Iwan Oostrom (5730104) 24 juni 2010 Bachelorscriptie Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse Begeleider: Dr. Hein-Anton van der Heijden Universiteit van Amsterdam
Over de huidige feministische vrouwenbeweging Een politieke discoursanalyse
*
[T]he legal subordination of one sex to another — is wrong in itself (Mill, 1997 [1869]: p1)
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
Inhoud 1. Inleiding ....................................................................................................................................... 3 2. De huidige Nederlandse feministische vrouwenbeweging.......................................................... 5 3. Academisch feminisme................................................................................................................ 7 3.2. Basisaannamen academisch feminisme.............................................................................. 7 3.2. Stromingen binnen het feminisme........................................................................................ 8 3.2.1. Liberaal feminisme........................................................................................................ 9 3.2.2. Marxistisch/socialistisch feminisme .............................................................................. 9 3.2.3. Radicaal feminisme..................................................................................................... 10 3.2.4. ‘Womanism’ ................................................................................................................ 10 3.2.5. Postmodern feminisme ............................................................................................... 10 3.2.6. Standpuntfeminisme ................................................................................................... 11 3.2.7. Verschilfeminisme....................................................................................................... 11 3.2.8. Diversiteitfeminisme.................................................................................................... 11 4. Discoursanalyse van de feministische vrouwenbeweging ........................................................ 12 4.1. Data.................................................................................................................................... 12 4.2. Methode ............................................................................................................................. 15 4.3. Resultaten .......................................................................................................................... 16 4.3.1. Anti-seksetweedelingdiscours .................................................................................... 16 4.3.2. Verschildiscours.......................................................................................................... 17 4.3.3. Islamitisch feminisme discours ................................................................................... 18 4.3.4. Arbeidsparticipatiediscours......................................................................................... 18 4.3.5. Vrouwenrechtendiscours ............................................................................................ 19 5. Academisch feminisme en discoursen ...................................................................................... 20 5.1. Anti-seksetweedelingdiscours............................................................................................ 20 5.2. Verschildiscours ................................................................................................................. 21 5.3. Islamitisch feminisme discours........................................................................................... 21 5.4. Arbeidsparticipatiediscours ................................................................................................ 21 5.5. Vrouwenrechtendiscours.................................................................................................... 22 6. Conclusie ................................................................................................................................... 23 7. Bronnen ..................................................................................................................................... 25 8. Bijlage: Ingevulde codeerschema’s opiniestukken.................................................................... 28
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
2
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
1. Inleiding [T]he legal subordination of one sex to another — is wrong in itself, and now one of the chief hindrances to human improvement; and that it ought to be replaced by a system of perfect equality, admitting no power and privilege on the one side, nor disability on the other (Mill, 1997 [1869]: p1).
Bovenstaand citaat komt uit het beroemde werk The Subjection of Women van John Stuart Mill. Dit werk heeft het feministische bewustzijn beïnvloed. Het citaat kernschets de gerichtheid van feministen. Zij richten zich tegen de hiërarchische verhoudingen tussen mannen en vrouwen (Post, Oldersma & Outshoorn, 2006: p13). In Nederland heeft het feminisme als sociale beweging
veel
verlichtingsidealen
invloed ook
uitgeoefend.
van
toepassing
De op
eerste de
feministen
vrouw
(1870-1920)
(Ribberink,
1987).
maakten Het
actief
vrouwenkiesrecht is in 1919 door hun strijd verwezenlijkt. De tweede en brede golf van feminisme ontstond in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het recht op abortus en anticonceptiemiddelen, het doorbreken van rolpatronen en gelijke ontplooiingsmogelijkheden waren allen strijdpunten. Wanneer deze beweging aan kracht heeft verloren is niet helemaal duidelijk. Volgens sommigen geschiedde dit al aan het begin van de jaren tachtig (zie van der Loo, 2005 aangehaald in Post, Oldersma & Outshoorn, 2006: p12). In de huidige tijd wordt door wetenschappers en opiniemakers nogal eens gesproken over de derde feministische golf (zie bijvoorbeeld Snyder, 2008; Pruim, 2009; Van Lambergen, 2009). Het denken in golven is echter door Post, Oldersma en Outshoorn (2006: p13) genuanceerd. Volgens hen is er vanaf de ‘eerste golf’ altijd een feminisme geweest. Ook in deze tijd worden feministische gebeurtenissen georganiseerd, worden opiniestukken geschreven en bestaan er feministische organisaties (Pruim, 2009). Het lijkt evident dat er nog een beweging bestaat. Toch is niet altijd duidelijk wat de strijdpunten in het huidige feminisme zijn. In deze scriptie wordt gepoogd door middel van een discoursanalyse meer inzicht te verkrijgen in de huidige feministische vrouwenbeweging. Het begrip discours heeft door de Franse filosoof Foucault veel bekendheid verkregen. Discours omvat taaluitingen als handelingen. Foucault meende dat taalconstructies de werkelijkheid vormgegeven en veranderen (Willems, 1989: p89). De manier waarop over iets gesproken of geschreven wordt construeert de werkelijkheid. In deze scriptie wordt onderzocht welke verschillende discoursen binnen het huidige feminisme bestaan. Er wordt gebruik gemaakt van Hajers definitie van discours (2006). Het gaat dan om de verschillende, door taaluitingen en handelingen geconstrueerde, visies op de werkelijkheid die binnen het huidige feminisme bestaan. Tevens wordt in deze scriptie geprobeerd te onderzoeken welke rol het academisch feminisme speelt binnen de verschillende discoursen. Het academisch feminisme ontstond in de jaren zestig vanuit de feministische beweging (Randall, 2002). Feministische concepten en perspectieven kregen daarmee een
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
3
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
plaats in de politieke wetenschap. De vraag is in hoeverre verworven inzichten uit de wetenschap ook een plaats hebben in de huidige beweging. Kortom wordt in deze scriptie gepoogd antwoord te geven op de volgende vraag: ‘Welke discoursen zijn binnen de huidige Nederlandse feministische vrouwenbeweging te onderscheiden en welke rol spelen inzichten uit het academisch feminisme binnen die discoursen?’ Om deze vraag te beantwoorden worden een aantal stappen ondernomen: Allereerst wordt besproken wat er in deze scriptie wordt verstaan onder de huidige Nederlandse feministische vrouwenbeweging. Vervolgens komt het academisch feminisme aan bod. Hierbij zullen de belangrijkste feministische benaderingen uiteen worden gezet. Daarop volgt de discoursanalyse van deze scriptie. Er wordt uitgelegd wat de onderzoeksbenadering is, hoe data is verzameld en welke methode is gehanteerd. De resultaten - de verschillende discoursen - worden gepresenteerd. Aansluitend wordt onderzocht welke concepten en perspectieven binnen het academisch feminisme terug worden gevonden in de onderscheidden discoursen. Tot slot wordt gepoogd antwoord te geven op de onderzoekvraag van deze scriptie.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
4
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
2. De huidige Nederlandse feministische vrouwenbeweging Inzicht krijgen in de discoursen binnen de feministische vrouwenbeweging vereist een begrip van die beweging als zodanig. In de inleiding van deze scriptie is reeds gesproken over de huidige feministische vrouwenbeweging. De aanwezigheid ervan werd beargumenteerd met de aanwezigheid van onder andere feministische vrouwenorganisaties. In dit hoofdstuk wordt verder toegelicht waarom er (nog altijd) sprake is van feminisme als sociale beweging en wat er in deze scriptie mee bedoeld zal worden. In een artikel over sociale bewegingen definiëren McCarthy & Zald de sociale beweging:
A social movement is a set of opinions and beliefs in a population which represents preferences for changing some elements of the social structure and/or reward distribution of a society (McCarthy & Zald, 1977: p1217-1218).
Een sociale beweging is het bestaan van een overtuiging in een populatie die een verandering wenst in de sociale structuur of de distributiemechanismen in een samenleving. Zoals eerder opgemerkt, richt het feministische bewustzijn zich tegen hiërarchische genderverhoudingen (Post, Oldersma & Outshoorn, 2006: p13). In dat opzicht kan het feminisme door als sociale beweging omdat het elementen van de sociale structuur wil veranderen. De vraag is echter of het feministische bewustzijn in het huidige Nederland nog bestaat. Post, Oldersma en Outshoorn deden mede door deze vraag onderzoek naar de huidige Nederlandse vrouwenbeweging als zodanig (2006). Zij vroegen zich af of vrouwen zich nog steeds op grond van gender mobiliseren. Het ging dan niet om feministische mobilisatie alleen. Binnen de vroegere ‘golven van feminisme’ was de gerichtheid van de beweging eenduidiger dan in de huidige tijd het geval is. Wanneer men het had over de vrouwenbeweging, sprak men van een beweging die zicht richtte tegen hiërarchische genderverhoudingen. Nu is er een zodanige hoeveelheid van gerichtheden binnen de brede vrouwenbeweging dat Post, Oldersma en Outshoorn liever spreken van vrouwenbewegingen. De feministische beweging zou daar een onderdeel van zijn. De onderzoekers kwamen na een bestudering van organisaties en een gebeurtenissenanalyse tot de conclusie dat er nog steeds sprake is van een mobilisatie binnen de bewegingen: ‘[N]og steeds [worden] nieuwe groepen gevormd, nieuwe publieken aangeboord waaraan het woord wordt verkondigd en er worden nog steeds verhandelingen geschreven over het gedachtegoed van de beweging’ (p13). De vrouwenbeweging (of bewegingen) bestaat dus nog. Voor deze scriptie is echter van belang of er ook sprake is van de feministische vrouwenbeweging. Uit het onderzoek van Post, Oldersma en Outshoorn (2006) kwam dit niet direct naar voren. Hoewel zij gebeurtenissen analyseerden die werden aangekondigd in het feministische opinieblad ‘Opzij’, hoeven deze
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
5
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
gebeurtenissen niet per definitie een feministische agenda te hebben. In een artikel van Pruim (2009) komt echter naar voren dat er in de huidige Nederlandse maatschappij een feministisch bewustzijn bestaat. Zo zijn er talloze organisaties, websites, forums, documentaires, boeken, tijdschriften en gebeurtenissen die zich bezighouden met feministische onderwerpen. Ook zouden er ook in deze tijd feministen zijn die in opiniestukken het ‘feministische geluid’ laten horen (Pruim, 2009: p14). Volgens Pruim zijn in de huidige tijd een viertal feministische thema’s belangrijk. Het gaat dan om de emancipatie van moslima’s, het delen van zorg en arbeid door mannen en vrouwen, de seksualisering van de maatschappij, en meer vrouwen in topposities. Feminisme is volgens Pruim ‘alive and kicking’ (p14). In deze scriptie wordt er vanuit gegaan dat er in de huidige tijd in Nederland nog zoiets bestaat als de feministische vrouwenbeweging. Het gaat dan in de definitie van McCarthy en Zald om de aanwezigheid van de strijd tegen hiërarchische verhoudingen op basis van gender in de huidige samenleving. Hiermee is niet gezegd dat alle strijdpunten binnen deze beweging geheel op elkaar afgestemd zijn. In deze scriptie wordt dan ook gepoogd meer inzicht te krijgen in die brede feministische vrouwenbeweging.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
6
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
3. Academisch feminisme Feminisme was in de eerste plaats een kritische en prescriptieve sociale beweging. De feministische politieke wetenschap ontstond vanaf de jaren zestig. Vanuit de beweging kregen feministische concepten en perspectieven een plaats binnen de sociale en politieke wetenschappen. Randall (2002: p109) beargumenteert dat er altijd een verschil heeft bestaan tussen de wetenschap en de beweging. Het is binnen de wetenschap niet altijd duidelijk of er sprake is van feministische perspectieven voor politieke analyse of dat het gaat om verworvenheden uit de feministische wetenschap zelf. Er is dan ook geen eenduidige feministische academische benadering, net als er geen eenduidige beweging heeft bestaan. Van een feministische metatheorie kan niet gesproken worden (Randall, 2002: p109). Binnen het feministische perspectief worden verschillende methoden en benaderingen gehanteerd. Er wordt bijvoorbeeld gesproken van liberaal feminisme, radicaal feminisme, marxistische feminisme (Campbell & Wasco, 2000; Randall, 2002; Dietz, 2003), postmodern feminisme, standpunt feminisme (Randall, 2002) verschilfeminisme, diversiteitfeminisme (Dietz, 2003) en ‘womanism’ (Campbell & Waco, 2000). In dit stuk wordt gepoogd, zonder dat beweerd wordt volledig te zijn, een overzicht te geven van de benaderingen binnen de feministische wetenschap. (Hierdoor is het later mogelijk een analyse te maken of er binnen de huidige Nederlandse feministische vrouwenbeweging uit de wetenschap wordt geput.) Allereerst worden de overeenkomsten binnen het academisch feminisme toegelicht. Vervolgens worden de verschillende stromingen binnen het feminisme uiteengezet.
3.2. Basisaannamen academisch feminisme Binnen de grote verscheidenheid aan stromingen, concepten en benaderingen van het academisch feminisme zijn er een aantal basisprincipes die binnen de literatuur terug komen. Allereerst gaat het binnen de feministische theorie om machtsrelaties tussen mannen en vrouwen (Campbell & Waco, 2000, Randall, 2002; Dietz, 2003). Dietz noemt het academisch feminisme onvermijdelijk politiek en daardoor niet puur filosofisch (2003: p400). De feministische theorie heeft als project het blootleggen van onevenwichtige machtsrelaties die in eerste instantie als ‘neutraal’ waren aangeduid (Randal, 2002: p110). Vrouwen worden door deze relaties meer onderdrukt dan mannen. De theorie heeft een emancipatoire agenda. Ten tweede komt binnen de feministische theorie altijd de notie terug dat gender een fenomeen is dat niet gelijk is aan ‘natuurlijke’ sekseverschillen tussen mannen en vrouwen (Dietz, 2003: p401). De ideeën over sekse en gender verschillen per benadering en stroming. Toch is men het er binnen de feministische theorie over eens dat de maatschappij gender construeert.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
7
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
Tot slot komt binnen de feministische theorie het belang van de kennis van ‘de vrouw’ terug (Randall, 2002: p113; Dietz, 2003: p400). De participatie van vrouwen binnen de wetenschap is noodzakelijk om een meer objectieve wetenschap tot stand te brengen. Het aandeel van vrouwen binnen de wetenschap is altijd betrekkelijk laag geweest (Randall 2002: p113). Vrouwen kunnen stereotypen die ware wetenschap belemmeren doorbreken. Binnen de feministische theorie wordt veel waarde gehecht aan vrouwelijk inzicht.
3.2. Stromingen binnen het feminisme Ondanks de basisaannamen binnen het (wetenschappelijke) feminisme zijn er een groot aantal verschillende perspectieven en stromingen. Niet altijd is duidelijk in hoeverre deze stromingen binnen of buiten de wetenschap zijn ontwikkeld. Wel is helder dat de stromingen hun visie geven op hoe de werkelijkheid is vormgegeven. De stromingen hebben verschillende epistemologische uitgangspunten. Deze zijn door de jaren heen aan verandering onderhevig geweest. De verschillende stromingen zijn derhalve geen vaste en opzichzelfstaande identiteiten. De drie meest bekende en meest uitvoerig beschreven stromingen zijn liberaal feminisme, radicaal feminisme, marxistische feminisme. Deze stromingen waren ten tijde van de wederopleving van het feminisme, in de jaren zestig, het meest dominant. ‘womanism’ is ontstaan als tegenreactie op de drie stromingen. Postmodern feminisme en standpuntfeminisme kunnen opgevat worden als epistemologische uitgangspunten maar worden in deze scriptie opgevat als wetenschappelijke benaderingen. Zij zouden dan ook voortvloeien uit radicaal (en socialistisch) feminisme (Campbell & Wasco, 2000: p782; Randall, 2002: p115). Volgens Dietz zijn de drie meest bekende benaderingen van wetenschappelijk feminisme alweer achterhaald. Belangrijke hedendaagse benaderingen zouden verschil- en diversiteitfeminisme zijn. Alle bovengenoemde benaderingen worden hieronder kort uiteengezet.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
8
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
3.2.1. Liberaal feminisme Liberaal feminisme borduurt voort op bestaand liberaal gedachtegoed (Randall, 2002: 110). Belangrijke concepten binnen deze vorm van feminisme zijn individuele rationaliteit, het onderscheid tussen het publieke en het private en de mogelijkheid tot het omvormen van instituties. Liberaal feminisme roept op tot gelijke toegang van mannen en vrouwen tot hulpmiddelen en hulpbronnen in de samenleving. Het gaat over formele gelijkheid tussen mannen en vrouwen (Campbell & Wasco, 2000: p776). Veel van de strijdpunten van de vrouwenbeweging van de jaren zeventig kwamen voort uit het gedachtegoed van het liberaal feminisme. De liberale feministen hebben niet echt gereflecteerd op hun epistemologische uitgangspunten (Randall, 2002: p114). Liberaal feministen zijn rationalisten en daarmee positivisten. Zij geloven dat de sociale orde door de directe zintuiglijke ervaring begrepen kan worden. Liberaal feministen zijn niet opzoek naar zoiets als verborgen structuren of relaties. Het liberaal feminisme is dan ook bekritiseerd doordat zij te veel de bestaande systemen en structuren accepteerde. Daarmee zouden structurele ongelijkheden geaccepteerd worden.
3.2.2. Marxistisch/socialistisch feminisme Het marxistisch of socialistisch feminisme put uit het gedachtegoed van Karl Marx (Randall, 2002: p110). De economische- en klassenstructuur van de maatschappij is inherent problematisch (Campbell & Wasco, 2000: p776). De sociale structuur zorgt altijd voor onderdrukking. In navolging van Marx propageert deze vorm van feminisme de ondergang van het kapitalistische systeem. Hiermee zal ook de onderdrukking van de vrouw ten einde komen. Als epistemologische basis heeft het socialistisch feminisme het realisme. Structuren kunnen ervoor zorgen dat onderdrukking niet als zodanig wordt ervaren. Het waren de marxistische feministen die kwamen met het systeem van gender-sekse (Rubin, 1975, aangehaald in Randall, 2002: p111).
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
9
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
3.2.3. Radicaal feminisme Het radicaal feminisme gaat een stapje verder dan het marxistisch feminisme. Het bekritiseert niet slechts de economische structuur maar de gehele sociale orde als zodanig (Campbell & Wasco: 2000: p776). Deze orde moet in zijn geheel worden onderzocht en geherdefinieerd. Zij heeft altijd gezorgd voor de onderdrukking van de vrouw. Seksualiteit en mannelijk geweld zijn mede oorzaak van deze onderdrukking. Radicale feministen zijn in strijd met mannen om macht. Randall spreekt van een sekse-oorlog (2002: p110). Mannen zouden immers altijd hun bevoorrechte positie in stand proberen te houden. Het radicaal feminisme heeft als epistemologisch uitgangspunt in eerste instantie het positivisme gehad. Later werd het ook beïnvloed door het postmodernisme (Randall, 2002: p115).
3.2.4. ‘Womanism’ ‘Womanism’ is ontstaan als reactie op de drie meest bekende feministische benaderingen. Deze zouden zich te veel focussen op de ‘westerse’ vrouw. Deze benadering gaat er net als het radicaal en socialistisch feminisme vanuit dat structuren ten grondslag liggen aan onderdrukking van de vrouw. ‘Womanism’ gaat er echter ook van uit dat ook ras/etniciteit en klasse onderdrukken (Campbell & Wasco, 2000: p777). ‘Womanism’ onderzoekt de samenhang van die kenmerken in de onderdrukking. Deze stroming van feminisme wil erkennen dat de achterstelling van de vrouw door verschillende eigenschappen die vrouwen hebben, ook verschillend wordt ervaren.
3.2.5. Postmodern feminisme Postmodern feminisme gaat ervan uit dat de werkelijkheid sociaal wordt geconstrueerd. De gehele sociale orde kan opgevat worden als een constructie van taal (Campbell & Wasco, 2000: p782). Het postmodern feminisme probeert uit taaluitingen te onderzoeken hoe de sociale werkelijkheid wordt geconstrueerd. Het probleem van postmodern feminisme is dat het de emancipatoire agenda van het feminisme ondermijnt. Doordat alle werkelijkheid een constructie is, is de feministische werkelijkheid ook een sociaal construct. Vanuit het postmodern feminisme ontwikkelt zich echter een nieuw denken over sekse en gender. Dit denken wordt nogal eens aangeduid met derdegolf feminisme. Hoewel Snyder (2008: p193) meent dat derdegolf feminisme (nog) geen sociale beweging is, heeft het volgens hem veel te danken aan inzichten uit het postmodernisme.
Omdat
de
vrouw
als
categorie
binnen
het
postmodernisme
wordt
gedeconstrueerd, is derdegolf feminisme een feminisme waar niemand wordt uitgesloten (p188). De feministen uit de derde golf hebben een emancipatoire agenda voor iedereen die door aan gender gerelateerde kwesties wordt onderdrukt.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
10
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
3.2.6. Standpuntfeminisme Vanuit het epistemologische uitgangspunt dat er niet zoiets bestaat als een enkele en objectieve waarheid gaat standpuntfeminisme ervan uit dat klasse, gender, sekse en seksuele gerichtheid de ervaring van de werkelijkheid structureren. Doordat minderheidsgroeperingen leven in de dominante en de gestigmatiseerde cultuur, zouden zij een dubbelvisie op de werkelijkheid ontwikkelen. Ervaringen zouden dan meeromvattend zijn (Campbell & Wasco, 2000: p781). Standpuntfeminisme gaat er vanuit dat vrouwen, omdat zij ook leven in een ‘achtergestelde’ cultuur, een adequater begrip van de werkelijkheid hebben. Hun standpunt is aldus zeer relevant voor sociaalwetenschappelijk onderzoek.
3.2.7. Verschilfeminisme Verschilfeminisme
wil
de
vrouw
in
de
gender-
of
seksecategorie
herwaarderen.
Verschilfeministen willen deze categorieën dan ook in stand houden (Dietz, 2003: p402). Volgens hen is de onderdrukking van de vrouw toe te schrijven aan psychologische relaties en structuren. De (onderdrukte) vrouw is een uniek wezen waardoor beter inzicht in de (dominante) patriarchale wereld verkregen kan worden. Het verschilfeminisme wil benadrukken dat het belangrijk is dat er zoiets bestaat als de vrouw. De vrouw is van belangrijke waarde voor de maatschappij. Het verschil tussen mannen en vrouwen moet dan ook gewaardeerd worden en in stand blijven.
3.2.8. Diversiteitfeminisme Tot slot is er diversiteitfeminisme. Deze benadering is het tegenovergestelde van de benadering van het verschilfeminisme. Diversiteitfeminisme problematiseert de indeling in man en vrouw. Diversiteitfeministen proberen binnen de verschillende indelingen als sekse, klasse, seksualiteit en etniciteit, meer categorieën te creëren. Volgens hen doen de huidige categorieën geen recht aan de realiteit (Dietz, 2003: p402-403). Diversiteitfeministen problematiseren deze huidige manier van indelen dan ook. De categorieën maken mensen onvrij. Diversiteitfeminisme wil binnen de indelingen oproepen tot meer diversiteit.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
11
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
4. Discoursanalyse van de feministische vrouwenbeweging In deze scriptie wordt gepoogd discoursen te destilleren uit de huidige Nederlandse feministische vrouwenbeweging. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de definitie van discours door Hajer. Discours wordt gedefineerd als: ‘an ensemble of ideas, concepts, and categories through which meaning is given to social and physical phenomena, and which is produced and reproduced through an identifiable set of practices’ (Hajer, 2006: p67). Binnen de huidige feministische vrouwenbeweging worden de verschillende sets van ideeën, concepten en categorieën opgespoord. De gedachte is dat deze sets betekenis geven aan de werkelijkheid. Zij legitimeren het bestaan van de feministische beweging. Om deze ‘pakketten’ te beschrijven worden discursieve constructies uit verschillende feministische opiniërende artikelen getraceerd. Discursieve constructies bestaan uit synoniemen, narratieve constructies en verhaallijnen (Hajer, 2006: p66-71). Metaforen beschrijven ‘het ene’ in termen van ‘het andere’. Verhaallijnen zetten in een paar worden de duiding van (onderdeel van) een stuk uiteen. Narratieve constructies zijn constructievormen van een verhaal. Het gaat er dan om hoe het artikel is opgebouwd. Een artikel heeft bijvoorbeeld een begin, een midden en een eind. Vaak wordt er in een artikel een vorm van verandering gepropageerd (Stone, 2002: p138). Het is de bedoeling om deze verschillende taalpraktijken in kaart te brengen om zo de artikelen te analyseren. Hiermee kunnen uit de artikelen verschillende sets aan ideeën over de werkelijkheid - daarmee discoursen - gedestilleerd worden.
4.1. Data De keuze om een discoursanalyse toe te passen op opinieartikelen in de belangrijkste Nederlandse dagbladen heeft een aantal redenen. Allereerst geeft het de mogelijkheid om op een voor deze scriptie werkbare manier een breed gedeelte van de Nederlandse vrouwenbeweging te analyseren. De huidige feministische vrouwenbeweging bestaat uit organisaties, websites, tijdschriften, gebeurtenissen, opiniemakers en discussieforums die zich op allerlei verschillende vrouwen en feministische doelen richten. Wanneer men over de gehele breedte van deze beweging een discoursanalyse zou willen toepassen zouden ook al deze onderdelen onderzocht moeten worden. Gezien de omvang van dit onderzoek, lijkt dat een te vergaande exercitie. Opiniestukken behelzen toch een groot deel van de vrouwenbeweging. Opiniemakers die in kranten publiceren maken vaak deel uit van vrouwenorganisaties, ze organiseren gebeurtenissen en zijn daarmee belangrijke figuren binnen de beweging. Zij gebruiken de dagbladen om hun ideeën over veranderingen - inherent aan feminisme - naar buiten te brengen. Kranten publiceren opiniestukken van een breed spectrum uit de beweging. Dit wordt nog eens versterkt door opinieartikelen uit verschillende landelijke dagbladen te onderzoeken. Daarnaast zullen de
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
12
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
verschillende kranten slechts opiniestukken van invloedrijke feministen publiceren. Dit heeft als nadeel dat een journalistieke visie over wat leidende feministen zijn wordt gehanteerd. Dit zou een weging kunnen impliceren. Toch wordt hier het idee gekoesterd dat artikelen zijn geanalyseerd die ook daadwerkelijk door belangrijke spelers binnen de beweging zijn geschreven. Daarbij zorgt het analyseren van opiniestukken uit krantenartikelen ervoor dat recente taaluitingen van feministen zelf zijn onderzocht. Hierdoor zijn bijvoorbeeld geen gedateerde beginselverklaringen van organisaties bestudeerd. Er wordt niet beweerd dat door het onderzoeken van opiniestukken ook de gehele feministische vrouwenbeweging onderzocht wordt. Toch geeft het de mogelijkheid om op een werkbare manier een breed spectrum aan invloedrijke gedachten binnen de beweging te onderzoeken.
Gekozen is om opiniestukken te selecteren uit de meest belangrijke Nederlandse dagbladen. Hiermee zijn de regionale dagbladen, de gratis dagbladen en de dagbladen met een specifiek onderwerp als insteek, niet meegenomen in het onderzoek. Dit wordt gemotiveerd met het idee dat in het onderzoek dan geen deelonderwerp van het feminisme of ‘regionaal’ feminisme oververtegenwoordigd is. Door slechts artikelen uit de landelijke dagbladen te onderzoeken wordt ook het brede huidige ‘landelijke’ feminisme onderzocht. De artikelen zijn geselecteerd uit Het Algemeen Dagblad, Trouw, De Volkrant, NRC-Next, NRC Handelsblad en De Telegraaf. Echter bleek dat in Het Algemeen Dagblad, Trouw en De Telegraaf de afgelopen twee jaar geen feministische opiniestukken zijn gepubliceerd. Hierdoor zijn geen artikelen van deze kranten geselecteerd. Er zijn artikelen uit de periode van 19 mei 2008 tot 19 mei 2010 geselecteerd. Dit zijn de meest recente opinieartikelen. Een periode van twee jaar is voldoende om een selectie van twintig artikelen te kunnen maken. Daarbij worden twintig artikelen als een voldoende en noodzakelijk aantal gezien om een valide en betrouwbare representatie van de vrouwenbeweging binnen opiniestukken te onderzoeken. In eerste instantie werd geprobeerd artikelen te selecteren met een woordenaantal van meer dan 1000. Echter bleek al snel dat veel opinieartikelen een woordenaantal van ongeveer 700 hebben. Hierdoor is het woordenaantal tijdens het verkrijgen van de data naar beneden bijgesteld met een ondergrens van 600 woorden. Artikelen zijn met gebruik van het programma Lexis Nexis Academic geselecteerd. Hiervoor zijn verschillende woorden als zoekterm gebruikt. Altijd is het woord ‘opinie’ gebruikt om in elk geval opiniërende stukken weer te geven. Daarnaast zijn steeds andere woorden als term gebruikt. Zo zijn de meest voor de hand liggende termen als ‘feminist’, ‘feminisme’, en ‘feministisch’ gebruikt. Dit wordt beargumenteerd met het idee dat feministen zichzelf ook als feminist beschouwen en deze woorden in hun opiniestuk meenemen. Daarnaast zijn de woorden: ‘vrouwenemancipatie’, ‘vrouw en emancipatie’ als zoekterm gebruikt. De feministische vrouwenbeweging onderscheidt zich van andere beweging doordat het zich richt op machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen. Ook zijn de zoektermen ‘moslima’, ‘toppositie’,
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
13
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
‘seksualisering’ en ‘arbeidsverdeling’ gebruikt. Deze vier woorden behelzen onderwerpen die binnen de huidige feministische beweging spelen. Dit wordt beschreven in een al eerder aangehaald artikel van Pruim (2009). Tot slot zijn de termen ‘sekse’ en ‘gender’ gebruikt doordat dit zeer belangrijke en breed gedragen concepten uit de beweging zijn. Opgemerkt moet worden dat de keuze voor de woorden een weging met zich meebrengt die zeer problematisch kan zijn voor een discoursanalyse. Toch bestaat het idee dat met deze woorden als zoektermen een zeer breed gedeelte van de bestaande opinieartikelen uit de feministische vrouwenbeweging geselecteerd is. Getracht wordt om met dat artikel daadwerkelijk (het denken over) machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen te veranderen. Er wordt dan duidelijk een bepaald feministisch standpunt ingenomen door de auteur. Dit standpunt wordt in het artikel door argumenten gemotiveerd. Dit moest in een eerste scan duidelijk zichtbaar zijn, anders werd het artikel niet geselecteerd.
De volgende artikelen en auteurs zijn uit de selectie gekomen (gesorteerd op datum van verschijnen): 1. Laat die vrouw in jezelf wat meer zien! Door Sabriye Sambou in de Volkskrant van 7 juli 2008. 2. Reduceer mensen niet tot hun sekse. Door Jolande Withuis in de Volkskrant van 15 juli 2008. 3. Je bent toch vader? Wat doe je hier dan op dinsdag op katoor?; Werk en kinderen combineren is een discussieonderwerp in de vrouwenbladen maar juist de mannen kunnen het oplossen. Door Ellen ter Gast in NRC.NEXT van 16 september 2008. 4. Een damesbaan is als een borduurwerkje; De taaie redenen waarom Nederlandse vrouwen blijven steken in deeltijdbanen. Door Heleen Mees in NRC Handelsblad van 22 oktober 2008. 5. Breng vrouw niet via wet naar de top; Overtuig mannelijke bestuurders van nut diversiteit; zonder een quotum geen succes. Door Lutgart van den Berghe en Abigail Levrau in NRC Handelsblad van 30 oktober 2009. 6. Voor vrouwen is het geen feest; Aan onderhandelingstafels en keukentafels ontbreekt te vaak hun stem. Door Nicky McIntyre in NRC.NEXT van 10 december 2008. 7. Nieuwe seksuele revolutie? Ja, maar zonder Opzij. Door Hassnae Bouazza in de Volkskrant 10 december 2008. 8. Natuurlijk zet je je uiterlijk in om hogerop te komen, het werkt! Door Femmetje de Wind in NRC.NEXT van 15 december 2008. 9. Beste Andreas,. Door Naema Tahir in de Volkskrant van 18 december 2008. 10. Mannen en vrouwen zijn mensen die verschillende rollen vervullen. Door Malou van Hintum in de Volkskrant van 23 december 2008.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
14
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
11. Waar is Rachida Dati mee bezig? Powerbabe laat zich niet leiden door tradities. Door Anna Chojnacka in NRC.NEXT van 20 januari 2009. 12. Vrouwen beleven seks anders dan mannen; Moslims zien dat veel beter in dan westerlingen. Door Naema Tahir in NRC.NEXT van 13 maart 2009. 13. Man voor de klas?; Alleen quota helpen, hoger salaris niet. Door Roos Wouters in NRC.NEXT van 23 april 2009. 14. Patriarchen blijf van onze vagina af. Door Nora Kasrioui in de Volkskrant van 9 mei 2009. 15. Gratis pil is een recht; Leg bezuinigen niet op bodje van vrouwen. Door Roos Wouters in NRC.NEXT van 28 januari 2010. 16. Tijd voor nieuwe feministische solidariteit; Ja. Onder vrouwen bestaat de meeste armoede. Door Femke Halsema in NRC.NEXT van 12 maart 2010. 17. Lang leve het feminisme. Door Saskia Wieringa in de Volkskrant van 20 maart 2010. 18. Is de huisvrouw van nu de nieuwe uitvreter?; Wederzijdse verkettering van feministen en geërgerde mannen is zinloos. Een nieuw evenwicht kost tijd. Door Els Koek in NRC Handelsblad van 30 maart 2010. 19. Vrees ons niet maar heb ons lief. Door Nora Kasrioui in de Volkskrant van 12 april 2010. 20. De derde sekse. Door Evelien Tonkens in de Volkskrant 19 mei 2010.
4.2. Methode Om uit de artikelen discoursen te destilleren zijn de verschillende artikelen geanalyseerd. Uit de artikelen zijn de belangrijkste synoniemen, verhaallijnen en narratieve constructies gehaald. Wanneer met een woord iets anders of iets gorters werd bedoeld dan met dat enkele woord letterlijk werd aangegeven, is het woord gecodeerd als synoniem. Het gaat dan bijvoorbeeld om het synoniem ‘de pil’. Er wordt dan niet letterlijk ‘de pil’ bedoelt. Het gaat dan om de anticonceptiepil; ‘de pil’ die vrouwen dagelijks innemen om niet ongewenst zwanger te worden. In een artikel met het synoniem ‘de pil’ werd deze dan als zodanig aangeduid. Een verhaallijn is een zin in het artikel waarin de hoofdgedachte van het opiniestuk (of een deel daarvan) uiteen wordt gezet. Wanneer zo een samenvattende zin werd ontdekt, werd deze als een verhaallijn gecodeerd. Bij een narratieve constructie gaat het om de structuur van een stuk. Doordat opiniërende artikelen zijn onderzocht, zijn de narratieve constructies weergegeven in een structuur van 1) het probleem, 2) de oplossing, en waar mogelijk 3) het gevolg van de oplossing. Onderzocht werd wat het probleem, de oplossing en het gevolg van de oplossing in het artikel was. De synoniemen, verhaallijnen en narratieve constructies zijn in codeerschema’s weergegeven (zie voor hiervoor de eerste bijlage). De ingevulde codeerschema’s geven de discursieve constructies van de artikelen weer. Deze discursieve constructies zijn met elkaar
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
15
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
vergeleken om zo uit de artikelen verschillende discoursen te halen. De discursieve constructies zijn pakketten van ideeën, concepten en categorieën waardoor de werkelijkheid wordt vormgegeven. Wanneer het duidelijk was dat er in de artikelen sprake was van een eigen pakket en daarmee discours, is deze als zodanig aangeduid. Verschillende artikelen hebben een overeenkomstige discursieve constructie. Dan beschrijven zij de werkelijkheid vanuit eenzelfde discours. Opgemerkt moet worden dat binnen een discours het niet zo hoeft te zijn dat de opiniemakers het met elkaar eens zijn. Categorieën en ideeën over de werkelijkheid kunnen gelijk zijn. De opvatting over hoe om te gaan met deze werkelijkheid kan anders zijn. Dit betekent aldus niet dat er sprake is van een verschillend discours. De opiniemakers beschrijven en ervaren de wereld in eenzelfde taalconstructie. Het is dus niet zo dat de discursieve constructies precies aan elkaar gelijk hoeven zijn willen de artikelen in eenzelfde discours geplaatst worden. De narratieve constructie kan bijvoorbeeld eenzelfde probleem aanduiden maar een andere oplossing beogen. Wanneer deze oplossing slechts een mening over hoe om te gaan met de werkelijkheid is, kan nog steeds gesproken worden van eenzelfde discours.
4.3. Resultaten Uit de twintig artikelen zijn een vijftal discoursen gedestilleerd. Deze zijn hier het antiseksetweedelingdiscours, het
verschildiscours,
het
islamitisch
feminisme
discours, het
arbeidsparticipatiediscours en het vrouwenrechtendiscours genoemd. Bij twee artikelen (artikel 7 en 17) kunnen geen discoursen beargumenteerd worden. Het eerste artikel is een reactie op een ander artikel waar niet echt een eigen opvatting wordt verkondigd. Het zou niet zinvol zijn een discours te construeren dat slechts een reactie is op een ander artikel. Het tweede artikel waar geen discours bij ontdekt is was een verheerlijking van het hele feminisme als zodanig. Voor deze scriptie is het niet interessant een discours te beschrijven dat er vanuit gaat dat alle ideeën uit de huidige feministische beweging relevant zijn. Het gaat er hier om hoe binnen de beweging door verschillende taaluiting de werkelijkheid wordt ervaren en wat dit betekent voor de feministische agenda. Hieronder worden de vijf discoursen uiteengezet. Beargumenteerd wordt waarom ze uit de artikelen zijn gedestilleerd.
4.3.1. Anti-seksetweedelingdiscours Het anti-seksetweedelingdiscours is misschien wel het meest duidelijk uit de artikelen te destilleren. Het is namelijk een antidiscours. Het zet zich af tegen wat in het discours als gangbare opvatting wordt aangenomen. Het idee is dat de seksetweedeling die nu in de maatschappij bestaat onjuist is en zou moeten veranderen. Er zou een schijnwerkelijkheid bestaan. De seksetweedeling (maar ook gendertweedeling) is onjuist en onderdrukt mensen.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
16
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
Wanneer niet in deze tweedeling naar mensen wordt gekeken, zouden zij vrijer zijn. In het discours zit een oproep om te gaan denken in andere categorieën. Binnen het discours is seksestereotypering een belangrijk concept. Mannen/mannelijk en vrouw/vrouwelijk bestaan binnen het discours als onjuiste categorieën. Binnen het anti-seksetweedelingdiscours is de emancipatoire boodschap dat onderdrukking bestaat door onze eigen foutieve twee-indeling van sekse. In twee artikelen kwam dit discours terug (artikel 2 en 20). De narratieve constructie was daarin altijd gelijk. Het probleem was een foute sekse-categorisering. De oplossing was het denken buiten de tweedeling. Het gevolg was een vrijere maatschappij. De belangrijkste verhaallijn is: ‘Er bestaat niet zoiets als een essentiële vrouwelijkheid of een essentiële mannelijkheid’
(Withuis,
2008:
p19).
Het
belangrijkste
synoniem
is
in
de
artikelen
‘seksestereotypering’. Hiermee werd dan het onjuist denken in categorieën bedoeld. Dit omvat een groot deel van het discours.
4.3.2. Verschildiscours Het tweede discours is ook betrekkelijk eenvoudig uit de artikelen gehaald. In dat discours bestaat namelijk een werkelijkheid die lijnrecht tegenover de werkelijkheid uit het eerder beschreven discours staat. Het verschildiscours gaat er namelijk vanuit dat de vrouw in essentie een ander wezen is dan de man. Het idee is dat de emancipatie van de vrouw niet vanuit het ‘mannelijke model’ moet gebeuren. In dit discours bestaan mannen en vrouwen dus wel degelijk als aparte categorieën. Belangrijk is de erkenning van de vrouw en vrouwelijkheid binnen de emancipatie. Vrouwen (maar ook mannen) zouden door deze onderwaardering nog steeds onderdrukt worden. Het is nu tijd voor een herwaardering van de vrouw en haar vrouwelijkheid. In vier opiniestukken kwam het verschildiscours terug (artikelen 1, 9, 10 en 12 1 ). In die artikelen waren de problemen en oplossingen nagenoeg hetzelfde. Emancipatie naar het mannelijke voorbeeld heeft bijgedragen, toch moet om verder te komen erkend worden dat de man of mannelijkheid, verschilt van de vrouw of vrouwelijkheid. Het gevolg is dan dat mannen, maar vooral vrouwen, vrijer en geëmancipeerder worden. Er wordt binnen het discours opgeroepen tot een nieuw soort feminisme. Dit komt nadrukkelijk terug in de volgende verhaallijnen: ‘Wij vrouwen van de derde emancipatiegolf stellen dat man en vrouw elkaars gelijke zijn en dezelfde rechten hebben, maar niet gelijk zijn’ (Sambou, 2008: p9) en ‘[D]e sekseverschillen tussen man en vrouw, [vormen] de kern … van het nog te ontwikkelen feminisme’ (Tahir, 2008: p12). Een belangrijk synoniem is ‘het mannelijk model’; hiermee wordt de emancipatie van de vrouw zoals deze in Nederland heeft plaatsgevonden bedoeld. Ook
1 Opgemerkt moet worden dat artikel 9 en 12 van dezelfde auteur zijn.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
17
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
worden vaak de woorden man/mannelijk en vrouw/vrouwelijk gebruikt. Hiermee worden dus in essentie andere wezens bedoeld.
4.3.3. Islamitisch feminisme discours Het islamitisch feminisme discours is een discours waarbij de onderdrukking van de vrouw in de Nederlandse samenleving wordt gekoppeld aan de onderdrukking van de vrouw in de islam. Sekse en geloof worden binnen het discours gemixt. Het discours gaat ervan uit dat in de Islam en
in
de
‘dominante’
Nederlandse
maatschappij
het
bestaan
van
geëmancipeerde
moslimvrouwen niet wordt geaccepteerd. De erkenning van deze groep wordt binnen het discours aangevochten. Hoewel de narratieve constructies binnen de twee artikelen (14 en 19 2 ) verschillen is de oplossing binnen de narratieve constructies gelijk. Erkend zou moeten worden dat er steeds meer intellectuele vrijgevochten moslima’s zijn. Hier moet binnen de islam en in de Nederlandse maatschappij ruimte voor gecreëerd worden. ‘Emancipatiestrijd’ is in de artikelen een synoniem voor twee vormen van strijd. De ene binnen de islam en de andere in de Nederlandse maatschappij. De belangrijkste verhaallijn is: ‘Wij moslima’s laten ons niet langer vastketenen’ (Kasrioui, 2009: p16).
4.3.4. Arbeidsparticipatiediscours Verreweg de meeste artikelen bevatten het arbeidsparticipatiediscours. Hoewel de opiniemakers binnen het discours bijna allemaal verschillende standpunten innemen over hoe om te gaan met ‘hun werkelijkheid’ is er één idee dat overheerst. Vrouwen participeren niet voldoende mee op de Nederlandse arbeidsmarkt, dit is onwenselijk en kan verklaard worden uit structurele factoren. Meer vrouwen zouden moeten participeren op de arbeidsmarkt. Ze zouden meer uren moeten maken. Ook zouden ze meer topfuncties moeten bekleden. De vrouw is binnen dit discours een vaststaande identiteit waar geen discussie over bestaat. Waarom het onwenselijk is dat de vrouw niet voldoende participeert, verschilt binnen het discours. Talent gaat bijvoorbeeld verloren. Vrouwen zijn economisch onzelfstandig. Of het kost de maatschappij geld. Waar binnen het discours wel eenduidigheid over bestaat is dat er iets moet veranderen. Het richt zich dan tegen de oorzaken van het probleem. Deze oorzaken zijn structureel. Er zou een cultuur heersen waardoor vrouwen niet zonder meer fulltime gaan werken of topposities bemachtigen. De belangrijkste discussies binnen het discours bestaan over hoe die structuur omgebogen moet worden. Daar lijkt elke opiniemaker zijn eigen idee over te hebben. Het arbeidsparticipatie discours heeft echter als de belangrijke ideeën dat de participatie van vrouwen op de 2 Opgemerkt moet worden dat artikel 14 en 19 van dezelfde auteur zijn.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
18
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
arbeidsmarkt ondermaats is, dat dit gegeven onwenselijk is, en dat structurele oorzaken omgebogen moeten worden. Een groot aantal opiniestukken bevatten het arbeidsparticipatie discours (artikelen 3, 4, 5, 8, 11, 13, 16 en 18). Binnen de artikelen verschilt de precieze narratieve constructie nog al eens. Echter is men het over het probleem - het uitblijven van vrouwen op de arbeidsmarkt - wel eens. Ook zijn er synoniemen die in de stukken steeds terugkomen. Het gaat dan onder andere om: ‘deeltijdbaan’, ‘moederschap’, ‘glazen plafond’, ‘diversiteitbeleid’ en ‘kostwinnersmodel’. Doordat de opiniemakers veel dezelfde soort woorden gebruiken blijkt dat, hoewel zij het niet over alles eens zijn, binnen eenzelfde discours discussies voeren. Een verhaallijn die de discursieve constructie van vrijwel alle artikelen omvat is: ‘Hoewel het ideaal inmiddels is veranderd willen vrouwen in Nederland nog steeds niet écht aan het werk’ (Mees, 2008: p6).
4.3.5. Vrouwenrechtendiscours Tot slot is er het vrouwenrechtendiscours ontdekt. Dit discours gaat ervan uit dat er essentiële vrouwenrechten zijn waarvoor gestreden moet blijven worden. Belangrijke concepten binnen dit discours zijn de vrouwenrechten. Deze staan onder druk of worden nog niet overal op de wereld nageleefd. Veel nadruk wordt gelegd op het belang van vrouwenrechten. De vrouw is binnen dit discours een vaststaande en niet bediscussieerbare identiteit. Het idee is dat gewaarborgd moet blijven of worden dat vrouwenrechten niet geschonden worden. In twee artikelen komt het vrouwenrechtendiscours terug (artikelen 5 en 15). Belangrijk synoniem is hier ‘(vrouwen)recht’. Binnen de narratieve constructies is het probleem dat vrouwenrechten geschonden (kunnen) worden terwijl deze ontzettend belangrijk zijn. De oplossing is dat vrouwen opkomen voor hun rechten. Twee belangrijke verhaallijnen zijn: ‘Iedereen heeft profijt van investering in vrouwenrechten en verbetering van de positie van vrouwen’ (McIntyre, 2008: p20) en ‘Die vrijheid en zelfstandigheid van vrouwen is anno 2010 nog steeds zo essentieel als 38 jaar geleden. Juist tijdens een economische crisis moeten bepaalde rechten gewaarborgd blijven’ (Wouters, 2010: p19).
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
19
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
5. Academisch feminisme en discoursen De verschillende discoursen zijn uiteengezet. In deze scriptie wordt ook de vraag gesteld in hoeverre inzichten uit het academisch feminisme terugkomen in de discoursen die in de beweging bestaan. In dit stuk zal bij elke discours een analyse worden gemaakt of er concepten of ideeën terugkomen en mogelijk zijn overgenomen uit de verschillen academische feministische benaderingen.
5.1. Anti-seksetweedelingdiscours Het anti-seksetweedelingdiscours kenmerkt zich door het idee dat een seksetweedeling problematisch is. Er wordt hier vanuit gegaan dat dit discours put uit inzichten verkregen uit het postmodern feminisme en diversiteitfeminisme. Het idee van een gender-sekse tweedeling is niet expliciet aanwezig binnen het discours. Binnen het postmodern feminisme bestaat het idee dat categorieën gedeconstrueerd moeten worden. Het anti-seksetweedelingdiscours doet dat eigen ook. De seksetweedeling is problematisch. Het geeft niet de werkelijkheid weer en onderdrukt de vrijheid van mensen. De seksetweedeling als categorie wordt gedeconstrueerd. Ook put het discours uit het diversiteitfeminisme. Deze benadering gaat er ook vanuit dat een tweedeling niet de realiteit weergeeft. Zij zouden binnen de tweedeling binnen sekse of gender meer categorieën willen aanbrengen. Dit past heel erg bij het idee dat een stereotypering onderdrukt. Binnen het academisch feminisme is een basisaanname dat sekse verschillend is van gender. Hier werd in slechts enkele artikelen naar verwezen maar is nergens als een belangrijk idee binnen het discours ontdekt. In dit discours wordt wel gereflecteerd op de tweedeling in sekse en gender. Het gaat er echter om dat deze tweedeling als zodanig problematisch is. Althans dit wordt niet expliciet (in de taal van de artikelen) tot uitdrukking gebracht zoals dat wel binnen het academisch feminisme gebeurt. Het idee van een gender-sekse tweedeling bestaat misschien wel impliciet in het anti-seksetweedelingdiscours maar is niet zo belangrijk als de inzichten verkregen uit het postmodernisme en het diversiteitfeminisme.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
20
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
5.2. Verschildiscours Het verschildiscours kenmerkt zich doordat er vanuit wordt gegaan dat emancipatie vanuit ‘het vrouwelijke’ of ‘de vrouw’, mannen maar vooral vrouwen daadwerkelijk vrij maakt. Het idee bestaat dat de man in essentie iets anders is dan de vrouw. Dit discours lijkt, zoals de naam het al doet vermoeden, veel overeenkomsten te hebben met het verschilfeminisme. Het verschilfeminisme wil dan ook de tweedeling in sekse en gender herwaarderen. Er zou een wezenlijk verschil zijn tussen de man en vrouw. De vrouw moet als wezen op een hoger voetstuk worden geplaatst. Dit past heel erg bij het verschildiscours dat ervan uitgaat dat het tijd is voor emancipatie voor de vrouw naar het ‘vrouwelijke model’. Hierdoor zal de maatschappij zich beter ontwikkelen.
5.3. Islamitisch feminisme discours Het islamitisch feminisme discours koppelt de emancipatiestrijd van het zijn van een islamitische vrouw in de Nederlandse maatschappij aan de emancipatiestrijd van de vrouw binnen de islam. Dit past heel erg bij ‘womanism’ dat verschillende kenmerken die kunnen onderdrukken aan elkaar wil koppelen. ‘Womanism’ gaat ervan uit dat sociale structuren ten grondslag liggen aan de onderdrukking van de vrouw. Niet alleen het vrouw zijn onderdrukt. Ook andere mesnelijke kenmerken kunnen onderdrukken. Dit moet erkend worden. Dit is dan ook exact het idee binnen het islamitisch feminisme discours. Zowel vrouw-zijn als moslima-zijn onderdrukt. De emancipatiestrijd is een tweestrijd.
5.4. Arbeidsparticipatiediscours Het arbeidsparticipatiediscours is een discours waarbinnen een hevige discussie bestaat. Kernideeën zijn de ondervertegenwoordiging van vrouwen in het arbeidsproces, de onwenselijkheid daarvan en het idee dat aan die ondervertegenwoordiging structurele oorzaken ten grondslag liggen. Hoewel het liberaal feminisme als academische benadering nog wel eens wordt verweten dat zij de sociale orde niet problematiseert en daarmee structuren niet aanvalt, lijken
vooral
inzichten
uit
het
liberaal
feminisme
terug
te
vinden
te
zijn
in
Het
arbeidsparticipatiediscours. Het liberaal feminisme gaat uit van de formele gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het roept op tot een gelijke verdeling van hulpmiddelen en hulpbronnen. Ze gelooft in het omvormen van bestaande instituties. Ook gelooft het liberaal feminisme in de individuele rationaliteit van de vrouw. Het liberaal feminisme en het arbeidsparticipatiediscours hebben gemeen dat zij hulpbronnen - arbeid - gelijk willen verdelen onder mannen en vrouwen. Ze geloven er in dat de vrouw in staat is om gelijk aan de man deel te nemen in het
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
21
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
arbeidsproces. Beiden gaan er vanuit dat bestaande instituties omgevormd kunnen of moeten worden. Liberale feministen willen de niet gehele sociale structuur veranderen. Dit idee bestaat ook niet binnen het arbeidsparticipatiediscours. Er is geen verzet tegen het kapitalistische systeem, ook wordt niet opgeroepen tot een sekse-oorlog. Belangrijke structuren binnen de bestaande instituties moeten veranderen. Niet de structuur waarin die instituties bestaan. In dat opzicht komt veel van het liberaal feminisme terug in het arbeidsparticipatiediscours.
5.5. Vrouwenrechtendiscours Het vrouwenrechtendiscours ziet het belang van de essentiële rechten voor de vrouw. Deze zouden onder druk staan en daar moet dan ook voor ‘gevochten’ worden. Dit discours sluit het beste aan bij het liberaal feminisme. Rechten die voor de man gelden, moeten ook van toepassing zijn op de vrouw. De positie van de vrouw moet gelijk zijn aan die van de man. Dit idee bestaat zowel binnen het liberaal feminisme als binnen het vrouwenrechtendiscours.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
22
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
6. Conclusie In deze scriptie is beargumenteerd dat ook in 2010 in Nederland sprake is van een feministische vrouwenbeweging.
Niet
altijd
duidelijk
is
echter
welke
gerichtheden
binnen
deze
vrouwenbeweging bestaan. In deze scriptie wordt geprobeerd antwoord te geven op de vraag: ‘Welke discoursen zijn binnen de huidige Nederlandse feministische vrouwenbeweging te onderscheiden en welke rol spelen inzichten uit het academisch feminisme binnen die discoursen?’ Na een uiteenzetting van de belangrijke academisch feministische benaderingen zijn door middel van een discoursanalyse uit twintig opiniestukken vijf discoursen gedestilleerd. Na een verdere analyse van de discoursen is bij elk discours ontdekt dat ten minste uit één wetenschappelijke benadering lijkt geput te worden. Allereerst is er het anti-seksetweedelingdiscours. Dit zet zich af tegen het idee van de huidige seksetweedeling in de samenleving. Binnen het discours bestaat het idee dat niet meer gedacht moet worden in die tweedeling. Dit discours lijkt te putten uit het postmodernisme en het diversiteitfeminisme. Het postmodernisme wil de categorieën man en vrouw deconstrueren. Het diversiteitfeminisme gaat ervan uit dat de seksetweedeling niet toereikend zijn. Binnen die deling zouden meer categorieën moeten bestaan. Vervolgens is het verschildiscours ontdekt. Hierbij wordt de vrouw als fundamenteel verschillend van de man gedefinieerd. Emancipatie zou moeten plaats gaan vinden naar het ‘vrouwelijke model’. De samenleving is dan pas echt vrij. Het verschildiscours lijkt te putten uit de wetenschappelijke benadering die het verschilfeminisme wordt genoemd. Deze gaat er ook vanuit dat mannen en vrouwen echt iets anders zijn. De vrouw moet binnen die benadering meer gewaardeerd worden. Ook is het islamitisch feminisme discours uit de twintig artikelen gedestilleerd. Dit discours koppelt geloof aan vrouwemancipatie. De emancipatiestrijd is binnen dat discours tweeledig. Binnen de islam en in de Nederlandse maatschappij moet erkend worden dat vrijgevochten moslima’s (kunnen) bestaan. Dit discours lijkt te putten uit ‘womanism’. Deze benadering koppelt naast het vrouw zijn andere kenmerken aan de emancipatiestrijd. Dan is er ook nog het arbeidsparticipatiediscours ontdekt. Dit discours gaat ervan uit dat vrouwen ondermaats vertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt. Dit is onwenselijk en daar moet verandering inkomen. Hierdoor moeten bestaande structuren omgebogen worden. Dit discours lijkt vooral geïnspireerd door het liberaal feminisme. Deze wetenschappelijke benadering wil mannen en vrouwen gelijke toegang tot hulpbronnen in de maatschappij geven. Tot slot is het vrouwenrechtendiscours beschreven. Dit discours gaat er vanuit dat fundamentele vrouwenrechten bestaan die niet worden nageleefd of dat zij onderdruk staan. Voor deze rechten moet gevochten blijven worden. Dit discours lijkt te putten uit het liberaal feminisme dat de formele gelijke rechten tussen mannen en vrouwen propageert.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
23
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
In deze scriptie zijn uit twintig verschillende opinieartikelen vijf verschillende discoursen gedestilleerd. Opgemerkt moet worden dat niet wordt beweerd dat nu alle discoursen binnen de huidige feministische vrouwenbeweging zijn beschreven. Wel kan ervan uit worden gegaan dat tenminste deze vijf discoursen binnen het Nederlands feminisme bestaan. Wanneer men zou willen onderzoeken of er nog meer discoursen binnen de beweging bestaan, zou een discoursanalyse toegepast kunnen worden op andere onderdelen van de beweging. Onderzoek zou gedaan kunnen worden naar gebeurtenissen of organisaties. Het gevolg daarvan is dat nog een vollediger beeld van de discoursen binnen de huidige feministische vrouwenbeweging ontstaat.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
24
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
7. Bronnen Bouazza, H. (2008, 10 december) Nieuwe seksuele revolutie? Ja, maar zonder Opzij. de Volkskrant, p11.
Campbell, R. & S. M. Wasco (2000) Feminist Approaches to Social Science: Epistemological and Methodological Tenets. American Journal of Community Psychology, Vol. 28, No. 6, p773-792.
Chojnacka, A. (2009, 20 januari) Waar is Rachida Dati mee bezig?; Powerbabe laat zich niet leiden door tradities. NRC.Next, p18.
De Wind, F. (2008, 15 december) Natuurlijk zet je je uiterlijk in om hogerop te komen, het werkt! NRC.Next, p18.
Dietz, M. G. (2003) Current Controversies in Feminist Theory. Annual Reviews Political Science, 6, p399-431.
Hajer, M. (2006), ‘Doing discourse analysis: coalitions, practices, meaning’, in: van den Brink, M. and T. Metze (eds.) (2006), Words matter in policy and planning. Discourse theory and method in the social sciences. Utrecht: Netherlands Graduate School of Urban and Regional research, p. 65-74
Halsema, F. (2010, 12 maart) Tijd voor nieuwe feministische solidariteit; Ja. Onder vrouwen bestaat de meeste armoede. NRC.Next, p20.
Kasrioui, N. (2009, 9 mei) Patriarchen, blijf van onze vagina af. de Volkskrant, p9.
Kasrioui, N. (2010, 12 april) Vrees ons niet maar heb ons lief. de Volkskrant, p16.
Kloek, E. (2010, 30 maart) Is de huisvrouw de nieuwe uitvreter?; Wederzijdse verkettering van feministen en geërgerde mannen is zinloos. Een nieuw evenwicht kost tijd. NRC Handelsblad, p7.
McCarthy, J. & M. Zald (1977) Resource mobilization and social movements: a partial theory. American Journal of Sociology, 82 (6), p1212-1241.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
25
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
McIntery, N. (2008, 10 december) Voor vrouwen is het geen feest; Aan de onderhandelingstafels en keukentafels ontbreekt te vaak hun stem. NRC.Next, p20.
Mees, H. (2008, 22 oktober) Een damesbaan is als een borduurwerkje; De taaie redenen waarom Nederlandse vrouwen blijven steken in deeltijdarbeid. NRC Handelsblad, p6.
Mill, J.S. (1997 [1869]) The Subjection of Women. Mineola, New York: Dover Publictations, Inc.
Post, V., J. Oldersma & J. Outshoorn (2006) Overwinteren of geruisloze mobilisatie; Ontwikkelingen in ‘de’ vrouwenbeweging in Nederland sinds de jaren negentig. Gender: Tijdschrift voor Genderstudies, 2, p12-25.
Pruim, F. (2009) Feminisme: alive & kicking; Dossier Feminisme. Opzij, p14.
Randall, V. (2002) Feminsim. In: D. Marsh & G. Stoker (Eds.) Theory and Methods in Political Science. Houndmills: Palgrave Macmillan, p109-130.
Ribberink, A. (1987) Feminisme. Amsterdam: SSP.
Sambou, S. (2008, 7 juli) Laat de vrouw in jezelf wat meer zien! de Volkskrant, p9.
Snyder, R. C. (2008) What is Third-Wave Feminism? A new Directions Essay. Signs: Journal of Women in Culture and Society, vol 34, no.1, p175-195.
Stone, D. (2001) Policy paradox: the art of political decision making, revised edition, New York: W.W. Norton & Company
Tahir, N. (2008, 18 december) Beste Andreas,. de Volkskrant, p12.
Tahir, N. (2009, 13 maart) Vrouwen beleven seks anders dan mannen; Moslims zien dat veel beter in dan westerlingen. NRC.Next, p20.
Ter Gast, E. (2008, 16 september) Je bent toch vader? Wat doe je hier dinsdag op kantoor?; Werk en kinderen combineren is een discussieonderwerp in de vrouwenbladen maar juist de mannen kunnen het oplossen. NRC.Next, p18).
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
26
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
Tonkens, E. (2010, 19 mei) De derde sekse. de Volkskrant, p25.
Van Hintum, M. (2008, 23 december) Mannen en vrouwen zijn mensen die verschillende rollen vervullen. de Volkskrant, p11.
Van Lambergen, J. (2009) Feminisme voor iedereen; Feminisme 3.0. Opzij, p14.
Wieringa, S. (2010, 20 maart) Lang leve het feminisme. de Volkskrant, p9.
Willems, D. (1989) Michel Foucault over wetenschap en macht. In: Wetenschapstheorie; de empirische wending, red.: L. Boon & G. De Vries. Groningen: Wolters Noordhoff, p85-96.
Withuis, J. (2008, 15 juli) Reduceer mensen niet tot hun sekse. de Volkskrant, p10.
Wouters, R. (2009, 23 april) Man voor de klas?; Alleen quota helpen, hoger salaris niet. NRC.Next, p18.
Wouters, R. (2010, 28 januari) Gratis pil is een recht; Leg bezuinigingen niet op het bordje van vrouwen. NRC.Next, p19.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
27
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
8. Bijlage: Ingevulde codeerschema’s opiniestukken Artikel 1: Laat die vrouw in jezelf wat meer zien! Sybriye Sambou – de Volkskrant 7 juli 2008 Synoniemen Verhaallijnen - mannelijke model -Wij vrouwen van de derde - vrouwelijke model emancipatiegolf, stellen dat man en - vrouwelijke touch vrouw elkaars gelijke zijn en dezelfde - vrouwelijke waarden rechten hebben, maar niet gelijk zijn. - vrouwelijke omgangsvormen - vrouwelijke taken - Duizend jaar patriarchaat heeft zijn - vrouwelijke kant sporen achtergelaten in onze - vrouwelijkheid denkwijze, waarbij ouderschap, - mannelijkheid huishouden, spiritualiteit en - vrouw-zijn gevoelens niet dezelfde status - man-zijn hebben als carrière, geld verdienen, - het mannelijke logica en de beproefde wetenschap. - het vrouwelijke -Eva-erfenis -Elk mens heeft namelijk een -seksuele ‘marktwaarde’ mannelijke en een vrouwelijke kant. -seksuele macht -lustobject -De man wil best mee emanciperen, maar wel vanuit zijn man-zijn. -Noch de mannelijke, noch de vrouwelijke manier is zaligmakend.
Narratieve constructie Probleem: Emancipatie waarbij vrouwen hun ‘mannelijke’ kant hebben ontwikkeld hebben bijgedragen aan de maatschappij. Echter zou volgens dezelfde weg doorgaan het emancipatieproces niet verder brengen. Oplossing: De herwaardering en ontwikkeling van ‘vrouwelijke’ waarden en eigenschappen in de maatschappij en in mannen zou de maatschappij weer positief verder kunnen brengen. Gevolg: Armoede onder vrouwen neemt af. Oplossen welvaartsziekten. Vrouwenemancipatie binnen religie. Seksuele vrijheid mannen en vrouwen. Grotere keuze en zelfbeschikking man.
- man + vrouw = mens
Artikel 2: Reduceer mensen niet tot hun sekse Jolande Withuis - de Volkskrant 15 juli 2008 Synoniemen Verhaallijnen - ‘godinnenspektakel’ - Nu kunnen we natuurlijk in de lijn - seksestereotypering van Sambou die onsolidaire vrouwen - ‘tussenvorm’ ‘mannelijk’ gaan noemen en - ‘mannelijk’ Boellaard ‘vrouwelijk’ (een hilarische - ‘vrouwelijk’ gedachte), en we kunnen alle nare - ‘onvrouwelijk’ moeders herdopen in ‘vader’ en alle - mensen (m/v) lieve vaders in ‘moeder’, maar - ‘aanrechtsubsidie’ bevrijdend lijkt het me eindelijk eens op te houden met dit soort seksestereotypering. - Er bestaat niet zoiets als een essentiële vrouwelijkheid of een essentiële mannelijkheid. - Het zit zoals we allang weten, met de seksen heel wat ingewikkelder in elkaar dan Sambou’s clichématige tweedeling mannen/mannelijk versus vrouwen/vrouwelijk suggereert.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Het idee dat er zoiets bestaat als het mannelijk/man en vrouwelijk/vrouw. Emancipatie waarbij taken, uitingen of gerichtheden worden toegeschreven aan een van deze identiteiten problematisch. Oplossing: Mensen niet in categorieën indelen maar bezien als individuen. Gevolg: Het ontstaan van de volwassen samenleving waarbij mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen levensonderhoud en voor de zorg voor zichzelf en hun geliefden.
28
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
- In een volwassen democratische samenleving behoren mensen te worden gezien als individuen en niet te worden gereduceerd tot een sekse. - Een ‘derde feministische golf’ die wetenschap als mannelijk definieert en het huishouden als vrouwelijk, kan mij gestolen worden.
Artikel 3: Je bent toch vader? Wat doe je hier dan op dinsdag op kantoor?; Werk en kinderen combineren is een discussieonderwerp in de vrouwenbladen maar juist de mannen kunnen het oplossen Ellen ter Gast- NRC.NEXT 16 september 2008 Synoniemen Verhaallijnen - Powerfeminste(n) - Ploetermoeders zijn altijd moe, - Keuzefeminsten chronisch gestresst en zij voelen zich - Ploetermoeder ondergewaardeerd. - Maatschappelijk probleem - Jaren vijftig mannencultuur - Het probleem is helder: (fulltime) - vaderschapsverlof werken laat zich slecht combineren - parttime werken met moederschap. - In organisaties met een jaren vijftig mannencultuur kunnen de echt interessante functies alleen worden uitgevoerd door mannen en vrouwen die thuis geen huishoudelijke taken hebben. - Vaders en moeders moeten de zorg voor hun kinderen verdelen. Beiden moeten parttime werken. - Een organisatie die een goed werkklimaat weet te scheppen voor werkende ouders door zich flexibel op te stellen, trekt niet alleen talent aan, zo’n organisatie weet dat talent ook te behouden.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: In veel bedrijven heerst een ‘jaren 50 mannencultuur’. Het delen van werk en zorg hoort hierin niet thuis. Het is daarom dat veel talent verloren gaat, doordat vrouwen vaak ook zorg voor hun kinderen dragen. Dit kost de maatschappij veel geld. Oplossing: Niet luisteren naar hen die beweren dat een fulltime baan valt te combineren met een hoge functie. Ook niet luisteren naar hen die beweren dat vrouwen geen talent voor topbanen hebben. Mannen en vrouwen moeten zorgtaken delen en bedrijven moeten hier flexibel mee omgaan. De overheid zou dit moeten stimuleren. Gevolg: In het bedrijfsleven zal minder talent verloren gaan. De economie zal floreren doordat zowel mannen als vrouwen zorg én werk delen.
29
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
Artikel 4: Een damesbaan is als een borduurwerkje; De taaie redenen waarom Nederlandse vrouwen blijven steken in deeltijdarbeid Heleen Mees - NRC Handelsblad 22 oktober 2008 Synoniemen Verhaallijnen - burgerlijk ideaal - Hoewel het ideaal inmiddels is - mannelijkheid veranderd, willen vrouwen in - vrouwelijkheid Nederland nog steeds niet écht aan - burgerlijk ideaal het werk. - kostwinnersmodel - paarhuishoudens - In de afgelopen eeuw hebben in het - induced laziness (opgewekte Haagse Torentje vooral katholieke en luidheid) christelijke premiers gezeten. Deze - archaïsch hebben altijd het burgerlijk ideaal van - poldermodel de man als kostwinner en de vrouw - sekse thuis gekoesterd en de samenleving - kavel daar op ingericht. - seperate but equal (gescheiden maar gelijk) - In de tweede plaats heeft - mannenbolwerken Noorwegen een betere kinderopvang. - borduurwerkjes - human capital - Terwijl in Noorwegen de feministen - Haagse Torentje voor het delen van de macht streden, gebeurde dat in Nederland vrijwel niet. Iedere sekse kreeg zijn eigen kavel. -De deeltijdbanen van nu zijn als de borduurwerkjes waarmee in de tijd van de Engelse schrijfster Jane Austen vrouwen zich terugtrokken, terwijl de heren over de belangrijkste aangelegenheden van de wereld spraken. En net als in de tijd van Jane Austen laten vrouwen zich ook nu niet voorstaan op hun scherpzinnigheid en humor, maar op hun vermogen om een man aan de haak te slaan.
Narratieve constructie Probleem: Nederlandse vrouwen willen nog niet echt aan het werk. Oorzaken: Economische factoren stimuleerden het kostwinnersmodel. Politieke machten hielden het kostwinnersmodel in stand. Slechte kinderopvang stimuleert geen arbeidsparticipatie. Vrouwenemancipatie is via het poldermodel verlopen, vrouwen kregen alleen waar mannen ook baat bij hadden. Dat is dus geen delen van de macht. Vooral: Vrouwen willen het niet echt, en zijn er niet echt mee bezig. Meer met een man aan de haak slaan, dan zich van hun beste kant laten zien. Oplossing: Vrouwen moeten het gewoon gaan doen, strijden voor macht en goede kinderopvang afdwingen. (Opmerking: vreemd artikel eigenlijk. Mees onderscheid structurele factoren, maar sluit af met een sneer dat het de schuld van vrouwen zelf is.)
Artikel 5: Breng vrouw niet via wet naar de top; Overtuig mannelijke bestuurders van nut diversiteit; zonder een quotum geen succes Lutgart van den Berghe en Abigail Levrau -NRC Handelsblad 30 oktober 2009 Synoniemen Verhaallijnen - glazen plafond - Harde cijfers zijn voldoende om aan - labyrint te tonen dat vrouwen (wereldwijd) - diversiteit ondervertegenwoordigd zijn in - toporganen toporganen. - excuustruus - barrières - Een grotere diversiteit in de - quota samenstelling in directieteams en - genderdiversiteit raden van bestuur waarborgt een - vrouwelijke betere besluitvorming, omdat er - sleutelposities meerdere invalshoeken in de - vrouwenparels debatten aan bod komen.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in topfuncties. Dit is nadelig want bedrijven functioneren beter met diversiteit binnen de top. Oplossing: Is niet het invoeren van een quotom voor vrouwen aan de top, want het draagvlak is hiervoor te gering. En het benoemen van mensen moet gaan op basis van
30
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging - diversiteitbeleid - ‘vrouwennetwerken’ - mannelijke - ‘vrouwelijke parels’
- Wij pleiten voor het invoeren van een proactief diversiteitbeleid op alle niveaus, een meer open rekruteringsproces, de bewustwording van de aanwezigheid van ‘vrouwelijke parels’ in de eigen geledingen en het faciliteren van de doorstroming van veelbelovende talentvolle vrouwen naar sleutelposities.
Iwan Oostrom ervaring en competentie. Ondernemingen zouden diversiteitbeleid op alle niveaus moeten invoeren. De baas moet ervan overtuigd worden dat diversiteit goed is voor het bedrijf. Gevolg: Meer vrouwen in topfuncties en beter functionerende bedrijven.
- Wetgeving is echter niet de oplossing. - De grootste uitdaging in het overtuigen van mannelijke bestuurders van de redelijkheid en vooral het nut van genderdiversiteit. De boodschap luidt: geef vrouwen gelijke kans, de kracht zit hem in het verschil, niet in de gelijkheid.
Artikel 6: Voor vrouwen is het geen feest; Aan onderhandelingstafels en keukentafels ontbreekt te vaak hun stem Door Nicky McIntyre - NRC.NEXT 10 december 2008 Synoniemen Verhaallijnen - feestdag - Zestig jaar na het ondertekenen van - ‘vrouwen aan de top’ de universele verklaring van de - vrouwenrechten rechten van de mens spelen vrouwen - formele rechten nog steeds een kleine rol op politiek, - vrouwenhandel economisch, sociaal en publiek - lesbiennes terrein in de meeste landen van de - Europese Politiek wereld, inclusief Nederland. - Europese Vrouwenlobby - Campagne 50/50 - Iedereen – vrouwen, mannen en - migrantenvrouwen kinderen – heeft profijt van investering - vangnetten in vrouwenrechten en verbetering van de positie van vrouwen. Daarom moeten we ons er voor ijveren om de stem van vrouwen meer te laten horen aan tafels. Aan de politieke beslissingtafels èn aan de keukentafels.
Narratieve Probleem: Vrouwen worden nog steeds overal ter wereld onderdrukt. Vrouwenrechten worden geschonden. Vrouwen hebben weinig macht, thuis en in de politiek. Oplossing: Er moet geïnvesteerd worden in vrouwenrechten en de positie van vrouwen. Vrouwen moeten meer macht krijgen. Hiervoor moet gestreden blijven worden.
Artikel 7: Nieuwe seksuele revolutie? Ja, maar zonder Opzij Door Hassnae Bouazza - de Volkskrant 10 december 2008 Synoniemen Verhaallijnen - nieuwe seksuele revolutie - Daar waar onderzoeken aantonen - porno dat het seksuele leven van jongeren - porno-industrie gezond is, citeren zij uit diezelfde - media rapporten uit de context om zo hun - ontredderd punt te maken dat er seksueel heel - privéleven wat mis is met jongeren en dit alles, - seksueel doorgeslagen jeugd volgens hen, door invloed van de - slachtofferschap porno-industrie en de media. Dat
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Opzij wil niet in debat met auteur artikel. Opzij zou doen beweren dat het tijd is voor een nieuwe seksuele revolutie. De man zou oorzaak zijn van ontspoorde seksuele jeugd. Auteur hekelt dat Opzij niet in debat wil met andersdenkenden. Volgens haar is
31
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging - beroepsquerulanten - feministen - ‘de man’ - scherpe tong - klassiek - vrije samenleving - vrije debat - vrijheid van meningsuiting - gelijkgestemden
mannen de oorzaak van al deze ellende zijn, werd met name duidelijk uit het stuk in Opzij dat opriep tot een nieuwe seksuele revolutie. - Een seksuele revolutie is zeker nodig maar dan alsjeblieft niet onder leiding van de Opzij dat voor elke tegenslag de fout zoekt bij ‘de man’ en die zwelgt in de humorloze verbetenheid.
Iwan Oostrom seksuele revolutie ook nodig, maar niet met het idee dat de man de schuld van alles is. Oplossing: Opzij zou meer voor elkaar krijgen wanneer zij het debat aangaat. De erkenning moet er vooral komen dat de man niet overal de schuld van is. Dan wordt de man ook bontgenoot om veranderingen teweeg te brengen.
- De man is voor Opzij wat Irak voor Bush was: middelpunt van alle kwaad.
Artikel 8: Natuurlijk zet je je uiterlijk in om hogerop te komen, het werkt! Femmetje de Wind - NRC.NEXT 15 december 2008 Synoniemen Verhaallijnen - oogje - Om door te dringen tot die top - vrouwelijkheid mogen we best onze vrouwelijkheid in - mannelijke de strijd gooien. - ‘verliefd’ - mannenbolwerk - Het is nu de tijd van het lichtvoetige - zwangerschapsverlof feminisme dat het - gelijkheid geitenwollensokkenfeminisme - ongelijkheid opvolgt. - lichtvoetige feminisme - geitenwollensokkenfeminisme - spelletjes - presentatie - Pamela Anderson - veroveren - uiterlijk - partner - nageslacht
Narratieve constructie Probleem: De overheid heeft nog steeds geen maatregelen genomen om vrouwen soepel te laten doordringen tot de top. Mannen hebben nog steeds de ‘macht’ als het om topfuncties gaat. Oplossing: Vrouwen moeten hun ‘vrouwelijke’ charmes in de strijd gooien om hoger op te komen. Ze maken dan gebruik van de zwakte van de man. Gevolg: Een lichtvoetiger feminisme, waarbij meer bereikt wordt. Als vrouwen eenmaal de topposities hebben bereikt laten ze zien wat ze waard zijn.
Artikel 9: Beste Andreas, Naema Tahir - de Volkskrant 18 december 2008 Synoniemen Verhaallijnen - epistolaire serie - Er is behoefte aan een - ‘feminisme’ diepgravende analyse, zelfs een - elan algehele herwaardering van de staat - feministische golven van onze samenleving zoals de - westerlingen feministische haar mee vorm hebben - oosterse mannen en vrouwen gegeven. - tradities - traditionele rolpatroon - In die [traditionele] rolverdeling voelt - harde werk het paar zich gewaardeerd en geëerd. - mannelijk - vrouwelijk - Anders gezegd, is er in het Oosten - natuurlijke verschillen meer erkenning voor de natuurlijke - natuur verschillen tussen man en vrouw. Ze - sekseverschillen zijn niet gelijk maar gelijkwaardig.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Het ‘traditionele’ feminisme heeft vooral de nadruk gelegd op de gelijkheid tussen man en vrouw. Hoewel belangrijke rechten voor vrouwen zijn gerealiseerd, gaat het voorbij aan de natuur van de man en vrouw. Oplossing: Het is tijd voor een nieuw feminisme waar het natuurlijk verschil tussen man en vrouw wordt erkend. Gevolg: De samenleving wordt uit
32
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging - handelingsbekwaam - huwelijkse staat - huisvrouw - ridderlijk, teder en edelmoedig - overheersing - zelfliefde
- De stelling van Mill, dat de talloze facetten van de vrouw eeuwenlang verborgen zijn gebleven voor de man, is nog altijd actueel.
Iwan Oostrom eigen en natuurlijke kracht verbeterd.
- [D]e sekseverschillen tussen man en vrouw, [vormt] de kern … van het nieuw te ontwikkelen feminisme.
Artikel 10: Mannen en vrouwen zijn mensen die verschillende rollen vervullen Malou van Hintum - de Volkskrant 23 december 2008 Synoniemen Verhaallijnen - feministische kring - Die mannelijke [– biologische -] - emancipatiebeleid neiging om naar de top te streven, is - verschillen door de eeuwen heen cultureel - ‘nieuw feminisme’ ondersteund. - biologische categorieën - biologische genegenheid - Vrouwen hebben die drang naar de - biologische verschillen top van nature veel minder; zij zijn in - biologische overeenkomsten eerste instantie gericht op het - mannelijke grootbrengen van hun kinderen. - vrouwelijke - oertijd - Er is geen reden meer om vrouwen - cultuur tot moeders te socialiseren, en hun - archetypische leven te beperken tot die rol. - mammoetjagers - oermannen - Verschil erkennen betekent - oervrouwen diversiteit aanmoedigen en mensen - socialisatie faciliteren om te kunnen kiezen. - scoren Wanneer aandacht voor verschil - van nature wordt gebruikt om mensen te - empathie reduceren tot twee nooit bestaande - technische hulmiddelen archetypen, zijn we terug bij af. - sociale arrangementen
Narratieve constructie Probleem: Mannen en vrouwen zijn van nature verschillen en socialisatie kan deze natuurlijke verschillen vergroten. Maar van nature zijn ze niet zo verschillend als door sommigen wordt verkondigd. En de ‘natuurlijke’ verschillen door socialisatie doet geen recht aan de talenten van vrouwen. Oplossing: Diversiteit aanmoedigen en mensen faciliteren om te kiezen. Gevolg: Niet de verschillen worden gesocialiseerd, maar individuele mogelijkheden. Zo kan iemand (m/v) zijn leven naar wens inrichten.
Artikel 11: Waar is Rachida Dati mee bezig?; Powerbabe laat zich niet leiden door tradities Anna Chojnacka - NRC.NEXT 20 januari 2009 Synoniemen Verhaallijnen - allochtoon - Het is duidelijk dat Dati het spel van - powerbabe het leven volgens haar eigen regels - tradities spelt, zich niet laat belemmeren door - moederschap andermans meningen of tradities - bikkel waarvan iedereen het nut vergeten is. - opvoeding - de ambitieuze vrouw - Maak je eigen regels! - ijzersterke powerbabe - kraambed - je energie slurpende schuldgevoel - ‘het symbool van het nieuwe Frankrijk’
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Als het om het combineren van zorg voor kinderen en arbeid gaat bestaan in Nederland nog steeds belemmeringen door andermans mening en tradities. Oplossing: Volg het voorbeeld van Dati die haar eigen regels schept. Vrouwen moeten meer ruimte bij hun werkgever eisen, of ophouden schuldgevoelens hun energie te laten opslurpen. Vrouwen moeten eigen regels maken!
33
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom Gevolg: Vrouwen presteren beter op het werk en thuis. Zorg voor kinderen en een carrière zijn met elkaar te combineren.
Artikel 12: Vrouwen beleven seks anders dan mannen; Moslims zien dat veel beter in dan westerlingen Naema Tahir - NRC.NEXT 13 maart 2009 Synoniemen Verhaallijnen - Moslims - Moslims aanvaarden, meer dan - westerlingen westerlingen, dat er verschillen - vrouwenemancipatie bestaan tussen man en vrouw. Ze - moslimtraditie aanvaarden daarom ook dat de - seksualiteit beleving van seksualiteit van vrouwen - vrije seks een andere is dan die van de man. - emancipatie - seksuele revolutie - Het mannelijke model was norm – - voortplanting ook in seksualiteitsbeleving. Dat komt - consumeren doordat de vrouw niet heeft durven - duurzame relatie staan voor hoe zij seks wil beleven, - ‘maagdelijkheid’ wat haar eigen behoefte is. - moslimmaatschappijen - consumptiegoed - Dat geeft hem op het gebeid van - mannelijke model seksualiteit blijvende zeggenschap - seksualiteitsbeleving over haal.
Narratieve constructie Probleem: Vrouwen zijn gaan emanciperen naar het mannelijke model. Ook op het gebied van seksualiteit. Hierdoor beleeft zij haar seksualiteit niet zoals als zij dit van nature zou willen. Oplossing: Vrouwen moeten erkennen dat zijn andere seksuele behoeften hebben dan mannen. Zij moeten deze wijsheden uit de moslimcultuur erkennen. Gevolg: Vrouwen zullen een betere seksualiteitsbeleving hebben.
Artikel 13: Man voor de klas?; Alleen quota helpen, hoger salaris niet Roos Wouters - NRC.NEXT 23 april 2009 Synoniemen Verhaallijnen - mannelijke - Wil je vrouwen in typische - vrouwelijke mannensectoren en mannen in - oestrogeen vrouwensectoren, dan kun je beter - testosteron beginnen de bedrijfscultuur te - dominante vrouwencultuur veranderen. - diversiteit - emancipatie -Hoe zo’n bedrijfscultuur veranderen? - ouderwetse en beklemmende Door quota. Zonder quota voor rolpatronen vrouwen aan de top zal de top - mannensector vrouwonvriendelijk blijven, zo is al - vrouwensector vaak terecht gesteld. Maar zonder - bedrijfscultuur quota voor mannen in het - man- of vrouwonvriendelijke basisonderwijs en de zorg zal de cultuur cultuur dáár manonvriendelijk blijven. - diversiteitbeleid - ‘hands- on’ mentaliteit - Door het invoeren van quota voor - zorgverantwoordelijkheden mannen en vrouwen zullen bedrijven, instellingen en hun ‘sollicitatiecommissies’ zich eindelijk moeten verdiepen in de oorzaak van het gebrek aan mannen of vrouwen binnen hun sector.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: In mannensectoren werken te weinig vrouwen en in vrouwensectoren werken te weinig mannen. Salarisverhogen helpen hier niet bij. Oplossing: Voer een quota in. Gevolg: Bedrijfsculturen zullen veranderen waardoor uiteindelijk de quota niet meer nodig zijn en diversiteit binnen bedrijven een gegeven wordt.
34
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
Artikel 14: Patriarchen, blijf van onze vagina af Nora Kasrioui - de Volkskrant 9 mei 2009 Synoniemen Verhaallijnen - patriarchen - Verandering roept bij de gevestigde - homoacceptatie orthodoxe heren weerstand op, omdat - seksuele emancipatie er dan onzekerheid ontstaat over hun - moslimmeiden eigen positie als machthebbers. - maagdelijkheidmythes Misschien uit vrees voor rolomkering? - feministische moslima - lotgenotes - Als feministische moslima strijd ik al - orthodoxe heren jaren voor de bevrijding van mijzelf en - machthebbers mijn lotgenoten. - rolomkering - conservatieve figuren - Wij moslima’s laten ons niet langer - emancipatie vastketenen. - achterlijke opvattingen - traditionele mannen - culturele normen - mannelijke eisen - orthodoxe denkbeelden - achterlijke ideeën
Narratieve constructie Probleem: Mannen leggen de islam uit zodat deze vrouwen onderdrukt. Ze willen niet aan een progressieve of verlichte islam. Oplossing: Er komen steeds meer intellectuele moslima’s die voor zichzelf opkomen. Gevolg: Geëmancipeerde moslima’s; vrouwen beslissen zelf over hun lichaam.
Artikel 15: Gratis pil is een recht; Leg bezuinigen niet op bordje van vrouwen Roos Wouters - NRC.NEXT 28 januari 2010 Synoniemen Verhaallijnen - mama’s pil - … nu staat het recht op baas in - baas in eigen beuk eigen bui weer op de tocht. - tweede golf-feministen - de pil - Die vrijheid en zelfstandigheid voor - vrouwenemancipatie alle vrouwen is anno 2010 nog net zo - vrije anticonceptie essentieel als 38 jaar geleden. Juist - vergrijzing tijdens een economische crisis - verzorgingsstaat moeten bepaalde rechten - gastouders gewaarborgd blijven. - Is dat dan werkelijk de boodschap van het kabinet: vrouw gij zult werken, zorgen en baren tot je erbij neervalt en dan gaan wij ondertussen met pensioen? Dat kan toch niet waar zijn?
Narratieve constructie Probleem: Zorgverzekering komt met idee om de pil uit het zorgpakket te halen. Daarnaast lijkt het kabinet betreffende vrouwenemancipatie paradoxale maatregelen te nemen. Dit zou in gaan tegen de verworven rechten uit de emancipatiestrijd van tweede golf-feministen. Oplossing: Niet de pil uit het basiszorgpakket halen.
Artikel 16: Tijd voor nieuwe feministische solidariteit; Ja. Onder vrouwen bestaat de meeste armoede Femke Halsema - NRC.NEXT 12 maart 2010 Synoniemen Verhaallijnen - emancipatie - Behalve voor een nieuw politiek - keuzevrijheid emancipatie-elan, pleit ik voor - deeltijdbanen hernieuwde, feministische solidariteit. - glazen plafond - vrouwen aan de top - De vrouwenemancipatie was niet - emancipatieprobleem afgerond toen voor kansrijke meisjes
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Velen menen dat het feministische project is afgerond. Echter is er nog onder veel vrouwen (kans)armoede. Oplossing: Nieuw politiek
35
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging - financiële afhankelijkheid - emotionele afhankelijkheid - Bijstandsmoeders - langdurige armoede - anderhalfverdienermodel - feministische solidariteit - emancipatie elan - elitair luxe-denken - kansarmoede
de universiteitsdeuren opengingen. -Achter hen, op grotere afstand, zijn er veel kwetsbare meisjes en vrouwen, die noodgedwongen in financiële afhankelijkheid leven.
Iwan Oostrom emancipatie-elan en hernieuwde feministische solidariteit. Gevolg: Ook de niet-kansrijke vrouwen zullen emanciperen.
Artikel 17: Lang leve het feminisme Saskia Wieringa - de Volkskrant 20 maart 2010 Synoniemen Verhaallijnen - gelijkwaardig - Een feminist werd afgeschilderd als - patriarchaal gedrag een behaarde mannenhater in - socialistische inslag tuinbroek. - relatie man-vrouw - dope -De talloze initiatieven op internet om - ombudsvrouw meer gelijkwaardigheid te creëren - blijf-van-mijn-lijfhuizen tussen mannen en vrouwen is - radicaal-feminisme broodnodig. - behaarde mannenhater in tuinbroek -Ook blijkt dat het feminisme nodig is - f-woord en dat het imago dat aan het - kopvoddentax feminisme kleeft achterhaald is. - loverboys - pooierboys - Laten we er met z’n allen voor - mannenhaters zorgen dat Nederland weer een goed beeld krijgt van feministen, want het is broodnodig.
Narratieve constructie Probleem: Het feminisme heeft een negatieve associatie. Toch zijn er nog steeds belangrijke feministische strijdpunten waarvoor gestreden moet worden. Oplossing: Het feminisme moet zijn goede imago terugkrijgen. Vrouwen moeten de strijdbijl weer oppakken. In navolging van alle goede initiatieven. Gevolg: Nederland krijgt een goed beeld van het feminisme. Doelen worden gehaald.
Artikel 18: Is de huisvrouw van nu de nieuwe uitvreter?; Wederzijdse verkettering van feministen en geërgerde mannen is zinloos. Een nieuw evenwicht kost tijd Els Koek - NRC Handelsblad 30 maart 2010 Synoniemen Verhaallijnen - rancuneleer - We doen tegenwoordig of - deeltijdbaantje huishoudelijk werk niet meer bestaat. - seksisme - burn-out - Mijn advies: geef mannen en - spindocters vrouwen de tijd om een nieuw - populariteitsmeting evenwicht te vinden in de verdeling - algehele verhuftering tussen huishoudelijk en betaald werk. - ‘zorgt’ Conventies verander je niet zomaar. - loser - non-entiteit - En deeltijdwerk is een - deeltijdprivileges verworvenheid waar Nederland trots - carrièrefeministen op mag zijn. - ‘deeltijdfeminisme’ - ‘taksforce deeltijd-plus’ - ‘huisvrouw’ - kostwinnerschapsbeginsel - ‘aanrechtsubsidie’ - 'het hoofd der huishouding’ - deeltijdwerk
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Er wordt overhaast en onterecht enorme opheft gemaakt over het gegeven dat vrouwen niet genoeg zouden participeren. Huishoudelijke taken zijn ook taken. En er is in de afgelopen tijd veel vooruitgang geboekt op dit gebied. Oplossing: Mannen en vrouwen moeten een nieuw evenwicht vinden. Geef ze wat tijd. Gevolg: Dan komt het vanzelf goed.
36
Over de Huidige Feministische Vrouwenbeweging
Iwan Oostrom
Artikel 19: Vrees ons niet maar heb ons lief Nora Kasrioui - de Volkskrant 12 april 2010 Synoniemen Verhaallijnen - ‘de hoofddoekvrezenden’ - Wij zouden graag zien dat de - seculiere feministen hoofddoek in de beeldvorming - feministische stroming 3.0 losgekoppeld wordt van - kopvoddentax onderdrukking. - tolereren - onderdrukkende broers - Want niet alle hoofddoekdragende - vod moslima’s zijn zielig of worden - verworven recht onderdrukt. - achterlijk - analfabetisme - Om onze eigen redenen, en die zijn - culturele uiting net zo gecompliceerd en divers als - religieuze uiting wijzelf, dragen wij een hoofddoek. - strategische zet - hip fashion statement - Wij ontkennen niet dat er moslima’s - fundamentalistische islam zijn die louter op bevel van hun broers - emancipatiestrijd een hoofddoek dragen. Maar het is - hoofddoekmeiden niet in overeenstemming met de complexe realiteit.
Narratieve constructie Probleem: Het dragen van een hoofddoek staat in de Nederlandse maatschappij onder druk. Het wordt geassocieerd met onderdrukken.
Oplossing: Er moet opgekomen worden voor hen die uit verplichten een hoofddoek dragen. Erkent moet echter ook worden dat om allerlei verschillende redenen meisjes hoofddoeken dragen. Ze worden niet altijd onderdrukt.
Artikel 20: De derde sekse Evelien Tonkens - de Volkskrant 19 mei 2010 Synoniemen Verhaallijnen - typische vrouw - Sekseverschillen zijn bakens - sekseverschillen geworden in een zee van onzekerheid - typische man over wie we zijn en hoe we ons tot - derde sekse elkaar moeten verhouden. - andere sekse - seksegebonden gedrag -Toch behoort maar 60 procent van - ‘biologisch’ ons tot typisch mannen’ of ‘typisch - empatisch vrouwen’’. - competatief - vrouwvrouwen - Daarbij is typisch seksegebonden - vrouwmannen gedrag minstens deels aangeleerd. - manvrouwen - manmannen - Allemaal zekerheden van - androgynen gerenommeerde wetenschappers die - feministen we nu dolkomisch vinden, maar - gerenommeerde wetenschappers vrouwen wel hebben belemmerd in - sekse-indeling hun ambities. - stereotype - Als we het echt niet kunnen laten, mensen in sekse indelen, waarom dan in twee.
24 juni 2010 Sociale Bewegingen en Politieke Discoursanalyse
Narratieve constructie Probleem: Mensen worden in twee seksecategorieën ingedeeld om daarmee hun gedrag te verklaren. Deze filosofische en wetenschappelijke onjuistheden hebben nooit bevrijdend gewerkt. Oplossing: Maak een indeling waarin drie seksen bestaan. Gevolg: Wellicht ontstaat er een sekse waar je gewoon jezelf kunt zijn.
37