstad (18 keer). • Ingangstijd 12.00 uur tot 18.00 uur. • Datum invoering 2006 voor 18 koopzondagen. • Er wordt uitgegaan van een gemiddelde parkeerdruk in de binnenstad. ,QYRHULQJSURJUHVVLHYHWDULHYHQNRUWSDUNHUHQ In niet betaald parkeergebieden wordt voorgesteld bij winkelcentra met een parkeerprobleem over te gaan tot invoering van betaald parkeren. Daarbij wordt gewerkt met een progressief
8
tarief. Met andere woorden het parkeeruurtarief neemt toe naarmate men langer parkeert. In de eerste anderhalf uur wordt een korting gegeven op het vigerend betaald parkeertarief van 75%. Daarna is het gewone betaald parkeertarief van kracht. 8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • Alleen niet betaald parkeergebieden. • Alleen winkelcentra (geen buurtwinkelcentra). • 75% korting eerste 1,5 uur op tarief kortparkeren eerste of tweede schil. • Na 1,5 uur vigerende kortparkeertarief. • Ingangsdatum verdeeld over de periode 2006. • Einddatum op het moment dat er betaald parkeren is ingevoerd. • twee controles per dag 9HUYRHUVPDQDJHPHQW In deel A van de Parkeernota wordt voorgesteld dat voor vestiging bedrijven hun parkeerbehoefte beschrijven en onderbouwen met een vervoersplan. Dit plan dient periodiek te worden aangepast aan de dan geldende situatie. Het actief stimuleren van vervoersmanagement bij bedrijven kan een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid en bereikbaarheid van Utrecht. Succesvol vervoersmanagement kan leiden tot een daling in het gebruik van de auto voor het woon-werkverkeer (door carpoolen en een hoger gebruik van alternatieve vormen van vervoer, zoals fiets en openbaar vervoer). In betaald parkeergebieden leidt dit tot een vermindering van de inkomsten van het Parkeerbedrijf. 8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • Ingangsdatum maatregel per 01-01-2006. ,QYRHULQJZLHONOHP De handhaving in de wijken is op dit moment niet kostendekkend. Onderzoek naar de wielklem is in dit kader gewenst. Ook het hoge percentage oninbare naheffingsaanslagen en de hoge invorderingskosten vormen een reden om te onderzoeken of de wielklem als alternatief kan dienen voor de huidige situatie. Nagegaan zal worden in hoeverre de wielklem een aanvaardbaar alternatief vormt. Aandachtspunten daarbij zijn de ervaring in andere grote steden, de te verwachten positieve en negatieve effecten alsmede de financiële consequenties. Ook wordt nagegaan in hoeverre een selectief klembeleid tot de mogelijkheden behoort.De financiële effecten van de invoering van de wielklem zijn afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek. Op voorhand is de verwachting dat de maatregel meer geld gaat kosten dan oplevert. Vooralsnog is een pm-post opgenomen. 9HUEHWHULQJKDQGKDYLQJ Op 14 mei 1996 is met de politie een convenant gesloten inzake de "handhaving van het gebruik van straatparkeervoorzieningen" binnen de gemeente Utrecht. In overeenstemming met het convenant wordt sinds die tijd de parkeerpolitie door het Parkeerbedrijf ingehuurd voor de uitvoering van de handhavingcontrole op straat en voor een aantal ondersteunende taken. Begin 2000 heeft het college, in het kader van een onderzoek naar de parkeerexploitatie, besloten het convenant te herzien. In mei 2002 is het convenant uit 1996 daarom opgezegd. Partijen hebben vanaf het moment van opzegging twee jaar tot hun beschikking om de nadere inhoud van de overeenkomst te bepalen, de mogelijke praktische problemen verder uit te werken en de financiële aspecten die dit met zich mee zal brengen in kaart te brengen. Het nieuwe convenant is nog niet voldoende uitgewerkt om in dit kader daar reeds financiële uitgangspunten voor op te nemen. Vooralsnog is een pm-post opgenomen. %ODXZH]RQHV Gebleken is dat de toepassing van de blauwe zones bij winkelcentra niet leidt tot een acceptabele oplossing voor het kortparkeren. Zodra bestuurlijke handhaving door de gemeente tot de mogelijkheden behoort (bestuurlijke boete), is invoering van blauwe zones een aantrekkelijke optie. Vooralsnog wordt gedacht aan de invoering van progressieve tarieven bij winkelcentra (zie ook maatregel 7).
9
2S]HWWHQSDUNHHUPRQLWRULQJV\VWHHP In de Parkeernota wordt geadviseerd een parkeermonitoringsysteem voor de gehele stad op te zetten. De kosten voor het opzetten en beheren van een dergelijk systeem zijn opgenomen in de maatregel. De eerste jaren is de investering het hoogste, daarna is vooral sprake van onderhoudskosten. In hoofdstuk 1 is aangegeven dat in het model rekening is gehouden met de mate waarin de diverse maatregelen het gedrag van de automobilist beïnvloeden. Door het betaalgedrag van de parkeerder (met name de kortparkeerder) jaarlijks te meten en onderdeel te maken van het parkeermonitoringsysteem kan inzicht worden verkregen in de mogelijke effecten van tariefsverhogingen op het gedrag van de parkeerder. +XLGLJUHVXOWDDW3DUNHHUEHGULMI Het Parkeerbedrijf behaalt naar verwachting als eindresultaat op het totale product een positief saldo. Dit resultaat draagt ook de komende jaren bij aan het totale product en de 4 zoekrichtingen voor uitvoering van de resultaatsdoelstelling. (IIHFWHQPDDWUHJHOHQILHWVSDUNHUHQ In het door het college vastgestelde bedrijfsplan Fietsparkeren heeft een financiële doorrekening van het product fietsparkeren plaatsgevonden. Hierbij wordt uitgegaan van een extra inzet van middelen om het gebruik van de fiets te stimuleren en ligt de nadruk op het bieden van goede stallingsvoorzieningen op herkomst- en bestemmingsadres door het uitbreiden van fietstrommels, buurtstallingen en bewaakte stallingen. (IIHFWHQPDDWUHJHOHQRIIVWUHHWSDUNHUHQ D2SHQEDUHSDUNHHUJDUDJHV Om te voorzien in voldoende kortparkeergelegenheid aan de oostzijde van de stad heeft de gemeente de intentie de garages Grifthoek, Lucasbolwerk en Ledig Erf/Vaartsche Rijn te realiseren. Deze parkeervoorzieningen richten zich met name op de bezoekers aan Utrecht en het winkelend publiek. Met het oog op de te behalen financiële taakstelling voor het Parkeerbedrijf wordt afgezien van verdere planvorming door de gemeente Utrecht voor de parkeergarage onder het voorplein van het Spoorwegmuseum. Het niet bouwen van de parkeergarage Spoorwegmuseum levert een besparing op van circa 25 miljoen euro. 7DEHO3ODQRQWZLNNHOLQJYDQRSHQEDUHSDUNHHUJDUDJHV Garages: Planontwikkeling Uitvoering/oplevering Grifthoek Gereed 2003 – 2005 Lucasbolwerk 2001 – 2005 2005 – 2006 Ledig Erf/Vaartsche 2001 – 2006 2007 – 2009 Rijn
Exploitatie 2006 2007 2010
8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • De tarieven van de openbare garages zijn gekoppeld aan de tarieven van het straatparkeren (60% van het straattarief). Bij de berekening van de exploitatieresultaten is hiervan uitgegaan. • Per 01-01-2006 worden de tarieven van het straatparkeren verhoogd (na de start van de bouw van de parkeergarage Lucasbolwerk). • Bij de doorberekening van de effecten van de maatregelen zijn de stichtingskosten opgenomen, inclusief de voorbereidingskosten en bouwrente (voor zover van toepassing).
4
In het huidige resultaat zitten de bedrijfsresultaten van het straatparkeren en offstreetparkeren verwerkt. De bedrijfskosten voor het fietsparkeren zijn als stelpost opgenomen bij maatregel 14.
10
In tabel 3 zijn deze niet meegenomen met het oog op de herkenbaarheid en of consistentie van eerder aan het bestuur gepresenteerde cijfers. 7DEHO8LWJDQJVSXQWHQQLHXZHSDUNHHUYRRU]LHQLQJHQJHEDVHHUGRSYRRUORSLJH UDPLQJHQHQNHQFLMIHUVNRVWHQSDUNHHUJDUDJHV) 3DUNHHUYRRU]LHQLQJ 'RHOJURHS 6WLFKWLQJVNRVWHQ H[FOXVLHI YRRUEHUHLGLQJVNRVWHQHQ ERXZUHQWH Grifthoek kort parkeren 6.615.000 Lucasbolwerk kort parkeren 24.979.128 Ledig Erf/ Vaartsche Rijn kort parkeren 14.880.062 • •
Lucasbolwerk is prijspeil 2003; bedrag is exclusief bouwrente. Bij kredietaanvraag Definitief Ontwerp wordt definitieve kredietaanvraag gedaan. Is gebaseerd op raming rapport IBU 27-01-2003. Ledig Erf/Vaartsche Rijn is prijspeil 2002. Raming is afkomstig uit haalbaarheidsonderzoek. Onderzoek moet nog bestuurlijk worden vastgesteld.
E%HODQJKHEEHQGHQJDUDJHV Behalve de openbare parkeergarages worden er vier belanghebbendengarages ontwikkeld voor bewoners en zakelijk belanghebbenden: de abonnementsgarages WA-complex, Wolvenplein, Dela en WKZ-terrein. Met het oog op de onderhandelingen met marktpartijen wordt geen inzicht gegeven in de omvang van de stichtingskosten van de belanghebbendengarages en de transferia. 7DEHO3ODQRQWZLNNHOLQJYDQGHEHODQJKHEEHQGHQJDUDJHV Voorziening: Planontwikkeling Uitvoering/oplevering Drukt op exploitatie per: Delagarage Afhankelijk van Afhankelijk van p.m. ontwikkelingen ontwikkelingen WA-garage 2003 – 2006 2007 – 2008 2009 WKZ-garage 2001 – 2005 2006 – 2007 2008 Wolvenplein 2002 – 2003 2003 2004 8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • De voorbereidingskosten en de bouwrente (voor zover van toepassing) zijn opgenomen in de kostenberekening. F 7UDQVIHULD Er worden vier transferia ontwikkeld, namelijk de Transferia Uithof, Hooggelegen, Lage Weide en Utrecht Noordoost (A27). In tabel 5 is de planontwikkeling weergegeven. 7DEHO3ODQRQWZLNNHOLQJYDQGHWUDQVIHULD Voorziening: Planontwikkeling Uitvoering/oplevering Transferium De Uithof Transferium Lage Weide Transferium Hooggelegen Transferium Noordoost
2005 – 2006
2006 – 2007
Drukt op exploitatie per: 2008
2004 – 2005
2005 – 2006
2007
2001 – 2006
2007 – 2008
2009
p.m.
p.m.
p.m.
8LWJDQJVSXQWHQLQUHNHQPRGHO • In de Investeringsplanning is circa 18 miljoen euro gereserveerd als bijdrage voor transferpunten aan de randen van de stad.
11
• • •
De voorbereidingskosten en de bouwrente (voor zover van toepassing) zijn opgenomen in de kostenberekening. Transferium Noordoost is als p.m. post opgenomen omdat de verwachting is dat vanwege financiële redenen prioriteit zal worden gegeven aan de ontwikkeling van transferium De Uithof boven transferium Noordoost. Bij de kostenberekeningen is uitgegaan van een uniform tarief voor alle transferia (uitgangspunt hierbij zijn de vigerende tarieven in het transferium Westraven).
(IILFLHQF\NRUWLQJ In deze maatregel is het bedrag opgenomen dat het Parkeerbedrijf als bezuinigingsmaatregel jaarlijks moet bijdragen op het beleidsveld Verkeer en Vervoer. Deze efficiencykorting is gebaseerd op het nog af te sluiten herziene convenant met de Parkeerpolitie in mei 2004 (zie ook maatregel 10). Daarnaast is sprake van een efficiencykorting op de bedrijfsvoering. %7: Per 1 januari 2003 is het BTW compensatiefonds in werking getreden. De kosten van alle maatregelen zijn exclusief BTW geraamd. De opbrengsten echter zijn allen inclusief BTW geraamd. Het positieve verschil dient het Parkeerbedrijf af te dragen aan het BTW compensatiefonds. In deel B is dit verwerkt middels een correctiepost. $IGUDFKWDDQGH$OJHPHQH'LHQVW In februari 2000 heeft het college van B&W bij de besluitvorming over het bedrijfsplan van het Parkeerbedrijf Gemeente Utrecht besloten dat " het jaarlijkse zuivere bedrijfsresultaat van het Parkeerbedrijf zal worden overgeheveld naar een zogenaamde Bestemmingsreserve Parkeren. Dit houdt mede in dat de door het Parkeerbedrijf aan het concern te betalen afdracht met voorrang zal worden betaald uit de Bestemmingsreserve Parkeren". Het uiteindelijke resterende bedrag is bestemd voor uitvoering van het programma Bereikbaarheid.
12
13
2YHU]LFKWYDQUHVXOWDWHQPDDWUHJHOHQ De beleidsmaatregelen uit deel A van de Parkeernota zijn doorberekend op hun financiële consequenties. Het totale pakket aan maatregelen is doorgerekend met behulp van een rekenmodel. Indien alle maatregelen uit deel A van de Parkeernota worden gerealiseerd, bedraagt het uiteindelijke financiële resultaat ten behoeve van het programma Bereikbaarheid tot en met 2016 32,7 miljoen euro (zie tabel 6). Er wordt uitgegaan van het bouwen van drie openbare parkeergarages (exclusief parkeergarage Spoorwegmuseum). In de berekeningen is als 5 rekeneenheid uitgegaan van 236 op te heffen straatparkeerplaatsen. Het moment van opheffen van de parkeerplaatsen is gekoppeld aan het moment van oplevering van de parkeergarages. ,QWHUSUHWDWLHYDQGHJHJHYHQV In alle maatregelen zijn zowel de kosten als de opbrengsten als gevolg van de maatregel verwerkt. Bijvoorbeeld bij de maatregel “opheffen parkeerplaatsen in de binnenstad” zijn zowel de kosten (bijvoorbeeld minder kosten onderhoud en ledigen automaten) alsmede de lagere opbrengsten in kaart gebracht (bijvoorbeeld minder opbrengsten in automaten). De cijfers in de tabel geven de meeropbrengsten of minderopbrengsten weer per maatregel ten opzichte van het huidige resultaat van het Parkeerbedrijf. Sommige maatregelen kosten geld en andere maatregelen leveren geld op. Het gaat hier dus niet om de totale opbrengsten van het Parkeerbedrijf maar om het H[WUD financiële resultaat dat wordt behaald als de betreffende maatregel wordt uitgevoerd. Het totale resultaat van het Parkeerbedrijf is weergegeven onderaan in de tabel bij het kopje “totaal Parkeerbedrijf”. De maatregelen in het rekenmodel zijn onderling samenhangend. Uitstel of wijziging van een maatregel heeft (in)direct financiële consequenties voor de opbrengsten van andere maatregelen uit de Parkeernota. Zo wordt bijvoorbeeld uitgegaan van een tariefsverhoging van alle parkeertarieven per 01-01-2006. Als deze tarieven een jaar later worden verhoogd, dan beïnvloedt dit ook de opbrengsten van maatregelen als “uitbreiding van betaald parkeertijden” en “ invoering van betaald parkeren” omdat er met lagere tarieven wordt gerekend. De in de tabel genoemde bedragen zijn derhalve onderling samenhangende bedragen. In het model wordt uitgegaan van een jaarlijks toegepaste inflatiecorrectie. Het percentage wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad maar in het rekenmodel wordt als gemiddelde norm uitgegaan van 3%. In figuur 1 is de opbouw van de bestemmingreserve parkeren ook grafisch weergegeven.
5
Bij de bouw van vier openbare parkeergarages wordt als rekeneenheid uitgegaan van het opheffen van 315 straatparkeerplaatsen. Bij het realiseren van drie parkeergarages wordt als rekeneenheid gehanteerd het opheffen van 236 parkeerplaatsen (een kwart minder).
14
7DEHO8LWYRHULQJYDQPDDWUHJHOHQXLWGH3DUNHHUQRWDGHHO$H[FOXVLHISDUNHHUJDUDJH6SRRUZHJPXVHXP HQELMEHKRUHQGHILQDQFLsOHUHVXOWDWHQJHVRPPHHUGRYHUWPSULMVSHLO 0DDWUHJHOHQ
$DQQDPH
)LQDQFLsOHHIIHFWH[WUDWRYKHW
2SKHIIHQNRUWSDUNHHUSODDWVHQ
Opheffen 236 parkeerplaatsen
-14.962.000
Invoering tussen 2003 en 2012
incl. additionele kosten 6.603.000 incl. additionele kosten
KXLGLJHUHVXOWDDW3*8
ELQQHQVWDG 8LWEUHLGLQJDDQWDOSDUNHHUJHELHGHQ ELQQHQRQGHU]RHNVJHELHG
•
%LQQHQVWDG
Geleidelijke invoering in de binnenstad 07.00 tot 03.00 uur
•
VWHVFKLO
09.00 tot 23.00 uur
•
GHVFKLO
09.00 tot 21.00 uur
8LWEUHLGLQJYDQEHWDDOG SDUNHHUWLMGHQ
9.097.000
84.113.000
1LHXZHWDULHYHQNRUWSDUNHUHQVWUDDW SHU
•
ELQQHQVWDG
¼SHUXXU
•
VWHVFKLO
¼SHUXXU
•
GHVFKLO
¼SHUXXU
excl. nieuw gebied 12.561.000
D1LHXZHWDULHYHQYHUJXQQLQJHQ EHZRQHUVSHU
•
ELQQHQVWDG
¼SHUMDDU
•
VWHVFKLO
¼SHUMDDU
•
GHVFKLO
¼SHUMDDU
excl. nieuw gebied 5.509.000
E1LHXZHWDULHYHQYHUJXQQLQJHQ ]DNHOLMNEHODQJKHEEHQGHQSHU
•
ELQQHQVWDG
¼SHUMDDU
•
VWHVFKLO
¼SHUMDDU
•
GHVFKLO
¼SHUMDDU
18 koopzondagen in de binnenstad Korting eerste 1,5 uur 75%
incl. additionele kosten 928.000 incl. additionele kosten -272.000
9HUYRHUVPDQDJHPHQW
Kosten vanaf 2006 per jaar 144.000
-1.850.000
,QYRHULQJZLHONOHP
Afhankelijk van resultaten onderzoek Afhankelijk van nieuwe handhavingconvenant (mei 2004) Pas invoeren zodra bestuurlijke handhaving tot de mogelijkheden behoort Investering eerste drie jaar, daarna onderhoud en beheer van de monitor ± ¼SHUMDDU
,QYRHULQJEHWDDOGSDUNHUHQRS NRRS]RQGDJ ,QYRHULQJSURJUHVVLHYHWDULHYHQ NRUWSDUNHUHQZLQNHOFHQWUDLQQLHW JHILVFDOLVHHUGHJHELHGHQ
9HUEHWHULQJKDQGKDYLQJ
%ODXZH]RQHV
3DUNHHUPRQLWRU
+XLGLJUHVXOWDDW3DUNHHUEHGULMI
Pm Pm
Pm
-2.820.000
17.879.000
QRPLQDDO
7RWDDOHIIHFWPDDWUHJHOHQ VWUDDWSDUNHUHQ (IIHFWHQPDDWUHJHOHQ ILHWVSDUNHUHQ
Beheer en onderhoud en voor zover mogelijk
-11.496.000
¼SHUMDDU (IIHFWHQPDDWUHJHOHQRII VWUHHWSDUNHUHQ
•
D5HDOLVHUHQQLHXZHRSHQEDUH
3 nieuwe parkeergarages
-34.463.000
4 nieuwe belanghebbendengarages 4 nieuwe transferia
-3.209.000
SDUNHHUJDUDJHV
•
E5HDOLVHUHQQLHXZH EHODQJKHEEHQGHQJDUDJHV
•
F5HDOLVHUHQQLHXZHWUDQVIHULD
D(IILFLHQF\NRUWLQJEHOHLGVYHOG $IGUDFKWDDQGH$OJHPHQH'LHQVW E(IILFLsQF\NRUWLQJEHGULMIVYRHULQJ $IGUDFKW$OJHPHQH'LHQVW %7:
Bezuinigingsmaatregel t.l.v. bestemmingsreserve Bezuinigingsmaatregel t.l.v. bestemmingsreserve Afdracht aan het BTW compensatiefonds
7RWDDO3DUNHHUEHGULMIH[FO%7:
1DDUEHVWHPPLQJVUHVHUYH
$IGUDFKWDDQGHDOJHPHQHGLHQVW
Te betalen uit de bestemmingsreserve
(LQGWRWDDO
7HEHVWHGHQYRRUSURJUDPPD
-6.909.000 -9.371.000 -2.665.000 -10.868.000
-5.153.000
EHUHLNEDDUKHLG
15
-4000
-2000
0
2000
4000
6000
8000
Opbouw bestemmingsreserve per jaar
2010 jaar
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2009
2008
2007
2006
2005
2004
bedrag (* € 1.000,-)
2012 2079 24033
2013 2224 26257
2014 2223 28480
2015 2147 30627
Opbouw bestemmingsreserve cumulatief
2011 1849 21954
-10000
0
10000
20000
30000
40000
2010 1603 20105
bedrag (* € 1.000,-)
07 Parkeernota deel B f inanc ieelkader (inc l.f iguur).doc v11(
)
2009 4285 18502
20 04
2008 5846 14218
20 06
2007 5445 8372
20 08
2006 6331 2927
jaar
20 10
2005 -2433 -3404
20 12
Bedragen * € 1.000,Jaar 2004 Opbouw -971 Opbouw -971 cum.
2 0 14
figuur 1 Opbouw van bestemmingsreserve Parkeernota (versie oktober 2003)
2 0 16
16
2016 2029 32655
17
&RQFOXVLHV In het collegeprogramma staat beschreven dat de parkeersector gedurende een reeks van jaren (tot en met 2015) in totaal 45 miljoen euro moet bijdragen aan de dekking van noodzakelijke maatregelen ten behoeve van de bereikbaarheid voor de automobilist. Als gevolg van voortschrijdend inzicht is de oorspronkelijke taakstelling door het bestuur in 2001 bijgesteld naar 32 miljoen euro. Uit de berekeningen in deel B van de Parkeernota blijkt dat indien alle maatregelen uit deel A van de Parkeernota worden gerealiseerd, het uiteindelijke financiële resultaat ten behoeve van het programma Bereikbaarheid tot en met 2016 32,7 miljoen euro behelst. Hierbij wordt afgezien van verdere planvorming door de gemeente Utrecht ten aanzien van de parkeergarage Spoorwegmuseum.
18
C
O
L
Opdrachtgever N. Tijhuis Projectleiding M. Zeilstra Projectmedewerkers R. Kooper M. de Vries P. Segaar M. Bosman T. Aarts E. van Duinen L. van den Houten
O
F
O
N
Programmamanagement Stedelijke Ontwikkeling Parkeerbedrijf Gemeente Utrecht Vakgroep Verkeer Economische Zaken Milieu en Duurzaamheid Stedenbouw en Monumenten Algemene Zaken, Communicatie Parkeerbedrijf Gemeente Utrecht Parkeerbedrijf Gemeente Utrecht